VLAAMSERAAD VOORSTEL VAN DECREET

Transcriptie

1 Stuk 238 ( ) - Nr. 1 VLAAMSERAAD ZITTING 198% JUNI 1989 VOORSTEL VAN DECREET - van mevrouw A. Leysen C.S. - houdende vaststelling van de voorwaarden tot erkenning en toekenning van werkingstoelagen aan de sportcentra van de universiteiten en van de instellingen van hoger onderwijs van het lange type TOELICHTING DAMES EN HEREN, De programma s van de universiteiten en deze van het HOBU lange type omvatten geen lestijden die door hun studenten tot ontwikkeling of onderhoud van de fysieke component van hun persoon kunnen leiden. Deze groep jonge volwassenen moet nochtans, gezien het sedentaire karakter van hun bezigheden, aangespoord worden om regelmatig te participeren aan enige vorm van bewegingsactiviteit. Aansluitend op de programma s van de schoolse lichamelijke opvoeding in het secundair onderwijs moet verder gewerkt worden aan een gewoontevorming die moet leiden tot het verwerven van een gezonde levensstijl. De inspanningen die hierin geleverd worden zullen renderen in de vorm van een grotere psychische en fysieke fitheid van de volwassenen (actieve bevolking) en het onderhoud van een betere kwaliteit van het leven over langere periode. De financiële gevolgen van een onfitte werkende klasse (werkverzuim om allerlei redenen) en een te vroege aftakeling van een steeds langer levende mens zijn moeilijk te becijferen maar zeker alles behalve te verwaarlozen. Het onderhavig voorstel tot decreet wil, inspelend op datgene wat sommige universiteiten en instellingen van hoger onderwijs van het lange type uit traditie al meer dan honderd jaar doen, de sportbeoefening in het universitair en het hoger onderwijs, als belangrijke complementaire vormingscomponent, bevorderen. 426

2 238 ( ) - Nr. 1 PI Commentaar bij de artikelen Artikel 1 Dit artikel is de verplichte aanhef voor een decreet dat aangelegenheden regelt die ressorteren onder artikel 59bis van de Grondwet. Artikel 2 Ter omschrijving van wat universitair of gelijkgestelde sportcentra zijn, wordt uitgegaan van de wijze waarop in de financiering wordt voorzien. Hierbij blijkt dat de universiteiten en HOBU s lange type éénzelfde financieringsbron hebben. Artikel 3 Hierin wordt omschreven aan welke voorwaarden een centrum moet voldoen om erkend te kunnen worden. Toonaangevend is hier het feit dat de financiële tegemoetkomingen deskundig moeten geïnvesteerd worden in een ruim sportaanbod naar de studenten toe. Tevens dient de overheid over voldoende duidelijke en controleerbare erkenningscriteria te beschikken om bijsturing mogelijk te maken. Artikelen 4 en 5 Deze artikelen bepalen wie erkent en hoe betwistingen kunnen geregeld worden. Artikelen 6 en 7 Deze artikelen bepalen de modaliteiten van subsidiëring waarbij duidelijk stimulerende aspecten zijn ingebouwd die telkens rekening houden met de grootte van de groep én de grootte van de inspanningen die geleverd worden. Een duidelijke aansporing van acties voor sportpromotie type,,sport-voor-allen is terug te vinden in artikel 6, 8 3. Artikel 8 Dit artikel regelt de uitvoering van Hoofdstuk III van het decreet. A. LEYSEN

3 [ ( ) - Nr. 1 VOORSTEL VAN DECREET Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet. Artikel 2 Beschouwd wordt als sportcentrum van een universiteit of van een instelling van hoger onderwijs van het lange type in de zin van dit decreet : de vereniging die, opgericht, aangemoedigd en bestuurd door particulieren, tot doel heeft door het doen beoefenen van sportactiviteiten die plaats vinden buiten de cursussen en die een zekere lichamelijke inspanning vereisen, voor de ontplooiing van de studenten te zorgen die de universiteiten of de instellingen van hoger onderwijs van het lange type bezoeken, die door het Rijk worden georganiseerd of gesubsidieerd, voor zover deze gevestigd zijn in het Nederlandstalige taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, en tot het Nederlandstalig taalstelsel behoren. Hoofdstuk II De erkenning van de sportcentra van de universiteiten en van de instellingen van hoger onderwijs van het lange type Artikel De vereniging die haar erkenning als sportcentrum van een universiteit of van een instelling van hoger onderwijs van het lange type wenst te bekomen en te behouden, moet aan de volgende voorwaarden voldoen : 1 volgens het geval erkend zijn door de beheerraad van de universiteit of door de inrichtende macht van de instelling van hoger onderwijs van het lange type, in het kader van dewelke zij haar activiteiten organiseert ; 2 activiteiten hebben die beantwoorden aan haar doel en die de studenten, die de inrichting bezoeken waarvan zij afhankelijk is, aanmoedigen tot de beoefening van sport op een regelmatige wijze ; 3 een activiteitenprogramma ontplooien, waarvan de Vlaamse Executieve de minimale voorwaarden zal vaststellen, en haar financiën autonoom beheren ; 4 onder de leiding staan van een beheersorgaan dat uit minstens zeven leden bestaat die verkozen worden door de leden van de vereniging en van dewelke minstens twee leden zullen verkozen worden uit de studenten die de inrichting bezoeken waarvan zij afhankelijk is ; 5 ten minste sedert één jaar een activiteitenprogramma, zoals bepaald onder artikel 3, 3 ontplooien op het ogenblik van het indienen van de aanvraag voor erkenning ;

4 238 ( ) - Nr. 1 PI 6O een boekhouding voeren die de volledigheid van de verrichtingen weergeeft. De Vlaamse Executieve bepaalt de modaliteiten hiervan ; 7O haar aangesloten leden verplichten een bijdrage te betalen door het uitreiken van een sportkaart, waarvan het minimumbedrag door de Vlaamse Executieve zal vastgesteld worden ; 8 voorrang verlenen voor de activiteiten die zij organiseert aan de studenten die regelmatig ingeschreven zijn bij de inrichting waarvan zij afhankelijk is en die bij de vereniging zijn aangesloten ; 9O ervoor zorgen dat al haar leden een beroep kunnen doen op sport-medische begeleiding ; 10 ervoor zorgen dat de burgerlijke aansprakelijkheid en de schadevergoeding voor de lichamelijke letsels van haar leden voldoende gedekt zijn door een verzekering. De Vlaamse Executieve bepaalt de modaliteiten hiervan ; 11 haar huishoudelijk reglement mededelen aan de door de Vlaamse Executieve aangewezen administratie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ; 12O het toezicht aanvaarden op haar activiteiten en op het nazien van de boekingsstukken en administratieve documenten, door de door de Vlaamse Executieve aangewezen ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ; 13 bewijzen, op een door de Vlaamse Executieve te bepalen manier, dat zij haar activiteiten ontplooit in een daartoe geschikte infrastructuur ; 14 leidinggevend personeel tewerkstellen, dat voldoet aan de vereiste administratieve alsmede sporttechnische en sportpedagogische bekwaamheidsvereisten, zoals vastgesteld door de Vlaamse Executieve. Ij 2. Per universiteit of instelling van hoger onderwijs van het lange type kan slechts één vereniging als sportcentrum worden erkend. Artikel Op advies van de Nederlandstalige Afdeling van de Hoge Raad voor de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en het Openluchtleven, verleent de Vlaamse Executieve de erkenning van een duur van tien jaar. Deze erkenning kan geschorst of ingetrokken worden Elke beslissing van weigering, schorsing of intrekking wordt met redenen omkleedt ; zij wordt aan de betrokken vereniging bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief. Artikel 5 De Vlaamse Executieve bepaalt de te volgen procedure voor het indienen van de erkenningsaanvragen en de wijze van inspectie. De Vlaamse Executieve zal tevens voorzien in een mogelijkheid tot administratief beroep.

5 ( ) - Nr. 1 Hoofdstuk III, De toekenning van werkingstoelagen Artikel 6 Binnen de perken van de jaarlijks gestemde begrotingskredieten, verleent de Vlaamse Executieve jaarlijks werkingstoelagen aan de erkende sportcentra. Deze toelagen zullen aan elk sportcentra rechtstreeks toebedeeld worden, na voorlegging van de vereiste facturen en bewijsstukken. De Vlaamse Executieve bepaalt hiervoor de modaliteiten. In de loop van de eerste trimester van elk werkjaar wordt een voorschot betaald ten minste gelijk aan één derde van het voor het vorig werkjaar toegekend subsidiebedrag. Artikel 7 De werkingstoelagen voor elk erkend sportcentrum zoals bepaald in Hoofdstuk II van dit decreet, bestaan uit de volgende elementen : 1. een vaste toelage, door de Vlaamse Executieve te bepalen, op grond van het aantal studenten van de betrokken universiteit of van de betrokken instelling van hoger onderwijs van het lange type ; 2. een toelage, door de Vlaamse Executieve te bepalen, per student die houder is van een sportkaart, uitgereikt door de universiteit of de instelling van hoger onderwijs van het lange type waar de student is ingeschreven ; 3. een toelage ten belope van 20 ten honderd van de uitgaven met betrekking tot promotie van bijzondere initiatieven rond,,sport-voor-allen, geplafoneerd tot een bedrag te bepalen door de Vlaamse Executieve. Artikel 8 De Vlaamse Executieve bepaalt de verdere procedures van de toekenning van werkingstoelagen. A. LEYSEN J. CAUDRON E. BALDEWIJNS