ALGEMENE VOORSCHRIFTEN EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ WERKEN UITGEVOERD IN DE NABIJHEID VAN PIJPLEIDINGEN PIJPLEIDINGBEHEER : FINA ANTWERP OLEFINS N.V.

Transcriptie

1 Onderstaande voorschriften zijn een voorbeeld van de wettelijk verplichte Algemene voorschriften voor werken nabij pijpleidingen (Kb 21 september 1988 en wijzigingen) en de bijzondere voorschriften die bij de pijpleidingenbeheerders binnen Fetrapi worden gehanteerd. Per werklokatie is men verplicht om nieuwe voorschriften op te vragen. Dit kan elektronisch via voor algemene nutsleidingen en voor pijpleidingen. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ WERKEN UITGEVOERD IN DE NABIJHEID VAN PIJPLEIDINGEN PIJPLEIDINGBEHEER : FINA ANTWERP OLEFINS N.V. Scheldelaan 10 (Haven 447) 2030 ANTWERPEN NOODNUMMER : INFORMATIE TELEFOON : TELEFAX :

2 1. De vervoerinstallaties van de NV FINA ANTWERP OLEFINS zijn bestemd voor het vervoer van licht ontvlambare gassen en vloeibare koolwaterstoffen onder hoge druk. Bijgevolg is de uiterste voorzichtigheid geboden bij de uitvoering van werken, om de veiligheid van zowel personen als goederen te waarborgen. 2. Artikel 11 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen verbiedt elke daad die de vervoerinstallaties of de exploitatie ervan zou kunnen schaden. 3. Onderstaande voorschriften doen geen afbreuk aan de wettelijke voorschriften die de bouwheer, de ontwerper en de aannemer moeten naleven, zoals o.m. bepaald in : - het K.B. van 21 september 1988 betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties voor het vervoer van gasachtige en andere producten door middel van leidingen; - het K.B. van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasvervoer door middel van leidingen, zoals laatst gewijzigd door het K.B. van 24 januari 1991, met o.a. de invoering van het begrip voorbehouden zone, en de opsomming van de werkzaamheden die in die voorbehouden zone verboden zijn. ALGEMENE BEPALINGEN 4. Zowel de bouwheer, de ontwerper als de aannemer (hierna genoemd de aanvrager ) die werken plant of uitvoert binnen de 15 m aan weerszijden van de vervoerinstallaties (= de Beschermde Zone, zoals bepaald in het K.B. van 21 september 1988) is wettelijk verplicht ten minste 15 werkdagen vóór de aanvang ervan de NV FINA ANTWERP OLEFINS schriftelijk te informeren over de plaats en de aard en het programma van de werken, evenals over de uitvoeringsmiddelen en de uitvoeringsplannen. adres : FINA ANTWERP OLEFINS NV Haven 447, Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen FAO.Pijpleidingbeheer@total.com fax : Voormeld werkprogramma dient het eventueel uitvoeren van volgende werkzaamheden te beschrijven (niet limitatief): oprichten van gebouwen en/of andere constructies; boringen, persingen, gestuurde boringen; trillen, heien, boren of trekken van palen en damplanken; draineringswerken; wijzigingen van het maaiveldpeil (ophogingen, afgravingen, graven of ruimen van grachten, ); plaatsen van omheiningen, palen, masten e.d.; planten en rooien van bomen. 5. Zoals bepaald in het KB van 21 september 1988, dient de aanvrager met de N.V. FINA ANTWERP OLEFINS te overleggen en te voorzien welke maatregelen hij moet nemen teneinde de leidingen niet te schaden.

3 (Vervolg) 6. Zoals bepaald in het KB van 21 september 1988, kunnen de werken in de Beschermde Zone ten vroegste na 3 werkdagen starten, en dit pas nadat de planning, de aard der werken, de ingezette middelen en de uitvoeringsplannen van de werken in de Beschermde Zone schriftelijk medegedeeld zijn. 7. De aanvrager is verplicht het nodige te doen om vóór de aanvang van de werken de ligging van de vervoerinstallaties te laten aanduiden d.m.v. paaltjes en/of verfstippen door een afgevaardigde van de dienst Pijpleidingbeheer van de NV FINA ANTWERP OLEFINS. De aanvrager bepaalt daartoe zelf de limieten van de werkzone, en maakt minstens 2 werkdagen op voorhand een afspraak met onze dienst Pijpleidingbeheer via het secretariaat op het telefoonnr De plannen van de vervoerinstallaties worden steeds ter informatie overgemaakt, en zijn slechts een middel om de situering ervan te vergemakkelijken. De toegestuurde plannen zullen steeds op de werf (werfleider) aanwezig zijn. 8. De werken mogen slechts starten nadat de ligging van de vervoerinstallaties en hun toebehoren in het bijzijn van voormelde afgevaardigde bevestigd werd door middel van een voldoende aantal met de hand gegraven opzoekingsputten. Hierbij wordt erop gewezen dat een telemetingskabel het tracé van de leiding kan volgen, maar niet noodzakelijk strikt parallel met de leiding ligt of in dezelfde sleuf werd aangebracht; deze kabel ligt in principe minder diep dan de leiding. BIJKOMENDE BEPALINGEN 9. Bovenop de toepassing van voormelde algemene bepalingen dient de dienst Pijpleidingbeheer van N.V. FINA ANTWERP OLEFINS eveneens telkens te worden gecontacteerd : vóór de aanvang van alle werkzaamheden op minder dan 5 m van de vervoerinstallaties, nadat deze gelokaliseerd werden conform bovenstaande par. 6; voor elke activiteit die niet voorzien was in het werkprogramma; bij een uitbreiding van de werkzone. 10. Volgende werkzaamheden zijn verboden (niet limitatief): het oprichten van gebouwen en/of andere constructies op minder dan 5 m van de vervoerinstallaties (gelokaliseerd conform par. 6); het gebruik van mechanische graafmachines op minder dan 1 m van de vervoerinstallaties (gelokaliseerd conform par. 6); het gebruik van een pneumatische hamer boven de vervoerinstallaties; het mechanisch aandammen op minder dan 30 cm boven de vervoerinstallaties; het verkeer van zwaar rollend materieel boven de vervoerinstallaties, tenzij ter plaatse een aangepaste, door de NV FINA ANTWERP OLEFINS goedgekeurde mechanische bescherming werd aangebracht; elke activiteit die de stabiliteit van de ondergrond binnen de Beschermde Zone in gevaar kan brengen.

4 (Vervolg) 11. In het raam van artikel 39 van het Koninklijk Besluit van 11 maart 1966, moet volgende vrije afstand (in meter) worden gelaten tussen de dichtst nabijgelegen beschrijvende lijnen van de ondergrondse leidingen en kabels, respectievelijk deze van de NV FINA ANTWERP OLEFINS en van de aanvrager : Diameter FAO-leiding Aanbevolen afstand A A N L E G L E I D I N G E N O F K A B E L S EVENWIJDIGE LIGGING Hogedrukleiding Lagedrukleiding (HD) (LD) Minimale afstand Minimale Afstand HD Minimale Afstand KRUISEND LD Minimale Afstand 100 mm 5.00 m 0.50 m 0.50 m 0.25 m 0.25 m 150 mm 5.00 m 0.50 m 0.50 m 0.30 m 0.25 m 175 mm 5.00 m 0.50 m 0.50 m 0.30 m 0.25 m 200 mm 5.00 m 1.00 m 0.50 m 0.30 m 0.25 m 250 mm 5.00 m 1.00 m 0.60 m 0.35 m 0.30 m 300 mm 5.00 m 1.00 m 0.60 m 0.35 m 0.30 m 350 mm 5.00 m 1.50 m 0.60 m 0.40 m 0.30 m 400 mm 5.00 m 1.50 m 0.65 m 0.40 m 0.30 m 500 mm 5.00 m 2.00 m 0.70 m 0.45 m 0.35 m 600 mm 5.00 m 2.00 m 0.70 m 0.50 m 0.35 m 700 mm 5.00 m 2.50 m 0.80 m 0.55 m 0.40 m 800 mm 6.00 m 2.50 m 0.60 m 900 mm 6.00 m 3.00 m 0.65 m 1000 mm 7.00 m 3.50 m 0.70 m 1200 mm 8.00 m 4.00 m 0.80 m Indien leidingen voor het vervoer van gevaarlijke producten of elektrische HS-kabels evenwijdig met de vervoerinstallaties worden aangelegd gelden algemeen de aanbevolen tussenafstanden. Elke afwijking hiervan dient door de NV FINA ANTWERP OLEFINS schriftelijk te zijn aanvaard vooraleer de werken worden aangevat. Voor alle andere ondergrondse leidingen en kabels gelden de minimumafstanden. Indien deze afstanden niet kunnen worden geëerbiedigd dient vooraf overleg te worden gepleegd met de NV FINA ANTWERP OLEFINS, ten einde de te nemen bijkomende maatregelen te bepalen. Afstandsregels voor constructies en installaties, andere dan kabels en leidingen, kunnen op eenvoudige vraag bij de NV FINA ANTWERP OLEFINS worden bekomen (zie ook par. 8). 12. De vervoerinstallaties zijn kathodisch beschermd. Enerzijds dienen dus de nodige maatregelen te worden getroffen om deze beschermingsinstallaties niet te beschadigen. Anderzijds, wanneer metalen structuren in hun nabijheid moeten worden aangebracht, dient contact te worden opgenomen met de dienst Pijpleidingbeheer, tel met als referentie Kathodische Bescherming", om in gemeenschappelijk overleg de te nemen beschermingsmaatregelen te bepalen.

5 (Vervolg) 13. Bij het aanvullen van sleuven en werkputten dient rond de vervoerinstallaties een laag van 30 cm te worden aangebracht, bestaande uit zand of losse aarde, vrij van harde voorwerpen. Gedurende de werken vastgestelde beschadigingen van de vervoerinstallaties dienen onmiddellijk aan de dienst Pijpleidingbeheer van N.V. FINA ANTWERP OLEFINS te worden gemeld (zie verder). De dienst Pijpleidingbeheer van de NV FINA ANTWERP OLEFINS behoudt zich het recht vóór om na de werken en alvorens het terug aanvullen van sleuven of werkputten, de staat van haar vervoerinstallaties te controleren. Op dat ogenblik aangetoonde beschadigingen dienen door de aanvrager op zijn kosten te worden hersteld. 14. Ter hoogte van de door de aanvrager aangebrachte nieuwe ondergrondse installaties, moeten de vervoerinstallaties opnieuw door middel van een waarschuwingslint worden aangeduid. Dit lint, dat bij FINA ANTWERP OLEFINS dient te worden aangevraagd, moet op ongeveer 30 cm boven de vervoerinstallaties worden aangebracht, en dit over de hele vrijgemaakte lengte. 15. De kruisingspunten en de evenwijdige tracés van de nieuwe installaties op minder dan 3,00 m van deze van de NV FINA ANTWERP OLEFINS moeten zo nauwkeurig mogelijk op een liggingsplan worden aangeduid. Dit plan moet ten laatste 3 maanden na de aanleg aan de NV FINA ANTWERP OLEFINS worden bezorgd voor het bijwerken van haar liggingsplannen. WAT TE DOEN BIJ INCIDENTEN? 16. In geval van beschadigingen (o.a. bekleding, leiding, kabel, ) : a. Alle werkzaamheden stopzetten; b. Onmiddellijk via het noodnummer de NV FINA ANTWERP OLEFINS verwittigen (tel ); c. De werkput openlaten, er een veiligheidsafsluiting rond plaatsen, en wachten op een afgevaardigde van de dienst Pijpleidingbeheer van FINA ANTWERP OLEFINS; d. Alle passende maatregelen treffen, teneinde de veiligheid van zowel personen als goederen te waarborgen. 17. In geval van een lek aan de vervoerinstallaties: a. Alle werkzaamheden stopzetten, en de werkzone evacueren; b. Onmiddellijk via het noodnummer de NV FINA ANTWERP OLEFINS verwittigen, evenals de lokale politie en/of brandweer; c. Zo precies mogelijk de plaats en de grootte van het lek beschrijven; d. Onmiddellijk de toegangswegen naar de betreffende zone afzetten, het verkeer omleiden en het publiek op afstand houden; e. Iedere warmtebron uit de zone verwijderen (streng rookverbod); f. Alle passende maatregelen treffen, om de veiligheid van zowel personen als goederen te waarborgen.

6 FINA ANTWERP OLEFINS N.V. (F.A.O.) neemt het toezicht waar van volgende pijpleidingen : Eigenaar Product Gelegen tussen Diameter Lengte Inch ND m N.M.P. Ethyleen Antwerpen en Feluy N.M.P. Propyleen Antwerpen en Feluy N.M.P. Reserve leiding Merchtem-Feluy Total Belgium N.V. Raffinaderijproducten Antwerpen en Feluy Total Belgium N.V. Raffinaderijproducten Merchtem-Brussel (Marly) Total Belgium N.V. Raffinaderijproducten Kruibeke-Hoboken 2x12 2x Fina Antwerp Olefins Ethyleenleidingnet Antwerpen Haven - RO Fina Antwerp Olefins Ethyleenleidingnet Antwerpen Haven - LO (Zwijndrecht) Fina Antwerp Olefins Ethyleenhernameleiding Antwerpen Haven - LO (Zwijndrecht) Total Petrochemicals Butadieenleiding AGT/ Antwerpen Haven - RO 4 /6" 100/ Elastomers Total Petrochemicals Raffinaat-1 / Isobutaanleid Antwerpen Haven - RO Elastomers Total Petrochemicals Gedemineraliseerd water Antwerpen Haven - RO Elastomers ATOFINA POLYMERS Isobutaan Antwerpen Haven - RO Antwerpen ATOFINA POLYMERS Antwerpen Reserve leiding Antwerpen Haven - RO Lanxess N.V. Ethyleenleiding Zwijndrecht Fina Antwerp Olefins/N.M.P. Butaanleiding Beveren - Zwijndrecht - Antwerpen 8 /6 200/ Fina Antwerp Olefins/N.M.P. Propaanleiding Beveren - Zwijndrecht - Antwerpen PetroFina Ruwe C4 Oiltanking / Antwerpen Haven - RO 6" Total Raffinaderij Antwerpen Crude oil leiding Total Raffinaderij Antwerpen/Kallo 30/34 750/ IS TE BEREIKEN OP VOLGEND ADRES : Dossiernummer NOORD OF ZUID :..... FINA ANTWERP OLEFINS N.V. Dienst Pijpleidingbeheer Haven Scheldelaan ANTWERPEN 3 Tijdens kantooruren : 03/ R. Schooffs, Pijpleidingbeheerder 03/ L. Van Langenhove, Algemeen Coördinator 03/ G. Heytens, Verantwoordelijke Sector Zuid (*) 03/ M. Van Puymbrouck, Verantwoordelijke Sector Noord(**) 03/ R. Bertrand, Algemeen Coördinator Metrologie 03/ Mevr.I. Merckx, Administratief Coördinator Telefaxnummer : 03/ Buiten de kantooruren : Telefoonnummer : 03/ Ploegsuperintendent Telefoonnummer : 03/ Telefaxnummer : 03/ Noodnummer : 03/ (enkel te gebruik in noodsituaties) (*) Ten zuiden van Expressweg Antwerpen-Knokke (**) Ten noorden van Expressweg Antwerpen-Knokke +haven Antwerpen