ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK

Transcriptie

1 ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK A. DEVROE DECEMBER 2016

2 COLOFON Project Archeologienota Antwerpen, Delwaidedok Opdrachtgever SEA-TANK 700B Skaldenstraat Gent Opdrachtnemer Annika Devroe Lemmensstraat Mechelen 0472/ annika.devroe@gmail.com BE Annika Devroe Annika Devroe aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of aangepast worden, opgeslagen worden in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt worden in enige vorm of wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie of enige andere wijze, zonder voorafgaandelijk toestemming van de opdrachtgever. Dit met uitzondering van de door de architect aangeleverde plannen. Deze blijven eigendom van deze laatste.

3 INHOUD Inhoud Gemotiveerd advies Archeologisch potentieel Impactbepaling (zie figuur 4-12 Verslag van resultaten) Volledigheid van het uitgevoerde onderzoek en bepaling van maatregelen... 1

4 1. GEMOTIVEERD ADVIES 1.1. ARCHEOLOGISCH POTENTIEEL Op basis van het bureauonderzoek kan niet aangetoond worden of een archeologische site aanwezig is of niet. De verzamelde gegevens geven echter aan dat er een potentieel is naar archeologie toe. De kans op vindplaatsen vanaf de middeleeuwen is reëel waarbij voornamelijk gegevens met betrekking tot inpoldering, dijkdoorbraken, landbouwindeling, aan het licht kunnen komen. Verder is er ook een potentieel voor begraven vindplaatsen uit oudere periodes IMPACTBEPALING (ZIE FIGUUR 4-12 VERSLAG VAN RESULTATEN) De aanvraag betreft het bouwen van een nieuwe tankenterminal. Ter hoogte van de nieuwe gebouwen zal de bestaande verharding verwijderd worden: - Er zullen 4 nieuwe tankenparken (ca m²) opgericht worden met bijhorende technische lokalen. De tanken zelf zullen op een paalfundering opgericht worden. De diameter van de tanken varieert van ca. 21m tot ca. 50m. De paalfundering wordt tot een diepte van 17m geboord. De palen zullen ca. 2,5 à 3 m van elkaar staan. Tussen de tanken zal 2 m diep gegraven worden. - Er zullen 2 kantoorgebouwen opgericht worden met bijhorende parkings. De fundering van de kantoorgebouwen zal ca. 60 cm diep gaan. Ter hoogte van het serverlokaal gaat men dieper, tot ca. 1,20 m. De fundering van het kantoorgebouw zal uitgevoerd worden met palen tot een diepte van 8 à 16 m (afhankelijk van sonderingen en belasting). - Er zullen 2 truckloadstations opgericht worden met bijhorende infrastructuur. De vloerplaat gaat 60 cm diep. De trucloadstations zijn gefundeerd op palen die gelijkaardig aan de tanken zullen uitgevoerd worden. - Er zal een nieuwe aanmeersteiger voor 4 schepen opgericht worden. - Er zullen laadarmfunderingen en piperacks gebouwd worden. Er komt een nieuwe wegenis met riolering ter hoogte van de voorkade. Het gaat om een zone van 20 m breed die 3 m diep zal uitgegraven worden. - Het brandblusgebouw gaat plaatselijk (ca. 95 m²) tot 7m diep. - Ter hoogte van de utilities gaat men 1m diep. De fundering zal uitgevoerd worden met palen tot een diepte van 8 à 16m (afhankelijk van sonderingen en belasting). - De fundering van de pompplaat zal uitgevoerd worden met palen tot een diepte van 8 à 16m (afhankelijk van sonderingen en belasting) VOLLEDIGHEID VAN HET UITGEVOERDE ONDERZOEK EN BEPALING VAN MAATREGELEN Het bureauonderzoek toont aan dat het projectgebied in de jaren 70 opgehoogd werd met het materiaal uit de toen aangelegde dokken. Het gaat om een pakket van ca. 4 m dat op het 1

5 oorspronkelijke landschap kwam te liggen. Aanvankelijk was er een polderlandschap aanwezig waarbij de kans op goede bewaring van archeologische sites reëel is. Afhankelijk van de ligging in het landschap, overstromingen en dergelijke meer kunnen vondsten uit verschillende periodes aangetroffen worden vanaf de steentijd tot de nieuwste tijd. Naast het culturele aspect is het natuurlijke aspect bij dergelijke landschappen eveneens van groot belang. Op basis van de cartografische gegevens kan men stellen dat vanaf de 18 de eeuw er weinig evolutie gebeurde op het terrein. Naast landbouwgronden waren ook grachten en een weg aanwezig op het terrein. Vanaf het midden van de 19 de eeuw was er ook een gebouw aan de weg gelegen. Ter hoogte van de nieuwe wegenis en vloerplaten gaat men niet dieper dan de gekende ophoging van het terrein. Indien archeologische resten aanwezig zijn zullen deze dan ook niet verstoord worden. Ter hoogte van het brandbluslokaal gaat men lokaal dieper dan de ophoging. Het gaat slechts om een oppervlakte van ca. 95 m² waardoor eventuele kenniswinst zeer beperkt blijft. Ter hoogte van verschillende gebouwen gaat de paalfundering wel dieper dan de gekende ophoging. Bovendien zullen de palen op een afstand van ca. 2,5 à 3 m van elkaar staan waardoor eventuele archeologische resten verstoord zullen worden. Praktisch gezien is archeologisch onderzoek hier echter niet mogelijk. Voor bijkomend archeologisch onderzoek zou men sleuven tot minstens 4 m diep moeten graven. Op basis van de kosten-baten analyse kan dergelijke kost niet verantwoord worden. De palen worden geboord waardoor bijkomend archeologisch onderzoek niet verantwoord kan worden. Er dient dan ook geen bijkomend archeologisch onderzoek te gebeuren. Naar aanleiding van het bureauonderzoek zijn geen verdere maatregelen vereist. Er dient dan ook geen programma van maatregelen opgesteld te worden. 2