C 61/124 NL Publicatieblad van de Europese Unie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "C 61/124 NL Publicatieblad van de Europese Unie"

Transcriptie

1 C 61/124 NL Publicatieblad van de Europese Unie Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten (COM(2002) 149 def. 2002/0072 (COD)) (2003/C 61/21) De Raad heeft op 22 april 2002 besloten overeenkomstig de bepalingen van artikel 137 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel. De afdeling Werkgelegenheid, sociale zaken, burgerschap, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 4 september 2002 goedgekeurd. Rapporteur was mevrouw Le Nouail- Marlière. Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 393e zitting van 18 en 19 september 2002 (vergadering van 19 september) het volgende advies uitgebracht, dat met 83 stemmen voor en 75 tegen, bij 12 onthoudingen werd goedgekeurd. 1. Inleiding 1.1. Sinds begin jaren tachtig is uitzendarbeid een steeds belangrijker plaats gaan innemen op de Europese arbeidsmarkt. Zowel de Raad als het Parlement hebben met het oog op deze ontwikkeling resoluties opgesteld waarin zij aandringen op een communautair kader voor uitzendarbeid, om zo de betrokken werknemers te beschermen ( 1 ). In 1982 legde de Commissie deze twee instellingen een ontwerprichtlijn in die zin voor, die in 1984 nog werd gewijzigd maar nooit werd goedgekeurd In 1990 kwam de Commissie met een basispakket maatregelen om de verschillende contracten voor atypisch werk, nl. deeltijdwerk, opdrachten voor bepaalde duur en uitzendwerk, toch in zekere mate op elkaar af te stemmen ( 2 ) Deze maatregel maakte deel uit van het actieprogramma dat op touw werd gezet naar aanleiding van het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden, waarin vermeld staat dat de nieuwe levens- en arbeidsomstandigheden opwaarts aan elkaar moeten worden aangepast Goedgekeurd werd uiteindelijk alleen het voorstel voor tijdelijke werknemers, dat erop gericht is deze werknemers dezelfde voorwaarden inzake veiligheid en gezondheid op het werk te garanderen als de werknemers van de inlenende onderneming (Richtlijn 91/383/EEG van de Raad van 25 juni 1991) Aangezien binnen de Raad geen vooruitgang werd geboekt met de bovenvermelde initiatieven besloot de Commissie de procedure te starten waarin wordt voorzien in artikel 3 van de overeenkomst betreffende de sociale politiek gehecht aan protocol nr. 14 betreffende de sociale politiek, ( 1 ) PB C 2 van , blz. 1 en PB C 260 van , blz. 54. ( 2 ) Drie voorstellen voor richtlijnen van de Raad inzake atypisch werk, COM(90) 228 def. van , PB C 224 van , blz. 8. gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (nieuwe artikelen 137 en 138 van het EU- Verdrag Sociale dialoog). Daarop slaagden de representatieve organisaties UNICE, CEEP en EVV ( 3 ) erin twee akkoorden te bereiken, te weten over deeltijdarbeid en over contracten voor bepaalde tijd, die resp. ten uitvoer werden gelegd door Richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 en Richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni In deze laatste richtlijn wordt beklemtoond dat discriminatie van werknemers op grond van het soort contract uit den boze is In mei 2000 besloten de sociale partners onderhandelingen te starten over uitzendwerk, het derde onderdeel van het initiatief van de Commissie op het gebied van atypisch werk, flexibele arbeidstijden en de veiligheid van werknemers. Op 21 mei echter werd duidelijk dat er geen akkoord uit de bus zou komen Er bleek onenigheid te bestaan over de vraag of uitzendkrachten op het vlak van arbeidsvoorwaarden en salariëring op voet van gelijkheid moeten worden behandeld met de werknemers in vaste dienst van de inlenende onderneming, dan wel met de uitzendkrachten in dienst van hetzelfde uitzendbureau Tien maanden later oordeelde de Commissie dat het tijd was voor een nieuw initiatief en diende zij onderhavig voorstel in ( 4 ). Verder wil het Comité hier nog verwijzen naar twee rapporten waarin dieper wordt ingegaan op de arbeidsvoorwaarden en de veiligheid en gezondheid op het werk in het geval van uitzendkrachten ( 5 ). ( 3 ) Unie van Industrie- en Werkgeversfederaties der Europese Gemeenschap (UNICE). Europees Centrum van gemeenschapsbedrijven (CEEP). Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV). ( 4 ) Toelichting, hoofdstuk 3, par. 1 B). ( 5 ) Uitzendarbeid in de EU, Donald Storrie, Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (2002); en De nieuwe contractuele verhoudingen en de gevolgen daarvan voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk.

2 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 61/ Eén probleem met uitzendarbeid is en daarvan zijn de sociale partners en de Commissie zich terdege bewust dat de juridische situaties in de verschillende lidstaten uiteenlopen, maar de verscheidenheid op structureel en sociaal vlak is nóg groter. In bepaalde landen, waar de dienstensector een vooraanstaande plaats in het economische bestel inneemt, is het gros van de uitzendkrachten dan ook werkzaam in de dienstensector, hetzij als werknemer, hetzij in een leidinggevende functie. Daarentegen liggen de voorwaarden waaronder uitzendkrachten worden aangeworven heel anders in landen die meer op industrie of landbouw gericht zijn, en waar in de meeste sectoren nog gebruikt wordt gemaakt van oproepkrachten. Hoewel het in al deze gevallen vanzelfsprekend ook om de vervanging van afwezige werknemers (ziekte, moederschap, verlof) gaat, is dat niet langer de meest voorkomende situatie. Sinds eind jaren tachtig worden uitzendkrachten ingezet om uiteenlopende redenen, gaande van de seizoensgebonden behoefte aan arbeidskrachten in de landbouw, de voedingsmiddelenindustrie of de distributiesector, tot de toenemende flexibilisering van de arbeidsvoorwaarden in verschillende branches, en de veralgemening van het fenomeen van just in time -productie. Het Comité houdt in zijn aanbevelingen in het bijzonder rekening met deze uiteenlopende omstandigheden en gaat niet voorbij aan de tijdens de Top van Lissabon geformuleerde doelstelling van volledige werkgelegenheid De grootste uitzendbedrijven op de Europese markt zijn Zwitserse of Amerikaanse holdings, gevolgd door Nederlandse, Britse, Belgische en Franse groepen ( 1 ) Afhankelijk van het land en de bronnen werkt 2 à 10 % van de loontrekkenden en 30 à 50 % van de nieuwkomers op de arbeidsmarkt (jongeren onder de 25) als uitzendkracht. 2. Inhoud van het voorstel voor een richtlijn Preambule en hoofdstukken I, algemene bepalingen, II, arbeidsvoorwaarden, en III, slotbepalingen 2.1. Onder het toepassingsgebied van de ontwerprichtlijn vallen de arbeidsovereenkomst of de arbeidsverhouding tussen enerzijds een uitzendbureau, omschreven als de werkgever, de werknemer, waarbij laatstgenoemde ter beschikking wordt gesteld van een inlenende onderneming om voor en onder toezicht van deze onderneming te werken, en openbare of particuliere ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen. Arbeidsovereenkomsten of arbeidsbetrekkingen die tot stand zijn gekomen in het kader van een specifiek openbaar of door de overheid ondersteund opleidings-, inpassings- of herscholingsprogramma, kunnen van het toepassingsgebied van de richtlijn worden uitgesloten In artikel 2 (hoofdstuk I) wordt de doelstelling van de richtlijn vastgelegd: de kwaliteit van het uitzendwerk verbeteren door de naleving van het niet-discriminatiebeginsel ten ( 1 ) Travail temporaire, diagnostic et prévisions 2002, Institut Xerfi (Frankrijk). aanzien van de uitzendkrachten te verzekeren, en een geschikt kader creëren voor de gebruikmaking van uitzendwerk teneinde bij te dragen tot de goede werking van de arbeidsmarkt. Artikel 3 omvat een aantal definities, terwijl in artikel 4 wordt bepaald dat nationale verbodsbepalingen of beperkingen geregeld opnieuw moeten worden bekeken In artikel 5 (hoofdstuk II) worden het niet-discriminatiebeginsel en het beginsel van gelijke behandeling vastgelegd. Verder behandelt de Commissie in dit artikel vier gevallen waarin van deze beginselen kan worden afgeweken, alsook de tenuitvoerlegging van de bepalingen In artikel 6 wordt bepaald dat uitzendkrachten toegang moeten krijgen tot vaste posten in de inlenende onderneming en dat de uitzendbureaus de werknemers geen honorarium mogen aanrekenen. Voorts wordt vermeld dat uitzendkrachten gebruik moeten kunnen maken van de sociale dienstverlening van de inlenende onderneming en dat de lidstaten of de sociale partners de toegang van uitzendkrachten tot opleidingsmogelijkheden moeten vastleggen Artikel 7 betreft de vertegenwoordiging van de uitzendkrachten in de uitzendbureaus. Zo wordt bepaald dat de uitzendkrachten in de inlenende onderneming worden meegeteld voor de berekening van de drempels. Volgens artikel 8 moeten de werknemersorganisaties van de inlenende onderneming worden ingelicht over het inzetten van uitzendkrachten in hun onderneming In hoofdstuk III, slotbepalingen, worden de minimumvereisten (artikel 9) behandeld. De lidstaten hebben het recht gunstiger bepalingen toe te passen of via collectieve overeenkomsten of akkoorden wijzigingen of verbeteringen in te voeren. Ten slotte moet het algemene beschermingsniveau van de werknemers op de onder deze richtlijn vallende gebieden gehandhaafd blijven De artikelen 10, 11, 12 en 13 bevatten de gebruikelijke slotbepalingen. 3. Algemene opmerkingen 3.1. Op internationaal niveau werd op 19 juni 1997 de conventie over privé-arbeidsbemiddelingsbureaus van de IAO goedgekeurd. Finland, Italië, Nederland, Portugal, Spanje en kandidaat-lidstaat Tsjechië ratificeerden deze conventie, waarmee het verbod op privé-arbeidsbemiddelingsbureaus wordt opgeheven, en die tot doel heeft de werknemers die een beroep doen op de diensten van deze bureaus te beschermen. Voorts vermeldt de conventie welke maatregelen de lidstaten moeten nemen om uitzendkrachten een passende bescherming te garanderen. Het Comité dringt erop aan dat ook de overige lidstaten de conventie ratificeren.

3 C 61/126 NL Publicatieblad van de Europese Unie 3.2. Op Europees niveau zij gewezen op het beginsel van gelijke behandeling van werknemers, en m.n. op de verschillende richtlijnen en besluiten waarin discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, etnische afkomst, verbondenheid met een bepaalde groep, politieke of religieuze overtuiging, handicaps, leeftijd of seksuele geaardheid ( 1 ) wordt verboden. Hieruit blijkt dat de harmonisatie op dit gebied al behoorlijk ver gevorderd is A r t i k e l 1, l i d 2 Het Comité wijst erop dat bepaalde openbare diensten overeenkomstig de nationale wetgeving geen uitzendkrachten mogen aanstellen, en stelt voor onderscheid te maken tussen openbare ondernemingen en openbare diensten, om zo in te spelen op de verschillende nationale situaties Ten slotte herinnert het Comité er nog aan dat overeenkomstig het (herzien) Sociaal Handvest van de Raad van Europa, het Handvest van de grondrechten, de Europese Conventie inzake de bescherming van de rechten van de mens en de door alle lidstaten geratificeerde basisconventies van de IAO ( 2 ), alle werknemers recht hebben op vrijheid van vakvereniging en gelijke behandeling op het werk A r t i k e l 1, l i d 3 Het Comité stelt voor de zinsnede Na raadpleging van de sociale partners te vervangen door Indien er een overeenkomst met de sociale partners bestaat. 4. Algemene bepalingen 4.3. Doel (artikel 2) 4.1. Titel van de richtlijn Om te zorgen dat de vlag de lading dekt, stelt het Comité voor de titel als volgt te wijzigen: conditions de travail et d emploi des travailleurs intérimaires (noot van de vertaler: dit geldt niet voor de Nederlandse versie) Toepassingsgebied Artikel 2, lid 1, is toegespitst op de menselijke kant van de zaak, terwijl lid 2 gericht is op de economische aspecten van de arbeidsmarkt; het Comité kan zich vinden in het beginsel van gelijke behandeling van werknemers onderling het zogenaamde niet-discriminatiebeginsel dat in de preambule en in artikel 5 van het voorstel ter sprake komt. Wel stelt het voor nog een derde doel toe te voegen, nl.: het niveau van de sociale voorschriften en de sociale bescherming op te trekken, teneinde de sociale en economische samenhang te bevorderen A r t i k e l 1, l i d 1 Het Comité beklemtoont dat alleen arbeidsovereenkomsten onder de richtlijn vallen; de commerciële overeenkomst tussen het uitzendbureau en de inlenende onderneming valt buiten het toepassingsgebied. De in deze commerciële overeenkomsten opgenomen bepalingen betreffende de terbeschikkingstelling van de uitzendkrachten mogen evenwel niet indruisen tegen de bepalingen van de richtlijn. Dit dient duidelijk te worden aangegeven, hetzij in de bepalingen betreffende het toepassingsgebied, als uitzondering, hetzij in de slotbepalingen, zodat de lidstaten bij de omzetting niet op juridische incoherenties in hun nationale wetgeving stuiten. ( 1 ) Richtlijn 2000/78/EG van de Raad tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, PB L 303 van , blz Richtlijn 2000/43/EG van de Raad houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming, PB L 180 van , blz Besluit van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie ( ), PB L 303 van , blz ( 2 ) In het bijzonder de conventies C 87, C 98, C 111 en C Definities (artikel 3) v e r g e l i j k b a r e w e r k n e m e r De verwijzing naar anciënniteit lijkt te slaan op anciënniteit in de inlenende onderneming. Om discriminatie te voorkomen dient naast de kwalificaties en vaardigheden van de uitzendkracht rekening te worden gehouden met de totale anciënniteit die hij in zijn beroep heeft opgebouwd. Bij de aanwerving van uitzendkrachten baseren uitzendbureaus zich immers ook op de voorgelegde arbeidsgetuigschriften. Bepaalde lidstaten verwijzen in hun wetgeving of conventies naar de gelijkwaardige kwalificatie, na een proefperiode, van werknemers die hetzelfde werk verrichten. Zij gaan daarmee voorbij aan de anciënniteit van uitzendkrachten in hun beroep of hun arbeidsterrein, wat neerkomt op regelrechte discriminatie van deze krachten op grond van hun statuut. Deze situatie zou kunnen worden rechtgetrokken door de sociale partners en de lidstaten, maar dan moeten zij daar in de richtlijn wél toe worden aangezet.

4 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 61/ E s s e n t i ë l e a r b e i d s v o o r w a a r d e n Het Comité stelt vast dat ook de bezoldiging onder de essentiële arbeidsvoorwaarden valt (artikel 3, sub d, ii). Hoewel de lidstaten volgens artikel 137 van het EG-Verdrag de hoofdverantwoordelijkheid dragen voor de algemene sociale zekerheid en de pensioenrechten, onderstreept het Comité dat ook deze rechten onder de essentiële arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten vallen. Hierbij gaat het niet alleen om het recht op een pensioenuitkering en het opbouwen van pensioenrechten, maar ook om het reconstrueren van de loopbaan die toegang moet verschaffen tot deze rechten ( 1 ). Zoals dat ook het geval was met de richtlijn inzake contracten voor bepaalde duur, moeten de lidstaten ertoe worden aangezet de socialezekerheidsregelingen verder aan te passen aan het fenomeen uitzendarbeid, zodat gelijke behandeling van alle werknemers wordt verzekerd. Het is immers een feit dat de meeste vormen van discriminatie terug te voeren zijn tot deze factoren (drempels en voorwaarden voor de toegang tot werkloosheidsuitkeringen, uitbetaling van sociale uitkeringen) Het herbekijken van verbodsbepalingen of beperkingen (artikel 4) Overeenkomstig artikel 137, lid 6, van het EG- Verdrag, is het onmogelijk de lidstaten via een richtlijn formeel te verbieden om werknemers die betrokken zijn bij een collectief conflict (m.n. stakingen) te vervangen door uitzendkrachten. Het Comité wil er echter wel op wijzen dat bepaalde uitzendbureaus zich er vrijwillig toe verbinden geen uitzendkrachten af te vaardigen om werknemers die betrokken zijn bij een collectieve actie te vervangen ( 2 ), en dat bepaalde lidstaten dit verbod hebben opgenomen in hun nationale wetgeving. Alle uitzendbureaus en inlenende ondernemingen zouden zich aan deze regel moeten houden. In de richtlijn moet dan ook in ieder geval een bepaling worden opgenomen die garandeert dat geen inbreuk wordt gepleegd op het nationale stakingsrecht. Zo zou kunnen worden voorzien in de mogelijkheid dat lidstaten zelf, en/of de sociale partners, afspraken maken op grond waarvan het inzetten van uitzendkrachten bij ondernemingen waar wordt gestaakt niet mogelijk is Het Comité merkt op dat de bepalingen aangaande de bestaande beperkingen die moeten worden herbekeken, erg vaag blijven. Het is van mening dat de richtlijn niet alleen moet voorzien in het opheffen van dergelijke beperkingen, maar dat de lidstaten ook het recht moeten krijgen beperkingen in te stellen als de situatie in bepaalde economische sectoren dat vereist. In het licht van de ontwikkelingen op het vlak van nieuwe technologieën, volksgezondheid en openbare veiligheid ( 3 ) en de huidige kennis op het gebied van biotech- ( 1 ) CES 686/2002 van , Opties voor de hervorming van de pensioenstelsels. ( 2 ) Internationale Vereniging van Uitzendbureaus (CIETT), Gedragscode. ( 3 ) CES 843/2002 van , Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de controle op hoogactieve ingekapselde radioactieve bronnen. CES 1495/2001 van , Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake toegang tot de markt voor havendiensten. nologie, is het niet ondenkbaar dat het nodig zou kunnen zijn om tussen de herzieningen door nieuwe beperkingen in te stellen. Het Comité denkt in dit verband aan de verwerking van ziekenhuisafval en de dreiging van bacteriologische verontreiniging. Voorts wijst het erop dat de bepalingen inzake beperkingen of het opheffen daarvan niet mogen indruisen tegen Richtlijn 91/383/EEG van de Raad ( 4 ), m.n. wat ioniserende straling betreft. 5. Arbeidsvoorwaarden 5.1. Het niet-discriminatiebeginsel (artikel 5) Het Comité staat achter het niet-discriminatiebeginsel, dat strookt met de fundamentele mensenrechten. Om de uitzendkrachten beter te kunnen beschermen is het inderdaad van belang dat dit algemeen beginsel wordt vastgelegd. Het betreurt evenwel dat de in hetzelfde artikel 5 opgenomen uitzonderingsbepalingen het niet-discriminatiebeginsel weer teniet doen Indien een grensarbeider wordt uitgezonden naar een bepaalde lidstaat, terwijl zijn contract onder de wetgeving van een andere lidstaat valt, dan zou de wetgeving van de lidstaat waar de opdracht wordt uitgevoerd van toepassing moeten zijn op de arbeidsvoorwaarden, tenzij deze minder voordelig is dan de desbetreffende wettelijke bepalingen van het land waar het uitzendbureau is gevestigd In het geval van werknemers uit een derde land, die door een onderneming met hoofdkantoor in een bepaalde lidstaat worden uitgezonden om hun diensten te verrichten in een andere lidstaat, is de richtlijn terbeschikkingstelling van toepassing ( 5 ) Het Comité betreurt dat in het bij het voorstel gevoegde effectbeoordelingsformulier niet dieper wordt ingegaan op de gevolgen van grensoverschrijdend uitzendwerk voor de nationale (St-Nazaire, Frankrijk; Berlijn, Duitsland; Triëst, Italië bijv.) of regionale (grensregio s) arbeidsmarkten Het feit dat uitzendkrachten wijdverspreid tewerkgesteld zijn mag er niet toe leiden dat hun vertegenwoordigers in de sociale dialoog totaal los worden gezien van de vertegenwoordigers van de andere werknemers. ( 4 ) Richtlijn 91/383/EEG van de Raad, PB L 206 E van , blz ( 5 ) Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, PB L 18 van

5 C 61/128 NL Publicatieblad van de Europese Unie Het Comité zou graag zien dat duidelijk wordt aangegeven dat de in artikel 5, lid 2, bedoelde uitzondering betreffende uitzendkrachten die door een overeenkomst voor onbepaalde tijd aan het uitzendbureau zijn gebonden, enkel op de bezoldiging slaat, en uitsluitend van toepassing is indien de vergoeding die de werknemers in kwestie tussen de uitvoering van twee opdrachten ontvangen is vastgelegd in een collectieve overeenkomst en/of in de wetgeving Daarnaast dringt het Comité erop aan dat meer garanties worden geboden i.v.m. de toepassing van de gunstigste, bij wet of collectieve overeenkomst vastgestelde nationale gebruiken. In artikel 5, lid 3, wordt immers niet voldoende duidelijk gesteld wat wordt verstaan onder een passend beschermingsniveau. De juiste definitie wordt hiermee in laatste instantie overgelaten aan het Hof van Justitie of het EHRM, wat betekent dat zowel de uitzendkrachten als de werkgevers zich moeten onderwerpen aan procedures die jaren kunnen aanslepen. Het Comité verzoekt de Commissie daarom duidelijk aan te geven hoe deze passage, in het licht van artikel 9 van de richtlijn, dient te worden geïnterpreteerd. Kan bijvoorbeeld het feit dat een aantal minderheidsorganisaties instemmen met wat zij een passend beschermingsniveau achten, een rechtvaardiging vormen voor een verlaging van het algemene beschermingsniveau van de werknemers op de onder deze richtlijn vallende gebieden? Het Comité is geen voorstander van de in artikel 5, lid 4, van de ontwerprichtlijn omschreven uitzondering, waardoor het non-discriminatiebeginsel in feite niet wordt toegepast op een groot aantal uitzendkrachten en een tijdscriterium wordt ingevoerd, dat op zich discriminerend is en in strijd met het non-discriminatiebeginsel Toegang tot vast en goed werk (artikel 6) Het Comité beklemtoont dat het belang van de integratie van uitzendkrachten in het personeelsbestand van de onderneming niet mag worden onderschat, en is ingenomen met de bepalingen van artikel 6, lid 1, waarmee weer een stap wordt gezet in de richting van gelijke kansen voor alle werknemers Ook kan het Comité zich vinden in de bepalingen van lid 2, waarmee obstakels die verhinderen dat de inlenende onderneming de uitzendkracht na afloop van zijn terbeschikkingstelling zou aanwerven, nietig worden verklaard. De Commissie tracht op deze manier te voorkomen dat werknemers afhankelijk blijven van banen die weinig zekerheid bieden ( 1 ) Het Comité is zich ervan bewust dat zowel de inlenende onderneming als het uitzendbureau verantwoordelijk zijn voor de voortdurende (bij)scholing van uitzendkrachten, conform de nationale gebruiken; het is de taak van de lidstaten (verantwoordelijkheid van de overheid) én van de sociale partners (gedeelde verantwoordelijkheid) om verbetering te brengen in deze nationale situaties ( 2 ) Vertegenwoordiging van de uitzendkrachten (artikel 7) Het Comité onderstreept dat de vertegenwoordiging van uitzendkrachten moet worden verzekerd en versterkt, en dat niet mag worden geraakt aan het universele beginsel van de vrijheid van vakvereniging. Het kan zich dan ook vinden in artikel Eenmaal opgenomen in de Gemeenschapswetgeving zouden de in artikel 5, lid 2, (uitzendkrachten die door een overeenkomst voor onbepaalde duur aan het uitzendbureau zijn verbonden en worden vergoed tussen de opdrachten) en artikel 5, lid 4, (opdrachten van ten hoogste zes weken), vermelde uitzonderingen, ertoe kunnen leiden dat de lidstaten hun wetgevingen of door de sociale partners gesloten collectieve overeenkomsten aanpassen, indien zij van mening zijn dat de minder gunstige communautaire bepalingen een passend beschermingsniveau bieden (artikel 5, lid 3). 6. Slotbepalingen 6.1. Minimumvereisten (artikel 9) Het is zaak geen afbreuk te doen aan de bescherming van uitzendkrachten in landen waar zij conform de in de lidstaten geldende sociale voorschriften worden beschermd, en waar ten tijde van de omzetting al evenwichtige en na overleg tot stand gekomen regelingen bestaan Het feit dat uitzendkrachten die door een overeenkomst voor onbepaalde tijd aan het uitzendbureau zijn verbonden, over een eigen statuut of conventie beschikken, mag niet betekenen dat de in de inlenende onderneming geldende gunstiger bepalingen niet op hen van toepassing zouden zijn Uitvoering (artikel 11) Het Comité stelt een nieuw lid 2 voor: De lidstaten gaan pas over tot wettelijke en bestuursrechtelijke stappen om aan de richtlijn te voldoen, nadat zij de sociale partners hebben geraadpleegd De lidstaten moeten naar eigen inzicht kunnen beslissen over de manier waarop zij het niet-discriminatiebeginsel toepassen. Het Comité gaat dan ook akkoord met de bepalingen van artikel 5, lid 6. ( 1 ) Mededeling van de Commissie over de bestrijding van sociale uitsluiting en armoede, COM(2000) 368 def. 2000/0157 COD. ( 2 ) Advies van het Economisch en Sociaal Comité over Een memorandum over levenslang leren, PB C 311 van

6 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 61/ Slotopmerkingen 7.1. Enerzijds vreest het Comité dat de m.n. in artikel 5, lid 4, van het voorstel opgenomen uitzonderingsbepalingen het beginsel van niet-discriminatie van werknemers t.o.v. vergelijkbare werknemers van de inlenende onderneming toch een essentieel principe op de helling zetten. Zo zou het beginsel niet gelden voor uitzendkrachten die een opdracht van minder dan zes weken uitvoeren in de inlenende onderneming. In bepaalde landen zou het beginsel dat werknemers op voet van gelijkheid moeten worden behandeld met de werknemers van de inlenende onderneming dan niet langer van toepassing zijn op uitzendkrachten. Zonder deze bescherming geniet de uitzendkracht evenwel geen enkele juridische zekerheid, en dreigen de overeenkomsten inzake de arbeids- en loonvoorwaarden in de inlenende onderneming te worden uitgehold Anderzijds is duidelijk dat het niet-discriminatiebeginsel, een van de hoekstenen van de Europese Verdragen, overeind moet blijven. Dit moet met het in de richtlijn gehanteerde uitgangspunt een vergelijkbare werknemer van de inlenende onderneming wat de essentiële arbeidsvoorwaarden betreft (...) worden gewaarborgd. Maar gezien de uiteenlopende sociale en juridische situaties in de lidstaten en het specifieke driehoekskarakter van uitzendwerk, zal het beginsel volgens het Comité echter pas correct worden toegepast als de lidstaten de keuze krijgen, zonder bij de vergelijking van hun situaties de regels al te strikt of te afwijkend te interpreteren en met inachtneming van de nationale wetten, overeenkomsten en gebruiken Deze twee aanbevelingen liggen in de lijn van de door de Europese instellingen vooropgestelde doelstelling van vereenvoudiging van de communautaire wetgeving ( 1 ), waarvoor ook het Comité al in drie van zijn adviezen een lans heeft gebroken ( 2 ). ( 1 ) Mededeling van de Commissie Actieplan Vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving, COM(2002) 278 def. ( 2 ) Advies over De vereenvoudiging van de regelgeving voor de interne markt (WIM) PB C 14 van Advies over Vereenvoudiging PB C 48 van Advies over de Mededeling van de Commissie Vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving PB C 125 van Brussel, 19 september De voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité G. FRERICHS

7 C 61/130 NL Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE bij het advies van het Economisch en Sociaal Comité Het volgende wijzigingsvoorstel werd verworpen, maar heeft ten minste een kwart van de stemmen gekregen. (TEGENADVIES) De gehele tekst van het afdelingsadvies te vervangen door: Het Comité onderschrijft het principe van een richtlijn voor uitzendarbeid die tot doel heeft zowel de rechtszekerheid van de uitzendkracht te waarborgen als het arbeidspotentieel van deze sector te ontwikkelen. Het Comité vindt het voorstel van de Commissie echter maar een slecht compromis. Het Comité wil beklemtonen dat het basisbeginsel van niet-discriminatie van de tijdelijke werknemer niet op het spel staat. Maar dit beginsel zal volgens het Comité echter pas correct worden toegepast als de lidstaten de keuze krijgen: óf uitgaan van de situatie van een vergelijkbare werknemer van de inlenende onderneming of van een vergelijkbare werknemer van het uitzendbureau. De regeling die in het voorstel van de Commissie wordt geopperd, komt er in feite op neer dat uitsluitend mag worden uitgegaan van de situatie van een vergelijkbare werknemer van de inlenende onderneming en dat al het overige als afwijking geldt en derhalve aan een strikte interpretatie wordt onderworpen. De oplossing die door het Comité wordt aangedragen, is het gevolg van de uiteenlopende juridische situaties in de lidstaten. Het specifieke karakter van uitzendarbeid ligt in de driehoeksverhouding. In tegenstelling tot contracten voor bepaalde duur, waaraan paritaire verhoudingen ten grondslag liggen, zijn bij uitzendwerk drie partijen betrokken: de uitzendkracht, het uitzendbureau en de inlenende onderneming. Om aan dit specifieke karakter tegemoet te komen hebben de lidstaten verschillende juridische opties uitgewerkt. Volgens het Comité vloeit hieruit voort dat de lidstaten tot op zekere hoogte zelf moeten kunnen bepalen hoe zij het niet-discriminatiebeginsel, dat overigens niet in twijfel wordt getrokken, toepassen. Deze visie van het Comité spoort met het subsidiariteitsbeginsel. Het Comité vreest ten slotte dat dirigistische oplossingen slechts een averechtse uitwerking zullen hebben op de bevordering van de werkgelegenheid, die door de Commissie als argument voor haar voorstel wordt aangevoerd. Het Comité beklemtoont ook dat het voorstel zich dusdanig veel op details concentreert dat extra administratieve rompslomp voor met name kleine en middelgrote bedrijven niet kan uitblijven. Uitslag van de stemming Vóór: 82, tegen: 90, onthoudingen: 6.

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 203 E/1. (Voorbereidende besluiten) COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 203 E/1. (Voorbereidende besluiten) COMMISSIE 27.8.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 203 E/1 II (Voorbereidende besluiten) COMMISSIE Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.11.2002 COM(2002) 701 definitief 2002/0072 (COD) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 327/9

Publicatieblad van de Europese Unie L 327/9 5.12.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 327/9 RICHTLIJN 2008/104/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T. Straatsburg, 19 november 2008 (OR. en) 2002/0072 (COD) LEX 992 SOC 635 CODEC 1420

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T. Straatsburg, 19 november 2008 (OR. en) 2002/0072 (COD) LEX 992 SOC 635 CODEC 1420 EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Straatsburg, 19 november 2008 (OR. en) 2002/0072 (COD) LEX 992 PE-CO S 3705/08 SOC 635 CODEC 1420 RICHTLIJ VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD BETREFFE DE UITZE

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2002/0072(COD) 29.9.2008 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad

Nadere informatie

Richtlijn raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Richtlijn raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Richtlijn raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. 14 mei 2002

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. 14 mei 2002 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 14 mei 2002 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag L 225/16 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 12. 8. 98 RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober A D V I E S Nr. 1.654 ------------------------------ Zitting van vrijdag 10 oktober 2008 ----------------------------------------------- IPA 2007-2008 - Non-discriminatie - Positieve acties x x x 2.278/1-1

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad A D V I E S Nr. 1.342 ------------------------------ Zitting van donderdag 15 maart 2001 Richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en

Nadere informatie

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32.

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32. Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing

Nadere informatie

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen; L 201/88 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 98/50/EG VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 19.5.2016 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Poolse Sejm inzake het voorstel

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen,

Nadere informatie

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004)

Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004) 19-06-1997 Verdrag nr. 181 betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (B.S., 28 oktober 2004) Bekrachtiging, verbindend verklaring: Goedgekeurd bij art. 2 Decr. Vl. Parl. 17 juli 2000 (B.S.,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie 28.10.2008 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/94/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2008 betreffende de bescherming van de werknemers bij insolventie

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 VERSLAG van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad EPSCO Nr. vorig doc.: 9081/08

Nadere informatie

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES

Europees Economisch en Sociaal Comité ADVIES Europees Economisch en Sociaal Comité ECO/360 Belastingheffing - Richtlijn moedermaatschappij / dochteronderneming Brussel, 25 maart 2014 ADVIES van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 november

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 november A D V I E S Nr. 1.528 ----------------------------- Zitting van woensdag 9 november 2005 ----------------------------------------------------- Uitvoering van het Europese vrijwillige kaderakkoord van 16

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2013 COM(2013) 152 final 2013/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie het verdrag

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.7.2001 COM(2001) 411 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende het statuut en de algemene

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.3.2002 COM(2002) 149 definitief 2002/0072 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) 30.8.2011. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 30.8.2011 2010/0383(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken aan de Commissie juridische zaken over het

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli A D V I E S Nr. 1.857 ------------------------------ Zitting van dinsdag 16 juli 2013 ----------------------------------------- Huispersoneel: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 1 juni

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 1 juni A D V I E S Nr. 1.483 ------------------------------- Zitting van dinsdag 1 juni 2004 ----------------------------------------- IAO - Voorlegging, aan het Parlement, van de instrumenten die de Internationale

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 oktober 2005 (25.10) 13693/05 Interinstitutioneel dossier: 1992/0449 (COD) SOC 414 CODEC 938 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2016 COM(2016) 703 final 2016/0346 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in

Nadere informatie

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú

BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú BESCHERMING TEGEN DISCRIMINATIE VOOR Ú De Socialistische Fractie in het Europees Parlement streeft naar de garantie dat iedereen zich volledig aanvaard voelt zoals hij of zij is, zodat we in onze gemeenschappen

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei A D V I E S Nr. 1.612 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- IAO - Voorlegging, aan het Parlement, van een door de Internationale

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april A D V I E S Nr. 1.401 ----------------------------- Zitting van vrijdag 26 april 2002 ----------------------------------------- IAO - 91ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (juni 2003)

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 018 van 21/01/1997 blz

Publicatieblad Nr. L 018 van 21/01/1997 blz Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten Publicatieblad Nr. L 018 van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2014 COM(2014) 176 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S over de toepassing

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Stuk 653 (2000-2001) Nr. 8 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 4 maart 2002 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN Zie :

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 22 november 2001 PE 305.739/1-17 AMENDEMENTEN 1-17 ONTWERPVERSLAG - Piia-Noora Kauppi (PE 305.739) over de mededeling van de Commissie

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.7.2013 COM(2013) 555 final 2013/0269 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Franse Republiek

Nadere informatie

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 november 2007 (03.12) (OR. en) 15757/07 OJ CONS 64 SOC 499 SAN 235 CONSOM 143 VOORLOPIGE AGENDA Vergadering: 2837e ZITTING VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE (WERKGELEGENHEID,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12 SAMENVATTING BESPREKINGEN van: de groep Intellectuele

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) 21. 1. 97 NL [ Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 18/ 1 I (Besluiten waarvan de publikatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 96/71/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.04.1999 COM(1999)203 def. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD betreffende de door de UNICE, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 28.2.2015 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0921/2012, ingediend door Sorin Stelian Torop (Roemeense nationaliteit), namens de

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.533 ----------------------------- Zitting van woensdag 9 november 2005 -----------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.533 ----------------------------- Zitting van woensdag 9 november 2005 ----------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.533 ----------------------------- Zitting van woensdag 9 november 2005 ----------------------------------------------------- IAO-Verdrag nr. 185 betreffende de identiteitsbewijzen van

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD) EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 18.12.2014 2013/0390(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende

Nadere informatie

ING ENVIRONMENTAL APPROACH

ING ENVIRONMENTAL APPROACH ING ENVIRONMENTAL APPROACH Mensenrechten op de werkplek 3 De uitgangspunten 4 Vrijheid van organisatie en het recht op collectieve onderhandeling 5 TABLE OF CONTENTS Dwangarbeid 6 Kinderarbeid 7 Discriminatie

Nadere informatie

Internationaalrechtelijke aspecten personenkring werknemersverzekeringen

Internationaalrechtelijke aspecten personenkring werknemersverzekeringen Internationaalrechtelijke aspecten personenkring werknemersverzekeringen Deze bijlage bevat een korte aanduiding van enkele internationaalrechtelijke regelingen waarin voorschriften zijn opgenomen die

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.05.2005 COM(2005) 190 definitief 2005/0072 (COD) 2005/0073 (COD) 2005/0074 (COD) 2005/0075 (COD) 2005/0076 (COD) 2005/0077 (CNS) 2005/0078 (CNS) 2005/0079

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli A D V I E S Nr. 1.774 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 juli 2011 ---------------------------------------------- Gelegenheidswerk in de landbouwsector en de tuinbouwsector Eenparig

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK Toelichting In het onderstaande zijn de afzonderlijke elementen van het normatieve kader integraal opgenomen en worden ze nader toegelicht en beschreven. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 17.12.2008 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0532/1998, ingediend door Chiara del Rio (Italiaanse nationaliteit), over de niet-erkenning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 661 Uitvoering van de richtlijn 1999/70/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS ------------------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.9.2008 COM(2008) 568 definitief 2004/0209 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.09.2005 COM(2005) 426 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van Verdrag nr.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie begrotingscontrole 2013/2197(DEC) 3.7.2014 ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 6 juli 2009 (OR. en) 11738/09 SOC 424 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI Preambule LEONI legt aan de hand van deze verklaring de principiële sociale rechten en beginselen vast. Deze vormen de basis

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van maandag 19 juli

A D V I E S Nr Zitting van maandag 19 juli A D V I E S Nr. 1.490 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 ----------------------------------------- Gelegenheidsarbeid in land- en tuinbouw - Ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.7.2007 COM(2007) 439 definitief 2007/0152 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 38 QUATER -------------------------------------------------------------------------------- Zitting van woensdag 14 juli 1999 --------------------------------------------

Nadere informatie

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 2013/0119(COD) 17.3.2016 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.11.2013 COM(2013) 770 final 2013/0378 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende aanpassing, met ingang van 1 juli 2013, van het pensioenbijdragepercentage van

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 24 final 2017/0157 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT C /2002. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2001/0006(COD) 27/02/2002

EUROPEES PARLEMENT C /2002. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2001/0006(COD) 27/02/2002 EUROPEES PARLEMENT 1999 Zittingsdocument 2004 C5-00070/2002 2001/0006(COD) NL 27/02/2002 Gemeenschappelijk standpunt vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) 11061/04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE PUBLIC ENV 387 TOUR 14 AGRI 177 MAR 128 IND 91 CODEC 869 NOTA van:

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni A D V I E S Nr. 2.041 ------------------------------ Zitting van woensdag 28 juni 2017 ------------------------------------------------ Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken

Nadere informatie