Uitgavebericht. Uitgave: februari Color Jetprinter

Transcriptie

1 Uitgave: februari 2001 Uitgavebericht De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is. Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma s die worden beschreven kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd. Wanneer in deze publicatie wordt verwezen naar producten, programma s of diensten, betekent dit niet dat deze beschikbaar zijn of zullen komen in alle landen waarin de fabrikant actief is. Een verwijzing naar een product, programma of dienst betekent niet noodzakelijk dat alleen dat product, programma of die dienst kan worden gebruikt. Elk functioneel gelijkwaardig product, programma dat of elke gelijkwaardige dienst die geen inbreuk maakt op een bestaand intellectueel-eigendomsrecht kan worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk voor de evaluatie en controle van de werking in combinatie met andere producten, programma s of diensten, behalve voor die producten, programma s of diensten die uitdrukkelijk worden vermeld door de fabrikant. Lexmark, Lexmark met het diamant-ontwerp en ColorFine zijn alle als handelsmerk van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Color Jetprinter is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. AppleTalk, imac, Mac OS, en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van de desbetreffende eigenaren. Copyright 2001 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden. Color Jetprinter

2 Basis Informatie over het plaatsen van papier en het aanpassen van de printersoftware. Informatie over het afdrukken van brochures, hand-outs en dubbelzijdige documenten. Informatie over het installeren, vervangen en uitlijnen van cartridges. Oplossingen voor afdrukproblemen. Aanwijzingen voor het installeren van de printersoftware, informatie over de netvoedingsadapter en veiligheidsvoorschriften. Snelle toegang tot de gewenste informatie. Homepage Lexmark Z42 Color Jetprinter Lexmark Z43 Color Jetprinter Gebruikershandleiding voor Macintosh Raadpleeg deze handleiding wanneer u vragen hebt over het gebruik van de printer of als er problemen optreden. Tips voor het gebruik van deze handleiding: Gebruik de knoppen aan de linkerzijde van het scherm om door de pagina s van deze handleiding te bladeren. Klik op de blauwe tekst om naar het desbetreffende deel van de handleiding te gaan. Klik op de pijl naar links en naar rechts om door de pagina s te bladeren. Klik op het huispictogram om terug te gaan naar deze pagina. Klik op Uitgavebericht om informatie over de uitgave en handelsmerken weer te geven. U drukt als volgt deze handleiding af: 1 Kies Pagina-instelling in het menu Bestand van Acrobat Reader. 2 Klik op de knop voor de liggende afdrukstand. 3 Klik op OK. 4 Kies Afdrukken in het menu Bestand van Acrobat Reader. 5 Selecteer de gewenste pagina s en klik op Afdrukken.

3 Basis Basis Als u gewone documenten wilt afdrukken, hoeft u slechts drie stappen uit te voeren: Stap 1: Het papier plaatsen Stap 2: De printerinstellingen aanpassen Stap 3: Het document afdrukken 3

4 Basis Basis Stap 1: Het papier plaatsen U kunt maximaal 100 vellen papier (afhankelijk van de dikte) in de printer plaatsen. 1 Plaats het papier tegen de rechterkant van de papierinvoer met de afdrukzijde naar u toe. Opmerking: Oefen niet teveel druk uit op het papier wanneer u het in de printer plaatst. A4- of Letter-papier, bijvoorbeeld, moet boven de papiersteun uitsteken. Papiersteun Papierinvoer 4

5 Basis Basis 2 Druk de ontgrendelingslip en de mediageleider in en schuif de mediageleider tegen de rand van het papier. Papiergeleider Ontgrendelingslip 5

6 Basis Basis Speciaal papier in de printer plaatsen Volg deze richtlijnen bij het plaatsen van speciaal papier: Maximumaantal: Aandachtspunten 10 enveloppen Plaats de afdrukzijde naar u toe. Plaats de enveloppen verticaal tegen de rechterkant van de papierinvoer. De plaats voor de postzegel moet linksboven liggen. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de enveloppen. 6

7 Basis Basis Maximumaantal: 10 wens-, brief-, index- of fotokaarten 25 vellen fotopapier, glossy papier of coated papier Aandachtspunten Plaats de afdrukzijde naar u toe. Plaats de kaarten verticaal tegen de rechterkant van de papierinvoer. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de kaarten. Voer de vellen in met de glanzende of gecoate zijde naar u toe. Schuif de papiergeleider tegen de rand van het fotopapier. Opmerking: Pak elke pagina meteen uit de printer en laat de pagina s drogen voordat u deze op elkaar legt. 7

8 Basis Basis Maximumaantal: 25 opstrijktransfers Aandachtspunten Voer de transfers in met de afdrukzijde naar u toe en voer de instructies uit die bij de opstrijktransfers zijn geleverd. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de opstrijk-transfers. Opmerking: Afhankelijk van de gebruikte toepassing kunnen opstrijk-transfers verschillend worden afgedrukt. Druk daarom het document eerst af op normaal papier. 8

9 Basis Basis Maximumaantal: 100 vellen aangepast papier Aandachtspunten Plaats de afdrukzijde naar u toe. Houd rekening met de volgende minimum- en maximumafmetingen voor het papier: - Breedte: mm: inches: 3,0-8,5 - Hoogte: mm: inches: 5,0-17,0 Schuif de papiergeleider tegen de rand van het papier. 9

10 Basis Basis Maximumaantal: 20 vellen kettingpapier Aandachtspunten Houd het kettingpapier met de afdrukzijde naar u toe vast en leg het papier achter de printer. Pak nu het losse uiteinde van de eerste pagina en plaats dit (bovenlangs de printer) in de papierinvoer. Schuif de papiergeleider tegen de rand van het papier. Opmerking: Selecteer in het dialoogvenster Lexmark Z42-Z43 Pagina-instelling het papierformaat Kettingpapier (A4) of Kettingpapier (Letter). 10

11 Basis Basis Maximumaantal: Aandachtspunten 10 transparanten Plaats de transparanten met de ruwe zijde naar u toe (gladde zijde naar onderen). Als de transparanten verwijderbare strips hebben, zorgt u ervoor dat deze van u af gericht en aan de onderzijde zitten. Schuif de papiergeleider tegen de rand van de transparanten. Opmerking: Verwijder elk vel zodra het uit de printer komt en laat de vellen drogen voordat u deze op elkaar legt. 11

12 Basis Basis Stap 2: De printerinstellingen aanpassen Met de printersoftware die bij de printer is geleverd, kunt u documenten afdrukken van een uitstekende kwaliteit. Het dialoogvenster Pagina-instelling maakt deel uit van het besturingssysteem. U kunt er onder andere het papierformaat, de afdrukstand en watermerken instellen. Klik op Help om de Help bij het printerstuurpro gramma te openen. Kies in dit menu een papierformaat. Kies hier de gewenste afdrukstand. 12

13 Basis Basis Klik op dit menu om afdrukinstellingen te selecteren. Zie de volgende tabel voor een beschrijving van deze instellingen. Het dialoogvenster Afdrukken maakt deel uit van de printersoftware. In dit dialoogvenster beschikt u over de volgende opties: aantal exemplaren, af te drukken pagina s, papierbron, afdrukkwaliteit, brochures, pagina s per vel (hand-outs), omgekeerde afdrukvolgorde, dubbelzijdig afdrukken, kleurenaanpassing, afdrukken in de achtergrond en afdruktijd. Klik op Help om de Help bij het printerstuurprogramma te openen. 13

14 Basis Basis Optie in voorgrondmenu: Algemeen Papiersoort/kwaliteit Lay-out Kleur Afdrukken in achtergrond Gebruik: Het aantal exemplaren en af te drukken pagina s instellen en pagina s laten drogen. Papiersoort en afdrukkwaliteit instellen. Brochures afdrukken, pagina s per vel instellen, afdrukken in omgekeerde volgorde, dubbelzijdig afdrukken en inbinden. ColorSync kleurenaanpassing of Geïntegreerde kleurenaanpassing kiezen. Afdrukken in de voor- of achtergrond of de afdruktijd instellen. 14

15 Basis Basis De pagina-instellingen wijzigen Open het dialoogvenster Pagina-instelling vanuit de toepassing als u het papierformaat, de afdrukstand, de schaal of het watermerk voor het document wilt wijzigen. 1 Open het menu Archief of Bestand van de toepassing. 2 Kies Pagina-instelling. 3 Wijzig de instellingen naar wens. 4 Klik op OK. Afdrukinstellingen wijzigen vanuit een toepassing Open het dialoogvenster Afdrukken als u afdrukinstelllingen wilt wijzigen vanuit een toepassing (zoals een tekstverwerker, spreadsheet of grafische toepassing). 1 Open het menu Archief of Bestand van de toepassing. 2 Kies Afdrukken. 3 Wijzig de instellingen naar wens. 4 Klik op Instellingen opslaan. 15

16 Basis Basis Afdrukinstellingen wijzigen vanaf het bureaublad Open het dialoogvenster Afdrukken als u vanaf het bureaublad afdrukinstellingen wilt wijzigen. 1 Open vanaf het bureaublad het menu Archief. 2 Kies Print. 3 Wijzig de instellingen naar wens. 4 Klik op Instellingen opslaan. 16

17 Basis Basis Afdrukinstellingen wijzigen voor speciaal papier Tijdens de installatie van de printersoftware zijn de opties in de dialoogvensters Pagina-instelling en Afdrukken ingesteld op de standaardwaarden. Deze standaardinstellingen kunnen worden gebruikt voor het afdrukken op de meeste gewone papiersoorten. Als u gaat afdrukken op speciaal papier, is het mogelijk dat u de instellingen moet wijzigen. Speciaal papier: Dialoogven ster: Instellingen: Enveloppen Paginainstelling Kies het juiste envelopformaat in het menu Papierformaat. Wens-, indexof briefkaarten Kettingpapier Paginainstelling Paginainstelling Kies het juiste kaartformaat in het menu Papierformaat. Selecteer Kettingpapier (A4) of Kettingpapier (Letter) in het menu Papierformaat. Aangepast papier Paginainstelling Kies Aangepast papierformaat instellen in het menu Papierformaat en geef de gewenste afmetingen op. 17

18 Basis Basis Speciaal papier: Dialoogven ster: Instellingen: Coated papier Afdrukken Kies de papiersoort Coated in het menu Papiersoort/kwaliteit. Transparanten Afdrukken Kies de papiersoort Transparanten in het menu Papiersoort/kwaliteit en stel de afdrukkwaliteit in op Normaal (600 dpi). Opmerking: Verwijder elk vel zodra het uit de printer komt en laat de vellen drogen voordat u deze op elkaar legt. Opstrijktransfers Afdrukken Kies de papiersoort Opstrijktransfers in het menu Papiersoort/kwaliteit. Opmerking: Afhankelijk van de gebruikte toepassing kunnen opstrijk-transfers verschillend worden afgedrukt. Druk daarom eerst af op normaal papier. 18

19 Basis Basis Speciaal papier: Dialoogven ster: Instellingen: Glossy/ fotopapier Afdrukken Kies de papiersoort Glossy in het menu Papiersoort/kwaliteit en stel de afdrukkwaliteit in op Hoog (1200 dpi) of Maximum (2400 dpi). Kies Geïntegreerde kleurenaanpassing in het menu Kleur. Kies Natuurlijke kleur in het menu Documentkleur. Opmerking: Pak elke pagina meteen uit de printer en laat de pagina s drogen voordat u deze op elkaar legt. De instellingen opslaan U kunt als volgt de instellingen opslaan voor toekomstig gebruik: 1 Open het menu Archief of Bestand. 2 Kies Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend. 3 Wijzig de instellingen naar wens. 4 Klik op Instellingen opslaan. 19

20 Basis Basis De standaardinstellingen herstellen Het is mogelijk de standaardinstellingen van de printersoftware te herstellen. 1 Open het menu Archief of Bestand. 2 Kies Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend. 3 Klik op Standaard. Stap 3: Het document afdrukken 1 Open het menu Archief of Bestand. 2 Kies Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend. 3 Kies Afdrukken. 20

21 Basis De printer beschikt over de volgende geavanceerde : Brochures afdrukken Hand-outs afdrukken Afdrukken in omgekeerde volgorde Dubbelzijdig afdrukken 21

22 Basis Brochures afdrukken Het is mogelijk een document zodanig af te drukken dat u het kunt inbinden om er een brochure van te maken. Stap 1: Het papier plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 4 voor meer informatie over het plaatsen van papier. Stap 2: Het dialoogvenster Afdrukken instellen op brochures 1 Open het dialoogvenster Pagina-instelling. Zie pagina 15 voor meer informatie. 2 Kies het juiste papierformaat. 3 Kies de juiste afdrukstand. 22

23 Basis 4 Open het dialoogvenster Afdrukken. Zie pagina 15 voor meer informatie. Kies Lay-out. Selecteer het aantal vellen per bundel. 5 Kies Lay-out in het menu Algemeen. 23

24 Basis 6 Selecteer het gewenste aantal vellen per bundel in het menu Brochures. Opmerkingen: Een bundel is een aantal vellen papier die samen zijn gevouwen. Zie het volgende gedeelte, Een brochure samenstellen, voor meer informatie. Wanneer u een dikke brochure gaat afdrukken, is het beter een lager aantal vellen per bundel te kiezen, zodat de vellen beter kunnen worden ingebonden. 7 Kies Afdrukken. Wanneer de eerste zijde van de brochure is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen. 24

25 Basis 8 Plaats de stapel papier en de instructiepagina opnieuw in de printer met de bedrukte zijde van u af en de pijl naar beneden. Opmerking: De richting van de pijlen op de pagina met aanwijzingen hoeft niet overeen te komen met de richting van de pijlen in het voorbeeld. Plaats het pak papier en de instructiepagina altijd met de pijlen naar beneden gericht in de printer. 9 Kies Doorgaan. 25

26 Basis Een brochure samenstellen Wanneer het document is afgedrukt, voegt u de bundels samen en bindt u de brochure in. Vijf bundels die gestapeld een brochure vormen. U gaat hierbij als volgt te werk: 1 Neem de eerste bundel uit de papieruitvoer, vouw deze dubbel en leg de bundel opzij. 2 Neem de volgende bundel, vouw deze dubbel en leg de bundel boven op de eerste. 3 Leg de overige bundels gevouwen op de stapel tot de brochure compleet is. 4 Bind de bundels in. 26

27 Basis Hand-outs afdrukken U kunt papier besparen door hand-outs of meerdere paginaafbeeldingen op één vel papier af te drukken. Stap 1: Het papier plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 4 voor meer informatie over het plaatsen van papier. Stap 2: Het dialoogvenster Afdrukken instellen op hand-outs (Pagina s per vel) U kunt hand-outs afdrukken op een of op beide zijden van een vel papier. 1 Open het dialoogvenster Pagina-instelling. Zie pagina 15 voor meer informatie. 2 Kies het juiste papierformaat. 3 Kies de juiste afdrukstand. 4 Open het dialoogvenster Afdrukken. Zie pagina 15 voor meer informatie. 27

28 Basis 5 Kies Lay-out in het menu Algemeen. 6 Kies in het menu Pagina s per vel het aantal pagina-afbeeldingen dat u op één vel papier wilt afdrukken. De afbeelding geeft weer hoe de afgedrukte pagina eruit zal zien. 7 Selecteer Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken rond afzonderlijke pagina s. 8 Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken als u de hand-outs op beide zijden van het papier wilt afdrukken. 9 Selecteer de gewenste inbindrand door op de overeenkomstige afbeelding te klikken. U kunt een inbindrand instellen aan de linker- of bovenzijde van het papier. 10 Kies Afdrukken. Inbindrand aan linkerzijde Als u hebt gekozen voor enkelzijdige hand-outs, bent u nu klaar. Als u de optie Dubbelzijdig afdrukken hebt geselecteerd voor de hand-outs, moet u nu de tweede zijde afdrukken. Inbindrand aan bovenzijde 28

29 Basis 11 Wanneer de eerste zijde van de hand-outs is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen. Plaats de stapel papier en de instructiepagina opnieuw in de printer met de bedrukte zijde van u af en de pijlen naar beneden gericht. Opmerking: De richting van de pijlen op de pagina met aanwijzingen hoeft niet overeen te komen met de richting van de pijlen in het voorbeeld. Plaats het pak papier en de instructiepagina altijd met de pijlen naar beneden gericht in de printer. 12 Kies Doorgaan. 29

30 Basis Afdrukken in omgekeerde volgorde Het is mogelijk de pagina s van een document in de omgekeerde volgorde af te drukken. De laatste pagina wordt dan als eerste afgedrukt en de eerste pagina als laatste. Stap 1: Het papier plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 4 voor meer informatie over het plaatsen van papier. Stap 2: Het dialoogvenster Afdrukken instellen op afdrukken in omgekeerde volgorde 1 Open het dialoogvenster Pagina-instelling. Zie pagina 15 voor meer informatie. 2 Kies het juiste papierformaat. 3 Kies de juiste afdrukstand. 4 Open het dialoogvenster Afdrukken. Zie pagina 15 voor meer informatie. 5 Kies Lay-out in het menu Algemeen. 30

31 Basis 6 Selecteer de optie Omgekeerde volgorde. 7 Kies Afdrukken. Dubbelzijdig afdrukken U kunt met de Lexmark printer afdrukken op beide zijden van een vel papier. Deze functie is bijvoorbeeld handig voor het afdrukken van brochures. Stap 1: Het papier plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 4 voor meer informatie over het plaatsen van papier. Stap 2: Het dialoogvenster Afdrukken instellen op dubbelzijdig afdrukken 1 Open het dialoogvenster Pagina-instelling. Zie pagina 15 voor meer informatie. 2 Kies het juiste papierformaat. 3 Kies de juiste afdrukstand. 31

32 Basis 4 Open het dialoogvenster Afdrukken. Zie pagina 15 voor meer informatie. 5 Kies Lay-out in het menu Algemeen. 6 Selecteer de optie Dubbelzijdig afdrukken. 7 Selecteer de gewenste inbindrand door op de overeenkomstige afbeelding te klikken. U kunt een inbindrand instellen aan de linker- of bovenzijde van het papier. 8 Kies Afdrukken. Inbindrand aan linkerzijde De oneven pagina s worden eerst afgedrukt. Wanneer de oneven pagina s zijn afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen. Inbindrand aan bovenzijde 32

33 Basis 9 Plaats de stapel papier en de instructiepagina opnieuw in de printer met de bedrukte zijde van u af en de pijlen naar beneden. Opmerking: De richting van de pijlen op de pagina met aanwijzingen hoeft niet overeen te komen met de richting van de pijlen in het voorbeeld. Plaats het pak papier en de instructiepagina altijd met de pijlen naar beneden gericht in de printer. 10 Kies Doorgaan. De even pagina s worden op de andere zijde afgedrukt. 33

34 Basis In dit hoofdstuk wordt informatie verstrekt over het installeren, vervangen en onderhouden van inktcartridges. U kunt voor deze taken gebruikmaken van Printerbeheer, een van de toepassingen die bij de printer is geleverd. Printerbeheer Cartridges installeren of vervangen Afdrukkwaliteit verbeteren De cartridges uitlijnen De spuitopeningen reinigen Spuitopeningen en contactpunten handmatig reinigen Inktcartridges beschermen 34

35 Basis Printerbeheer Printerbeheer bestaat uit twee tabbladen: Cartridges en Info. Printerbeheer openen 1 Open het menu Apple. 2 Kies Regelpanelen. 3 Kies Lexmark Z42-Z43 Printerbeheer. 35

36 Basis Klik op de tab Info om het versienummer van de printersoftware en auteursrechtinformatie weer te geven. Klik op Help om de Help bij het printerstuurprogramma te openen. Klik op de tab Cartridges als u onderhoud wilt uitvoeren voor de inktcartridges. 36

37 Basis Cartridges installeren of vervangen 1 Controleer of het aan/uit-lampje brandt. Aan/uit-lampje Papierinvoerlampje 2 Open de voorklep. Als de printer niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie. Voorklep Cartridgehouder in de laadpositie 37

38 Basis 3 Verwijder de oude cartridge. Het dialoogvenster Cartridges instellen wordt geopend. 4 Plaats een andere cartridge in de printer: Waarschuwing: Raak het goudkleurige contactgedeelte van de cartridge niet aan. a Bij een nieuwe cartridge verwijdert u alleen de sticker en doorzichtige tape van de onderkant van de cartridge. b Plaats de nieuwe cartridge in de cartridgehouder. c Duw de cartridge naar achteren tot deze vastklikt. 5 Sluit de voorklep. 6 Gooi de oude cartridge weg of berg deze op. 38

39 Basis 7 Controleer de instellingen in het dialoogvenster Cartridges instellen. a Selecteer de geïnstalleerde cartridge(s). b Geef op of u een nieuwe cartridge of een oude cartridge (een cartridge die eerder is gebruikt) hebt geïnstalleerd. c Klik op OK. 39

40 Basis 8 Als u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd, kiest u Ja om de cartridges uit te lijnen. Voer de aanwijzingen op het scherm uit om de cartridges uit te lijnen. Zie De cartridges uitlijnen voor meer informatie. 9 Klik op Testpagina afdrukken om te controleren of de cartridges goed werken. Klik op Testpagina afdrukken. 40

41 Basis Afdrukkwaliteit verbeteren Als de afdrukkwaliteit niet naar behoren is, kunt u de cartridges uitlijnen of de spuitopeningen reinigen. De cartridges uitlijnen Normaal lijnt u de cartridges alleen uit nadat u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd. U kunt de cartridges echter ook uitlijnen als de volgende situaties zich voordoen: Zwarte gedeelten van een afbeelding of tekst zijn niet uitgelijnd met gekleurde gedeelten. De tekens zijn niet goed uitgelijnd aan de linkermarge. Verticale lijnen worden golvend weergegeven. U lijnt als volgt cartridges uit: 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Open Printerbeheer. Zie pagina 35 voor meer informatie. 41

42 Basis 3 Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Cartridges. Er wordt een testpagina met meerdere categorieën uitlijningspatronen afgedrukt. Hieronder ziet u een voorbeeld van een testpagina. De afgedrukte testpagina bevat verschillende uitlijningspatronen, afhankelijk van de geïnstalleerde combinatie van inktcartridges. Onder elk patroon staat een nummer. In dit voorbeeld benadert groep A 16 het dichtst een rechte lijn. 4 Bepaal bij elke uitlijningscategorie op de testpagina welk uitlijningspatroon het dichtst een rechte lijn benadert. 42

43 Basis 5 Geef in het dialoogvenster Cartridges uitlijnen de nummers op van de patronen die het dichtst rechte lijnen benaderen. 6 Klik op OK nadat u voor alle patronen een nummer hebt geselecteerd. 43

44 Basis De spuitopeningen reinigen Als u de spuitopeningentest uitvoert, wordt inkt door de spuitopeningen geperst waardoor de inktcartridge wordt gereinigd. Er wordt een testregel afgedrukt, zodat u kunt zien of de reinigingsprocedure succes heeft gehad. Voer de spuitopeningentest uit in deze situaties: Tekens worden niet volledig afgedrukt. Er worden witte strepen afgedrukt in afbeeldingen of tekst. De afdruk is te donker of bevat vlekken. De kleuren worden niet goed afgedrukt. U voert als volgt de spuitopeningentest uit: 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Open Printerbeheer. Zie pagina 35 voor meer informatie. 44

45 Basis 3 Klik op Spuitopeningen reinigen op het tabbad Cartridges van Printerbeheer. Er wordt een vel papier ingevoerd en een testpagina afgedrukt die lijkt op de afgebeelde pagina: De inkt wordt door de spuitopeningen gedrukt om deze te reinigen en er worden lijnen afgedrukt in de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart. Als een van deze kleuren ontbreekt op de afgedrukte testpagina, is die kleur inkt misschien op in de cartridge. Onderbroken lijnen aan de bovenzijde van de pagina duiden op verstopte spuitopeningen. Als de lijnen aan de onderzijde van de pagina ononderbroken zijn, zijn de spuitopeningen goed gereinigd. 45

46 Basis 4 Vergelijk de diagonale lijn boven de afgedrukte balken met de diagonale lijn onder de afgedrukte balken. Kijk of de diagonale lijnen ergens zijn onderbroken. Onderbroken lijnen duidt op verstopte spuitopeningen. Als de onderste lijn nog onderbroken is, voert u de test nog twee keer uit. Als de afdrukkwaliteit nu naar wens is, zijn de spuitopeningen goed gereinigd. U hoeft de resterende stappen niet uit te voeren. Als de afdrukkwaliteit van beide groepen lijnen niet naar behoren is, gaat u verder met de volgende stap. 5 Verwijder de inktcartridge en installeer deze opnieuw. 6 Voer de spuitopeningentest nog een keer uit. 7 Als de lijnen nog steeds onderbroken zijn, voert u de stappen uit in het volgende gedeelte, Spuitopeningen en contactpunten handmatig reinigen. 46

47 Basis Waarschuwing: Veeg de spuitopeningen en de contactpunten niet met hetzelfde gedeelte van de doek schoon. Spuitopeningen en contactpunten handmatig reinigen Als de afdrukkwaliteit na het reinigen van de spuitopeningen niet beter is (zie pagina 44), zit er mogelijk opgedroogde inkt op de spuitopeningen of contactpunten. 1 Verwijder de cartridges uit de printer (zie pagina 37). 2 Maak een schone zachte doek vochtig. Reinig de spuitopeningen en contactpunten door er met de doek in één richting over te wrijven. Spuitopeningen Contactpunten a Houd de vochtige doek ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen zodat de inkt oplost. Laat de inkt in de doek trekken en wrijf het oppervlak voorzichtig droog. b Maak een ander, schoon, deel van de doek vochtig en reinig hiermee de contactpunten. Houd de vochtige doek ongeveer drie seconden tegen de contactpunten zodat de inkt oplost. Laat de inkt in de doek trekken en wrijf het oppervlak voorzichtig droog. 47

48 Basis 3 Plaats de cartridges weer in de printer en voer de spuitopeningentest opnieuw uit. Zie pagina 44 voor meer informatie. Indien de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na deze procedure, vervangt u de cartridge. Als de afdrukkwaliteit dan nog steeds niet beter is, heeft de printer mogelijk een onderhoudsbeurt nodig. Inktcartridges beschermen Volg de onderstaande aanwijzingen op voor een optimale levensduur van inktcartridges en voor optimale printerprestaties: Bewaar een cartridge in de verpakking totdat u deze gaat installeren. Verwijder cartridges niet uit de printer, tenzij u ze wilt vervangen, reinigen of opbergen in een luchtdichte opslageenheid. Als een cartridge lange tijd onbeschermd buiten de printer wordt bewaard, resulteert dit in verminderde afdrukkwaliteit. Laat lege inktcartridges in de printer zitten tot u de cartridges vervangt. Als u afdrukt terwijl er slechts één inktcartridge is geïnstalleerd, kunnen er printerproblemen optreden. 48

49 Basis De garantievoorwaarden van Lexmark zijn niet van toepassing op reparaties als gevolg van storingen en schade veroorzaakt door opnieuw gevulde cartridges. Lexmark raadt het gebruik van opnieuw gevulde cartridges af. Dergelijke cartridges verminderen de afdrukkwaliteit en kunnen schade aan de printer toebrengen. Gebruik voor de beste resultaten alleen Lexmark toebehoren. 49

50 Basis In dit gedeelte worden oplossingen aangedragen voor afdrukproblemen. Bekijk de onderstaande lijst en bepaal in welke categorie het afdrukprobleem het beste kan worden ingedeeld. Raadpleeg vervolgens dit gedeelte om het probleem op te lossen. Algemene afdrukproblemen De printer drukt langzaam of niet af Het papier wordt verkeerd ingevoerd of loopt vast Het document wordt verkeerd of met een lage kwaliteit afgedrukt Problemen met transparanten, foto s of enveloppen Foutberichten en knipperende lampjes Macintosh-computer loopt vast tijdens het afdrukken 50

51 Basis Algemene afdrukproblemen Controleer eerst de volgende punten als er afdrukproblemen optreden: Is de voedingskabel aangesloten op de printer en zit de stekker in het stopcontact? Staat de printer aan? Is de printer ingesteld als standaardprinter? U controleert als volgt de printerstatus: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram van de Lexmark Z42-Z43 printer. 2 Open het menu Print in de menubalk. 3 Controleer of de optie Stel standaardprinter in is ingeschakeld. 51

52 Basis De printer drukt langzaam of niet af Als de printer niet afdrukt, is het mogelijk dat er een communicatieprobleem bestaat tussen de printer en de computer. De volgende situaties duiden ook op problemen met de bidirectionele communicatie: Er verschijnt een bericht op het scherm dat er een fout is opgetreden tijdens het afdrukken en dat u moet proberen het document opnieuw af te drukken. De inktvoorraadindicators zijn grijs weergegeven op het tabblad Cartridges van Printerbeheer. Er worden geen foutberichten (zoals Papier is op ) en statusgegevens van de afdruktaak op het scherm weergegeven. Controleer voordat u verder gaat de volgende punten: Is de USB-kabel goed aangesloten op de printer en de computer? Zit de stekker van de printer in het stopcontact en staat de printer aan? Is de printer aangesloten op de computer via een hub of eventuele andere randapparatuur, zoals een scanner of faxapparaat? Sluit in dat geval de printer rechtstreeks aan op de computer. 52

53 Basis De printer staat aan, maar er wordt niet afgedrukt Controleer de volgende punten: Staat de printer aan? Is de USB-kabel goed op de printer aangesloten? Is de printer ingesteld als standaardprinter? U controleert als volgt de printerstatus: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram van de Lexmark Z42-Z43 printer. 2 Open het menu Print in de menubalk. 3 Controleer of de optie Stel standaardprinter in is ingeschakeld. Is het papier goed geplaatst? Is de afdruktaak niet onderbroken? U controleert als volgt de status van de afdruktaak: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram van de Lexmark Z42-Z43 printer. 2 Zorg dat de wachtstandknop niet is ingedrukt. 53

54 Basis Is de afdrukwachtrij niet onderbroken? U controleert als volgt de status van de afdrukwachtrij: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram van de Lexmark Z42-Z43 printer. 2 Open het menu Print in de menubalk. 3 Kies Start afdrukwachtrij. Druk een testpagina af. Wanneer de testpagina wordt afgedrukt, werkt de printer goed. Controleer uw programma. Testpagina wordt niet afgedrukt Controleer of de cartridges juist zijn geïnstalleerd. Zie pagina 37 voor meer informatie. De printer lijkt af te drukken, maar de pagina is leeg Zijn de sticker en doorzichtige tape verwijderd van de onderzijde van de cartridges? Zie pagina 37 voor meer informatie. 54

55 Basis De printer drukt erg langzaam af Sluit alle toepassingen die niet worden gebruikt. Verlaag de afdrukkwaliteit. Bekijk het document dat u afdrukt. Het afdrukken van foto s en afbeeldingen duurt langer dan het afdrukken van gewone tekst. Controleer het beschikbare geheugen van de computer. Plaats eventueel extra geheugen in de computer of verhoog de instelling van het virtuele geheugen. Druk het document af in de voorgrond in plaats van in de achtergrond. Verwijder eventuele hubs en andere randapparatuur (zoals een scanner of faxapparaat) en sluit de printer rechtstreeks aan op de computer. 55

56 Basis Het papier wordt verkeerd ingevoerd of loopt vast Het papier wordt verkeerd of met meerdere vellen tegelijk ingevoerd Controleer de volgende punten: Staat de printer op een vlak horizontaal oppervlak? Is het papier geschikt voor inkjetprinters? Hebt u het papier niet te hard in de printer geduwd tijdens het plaatsen? A4- of Letter-papier, bijvoorbeeld, moet boven de papiersteun uitsteken. Bevat de papierinvoer niet te veel papier? Afhankelijk van de dikte van het papier, kunt u maximaal 100 vellen papier in de papierinvoer van de printer plaatsen. Is de papiergeleider tegen de linkerrand van het papier geschoven en is het papier niet gebogen doordat de papiergeleider te veel druk uitoefent? 56

57 Basis Enveloppen of vellen speciaal papier worden niet ingevoerd in de printer Controleer of normaal papier wel goed wordt ingevoerd. Zie pagina 4 voor meer informatie over het plaatsen van papier. Als normaal papier zonder problemen wordt ingevoerd, plaatst u de enveloppen verticaal tegen de rechterzijde van de papierinvoer. Zorg ervoor dat de papiergeleider tegen de rand van het papier is geschoven. Controleer of de envelopsoort of de speciale papiersoort is geselecteerd in het dialoogvenster Pagina-instelling of Afdrukken. Controleer of het papier- of envelopformaat wordt ondersteund door de printer. Het is mogelijk dat de toepassing het afdrukken op enveloppen niet ondersteund. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de toepassing. 57

58 Basis Er is papier vastgelopen Ga als volgt te werk als het papier te ver in de printer zit en niet kan worden verwijderd: 1 Druk op de aan/uit-knop om de printer uit te schakelen. 2 Druk op de aan/uit-knop om de printer weer in te schakelen. 3 Als er geen pagina uit de printer komt, zet u de printer uit. 4 Trek stevig aan het papier om het te verwijderen. Als u het papier niet kunt bereiken omdat het zich te diep in de printer bevindt, opent u de voorklep van de printer en trekt u het papier er voorzichtig uit. 5 Sluit de voorklep. 6 Druk op de aan/uit-knop om de printer weer in te schakelen. 7 Druk het document opnieuw af. 58

59 Basis Het document wordt verkeerd of met een lage kwaliteit afgedrukt De afdruk is te donker of bevat vlekken Controleer of het papier recht is ingevoerd en niet is gekreukeld. Laat de inkt drogen voor u het papier aanraakt. Controleer of de instelling voor papiersoort en -formaat in de printersoftware overeenkomt met het papier in de printer. Stel de afdrukkwaliteit in op Snel afdrukken. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 44 voor meer informatie. Verticale rechte lijnen zijn rafelig U verhoogt als volgt de afdrukkwaliteit van verticale rechte lijnen in tabellen, randen en grafieken: Selecteer een hogere afdrukkwaliteit. Lijn de cartridges uit. Zie pagina 41 voor meer informatie. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 44 voor meer informatie. 59

60 Basis Er zitten vlekken op de pagina De inkt kan gaan vlekken door de volgende pagina die uit de printer komt. Verwijder elke pagina zodra deze uit de printer komt en laat de pagina s drogen voordat u deze op elkaar legt. Het is mogelijk dat de spuitopeningen moeten worden gereinigd. Zie pagina 44 voor meer informatie. De afdrukken bevatten afwisselende lichte en donkere stroken Stel de afdrukkwaliteit Hoog (1200 dpi) of Maximum (2400 dpi) in. Druk het document af in de voorgrond in plaats van in de achtergrond. Misschien is er een probleem met de bidirectionele communicatie. Zie pagina 52 voor meer informatie. 60

61 Basis De afdrukkwaliteit is slecht aan de linker-, rechter, boven-, of onderzijde van de pagina Net als met andere printers, is het met deze Lexmark printer niet mogelijk af te drukken tot op de rand van het papier. Stel minimaal deze marges in voor papier: Linker- en rechtermarge: 6,35 mm voor alle papierformaten behalve A4. 3,37 mm voor A4-papier. Boven- en ondermarge: Boven: 1,7 mm. Onder: 16,51 mm voor de meeste afdruktaken Onder: 19 mm voor de beste afdrukkwaliteit voor kleurenafdrukken 61

62 Basis Tekens op de afdrukken zijn niet goed afgedrukt of niet uitgelijnd Annuleer alle afdruktaken en druk het document opnieuw af. Lijn de cartridges uit. Zie pagina 41 voor meer informatie. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 44 voor meer informatie. De kleuren op de afdruk verschillen van kleuren op het scherm Selecteer bij ColorSync kleurenaanpassing het gewenste profiel en de gewenste renderingmethode. 1 Kies Afdrukken of Print in het menu Bestand of Archief. 2 Kies Kleur in het menu Algemeen. 3 Kies ColorSync kleurenaanpassing. 4 Kies het gewenste printerprofiel. 5 Kies de gewenste renderingmethode. Selecteer bij Geïntegreerde kleurenaanpassing de optie Natuurlijke kleur voor de documentkleur: 1 Kies Afdrukken of Print in het menu Bestand of Archief. 2 Kies Kleur in het menu Algemeen. 3 Selecteer Geïntegreerde kleurenaanpassing. 4 Selecteer Natuurlijke kleur bij Documentkleur. 62

63 Basis Het is mogelijk dat er een cartridge (bijna) leeg is. Zie pagina 37 voor meer informatie over het vervangen van een cartridge. Kijk of het afdrukresultaat beter is als u een ander merk papier gebruikt. Elk papiersoort neemt inkt anders op, waardoor er ook kleurverschillen kunnen optreden. Verwijder eventuele randapparatuur en sluit de printer rechtstreeks aan op de computer. De kleuren op de afdrukken zijn bleek Volg de stappen in het gedeelte De kleuren op de afdruk verschillen van kleuren op het scherm. Als de kleuren nog steeds bleek zijn, moet u de spuitopeningen reinigen. Zie pagina 44 voor meer informatie. 63

64 Basis Er ontbreken tekens op de afdruk of de afdruk bevat vreemde tekens Is de printer ingesteld als standaardprinter? U controleert als volgt de printerstatus: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram van de Lexmark Z42-Z43 printer. 2 Open het menu Print in de menubalk. 3 Controleer of de optie Stel standaardprinter in is ingeschakeld. Misschien is er een probleem met de bidirectionele communicatie. Zie pagina 52 voor meer informatie. 64

65 Basis Problemen met transparanten, foto s of enveloppen Enveloppen of vellen speciaal papier worden niet ingevoerd in de printer Zie pagina 57 voor meer informatie. Vellen glossy fotopapier of transparanten plakken aan elkaar Gebruik transparanten of fotopapier die zijn ontworpen voor inkjetprinters. Verwijder elke pagina zodra deze uit de printer komt en laat de pagina s drogen voordat u deze op elkaar legt. Transparanten of foto s bevatten witte lijnen Selecteer een hogere afdrukkwaliteit. Het is mogelijk dat de spuitopeningen moeten worden gereinigd. Zie pagina 44 voor meer informatie. 65

66 Basis Foutberichten en knipperende lampjes Bericht Papier is vastgelopen Zie pagina 58 voor meer informatie. Aan/uitlampje Papierinvoerlampje Bericht Cartridge is bijna leeg Een van de cartridges in de printer is bijna leeg. Installeer een nieuwe cartridge. Het aan/uit-lampje brandt en het papierinvoerlampje knippert Als het papier op is: 1 Plaats papier in de invoerlade. 2 Druk op de papierinvoerknop. Zie pagina 58 als het papier is vastgelopen: Het aan/uit-lampje knippert twee keer De cartridgehouder is vastgelopen. Kijk of er een foutbericht op het scherm is weergegeven. 1 Schakel de printer uit. 2 Schakel de printer na een aantal seconden weer in. 66

67 Basis Macintosh-computer loopt vast tijdens het afdrukken Als de computer vastloopt tijdens het afdrukken, moet u wellicht de printer en computer uitzetten en weer aanzetten. Wanneer u de computer en printer weer aanzet, is het mogelijk dat wordt doorgegaan met de taak die aanwezig was in de afdrukwachtrij op het moment dat de computer vastliep. Dit kan er toe leiden dat de computer opnieuw vastloopt. U kunt als volgt dit probleem oplossen: 1 Zet de printer en de computer uit. 2 Houd de toets Shift ingedrukt en zet de computer aan. 3 Houd de toets Shift ingedrukt tot het Mac OS-venster verschijnt en het bericht wordt weergegeven dat de extensies zijn uitgeschakeld 4 Laat de toets Shift los. 5 Zoek op het bureaublad naar het pictogram van de Lexmark Z42- Z43 printer. Er staat een kruis (X) door de uitgeschakelde printerspooler. 6 Dubbelklik op het pictogram. Er wordt een map met de naam Lexmark Z42-Z43 geopend. 7 Sleep de afdruktaken naar de prullenmand. 8 Start de computer opnieuw op om de extensies in te schakelen. 67

68 Basis In dit gedeelte vindt u de volgende informatie: Netvoedingsadapter Veiligheidsvoorschriften Netvoedingsadapter Als de netvoedingsadapter defect raakt, vervangt u deze door het betreffende Lexmark onderdeel of een andere voedingsadapter van de UL-lijst gemarkeerd als Class 2 met de specificaties 30 V gelijkstroom bij 500 ma. Veiligheidsvoorschriften Als het product NIET is gemarkeerd met dit symbool, MOET het worden aangesloten op een geaard stopcontact. Het netsnoer moet worden aangesloten op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de bij het product geleverde instructies worden beschreven. Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd om te voldoen aan strenge internationale veiligheidsvoorschriften. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn wellicht niet altijd duidelijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere vervangende onderdelen. 68

69 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A aan/uit-lampje 66 aangepast papier laden 9 afdrukinstellingen inleiding 13 afdrukinstellingen kiezen beide zijden van het papier 31 brochures 22 dubbelzijdig afdrukken 31 hand-outs 27 omgekeerde volgorde 30 pagina s per vel 27 afdrukken brochures 22 documenten 20 enveloppen 17 hand-outs 27 Macintosh-computer loopt vast 67 omgekeerde volgorde 30 op beide zijden van het papier 31 pagina s per vel 27 speciaal papier 17 vanuit een toepassing 20 afdrukken in achtergrond, opties 14 afdrukken op beide zijden 31 afdrukken op beide zijden van het papier papier plaatsen 31 afdrukken verloopt niet constant 60 afdrukkwaliteit problemen oplossen 59 verbeteren 41 afdrukkwaliteit verbeteren 41 afdrukopties instellen 12 afdrukproblemen foutberichten 66 slechte kwaliteit 59 speciaal papier 65 Algemeen, optie 14 algemene afdrukproblemen 51 B beide zijden van het papier afdrukinstellingen kiezen 31 afdrukken 31 papier plaatsen 31 berichten Cartridge is bijna leeg 66 Papier is vastgelopen 66 bidirectionele communicatie problemen aanwijzingen 52 bleke kleuren 63 briefkaarten laden 7 69

70 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z brochures afdrukinstellingen kiezen 22 afdrukken 22 papier plaatsen 22 samenstellen 26 C Cartridge is bijna leeg, bericht 66 cartridges beschermen 48 installeren 37 uitlijnen 41 vervangen 37 verwijderen 38 coated papier laden 7 ColorSync kleurenaanpassing 62 communicatie, bidirectioneel problemen aanwijzingen 52 contactpunten, inktcartridge handmatig reinigen 47 D donkere of vlekkerige afdruk 59 dubbelzijdig afdrukken 31 papier plaatsen 31 E enveloppen laden 6 F folie laden 11 fotopapier laden 7 foutberichten Cartridge is bijna leeg 66 Papier is vastgelopen 66 G Geïntegreerde kleurenaanpassing 62 glossy papier 19 laden 7 H hand-outs afdrukinstellingen kiezen 27 afdrukken 27 papier plaatsen 27 70

71 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z I indexkaarten laden 7 inktcartridge, contactpunten handmatig reinigen 47 inktcartridges beschermen 48 installeren 37 uitlijnen 41 vervangen 37 verwijderen 38 inktcartridges beschermen 48 inktcartridges uitlijnen 41 inktopeningen handmatig reinigen 47 reinigen 44 installeren, cartridges 37 instellingen aanbevolen 17 dubbelzijdig afdrukken 31 instellingen opslaan 19 K kaarten laden 7 kennisgevingen veiligheidsvoorschriften 68 kettingpapier laden 10 kleur, opties 14 kleuren ontbreken 63 knipperende lampjes aan/uit (stroom) 66 papierinvoer 66 L laden aangepast papier 9 briefkaarten 7 coated papier 7 enveloppen 6 folie 11 fotopapier 7 glossy papier 7 71 indexkaarten 7 kaarten 7 kettingpapier 10 opstrijk-transfers 8 papier 4 speciaal papier 6 transparanten 11 wenskaarten 7 lampjes knipperen 66 patronen 66 plaats 66 Lay-out 14 M Macintosh-computer loopt vast 67 marges minimuminstellingen 61 menu s afdrukken in achtergrond, opties 14 Algemeen, optie 14

72 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z kleur, opties 14 Lay-out, optie 14 Papiersoort/kwaliteit, optie 14 N netvoedingsadapter 68 O omgekeerde afdrukvolgorde 30 papier plaatsen 30 omgekeerde volgorde afdrukken 30 papier plaatsen 30 ontbrekende tekens 64 ontgrendelingslip gebruiken 5 plaats 5 onverwachte tekens 64 opstrijk-transfers laden 8 P pagina s per vel afdrukinstellingen kiezen 27 afdrukken 27 papier plaatsen 27 Pagina-instelling 12 pagina-instellingen, wijzigen 15 papier laden 4 speciaal papier 17 verkeerd ingevoerd 56 papiergeleider gebruiken 5 plaats 5 papierinvoer 66 gebruiken 4 plaats 4 papierinvoerlampje, plaats 37 Papiersoort/kwaliteit 14 Printerbeheer gebruiken 35 openen 35 tabbladen 36 printersoftware inleiding 12 problemen oplossen afdrukken op speciaal papier 65 foutberichten 66 knipperende lampjes 66 slechte afdrukkwaliteit 59 S samenstellen, brochure 26 Snel afdrukken 59 software toepassingen Printerbeheer 35 speciaal papier afdrukken 17 instellingen 17 laden 6 spuitopeningen 72

73 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z handmatig reinigen 47 reinigen 44 spuitopeningentest 44 standaardinstellingen 17 standaardinstellingen herstellen 20 stroken 60 T tekens niet goed afgedrukt 62 testpagina afdrukken 40 reinigen, spuitopeningen 45 uitlijning 42 wordt niet afgedrukt 52, 54 transparanten laden 11 V veiligheidsvoorschriften 68 vervangen, inktcartridges 37 W wenskaarten laden 7 wijzigen, pagina-instellingen 15 73