Uitgavebericht. Uitgave: april 2000

Transcriptie

1 Uitgavebericht Uitgave: april 2000 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet toegestaan; het is mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is. Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten bevatten. De informatie in deze publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De producten of programma's die worden beschreven kunnen te allen tijde worden verbeterd of gewijzigd. Verwijzingen in deze publicatie naar producten, programma's of diensten houden niet in dat de fabrikant deze producten op de markt wil brengen in alle landen waar de fabrikant actief is. Een verwijzing naar een product, programma of dienst betekent niet dat alleen dat product, dat programma of die dienst kan worden gebruikt. Ieder functioneel gelijkwaardig product, programma of dienst dat of die geen inbreuk maakt op een bestaand intellectueel-eigendomsrecht kan in plaats daarvan worden gebruikt. De gebruiker is verantwoordelijk voor de evaluatie en controle van de werking in combinatie met andere producten, programma's of diensten, behalve die welke uitdrukkelijk zijn aangegeven door de fabrikant. ColorFine, Lexmark en Lexmark met het diamant-ontwerp zijn alle als handelsmerk van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. Color Jetprinter is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun desbetreffende eigenaren. Copyright 2000 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.

2 Homepage Lexmark Z22/Z32 Color Jetprinter Gebruikershandleiding voor Windows NT 4.0 en Windows 2000 Gebruik deze handleiding wanneer u vragen hebt over de printer of als er problemen optreden. Tips voor het gebruik van deze handleiding: Gebruik de knoppen aan de linkerkant van het scherm om door de pagina s van deze handleiding te bladeren. Klik op de blauwe tekst om snel naar een ander gedeelte van de handleiding te gaan. Klik op de pijl naar links of naar rechts om een pagina terug of vooruit te gaan. Als u terug wilt naar deze homepage (startpagina), klikt u op het huisje. Klik op Uitgavebericht voor informatie over de uitgave en handelsmerken. U drukt als volgt deze handleiding af: 1 Kies Afdrukken in het menu Bestand van Acrobat Reader. 2 Klik op Printerinstelling en zorg dat de optie Liggend is ingeschakeld. 3 Selecteer de pagina s die u wilt afdrukken en klik op OK. Informatie over het plaatsen van papier en het aanpassen software. Informatie over het installeren, vervangen en uitlijnen van inktcartridges. Informatie over het van afdrukproblemen. Kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften. Snelle toegang tot de benodigde informatie. Klik op een ingang in het register om de bijbehorende pagina te openen.

3 In deze handleiding wordt beschreven hoe u de printer gebruikt in combinatie met Windows NT 4.0 en Windows Raadpleeg de gedrukte gebruikershandleiding bij de printer voor informatie over het gebruik in combinatie met Windows 95, Windows 98, Mac OS 8.6 of Mac OS 9. Het uitvoeren van standaardafdruktaken is bijzonder eenvoudig: Stap 1: Het papier plaatsen Stap 2: De printersoftware aanpassen Stap 3: Het document afdrukken 3

4 Stap 1: Het papier plaatsen U kunt maximaal 100 vellen papier (afhankelijk van de dikte) in de printer plaatsen. 1 Plaats het papier tegen de rechterzijde van de papierinvoer, met de afdrukzijde naar u toe. Markeringen voor papieruitlijning Papierinvoer 4

5 2 Druk de ontgrendelingsknop en de papiergeleider samen in en schuif de papiergeleider tot tegen de rand van het papier. Papiergeleider Ontgrendelin 5

6 Speciaal papier plaatsen Volg bij het plaatsen van speciaal papier deze richtlijnen: Maximumaantal: Aandachtspunten: 10 enveloppen Plaats de afdrukzijde naar u toe. De plaats voor de postzegel bevindt zich linksboven. Plaats de enveloppen verticaal tegen de rechterzijde van de papierinvoer. De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de enveloppen. 6

7 Maximumaantal: 10 wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of fotokaarten Aandachtspunten: Plaats de afdrukzijde naar u toe. Plaats de kaarten verticaal tegen de rechterzijde van de papierinvoer. 25 vellen fotopapier, glossy papier of coated papier De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de kaarten. Plaats de glanzende zijde of de zijde met de coating naar u toe. De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het fotopapier. 25 opstrijk-transfers Volg de instructies op de verpakking voor het plaatsen van de opstrijk-transfers. De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de opstrijk-transfers. 7

8 Maximumaantal: 100 vellen papier van aangepast formaat Aandachtspunten: Het papierformaat voldoet aan de volgende afmetingen: - Breedte: 76 mm tot 216 mm 3,0 inch tot 8,5 inch - Lengte: 127 mm tot 432 mm 5,0 inch tot 17,0 inch De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier. 8

9 Maximumaantal: 20 vellen kettingpapier Aandachtspunten: Plaats het kettingpapier aan de achterzijde van de printer. Haal vervolgens de losse rand van de eerste pagina over de printer heen en plaats de pagina in de papierinvoer. De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier. Opmerking: Controleer of u in het printerstuurprogramma het papierformaat Banner (Kettingpapier) of Banner A4 hebt geselecteerd. 9

10 Maximumaantal: Aandachtspunten: 10 transparanten Plaats de ruwe zijde van de transparanten naar u toe (gladde zijde onder). Stap 2: De printersoftware aanpassen De papiergeleider bevindt zich tegen de rand van de transparanten. De printersoftware bestaat uit verschillende toepassingen waarmee u eenvoudig afdruktaken kunt uitvoeren. Een van deze toepassingen is het printerstuurprogramma. De naam van dit stuurprogramma is afhankelijk van het besturingssysteem: Windows NT 4.0, heet het stuurprogramma Standinstellingen voor document. Windows 2000, heet het stuurprogramma Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het printerstuurprogramma bevat twee tabbladen: Page Setup (Pagina) en Features (Functies). Elk tabblad bevat instellingen voor het besturen en de bijbehorende software. 10

11 Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing Als u het printerstuurprogramma opent vanuit een toepassing, kunt u de printerinstellingen ALLEEN voor het huidige document wijzigen. 1 Open het menu Bestand van de toepassing. 2 Kies Afdrukken of Printerinstelling. 3 Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van de toepassing). 4 Wijzig de instellingen naar wens. Het printerstuurprogramma openen vanuit Windows Als u het printerstuurprogramma opent vanuit Windows, worden de gewijzigde instellingen op alle documenten toegepast, tenzij u de instellingen vanuit de toepassing wijzigt. 1 Kies Instellingen en vervolgens Printers in het menu Start. 2 Klik in de map Printers met de rechtermuisknop op het pictogram. 3 Kies Standinstellingen voor document in het snelmenu. 4 Wijzig de instellingen naar wens. 11

12 Klik op de... tab Page Setup voor het volgende: Een papierformaat, papiersoort en afdrukstand selecteren. Een instelling voor afdrukkwaliteit selecteren. Het aantal exemplaren en de afdrukvolgorde instellen. De huidige printerinstellingen weergeven. tab Features voor het volgende: Bepalen of documenten worden afgedrukt in zwart-wit of kleur. van de cartridges uitvoeren. Standaardinstellingen opgeven. De huidige printerinstellingen weergeven. 12

13 Instellingen selecteren voor speciaal papier Tijdens de installatie software is het stuurprogramma ingesteld op de standaardwaarden. Gewoonlijk kunt u deze standaardwaarden gebruiken voor de documenten die u afdrukt op normaal papier. Gebruik de volgende tabel als u de instellingen voor speciaal papier wilt wijzigen. Speciaal papier: Enveloppen Wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of fotokaarten Instellingen op het tabblad Page Setup: Selecteer het juiste envelopformaat in de lijst met papierformaten. Opmerking: In veel toepassingen worden de envelopinstellingen in de printersoftware genegeerd. Zorg dat u in de toepassing de liggende afdrukstand hebt geselecteerd. Selecteer de optie Greeting Card Stock (Wenskaarten) in de keuzelijst Media Type (Materiaalsoort). Selecteer de juiste instelling bij Paper Size (Papierformaat). 13

14 Speciaal papier: Fotopapier, glossy papier of coated papier Instellingen op het tabblad Page Setup: Selecteer de optie Glossy/Photo Paper (Glossy/fotopapier) in de keuzelijst Media Type. Selecteer de juiste instelling bij Paper Size (Papierformaat). Opmerkingen: Als u twee cartridges gebruikt, kunt afdrukken van fotokwaliteit maken wanneer u afdrukt met een combinatie van een zwarte cartridge en een kleurencartridge. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u echter de zwarte cartridge, Lexmark artikelnummer 17G0050, vervangen door een fotocartridge, Lexmark artikelnummer 12A1990. Zie pagina 20 voor meer informatie. Bij het afdrukken van foto's verwijdert u elke foto zodra deze uit de printer komt. Laat de foto's drogen voor u ze op elkaar legt. 14

15 Speciaal papier: Vellen papier van aangepast formaat Kettingpapier Transparanten Instellingen op het tabblad Page Setup: Klik op de knop Custom Paper Size (Aangepast papierformaat). Geef de afmetingen van het aangepaste papier op. Zie Speciaal papier plaatsen voor meer informatie. Selecteer in de keuzelijst voor papierformaat de optie Banner Letter of Banner A4. Selecteer de optie Transparency (Transparanten) in de keuzelijst Media Type. Selecteer bij Print Quality (Afdrukkwaliteit) de optie Normal (Normaal) of High Quality (Hoge kwaliteit) Opmerking: Bij het afdrukken van transparanten verwijdert u de transparanten zodra deze uit de printer komen. Laat de transparanten drogen voor u ze op elkaar legt. 15

16 Speciaal papier: Opstrijk-transfers Instellingen op het tabblad Page Setup: Selecteer Iron-On Transfer (Opstrijktransfers) in de keuzelijst Media Type. Opmerking: Het is verstandig eerst af te drukken op normaal papier zodat u kunt controleren of de opstrijk-transfers correct worden afgedrukt. Stap 3: Het document afdrukken 1 Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. 2 Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op OK of Afdrukken (afhankelijk van de toepassing). Opmerking: Bij de Lexmark Z22 wordt alleen een kleurencartridge voor het afdrukken met hoge resolutie geleverd. U kunt de afdruksnelheid en -kwaliteit verbeteren door tevens een zwarte cartridge met waterbestendige inkt (art. 17G0050) te installeren. 16

17 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u inktcartridges kunt installeren, vervangen en onderhouden. Hiervoor kunt u de toepassing Control Program (Printerbeheer) gebruiken. Deze toepassing is onderdeel software. Control Program Een inktcartridge installeren of vervangen Afdrukkwaliteit verbeteren De inktcartridges uitlijnen De spuitopeningen reinigen Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen De inktcartridges beschermen 17

18 Control Program Met de toepassing Control Program kunt u de werking beheren en de inktcartridges installeren of vervangen. Ga als volgt te werk om Control Program te openen in Windows: 1 Kies Programma's in het menu Start. 2 Klik op Lexmark Z22/Z32 Series ColorFine. 3 Klik op Lexmark Z22/Z32 Control Program. 18

19 Klik op de... tab Status voor het volgende: De status van een afdruktaak volgen. Een afdruktaak annuleren. tab About (Info) om de versie van de printersoftware en de auteursrechten weer te geven. tab Cartridge voor het volgende: Een inktcartridge installeren of vervangen. De spuitopeningen reinigen. De cartridges uitlijnen. Een testpagina afdrukken. Artikelnummers weergeven en toebehoren bestellen op de weblocatie van Lexmark. tab Options (Opties) voor het volgende: Bepalen wanneer en op welke wijze Control Program wordt weergegeven. Bidirectionele ondersteuning inschakelen. Printerpictogram uit de taakbalk verwijderen. 19

20 Een inktcartridge installeren of vervangen 1 Controleer of het aan/uit-lampje brandt. Aan/uit-lampje Papierinvoerlampje 2 Open de voorklep. Als de printer niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie. Voorklep Cartridgehouder in de laadpositie 20

21 Zwarte cartridge 17G Verwijder de oude inktcartridge. Gooi de oude cartridge weg of berg deze op in een luchtdichte opslageenheid. Kleurencartridge 17G0060 Fotocartridge 12A1990 Zwarte cartridge met hoog rendement 16G0055 Kleurencartridge met hoog rendement 16G Open de toepassing Control Program. Zie pagina 18 voor meer informatie. 5 Klik op de tab Cartridge. 21

22 6 Klik op Change Cartridges (Cartridges vervangen). Opmerkingen: Voor het maken van afdrukken van fotokwaliteit kunt u het beste afdrukken met een combinatie van een fotocartridge en een kleurencartridge. Zie pagina 20 voor informatie over het vervangen van de zwarte cartridge door een fotocartridge. Bij de Lexmark Z22 wordt alleen een kleurencartridge voor het afdrukken met hoge resolutie geleverd. U kunt de afdruksnelheid en -kwaliteit verbeteren door tevens een zwarte cartridge met waterbestendige inkt (art. 17G0050) te installeren. 22

23 7 Het dialoogvenster Change Cartridges verschijnt. Volg de aanwijzingen op het scherm om de cartridges te installeren. a Als u de snelheid van de animatie wilt wijzigen, klikt u op Stop (Stoppen). Vervolgens zijn de knoppen Next (Volgende) en Previous (Vorige) beschikbaar. b Klik op Next voor nieuwe aanwijzingen of op Previous om aanwijzingen te herhalen. c Nadat u de cartridge hebt geïnstalleerd, klikt u op Finished (Voltooid). Waarschuwing: Raak het goudkleurige contactgedeelte van de inktcartridge NIET aan. 23

24 8 Het venster Choose Cartridges (Cartridges kiezen) verschijnt. Hierin kunt u de geïnstalleerde cartridges opgeven: a Selecteer de cartridge(s) die u hebt geïnstalleerd in de printer. b Als u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd, schakelt u het betreffende selectievakje in om de inktvoorraad opnieuw in te stellen op vol. c Klik op OK. { { Opmerking: Als u een stuurprogramma voor de Lexmark Z32 hebt geïnstalleerd, moet u beide cartridges installeren om te kunnen afdrukken. Hebt u een gecombineerd Lexmark Z22/Z32 stuurprogramma geïnstalleerd, dan kunt u met de zwarte cartridge of de kleurencartridge afdrukken. Het is niet nodig om voor het afdrukken twee cartridges te installeren. 24

25 9 Het venster Automatic Alignment (Automatisch uitlijnen) verschijnt: Als u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd, klikt u op Align (Uitlijnen) om de cartridges uit te lijnen voor de beste afdrukkwaliteit. Zie pagina 26 voor meer informatie. Afdrukkwaliteit verbeteren Als de afdrukkwaliteit niet naar behoren is, kunt u de inktcartridges uitlijnen of de spuitopeningen reinigen. 25

26 De inktcartridges uitlijnen Gewoonlijk hoeft u de inktcartridges alleen uit te lijnen nadat u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd. U moet de inktcartridges echter ook uitlijnen als: Zwarte gedeelten van een afbeelding of tekst zijn niet uitgelijnd met gekleurde gedeelten. Tekens niet goed zijn uitgelijnd op de linkermarge. Verticale lijnen worden weergegeven met 'golven'. U lijnt als volgt cartridges uit: 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Open de toepassing Control Program. Zie pagina 18 voor meer informatie. 3 Klik op de tab Cartridge. 4 Klik op Align Cartridges (Cartridges uitlijnen). De printer drukt een testpagina voor uitlijnen af, waarbij het dialoogvenster Align Cartridges wordt geopend. 26

27 De testpagina bevat verschillende uitlijningspatron en, afhankelijk van de geïnstalleerde combinatie van inktcartridges. Onder elk patroon staat een nummer. De afgedrukte testpagina lijkt veel op het volgende voorbeeld: Zo wordt in uitlijningsgroep A de rechte lijn het dichtst benaderd door patroon Zoek voor elke uitlijningsgroep op de testpagina het nummer onder het uitlijningspatroon dat het dichtst een rechte lijn benadert. 27

28 6 Typ in het dialoogvenster Align Cartridges de nummers van de uitlijningspatronen op de testpagina die het dichtst een rechte lijn benaderen. In uitlijningsgroep A op de vorige pagina wordt de rechte lijn het dichtst benaderd door patroon 14. a Voer het nummer in met deze pijltjes of typ het nummer in het vak. 8 b Voer voor alle patronen een nummer in en klik op OK. 28

29 De spuitopeningen reinigen Met de spuitopeningentest kunt u bepalen of spuitopeningen mogelijk verstopt zijn geraakt. Tijdens deze test wordt inkt door de spuitopeningen geperst waardoor ook de inktcartridge wordt gereinigd. Er wordt een testregel afgedrukt, zodat u kunt zien of de reinigingsprocedure succes heeft gehad. Voer de spuitopeningentest uit als: Tekens niet volledig worden afgedrukt. Afbeeldingen of teksten witte strepen bevatten. De afdruk te donker is of vlekken bevat. De kleuren niet goed worden afgedrukt. De spuitopeningentest uitvoeren: 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Open de toepassing Control Program. Zie pagina 18 voor meer informatie. 3 Klik op de tab Cartridge. 29

30 4 Klik op Clean Print Nozzles (Spuitopeningen reinigen). Er wordt een vel papier ingevoerd en er wordt een testpagina afgedrukt die lijkt op het volgende voorbeeld: Er worden testlijnen afgedrukt wanneer inkt door de spuitopeningen wordt geperst om ze te ontstoppen. Onderbroken lijnen boven aan de pagina duiden op verstopte spuitopeningen. Doorlopende lijnen onder aan de pagina geven aan dat de openingen zijn gereinigd. 30

31 Geïnstalleerde cartridge: Zwarte cartridge 1 Kleurencartridge 3 Zwarte cartridge en kleurencartridge 4 Fotocartridge en kleurencartridge 6 Aantal testlijnen: 5 Vergelijk de diagonale lijnen boven de afgedrukte balken met de diagonale lijnen onder de afgedrukte balken. Kijk of de diagonale lijnen ergens zijn onderbroken. Onderbroken lijnen duiden op verstopte spuitopeningen. Wanneer de onderste lijn nog onderbroken is, voert u de test nog twee keer uit. Is de afdrukkwaliteit naar behoren nadat u de test drie keer hebt uitgevoerd, dan zijn de spuitopeningen schoon. U hoeft de resterende stappen niet uit te voeren. Als de afdrukkwaliteit niet naar behoren is nadat u de test drie keer hebt uitgevoerd, gaat u verder met stap 6. 6 Verwijder de inktcartridge en installeer deze opnieuw. 7 Voer de spuitopeningentest nog een keer uit. 31

32 van de 8 Als de lijnen nog steeds onderbroken zijn, gaat u verder met het volgende gedeelte, Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen. Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen Wanneer de afdrukkwaliteit niet verbetert na reiniging van de spuitopeningen (zie pagina 29), is het mogelijk dat er gedroogde inkt op de spuitopeningen of de contactpunten zit. 1 Verwijder de cartridges uit de printer. Zie pagina 20 voor meer informatie. 32

33 van de 2 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig. Reinig voorzichtig de spuitopeningen en contactpunten en wrijf hierbij steeds in dezelfde richting. a Houd de vochtige doek ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen. Laat de inkt in de doek trekken en wrijf het oppervlak voorzichtig droog. b Gebruik een ander schoon gedeelte van de doek om de contactpunten voorzichtig te reinigen. Houd de vochtige doek ongeveer drie seconden tegen de contactpunten. Laat de inkt in de doek trekken en wrijf het oppervlak voorzichtig droog. 3 Installeer de inktcartridges opnieuw en herhaal de spuitopeningentest. Zie pagina 29 voor meer informatie. 33

34 van de De inktcartridges beschermen Volg de onderstaande instructies op voor een optimale levensduur van inktcartridges en voor optimale printerprestaties: Bewaar een inktcartridge in de verpakking totdat u deze gaat installeren. Verwijder een inktcartridge alleen uit de printer als u de cartridge wilt vervangen, reinigen of opbergen in een luchtdichte opslageenheid. Als u een cartridge lange tijd onbeschermd buiten de printer bewaart, resulteert dit in verminderde afdrukkwaliteit. De garantievoorwaarden bij deze printer zijn niet van toepassing op reparaties als gevolg van storingen en schade veroorzaakt door opnieuw gevulde cartridges. Lexmark raadt het gebruik van opnieuw gevulde cartridges af. Dergelijke cartridges verminderen de afdrukkwaliteit en kunnen schade aan de printer toebrengen. Gebruik Lexmark toebehoren voor optimale resultaten. 34

35 In dit gedeelte wordt aangegeven welke printerproblemen er kunnen optreden en hoe u ze kunt. Selecteer in de volgende lijst de categorie die betrekking heeft op het probleem en zoek vervolgens naar de bijbehorende oplossing. Algemene afdrukproblemen Printer drukt niet af Papier wordt verkeerd geladen of loopt vast Document wordt verkeerd of met een lage kwaliteit afgedrukt met transparanten, foto's of enveloppen Foutberichten en knipperende lampjes 35

36 Algemene afdrukproblemen Wanneer de printer problemen vertoont, controleert u eerst of de volgende punten van toepassing zijn: De netvoedingsadapter is op zowel de printer als een geaard stopcontact aangesloten. De printer is ingeschakeld. De printerkabel is goed aangesloten op de computer en de printer. U gebruikt een parallelle kabel die IEEE 1284-compatibel is en bidirectioneel afdrukken ondersteunt. Als u een parallelle kabel gebruikt, is in de printersoftware ondersteuning voor bidirectionele communicatie ingeschakeld: 1 Klik in de toepassing Control Program (Printerbeheer) op de tab Options (Opties). 2 Zorg dat de optie voor bidirectionele ondersteuning is ingeschakeld. Raadpleeg het probleemoplossingsgedeelte van de Help bij de printersoftware voor meer informatie. 36

37 Printer drukt niet af Als de printer niet afdrukt, bestaat er mogelijk een communicatieprobleem tussen de printer en de computer. Ook de volgende punten duiden op een probleem met de bidirectionele communicatie: Op het beeldscherm verschijnt een bericht dat de printer geen bidirectionele communicatie met de computer tot stand kan brengen. De inktvoorraadindicators op het tabblad Cartridge van Control Program worden grijs weergegeven. Foutberichten zoals Paper Out (Papier is op) en gegevens over de status van de afdruktaak verschijnen niet op het beeldscherm. Controleer de volgende punten voordat u verdergaat: De printersoftware is goed geïnstalleerd. Zie pagina 51. De parallelle kabel of USB-kabel is stevig aangesloten op de printer en computer. De printer is aangesloten op het lichtnet en is ingeschakeld. 37

38 Opmerking: USB wordt niet ondersteund in Windows NT 4.0. USB wordt wel ondersteund in Windows De printersoftware is ingesteld op een LPTn-poort als u een parallelle kabel gebruikt of op een USB-poort als u een USB-kabel gebruikt. De poortinstellingen controleren in Windows 2000: 1 Klik op Start. 2 Kies Instellingen. 3 Klik op Printers. 4 Klik met de rechtermuisknop op Lexmark Z22/Z32 Series ColorFine. 5 Klik op Eigenschappen. 6 Klik op de tab Ports (Poorten). 7 Selecteer de instelling voor USB of LPT. 8 Klik op OK. Als u een schakelapparaat of ander apparaat (zoals een scanner of fax) op de parallelle poort van de computer hebt aangesloten, controleert u of dit apparaat bidirectionele communicatie ondersteunt. Mogelijk moet u de printer loskoppelen van het schakelapparaat en de printer rechtstreeks op de computer aansluiten. Bij de Lexmark Z22 wordt alleen een kleurencartridge voor afdrukken met hoge resolutie geleverd. U kunt de afdruksnelheid en -kwaliteit verbeteren door tevens een zwarte cartridge met waterbestendige inkt (art. 17G0050) te installeren. 38

39 Als u een USB-hub gebruikt, moet u de hub verwijderen en de USB-kabel rechtstreeks op de computer aansluiten. Printer is aangesloten maar drukt niet af, of er verschijnt een bericht dat de printer offline of niet gereed is Controleer de volgende punten: De printer is ingeschakeld. Het papier is op de juiste manier geladen. De parallelle kabel of USB-kabel is goed en stevig op de printer aangesloten. De printer is ingesteld als standaardprinter. De afdruktaak is niet onderbroken en wordt niet in de afdrukwachtrij vastgehouden. U controleert de printerstatus als volgt: 1 Dubbelklik in de map Printers op het pictogram van de Lexmark Z22/Z32. 2 Klik op het menu Printer en controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld. Druk een testpagina af. Wanneer de testpagina wordt afgedrukt, werkt de printer correct. Controleer de toepassing. 39

40 Waarschuwing: Raak het goudkleurige contactgedeelte van de inktcartridge niet aan. Testpagina wordt niet afgedrukt Controleer de volgende punten: De inktcartridges zijn correct geïnstalleerd. Zie pagina 20 voor meer informatie. U gebruikt de juiste kabel. Als u een parallelle kabel gebruikt, controleert u of deze IEEE 1284-compatibel is en bidirectioneel afdrukken ondersteunt. Printer drukt een lege pagina af Controleer de volgende punten: De Lexmark printer is ingesteld als standaardprinter. U hebt de sticker en doorzichtige tape van de onderzijde van de inktcartridges verwijderd. Zie pagina 20 voor meer informatie. Printer drukt erg langzaam af Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt. Stel een lagere afdrukkwaliteit in. Controleer wat voor document u afdrukt. Het afdrukken van foto's of documenten met afbeeldingen kan meer tijd in beslag nemen dan het afdrukken van gewone tekst. 40

41 Controleer de beschikbare systeembronnen en wijs zo nodig meer virtueel geheugen toe. U kunt het geheugen van de computer uitbreiden. Opmerking: Het afdrukken van foto's of documenten met afbeeldingen kan meer tijd in beslag nemen dan het afdrukken van gewone tekst. Papier wordt verkeerd geladen of loopt vast Papier wordt verkeerd of met een aantal vellen tegelijk geladen Controleer de volgende punten: U gebruikt papier dat voor inkjetprinters wordt aanbevolen. U hebt het papier bij het plaatsen niet tot onder in de printer doorgedrukt. Lijn de bovenzijde van het papier uit op de markeringen op de papiersteun. De printer staat op een plat en effen oppervlak. De linkerpapiergeleider bevindt zich tegen de rand van het papier. U hebt niet te veel papier in de papierinvoer geplaatst. Afhankelijk van de dikte van het papier kunt u maximaal 100 vellen papier in de papierinvoer plaatsen. 41

42 Het papier wordt niet gebogen door de linkerpapiergeleider van de papierinvoer. Printer laadt geen enveloppen of speciaal papier Controleer of normaal papier zonder problemen wordt geladen. Zie pagina 4 voor meer informatie. Als normaal papier zonder problemen wordt geladen, plaatst u de enveloppen in verticale richting tegen de rechterzijde van de papierinvoer. Zorg dat de papiergeleider zich tegen de rand van de enveloppen bevindt. Controleer of in de printersoftware de instellingen voor enveloppen of het betreffende speciale papier zijn opgegeven. Ga na of u een papier- of envelopformaat gebruikt dat wordt ondersteund door de printer. Mogelijk is de toepassing niet geschikt voor het afdrukken van enveloppen. Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie. 42

43 Papier loopt vast in de printer Als het papier te ver in de printer is ingevoerd en niet kan worden verwijderd, voert u de volgende stappen uit: 1 Druk op de aan/uit-knop om de printer uit te zetten. 2 Druk op de aan/uit-knop om de printer weer aan te zetten. 3 Als er geen pagina uit de printer komt, zet u de printer uit. 4 Trek stevig aan het papier om het te verwijderen. Als u niet bij het papier kunt omdat het te ver in de printer is ingevoerd, opent u de voorklep en trekt u het papier via de voorzijde uit de printer. 5 Sluit de voorklep. 6 Druk op de aan/uit-knop om de printer aan te zetten. 7 Druk het document opnieuw af. 43

44 Document wordt verkeerd of met een lage kwaliteit afgedrukt Afdruk is te donker of bevat vegen Controleer of het papier recht is ingevoerd en niet gekreukt is. Laat de inkt drogen voordat u het papier aanraakt. Controleer of de instelling voor papiersoort in de printersoftware overeenkomt met het papier in de printer. Wijzig de instelling voor afdrukkwaliteit in High Speed (Hoge snelheid). Zie pagina 12 voor meer informatie. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 29 voor meer informatie. Verticale rechte lijnen zijn rafelig U kunt als volgt de afdrukkwaliteit van verticale rechte lijnen in tabellen, randen en diagrammen verbeteren: Selecteer een hogere instelling voor afdrukkwaliteit. Lijn de cartridges uit. Zie pagina 26 voor meer informatie. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 29 voor meer informatie. 44

45 Afdruk bevat vlekken De vlekken worden veroorzaakt door de volgende pagina die uit de printer komt. Verwijder elke pagina zodra deze uit de printer komt en laat de pagina's drogen voordat u ze op elkaar legt. Wellicht moeten de spuitopeningen worden gereinigd. Zie pagina 29 voor meer informatie. Afgedrukte pagina's vertonen afwisselend lichte en donkere stroken (afdrukken verloopt niet constant) Stel de afdrukkwaliteit in op High Quality (Hoge kwaliteit). Zie pagina 12 voor meer informatie. Controleer of bidirectionele communicatie tussen de computer en printer is ingesteld. Zie pagina 37 voor meer informatie. 45

46 Afdrukkwaliteit is slecht aan de linker-, rechter-, boven- of ondermarge van de pagina Net zoals andere printers, kan deze printer niet afdrukken op de uiterste linker-, rechter-, boven- of onderkant van een pagina. Gebruik de volgende minimuminstellingen: Linker- en rechtermarge: 6,35 mm (0,25 inch) voor alle papierformaten behalve A4 3,37 mm (0,133 inch) voor papier van A4-formaat Boven- en ondermarge: Boven: 1,7 mm (0,067 inch) Onder: 12,7 mm (0,5 inch) voor de meeste afdruktaken 19 mm (0,75 inch) voor de beste afdrukkwaliteit voor kleurenafdrukken 46

47 Tekens op de afdruk hebben niet de juiste vorm of zijn verkeerd uitgelijnd Annuleer alle afdruktaken en verzend de taak opnieuw naar de printer. Lijn de cartridges uit. Zie pagina 26 voor meer informatie. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 29 voor meer informatie. Kleuren op de afdruk wijken af van de kleuren op het beeldscherm Mogelijk is een inktcartridge leeg of bijna leeg. Zie pagina 20 voor informatie over het vervangen van de inktcartridge. Gebruik papier van een ander merk: Elk merk papier absorbeert inkt op een andere manier waardoor er met kleine variaties in kleur wordt afgedrukt. Verwijder extra apparatuur zoals een scanner en sluit de printer rechtstreeks aan op de poort. 47

48 Kleuren op de afdruk zijn vaag Volg de aanwijzingen in het gedeelte "Kleuren op de afdruk wijken af van de kleuren op het beeldscherm". Als de kleuren op de afdruk nog steeds vaag zijn, moet u de spuitopeningentest uitvoeren. Zie pagina 29 voor meer informatie. Printer drukt verkeerde tekens af of er ontbreken tekens op de afdruk Controleer of de Lexmark Z22/Z32 is ingesteld als standaardprinter. Mogelijk heeft de printer problemen met bidirectionele communicatie. Zie pagina 37 voor meer informatie. met transparanten, foto's of enveloppen Vellen glossy papier of transparanten plakken aan elkaar Verwijder elk vel zodra het uit de printer komt en laat de vellen drogen voordat u ze op elkaar legt. Gebruik alleen transparanten of vellen fotopapier die zijn ontworpen voor inkjetprinters. 48

49 Transparanten of foto's vertonen witte lijnen Selecteer bij Print Quality (Afdrukkwaliteit) de instelling High Quality (Hoge kwaliteit). Zie pagina 12 voor meer informatie. Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 29 voor meer informatie. Printer laadt geen enveloppen of speciaal papier Zie pagina 42 voor meer informatie. Foutberichten en knipperende lampjes Bericht "Paper Jam" (Papier is vastgelopen) Aan/uitlampje Papierinvoerlampje Zie pagina 43 voor meer informatie. Bericht "Ink Low" (Inkt bijna op) Een van de inktcartridges is bijna leeg. Installeer een nieuwe inktcartridge. 49

50 Het aan/uit-lampje brandt en het papierinvoerlampje knippert Ga als volgt te werk als het papier op is: 1 Plaats papier in de papierinvoer. 2 Druk op de papierinvoerknop. Zie pagina 43 voor meer informatie als papier is vastgelopen in de printer. Het aan/uit-lampje en papierinvoerlampje knipperen De cartridgehouder is vastgelopen. Ga na of er een foutbericht op het scherm verschijnt. 1 Zet de printer uit. 2 Wacht enkele seconden en zet de printer weer aan. 50

51 Dit gedeelte bevat de volgende informatie: Printersoftware installeren Installatie printersoftware ongedaan maken Kennisgevingen Veiligheid Printersoftware installeren U kunt de printersoftware installeren via: de cd-rom die bij de printer is geleverd het World Wide Web diskettes Als de printersoftware niet goed is geïnstalleerd, kan er een communicatiefout optreden wanneer u probeert af te drukken. Wellicht moet u de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren. Zie pagina 53 voor meer informatie. De cd-rom gebruiken Volg de instructies voor uw besturingssysteem en printerkabel (parallel of USB): NT parallelle kabel 1 Start Windows. 2 Als een venster wordt geopend, klikt u op Annuleren. 3 Plaats de cd met de software in het cd-rom-station zodra het bureaublad van Windows wordt weergegeven. Het welkomstvenster van Lexmark Z22/Z32 verschijnt. 4 Klik op de knop Install Printer Software (Printersoftware installeren). Windows parallelle kabel of USB-kabel 1 Start Windows. 2 Als een venster wordt geopend, klikt u op Annuleren. 3 Plaats de cd met de software in het cd-rom-station zodra het bureaublad van Windows wordt weergegeven. Het welkomstvenster van Lexmark Z22/Z32 verschijnt. 4 Klik op de knop Install Printer Software (Printersoftware installeren). Het World Wide Web gebruiken Als uw computer geen cd-romstation heeft, kunt u de printersoftware downloaden van het World Wide Web, vanaf 1 Selecteer op de weblocatie van Lexmark het stuurprogramma voor het besturingssysteem van de computer. 2 Selecteer Opslaan op schijf. 3 Selecteer een locatie op de vaste schijf. 51

52 4 Dubbelklik op het uitvoerbare bestand (.exe) om dit te openen. Diskettes van de printersoftware maken: Printersoftware installeren vanaf diskettes: Het venster WinZip Self- Extractor verschijnt. 5 Volg de instructies op het scherm. Diskettes gebruiken Als de computer geen cd-romstation heeft, kunt u stuurprogrammadiskettes maken op een computer met cd-romstation van een bekende of van uw Lexmark leverancier. U hebt minimaal drie lege 3,5-inch diskettes nodig. 1 Plaats de cd met de software in het cd-rom-station. Ga als volgt te werk wanneer de cd niet automatisch wordt gestart: a Kies Uitvoeren in het menu Start. b Typ in het tekstvak de letter van het cd-rom-station, gevolgd door :\setup (bijvoorbeeld d:\setup) en klik op OK. 2 Wanneer het installatievenster voor de Lexmark Z22/Z32 software wordt geopend, kiest u Tools (Extra). 1 Start Windows. 2 Plaats installatiediskette 1 in het diskettestation. 3 Kies Uitvoeren in het menu Start. 4 Typ in het tekstvak de letter van het diskettestation, gevolgd door :\setup (bijvoorbeeld a:\setup) en klik op OK. 5 Plaats de volgende diskette in het diskettestation als hierom wordt gevraagd en klik op OK. 6 Volg de instructies op het scherm. 3 Klik op Create Diskettes (Diskettes maken). 4 Volg de instructies op het scherm. 52

53 Installatie printersoftware ongedaan maken Als de printersoftware niet goed is geïnstalleerd, moet u de software wellicht verwijderen en opnieuw installeren. U maakt als volgt de installatie van de software ongedaan: 1 Kies Programma's in het menu Start. 2 Selecteer Lexmark Z22/Z32 Series. 3 Selecteer Lexmark Z22/Z32 Series Uninstall (Installatie Lexmark Z22/Z32 ongedaan maken). 4 Volg de instructies op het scherm. Volg de betreffende instructies onder "Printersoftware installeren" op pagina 51 om de printersoftware opnieuw te installeren. Voorschriften voor elektronische emissie Verklaring van conformiteit met de richtlijnen van de FCC (Federal Communications Commission) De Lexmark Z22/Z32 Color Jetprinter is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-regels. De werking van het apparaat moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. De FCC-voorschriften voor apparaten van Klasse B zijn ontworpen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen bij gebruik op de werkplek. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet overeenkomstig de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit schadelijke storingen in radiocommunicatie veroorzaken. Er kan echter geen garantie worden gegeven dat deze apparatuur in een bepaalde installatie storingsvrij zal functioneren. Mochten er schadelijke storingen optreden in radio- of televisieontvangst, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer in te schakelen, dan kan de gebruiker proberen de storing te verhelpen door een of meer van de volgende maatregelen te nemen: Verander de ontvangstantenne van richting of van plaats. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. 53

54 Sluit de apparatuur aan op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten. Raadpleeg uw leverancier of servicevertegenwoordiger voor extra suggesties. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor radio- of televisiestoringen veroorzaakt door het gebruik van andere dan aanbevolen kabels of door nietgeautoriseerde wijzigingen of aanpassingen van de apparatuur. Niet-geautoriseerde wijzigingen of aanpassingen kunnen het recht van de gebruiker om deze apparatuur te bedienen ongeldig maken. Opmerking: Om er zeker van te zijn dat u handelt conform de FCCvoorschriften voor elektromagnetische storingen voor een apparaat van Klasse B, gebruikt u een correct afgeschermde en geaarde kabel zoals Lexmark artikelnummer 43H5856 voor USB-aansluiting. Gebruik van een vervangende kabel die niet naar behoren is afgeschermd en geaard, kan een schending betekenen van de FCCvoorschriften. Vragen met betrekking tot deze conformiteitsverklaring kunt u richten aan: Director of Lab Operations Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, KY (859) Conformiteit met de richtlijnen van de Europese Gemeenschap (EG) Dit product voldoet aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 89/336/EEC en 73/23/EEC aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen bepaalde voltagegrenzen. Een verklaring van conformiteit met de eisen van de richtlijn is getekend door de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A., Boigny, Frankrijk. Dit product voldoet aan de eisen voor apparaten van Klasse B, zoals omschreven in richtlijn EN en in de veiligheidseisen van EN

55 Energy Star Lexmark International Inc. heeft in haar hoedanigheid van Energy Star Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Starrichtlijnen voor efficiënt energiegebruik. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de bij het product geleverde instructies worden beschreven. Dit product is ontworpen, getest en goedgekeurd om te voldoen aan strenge internationale veiligheidsvoorschriften. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zullen niet altijd duidelijk zichtbaar zijn. Lexmark is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere vervangende onderdelen. Het programma EPA ENERGY STAR Computers is een samenwerkingsverband van computerfabrikanten met als doelstelling het bevorderen van het gebruik van energiebesparende producten en het beperken van luchtvervuiling die wordt veroorzaakt door het opwekken van energie. Ondernemingen die aan dit programma deelnemen, leveren personal computers, printers, monitors of faxapparaten die worden uitgeschakeld wanneer ze niet in gebruik zijn. Hierdoor wordt het energieverbruik van de apparatuur met wel 50 procent teruggebracht. Lexmark is een enthousiast deelnemer aan dit programma. Netvoedingsadapter Als de netvoedingsadapter defect raakt, vervangt u deze door het betreffende Lexmark onderdeel of een andere voedingsadapter van de UL-lijst gemarkeerd als "Class 2" met de specificaties 30 V gelijkstroom bij 500mA. Veiligheidsvoorschriften Als uw product NIET gemarkeerd is met dit symbool, MOET het op een geaard stopcontact worden aangesloten. Het netsnoer moet worden aangesloten op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact in de buurt van het product. 55

56 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A aan/uit-lampje 20, 49 aangepast papier instellingen 15 plaatsen 8 afdruk is te donker of bevat vegen 44 afdrukken in stroken 45 afdrukken verloopt niet constant 45 afdrukkwaliteit problemen 44 verbeteren 25 afdrukkwaliteit verbeteren 25 afdrukproblemen algemeen 36 foutberichten 49 kleurkwaliteit 47 lage kwaliteit 44 speciaal papier 48 artikelnummers fotocartridge 21 kleurencartridge 21 kleurencartridge, hoog rendement 21 zwarte cartridge 21 zwarte cartridge, hoog rendement 21 B berichten, fout- Ink Low 49 Paper Jam 49 Printer Not Ready 39 Printer Offline 39 bestellen, toebehoren 19 briefkaarten instellingen 13 plaatsen 7 C cartridges artikelnummers 21 beschermen 34 installeren uitlijnen 25, 26 vervangen 20 verwijderen 21 cd-rom software installeren 52 Choose Cartridges, dialoogvenster 24 coated papier instellingen 14 plaatsen 7 communicatie, bidirectioneel probleemaanduidingen 37 conformiteit met richtlijnen Europese Gemeenschap 54 contactpunten, inktcartridge schoonvegen 32 Control Program gebruiken 18 openen 18 tabbladen 19

57 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z D diskettes 52 E Energy Star 55 enveloppen instellingen 13, 31 plaatsen 6 F FCC-verklaring (Federal Communications Commission) 53 folie instellingen 15 plaatsen 10 fotokaarten instellingen 13 plaatsen 7 fotopapier instellingen 14 plaatsen 7 foutberichten Ink Low 49 Paper Jam 49 Printer Not Ready 39 Printer Offline 39 G gedownload printerstuurprogramma, installeren 51 glossy papier instellingen 14 plaatsen 7 I indexkaarten instellingen 13 plaatsen 7 Ink Low, bericht 49 inktcartridge, contactpunten schoonvegen 32 inktcartridges 57 artikelnummers 21 beschermen 34 installeren 20 reinigen 29 uitlijnen 25, 26 vervangen 20 verwijderen 21 inktcartridges uitlijnen 25, 26 installatie ongedaan maken, printersoftware 53 installeren cartridges 20 printersoftware 51, 52 instellingen aanbevolen 13 aangepast papier 15 briefkaarten 13 coated papier 14 enveloppen 13, 31 fotokaarten 13 fotopapier 14 glossy papier 14 indexkaarten 13

58 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z kettingpapier 15 opstrijk-transfers 16 transparanten 15 wenskaarten 13 K kaarten instellingen 14 plaatsen 7 kennisgevingen conformiteit met richtlijnen Europese Gemeenschap 54 elektronische emissie 55 Energy Star 55 FCC-verklaring 53 veiligheidsvoorschriften 55 kettingpapier aanbevolen instellingen 15 plaatsen 9 kleurencartridge, hoog rendement 21 knipperende lampjes 49 aan/uit-lampje 50 papierinvoer 50 L lampjes aan/uit- 50 papierinvoer 50 patronen 49 positie 49 M marges, minimuminstellingen 46 N netvoedingsadapter O omgekeerde volgorde 12 ontgrendelingslip gebruiken 5 positie 5 openingen, spuitreinigen 29 schoonvegen 32 van problemen 51 opstrijk-transfers instellingen 16 plaatsen 7 P papier plaatsen 4 papiergeleider gebruiken 5 positie 5 papierinvoer gebruiken 4 positie 4 papierinvoerlampje 20, 50

59 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z parallelle kabel, specificaties 36, 40 plaatsen papier 4 speciaal papier 6 printerinstelling, problemen 51 printersoftware installatie ongedaan maken 53 installeren 51 printersoftware installeren, problemen 51 printerstuurprogramma downloaden 51 installatie ongedaan maken 53 installeren 51, 52 probleemaanduidingen, bidirectionele communicatie 37 problemen foutberichten 49 knipperende lampjes 49 lage afdrukkwaliteit 44 speciale afdruktaken 48 S software Control Program 18 Standinstellingen voor document (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) 10 software, printerinstallatie ongedaan maken 53 installeren 51 speciaal papier instellingen 13 plaatsen 6 spuitopeningen reinigen 29 schoonvegen 32 spuitopeningentest 29 standaardinstellingen 13 Standinstellingen voor 59 document aanpassen 10 tabbladen 10 T tekens, niet goed afgedrukt 47 testpagina uitlijning 26 wordt niet afgedrukt 40 toebehoren bestellen 19 transparanten instellingen 15 plaatsen 10 V veiligheidsvoorschriften 55 Voorkeursinstellingen voor afdrukken aanpassen 10 tabbladen 10

60 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z W wenskaarten instellingen 13 plaatsen 7 Windows NT Windows Windows 2000 Voorkeursinstellingen voor afdrukken 10 openen 11 Windows NT 4.0 Standinstellingen voor document 10 openen 11 Z zwarte cartridge, hoog rendement 21 60