Lexmark X5100 Series Alles-in-één Gebruikershandleiding. TaalGebruikershandleiding

Transcriptie

1 Lexmark X5100 Series Alles-in-één Gebruikershandleiding TaalGebruikershandleiding

2 GebruikershandleidingTaal Veiligheidsvoorschriften Gebruik alleen de bij dit product geleverde netvoeding of het door de fabrikant goedgekeurde vervangende onderdeel. Sluit het netsnoer aan op een goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in deze gebruikersdocumentatie worden beschreven. Let op: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Let op: Sluit nooit kabels (netsnoer, telefoon, enzovoort) aan tijdens onweer.

3 Inhoud Deze handleiding is voor Windows-gebruikers. Macintosh-gebruikers kunnen in elk scherm op de knop Help klikken om de gebruikershandleiding en Help van Macintosh te openen. U kunt dit doen nadat u de Alles-in-één hebt geïnstalleerd en de installatie-cd uit de computer hebt verwijderd. Informatie over de Alles-in-één... 1 Alles-in-één installeren... 1 Onderdelen van de Alles-in-één... 2 Bedieningspaneel... 3 Alles-in-één-software... 8 Sensor voor papiersoort Tips voor de Alles-in-één Documenten op de glasplaat plaatsen Papier plaatsen Kopiëren met het bedieningspaneel Kopiëren met de Alles-in-één-software Scannen met het bedieningspaneel Scannen met de Alles-in-één-software Afdrukken Fax verzenden met het bedieningspaneel Fax verzenden met de Alles-in-één-software Projecten maken Netwerken iii

4 Onderhoud Inktcartridges vervangen Inktcartridges uitlijnen Spuitopeningen van inktcartridges reinigen Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen Inktcartridges beschermen Supplies bestellen Problemen oplossen Problemen met instellen van de printer oplossen Algemene problemen oplossen Andere ondersteuningsmogelijkheden Kennisgevingen Register iv

5 Informatie over de Alles-in-één Met de Lexmark X5100 Series kunt u een groot aantal taken uitvoeren. U moet rekening houden met de volgende punten: U hoeft de Alles-in-één niet aan te sluiten op een computer als u kopieën wilt maken. U moet de Alles-in-één aansluiten op een computer als u faxen wilt verzenden. Opmerking: de computer moet een interne modem hebben of moet zijn aangesloten op een externe modem en de modem moet zijn aangesloten op een telefoonlijn. Als de Alles-in-één is aangesloten op een computer, kunt u het bedieningspaneel of de Alles-in-één-software gebruiken om projecten te maken. Alles-in-één installeren Volg de instructies in de installatiedocumentatie bij de Alles-in-één om de hardware en software te installeren. Zie pagina 47 voor meer informatie over het oplossen van installatieproblemen. 1

6 Onderdelen van de Alles-in-één In de tabel op pagina 3 wordt elk onderdeel beschreven. Papiergeleider Papiersteun Display Bovenklep Bedieningspaneel (zie pagina 3) Papieruitvoerlade Scannereenheid Scannervergrendeling (onder de scannereenheid) Scannersteun USB-kabel Netvoeding 2

7 Onderdeel: Display Bedieningspaneel Papieruitvoerlade Papiergeleider Papiersteun Netvoeding Scannervergrendeling Scannersteun Functie: Status van de Alles-in-één controleren. De Alles-in-één bedienen (aangesloten op een computer of los). Zie pagina 4 voor meer informatie. Papier opstapelen als het wordt uitgevoerd uit de Alles-in-één. Papier op de juiste manier invoeren in de Alles-in-één. Papier in de Alles-in-één plaatsen. Alles-in-één van stroom voorzien. De scanner vergrendelen of ontgrendelen. Opmerking: ontgrendel de scanner voor gebruik. Vergrendel de scanner als u de Alles-in-één wilt verplaatsen. De scannereenheid open houden om cartridges te vervangen of de scanner te ontgrendelen of te vergrendelen. Scannereenheid Cartridges vervangen. De scanner ontgrendelen. De scanner vergrendelen. Opmerking: til de scannereenheid op als u deze bewerkingen wilt uitvoeren. Bovenklep USB-kabel Een item op de glasplaat plaatsen of een item verwijderen. De Alles-in-één op een computer aansluiten. Bedieningspaneel Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u documenten scannen, kopiëren, faxen en aanpassen. Een lampje geeft aan of de Alles-in-één is ingeschakeld en op een display worden de status, berichten en menu's van de Alles-in-één weergegeven. U kunt op een knop drukken en deze ingedrukt houden om door een lijst met opties op de display te bladeren. In de tabel op pagina 5 wordt de functie van elke knop beschreven. Opmerking: knopfuncties (behalve Stoppen/wissen) zijn uitgeschakeld tijdens het afdrukken, kopiëren en scannen. 3

8 Opties Linkerpijl (-) Aantal exemplaren Rechterpijl (+) Kleiner/groter Selectie Kwaliteit Kleur Zwart-wit Foto-opties Foto , Bestand, Software Scannen Faxen Aan/uit-lampje Stoppen/wissen Aan/uit 4

9 Knop: Zwart-wit Kleur Kwaliteit , Bestand, Software Linkerpijl Functie: Zwartwitkopie maken met de huidige kopieerinstellingen. Zie pagina 21 voor meer informatie. Kleurenkopie van een kleurenafbeelding maken met de huidige kopieerinstellingen. Zie pagina 21 voor meer informatie. Kopieerkwaliteit selecteren: Snel, Normaal, Beter of Best. Nieuwe scanbestemming selecteren. Zie pagina 23 voor meer informatie. Opmerking: gebruik deze knop als de Alles-in-één op een computer is aangesloten. Een nummer in een menu verlagen of achteruit bladeren in een lijst met opties op de display. Rechterpijl Een nummer in een menu verhogen of vooruit bladeren in een lijst met opties op de display. Aantal exemplaren Opties Foto Foto-opties Aan/uit Kleiner/groter Selectie Faxen Scannen Het aantal kopieën (1-99) opgeven. Bladeren door menutitels. Zie pagina 6 voor meer informatie. Kopieertaak voor foto's starten met de huidige instellingen bij Foto-opties (de hoogste kwaliteit voor scan- en afdrukresoluties). Het aantal en formaat voor herdrukken van foto's selecteren. De Alles-in-één in- of uitschakelen. Opmerking: als de Alles-in-één is ingeschakeld, kunt u deze uitschakelen en de stroombesparingsstand activeren. Wilt u dit doen, dan moet u de knop Aan/uit ten minste 5 seconden ingedrukt houden. Het oorspronkelijke document verkleinen of vergroten op percentage, naar Passend op pagina of naar posterformaat. De optie kiezen die momenteel op de display wordt weergegeven. Document scannen en verzenden naar de faxsoftware. Opmerking: de Alles-in-één moet zijn aangesloten op een computer met een modem. Afbeelding scannen met de huidige scaninstellingen en deze naar een programma verzenden. Opmerking: de Alles-in-één moet op een computer zijn aangesloten. Stoppen/wissen Huidige scan-, afdruk- of kopieertaak annuleren. Een menu afsluiten en terugkeren naar de standaardinstellingen. 5

10 Menu's op het bedieningspaneel Als u op Foto-opties en vervolgens herhaaldelijk op de rechterpijl drukt, worden de volgende menutitels weergegeven: Menu: Formaat herdr Foto herhalen Foto U kunt: Het kopieerformaat voor de foto opgeven. Het aantal foto's op één pagina opgeven. Een kopieertaak voor foto's starten. Als u op Opties en vervolgens herhaaldelijk op de rechterpijl drukt, worden de volgende menutitels weergegeven. Wordt de gewenste menutitel weergegeven, dan drukt u op de rechterpijl om door de lijst met beschikbare opties te bladeren. Druk vervolgens op Selectie om de instelling op te slaan. Menu: LICHT/DONKER PAPIERFORMAAT PAPIERSOORT AFB HERHALEN KLEUR ORIGINEEL SOORT ORIG SORTEREN OPSTRKTR/SPIEGELEN U kunt: Gekopieerde afbeelding lichter of donkerder maken. Het formaat van het geplaatste papier in de papiersteun opgeven. De soort van het geplaatste papier in de papiersteun opgeven. Opmerking: als u de standaardinstelling Automatisch behoudt, selecteert de sensor voor papiersoort automatisch de optimale instelling voor de geplaatste papiersoort (zie pagina 13). Het aantal afbeeldingen op één pagina opgeven. De kleurintensiteit van de kopie aanpassen. Het formaat van het document op de glasplaat opgeven. Opmerking: gebruik de standaardinstelling Automatisch, tenzij u niet tevreden bent met het formaat van het uitgevoerde document. De soort van het document op de glasplaat opgeven. Zwartwitkopieën sorteren. Opmerking: u kunt kleurenkopieën niet sorteren. Een spiegelbeeld van de gescande afbeelding afdrukken. 6

11 Menu: CARTRIDGES SPAARSTAND INSTLLNGN WISSEN STD WAARDEN TAAL U kunt: Optie: Inktvoorraad om de inktvoorraad in de inktcartridges weer te geven. Wijzigen om instructies weer te geven over het vervangen van de inktcartridges. Uitlijnen om de inktcartridges automatisch uit te lijnen. Reinigen om de inktcartridges te reinigen. Zelftest om een testpagina af te drukken. Een tijd selecteren waarop de stroombesparingsstand wordt geactiveerd: Na 10 min Na 30 min (standaard) Na 60 min Nooit Selecteren wanneer (na 2 minuten of nooit) u wilt terugkeren naar de standaardinstellingen van de Alles-in-één. De huidige instellingen selecteren als standaardinstellingen of de fabrieksinstellingen herstellen. Taal voor tekst op de display selecteren. Opmerking: naast de momenteel geselecteerde optie wordt een sterretje (*) op de display weergegeven. 7

12 Alles-in-één-software De Alles-in-één-software omvat: Lexmark X5100 Series Takencentrum: hiermee kunt u verschillende scanen kopieerbewerkingen uitvoeren en de opgeslagen afbeeldingen beheren. Printereigenschappen: hiermee kunt u instellingen voor afdrukken aanpassen. Opmerking: beschikbaar in bijna elke toepassing waaruit u kunt afdrukken. Lexmark X5100 Series Foto-editor: hiermee kunt u foto's bewerken. Lexmark X5100 Series Printeroplossingen: hiermee beschikt u over ondersteuning bij onderhoud en problemen oplossen. 8

13 Lexmark X5100 Series Takencentrum gebruiken U kunt het Lexmark X5100 Series Takencentrum op de volgende twee manieren openen: Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Klik op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark Takencentrum. Met het Lexmark Takencentrum kunt u: Een scanbestemming selecteren. Aantal en kleur van kopieën selecteren. Scannen, kopiëren, afdrukken en creatieve taken uitvoeren. Informatie over problemen oplossen en onderhoud openen. Een voorbeeld bekijken van afbeeldingen die u wilt afdrukken. Foto's beheren (naar mappen kopiëren, afdrukken, creatief kopiëren) met het tabblad Opgeslagen afbeeldingen weergeven. Vele andere projecten uitvoeren. 9

14 Printereigenschappen gebruiken U kunt de instellingen voor de Alles-in-één wijzigen in Printereigenschappen. U kunt Printereigenschappen als volgt openen: 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 2 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of besturingssysteem). Het venster Printereigenschappen verschijnt. In het menu Taken wordt beschreven welke instellingen voor de Alles-in-één u moet selecteren om verschillende documenten, zoals foto's, banners en enveloppen, af te drukken. Als u de tabbladen (Kwaliteit/exemplaren, Papierinstellingen en Afdrukindeling) aan de linkerzijde van het dialoogvenster Printereigenschappen selecteert, kunt u de instellingen voor de Alles-in-één selecteren. 10

15 Lexmark X5100 Series Foto-editor gebruiken Met de Lexmark X5100 Series Foto-editor kunt u fotokenmerken (helderheid, contrast en afdrukstand) van gescande afbeeldingen aanpassen. U kunt de Lexmark X5100 Series Foto-editor op drie manieren openen: Klik op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark Foto-editor. Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum, klik op Opgeslagen afbeeldingen weergeven en op een afbeelding die u wilt openen. Vervolgens klikt u op Bewerken. Scan een afbeelding naar Foto-editor vanuit het Takencentrum. De Foto-editor verschijnt: 11

16 Lexmark X5100 Series Printeroplossingen gebruiken Lexmark X5100 Series Printeroplossingen is een handleiding die u kunt raadplegen voor ondersteuning bij de Alles-in-één en om de huidige status van de Alles-in-één te controleren. Als u Lexmark Printeroplossingen wilt openen, klikt u op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark X5100 Series Printeroplossingen. In de volgende tabel worden de tabbladen van Lexmark Printeroplossingen beschreven. Tabblad: U kunt: Hoe Informatie over basisfuncties krijgen. Instructies voor scannen, kopiëren, faxen en afdrukken krijgen. Projectinformatie krijgen. Online gaan om meer ideeën te bekijken. De elektronische handleiding doorzoeken. Status (het tabblad dat als eerste wordt weergegeven) De huidige status van de Alles-in-één controleren. De papiersoort in de Alles-in-één controleren. Inktvoorraad controleren. Problemen oplossen De huidige status van de Alles-in-één controleren. Aanbevolen Help-onderwerpen bekijken. Algemene onderwerpen voor problemen oplossen bekijken. Zoeken naar specifiekere onderwerpen voor problemen oplossen. De online pagina voor ondersteuning bezoeken. 12

17 Tabblad: U kunt: Onderhoud Een testpagina afdrukken. De online pagina voor supplies bezoeken. Informatie over het aanschaffen van nieuwe cartridges bekijken. De spuitopeningen van de inktcartridges reinigen. De cartridges uitlijnen. Andere problemen oplossen. Opmerking: bepaalde koppelingen zijn niet beschikbaar als een taak wordt uitgevoerd. Contactgegevens Informatie over het bestellen van supplies bekijken. Contactgegevens voor de klantenservice van Lexmark krijgen en een lijst met telefoonnummers bekijken. De Alles-in-één registreren. Een software-update voor de Alles-in-één krijgen. Informatie over speciale aanbiedingen krijgen. De weblocatie van Lexmark bezoeken. Geavanceerd Opties voor spraak of weergave van de afdrukstatus wijzigen. Netwerkafdrukinstellingen wijzigen. Informatie over de softwareversie bekijken. Sensor voor papiersoort De Alles-in-één heeft een sensor voor papiersoort waarmee de volgende papiersoorten worden vastgesteld: Normaal papier Coated papier Glossy/fotopapier Transparanten Als u een van deze papiersoorten plaatst, stelt de Alles-in-één de papiersoort vast en worden de instellingen voor papiersoort en de afdrukresolutie automatisch aangepast. Opmerking: de Alles-in-één kan het papierformaat niet vaststellen. Zie pagina 14 voor meer informatie. 13

18 U geeft als volgt het papierformaat op: 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of besturingssysteem). Het venster Printereigenschappen verschijnt. 3 Selecteer het gebruikte papierformaat op het tabblad Papierinstellingen. 4 Klik op OK. De sensor voor papiersoort is actief tenzij u deze uitschakelt. U schakelt als volgt de sensor voor papiersoort uit: 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen (afhankelijk van het besturingssysteem). Het venster Printereigenschappen verschijnt. 14

19 3 Klik op Opties. 4 Klik op Opties sensor voor papiersoort. 5 Schakel het selectievakje Papiersoort selecteren met sensor voor papiersoort (de standaardinstelling) uit. 6 Klik op OK. U schakelt als volgt de sensor voor papiersoort definitief uit: 1 Klik op Start Instellingen Printers en faxapparaten of Printers. 2 Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram. 3 Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken of Eigenschappen. 4 Klik op Opties (Windows 2000) of klik op Wijzigen op het tabblad Printerinstellingen (Windows 9x). 5 Klik op Opties sensor voor papiersoort. 6 Schakel het selectievakje uit. 7 Klik op OK. 8 Klik op OK. Opmerking: Als u de sensor voor papiersoort tijdelijk wilt uitschakelen voor een bepaalde afdruktaak, kunt u een papiersoort opgeven in de grafische gebruikersinterface (GUI) onder Speciaal papier. 15

20 16

21 Tips voor de Alles-in-één Documenten op de glasplaat plaatsen 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt kopiëren met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl. 17

22 Papier plaatsen Gebruik de volgende richtlijnen voor het plaatsen van normaal en speciaal papier in de papiersteun. Maximale hoeveelheid: Controleer de volgende punten: 100 vellen normaal papier Het papier is ontworpen voor inkjetprinters. 10 enveloppen De enveloppen zijn verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De locatie voor de postzegel bevindt zich in de linkerbovenhoek. De enveloppen zijn ontworpen voor inkjetprinters. Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de envelop (zoals afgebeeld). 25 vellen etiketten De etiketten zijn ontworpen voor inkjetprinters. 10 vellen kaarten De kaarten zijn ontworpen voor inkjetprinters. De kaarten zijn niet dikker dan 0,025 inch. 10 wenskaarten, indexkaarten, briefkaarten of fotokaarten 25 vellen coated papier, glossy papier of fotopapier De kaarten zijn verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. De glanzende zijde of de zijde met de coating is naar boven gericht. 10 transparanten De ruwe zijde is naar boven gericht. De transparanten zijn ontworpen voor inkjetprinters. 100 vellen aangepast papierformaat Het papierformaat voldoet aan de volgende afmetingen: Breedte 76 tot 216 mm 3,0 tot 8,5 inch Lengte 127 tot 432 mm 5,0 tot 17,0 inch 25 opstrijktransfers Volg de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers. De lege zijde is naar boven gericht. 20 vellen bannerpapier Het bannerpapier is ontworpen voor inkjetprinters. 18

23 U plaatst als volgt de meeste papiersoorten (zie pagina 29 voor bannerpapier): 1 Plaats het papier tegen de rechterzijde van de papiersteun met de afdrukzijde naar boven en de bovenzijde van het papier ingevoerd in de papiersteun. 2 Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van het papier. Opmerking: duw het papier niet te ver in de Alles-in-één. 19

24 Voordat u gaat kopiëren (pagina 21), scannen (pagina 23), afdrukken (pagina 27) of faxen (pagina 27), moet u de onderstaande informatie raadplegen over de hoeveelheid papier die de papieruitvoerlade van de Alles-in-één kan bevatten. De papieruitvoerlade van de Alles-in-één kan de volgende hoeveelheden afdrukmateriaal bevatten: 50 vellen papier 10 vellen etiketten 10 enveloppen 10 kaarten 1 transparant Opmerking: u moet elke transparant uit de papieruitvoerlade verwijderen voordat de volgende wordt uitgevoerd om inktvlekken te voorkomen. De transparanten moeten ongeveer 15 minuten drogen. U kunt kopiëren, scannen, afdrukken en faxen met de Alles-in-één. In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe u deze taken kunt uitvoeren. Zie pagina 28 voor meer informatie over het maken van specifieke projecten. 20

25 Kopiëren met het bedieningspaneel 1 Controleer of de Alles-in-één is ingeschakeld. 2 Open de bovenklep. 3 Plaats het item dat u wilt kopiëren met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 4 Sluit de bovenklep. 5 Ga naar stap 7 als u één kopie wilt maken. Ga door met stap 6 als u meerdere kopieën wilt maken. 21

26 6 Druk herhaaldelijk op Aantal exemplaren tot het gewenste aantal exemplaren (1-99) wordt weergegeven. Opmerking: u kunt ook de linker- en rechterpijlen gebruiken om door de lijst met getallen te bladeren. 7 Druk op Kleur om een kleurenkopie van het document te maken of druk op Zwart-wit om een zwart-witkopie van het document te maken. De Alles-in-één kopieert het document als KOPIËREN wordt weergegeven op de display. 8 Als u meerdere kopieën hebt gemaakt, drukt u op Stoppen/wissen om terug te gaan naar de standaardinstelling. Kopiëren met de Alles-in-één-software 1 Zorg ervoor dat de computer en de Alles-in-één zijn ingeschakeld. 2 Open de bovenklep. 22

27 3 Plaats het item dat u wilt kopiëren met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 4 Sluit de bovenklep. 5 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 6 Klik op Nu weergeven om de gescande afbeelding te bekijken. 7 Selecteer het aantal en de kleur van de kopieën. Opmerking: klik op Meer kopieerinstellingen weergeven om een papierformaat te kiezen of de kopieertaak verder aan te passen. 8 Klik op Nu kopiëren. Scannen met het bedieningspaneel U kunt scannen met het bedieningspaneel van de Alles-in-één. 1 Zorg ervoor dat de Alles-in-één is ingeschakeld en aangesloten op de computer. 23

28 2 Open de bovenklep. 3 Plaats het item dat u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 4 Sluit de bovenklep. 5 Druk op , Bestand, Software. De laatstgeselecteerde scanbestemming (of de standaardinstelling, ) verschijnt. 6 Druk op de rechterpijl om door de lijst met scanbestemmingen te bladeren. 7 Druk op Selectie wanneer de gewenste scanbestemming verschijnt. 8 Druk op Scannen om een scantaak te beginnen met de huidige instellingen. 24

29 Scannen met de Alles-in-één-software U kunt op verschillende manieren scannen met de Alles-in-één-software. U kunt: Afbeeldingen herhalen (scannen om af te drukken). Zie pagina 35 voor meer informatie. AutoAanpassen (scannen om af te drukken). N per vel: een optie in de Alles-in-één-software waarmee u meerdere pagina's van een document op één vel papier kunt afdrukken. Zo kunt u 4 per vel selecteren om verkleinde afbeeldingen van pagina 1 tot en met 4 op het eerste vel papier af te drukken, afbeeldingen van pagina 5 tot en met 8 op het tweede vel, enzovoort. OCR (Optical Character Recognition) gebruiken om tekst in een document te bewerken. U scant als volgt: 1 Zorg ervoor dat de computer en de Alles-in-één zijn ingeschakeld. 2 Open de bovenklep. 25

30 3 Plaats het item dat u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 4 Sluit de bovenklep. 5 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 6 Klik op Nu weergeven om de gescande afbeelding te bekijken. 7 Pas de gestippelde lijnen aan zodat deze om het gedeelte van de afbeelding vallen dat u wilt afdrukken. 8 Selecteer de scanbestemming in de vervolgkeuzelijst Gescande afbeelding verzenden naar. Opmerking: klik op Meer scaninstellingen weergeven om de scantaak verder aan te passen. 9 Klik op Nu scannen. 26

31 Afdrukken 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Opties, Instellen of Voorkeuren (afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem) om de instellingen voor de Alles-in-één te wijzigen. 3 Controleer de geselecteerde instellingen op de drie tabbladen (Kwaliteit/ exemplaren, Papierinstellingen en Afdrukindeling) aan de linkerkant van het venster Printereigenschappen en klik op OK of Afdrukken (afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem). Fax verzenden met het bedieningspaneel U verzendt als volgt een fax van een gescand document: 1 Zorg ervoor dat de Alles-in-één is aangesloten op een computer met een modem. 2 Plaats het item dat u wilt faxen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Druk op Faxen. De faxsoftware verschijnt op het scherm. 27

32 4 Voer het telefoonnummer in waarnaar u een fax wilt verzenden. 5 Volg de instructies op het scherm om de fax te verzenden. Fax verzenden met de Alles-in-één-software 1 Zorg ervoor dat de Alles-in-één is aangesloten op een computer met een modem. Opmerking: DSL-modems en kabelmodems worden niet ondersteund door de faxsoftware. 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 4 Klik op Faxen via de modem van de computer in het gedeelte Speciale taken. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm om de taak te voltooien. Projecten maken U kunt de volgende taken uitvoeren met de Alles-in-één: Een banner afdrukken (pagina 29). Kleurenkopieën maken (pagina 30). Stof van afbeeldingen voorzien (pagina 37). Foto's scannen en en (pagina 31). Borduurpatronen of houtbewerkingspatronen vergroten of verkleinen (pagina 32). Meerdere afbeeldingen scannen (pagina 33). Een poster afdrukken (pagina 34). Herhaalde afbeeldingen afdrukken (pagina 35). Spiegelbeelden afdrukken (pagina 37). OCR (Optical Character Recognition) gebruiken om tekst in een document te bewerken (pagina 38). Meer creatieve ideeën vinden in Lexmark Printeroplossingen (pagina 12). Opmerking: plaats papier in de Alles-in-één voor u met een project begint. Zie pagina 18 voor meer informatie. 28

33 Banner afdrukken 1 Plaats het bannerpapier op de bovenklep en voer het eerste vel in. 2 Klik op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark X5100 Series Printeroplossingen. 3 Klik op de tab Hoe. 4 Selecteer Banners in het gedeelte Projecten. 5 Klik op Weergeven en volg de aanwijzingen om de banner af te drukken. 29

34 Opmerking: als het afdrukken op de Alles-in-één is gestart, wacht u totdat de voorste rand van de banner uit de Alles-in-één wordt gevoerd. Vouw het papier vervolgens voorzichtig uit tot op de vloer vóór de Alles-in-één. Kleurenkopieën maken U kunt met het bedieningspaneel of de computer kleurenkopieën maken van kindertekeningen, artikelen uit tijdschriften, geboortebewijzen of andere dingen. Bedieningspaneel 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt kopiëren met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Sluit de bovenklep. 4 Druk op Aantal exemplaren als u meerdere kopieën wilt maken. 5 Druk op Kleur. De Alles-in-één gebruikt de geselecteerde kopieerinstellingen voor het kopiëren. Alles-in-één-software 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt kopiëren met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 30

35 3 Sluit de bovenklep. 4 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 5 Selecteer Kleurendocument in het gedeelte Kopiëren. 6 Selecteer het aantal exemplaren als u meerdere kopieën wilt maken. 7 Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven om het document verder aan te passen. 8 Klik op Nu kopiëren. Foto's scannen en en 1 Open de bovenklep. 2 Plaats de foto die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Sluit de bovenklep. 4 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 5 Klik op Afbeelding naar een bekende en in het menu Speciale taken. 6 Selecteer Foto in het menu Wat wordt er gescand?. 7 Volg de aanwijzingen op het scherm om de foto klaar te maken voor . 8 Klik op Nu toevoegen. Er verschijnt een venster voor een nieuw bericht. 9 Volg de aanwijzingen op het scherm. 10 Schrijf een bericht bij de bijgevoegde foto. 11 Klik op Verzenden. 31

36 Borduurpatronen of houtbewerkingspatronen vergroten of verkleinen U kunt met het bedieningspaneel of het Takencentrum op de computer patronen of foto's vergroten of verkleinen. Bedieningspaneel 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het patroon of de foto die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Sluit de bovenklep. 4 Druk op Kleiner/groter op het bedieningspaneel. 5 Druk op de rechterpijl tot de gewenste optie wordt weergegeven. U kunt kiezen uit 50% (half), 100% (gelijk), 200% (dubbel), Aangepast %, Pagina, 2x2 poster, 3x3 poster en 4x4 poster. 6 Druk op Selectie. 7 Druk op Kleur of Zwart-wit om met kopiëren te beginnen. 8 Druk op Stoppen/wissen om terug te keren naar de kwaliteit Normaal als de afbeelding is afgedrukt. Alles-in-één-software 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het patroon of de foto die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Sluit de bovenklep. 4 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 5 Klik op Afbeelding vergroten of verkleinen in het menu Speciale taken. 6 Klik op Nu weergeven om de gescande afbeelding te bekijken. 32

37 7 Pas de gestippelde lijnen aan zodat deze om het gedeelte van de afbeelding vallen dat u wilt afdrukken. 8 Volg de aanwijzingen op scherm om het formaat van de nieuwe afbeelding te selecteren. 9 Klik op Printerinstellingen om het papierformaat te selecteren. 10 Klik op Nu afdrukken als u de afbeelding hebt aangepast. Meerdere pagina's of afbeeldingen scannen 1 Open de bovenklep. 2 Plaats de eerste afbeelding die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Sluit de bovenklep. 4 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 5 Selecteer de scanbestemming in de vervolgkeuzelijst. 6 Klik op Meer scaninstellingen weergeven in het gedeelte Scannen en klik op Geavanceerde scaninstellingen weergeven. 7 Selecteer Meerdere items scannen vóór uitvoeren op het tabblad Scannen. 8 Klik op OK. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 9 Klik op Nu scannen. Opmerking: als de eerste afbeelding is gescand, wordt u gevraagd het volgende item op de glasplaat te plaatsen. 33

38 Poster afdrukken U kunt een poster maken van een afbeelding die u wilt vergroten en verdelen over meerdere pagina's. Bedieningspaneel 1 Plaats papier van A4- of Letter-formaat en selecteer het formaat: a Druk op Opties op het bedieningspaneel tot PAPIERFORMAAT verschijnt. b Druk op de rechterpijl tot het papierformaat op de display overeenkomt met het geplaatste papierformaat. c Druk op Selectie. 2 Open de bovenklep. 3 Plaats het item dat u als poster wilt afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 4 Sluit de bovenklep. 5 Druk op Kleiner/groter op het bedieningspaneel. 6 Druk op de rechterpijl tot het gewenste aantal pagina's voor de poster op de display wordt weergegeven. De optie 2x2 poster betekent bijvoorbeeld dat de afbeelding die u scant, wordt vergroot tot vier pagina's. 7 Druk op Selectie. 8 Druk op Kleur of Zwart-wit om het kopiëren te starten. 9 Voor de poster voegt u de afgedrukte pagina's samen zodat u een naadloze en doorlopende afbeelding krijgt. 10 Druk op Stoppen/wissen om terug te keren naar de kwaliteit Normaal als de afbeelding is afgedrukt. Alles-in-één-software 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u als poster wilt afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 34

39 3 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 4 Klik op Afbeelding afdrukken als een poster van meerdere pagina's. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm. 6 Klik op Nu weergeven om de gescande afbeelding te bekijken. 7 Pas de gestippelde lijnen aan zodat deze om het gedeelte van de afbeelding vallen dat u wilt afdrukken. 8 Klik op Printerinstellingen om het papierformaat te selecteren. 9 Klik op Nu afdrukken. Herhaalde afbeeldingen afdrukken Bedieningspaneel 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Druk op Opties op het bedieningspaneel tot Afb herhalen verschijnt. 4 Druk op de rechterpijl om naar het gewenste aantal afbeeldingen te bladeren dat u op één vel papier wilt plaatsen (1, 4, 9 of 16). Opmerking: als u op deze manier meerdere afbeeldingen op één vel papier wilt afdrukken, kunt u de optie Kleiner/groter niet gebruiken. Afhankelijk van het aantal afbeeldingen dat u per pagina wilt afdrukken, worden de afbeeldingen verkleind om op de pagina te passen. 5 Druk op Selectie. 6 Druk op Kleur of Zwart-wit. 7 Druk op Stoppen/wissen om terug te keren naar de kwaliteit Normaal als de afbeelding is afgedrukt. 35

40 Alles-in-één-software 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl. 3 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 4 Klik op Afbeelding meerdere keren herhalen op een pagina in het gedeelte Speciale taken. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm. 6 Klik op Nu weergeven om de gescande afbeelding te bekijken. 7 Pas de gestippelde lijnen aan zodat deze om het gedeelte van de afbeelding vallen dat u wilt afdrukken. 8 Klik op Printerinstellingen om het papierformaat te selecteren. 9 Klik op Nu afdrukken. 36

41 Spiegelbeelden en opstrijktransfersafdrukken Voer de volgende procedure uit om een spiegelbeeld van het origineel af te drukken. Bedieningspaneel 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt afdrukken met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Druk herhaaldelijk op Opties op het bedieningspaneel tot Opstrijktr/ spiegelen verschijnt. 4 Druk op de rechterpijl om Aan te selecteren. 5 Druk op Selectie. 6 Druk op Kleur of Zwart-wit. 7 Druk op Stoppen/wissen om terug te keren naar de kwaliteit Normaal als de afbeelding is afgedrukt. Stof van afbeeldingen voorzien Computer 1 Open de toepassing om het document met afbeeldingen te maken. 2 Klik op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark X5100 Series Printeroplossingen. 3 Klik op de tab Hoe. 4 Selecteer Opstrijktransfers in de vervolgkeuzelijst Projecten. 5 Klik op Weergeven. 6 Volg de aanwijzingen op het scherm om een opstrijktransfer te maken. 7 Strijk de opstrijktransfers op een deken, kussensloop, laken of andere stof. Volg de aanwijzingen op de verpakking van de opstrijktransfers. Als u een collage op de stof wilt maken, herhaalt u deze stappen met dezelfde afbeelding of met verschillende afbeeldingen. 37

42 OCR (Optical Character Recognition) gebruiken OCR (Optical Character Recognition) is een softwarefunctie waarmee een gescande afbeelding wordt omgezet in bewerkbare tekst in een tekstverwerkingstoepassing. 1 Open de bovenklep. 2 Plaats het item dat u wilt bewerken met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Zorg dat de linkerbovenhoek van de voorzijde van het item is uitgelijnd met de pijl in de rechterbenedenhoek van de scanner. 3 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. Het hoofdvenster voor de Alles-in-één verschijnt. 4 Ga naar Bewerken in het gedeelte Speciale taken en klik op Tekst in een gescand document (OCR) bewerken. 5 Volg de instructies op het scherm om de software opnieuw te installeren. Netwerken Hierna volgt een kort overzicht van enkele handelingen die u kunt uitvoeren als u de Alles-in-één in een netwerk wilt gebruiken. U kunt de volgende handelingen uitvoeren: De Alles-in-één aansluiten op een netwerk. Afdrukken vanaf meerdere computers als de Alles-in-één op een computer is aangesloten. Kopiëren met het bedieningspaneel. Opmerking: u kunt de Alles-in-één niet gebruiken om te scannen via een netwerk. Ga naar voor meer informatie over netwerken en het aanschaffen van de Lexmark N1 Ethernet Adapter. Opmerking: de Lexmark adapter is verkrijgbaar in verschillende delen van de wereld. 38

43 Onderhoud Inktcartridges vervangen De Lexmark X5100 Series ondersteunt de volgende cartridges: Artikel: Artikelnummer: Zwarte-inktcartridge 82 Kleureninktcartridge 83 of 88 Opmerking: zie pagina 46 voor meer informatie over het bestellen van supplies. 1 Controleer of de Alles-in-één is ingeschakeld. 2 Til de scannereenheid op tot deze wordt ondersteund door de scannersteun. Als de Alles-in-één niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie. 39

44 3 Druk de tabs op de deksels van de cartridges in en open de deksels. 4 Verwijder de oude cartridges. Bewaar de cartridges in een luchtdichte verpakking of gooi de cartridges weg. 5 Als u nieuwe cartridges installeert, verwijdert u het schuimrubber, de stickers en de transparante tape aan de onderzijde van de cartridges. Waarschuwing: raak de goudkleurige contactgedeelten van de cartridges niet aan. 40

45 6 Plaats de nieuwe cartridges en klik de deksels vast. 7 Til de scannereenheid op en duw de scannersteun terug terwijl u de scannereenheid laat zakken tot deze volledig is gesloten. 41

46 8 Plaats papier in de papiersteun. 9 Er verschijnen vragen op de display. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om de vragen te beantwoorden: a b c d Als u een nieuwe kleureninktcartridge (nooit eerder gebruikt) hebt geïnstalleerd, drukt u op Selectie. Hebt u een oude cartridge geïnstalleerd, dan drukt u één keer op de rechterpijl. Vervolgens drukt u op Selectie. Als het weergegeven artikelnummer, het nummer van de gebruikte cartridge is, drukt u op Selectie. Is het niet het nummer van de gebruikte cartridge, dan drukt u op de rechterpijl totdat het juiste artikelnummer verschijnt. Vervolgens drukt u op Selectie. Als u een nieuwe zwarte-inktcartridge hebt geïnstalleerd, drukt u op Selectie. Hebt u een oude cartridge geïnstalleerd, dan drukt u één keer op de rechterpijl. Vervolgens drukt u op Selectie. Het weergegeven artikelnummer moet het nummer van de gebruikte cartridge zijn. Druk op Selectie. Ga door met Inktcartridges uitlijnen voor een juiste installatie. 42

47 Inktcartridges uitlijnen Er zijn twee gevallen waarin u de inktcartridges moet uitlijnen: nadat u cartridges hebt geïnstalleerd en als u de afdrukkwaliteit wilt verbeteren. Na het installeren van cartridges Als u nieuwe inktcartridges hebt geïnstalleerd, verschijnt een bericht op het bedieningspaneel. 1 Zorg dat er normaal papier in de papiersteun is geplaatst. 2 Druk op Selectie om een uitlijningspagina af te drukken. Afdrukkwaliteit verbeteren U kunt de cartridges regelmatig uitlijnen om de afdrukkwaliteit te verbeteren. 1 Druk herhaaldelijk op Opties op het bedieningspaneel tot Cartridges verschijnt. 2 Druk op de rechterpijl tot Uitlijnen verschijnt en druk vervolgens op Selectie. 3 Druk op Selectie. Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt. Als de uitlijningspagina is afgedrukt, is de automatische uitlijning voltooid. Spuitopeningen van inktcartridges reinigen Als de afdrukkwaliteit onvoldoende is, kan het nodig zijn de spuitopeningen van de inktcartridges te reinigen. U moet in de volgende gevallen de spuitopeningen reinigen: tekens worden niet volledig afgedrukt; er worden witte strepen afgedrukt in afbeeldingen; de afdruk is te donker of bevat vlekken; kleuren op de afdruk zijn flets of wijken af van de kleuren op het scherm; verticale rechte lijnen zijn rafelig. U kunt de spuitopeningen reinigen via het bedieningspaneel of Lexmark X5100 Series Printeroplossingen. 43

48 Met het bedieningspaneel 1 Plaats papier in de Alles-in-één. Zie pagina 17 voor meer informatie. 2 Druk op Opties tot Cartridges verschijnt op de display. 3 Druk op de rechterpijl tot Reinigen verschijnt op de display. 4 Druk op Selectie. Er wordt een testpagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om verstopte openingen te ontstoppen. 5 Druk het document nogmaals af om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd. 6 Veeg de spuitopeningen en contactpunten van de cartridges schoon om de kwaliteit verder te verbeteren (zie pagina 45) en druk het document opnieuw af. 7 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, kunt u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uitvoeren. Met Lexmark X5100 Series Printeroplossingen 1 Plaats normaal papier in de Alles-in-één. Zie pagina 17 voor meer informatie. 2 Klik op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark X5100 Series Printeroplossingen. 3 Klik op de tab Onderhoud. 4 Klik op Reinigen om horizontale strepen te voorkomen op het tabblad Onderhoud. 5 Klik op Afdrukken. Er wordt een testpagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om verstopte openingen te ontstoppen. 6 Druk het document nogmaals af om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd. 7 Veeg de spuitopeningen en contactpunten van de cartridges schoon om de kwaliteit verder te verbeteren (zie pagina 45) en druk het document opnieuw af. 8 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, kunt u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uitvoeren. 44

49 Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen Als de afdrukkwaliteit na het reinigen van de spuitopeningen niet is verbeterd, kan er opgedroogde inkt op de spuitopeningen of contactpunten zitten. U veegt als volgt de spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoon: 1 Verwijder de inktcartridges. Zie pagina 39 voor meer informatie. 2 Maak een schone zachte doek vochtig. 3 Houd de doek ongeveer drie seconden tegen het goudkleurige gebied met de spuitopeningen. Laat de inkt in de doek trekken en veeg de contactpunten in één richting schoon (zo worden de kleuren in de kleureninktcartridge niet vermengd). Spuitopeningen 4 Houd een schoon, vochtig gedeelte van de doek ongeveer drie seconden tegen de contactpunten. Laat de inkt in de doek trekken en veeg de contactpunten in één richting schoon. Contactpunten 5 Laat de spuitopeningen en de contactpunten volledig opdrogen. 6 Installeer de cartridges opnieuw en druk het document opnieuw af. 45

50 7 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, kunt u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uitvoeren. 8 Wanneer de afdrukkwaliteit nog altijd niet naar wens is, vervangt u de inktcartridges. Zie pagina 39 voor meer informatie. Inktcartridges beschermen Gebruik de volgende aanwijzingen voor een optimale levensduur van de inktcartridges en optimale prestaties van de Alles-in-één: Bewaar een nieuwe inktcartridge in de verpakking totdat u de cartridge gaat installeren. Verwijder de cartridge niet uit de Alles-in-één, tenzij u de cartridge wilt vervangen, reinigen of opbergen in een luchtdichte verpakking. Als u de cartridge langere tijd blootstelt aan de open lucht, kan de afdrukkwaliteit verminderen omdat de inkt uitdroogt. De garantievoorwaarden van Lexmark voor de Alles-in-één zijn niet van toepassing op reparaties als gevolg van storingen en schade veroorzaakt door opnieuw gevulde cartridges. Lexmark raadt het gebruik van opnieuw gevulde cartridges af. Dergelijke cartridges verminderen de afdrukkwaliteit en kunnen schade aan de Alles-in-één toebrengen. Voor optimale resultaten kunt u het beste Lexmark supplies gebruiken. Supplies bestellen Als u supplies voor de Alles-in-één wilt bestellen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken, kunt u naar de weblocatie van Lexmark op gaan. Artikel: Artikelnummer: Zwarte-inktcartridge 82 Kleureninktcartridge 83 of 88 USB-kabel 12A

51 Problemen oplossen Problemen met instellen van de printer oplossen Als u problemen ondervindt tijdens het instellen van de Alles-in-één, moet u rekening houden met de volgende punten: U moet de scanplaat ontgrendelen. Raadpleeg de afbeelding van de Alles-in-één op pagina 2 voor meer informatie over de locatie van de scannervergrendeling. U moet de taal en het standaardpapierformaat selecteren en op Selectie op het bedieningspaneel drukken. Er mag slechts één Lexmark X5100 Series op de computer zijn aangesloten. Het besturingssysteem moet compatibel zijn met de Alles-in-één. De Lexmark X5100 Series ondersteunt alleen de volgende besturingssystemen: Windows 98 Mac OS 9.2 Windows ME Mac OS X Windows 2000 Windows XP Opmerking: Macintosh-gebruikers kunnen in elk scherm op de knop Help klikken om de gebruikershandleiding en Help te openen. U kunt dit doen nadat u de Alles-in-één hebt geïnstalleerd en de installatie-cd uit de computer hebt verwijderd. Algemene problemen oplossen Als er een probleem ontstaat met de Alles-in-één, moet u de volgende punten controleren voordat u contact opneemt met de klantenservice van Lexmark. 47

52 Als de Alles-in-één niet is aangesloten op een computer, moet u rekening houden met de volgende punten: U moet alle Help-berichten in de display lezen en opvolgen. De netvoeding moet zijn aangesloten op de Alles-in-één en op een stopcontact. Als de Alles-in-één wel is aangesloten op een computer, moet u rekening houden met de volgende punten: De USB-kabel moet goed zijn aangesloten op de computer en de Alles-in-één. Als u een USB-kabel met het artikelnummer 12A2405 wilt aanschaffen, kunt u dit doen op de weblocatie van Lexmark op De computer en de Alles-in-één moeten zijn ingeschakeld. De Lexmark X5100 Series moet zijn ingesteld als standaardprinter. Als er zich een probleem met de Alles-in-één voordoet, moet u de volgende punten controleren: De Alles-in-één is ingeschakeld. De scanner is ontgrendeld. U hebt de stickers, de transparante tape en het schuimrubber van de onderzijde van de inktcartridges verwijderd. Zie pagina 40 voor meer informatie. Het papier is correct geplaatst. U hebt beide cartridges correct geïnstalleerd. De Lexmark X5100 Series werkt alleen als beide cartridges zijn geïnstalleerd. Zie pagina 39 voor meer informatie over het installeren van de cartridges. Probleem: Papier wordt onjuist ingevoerd of er worden meerdere vellen tegelijk ingevoerd Zie: pagina 49 Faxfunctie werkt niet correct pagina 49 Transparanten of vellen glossy fotopapier kleven aan elkaar Transparanten of vellen fotopapier bevatten witte lijnen pagina 50 pagina 50 Enveloppen worden niet correct ingevoerd pagina 50 Document wordt niet afgedrukt pagina 50 Document wordt langzaam afgedrukt pagina 51 Afdrukkwaliteit van het document is slecht pagina 51 48

53 Probleem: Zie: Displaytaal is niet de gewenste taal pagina 53 Geen communicatie tussen Alles-in-één of scanner en computer pagina 54 Kopieerkwaliteit is niet naar wens pagina 54 Automatisch bijsnijden van gescande afbeelding is niet naar wens Randen van gescande documenten worden afgesneden pagina 55 pagina 57 Scannereenheid sluit niet pagina 58 Functie Passend op pagina werkt niet correct pagina 59 U ontvangt een foutbericht pagina 60 Papier wordt verkeerd ingevoerd of er worden meerdere vellen tegelijk ingevoerd Controleer de volgende punten: Het gebruikte papier geschikt is voor inkjetprinters. Het papier is niet te ver in de Alles-in-één geduwd. Er is niet te veel papier in de Alles-in-één geplaatst. Zie pagina 17 voor meer informatie. Het papier is correct geplaatst. De Alles-in-één staat op een vlakke en regelmatige ondergrond. De papiergeleider bevindt zich tegen de linkerkant van het papier en het papier in de papiersteun is niet gebogen. De juiste papiersoort is geselecteerd in Printereigenschappen, Voorkeuren of het Takencentrum. Faxproblemen Als er zich problemen voordoen met het verzenden en ontvangen van faxen, moet u de volgende punten controleren: Er is een werkende faxmodem geïnstalleerd in de computer. De faxsoftware op de cd is geïnstalleerd. 49

54 Het faxstuurprogramma dat u wilt gebruiken, is het standaardstuurprogramma voor faxen in het Takencentrum. Opmerking: DSL-modems en kabelmodems worden niet ondersteund. Transparanten of vellen glossy fotopapier kleven aan elkaar Verwijder elke pagina zodra de pagina uit de printer komt en laat de pagina's drogen voordat u deze op elkaar legt. Gebruik alleen transparanten en vellen fotopapier die geschikt zijn voor inkjetprinters. Transparanten of vellen fotopapier bevatten witte lijnen Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 43 voor meer informatie. Veeg de spuitopeningen schoon. Zie pagina 45 voor meer informatie. Reinig de glasplaat. Zie pagina 52 voor meer informatie. Enveloppen worden niet correct ingevoerd Als normaal papier zonder problemen wordt ingevoerd, moet u de volgende punten controleren: De enveloppen zijn correct geplaatst. Zie pagina 17 voor meer informatie. Het gebruikte envelopformaat wordt ondersteund door de Alles-in-één en u hebt dit formaat geselecteerd voordat de afdruktaak is gestart. De juiste papiersoort en het juiste papierformaat zijn geselecteerd in Printereigenschappen. Document wordt niet afgedrukt Controleer of de cartridges correct zijn geïnstalleerd. Gebruik een onbeschadigde USB-kabel. Controleer de status van de Alles-in-één om na te gaan of het document niet in de wachtstand staat en de afdruktaak niet is onderbroken; U controleert als volgt de status van de Alles-in-één: 1 Klik op Start Instellingen Printers. 2 Dubbelklik op het pictogram van de Lexmark X5100 Series en klik op Printer. 3 Controleer of de optie Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd. 50

55 U drukt als volgt een testpagina af: 1 Klik op Start Programma's Lexmark X5100 Series Lexmark X5100 Series Printeroplossingen. 2 Klik op de tab Onderhoud. 3 Klik op Testpagina afdrukken op het tabblad Onderhoud. Document wordt langzaam afgedrukt Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt. Selecteer Snel of Normaal op het tabblad Document/kwaliteit van Printereigenschappen, Voorkeuren of in het Takencentrum. 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. 2 Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven in het gedeelte Kopiëren. 3 Selecteer Snel in het gebied Kwaliteit voor kopiëren. Ga na of u het RAM-geheugen (Random Access Memory) van de computer moet uitbreiden. Opmerking: het afdrukken van foto's of documenten met afbeeldingen neemt meer tijd in beslag dan het afdrukken van normale tekst. Afdrukkwaliteit van het document is slecht Als u de volgende problemen tegenkomt in uw documenten, kunt u de volgende instructies gebruiken om deze op te lossen. Verticale rechte lijnen zijn rafelig U verbetert als volgt de afdrukkwaliteit van verticale rechte lijnen in tabellen, randen en grafieken: Selecteer een hogere kwaliteit op het tabblad Document/kwaliteit van Printereigenschappen, Voorkeuren of in het Takencentrum. 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark X5100 Series Takencentrum op het bureaublad. 2 Klik op Meer kopieerinstellingen weergeven in het gebied Kopiëren. 3 Selecteer een hogere afdrukkwaliteit dan die u nu gebruikt in het gebied Kopiëren. 51