OPEL KARL Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPEL KARL Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 OPEL KARL Gebruikershandleiding

2 Inleiding Inhoud Kort en bondig Sleutels, portieren en ruiten Stoelen en veiligheidssystemen Opbergruimte Instrumenten en knoppen Verlichting Infotainmentsysteem Klimaatregeling Rijden en bedienen Verzorging van de auto Service en onderhoud Technische gegevens Informatie voor de klant Index

3 2 Inleiding Inleiding

4 Voertuigspecifieke gegevens Vul de gegevens van uw auto op de vorige pagina in zodat u ze makkelijk terug kunt vinden. Deze informatie is beschikbaar in de hoofdstukken "Service en onderhoud" en "Technische gegevens", alsmede op het typeplaatje. Inleiding Uw auto is de intelligente combinatie van vernieuwende techniek, overtuigende veiligheid, milieuvriendelijkheid en zuinigheid. In dit instructieboekje vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw auto veilig en efficiënt te kunnen bedienen. Zorg ervoor dat uw passagiers ervan op de hoogte zijn dat onjuist gebruik van de auto een ongeval tot gevolg kan hebben en dat er risico bestaat van persoonlijk letsel. Houd u altijd aan de specifieke wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Deze wetgeving kan afwijken van de informatie in deze gebruikershandleiding. Bij niet naleven van de aanwijzingen in deze handleiding kan de garantie voor nieuwe auto's voor uw auto nietig worden. Wanneer wij u in deze gebruikershandleiding adviseren de hulp van een werkplaats in te roepen, raden wij uw Opel Service Partner aan. Voor onderhoud en reparatie van auto's op gas raden wij een door Opel erkend atelier aan. Elke Opel Service Partner biedt u eersteklas service tegen redelijke prijzen. Ervaren, door Opel geschoolde specialisten werken volgens speciale richtlijnen van Opel. Houd het informatiepakket voor de gebruiker altijd onder handbereik in de auto. Dit instructieboekje gebruiken. Dit instructieboekje beschrijft alle beschikbare opties en functies voor dit model. Bepaalde beschrijvingen, zoals die voor display- en menufuncties, gelden Inleiding 3 wellicht niet voor uw model als gevolg van de modelvariant, landspecifieke uitvoering, speciale apparatuur of accessoires.. In het hoofdstuk "Kort en bondig" krijgt u een beknopt overzicht.. De inhoudsopgave aan het begin van deze handleiding en in elk hoofdstuk laat zien waar de informatie zich bevindt.. Met behulp van het trefwoordenregister kunt u specifieke informatie zoeken.. In deze gebruikershandleiding worden auto's met het stuur links getoond. Varianten met stuurwiel rechts werken hetzelfde.. In de gebruikershandleiding worden motoraanduidingen van de fabriek gebruikt. De bijbehorende marktaanduidingen vindt u in het gedeelte Technische gegevens.

5 4 Inleiding. Richtingaanduidingen in de beschrijvingen, zoals links, rechts, voor of achter moeten altijd met de blik in de rijrichting worden gezien.. De displayteksten in uw auto zijn mogelijk niet in uw eigen taal beschikbaar.. Displaymeldingen en interieurlabels zijn geschreven in vetgedrukte letters. Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig { Gevaar Tekst met { Gevaar geeft informatie over het risico van dodelijk letsel. Het niet naleven van deze richtlijnen kan levensgevaar inhouden. { Waarschuwing Tekst met { Waarschuwing geeft informatie over het risico van ongelukken of letsel. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot verwondingen leiden. Voorzichtig Teksten met de vermelding Voorzichtig wijzen erop dat de auto mogelijk beschadigd kan raken. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot beschadiging van de auto leiden. Symbolen Verwijzingen naar andere pagina's worden aangeduid met 0. 0 betekent "zie pagina". Paginaverwijzingen en indexvermeldingen verwijzen naar de ingesprongen koppen in de inhoudsopgave van het hoofdstuk. De chronologische volgorde voor het selecteren van menuopties in de persoonlijke instellingen wordt aangegeven met een 0. We wensen u vele uren autorijplezier. Adam Opel AG

6 Kort en bondig Basisinformatie Auto ontgrendelen Stoelverstelling Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordels Spiegelverstelling Stuurwiel instellen Overzicht dashboard Rijverlichting Claxon Wis-/wasinstallatie voorruit Bedieningsorganen voor klimaatregeling Transmissie De motor starten Parkeerplaats Basisinformatie Auto ontgrendelen Druk op K om de portieren en de bagageruimte te ontgrendelen. Open de portieren door aan de hendels te trekken. Kort en bondig 5 Open de achterklep met de tiptoets onder de sierlijst van de achterklep. Ontgrendelt alle deuren. De alarmknipperlichten knipperen twee keer. Handzender 0 Handzender 0 19ii, Centrale vergrendeling 0 Centrale vergrendeling 0 21ii, Achterklep 0 Bagageruimte 0 23ii.

7 6 Kort en bondig Stoelverstelling Langsverstelling { Gevaar Blijf met uw lichaam op een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van het stuurwiel, zodat de airbag veilig kan opblazen. Rugleuninghoek Zithoogte Aan handgreep trekken, stoel verschuiven, handgreep loslaten. Probeer de stoel heen en weer te bewegen om na te gaan of deze op zijn plaats zit. Stoelpositie 0 Stoelpositie 0 32ii, stoelverstelling 0 Stoelverstelling 0 33ii. Trek aan de hendel, stel de rugleuning in en laat de hendel los. De stoel hoorbaar laten vastklikken. Stoelpositie 0 Stoelpositie 0 32ii, stoelverstelling 0 Stoelverstelling 0 33ii. Pompbeweging van de hendel Omhoog: stoel hoger Omlaag: Stoel omlaag Stoelpositie 0 Stoelpositie 0 32ii, stoelverstelling 0 Stoelverstelling 0 33ii.

8 Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordels Kort en bondig 7 Airbagsysteem 0 Airbagsysteem 0 38ii. Spiegelverstelling Binnenspiegel Ontgrendelingsknop indrukken, hoogte instellen en vastklikken. Veiligheidsgordel afrollen en in gordelslot vastklikken. De veiligheidsgordel mag niet gedraaid zitten en moet strak tegen het lichaam aanliggen. De rugleuningen mogen niet te ver naar achteren hellen (maximaal ca. 25 ). Om de gordel los te maken, de rode knop van het gordelslot indrukken. Stand van stoel 0 Stoelpositie 0 32ii, Veiligheidsgordels 0 Veiligheidsgordels 0 35ii, Om verblinding te verminderen, de hendel aan de onderkant van de spiegelbehuizing gebruiken. Binnenspiegel 0 Handbediende binnenspiegel 0 27ii.

9 8 Kort en bondig Buitenspiegels Stuurwiel instellen Desbetreffende buitenspiegel selecteren en verstellen. Convexe buitenspiegels 0 Elektrische spiegelverstelling 0 26ii. Hendel omlaagbewegen, stuurwiel instellen, hendel omhoogbewegen en vergrendelen. Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande auto en ontgrendeld stuurslot verstellen. Airbagsysteem 0 Airbagsysteem 0 38ii, Contactslotstanden 0 Contactslotstanden 0 145ii.

10 Overzicht dashboard Kort en bondig 9

11 10 Kort en bondig 1. Elektrisch bediende ruiten op pagina Elektrisch bediende ruiten 0 28ii. Centrale vergrendeling op pagina Centrale vergrendeling 0 21ii. 2. Buitenspiegels op pagina Bolle buitenspiegels 0 26ii. 3. Cruisecontrol, snelheidsbegrenzer op pagina Bestuurdersondersteuningssystemen 0 158ii. Verwarmd stuurwiel op pagina Verwarmd stuurwiel 0 59ii. 4. Richtingaanwijzers, lichtsignaal, dimlicht en grootlicht op pagina Richtingaanwijzers 0 92ii. Uitstapverlichting op pagina Uitstapverlichting 0 95ii. Parkeerlichten op pagina Parkeerlichten 0 93ii. 5. Luchtroosters op pagina Vaste luchtroosters 0 141ii. 6. Instrumenten op pagina Stuurwielverstelling 0 59ii. 7. Bestuurdersinformatiecentrum op pagina Driver Information Center 0 75ii. 8. Stuurbedieningsknoppen op pagina Stuurbedieningsknoppen 0 59ii. 9. Voorruitwisser, sproeisysteem voorruit, achterruitwisser, sproeisysteem achterruit op pagina Wis-/wasinstallatie voorruit 0 60ii. 10. Luchtroosters midden op pagina Verstelbare luchtroosters 0 141ii. 11. Alarmknipperlichten op pagina Alarmknipperlichten 0 91ii. 12. Infodisplay op pagina Overzicht 0 99ii. 13. Infotainmentsysteem op pagina Bediening 0 105ii. 14. Handschoenenkastje op pagina Handschoenenkastje 0 51ii. 15. Klimaatregelsysteem op pagina Elektronisch klimaatregelsysteem 0 137ii. 16. Keuzehendel, handgeschakelde versnellingsbak op pagina Handgeschakelde versnellingsbak 0 151ii. 17. Handrem op pagina Handrem 0 152ii. 18. Contactslot met stuurslot op pagina Contactslotstanden 0 145ii. 19. Claxon op pagina Claxon 0 60ii. Bestuurdersairbag op pagina Airbagsysteem 0 38ii. 20. Stuurwielverstelling op pagina Stuurwielverstelling 0 59ii. 21. Ontgrendelhendel motorkap op pagina Motorkap 0 167ii. 22. Zekeringkastje op pagina Zekeringen 0 180ii. 23. Tractieregelsysteem op pagina Traction Control System (TCS) 0 153ii. Start/stop-systeem op pagina Stop/Start-systeem-functie 0 146ii.

12 Stadsmodus op pagina Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) 0 154ii. Lane departure warning op pagina Lane Departure Warning (LDW) 0 161ii. 24. Lichtschakelaar, Instellen koplampreikwijdte, Mistlampen, Mistachterlicht, Instrumentenverlichting op pagina Lichtschakelaar 0 90ii. Rijverlichting Lichtschakelaar draaien. 9 : Verlichting uit ; : Zijmarkeringslichten 5 : Dimlicht Mistlampen Lichtschakelaar indrukken. # : Voormistlampen s : Mistachterlicht Verlichting 0 Lichtschakelaar 0 90ii. Lichtsignaal, grootlicht en dimlicht Kort en bondig 11 Lichtsignaal: Hendel naar u toe trekken Grootlicht: Hendel van u af duwen Dimlicht: Hendel van u af duwen of naar u toe trekken Grootlicht 0 Grootlicht 0 90ii. Richtingaanwijzers Hendel omhoog: Rechter richtingaanwijzer Hendel omlaag: Linker richtingaanwijzer Richtingaanwijzers 0 Richtingaanwijzers 0 92ii,

13 12 Kort en bondig Parkeerlichten 0 Parkeerlichten 0 93ii. Alarmknipperlichten Claxon Wis-/wasinstallatie voorruit Ruitenwisser Druk op a. Bediend met. Alarmknipperlichten 0 Alarmknipperlichten 0 91ii. 2 : Snel 1 : Langzaam 3 : Intervalwissen O : Uit Hendel omlaag duwen in stand 1 om wissers één slag te laten maken wanneer de voorruitwisser uitgeschakeld is.

14 Kort en bondig 13 Ruitenwisser 0 Wis-/wasinstallatie voorruit 0 60ii, Wisserblad vervangen 0 Wisserblad vervangen 0 172ii. Sproeisysteem voorruit Achterruitwisser en achterruitsproeier Hendel naar u toe trekken. Ruitenwisser 0 Wis-/wasinstallatie voorruit 0 60ii, Sproeiervloeistof 0 Sproeiervloeistof 0 170ii. Druk de wipschakelaar in om de achterruitwisser aan te zetten: Bovenste stand: Korte interval Onderste stand: Lange interval Middenstand: Uit Hendel van u af duwen. Er wordt sproeiervloeistof op de achterruit gespoten en de ruitenwisser maakt enkele slagen. Achterruitwisser/-sproeier 0 Wis-/ wasinstallatie achterruit 0 61ii.

15 14 Kort en bondig Bedieningsorganen voor klimaatregeling Verwarmbare achterruit, verwarmbare buitenspiegels Ruiten ontwasemen en ontdooien Transmissie Handgeschakelde versnellingsbak = indrukken om verwarming in te schakelen. Verwarmbare achterruit 0 Achterruitverwarming 0 29ii. Druk op 5. Stel de temperatuur in op de hoogste stand. Verwarmbare achterruit = AAN. Klimaatregeling 0 Verwarmings- en ventilatiesysteem 0 134ii. Achteruit: vanuit stilstand het koppelingspedaal intrappen en de achteruitrijversnelling inschakelen. Kan de versnelling niet worden ingeschakeld, dan koppeling in de neutrale stand laten opkomen, koppeling weer intrappen en nogmaals schakelen. Handgeschakelde versnellingsbak 0 Handgeschakelde versnellingsbak 0 151ii.

16 De motor starten Voor het wegrijden controleren. Bandenspanning en -staat 0 Bandenspanning 0 186ii.. Motoroliepeil en vloeistofniveaus 0 Motorolie 0 168ii.. Ruiten, spiegels, rijverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en zijn gebruiksklaar.. Controleer de correcte positie van spiegels, stoelen en veiligheidsgordels 0 Bolle buitenspiegels 0 26ii, Stoelpositie 0 32ii,Driepuntsgordel 0 36ii.. Remwerking bij lage snelheid, met name bij natte remmen. De motor starten. De sleutel naar stand 1 draaien.. Het stuurwiel iets verdraaien, opdat het stuurslot vrijkomt.. Trap de koppeling en rem in.. Automatische versnellingsbak in stand P of N.. Geen gas geven.. Draai de sleutel in stand 3 en laat los om de motor te starten. 0 De motor starten 0 145ii. Kort en bondig 15 Stop/Start-systeem Als de auto langzaam rijdt of stilstaat en aan bepaalde voorwaarden is voldaan, activeer dan een Autostop zoals hieronder beschreven:. Trap het koppelingspedaal in. Zet de hendel in de neutraalstand. Laat het koppelingspedaal los Een Autostop wordt aangegeven door de naald op de AUTOSTOP-- positie in de toerenteller.

17 16 Kort en bondig Om de motor te herstarten, moet u het koppelingspedaal opnieuw bedienen. Stop/Start-systeem 0 Stop/Start-- systeem-functie 0 146ii. Parkeerplaats { Waarschuwing. Parkeer de auto niet op een ondergrond die gemakkelijk kan vlamvatten. De ondergrond kan door de hoge temperatuur van het uitlaatgassysteem mogelijk vlam vatten.. Trek altijd de handrem aan. Trek gedurende ong. een seconde aan schakelaar Y.. Schakel de motor uit. (Vervolg) Waarschuwing (Vervolg). oppervlak of opwaartse helling, zet in eerste versnelling of zet de keuzehendel in stand P voordat u de contactsleutel verwijdert. Op een oplopende helling bovendien de voorwielen van de stoeprand wegdraaien. Wanneer de auto op een aflopende helling staat, schakel dan in achteruitversnelling of zet de keuzehendel in stand P voordat u de contactsleutel verwijdert. Bovendien de voorwielen naar de stoeprand toedraaien. (Vervolg) Waarschuwing (Vervolg). Trek de contactsleutel uit een contactslot. Stuurwiel verdraaien totdat het stuurslot voelbaar vergrendelt. Bij auto's met automatische versnellingsbak kan de sleutel alleen worden verwijderd met de keuzehendel in stand P.. Sluit de ruiten.. Vergrendel de auto met Q op de handzender.. Activeer het alarmsysteem 0 Diefstalalarmsysteem 0 25ii.. Koelventilatoren kunnen ook na het afzetten van de motor in werking treden 0 Verwerking van sloopauto 0 166ii.. Laat de motor na hoge motortoeren of een hoge motorbelasting korte tijd met een lage motorbelasting draaien of zo'n 30 seconden in de neutraalstand

18 Kort en bondig 17 draaien alvorens de motor af te zetten om op die manier de turbocompressor te beschermen. Sleutels, sloten 0 Sleutels 0 18ii, Auto een langere tijd stilzetten 0 Auto stallen 0 166ii.

19 18 Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren en ruiten Sleutels en sloten Sleutels Handzender Opgeslagen instellingen Centrale vergrendeling Kindersloten Portieren Bagageruimte Autodiefstalbeveiliging Diefstalalarmsysteem Startbeveiliging Buitenspiegels Bolle spiegels Elektrisch bediende buitenspiegels Inklapbare spiegels Verwarmde spiegels Binnenspiegels Handmatige dimfunctie Ruiten Handbediende ruiten Elektrisch bedienbare ruiten Achterruitverwarming Zonnekleppen Dak Zonnedak Sleutels en sloten Sleutels Reservesleutels Het sleutelnummer staat vermeld op een verwijderbaar label. Bij het bestellen van reservesleutels moet het sleutelnummer worden vermeld aangezien de sleutels deel uitmaken van de startbeveiliging. Sloten 0 Verzorging exterieur 0 203ii.

20 Sleutels, portieren en ruiten 19 Sleutel met uitklapbare sleutelbaard Knop indrukken om uit te klappen. Om in te klappen eerst toets indrukken. Handzender Wordt gebruikt voor:. centrale vergrendeling. diefstalalarmsysteem De afstandsbediening heeft een bereik van ca. 20 meter. Dit kan beperkt worden door invloeden van buitenaf. Brandende alarmknipperlichten dienen als bevestiging. Afstandsbediening met zorg behandelen, vochtvrij houden, beschermen tegen hoge temperaturen en onnodig gebruik vermijden. Storing Als de centrale vergrendeling niet met de handzender kan worden vergrendeld of ontgrendeld, kan dit het gevolg zijn van het volgende:. Bereik overschreden,. Batterijspanning te laag,. Herhaald, opeenvolgend gebruik van de afstandsbediening buiten het bereik, waardoor er opnieuw gesynchroniseerd moet worden,. Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde, snel opeenvolgende activering van de afstandsbediening, waardoor de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken,. Storing door radiogolven afkomstig van externe zenders met een hoog vermogen. Ontgrendelen 0 Centrale vergrendeling 0 21ii.

21 20 Sleutels, portieren en ruiten Batterij van de handzender vervangen Zodra de reikwijdte afneemt, de batterij meteen vervangen. Batterijen horen niet in het huisvuil thuis. Ze moeten via speciale inzamelpunten gerecycled worden. Sleutel met uitklapbare sleutelbaard Sleutelbaard uitklappen en handzender openen. Batterij vervangen (batterijtype CR 2032), let hierbij op de juiste plaatsing. Handzender sluiten en synchroniseren. Sleutel met vaste sleutelbaard Laat de batterij vervangen in een werkplaats. Handzender synchroniseren Na vervanging van de batterij het bestuurdersportier openen met de sleutel in het slot. De handzender wordt gesynchroniseerd wanneer het contact wordt aangezet. Opgeslagen instellingen Elke keer als de sleutel uit de contactschakelaar wordt getrokken, worden de volgende instellingen automatisch door de sleutel opgeslagen:. verlichting. infotainmentsysteem. centrale vergrendeling. comfortinstellingen De opgeslagen instellingen worden de volgende keer automatisch gebruikt wanneer de sleutel met de opgeslagen gegevens in de contactschakelaar wordt gestoken en in stand 0 1Contactslotstanden 0 145ii wordt gedraaid.

22 Een voorwaarde is dat Personalisering door de bestuurder moet geactiveerd zijn in de persoonlijke instellingen van het grafisch infodisplay. Dit moet worden ingesteld voor elke gebruikte sleutel. Bij auto s die zijn uitgerust met een kleureninfodisplay, is de personalisatie permanent ingeschakeld. Persoonlijke instellingen 0 Persoonlijke instellingen 0 83ii. Ontgrendelen Sleutels, portieren en ruiten 21 Persoonlijke instellingen 0 Persoonlijke instellingen 0 83ii. U kunt de instelling opslaan voor de gebruikte sleutel. Opgeslagen instellingen 0 Opgeslagen instellingen 0 20ii. Vergrendelen Portieren, bagageruimte en tankvulklep sluiten. Centrale vergrendeling Portieren, bagageruimte ontgrendelen en vergrendelen. Aanwijzing Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden, wordt het voertuig automatisch ontgrendeld. Druk K.. Om alleen het bestuurdersportier te ontgrendelen, drukt u eenmaal op K. Om alle portieren en de bagageruimte te ontgrendelen, drukt u tweemaal op K. of. druk één keer op K om alle portieren en de bagageruimte te ontgrendelen. U kunt de instelling wijzigen in het menu Instellingen op het infodisplay. Druk Q. Bij een niet goed gesloten bestuurdersportier werkt de centrale vergrendeling niet.

23 22 Sleutels, portieren en ruiten Centrale vergrendelingstoets Vergrendelt of ontgrendelt alle portieren en de bagageruimte vanuit de passagiersruimte. Druk op de centrale-vergrendelingsknop: de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld. Storing in afstandsbediening Ontgrendelen Ontgrendel het bestuurdersportier handmatig door de sleutel in het slot te verdraaien. Contact inschakelen en centrale vergrendelingstoets indrukken om alle portieren en bagageruimte te ontgrendelen. Door het inschakelen van het contact wordt het vergrendelingssysteem gedeactiveerd 0 Diefstalalarmsysteem 0 25ii. Vergrendelen Sluit alle portieren, open het bestuurdersportier, druk op de centrale vergrendelingsknop. De auto wordt vergrendeld. Sluit het bestuurdersportier. Vergrendel het bestuurdersportier handmatig door de sleutel te verdraaien. Storing in centrale vergrendeling Ontgrendelen Ontgrendel het bestuurdersportier handmatig door de sleutel in het slot te verdraaien. U kunt de andere portieren openen door de knopjes op de portieren omhoog te trekken en de binnenhendel omhoog te trekken om de andere portieren te ontgrendelen. De bagageruimte kan niet geopend worden. Zet het contact aan het vergrendelingssysteem te deactiveren 0 Diefstalalarmsysteem 0 25ii.

24 Sleutels, portieren en ruiten 23 Kindersloten Om het kinderslot in te schakelen, zet u de hendel in de vergrendelingsstand. Een portier waarvan het kinderslot is ingeschakeld, kan alleen van buitenaf worden geopend. Om het kinderslot uit te schakelen, schuift u de hendel in de ontgrendelstand. Portieren Bagageruimte Achterklep { Waarschuwing Gebruik de kindersloten als er kinderen op de achterbank zitten. Voorzichtig Trek niet aan de binnenportiergreep terwijl het kinderslot in de stand LOCK (vergrendeld) staat. Dat kan leiden tot schade aan de portiergreep binnenzijde. Openen Open de achterklep met alle portieren ontgrendeld door op de tiptoets aan de onderkant van de achterklephandgreep te drukken en deze op te tillen. Centrale vergrendeling 0 Centrale vergrendeling 0 21ii.

25 24 Sleutels, portieren en ruiten Sluiten Gebruik de handgreep aan de binnenkant om de achterklep te laten zakken en te sluiten. Druk niet op de tiptoets terwijl u de achterklep sluit, anders zal deze opnieuw ontgrendelen. Centrale vergrendeling 0 Centrale vergrendeling 0 21ii. Algemene tips voor de bediening van de achterklep { Gevaar Rijd niet met een geopende of slecht afgesloten achterklep, bijv. wanneer u omvangrijke bagage vervoert, omdat er dan giftige, onzichtbare en reukloze uitlaatgassen de auto kunnen binnendringen. Dit kan bewusteloosheid en zelfs de dood tot gevolg hebben. Voorzichtig Voordat u de achterklep opent, moet u kijken of er boven de auto niets in de weg zit, zoals een garagedeur, zodat u de achterklep niet beschadigt. Controleer altijd het gedeelte boven en achter de achterklep. Aanwijzing Afhankelijk van het gewicht van eventueel gemonteerde accessoires blijft de achterklep mogelijk niet in geopende stand staan.

26 Sleutels, portieren en ruiten 25 Autodiefstalbeveiliging Diefstalalarmsysteem Het bewaakt:. portieren, achterklep, motorkap. contact Bij het ontgrendelen van de auto worden beide systemen tegelijk uitgeschakeld. De status-led is geïntegreerd in de sensor boven op het instrumentenpaneel. Status tijdens de eerste 30 seconden na het activeren van het alarmsysteem: Led gaat branden: test, activeren wordt uitgesteld. Led knippert snel: portieren, achterklep of motorkap zijn niet goed gesloten, of systeemfout. Deactivering Als u de auto ontgrendeld door op de handzender op K te drukken, wordt het diefstalalarmsysteem uitgeschakeld. Alarm Het alarm kan worden afgezet door het indrukken van een willekeurige toets op de handzender of door het inschakelen van het contact. U kunt het diefstalalarmsysteem weer inschakelen door op K te drukken of het contact aan te zetten. Automatische portiervergrendeling Wanneer geen enkel portier wordt geopend of de contactsleutel binnen 3 minuten nadat de portieren zijn ontgrendeld via de handzender niet in stand 1 of stand 2 wordt gezet, worden alle portieren weer vergrendeld en wordt het diefstalalarmsysteem automatisch ingeschakeld. Automatische portierontgrendeling Alle portieren ontgrendelen automatisch zodra de botsingssensoren een botsingssignaal ontvangen terwijl het contact AAN stand 2 staat. Wel zullen de portieren mogelijk niet ontgrendelen als er mechanische problemen zijn opgetreden met het systeem voor portiervergrendeling of met het accuvoedingsysteem. Startbeveiliging Het systeem is onderdeel van de contactschakelaar en het controleert of de auto met de gebruikte sleutel mag worden gestart.

27 26 Sleutels, portieren en ruiten De startbeveiliging activeert zichzelf automatisch nadat u de sleutel uit de contactschakelaar hebt gehaald. Knippert de controlelamp A nadat het contact is ingeschakeld, dan is er een storing in het systeem: de auto kan niet worden gestart. Contact uitschakelen en opnieuw proberen te starten. Als de controlelamp A blijft knipperen, kunt u proberen om de motor met de reservesleutel te starten en daarna de hulp van een werkplaats inroepen. Aanwijzing De startbeveiliging vergrendelt de portieren niet. Vergrendel daarom steeds na het verlaten van de auto de portieren en schakel het diefstalalarmsysteem 0 in Centrale vergrendeling 0 21ii, Diefstalalarmsysteem 0 25ii. Controlelamp A 0 Lampje van de startbeveiliging 0 73ii. Buitenspiegels Bolle spiegels De vergrotende buitenspiegel heeft een asferisch deel dat de dode hoeken verkleint. Door de vorm van de spiegel lijken voorwerpen kleiner dan ze zijn, waardoor afstanden moeilijker zijn in te schatten. Elektrisch bediende buitenspiegels Selecteer de gewenste buitenspiegel door de knop naar links (L) of rechts (R) te draaien. Beweeg daarna de knop om de spiegel te verstellen. In de stand 0 is geen enkele spiegel geselecteerd. Inklapbare spiegels Omwille van de veiligheid van de voetgangers zwenken de buitenspiegels uit hun reguliere montagepositie als ze hard tegen iets slaan. Zet de spiegel weer terug door voorzichtig tegen het spiegelhuis te drukken.

28 Verwarmde spiegels Binnenspiegels Handmatige dimfunctie Sleutels, portieren en ruiten 27 Ruiten Handbediende ruiten Om in te schakelen = indrukken. De verwarming werkt bij een draaiende motor en wordt na korte tijd automatisch uitgeschakeld. Om verblinding te verminderen, de hendel aan de onderkant van de spiegelbehuizing gebruiken. De portierruiten zijn met de handslingers te bedienen.

29 28 Sleutels, portieren en ruiten Elektrisch bedienbare ruiten { Waarschuwing Wees voorzichtig bij het gebruik van de elektrische ruitbediening. Er bestaat verwondingsgevaar, met name voor kinderen. Wees voorzichtig bij het sluiten van de ruiten. Zorg ervoor dat er niets wordt afgeklemd tussen de ruiten terwijl ze bewegen. Elektrisch bediende ruiten kunnen worden bediend met het contact in stand 2. Druk de schakelaar van de desbetreffende ruit in om de ruit te openen of trek aan de schakelaar om de ruit te sluiten. Bediening Druk de schakelaar omlaag om de ruit te openen. Om de ruit te sluiten, haalt u de schakelaar omhoog. Laat de schakelaar los als de ruit de gewenste positie heeft bereikt. Auto omhoog/omlaag Om de ruit volledig automatisch te openen, drukt u de schakelaar volledig omlaag. Om de ruit volledig automatisch te sluiten, trekt u de schakelaar volledig omhoog. In automatisch bedrijf opent en sluit de ruit zelfs volledig als u de schakelaar loslaat. Om de ruit op een gewenste stand te stoppen terwijl de ruit beweegt, trekt u de schakelaar omhoog of duwt u deze omlaag in de tegenovergestelde richting van de beweging. Beveiligingsfunctie Stuit de ruit tijdens het automatisch sluiten boven de middelste stand op weerstand, dan stopt het sluiten onmiddellijk en beweegt de ruit weer omlaag. Overbelasting Worden de ruiten in korte tijd meermaals bediend, dan wordt de ruitbediening enige tijd gedeactiveerd. Elektrisch bediende ruiten initialiseren Wanneer u de ruiten niet automatisch kunt sluiten (bijv. na het loskoppelen van de accu), activeer de ruitelektronica als volgt: 1. Portieren sluiten. 2. Contact inschakelen. 3. Sluit de ruit helemaal en houd de schakelaar daarna nog 2 seconden uitgetrokken.

30 4. Herhaal dit voor elke ruit. Kinderbeveiliging voor achterportierruiten Achterruitverwarming Sleutels, portieren en ruiten 29 Dak Zonnedak Druk op schakelaar v om elektrisch bediende ruiten achter te deactiveren. Voor het activeren nogmaals op v drukken. Om in te schakelen + indrukken. De verwarming werkt bij een draaiende motor en wordt na korte tijd automatisch uitgeschakeld. Zonnekleppen Om verblinding te vermijden kunnen de zonnekleppen worden neergeklapt en opzij worden gedraaid. Afdekkingen van eventueel in de zonnekleppen aanwezige make-upspiegels tijdens het rijden gesloten houden. { Waarschuwing Wees voorzichtig bij het gebruik van het zonnedak. Er bestaat verwondingsgevaar, met name voor kinderen. Houd tijdens de bediening alle bewegende delen goed in de gaten. Zorg ervoor dat er niets wordt afgeklemd tussen de ruiten terwijl ze bewegen. U kunt het zonnedak met ingeschakeld contact bedienen.

31 30 Sleutels, portieren en ruiten Omhoogbrengen Houd schakelaar 1 ingedrukt totdat het zonnedak van achteren omhoog komt. Openen Druk in de geheven stand op schakelaar 1 en laat hem los: het zonnedak wordt automatisch tot de eindstand geopend. Om de beweging vóór de eindstand te stoppen drukt u nogmaals op de schakelaar. Sluiten Houd schakelaar 2 ingedrukt in elke willekeurige stand totdat het zonnedak helemaal is gesloten. Als u de schakelaar loslaat, stopt de beweging in elke willekeurige stand. Aanwijzing Als de bovenkant van het zonnedak nat is, het dak kantelen om het water te laten aflopen en daarna het zonnedak openen. Geen stickers op het zonnedak aanbrengen. Zonnescherm Het zonnescherm wordt handmatig bediend. Schuif het zonnescherm open of dicht. Wanneer het zonnedak openstaat, is het zonnescherm altijd open.

32 Stoelen en veiligheidssystemen Hoofdsteunen Stand Stoelen en veiligheidssystemen 31 Hoofdsteunen van voorstoelen Hoofdsteunen Hoofdsteunen Voorstoelen Stoelpositie Stoelverstelling Verwarmde voorstoelen Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels Driepuntsgordel Airbagsysteem Airbagsysteem Frontaal airbagsysteem Zijdelings airbagsysteem Gordijnairbagsysteem Airbag deactiveren Kinderzitjes Kinderzitjes Inbouwposities kinderveiligheidssystemen ISOFIX-kinderzitjes Top-Tether-bevestigingsogen { Waarschuwing Rij alleen met de hoofdsteun in de juiste stand. De bovenzijde van de hoofdsteun moet op gelijke hoogte zijn als de bovenzijde van het hoofd. Is dit bij zeer lange personen niet mogelijk, dan de hoofdsteun in de hoogste stand zetten (bij zeer kleine personen de hoofdsteun juist in de laagste stand zetten). Hoogteverstelling Druk op de ontgrendelingsknop, verstel de hoogte, laat vastklikken.

33 32 Stoelen en veiligheidssystemen Hoofdsteunen van achterbank Demonteren Voorstoelen Stoelpositie { Waarschuwing Rij alleen wanneer de stoel correct is afgesteld. Hoogteverstelling Hoofdsteun omhoogtrekken of borgveren indrukken om hoofdsteun te ontgrendelen en omlaag te schuiven. Druk op beide vergrendelingen en trek de hoofdsteun omhoog en verwijder hem. { Gevaar Zit met uw bovenlichaam niet dichter dan 25 cm bij het stuurwiel, opdat de airbag veilig kan ontplooien. { Waarschuwing Verstel de stoelen nooit onderweg, om onbeheerst bewegen ervan te voorkomen. { Waarschuwing Nooit voorwerpen onder de stoelen plaatsen.

34 Stoelen en veiligheidssystemen 33. Met zitvlak zo ver mogelijk tegen de rugleuning zitten. De afstand tot de pedalen zo instellen dat de benen bij het intrappen van de pedalen licht gebogen zijn. De passagiersstoel voorin zover mogelijk naar achteren schuiven.. De zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en alle instrumenten goed kunt aflezen. Tussen hoofd en hemelbekleding moet minstens een handbreed tussenruimte zitten. Uw dijen dienen licht op de zitting rusten, zonder druk uit te oefenen.. Met schouders zo ver mogelijk tegen de rugleuning zitten. Stel de hoek van de rugleuning zo in dat u het stuurwiel gemakkelijk met licht gebogen armen kunt vastpakken. Bij het verdraaien van het stuurwiel, contact blijven houden tussen schouders en rugleuning. De rugleuning mag niet te ver achteroverhellen. De aanbevolen hellingshoek bedraagt maximaal ca Stel het stuurwiel in 0 Stuurwielverstelling Stel de hoofdsteun in 0 Hoofdsteunen Hoogte veiligheidsgordel instellen 0 Driepuntsgordel Stel de stoel en het stuurwiel zodanig af dat de pols boven op het stuurwiel rust, met gestrekte arm en de schouders tegen de rugleuning. Stoelverstelling Langsverstelling Aan handgreep trekken, stoel verschuiven, handgreep loslaten. Probeer de stoel heen en weer te bewegen om na te gaan of deze op zijn plaats zit.

35 34 Stoelen en veiligheidssystemen Rugleuninghoek Zithoogte Verwarmde voorstoelen Trek aan de hendel, stel de rugleuning in en laat de hendel los. Laat de rugleuning hoorbaar vastklikken. Pompbeweging van de hendel Omhoog: stoel hoger Omlaag: Stoel omlaag Activeer de stoelverwarming door op L te drukken voor de betreffende voorstoel. De activering wordt aangeduid door de LED in de toets. Druk nogmaals op L om de stoelverwarming te deactiveren. Het verwarmen van de passagiersstoel kan langer duren.

36 Stoelen en veiligheidssystemen 35 De stoelverwarming werkt bij een draaiende motor en tijdens een Autostop. Stop/Start-systeem 0 Stop/Start-- systeem Veiligheidsgordels Waarschuwing (Vervolg) Inzittenden die geen gebruik maken van de veiligheidsgordel brengen bij eventuele aanrijdingen medepassagiers en zichzelf in gevaar. De veiligheidsgordels worden bij snel optrekken of hard remmen geblokkeerd om de inzittenden op hun stoel te houden. Daardoor neemt het gevaar voor letsel aanzienlijk af. { Waarschuwing Veiligheidsgordel vóór elke rit omdoen. (Vervolg) Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor gebruik door slechts één persoon tegelijk.0 Kinderveiligheidssystemen Alle onderdelen van het gordelsysteem regelmatig op schade, verontreiniging en juiste werking controleren. Beschadigde onderdelen laten vervangen. Na een aanrijding de veiligheidsgordels en de gordelspanners door een werkplaats laten vervangen. Aanwijzing Zorg dat de veiligheidsgordels niet door schoenen of voorwerpen met scherpe randen beschadigd raken klem komen te zitten. Oprolautomaten vrijhouden van vuil.

37 36 Stoelen en veiligheidssystemen Gordelverklikker > 0 Gordelverklikkers Gordelwaarschuwing De voorstoelen zijn met een gordelverklikker uitgerust, aangegeven voor de bestuurdersstoel door controlelamp > in de toerenteller en voor de passagiersstoel door de controlelampen in het bestuurdersinformatiecentrum 0 Gordelverklikkers Gordelkrachtbegrenzers De kracht die inwerkt op de carrosserie wordt beperkt doordat de gordels tijdens een botsing geleidelijk worden ontspannen. Gordelspanners De veiligheidsgordels worden bij een voldoende zware frontale botsing of bij een aanrijding van achteren strakgetrokken. { Waarschuwing Verkeerd gebruik (bijv. bij demonteren of inbouwen van gordels) kan de gordelspanners activeren met risico op letsel. Geactiveerde gordelspanners zijn te herkennen aan de brandende controlelamp 9 0 Gordelverklikkers Geactiveerde gordelspanners door een werkplaats laten vervangen. Gordelspanners worden slechts eenmaal geactiveerd. Aanwijzing Bevestig of installeer geen accessoires of andere voorwerpen waardoor de werking van de gordelspanners belet kan worden. Wijzig de onderdelen van de gordelspanners niet omdat hierdoor de goedkeuring van het autotype ongeldig wordt. Driepuntsgordel Veiligheidsgordel omdoen Gordel uit de oprolautomaat trekken, zonder te verdraaien voor u langs halen en de gesp in het slot steken. Heupgordel tijdens het rijden van tijd tot tijd strak trekken door aan de schoudergordel te trekken Gordelverklikker 0 Gordelverklikkers 0 69.

38 Stoelen en veiligheidssystemen 37 Veiligheidsgordel afdoen Gebruik van de veiligheidsgordel tijdens de zwangerschap Loszittende kleding belemmert het strak trekken van de gordel. Geen voorwerpen zoals handtassen of mobiele telefoons tussen de gordel en uw lichaam leggen. { Waarschuwing De riem mag niet over harde of breekbare voorwerpen in de zakken van uw kleding liggen. Om de gordel los te maken, de rode knop van het gordelslot indrukken. { Waarschuwing De heupgordel moet zo laag mogelijk over het bekken worden geplaatst om druk op de onderbuik te voorkomen.

39 38 Stoelen en veiligheidssystemen Airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit een aantal afzonderlijke systemen afhankelijk van de omvang van de apparatuur. Bij het afgaan worden de airbags binnen enkele milliseconden gevuld. Ook het leeglopen van de airbags verloopt zo snel, dat dit tijdens een aanrijding vaak niet eens wordt opgemerkt. { Waarschuwing Wanneer de airbagsystemen verkeerd worden gebruikt, kunnen ze op een explosieve manier ontploffen. Aanwijzing Ter hoogte van de middenconsole zitten de regelelektronica van het airbagsysteem en de gordelspanners. In dit gebied geen magnetische voorwerpen plaatsen. Airbagafdekkingen niet beplakken of met materialen afdekken. Elke airbag treedt slechts eenmaal in werking. Geactiveerde airbags onmiddellijk laten vervangen door een werkplaats. Ook moeten eventueel het stuurwiel, het instrumentenbord, plaatwerk, de portierafdichtingen, handgrepen en de stoelen worden vervangen. Maak geen aanpassingen aan het airbagsysteem omdat hierdoor de goedkeuring voor het voertuigtype komt te vervallen. Wanneer de airbags worden opgeblazen, kunnen ontsnappende hete gassen brandwonden veroorzaken. Controlelamp 9 voor airbagsystemen 0 Verklikkerlampje airbag en gordelspanner Kinderveiligheidssystemen op voorpassagiersstoel met airbagsystemen Waarschuwing conform ECE R94.02: EN: NEVER use a rearward-facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it; DEATH or SERIOUS INJURY to the CHILD can occur. DE: Nach hinten gerichtete Kindersitze NIEMALS auf einem Sitz verwenden, der durch einen davor befindlichen AKTIVEN AIRBAG geschützt ist, da dies den TOD oder SCHWERE VERLETZUNGEN DES KINDES zur Folge haben kann. FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'enfant orienté vers l'arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE ACTIF placé devant

40 Stoelen en veiligheidssystemen 39 lui, sous peine d'infliger des BLESSURES GRAVES, voire MORTELLES à l'enfant. ES: NUNCA utilice un sistema de retención infantil orientado hacia atrás en un asiento protegido por un AIRBAG FRONTAL ACTIVO. Peligro de MUERTE o LESIONES GRAVES para el NIÑO. RU: ЗАПРЕЩАЕТСЯ устанавливать детское удерживающее устройство лицом назад на сиденье автомобиля, оборудованном фронтальной подушкой безопасности, если ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это может привести к СМЕРТИ или СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ РЕБЕНКА. NL: Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een stoel met een ACTIEVE AIRBAG ervoor, om DODELIJK of ERNSTIG LETSEL van het KIND te voorkomen. DA: Brug ALDRIG en bagudvendt autostol på et forsæde med AKTIV AIRBAG, BARNET kan komme i LIVSFARE eller komme ALVOR- LIGT TIL SKADE. SV: Använd ALDRIG en bakåtvänd barnstol på ett säte som skyddas med en framförvarande AKTIV AIRBAG. DÖDSFALL eller ALLVAR- LIGA SKADOR kan drabba BARNET. FI: ÄLÄ KOSKAAN sijoita taaksepäin suunnattua lasten turvaistuinta istuimelle, jonka edessä on AKTIIVINEN TURVATYYNY, LAPSI VOI KUOLLA tai VAMMAUTUA VAKAVASTI. NO: Bakovervendt barnesikringsutstyr må ALDRI brukes på et sete med AKTIV KOLLISJONSPUTE foran, da det kan føre til at BARNET utsettes for LIVSFARE og fare for ALVORLIGE SKADER. PT: NUNCA use um sistema de retenção para crianças voltado para trás num banco protegido com um AIRBAG ACTIVO na frente do mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na CRIANÇA. IT: Non usare mai un sistema di sicurezza per bambini rivolto all'indietro su un sedile protetto da AIRBAG ATTIVO di fronte ad esso: pericolo di MORTE o LESIONI GRAVI per il BAMBINO! EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ, διότι το παιδί μπορεί να υποστεί ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ. PL: NIE WOLNO montować fotelika dziecięcego zwróconego tyłem do kierunku jazdy na fotelu, przed którym znajduje się WŁĄCZONA PODUSZKA POWIETRZNA. Niezastosowanie się do tego zalecenia może być przyczyną ŚMIERCI lub POWAŻNYCH OBRAŻEŃ u DZIECKA. TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet sistemini KESİNLİKLE önünde bir AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun-

41 40 Stoelen en veiligheidssystemen makta olan bir koltukta kullanmayınız. ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR ŞEKİLDE YARALANABİLİR. UK: НІКОЛИ не використовуйте систему безпеки для дітей, що встановлюється обличчям назад, на сидінні з УВІМКНЕНОЮ ПОДУШКОЮ БЕЗПЕКИ, інакше це може призвести до СМЕРТІ чи СЕРЙОЗНОГО ТРАВМУВАННЯ ДИТИНИ. HU: SOHA ne használjon hátrafelé néző biztonsági gyerekülést előlről AKTÍV LÉGZSÁKKAL védett ülésen, mert a GYERMEK HALÁLÁT vagy KOMOLY SÉRÜLÉSÉT okozhatja. HR: NIKADA nemojte koristiti sustav zadržavanja za djecu okrenut prema natrag na sjedalu s AKTIVNIM ZRAČNIM JASTUKOM ispred njega, to bi moglo dovesti do SMRTI ili OZBILJNJIH OZLJEDA za DIJETE. SL: NIKOLI ne nameščajte otroškega varnostnega sedeža, obrnjenega v nasprotni smeri vožnje, na sedež z AKTIVNO ČELNO ZRAČNO BLAZINO, saj pri tem obstaja nevarnost RESNIH ali SMRTNIH POŠKODB za OTROKA. SR: NIKADA ne koristiti bezbednosni sistem za decu u kome su deca okrenuta unazad na sedištu sa AKTIVNIM VAZDUŠNIM JASTUKOM ispred sedišta zato što DETE može da NASTRADA ili da se TEŠKO POVREDI. MK: НИКОГАШ не користете детско седиште свртено наназад на седиште заштитено со АКТИВНО ВОЗДУШНО ПЕРНИЧЕ пред него, затоа што детето може ДА ЗАГИНЕ или да биде ТЕШКО ПОВРЕДЕНО. BG: НИКОГА не използвайте детска седалка, гледаща назад, върху седалка, която е защитена чрез АКТИВНА ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА пред нея - може да се стигне до СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на ДЕТЕТО. RO: Nu utilizaţi NICIODATĂ un scaun pentru copil îndreptat spre partea din spate a maşinii pe un scaun protejat de un AIRBAG ACTIV în faţa sa; acest lucru poate duce la DECESUL sau VĂTĂMAREA GRAVĂ a COPILULUI. CS: NIKDY nepoužívejte dětský zádržný systém instalovaný proti směru jízdy na sedadle, které je chráněno před sedadlem AKTIVNÍM AIRBAGEM. Mohlo by dojít k VÁŽNÉMU PORANĚNÍ nebo ÚMRTÍ DÍTĚTE. SK: NIKDY nepoužívajte detskú sedačku otočenú vzad na sedadle chránenom AKTÍVNYM AIRBAGOM, pretože môže dôjsť k SMRTI alebo VÁŽNYM ZRANE- NIAM DIEŤAŤA. LT: JOKIU BŪDU nemontuokite atgal atgręžtos vaiko tvirtinimo sistemos sėdynėje, prieš kurią įrengta AKTYVI ORO PAGALVĖ, nes VAIKAS GALI ŽŪTI arba RIMTAI SUSIŽALOTI. LV: NEKĀDĀ GADĪJUMĀ neizmantojiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti sēdvietā, kas tiek aizsargāta ar tās priekšā uzstādītu

42 Stoelen en veiligheidssystemen 41 AKTĪVU DROŠĪBAS SPILVENU, jo pretējā gadījumā BĒRNS var gūt SMAGAS TRAUMAS vai IET BOJĀ. ET: ÄRGE kasutage tahapoole suunatud lapseturvaistet istmel, mille ees on AKTIIVSE TURVAPAD- JAGA kaitstud iste, sest see võib põhjustada LAPSE SURMA või TÕSISE VIGASTUSE. MT: QATT tuża trażżin għat-tfal li jħares lejn in-naħa ta' wara fuq sit protett b'airbag ATTIV quddiemu; dan jista' jikkawża l-mewt jew ĠRIEĦI SERJI lit-tfal. Gebruik afgezien van de waarschuwing conform ECE R94.02 omwille van de veiligheid nooit een kinderveiligheidssysteem op de passagiersstoel met actieve frontairbag. { Gevaar Gebruik geen kinderveiligheidssysteem op de passagiersstoel met actieve frontairbag. Airbag deactiveren 0 Schakelaar Airbag deactiveren Frontaal airbagsysteem Het frontale airbagsysteem bestaat uit een airbag in het stuurwiel en een airbag in het instrumentenpaneel aan de passagierszijde. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG. Het frontairbagsysteem treedt in werking bij een voldoende krachtige aanrijding aan de voorzijde. Het contact moet ingeschakeld zijn. De opgeblazen airbags dempen de schok, waardoor het risico van letsel aan het bovenlichaam en hoofd van de inzittenden op de voorstoelen aanzienlijk wordt verminderd. { Waarschuwing Optimale bescherming wordt alleen geboden wanneer de stoel in de juiste stand staat 0 Stoelpositie Houd het gebied waarin de airbag wordt opgeblazen vrij van obstakels. Doe de veiligheidsgordel correct om en zet deze goed vast. Alleen dan kan de airbag bescherming bieden. U vindt het airbaglabel aan beide zijden van de zonneklep aan passagierszijde.

43 42 Stoelen en veiligheidssystemen Zijdelings airbagsysteem Het zijdelingse airbagsysteem bestaat uit airbags in de rugleuningen van de beide voorstoelen. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG. Het zijairbagsysteem treedt in werking bij een voldoende krachtige zijdelingse aanrijding. Het contact moet ingeschakeld zijn. De opgeblazen airbags dempen de schok, waardoor het risico van letsel aan het bovenlichaam en het bekken aanzienlijk wordt verminderd in geval van een botsing aan de zijkant. { Waarschuwing Houd het gebied waarin de airbag wordt opgeblazen vrij van obstakels. Aanwijzing Gebruik uitsluitend stoelhoezen die voor de auto zijn goedgekeurd. De airbags niet afdekken. Gordijnairbagsysteem Het hoofdairbagsysteem bestaat uit een airbag aan weerskanten in het dakframe. Ze zijn te herkennen aan het opschrift AIRBAG op de dakstijlen. Het gordijnairbagsysteem wordt geactiveerd bij een botsing aan de zijkant van een bepaalde hevigheid. Het contact moet ingeschakeld zijn. De opgeblazen airbags dempen de schok, waardoor het risico van letsel aan het hoofd aanzienlijk wordt verminderd in geval van een botsing aan de zijkant.

44 Stoelen en veiligheidssystemen 43 { Waarschuwing Houd het gebied waarin de airbag wordt opgeblazen vrij van obstakels. De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt om lichte kledingstukken, zonder kleerhangers, aan op te hangen. Geen voorwerpen in de kledingstukken bewaren. Airbag deactiveren Wanneer u een kinderveiligheidssysteem op de voorstoel gebruikt, moet u het airbagsysteem van de passagier deactiveren. Het zijairbag- en het gordijnairbagsysteem, de gordelvoorspanners en alle airbagsystemen van de bestuurder blijven actief. Het passagiersairbagsysteem kan worden uitgeschakeld via een sleutelschakelaar aan de rechterkant van het instrumentenpaneel. Gebruik de contactsleutel om de positie te kiezen: U = airbags voor de passagier vooraan zijn gedeactiveerd en gaan niet af bij een aanrijding. De controlelamp U brandt continu. Het is mogelijk een kinderveiligheidssysteem te monteren zoals aangegeven in de tabel. V = airbags voor de passagier vooraan zijn geactiveerd. U mag geen kinderveiligheidssystemen aanbrengen. { Gevaar Risico van dodelijk letsel voor een kind dat een kinderveiligheidssysteem op een stoel gebruikt met geactiveerde airbag van de voorpassagier. Risico van dodelijk letsel voor een volwassene op een stoel met gedeactiveerde airbag van de voorpassagier.

45 44 Stoelen en veiligheidssystemen Als het controlelampje U ongeveer 60 seconden na het inschakelen van het contact oplicht, werkt het passagiersairbagsysteem voor bij een botsing.status blijft actief tot de volgende verandering. Wanneer beide controlelampen tegelijkertijd branden, is er een systeemstoring. De status van het systeem kan niet worden vastgesteld, zodat niemand op de passagiersstoel mag gaan zitten. Onmiddellijk contact opnemen met een werkplaats. Verander de status alleen tijdens stilstand terwijl het contact is uitgeschakeld. Status blijft actief tot de volgende verandering. Controlelamp airbag-deactivering 0 Lampje Airbag-deactivering Kinderzitjes Wij bevelen de volgende kinderveiligheidssystemen aan die specifiek voor montage in uw auto geschikt zijn:. Groep 0, groep 0+ Maxi-Cosi Cabriofix met ISOFIX-base, voor kinderen tot 13 kg.. Groep I Duo Plus met ISOFIX en Top-Tether, in deze groep.. Groep II, groep III Kidfix met of zonder ISOFIX voor kinderen van 15 tot 36 kg. Wanneer u een kinderveiligheidssysteem gebruikt, moet u de gebruikers- en montagehandleiding én de instructies bij het kinderveiligheidssysteem opvolgen. Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kinderveiligheidssystemen op bepaalde zitplaatsen verboden.

46 Stoelen en veiligheidssystemen 45 { Gevaar Bij gebruik van een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje op de rechter voorstoel moet het airbagsysteem voor die stoel worden uitgeschakeld. Dit geldt ook voor bepaalde in de rijrichting geplaatste kinderzitjes zoals aangegeven in de tabellen. Airbag deactiveren 0 Schakelaar Airbag deactiveren Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats om een kinderzitje vast te maken. Kinderen zo lang mogelijk tegen de rijrichting in vervoeren. Hierdoor wordt de nog erg zwakke ruggengraat van het kind bij een ongeval minder belast. Veiligheidssystemen die voldoen aan de van toepassing zijnde UN ECE-voorschriften, zijn hiervoor geschikt. Raadpleeg de plaatselijke wetgeving en richtlijnen voor het verplichte gebruik van kinderveiligheidssystemen. Het kinderveiligheidssysteem dat u gaat monteren, moet geschikt zijn voor het autotype. Het kinderveiligheidssysteem moet op de juiste plaats in de auto worden bevestigd. Raadpleeg de hiernavolgende tabellen. Verwijder vóór het aanbrengen van een kinderveiligheidssysteem zo nodig de hoofdsteun achter. Laat kinderen alleen in en uit de auto stappen aan de kant die van het verkeer vandaan gericht is. Wanneer het kinderveiligheidssysteem niet wordt gebruikt, moet u vastzetten met een veiligheidsgordel of verwijderen. Aanwijzing Kinderveiligheidssystemen niet beplakken of met andere materialen afdekken. Een kinderveiligheidssysteem dat tijdens een aanrijding werd belast moet worden vervangen.

47 46 Stoelen en veiligheidssystemen Inbouwposities kinderveiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem Gewichts- of leeftijdsgroep Groep 0: tot 10 kg of ca. 10 maanden Groep 0+: tot 13 kg of ca. 2 jaar Groep I: 9 tot 18 kg of ca. 8 maanden tot 4 jaar Groep II: 15 tot 25 kg of ca. 3 tot 7 jaar Groep III: 22 tot 36 kg of ca. 6 tot 12 jaar Op passagiersstoel geactiveerde airbag gedeactiveerde airbag Op buitenste zitplaatsen achterin Op middelste zitplaats achterin X U 1) U 2) X X U 1) U 2) X X U 1) U 2) X X X U 2) X X X U 2) X U : Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel. X : Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan. 1) : Stel de rugleuninginclinatie van de voorstoel in op de rechte stand. 2) : Beweeg de bestuurders- en/of passagiersstoel naar voren en zet de rugleuning rechtop zodat het kinderveiligheidssysteem geen hinder ondervindt van de rugleuning van de voorstoel.

OPEL ASTRA. Gebruikershandleiding

OPEL ASTRA. Gebruikershandleiding OPEL ASTRA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 23 Stoelen, veiligheidssystemen... 41 Opbergen... 63 Instrumenten en bedieningsorganen... 104

Nadere informatie

OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding

OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 47 Opbergen... 72 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

2 Inleiding. Inleiding

2 Inleiding. Inleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 39 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 66 Verlichting... 98 Infotainmentsysteem...

Nadere informatie

2 Inleiding. Inleiding

2 Inleiding. Inleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 33 Opbergen... 51 Instrumenten en bedieningsorganen... 56 Verlichting... 93 Klimaatregeling...

Nadere informatie

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter Panoramadak Dankzij het brede glazen dak zijn het zicht en de lichtinval in het interieur ongekend. 78 Te openen achterruit (SW) Dankzij deze voorziening hebt u eenvoudig toegang tot de bagageruimte zonder

Nadere informatie

2 Inleiding. Inleiding

2 Inleiding. Inleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 32 Opbergen... 53 Instrumenten en bedieningsorganen... 60 Verlichting... 77 Infotainmentsysteem...

Nadere informatie

OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding

OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 67 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

OPEL AMPERA. Gebruikershandleiding

OPEL AMPERA. Gebruikershandleiding OPEL AMPERA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 52 Instrumenten en bedieningsorganen... 59

Nadere informatie

Orlando. Instructieboekje

Orlando. Instructieboekje Orlando Instructieboekje Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 61 Instrumenten en bedieningsorganen... 67 Verlichting...

Nadere informatie

Cruze. Instructieboekje

Cruze. Instructieboekje Cruze Instructieboekje Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 40 Opbergen... 59 Instrumenten en bedieningsorganen... 70 Verlichting...

Nadere informatie

MOKKA X Gebruikershandleiding

MOKKA X Gebruikershandleiding MOKKA X Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 40 Opbergen... 61 Instrumenten en bedieningsorganen... 79 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL AMPERA. Gebruikershandleiding

OPEL AMPERA. Gebruikershandleiding OPEL AMPERA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 52 Instrumenten en bedieningsorganen... 60

Nadere informatie

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN E81931 2 U mag de stoel niet tijdens het rijden verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1 De stoel, de hoofdsteun, de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 39 Opbergen... 59 Instrumenten en bedieningsorganen... 77 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL Vivaro Gebruikershandleiding

OPEL Vivaro Gebruikershandleiding OPEL Vivaro Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 45 Opbergen... 70 Instrumenten en bedieningsorganen... 78

Nadere informatie

OPEL Astra Gebruikershandleiding

OPEL Astra Gebruikershandleiding OPEL Astra Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 22 Stoelen, veiligheidssystemen... 40 Opbergen... 62 Instrumenten en bedieningsorganen... 104

Nadere informatie

OPEL ASTRA Gebruikershandleiding

OPEL ASTRA Gebruikershandleiding OPEL ASTRA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 39 Opbergen... 62 Instrumenten en bedieningsorganen... 101

Nadere informatie

Dit instructieboekje gebruiken

Dit instructieboekje gebruiken Inhoudsopgave Inleiding...1 Kort en bondig...3 Sleutels, portieren en ruiten...17 Stoelen, hoofdsteunen...35 Opbergruimte...59 Instrumenten en bedieningsorganen... 71 Verlichting...107 Infotainment- systeem...115

Nadere informatie

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting - 2 Instrumentenpaneel - 3 Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer

Nadere informatie

OPEL MOKKA Gebruikershandleiding

OPEL MOKKA Gebruikershandleiding OPEL MOKKA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 54 Instrumenten en bedieningsorganen... 71

Nadere informatie

OPEL MOKKA. Gebruikershandleiding

OPEL MOKKA. Gebruikershandleiding OPEL MOKKA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 52 Instrumenten en bedieningsorganen... 71

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 39 Opbergen... 62 Instrumenten en bedieningsorganen... 75 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL AMPERA. Gebruikershandleiding

OPEL AMPERA. Gebruikershandleiding OPEL AMPERA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 37 Opbergen... 57 Instrumenten en bedieningsorganen... 65

Nadere informatie

F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S

F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S Raadpleeg voor een uitvoerige beschrijving en meer informatie, of in noodgevallen, het instructieboek. DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting

Nadere informatie

OPEL Mokka Gebruikershandleiding

OPEL Mokka Gebruikershandleiding OPEL Mokka Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 75

Nadere informatie

OPEL MOKKA. Gebruikershandleiding

OPEL MOKKA. Gebruikershandleiding OPEL MOKKA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 75

Nadere informatie

KARL Gebruikershandleiding

KARL Gebruikershandleiding KARL Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 33 Opbergen... 51 Instrumenten en bedieningsorganen... 58 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL Vivaro Gebruikershandleiding

OPEL Vivaro Gebruikershandleiding OPEL Vivaro Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 43 Opbergen... 68 Instrumenten en bedieningsorganen... 75

Nadere informatie

OPEL MOKKA. Gebruikershandleiding

OPEL MOKKA. Gebruikershandleiding OPEL MOKKA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 75

Nadere informatie

OPEL ADAM. Gebruikershandleiding

OPEL ADAM. Gebruikershandleiding OPEL ADAM Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 32 Opbergen... 51 Instrumenten en bedieningsorganen... 71

Nadere informatie

OPEL MERIVA Gebruikershandleiding

OPEL MERIVA Gebruikershandleiding OPEL MERIVA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 62 Instrumenten en bedieningsorganen... 82

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 47 Opbergen... 74 Instrumenten en bedieningsorganen... 94 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL ADAM Gebruikershandleiding

OPEL ADAM Gebruikershandleiding OPEL ADAM Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 33 Opbergen... 52 Instrumenten en bedieningsorganen... 71

Nadere informatie

Aveo. Instructieboekje

Aveo. Instructieboekje Aveo Instructieboekje Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 59 Instrumenten en bedieningsorganen... 66 Verlichting...

Nadere informatie

CORSA Gebruikershandleiding

CORSA Gebruikershandleiding CORSA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 57 Instrumenten en bedieningsorganen... 76 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL INSIGNIA. Gebruikershandleiding

OPEL INSIGNIA. Gebruikershandleiding OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 42 Opbergen... 63 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

OPEL CORSA Gebruikershandleiding

OPEL CORSA Gebruikershandleiding OPEL CORSA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 22 Stoelen, veiligheidssystemen... 37 Opbergen... 60 Instrumenten en bedieningsorganen... 79

Nadere informatie

OPEL CORSA Gebruikershandleiding

OPEL CORSA Gebruikershandleiding OPEL CORSA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 58 Instrumenten en bedieningsorganen... 76

Nadere informatie

OPEL COMBO Gebruikershandleiding

OPEL COMBO Gebruikershandleiding OPEL COMBO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 33 Opbergen... 58 Instrumenten en bedieningsorganen... 66

Nadere informatie

OPEL Insignia Gebruikershandleiding

OPEL Insignia Gebruikershandleiding OPEL Insignia Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 46 Opbergen... 71 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

OPEL MERIVA. Gebruikershandleiding

OPEL MERIVA. Gebruikershandleiding OPEL MERIVA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 58 Instrumenten en bedieningsorganen... 80

Nadere informatie

CROSSLAND X Gebruikershandleiding

CROSSLAND X Gebruikershandleiding CROSSLAND X Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 42 Opbergen... 64 Instrumenten en bedieningsorganen... 74

Nadere informatie

OPEL INSIGNIA. Gebruikershandleiding

OPEL INSIGNIA. Gebruikershandleiding OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 43 Opbergen... 64 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

OPEL CORSA Gebruikershandleiding

OPEL CORSA Gebruikershandleiding OPEL CORSA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 57 Instrumenten en bedieningsorganen... 76

Nadere informatie

OPEL Adam Gebruikershandleiding

OPEL Adam Gebruikershandleiding OPEL Adam Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 33 Opbergen... 52 Instrumenten en bedieningsorganen... 72

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 44 Opbergen... 73 Instrumenten en bedieningsorganen... 88 Verlichting...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 33 Opbergen... 53 Instrumenten en bedieningsorganen... 60 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL COMBO Gebruikershandleiding

OPEL COMBO Gebruikershandleiding OPEL COMBO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 60 Instrumenten en bedieningsorganen... 69

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 60 Instrumenten en bedieningsorganen... 69 Verlichting...

Nadere informatie

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1. Verstelling naar voren/naar achteren. 2. Hoogteverstelling.

Nadere informatie

OPEL ADAM. Gebruikershandleiding

OPEL ADAM. Gebruikershandleiding OPEL ADAM Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 32 Opbergen... 51 Instrumenten en bedieningsorganen... 71

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 46 Opbergen... 71 Instrumenten en bedieningsorganen... 81 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL COMBO. Gebruikershandleiding

OPEL COMBO. Gebruikershandleiding OPEL COMBO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 32 Opbergen... 53 Instrumenten en bedieningsorganen... 61

Nadere informatie

ZAFIRA Gebruikershandleiding

ZAFIRA Gebruikershandleiding ZAFIRA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 69 Instrumenten en bedieningsorganen... 99 Verlichting...

Nadere informatie

Spark. Instructieboekje

Spark. Instructieboekje Spark Instructieboekje Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 63 Verlichting...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 4 Sleutels, portieren en ruiten... 16 Stoelen, veiligheidssystemen... 38 Opbergen... 59 Instrumenten en bedieningsorganen... 67 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL Antara Gebruikershandleiding

OPEL Antara Gebruikershandleiding OPEL Antara Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 59 Instrumenten en bedieningsorganen... 77

Nadere informatie

OPEL Ampera Gebruikershandleiding

OPEL Ampera Gebruikershandleiding OPEL Ampera Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 37 Opbergen... 58 Instrumenten en bedieningsorganen... 66

Nadere informatie

OPEL ZAFIRA TOURER. Gebruikershandleiding

OPEL ZAFIRA TOURER. Gebruikershandleiding OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 38 Opbergen... 67 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen Stoelen VOORSTOELEN De stoel nooit afstellen als het voertuig in beweging is. Als van deze instructies wordt afgeweken, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of verlies van controle over het voertuig.

Nadere informatie

OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding

OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding OPEL INSIGNIA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 47 Opbergen... 72 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

OPEL Meriva Gebruikershandleiding

OPEL Meriva Gebruikershandleiding OPEL Meriva Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 63 Instrumenten en bedieningsorganen... 84

Nadere informatie

OPEL CORSA. Gebruikershandleiding

OPEL CORSA. Gebruikershandleiding OPEL CORSA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 73

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 47 Opbergen... 75 Instrumenten en bedieningsorganen... 86 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL Zafira Tourer Gebruikershandleiding

OPEL Zafira Tourer Gebruikershandleiding OPEL Zafira Tourer Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 37 Opbergen... 66 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 35 Opbergen... 56 Instrumenten en bedieningsorganen... 75 Verlichting...

Nadere informatie

OPEL VIVARO Gebruikershandleiding

OPEL VIVARO Gebruikershandleiding OPEL VIVARO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 43 Opbergen... 68 Instrumenten en bedieningsorganen... 76

Nadere informatie

OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding

OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding OPEL ZAFIRA TOURER Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 21 Stoelen, veiligheidssystemen... 37 Opbergen... 70 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

OPEL Movano Gebruikershandleiding

OPEL Movano Gebruikershandleiding OPEL Movano Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 18 Stoelen, veiligheidssystemen... 36 Opbergen... 61 Instrumenten en bedieningsorganen... 70

Nadere informatie

OPEL MOVANO Gebruikershandleiding

OPEL MOVANO Gebruikershandleiding OPEL MOVANO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 39 Opbergen... 67 Instrumenten en bedieningsorganen... 75

Nadere informatie

OPEL VIVARO. Gebruikershandleiding

OPEL VIVARO. Gebruikershandleiding OPEL VIVARO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 58 Instrumenten en bedieningsorganen... 63

Nadere informatie

Opel Agila Gebruikershandleiding

Opel Agila Gebruikershandleiding Opel Agila Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 18 Stoelen, veiligheidssystemen... 28 Opbergen... 44 Instrumenten en bedieningsorganen... 51

Nadere informatie

OPEL ZAFIRA. Gebruikershandleiding

OPEL ZAFIRA. Gebruikershandleiding OPEL ZAFIRA Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 26 Stoelen, veiligheidssystemen... 45 Opbergen... 69 Instrumenten en bedieningsorganen... 80

Nadere informatie

OPEL Cascada Gebruikershandleiding

OPEL Cascada Gebruikershandleiding OPEL Cascada Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 46 Opbergen... 70 Instrumenten en bedieningsorganen...

Nadere informatie

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM H6716G Uw voertuig is voorzien van een uiterst verfijnd elektronisch diefstalalarm en motor-immobilisatiesysteem. Tevens beschikt het voertuig over een aantal extra veiligheidssystemen.

Nadere informatie

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33. Instrumenten verklikkerlichten De verklikkerlichten die hier staan vermeld, zijn niet in alle auto s aanwezig. Deze beschrijving geldt voor alle instrumentenuitvoeringen. X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing VeloPlus Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

OPEL VIVARO. Gebruikershandleiding

OPEL VIVARO. Gebruikershandleiding OPEL VIVARO Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 19 Stoelen, veiligheidssystemen... 34 Opbergen... 55 Instrumenten en bedieningsorganen... 60

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Inhoud Inleiding... 2 Kort en bondig... 6 Sleutels, portieren en ruiten... 20 Stoelen, veiligheidssystemen... 43 Opbergen... 74 Instrumenten en bedieningsorganen... 85 Verlichting...

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen

Veiligheid van kinderen Veiligheid van kinderen KINDERZITJES Voor maximale veiligheid moeten kinderen altijd achterin zitten. Wij raden u aan om kinderen nooit voorin te laten zitten. Als het echter onvermijdelijk is om een kind

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen

Veiligheid van kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Op een stoel waarvoor een werkende airbag is aangebracht, mag u geen kinderzitje plaatsen. Wanneer de airbag wordt opgeblazen, bestaat er een risico op ernstig letsel of zelfs

Nadere informatie

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist BEDIENINGSUITLEG 1 - Bestuurderszetel 17 - Hendel stuurafstelling 2 - Sleutelschakelaar (START) 18 - Bedieningshendel hijsen linker

Nadere informatie

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , , Installation instructions, accessories Instructienr. 30756608 Versie 1.2 Ond. nr. 30756607, 30756606, 31316446 Stuurwiel, leer IMG-339612 Volvo Car Corporation Stuurwiel, leer- 30756608 - V1.2 Pagina 1

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MamaLoes Ding Twist 360 0-36kg Autostoel YB104A 1 Hoofdsteun Rugsteun Kussen Bovenstel Schouderkussen Gesp Onderstel Gordelhouder 0+) FIX-connector (voor Handgreep voor rotatie FIX-ontgrendelingsknop

Nadere informatie

Renault TRAFIC. Instructieboekje

Renault TRAFIC. Instructieboekje Renault TRAFIC Instructieboekje eenpassievoor presteren ELF partner van de RENAULT adviseert ELF ELF en Renault, partners op het vlak van hightech in de automobielsector, bundelen hun krachten zowel op

Nadere informatie

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN Gema ksvoorzie ningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING AUTO E80434 De zonneklep kan tegen verblinding naar beneden of zijwaarts worden geklapt. ZONNESCHERMEN E993 Verdraai het duimwieltje

Nadere informatie

2014 Instructieboekje Chevrolet Captiva M

2014 Instructieboekje Chevrolet Captiva M Instructieboekje Chevrolet Captiva - 2014 - Black plate (1,1) 2014 Instructieboekje Chevrolet Captiva M Kort en bondig............... 1-1 Basisinformatie................ 1-1 Sleutels.......................

Nadere informatie

Veiligheidsgordels ALGEMENE INFORMATIE

Veiligheidsgordels ALGEMENE INFORMATIE ALGEMENE INFORMATIE oefenen hun werking uit via het beendergestel van het lichaam en horen laag over de voorkant van het bekken, de borstkas en de schouders gedragen te worden. Draag het heupgedeelte van

Nadere informatie

SCdefault. 900 Montagerichtlijn. Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces 12 799 012 9:88-15 May 03 12 798 998 12 798 998 Jun 02

SCdefault. 900 Montagerichtlijn. Accessories Part No. Group Date Instruction Part No. Replaces 12 799 012 9:88-15 May 03 12 798 998 12 798 998 Jun 02 SCdefault 900 Montagerichtlijn SITdefault Kinderzitje Saab Child Seat MONTERINGSANVISNING INSTALLATION INSTRUCTIONS MONTAGEANLEITUNG INSTRUCTIONS DE MONTAGE Accessories Part No. Group Date Instruction

Nadere informatie

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference OP Quick start K OLNS 7-07-2008 8:32 Pagina FordKa Kort Owner s overzicht handbook Feel the difference K0468_Service_Portfolio_090508. 09.05.2008 5:52:47 Uhr 604.39.307 PP K OL 8-07-2008 4:03 Pagina S

Nadere informatie

VOORWAARTS GERICHT GEBRUIKSAANWIJZING ECE R GROEP GEWICHT LEEFTIJD kg 4-12 j

VOORWAARTS GERICHT GEBRUIKSAANWIJZING ECE R GROEP GEWICHT LEEFTIJD kg 4-12 j VOORWAARTS GERICHT GEBRUIKSAANWIJZING ECE R44 04 GROEP GEWICHT LEEFTIJD 2-3 15-36 kg 4-12 j 1 Bedankt dat U voor de BeSafe izi Up hebt gekozen BeSafe heeft dit product uiterst zorgvuldig ontworpen om uw

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ECE R kg 4-12 jr

Gebruiksaanwijzing ECE R kg 4-12 jr Voorwaarts gericht Gebruiksaanwijzing ECE R44 04 Groep Gewicht Leeftijd 2-3 15-36 kg 4-12 jr 1 Bedankt dat U voor de BeSafe izi Up FIX hebt gekozen BeSafe heeft dit product uiterst zorgvuldig ontworpen

Nadere informatie

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Handleiding. Tilly Light fietsendrager Handleiding Tilly Light fietsendrager mei 2015 Tilly Light BV Inhoudsopgave Algemeen 4 Onderdelen 5 Stekker aansluiting 10 Eerste gebruik 11 Op de auto plaatsen 15 Fietsen plaatsen 18 Rijden 23 Fietsen

Nadere informatie

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA OPENEN MOTORKAP Motorkap in gesloten toestand OPENEN MOTORKAP Trek de hendel naar achteren en de motorkap is ontgrendeld. OPENEN MOTORKAP In het midden van de motorkap, net

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing kort

Gebruiksaanwijzing kort O-Pair² Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Tel. : +31 (0)315 257370 E-mail : info@vanraam.nl Internet : www.vanraam.nl Versie 14.10 Zadelhoogte U stelt de zadelhoogte correct in, door op de

Nadere informatie

VOORWOORD. Dit instructieboekje hoort bij uw auto. Bewaar het daarom altijd in uw auto, ook als u de auto verkoopt.

VOORWOORD. Dit instructieboekje hoort bij uw auto. Bewaar het daarom altijd in uw auto, ook als u de auto verkoopt. VOORWOORD Dit instructieboekje maakt u vertrouwd met de bediening van en het onderhoud aan uw nieuwe auto. Verder vindt u in dit instructieboekje belangrijke informatie over veiligheid. Lees het daarom

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

AYGO. Instructieboekje

AYGO. Instructieboekje AYGO Instructieboekje Voorwoord Welkom in de steeds groeiende groep van waardebewuste automobilisten die voor Toyota hebben gekozen. Wij zijn trots op de vooruitstrevende techniek en hoge kwaliteit van

Nadere informatie

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Alarmsysteem met afstandsbediening leidraad bij het instellen - Dutch Geachte klant, In deze handleiding vindt u de informatie en bedieningen die nodig

Nadere informatie