Lesbundel Voor BBL2 en BBL3 trajecten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lesbundel Voor BBL2 en BBL3 trajecten"

Transcriptie

1 Algemene plantenteelt Lesbundel Voor BBL2 en BBL3 trajecten Groeipunt 1 algemene plantenteelt

2 Inhoudsopgave Algemene Plantenteelt GROEI en BLOEIVOORWAARDEN Water Licht Voedsel Lucht Temperatuur Standplaats Zuurgraad of ph VEGETATIEVE VERMEERDERING Kopstek Tussenstek Oogstek Bladstek Stengelstek Weefselkweek Vermeerdering van houtachtige gewassen Winterstek Zomerstek Afleggen Aanaarden Scheuren Vermeerdering van bollen en knollen Klisters Hollen Schubben Stengelknollen Kralen Wortelknol Wortelstok GENERATIEVE VERMEERDERING...28 GROEI en BLOEIVERZORGING Maatregelen voor het licht Maatregelen voor de temperatuur Maatregelen voor het vocht Maatregelen voor de ruimte Groeipunt 2 algemene plantenteelt

3 GROEI en BLOEIVOORWAARDEN Een teler stopt een beukenzaadje in de grond en hij krijgt hiervan hopelijk een mooie boom voor terug. Hoe komt die gewichttoename nu tot stand? Vanaf de kieming tot en met de oogst wordt dit plantje zwaarder, we noemen dit verschijnsel: groei. Laat de teler dit plantje staan totdat het nieuw zaad heeft gevormd, dan noemen we dit: ontwikkeling. Voor de groei van planten zijn een aantal dingen belangrijk, je kunt dan denken aan de volgende dingen die we officieel productiefactoren noemen. 1. WATER. 5. TEMPERATUUR STANDPLAATS ZUURGRAAD 2. LICHT. VOEDSEL LUCHT. We gaan deze productiefactoren beter bekijken en natuurlijk ook beter begrijpen. 1. Water. Thuis krijgen de planten op de vensterbank en in de tuin regelmatig water, telers geven hun planten in de kassen en buiten ook water, beregenen heet dit. Maar waarom doen ze dit en waarom hebben planten water nodig? Water is een groot bestanddeel van alle levende wezens, denk maar eens aan de aardappel, het kropje sla, een watermeloen en een sappige sinaasappel. Wanneer een plant te weinig water krijgt gaat het slap hangen en uiteindelijk droogt het geheel op en sterft het af. Water is nodig voor verschillende processen in de plant, maar welke processen? De plant heeft water nodig voor de volgende belangrijke processen: A. Transport van voedingsstoffen. Voedingsstoffen uit de grond, opgelost in water, worden door de wortels opgenomen. Via de vaatbundels worden ze naar alle delen van de plant vervoerd. B. Celspanning. Celspanning noem je met een mooi woord ook wel turgor. Je kunt dit een beetje vergelijk met een ballon die je aan het opblazen bent. Als de ballon strak is opgeblazen is de celspanning groot. Is de ballon halfvol dan is hij een beetje slap. Nu moet je die ballon vergelijken met een cel in een plant, en de lucht vergelijken met water in die cel. Het grootste gedeelte van een cel bestaat uit water (zie afbeelding 1). Is er voldoende aanwezig dan staat die cel mooi strak en de plant dus rechtop. Als er dus minder water in die cellen komt, dan kun je wel nagaan wat er met die plant gebeurt. Afbeelding 1 Groeipunt 3 algemene plantenteelt

4 C. Fotosynthese Dit is een proces in de plant waarbij water en koolzuurgas worden omgezet in suikers en zuurstof. Dit kan alleen gebeuren als de plant beschikt over voldoende warmte en licht. In de natuur zorgt de zon daarvoor. In de kassen gebeurt dat met behulp van verwarming en zonodig kunstlicht. D. Verdamping. Ongeveer 98% van het water wordt weer via de huidmondjes in de bladeren verdampt. Hoe warmer het is, hoe meer een plant verdampt. De plant zorgt daarmee voor zijn eigen koeling, omdat voor de verdamping warmte nodig is. Opgave:1 1 Water is geen voedingsstof, waarom niet? 2 De plant heeft water nodig, noem de vier doeleinden van het water en geef een toelichting. Nodig voor: Toelichting Groeipunt 4 algemene plantenteelt

5 2. Licht. Het licht van de zon bestaat uit lichtstralen, een mengsel van verschillende lichtsoorten van ultraviolet tot en met infrarood. We kunnen die lichtsoorten goed zichtbaar maken met een prisma. Afbeelding 2 Lichtonderbreking door een prisma Planten gebruiken verschillende kleuren licht in verschillende groeistadia. Niet alleen het soort licht maar ook de hoeveelheid licht is van invloed op de plantengroei. Vandaar dat men in de kassen steeds voor zorgen moet dat er zo weinig mogelijk onderdelen zijn, die licht kunnen wegnemen. Of schaduw maken. Om diezelfde reden worden verwarmingsbuizen witgeschilderd en wordt de teeltaarde soms bedekt met wit plastic. Men gaat er van uit dat 1% méér licht, ook 1% meer opbrengst geeft. Bij steeds meer gewassen kan men de productie vergroten door kunstmatige belichting toe te passen. Meestal wordt hiermee de daglengte verlengd, maar de lampen kunnen ook gebruikt worden om extra licht te geven tijdens dagen met weinig zon. Het licht is verder van invloed op de bloemknopaanleg van veel plantensoorten. De daglengte, dit is de tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang, heeft invloed op de bloei van planten. Planten zoals chrysant en begonia vormen alleen bloemknoppen als de dagen Groeipunt 5 algemene plantenteelt

6 korter zijn dan 8 10 uur. In de natuur bloeien ze dus meestal in het voor en najaar. We noemen dit de KORTE DAGPLANTEN. Aardbeien, kerststerren zijn ook kortedagplanten, omdat de bloemknoppen in het najaar worden gevormd de dagen zijn dan korter dan 12 uur. Wil je de daglengte gaan regelen in de zomer dan is verduisteren een oplossing want dan krijgt de plant minder licht. De LANGE DAGPLANTEN ontwikkelen echter alleen bloemknoppen als de dagen langer zijn dan 12 uur. Voorbeelden zijn: zonnebloemen, Petunia, Dahlia. Kortom de zomerbloeiers. Verder zijn er ook planten, die in elk seizoen bloemknoppen kunnen ontwikkelen. We praten dan van DAG NEUTRALE PLANTEN. Voorbeelden: straatgras, muur. Behalve belichten en verduisteren kunnen we ook nog schermen (met matten of schermdoek) of temperen (door het glas tijdelijk wit te maken met o.a. kalk). Dat houdt in dat we de instraling van zonlicht beperken om de temperatuur lager te houden of om verbranding van het gewas te voorkomen. Opgave:2 3 Verwarmingsbuizen worden vaak wit geschilderd, waarom? 4 Wat is een vuistregel voor licht en opbrengst? 5 Licht heeft invloed op de _vorming van een plant. 6 Onder een korte dagplant verstaat men: 7 Onder een lange dagplant verstaat men: en twee voorbeelden zijn: 8 Wat is een dagneutrale plant? (geen voorbeeld) 9 Op welke wijze kun je de daglengte beïnvloeden? Groeipunt 6 algemene plantenteelt

7 3. Voedsel. Planten kunnen met hun wortels alleen voedsel op nemen als dit opgelost is in water. De eerste bemesting wordt altijd gegeven voor het planten of het zaaien. We spreken dan van een voorraadbemesting. Een deel van de voorraadbemesting kan geschieden met organisch mest. Organische mest Organische mest is afkomstig van afgestorven planten of dieren. 1. stalmest. 2. compost. 3. groenbemesters. (klaver, luzerne, lupine, gras.) 4. GFT afval, (groente fruit en tuinafval) Als de organische mest in de grond volledig verteerd is blij er humus over. Humus heeft de eigenschap dat het voedingselementen tijdelijk aan zich kan binden. Anorganische meststoffen of kunstmest Anorganische meststoffen worden gedolven of in fabrieken gemaakt. Men spreekt dan van kunstmeststoffen. Kunstmest wordt verdeeld in hoofdelementen en sporenelementen. Hoofdelementen zijn voedingsstoffen waar de planten veel van gebruiken. Te weten: N Stikstof P Fosfor K Kali Ca Calcium Mg Magnesium Als de elementen N, P en K samen in zakje meststofvoor komen spreken we van mengmeststoffen. Ze worden aangeduid met 3 getallen, b.v. : of Sporenelementen zijn elementen waar de plant maar heel weinig van nodig heeft, maar beslist niet buiten kan. Voorbeelden: Fe IJzer Mn Mangaan Cu Koper Mo Molybdeen B Borium Co Kobalt Als tijdens een teelt mest wordt gegeven, noemen we dit bijmesten, of overbemesten. Dit gebeurt meestal met kunstmest. Groeipunt 7 algemene plantenteelt

8 Opgave:3 10 Een plant kan voedsel opnemen, door 11 Organische mest is afkomstig van: 12 Vul in: Organische mest Omschrijving 13 Wat blijft er over van organische mest? 14 Waar komen de anorganische meststoffen vandaan? Deze meststoffen noemt men ook wel: 15 Noem de zes hoofdelementen van de anorganische meststoffen. Nederlandse naam Afkorting Scheikundige naam 16 Noem ook eens vier sporenelementen. Nederlandse naam Afkorting Scheikundige naam Groeipunt 8 algemene plantenteelt

9 Groeipunt 9 algemene plantenteelt

10 4. Lucht. De lucht om ons heen is samengesteld uit verschillende gassen. De voornaamste zijn: Stikstof Zuurstof Koolzuurgas rest N O2 CO2 edelgassen 79 % 21 % 0,03 % Stikstof, scheikundige aanduiding N. Alle planten hebben stikstof nodig, maar ze kunnen niet zelf de vrije stikstof uit de lucht halen. Zuurstof, scheikundige aanduiding O2. Dit heeft de plant nodig voor de ademhaling, een proces dat dag en nacht plaatsvindt. Denk aan jezelf dit doe je dag en nacht, we gebruiken het volgende voorbeeld: Je broodje + je ademhaling je ademt koolzuurgas + waterdamp + warmte uit. Bij de ademhaling verbranden de cellen van een plant een deel van de suikers die tijdens de fotosynthese gemaakt zijn. Suikers + zuurstof koolzuurgas + water + energie. Scheikundig als volgt: C6 H12 O6 + 6 O2 6 CO2 + 6 H2O + energie. Koolzuurgas, scheikundige aanduiding CO2. De planten hebben koolzuurgas nodig voor de fotosynthese, het proces in de plant waarbij water en koolzuurgas worden omgezet in suikers en zuurstof. Dit proces kan alleen plaats vinden bij voldoende warmte = energie en licht (zon). licht + energie 6 CO2 + 6 H2O C6 H12 O bladgroen suikers Doordat de steeds beter geïsoleerd komt het steeds voor dat de niet over voldoende CO kassen worden vaker planten kunnen Groeipunt 10 algemene plantenteelt

11 beschikken. De groei wordt daardoor enorm geremd. Veel tuinders zullen daarom kunstmatig CO gaan toedienen. Ook de plantenwortels hebben lucht nodig. Het is daarom van groot belang dat de bodemstructuur zodanig is, dat er steeds voldoende lucht in de poriën kan komen. De samenstelling van de bodemlucht verschilt iets van de lucht boven de grond. Het percentage CO in de grond is ongeveer 2 x hoger dan in de buitenlucht. Waterdamp Behalve de genoemde gassen zit er ook waterdamp in de lucht. Als het mistig is de groei van planten gering, de planten kunnen niets verdampen. We spreken dan dat de luchtvochtigheid 100 % is. Ook zeer droge lucht is slecht voor de plantengroei, de verdamping is te groot en de plant kan vaak onvoldoende water aanvoeren. In kassen kun je de luchtvochtigheid redelijk op het gewenste peil houden door; * ramen te openen of te sluiten, * verwarming hoger of lager, * gewas nat maken of beregenen, * veel ventileren. Opgave:4 17 In de lucht om ons heen zit: Naam Scheikundige afkorting Percentage % % % % % 18 Wanneer ademt een plant? 19 Ademen is verbranden. Hoe doet een plant dit? In woorden = + + In formule = Waarvoor is koolstofdioxide nodig? (CO2) 21 Wat is de fotosynthese? In woorden = + + In formule = + + Groeipunt 11 algemene plantenteelt

12 22 De fotosynthese vindt alleen plaats als er en is. 23 Condenseren is De R.V, is Groeipunt 12 algemene plantenteelt

13 5. Temperatuur. Het spreekt vanzelf dat planten een bepaalde hoeveelheid warmte nodig hebben om goed te kunnen groeien, want we hebben gezien dat de fotosynthese niet kan plaatsvinden zonder warmte. De groeisnelheid is sterk afhankelijk van de temperatuur. Bij een goede temperatuur is de groeisnelheid groot, onder het vriespunt bevriezen sommige planten omdat er dan geen goede temperatuur voor hen is. Daarom groeien de tropische gewassen zoals de tomaat, de komkommer of de paprika graag in verwarmde kassen omdat dit voor hen een goede groeitemperatuur is. Rustperioden. Planten hebben warmte nodig om te kunnen groeien, maar ook hebben ze op hun tijd rust nodig. Rust om daarna weer te kunnen groeien en bloeien. De meeste bomen en struiken verliezen in de herfst hun bladeren. De winter is voor hen een rustperiode. Zou die rustperiode over geslagen worden dan zou de groei snel stil komen te staan. Opgave:5 24 Zonder warmte kan de 25 Wat is het doel van een rustperiode voor menig planten? niet plaats vinden. 6. Standplaats. Vanzelf sprekend moet een plant ergens in staan. De meeste planten staan met hun wortels in de grond, er zijn ook die drijven of zweven. Er zijn ook planten die groeien op een andere plant maar een ding is zeker, ze hebben stevigheid en verankering nodig, anders vallen ze om en kunnen dus niet groeien. De standplaats is dus nodig voor; * stevigheid * verankering * voedsel en watervoorziening Om voldoende voedsel uit de grond te kunnen halen heeft elke plant, net als de mens, een minimale ruimte nodig om te kunnen groeien en te leven. Heeft een plant niet de ruimte dan krijg je een slecht gewas met weinig opbrengst. Vandaar dat men de plantafstand voor elke teelt heeft uitgedokterd. De plantafstand kan voor één en hetzelfde gewas verschillend zijn per jaargetijde. Groeipunt 13 algemene plantenteelt

14 Substraten Tegenwoordig zie je in kassen dat tuinders steeds minder gebruik maken van de grond om planten in te laten groeien, maar gebruik maken van andere spulletjes. Dit komt voor een belangrijk deel door bodemziekten, die de planten minder laten groeien. Nu gaan de tuinders planten in vervangers, SUBSTRATEN genaamd. Bekende substraten zijn onder andere: * Steenwol * Oasis * Turf * Hydrokorrels * Kokos * Water Het is natuurlijk wel noodzakelijk om iedere plant van voedsel te voorzien. 7. Zuurgraad of ph. Je hebt allemaal wel eens iets te drinken of gegeten wat verschrikkelijk zuur was. Een van de dingen die wij mensen met de tong kunnen proeven is inderdaad of iets zuur is of niet. Water is absoluut niet zuur, augurken kun als je extra zuur of zoetzuur kopen. Ook in de grond, of beter gezegd in het bodemvocht heerst een bepaalde zuurgraad. Zo kan een grond zuur, neutraal of het tegenovergestelde van zuur basisch zijn. Sommige planten houden van een beetje zure grond, andere groeien weer het beste in een neutrale grond en andere weer in een basische grond. Maar waarom houden de planten daarvan en hoe weet je dat en hoe kun je die zuurgraad meten? Een ander woord voor zuurgraad is ph. Als we over de zuurgraad spreken, bedoelen we de hoeveelheid zuur opgelost in 1 liter bodemvocht. De ph wordt uitgedrukt in een cijfer van 4 tot 8. Een lage zuurgraad wordt aangeduid met ph 4 (zeer zuur). Neutraal is de ph 7 en basisch is een ph hoger dan 7. Een grond met lage zuurgraad noemen we een zure grond, en een grond met een hoge zuurgraad noemen we een basische grond. Een voorbeeld, wil je een heidetuin maken op een kleigrond dan moet je de kleigrond aanpassen aan de zure omgeving van de heideplanten, dus je moet werken met grote hoeveelheden veen. Men meet de zuurgraad met een ph meter. Groeipunt 14 algemene plantenteelt

15 Opgave:6 26 Wat versta je onder een standplaats voor een plant? 27 Waarvoor dient de standplaats? 28 Noem eens vijf substraten.,, 29 Onder de ph verstaat men: Als de ph 4 is dan is het een grond. Een voorbeeld van een grond met een ph van 4 is Als de ph 7 is, is de ph dan zuur, neutraal of basisch. Waaraan denk je als je de grootte letter H ziet staan in de ph? 34 Hoeveel is ongeveer de ph van de grond in jouw omgeving? De ph is Groeipunt 15 algemene plantenteelt

16 VEGETATIEVE VERMEERDERING Vegetatieve vermeerdering is de vermeerdering van planten zonder gebruik te maken van zaaizaad. We spreken dan ook wel van ongeslachtelijke vermeerdering. De jonge planten worden opgekweekt uit een deel van de ouderplant. Het grote voordeel van ongeslachtelijke vermeerdering is dat de jonge planten identiek zijn aan de Ouderplanten. De ouderplanten worden in 2 groepen ingedeeld. A. Moerplanten. Planten die speciaal zijn opgezet voor de vermeerdering van het gewas of de soort. Die vermeerdering kan zowel vegetatief als generatief zijn. B. Kloon. Moerplanten die slechts eenmaal gebruikt worden voor de vegetatieve vermeerdering. In sommige gevallen worden de oude planten weggegooid, nadat de jonge planten er zijn afgehaald. Voorbeelden: Aardbei, Aardappel In andere gevallen worden de moeren verkocht nadat er een aantal stekken van is gesneden. Voorbeelden: Vaderplantje. Er zijn zeer veel vormen van vegetatieve vermeerdering. We schrijven eerst enige kruidachtige stekmethoden: 1 Kopstek. 2 Tussenstek, 3 Oogstek. 4 Bladstek. 5 Stengelstek. Opgave:7 1. Wat is vegetatieve vermeerdering? 2. Geef een ander woord voor vegetatieve vermeerdering. 3. Wat is het grote voordeel van vegetatieve vermeerdering? 4. In welke twee groepen worden de ouder planten ingedeeld? 5. Wat zijn moerplanten? 6. Wat is een kloon? Groeipunt 16 algemene plantenteelt

17 1. Kopstek Dit is een kruidachtige stengel met bladeren en een eindknop. De stek wordt onder een knoop afgesneden. Het onderste blad wordt er af gehaald. De stek mag niet te jong zijn. Voorbeelden: Vaderplantje, Struikmargriet, Fuchsia, Geranium. 2. Tussenstek Een kruidachtige stengel met enkele bladeren, maar zonder eindknop. De tussenstek wordt ook onder een knoop afgesneden. Ook hier wordt het blad weer verwijderd. Voorbeelden: Klimop, Ficus, Siernetel, Sedum. 3. Oogstek Een tussenstek met slechts een blad en een oog. Uit dit ene oog ontwikkelen zich de wortels en de jonge plant. Bij Ficus elastica vermindert men de verdamping door het blad op te rollen. Bij stek van de Aphelandra, die een tegenover gestelde bladstand heeft kan men de stengel in de lengte doorsnijden. Voorbeelden: Ficus, Aphelandra, Epipremnum. Opgave:8 7. Wat is een kopstek? 8. Wat is een tussenstek? 9. Wat is een oogstek? 10. Geef van elk een voorbeeld. Kopstek Tussenstek Oogstek Groeipunt 17 algemene plantenteelt

18 4. Bladstek De bladstekken gemaakt door handelingen van de mens. a. Stekken van het hele blad. b. Stekken van blaadjes zonder hoofdnerf. c. Stekken van stukjes blad. Bladstekken ontstaan door handelingen van de natuur, d. Jonge plantjes op de bladeren. a. Het hele blad wordt met een stuk bladsteel schuin in de grond gestoken. Het jonge plantje ontstaat op de wond aan de bladsteel.voorbeeld: Saintpaulia. (Kaaps viooltje) b. De hoofdnerf wordt uit het blad gesneden, zodat er twee lange helften overblijven, die recht in de grond gestoken worden. De jonge plantjes ontstaan op de wonden van de zij nerven. Voorbeeld: Streptocarpus. Groeipunt 18 algemene plantenteelt

19 c. De bladeren worden in stukjes van 1½ - 2½ cm gesneden. Die stukjes worden op de grond gelegd. Door elk stukje blad moet wel een deel van de bladnerf lopen, omdat ook hier de jonge plantjes weer ontstaan op de wond van de nerf. Voorbeeld: Bladbegonia s. d. Het blad wordt in de breedte in stukjes van 5 centimeter gesneden. Op de grens van het groene gedeelte en de gele bladrand ontstaan nieuwe plantjes, die geen gele bladrand meer zal vormen. Voorbeeld: Sansevieria Bij bovenstaande methoden waren handelingen van de mens nodig om de planten via bladstek te vermeerderen. Bij de nu volgende stekmethode maakt de telergebruik van het feit dat sommige planten zich van nature door bladstek vermeerderen. Op de bladeren ontstaan kleine plantjes. Het hele blad wordt met een stuk bladsteel zo in de grond gestoken dat het blad met het jonge plantje plat op de grond ligt. Voorbeeld: Tolmiea. Groeipunt 19 algemene plantenteelt

20 Nog een vorm van natuurlijk stekken. Sommige planten vormen langs de bladrand jonge plantjes waar zelfs de worteltjes al aan zitten. Ze noemen dit ook wel eens broedblad. Voorbeeld: Kalanchoe. Zie je nu waarom? Uitlopers. Uit het hart van planten met een bladrozet komen stengels. Aan het einde van deze stengels groeien kleine plantjes die gaan wortelen zodra ze de grond raken. Voorbeelden: Aardbei, Graslelie, Moederplantje. 5. Stengelstek. Er zijn 2 mogelijkheden. a. Stukjes kale stengel met een of enkele ogen worden in een stekbak gelegd. Uit elk oog kan een plantje ontstaan. Voorbeeld: Dieffenbachia. b. Kale stengels worden rechtop in bakken gezet. Bij deze stekken zullen alleen bovenaan een paar ogen uitlopen. Voorbeeld: Dracaena (drakenbloedboom). Groeipunt 20 algemene plantenteelt

21 6. Weefselkweek. Hierbij brengt men kleine plukjes plantencellen op een kunstmatige voedingsbodem (Agaragar). Uit zo n stukje weefsel ontstaat een embryo waaruit zich vervolgens volwaardige planten ontwikkelen. Het spreekt natuurlijk voor zich, dat weefselkweek alleen met succes in een laboratorium kan gebeuren. In 1998 werden al meer dan 120 miljoen planten op die manier vermeerderd. Bij weefselkweek kan men nog een onderscheid maken naar het deel van de plant dat op een voedingsbodem gezet wordt. Weefselkweek: weefsel van blad, stengel of wortel. Weefselkweek is de meest toegepaste vorm voor het vermeerderen van eindproducten, tevens is het een snelle, maar ook een dure methode. Weefselkweek kan tevens worden gebruikt om virusvrije planten te krijgen. Voorbeelden: Varens, Saintpaulia, Anthurium, Cymbidium, Gerbera en Lelies. Groeipunt 21 algemene plantenteelt

22 Opgave: 9 Vermeerdering door middel van stekken. Zet een kruisje in het juiste vakje. Gewas Kopstek Tussenstek Oogstek Bladstek Stengelstek Saintpaulia Struikmargriet Rubberplant Tolmiea Dieffenbachia Tradescantia Siernetel Vaderplantje Broedplantje Yucca Epipremnum Sedum Geranium Streptocarpus Fuchsia Kalanchoe Sansevieria Dracaena Aphelandra Begonia 10. Welke naam gebruikt men voor een kunstmatige voedingsbodem? 11. Hoe komt men aan stukjes plantencellen? 12. Waarom gebeurt er weefselkweek in een laboratorium? 13. Welke delen van een plant kan men op een voedingsbodem kweken? Groeipunt 22 algemene plantenteelt

23 Naast kruidachtige gewassen, hiervoor reeds besproken, bestaan er ook nog houtachtige gewassen bijvoorbeeld struiken en bomen. Deze houtachtige gewassen worden ook vermeerderd, maar hoe? Vermeerdering van houtachtige gewassen. 1. Winterstek. Winterstek kan gesneden worden zo gauw de bladeren van een boom of heester er af zijn. Men snijdt dan rechte takken af. Uit het middengedeelte snijdt men de stek met een dikte en lengte van een potlood. De stek wordt in bundeltjes van ± 25 stuks schuin in de grond gestoken, zodat slechts eenderde deel boven de grond uitsteekt. In maart worden de stekken gestoken in stekbedden, die zijn afgedekt met zwart plastic. Voorbeelden: Forsythia, Ribes, Spirea, Kornoelje, Wilgen, Populieren. 2. Zomerstek. Van een groot aantal houtachtige gewassen kan ook stek gemaakt worden in de zomermaanden. Het gaat dan speciaal om de kopstek. Voorbeelden: Hydrangea, Aucuba, Rhododendron. 3. Afleggen. Een aantal houtachtige gewassen, waarvan de stek moeilijk wil wortelen, kan vermeerderd worden door de takken naar de grond te buigen. De takken worden in de grond vast gestoken en op die plek komt er een schep grond over de tak. Als na 6 maanden de wortels zijn ontstaan, kan de jonge plant van de oude worden afgeknipt. Voorbeelden: Bessensoorten, klimop. 4. Aanaarden. Als een oude struik of plant niet behouden hoeft te worden, is het mogelijk om het hart van de plant op te vullen met grond. In die hoop grond zullen de takken wortels vormen, Na de wortelvorming kunnen de gewortelde takken geplant worden. Voorbeelden: Forsythia, Ericaceae. Groeipunt 23 algemene plantenteelt

24 5. Scheuren. De pollen van vaste planten of kamerplanten, worden in stukken gesneden of gestoken. In elk deel zit een aantal wortelstokken bij elkaar. De delen worden in de grond of in potten gezet. Voorbeelden: Vrouwenmantel, Krulvaren Opgave:10 Zet de kruisjes op de juiste plaats. Winterstek Zomerstek Afleggen Aanaarden Ericaceae Salix Aucuba Ligustrum Forsythia Hydrangea Rhododendron Ribes Kornoelje Populier Spirea Opgave: Wanneer kan winterstek gesneden worden? 15. Hoe worden de winterstekken in de grond gestoken? 16. Wat voor vermeerderingsvorm is zomerstek? 17. Waarom probeert men sommige heesters te vermeerderen door afleggen? 18. Noem een gewas die men door aanaarden vermeerderd. 19. Wanneer gaat men de vermeerdering scheuren toepassen? Groeipunt 24 algemene plantenteelt

25 Vermeerdering van bollen en knollen. 1. Klisters. Klisters zijn jonge bollen ontstaan uit een oude bol. De jonge klisters ontstaan tijdens de teelt in de grond. Voorbeelden: Tulp, Narcis 2. Hollen. Dit is het met een speciaal mesje uithollen van de bolbodem. Na het hollen worden de bollen geplant. De jonge bolletjes ontstaan tijdens het groeiseizoen. Voorbeeld: Hyacint. 3. Schubben. De schubben van de bol worden een voor een afgebroken. De losse schubben worden ontsmet en in een zak met potgrond of Vermiculite gedaan, waarna ze een temperatuurbehandeling krijgen van 20 weken. Op elké schub ontstaan 2 of meer bolletjes: Voorbeeld: Lelie. Groeipunt 25 algemene plantenteelt

26 Opgave: Wat zijn klisters? 21. Wat zijn bollen? 22. Wat zijn schubben? 23. Noem twee voorbeelden van bollen. 24. Noem twee voorbeelden van knollen. 25. Teken hieronder een bol en zet de naam eronder. 4. Stengelknollen. Op de stengel of op de stengelknol ontstaan kleine zijknollen. Voorbeelden: Gladiool, Fresia 5. Kralen. Dit zijn kleine knolletjes die ontstaan tussen de oude en de nieuwe knol in. Voorbeelden: Gladiool en Fresia. 6. Wortelknol. Elke verdikte wortel waar een stuk stengel met oog aan zit kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Voorbeelden: Dahlia, Agapanthus. Groeipunt 26 algemene plantenteelt

27 7. Wortelstok. De ondergronds groeiende stengel kan in stukken gesneden worden. Elk deeltje met wat wortels en een paar ogen groeit uit tot een nieuwe plant. Voorbeelden: Lelietje der Dalen, Guldenroede, Solidaster, Opgave: Wat zijn kralen? 28. Wat zijn stengelknollen? 29. Noem een voorbeeld van een stengelknol. 30. Wat is een wortelstok? 31. Wat is een wortelknol? 32. Noem een gewas dat je door een wortelknol vermeerdert. 33. Noem een gewas dat je door een wortelstok vermeerdert. Groeipunt 27 algemene plantenteelt

28 GENERATIEVE VERMEERDERING We spreken van generatieve vermeerdering als we zaden en sporen gebruiken. Deze vorm van vermeerdering wordt ook wel geslachtelijke vermeerdering genoemd, omdat er altijd een bevruchting plaats vindt. In de groenten en perkplantenteelt is het gebruik van zaden algemeen. Voordelen generatieve vermeerdering A. Een plant kan veel nakomelingen geven. B. Zaden zijn gemakkelijk te vervoeren en te bewaren. C. Meestal is het goedkoper dan de vegetatieve vermeerdering. D. Weinig kans op overbrengen van ziekten. Nadelen generatieve vermeerdering A. Planten komen niet als dezelfde terug, dit noemen we verbasteren. B. C. (Denk maar aan een bastaard bijvoorbeeld bij honden). Het kan erg lang duren voordat een plant groot is of bloeit, bij een orchidee wel 15 jaar. De jonge plantjes zijn erg vatbaar voor ziekten zoals schimmels. Opgave:14 Wat is een ander woord voor generatieve vermeerdering? Opgave:15 In welke teelten gebruikt men generatieve vermeerdering het meeste? a) b) Opgave:16 In de vorige opdracht geef je twee antwoorden, nu vragen wij waarom in deze teelten? Groeipunt 28 algemene plantenteelt

29 Opgave: 17 Noem drie voordelen van de generatieve vermeerdering Opgave: Wat vindt jij de belangrijkste en waarom? Kwaliteitseisen die we aan de zaaizaden stellen. Als je wilt gaan zaaien, begin je meestal met dit zaaizaad te kopen. Zoals alles wat je koopt stel je daar je eisen aan, dit geldt ook voor zaaizaden. Dit noemen we de kwaliteitseisen en deze zijn: Voldoende kiemkracht. Het zaaizaad moet voldoende opkomen en mag niet te oud zijn. Rasechtheid. Uit het zaaizaad moeten de plantjes komen die ook op de verpakking staan. Raszuiverheid. De plantjes mogen onderling niet verschillen, ze moeten zijn zoals het op de verpakking staat. Het zaaizaad moet ziektevrij zijn. Het zaaizaad moet zuiver zijn, er mogen geen onkruidzaden tussen zitten. Groeipunt 29 algemene plantenteelt

30 GROEI en BLOEIVERZORGING Je weet hoe een plant, struik of boom groeit van klein tot groot. Zo weet je ook welke maatregelen je moet nemen om hen door te kunnen laten groeien. Deze maatregelen noemen we de groeifactoren. Kun je deze groeifactoren nog herinneren? Ze zijn in thema 2 al behandeld. We zetten ze nog even op een rijtje Opgave: 18 Welke van deze groeifactoren gelden ook als levensvoorwaarden voor mens en dier en waarom? 1. Waarom? 2. Waarom? 3. Waarom? 4. Waarom? 5. Waarom? Als je alles wilt laten groeien, moeten we proberen om deze groeifactoren zo goed (= optimaal) mogelijk te laten zijn. We gaan nu verder bekijken wat een plantenteler zoal doet om voor zijn gewas de groeiomstandigheden optimaal te krijgen Groeipunt 30 algemene plantenteelt

31 1. Maatregelen voor het licht. Als het donker is groeit een plant niet goed. Dus de plantenteler gaat licht bijgeven (= belichten) als er minder licht is. Opgave: Streep het foutieve door. Wanneer is er bijna geen licht? Voorjaar, zomer, herfst of winter. Wanneer schijnt de zon iets minder? Voorjaar, zomer, herfst of winter. Wanneer schijnt de zon het felst? Voorjaar, zomer, herfst of winter. Planten die op het land groeien kunnen we niet regelen, deze krijgen van de zon veel of weinig licht. Maar als we deze planten in een kas zetten kunnen we extra of minder licht geven doormiddel van het gebruik van kunstlicht. Er zijn verschillende soorten kunstlicht: Gloeilampen, deze zijn goedkoop in aanschaf, ze hebben een laag rendement, ze geven veel warmte af en gebruiken veel elektriciteit. TL buizen, deze zijn duurder in aanschaf, maar ze hebben een hoger rendement en geven weinig warmte af. Hoge druk- of natriumlampen, deze zijn duur in aanschaf maar hebben een hoog rendement. Led lampen, duur in aanschaf, zuinig in gebruik en hoog rendement. Opgave: 19 Zet in de juiste volgorde. Welke lamp is het goedkoopste? Welke lamp geeft het meeste licht? Welke lamp heeft een lange levensduur? Opgave:20 Welke soort lamp zal een plantenteler kiezen? Waarom kiest hij die lamp? Noem eens twee nadelen van belichten? Groeipunt 31 algemene plantenteelt

32 Verduisteren. De chrysant is een bekend gewas waarbij men verduistering toepast. Dus om chrysanten het hele jaarrond te kunnen laten bloeien, gaat de chrysantenteler verduisteren. Waarom gaat men verduisteren? 1. Men geeft een korte dagbehandeling aan een plant, zodat die plant bloeit, op een ander moment dan wanneer het in de natuur zou bloeien. Een voorbeeld een plant bloeit in de herfst, maar met verduisteren bloeit de plant in mei of wanneer de plantenteler dit zelf wenst. 2. Ook verduistert men om er voor te zorgen dat bepaalde delen van de plant wit blijven. Denk aan witlof. Verduisteren doet men met speciaal schermdoek (verduisteringsdoek) of met zwart plastic folie. Meestal wordt verduisteringsdoek automatisch bediend. 2. Maatregelen voor de temperatuur. In een tuinbouwgebied tref je meestal kassen aan. Deze worden vooral gebruikt omdat de temperatuur in ons land voor vele groenten en bloemen buiten te laag is. Maar in zon gebied tref je buiten op de landerijen ook vele groenten, bloemen en fruit aan. ( Dit noemt men open teelten.) Buiten kunnen we de temperatuur niet beïnvloeden, die wordt geregeld door zon en wind. De temperatuur in een kas kunnen we wel regelen, dit kan door: 1. Verwarmen 2. Schermen 3. Luchten 4. Daksproeien Verwarmen. Evenals in woningen en andere gebouwen wordt de lucht in de kassen meestal verwarmd met een centrale buisverwarming. Grondverwarming. De temperatuur van de grond verhoogt men door kunststofslangen in de grond te leggen die aangesloten zijn op een verwarming. Grondkoeling. Grondtemperatuur verlaagt men door de grond te koelen door kunststofslangen die aangesloten op een koelinstallatie. Groeipunt 32 algemene plantenteelt

33 Schermen. s Zomers zie je vaak dat een plantenteler zijn kassen wit heeft gemaakt. Door de sterke zonnestralen kan de temperatuur in de kas zo hoog oplopen, dat de planten slap gaan hangen of in het ergste geval zelfs verbranden. De teler moet iets tegen de felle zonnestralen doen. Een plantenteler gaat dan schermen en er komt dan minder licht in de kas. We kunnen schermen met: Vaste schermen. Het wit schilderen van de ruiten aan de buitenzijde van de kas. Na het warme seizoen gaat wordt dit scherm er weer af gehaald. Flexibele schermen. Men gebruikt tegenwoordig overwegend kunststof flexibele schermen die op elk gewenst tijdstip geopend of gesloten kunnen worden. Het doel van deze schermen is: 1. Warmte in de kas houden bij vorst. (Isolatie.) 2. Warmte en licht buiten houden bij hoge buitentemperaturen en fel zonlicht. 3. Bij het gebruik van kunstlicht (wat meestal s nachts aanstaat) overlast voor de omgeving tegengaan (Milieueisen). 4. Een scherm dient ook voor energiebesparing. Luchten. Luchten is het openzetten van de luchtramen, waardoor de temperatuur zakt in de kas. Het luchten heeft ook invloed op de luchtvochtigheid in de kas. Bij het luchten verlaat warme, vochtige lucht de kas en komt koudere buitenlucht binnen. Deze lucht wordt daar weer verwarmd en wordt droger. Op deze manier kan men schimmelaantastingen enigszins voorkomen. Eisen die men aan een goede luchting stelt zijn: 1. Minimaal 10 % van het glasdek moet uit luchtramen bestaan. 2. De luchtramen mogen niet lekken. 3. Ze moeten onder alle omstandigheden stormvast zijn. 4. De ramen moeten ver geopend kunnen worden, Groeipunt 33 algemene plantenteelt

34 Opgave:21 Op welke drie manieren kun je de temperatuur in een kas beïnvloeden? Opgave:22 Hoe geschiedt de verwarming in een kas? - - Opgave:23 Op welke plaats zou jij een verwarmingspijp plaatsen? * Dicht op of in het gewas. * Twee meter boven het gewas. * Hoog boven in de kas. Opgave:24 Waarom kies jij voor jouw antwoord in opgave 23? Opgave:25 Waarom haalt een plantenteler het vaste scherm weg in september? Opgave:26 Noem eens drie taken van een flexibel scherm Groeipunt 34 algemene plantenteelt

35 3. Maatregelen voor het vocht. In de natuur krijgt de plant zijn water door neerslag (regen) en uit de grond. Neerslag, grondwaterstand en de temperatuur bepalen in hoofdzaak welke planten in een bepaald gebied voorkomen. Opgave: 27 Waarvoor heeft de plant water nodig? Een plantenteler zal er natuurlijk voor willen zorgen, dat zijn planten voldoende en goed water kunnen krijgen. In de kas moet hij ook zorgen dat de relatieve luchtvochtigheid (r. v.) voldoende is. De relatieve luchtvochtigheid is het percentage (%) waterdamp, die in de lucht aanwezig is. Men meet dit met een hygrometer. De vochtvoorziening en de relatieve luchtvochtigheid kunnen worden geregeld door: - schermen - luchten - water geven Water geven kan met behulp van: 1. Slang met of zonder broes (sproeikop). 2. Regenleiding. 3. Druppelbevloeiing. Infiltratie. Hiervan spreekt men als het water ondergronds toestroomt en via capillaire stijging de wortelzone bereikt. Door het grondwaterpeil te verhogen kan het via de drainage overal komen. In Nederland wordt heel veel aan infiltratie gedaan. Denk hierbij aan poldersloten, het verhogen van het grondwaterpeil bij de teelt van bloembollen op zandgronden en het tijdelijk verhogen van het waterpeil op een tablet bij de potplantenteelt. Groeipunt 35 algemene plantenteelt

36 Bevloeien. Via een aanvoerleiding wordt het water op een perceel gebracht, waarna het haar eigen weg zoekt, het gehele maaiveld wordt met water bedekt. Het maaiveld dient hierbij een horizontaal verloop te hebben. In Nederland nauwelijks toegepast, maar op wereldschaal veruit de meest uitgebreide kunstmatige watervoorziening. Beregenen en druppelen. Via leiding en sproeiers wordt het water daar gebracht waar men het wil hebben en waar de behoefte er naar is. Men kan een gedeelte of het gehele een perceel van water voorzien. Hierbij moeten we eisen stellen aan de sproeier welke de druppelgrootte bepaald. Ook kan men elke plant afzonderlijk van water voorzien via een druppelsysteem of een druppelbevloeiing. Het water wordt gedoseerd waar het nodig is, Dit laatste wordt in de glastuinbouw en in de fruitteelt op grote schaal toegepast. Water in het algemeen. Iedereen weet wat en hoe water is, namelijk; vloeibaar, waterdamp en in vaste vorm. Er wordt onderscheidt gemaakt waar het water vandaan komt, zo spreken we van: Regenwater. Regenwater is gecondenseerde waterdamp en over het algemeen vrij zuiver. Als regenwater niet oordeelkundig opgevangen wordt, kunnen daar allerlei stoffen bijkomen zoals: stof, schermmiddelen, zouten en deze kunnen ernstige schade aan de planten geven. Oppervlaktewater /open water. Dit is water van sloten, kanalen, rivieren en meren. Het is regen en smeltwater welke soms ernstig vervuild kunnen zijn met allerlei stoffen waarbij zouten en chemicaliën schade kunnen veroorzaken. Naast zouten etc. kan het slootwater ook nog bacteriën bevatten welke schade en ziekten, aan plant, mens en dier kunnen veroorzaken. De meeste sloten en vaarten zijn als gietwater over het algemeen goed te gebruiken. Leidingwater. Een ander woord voor leidingwater is drinkwater. Het winnen van drinkwater zal steeds duurder worden en is als gietwater in de agrarische sector eigenlijk te duur. Een voordeel van drinkwater is de constante temperatuur van ± 6 C en het is ziektenkiemenvrij. Nadeel zijn het chloor en het kalkgehalte. Groeipunt 36 algemene plantenteelt

37 Opgave:28 In welke vormen kan water voorkomen? voorbeeld voorbeeld voorbeeld Opgave:29 Hoe geef jij thuis de planten water? Opgave:30 Op welke manieren kan een plantenteler zijn planten water geven? Met welke hulpmiddelen kan men water geven? Ten eerste nemen we de open teelt. Hierin gebruikt men meestal rondgaande sproeier(s). Deze kunnen geplaatst zijn op een haspelinstallatie (een grote slangenrol) of meerdere aluminium pijpen waarop de sproeiers gemonteerd zijn. Hiernaast een sproeipatroon van een regeninstallatie in de open teelt. De sproeiers staan op een bepaalde afstand van elkaar zoals je ziet. Het sproeiwater wordt betrokken uit een vaart of een sloot, Soms komt het voor dat de leiding in de grond zit. Voordeel; minder arbeid. Ten tweede bekijken we de sproeiers die in de bedekte teelten gebruikt worden.meestal worden er boog-, steel- en neveldoppen gebruikt. Afbeelding: Steel- en boogdop Groeipunt 37 algemene plantenteelt

38 Als we op een bedrijf komen zien we vaak ook allerlei slangen met hierop vele sproeipennen aangesloten. Dit noemt men het druppelsysteem. Hierbij krijgen de planten steeds een klein beetje water met voedingsstoffen toegediend, dit gebeurt door de druppelaars. Deze zijn aangesloten op een pomp voor de nodige druk. De druppelaars staan bij elke plant of boom. Voordelen hiervan zijn een gunstige waterafgifte en altijd op de juiste plaats waar het moet zijn. Nadeel een dure installatie is nodig. Vele druppelaars worden toegepast in een substraatteelt. Substraat is een systeem waarbij men geen grond of aarde gebruikt maar een ander soort teeltaarde, bijvoorbeeld steenwol of kokosmengsel. Bij het water geven kan men er voor zorgen, dat alleen de grond nat wordt (substraat), of zowel de plant als de grond (beregenen), of alleen de plant (broezen). Als de planten de grond nog niet volledig bedekt hebben, bestaat bij beregening kans op structuurbederf. (Grond slaat dicht) Die kans is groter als: de regendruppels groot zijn. de druppels van grote hoogte komen. het beregenen lang duurt. Opgave:31 Wat verstaat men onder een druppelsysteem? Opgave: 32 Noem eens drie teelten waarin het druppelsysteem gebruikt wordt Opgave: 33 Wanneer is er kans op structuurbederf? Groeipunt 38 algemene plantenteelt

39 Wanneer en hoeveel water er gegeven moet worden, hangt af van: De eisen die de plant stelt aan de vochtigheid van de grond. Aan de luchtvochtigheid. De hoeveelheid water die gegeven moet worden is het verschil (tekort) tussen de verdamping en de wateraanvoer in de grond. Dit verschil ontstaat bij een lage luchtvochtigheid en een hoge temperatuur. Bij een normale beregening geeft men 20 mm per keer. Dit is 20 liter per m2 grondoppervlak. (1 mm = 1 liter per m2) Opgave:34 Als het nu 15 mm geregend heeft, hoeveel liter water is er dan gevallen op 100 m2? (Zet je berekening erbij!) mm neerslag x m2 = liter water. Als je nu nog een stapje hoger gaat krijg je kubieke meter = m3. Een kubieke meter is 1000 liter. Het antwoord van de bovenstaande opgave wordt dan: liter water is m3. 4. Maatregelen voor de ruimte. Planten groeien niet in het model zoals wij dit willen. Als we planten, maar ook struiken en bomen hun natuurlijke groei (ontwikkeling) laten volgen, benutten we niet optimaal de opbrengst die zij kunnen leveren. Hoe kunnen wij die vorm beïnvloeden? Elke plant heeft groeipunten. Dat zijn bijvoorbeeld de eindpunten van niet volgroeide stengels en bladeren, maar ook knoppen. Nemen we een dergelijk groeipunt weg dan gaat de plant daarop reageren. Het aantal wortels verandert niet. Als deze wortels voor minder groeipunten hoeven te zorgen, zal elk groeipunt meer voedsel krijgen en harder gaan groeien. We kunnen dus zeggen dat door snoeien de overgebleven groeipunten sterker gaan groeien. Dus vandaar de uitdrukking: Snoeien doet groeien of een andere: snoei verwekt groei. Veel van de hier volgende handelingen zijn eigenlijk eenvorm van snoeien. 1 Gazon maaien. 3 Pluizen. 5 Dunnen. 6 Oppotten. 2 Haag knippen. 4 Dieven. 6 Verspenen. 8 Toppen. Van de eerste twee weten we alles af. Hier hoeft geenverdere uitleg bij. Groeipunt 39 algemene plantenteelt

40 Pluizen en dieven. Als we een chrysant met een grote bloem willen, dan halen we de zij stengels met de okselknoppen weg. Alle groeistoffen gaan naar de top. Dit noemen we pluizen. Hetzelfde gebeurt bij tomaten ook. Alleen spreken we dan van dieven. Dit is het wegnemen van de zijstengels om de hoofdstengel tot volle wasdom te laten groeien waardoor er meer tomaten geoogst kunnen worden. Opgave:35 De handeling bij pluizen en dieven heeft maar één doel, welk doel? Opgave: 36 Wat is een dief? (Plantkundig gezien.) Opgave: 37 Hoe zou men er toe komen de zijscheuten van een tomatenplant dieven te noemen.? Dunnen. Dunnen is het verwijderen van een deel van de planten. Dat kan zowel met de hand als machinaal gebeuren. Naast het dunnen van planten, kennen we ook de vruchtdunning. Dat gebeurt vooral bij fruit, een bekend voorbeeld is het krenten van druiven. Verspenen en oppotten. Dit is een kostbare zaak, daarom gebeurt het alleen met de planten die per stuk voldoende opbrengen om deze extra kosten weer goed te maken. Dit geldt natuurlijk ook voor oppotten. Bij deze handelingen moet je op verschillende zaken letten. We zetten ze even op een rijtje: Verse potgrond gebruiken. De plantjes voorzichtig lostrekken. De gaten waarin je de wortels stopt, zo groot mogelijk maken, dat de wortels er goed inpassen. Bij het verspenen de plantjes zo diep in de grond zetten en aandrukken dat ze bij het water geven niet omvallen. Bij het oppotten zorgen voor een duidelijke gietrand. Groeipunt 40 algemene plantenteelt

41 Opgave:38 Waarom noemt men het dunnen bij druiven krenten? Opgave:39 Wanneer ga je dunnen? Bij gezaaide of geplante producten. Waarom ga je dunnen? Opgave: 40 Waarom gebruik je verse potgrond bij het verspenen? Opgave:41 Waarom moet je bij het verspenen de plantjes voorzichtig lostrekken? Toppen. Het toppen van de plant het bovenste deel (met groeipunt) wegnemen. Hier een paar planten als voorbeeld: Spruitkool: om gelijkmatiger spruitjes te krijgen. Perkplanten: om meer en eerder bloemstengels te krijgen. Opgave: 42 Wat zal het resultaat zijn als we en chrysant toppen? Opgave:43 Wat is het tegenovergestelde van toppen? (doorstrepen wat niet van toepassing is). Oppotten / verspenen / pluizen / dunnen / krenten zaaien. Groeipunt 41 algemene plantenteelt

4. LUCHT. 5. TEMPERATUUR. 6. STANDPLAATS. 7. ZUURGRAAD.

4. LUCHT. 5. TEMPERATUUR. 6. STANDPLAATS. 7. ZUURGRAAD. Leeractiviteit Productiefactoren van de plant Activiteit: Je werkt met plantaardig materiaal, of het nu laanbomen zijn of containerplanten. Maar weet je ook welke factoren er belangrijk zijn voor de groei

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Vragen. Groeien en bloeien

Vragen. Groeien en bloeien Groeien en bloeien Kamerplanten staan langer in de huiskamer dan een boeket of bloemstuk. Een plant heeft bepaalde zaken nodig om goed te kunnen groeien en bloeien. Om een goed advies te kunnen geven moet

Nadere informatie

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak Planten stekken Planten kunnen op veel manieren vermeerderd worden. Er zijn verschillende bomen, heesters, vaste- en eenjarige planten die door zaad vermeerderd kunnen worden. Planten die door zaad vermeerderd

Nadere informatie

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen kennen we vooral uit het voorjaar. Het zijn verdikte plantendelen die zich onder de grond bevinden. Veel bol- en knolbloemen worden als snijbloem gebruikt. Sommige bollen en knollen worden tot de groenten

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Groei en oogst De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL cmyk 70 0 70 0 rgb 73 177 112 #48b170 Groei

Nadere informatie

1 Natuurlijke methoden van ongeslachtelijke vermeerdering.

1 Natuurlijke methoden van ongeslachtelijke vermeerdering. Ongeslachtelijke voortplanting bij planten Ongeslachtelijke voortplanting, vegetatieve voortplanting ofwel aseksuele reproductie is voortplanting waarbij slechts een ouder betrokken is. Ongeslachtelijke

Nadere informatie

Vragen. Manieren van vegetatieve vermeerdering

Vragen. Manieren van vegetatieve vermeerdering Manieren van vegetatieve vermeerdering Er zijn veel manieren waarop je planten kunt vermeerderen zonder dat daar bevruchting aan te pas komt. Bekende manieren zijn: stekken; scheuren; enten; oculeren.

Nadere informatie

1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! Processen rondom de oogst Oogsttijdstip in de open teelten 12 1.

1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! Processen rondom de oogst Oogsttijdstip in de open teelten 12 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Het einde van de teelt... en nu oogsten! 9 1.1 Processen rondom de oogst 9 1.2 Oogsttijdstip in de open teelten 12 1.3 Afsluiting 22 2 Met de hand of met de machine? 23

Nadere informatie

zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april

zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april zaaien in zaaibakken zaaibakken maken voor binnen op warmte in maart en voor buiten in april benodigdheden: - potgrond zonder klontjes, grof zand - schone emmer - schone zaaibak van b.v. piepschuim of

Nadere informatie

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1.

1 Gras Bouw en leefwijze van planten Indeling van de grassen Mengselkeuze Kwaliteit van de graszode 17 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gras 9 1.1 Bouw en leefwijze van planten 9 1.2 Indeling van de grassen 12 1.3 Mengselkeuze 14 1.4 Kwaliteit van de graszode 17 1.5 Afsluiting 18 2 Verbetering van grasland

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting door een scholier 1973 woorden 17 april 2017 7,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Hoofdstuk 5 Planten Uit welke delen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei tijdsduur voor het gehele examen 09:00 11:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING PLANTENTEELT CSE KB Het examen Landbouw en natuurlijke omgeving CSE

Nadere informatie

Samenstelling en eigenschappen

Samenstelling en eigenschappen Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 5 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist

Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist Inhoudsopgave 1 Waarom is bemesten zo belangrijk? p5 Hoe vaak moet ik eigenlijk bemesten? p6 4 3 Wat is het

Nadere informatie

Planten vermeerderen: Stekken

Planten vermeerderen: Stekken AFDELING HERENTALS LESGEVER: Bert Peers TEKST: Bert Peers Planten vermeerderen: Stekken Het stekken is makkelijk uit te leggen, maar als we het zien doen is het nog altijd beter te onthouden.en welke stek

Nadere informatie

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen Project Planten ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Planten Planten eten, ademen en groeien. Sommige planten houden van natte grond. Anderen van droge grond. Sommige planten houden van veel zon en warmte. Anderen

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 5

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 5 landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 5 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1).

Nadere informatie

1 Planten Plantmateriaal Planten Afsluiting 16

1 Planten Plantmateriaal Planten Afsluiting 16 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Planten 9 1.1 Plantmateriaal 9 1.2 Planten 12 1.3 Afsluiting 16 2 Oppotten 17 2.1 Potgrond 17 2.2 Oppotten 18 2.3 Afsluiting 26 3 Stress voorkomen 27 3.1 Schermen 27 3.2

Nadere informatie

Module Medewerker kwekerij. vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4

Module Medewerker kwekerij. vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4 Module Medewerker kwekerij vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4 Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent

Nadere informatie

CSPE GL 2010. minitoets bij opdracht 9

CSPE GL 2010. minitoets bij opdracht 9 CSPE GL 2010 landbouw-breed - afdelingsprogramma landbouw minitoets bij opdracht 9 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

bemesten wintergroenten slakkenjacht prei maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien

bemesten wintergroenten slakkenjacht prei maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien maand van het voorzaaien WEEK 1 bemesten Je hebt nu de tijd om alles in orde te maken. Heb je in huis wat je de komende maanden nodig gaat hebben? Mest, zaden, gereedschap? En

Nadere informatie

1 Water Water in de plant Soorten water en waterkwaliteit Verbeteren van de waterkwaliteit Afsluiting 27

1 Water Water in de plant Soorten water en waterkwaliteit Verbeteren van de waterkwaliteit Afsluiting 27 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Water 9 1.1 Water in de plant 9 1.2 Soorten water en waterkwaliteit 12 1.3 Verbeteren van de waterkwaliteit 18 1.4 Afsluiting 27 2 Watervoorziening 29 2.1 Watergeefsystemen

Nadere informatie

WERK VAN DEN AKKER Afdeling Herentals PELARGONIUM EN GERANIUM.

WERK VAN DEN AKKER Afdeling Herentals PELARGONIUM EN GERANIUM. WERK VAN DEN AKKER Afdeling Herentals PELARGONIUM EN GERANIUM. Lesgever: Bart Peers 29-01 - 2012 Verslag: Michel Peeters 1. PELARGONIUM. 1.1 Inleiding Pelargonium ofwel in de volksmond geranium is een

Nadere informatie

Groenten onder glas 1. Op het land 2. Blad 1. Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten.

Groenten onder glas 1. Op het land 2. Blad 1. Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten. 5 Lastige woorden Blad Groenten onder glas Verbouwen (van groente) Iets laten groeien. Insect Een klein diertje met zes poten. Ziektekiem Een bacterie of virus waar je ziek van kunt worden. Stapelbed Bedden

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Kassen en tuinbouw 4 3. Soorten kassen 6 4. In de kas 8 5. Voor en nadelen Het Westland 13 7.

inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Kassen en tuinbouw 4 3. Soorten kassen 6 4. In de kas 8 5. Voor en nadelen Het Westland 13 7. In de kas inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Kassen en tuinbouw 4 3. Soorten kassen 6 4. In de kas 8 5. Voor en nadelen 12 6. Het Westland 13 7. Bijzondere kassen 14 8. Filmpjes 16 Pluskaarten 17 Bronnen en

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Kaart 15 Bollen en knollen

Kaart 15 Bollen en knollen Kaart 15 Bollen en knollen Informatiekaart Werkblad Onderzoek: o Bollen en knollen o Narcissen op water Quiz: o http://natuur.ariena.com Voor de leerkracht: De kinderen leren de volgende begrippen: Bollenstreek

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 6,8 Samenvatting door Syb 669 woorden 3 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H3 Samenvatting PARAGRAAF 1 - Wortel Functies van de wortel: Het opnemen van

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 11:30 13:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING PLANTENTEELT CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik

Nadere informatie

1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21

1 Kenmerken van de plant De uiterlijke kenmerken van een plant Het inwendige van de plant Afsluiting 21 Inhoud Voorwoord 5 Een aardig produkt 7 Inleiding 8 1 Kenmerken van de plant 11 1.1 De uiterlijke kenmerken van een plant 11 1.2 Het inwendige van de plant 17 1.3 Afsluiting 21 2 Onderdelen van een plant

Nadere informatie

Module Plantenvoeding

Module Plantenvoeding Module Plantenvoeding Colofon Auteur Jan van den Langenberg, Helicon, Boxtel Redactie Marga Winnubst, Kristal Tekst- en communicatiebureau Beeld ARKA media BV, Beeldverwerving en beeldcreatie Resonans

Nadere informatie

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Bijeenkomst PN DA Jongenelen oktober 2013 Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Waarom een grondanalyse? Inzicht krijgen in de beschikbare voeding voor de plant; Hoofdelementen; Sporenelementen; ph van de

Nadere informatie

BOLLEN EN KNOLLEN. Lesbrief: bloembollen kweken

BOLLEN EN KNOLLEN. Lesbrief: bloembollen kweken BOLLN N KNOLLN Je hebt bollen en knollen. Ze lijken veel op elkaar. Toch is er een duidelijk verschil. Bollen en knollen worden droog verkocht om ze in de tuin uit te planten. n allebei zijn ze gevuld

Nadere informatie

3 Planten en verplanten

3 Planten en verplanten 3 Planten en verplanten 3 Planten en verplanten 34 3.1 Plantensoorten 35 3.2 Plantafstand 38 3.3 Planten in verband 41 3.4 Bomen planten 43 3.5 Afsluiting 48 34 PLANTEN EN VERPLANTEN Bijna het hele jaar

Nadere informatie

Tuinadvies. De Ceuster Meststoffen Bannerlaan 79 2280 Grobbendonk Tel.: 014-257 357 Fax: 014-25 73 51 voor annemie so on. Moestuin Moestuin Algemeen

Tuinadvies. De Ceuster Meststoffen Bannerlaan 79 2280 Grobbendonk Tel.: 014-257 357 Fax: 014-25 73 51 voor annemie so on. Moestuin Moestuin Algemeen Tuinadvies Moestuin De Ceuster Meststoffen Bannerlaan 79 2280 Grobbendonk Tel.: 014-257 357 Fax: 014-25 73 51 voor annemie so on Zuurgraad (ph) Zuurgraad van uw grond is 5,3 Streefwaarde: 6,8 Verhoog deze

Nadere informatie

Begin van het moestuinseizoen

Begin van het moestuinseizoen Begin van het moestuinseizoen 1. Buiten Zaaien in volle grond Algemene regel : de hoeveelheid aarde waarmee je het zaadje bedekt, mag maximaal drie maal de breedte van het zaad zijn. Zaai periode : is

Nadere informatie

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas: Experimenten werkboekje KIT Dokter in de wetenschap: Klas: 1 Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL 2004

Examenopgaven VMBO-GL 2004 Examenopgaven VMBO-GL 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 09:00 11:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING PLANTENTEELT CSE GL Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud Inhoud Voorwoord 5 6 Steeds meer planten! 9 6.1 Geslachtelijke variaties 9 6.2 Van eicel tot zaad 11 6.3 Allemaal gelijk 14 6.4 De juiste behandeling 24 6.5 Verschillende bollen en knollen 28 6.6 Afsluiting

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 09:00 10:30 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING GROENE RUIMTE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik

Nadere informatie

Teelt 1 Antwoorden Planten en verzorgen. W. Franken

Teelt 1 Antwoorden Planten en verzorgen. W. Franken Teelt 1 Antwoorden Planten en verzorgen W. Franken eerste druk, 2002 Artikelcode: 27085.2 & 27085.1 2002 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003 Examenopgaven VMBO-KB 2003 tijdvak 1 maandag woensdag 199 mei 13.30 09.00-15.00 11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING PLANTENTEELT CSE KB Het examen Landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat

Nadere informatie

3,5. Inleiding. Proef door een scholier 1511 woorden 25 mei keer beoordeeld

3,5. Inleiding. Proef door een scholier 1511 woorden 25 mei keer beoordeeld Proef door een scholier 1511 woorden 25 mei 2018 3,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar! Inleiding Voor biologie moest je een proef doen. Je kreeg twee bruine bonen en je moest een variabele

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting door een scholier 1333 woorden 5 juni 2004 5,6 147 keer beoordeeld Vak Biologie Planten Planten zijn overal om ons heen. Bomen en struiken. De een opvallend

Nadere informatie

4 verschillende kweekmethoden

4 verschillende kweekmethoden 4 verschillende kweekmethoden Kweken met turfpotjes Turfpotjes zijn gemaakt van een samengeperst mengsel van houtvezels, turf en kalkzandsteen (natuurlijke voedingsstoffen). Deze zijn biologisch afbreekbaar

Nadere informatie

3 Arbeid Functies binnen het bedrijf Arbeidsbehoefte Registratie Afsluiting 69

3 Arbeid Functies binnen het bedrijf Arbeidsbehoefte Registratie Afsluiting 69 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Oogsten 9 1.1 Oogstmoment 9 1.2 Oogstwerkzaamheden 12 1.3 Oogstmethoden 14 1.4 Kwaliteitseisen voor het product 25 1.5 Apparatuur voor oogstverwerking 30 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:

Nadere informatie

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV) Luchtvochtigheid Luchtvochtigheid is belangrijk voor de groei. Een te hoge luchtvochtigheid betekent geringe verdampingsmogelijkheden voor de plant. De plant neemt dan niet zoveel water op en dus ook minder

Nadere informatie

Teeltvoorbereiding Antwoorden Meststoffen. W. Franken

Teeltvoorbereiding Antwoorden Meststoffen. W. Franken Teeltvoorbereiding Antwoorden Meststoffen W. Franken eerste druk, 2001 Artikelcode: 27059.2 & 27059.1 2001 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1 Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de

Nadere informatie

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN Lezing door Barend Löbker VORTUS bv Programma: Klimaat Praktijkervaringen nieuwe telen Vragen/discussie Introductie Vortus BV: 2007 25 jaar geleden door Simon Voogt opgericht

Nadere informatie

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei.

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei. Lentetips April Vroegbloeiende struiken kan u na de bloei snoeien. Vanaf april ziet onkruid vaak zijn kans. Onbeplante oppervlaktes zijn snel bedekt met ongewenst groen. Schoffelen is dus de boodschap!

Nadere informatie

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING. Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING. Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is. Examen VMBO-KB 2006 tijdvak 1 vrijdag 19 mei 9.00-11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING GROENE RUIMTE CSE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6 INHOUD Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6-1 - Les 1: Bollen en knollen Nodig: Van Milieueducatie: - Aardappel(en)

Nadere informatie

Zaaien en planten. Wat is er nodig om een zaadje te laten groeien?

Zaaien en planten. Wat is er nodig om een zaadje te laten groeien? Stap 1 de tuin opruimen, vrijmaken van onkruid en omspitten Stap 2 de moestuin bemesting geven volgens het grondonderzoek Stap 3 de moestuin indelen in percelen Stap 4 Zaaien en planten Wat is er nodig

Nadere informatie

landbouw-breed CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 15

landbouw-breed CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 15 landbouw-breed CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 15 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.

Nadere informatie

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank

leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank leerkracht Tuinieren in de klas zaaien in de vensterbank Voorjaar in de klas, ga aan de slag! De nieuwe Albert Heijn moestuintjesactie komt er aan. (lukt het niet met de AH zaadjes? Vraag Milieueducatie

Nadere informatie

Kamerplanten: Verzorging en onderhoud

Kamerplanten: Verzorging en onderhoud AFDELING HERENTALS Lesgever: Bert Peers 26-04 - 2015 Tekst: Bert Peers Bewerking M. Peeters Kamerplanten: Verzorging en onderhoud 1 1. Wat zijn kamerplanten? Geen enkele plant groeit van nature in een

Nadere informatie

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/87623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

GAZON ONDERHOUD. De graszoden zijn aangelegd, wat moet ik nu doen? 1

GAZON ONDERHOUD. De graszoden zijn aangelegd, wat moet ik nu doen?  1 GAZON ONDERHOUD De graszoden zijn aangelegd, wat moet ik nu doen? WWW.TUINENGRAS.NL 1 INHOUDSOPGAVE Premium graszoden... 2 De graszoden zijn aangelegd, wat moet ik nu?... 4 Maandelijks onderhoud... 8 Gazonvoeding...

Nadere informatie

Het is winter. op Landgoed Schothorst

Het is winter. op Landgoed Schothorst Het is winter op Landgoed Schothorst In de winter is er genoeg te zien en te beleven in de natuur. Tijdens deze wandeling kun je dat ervaren. 6 Enkeerdpad 1 Winterbloeiers Zelfs in de winter kun je soms

Nadere informatie

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019 DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER 16 mei 2019 Banken van een druivenserre met Krilium. De man rechts is Pieter Michiels, serrist uit Eizer Overijze (januari 1957) (Foto uit het archief BDB) Bodemstaalname

Nadere informatie

werkkalender Gemaakt door Paul en Joep voor stichting Groeituinen in april 2014

werkkalender Gemaakt door Paul en Joep voor stichting Groeituinen in april 2014 werkkalender Gemaakt door Paul en Joep voor stichting Groeituinen in april 2014 1 e en 2 e week maart: Rode peper, pompoen, peterselie, basilicum, bloemkool en pastinaak: zaaien. 3 e en 4 e week maart:

Nadere informatie

Handboek Tuinplanten Geschiedenis & Gebruikswaarde van boomteeltgewassen

Handboek Tuinplanten Geschiedenis & Gebruikswaarde van boomteeltgewassen Handboek Tuinplanten Geschiedenis & Gebruikswaarde van boomteeltgewassen 1 Titel: Handboek Tuinplanten, Geschiedenis & Gebruikswaarde van Boomgewassen Nederlandse uitgever: BoekvoorPlant Copyright 2016

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2013 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-13-2-b Tropische regenwouden Lees eerst informatie 1 tot en met 3 en beantwoord dan vraag 41 tot en met

Nadere informatie

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Met leuke vragen, opdrachten en experimenten voor thuis! Wat weet jij over biologisch en over de bodem? Biologisch, lekker natuurlijk! Heb je er wel eens over nagedacht dat alles wat je eet, van een plant

Nadere informatie

Recirculatie van water

Recirculatie van water Recirculatie van water Planten nemen niet al het gietwater op. Een deel van het gietwater zakt weg in de bodem of het substraat. Het ongebruikte water dat wordt opgevangen, is het drainwater. Bij recirculatie

Nadere informatie

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen Behoefte gewas Verloop in seizoen Sporenelementen Invloed van ph Breedwerpig, fertigatie of controlled release meststoffen? Problemen in de praktijk Nieuw perceel: Grondanalyse voor bepaling P, K, Mg,

Nadere informatie

Op YouTube zijn een aantal goede instructie video s beschikbaar:

Op YouTube zijn een aantal goede instructie video s beschikbaar: Fruitsoort Wanneer snoeien? Abrikoos Appel Kers Peer Perzik Pruim Vóór half september, direct na de pluk en/of direct na de bloei Jonge bomen: januari t/m eind maart. Oude bomen: juli t/m eind augustus

Nadere informatie

Groeitabel (de groeitabel voor de 1ste graad is eenvoudiger dan die voor 2de en 3de graad) Bekijk per experiment welk materiaal je nodig hebt.

Groeitabel (de groeitabel voor de 1ste graad is eenvoudiger dan die voor 2de en 3de graad) Bekijk per experiment welk materiaal je nodig hebt. Lesfiche Groeiexperimenten 1, 2, 3 de graad Doe de Zie ze groeien! -test! In welke omstandigheden groeien plantjes het best? De kinderen doen verschillende experimenten, gemakkelijk uit te voeren in de

Nadere informatie

Groasis Waterboxx Handleiding voor groententeelt

Groasis Waterboxx Handleiding voor groententeelt Groasis Waterboxx Handleiding voor groententeelt 1. Maak gebruik van een kas die ontworpen is zoals in de afbeelding hieronder, met de mogelijkheid van ventilatie langs de zijkanten, en met op minimaal

Nadere informatie

De grond waarop wij wonen.

De grond waarop wij wonen. De grond waarop wij wonen. GROEP 7/8 Doel: Planten horen bij de grond waarop wij wonen. Dit onderdeel gaat over het onderzoekend verkennen van de vegetatie in de omgeving van de kinderen van de bovenbouw.

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

Het behandelen en plaatsen van aquariumplanten

Het behandelen en plaatsen van aquariumplanten Aquaplantsonline.nl Het behandelen en plaatsen van aquariumplanten Dit e-book wordt u aangeboden door Aquaplantsonline 2016 Aquaplantsonline Aquaplantsonline.nl 2 / 14 Dit is de 1.0 versie van dit e-book.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6 Inhoud Voorwoord 5 Mag ik u een paar vragen stellen? 6 9 Steeds meer planten! 13 9.1 Geslachtelijke variaties 13 9.2 Van eicel tot zaad 16 9.3 Allemaal gelijk 20 9.4 De juiste behandeling 27 9.5 Verschillende

Nadere informatie

2 Hydrocultuur Water geven Onderhoudscontract Voeding Afsluiting 43

2 Hydrocultuur Water geven Onderhoudscontract Voeding Afsluiting 43 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Kamerplanten 11 1.1 Standplaats 11 1.2 Licht 12 1.3 Water 17 1.4 Temperatuur 21 1.5 Voeding 23 1.6 Vermeerderen 26 1.7 Verpotten en oppotten 36 1.8 Afsluiting 39 2 Hydrocultuur

Nadere informatie

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. do Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 B 67 PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Sporenelementenpotgrondproef bij komkommers. door: G.A.Boertje Naaldwijk,1963. Proefstation

Nadere informatie

Het leven duurt niet eeuwig

Het leven duurt niet eeuwig Het leven duurt niet eeuwig Alle levende wezens verouderen en vroeg of laat sterven ze. Sterven kan door een natuurlijke dood, opgegeten worden of een andere gebeurtenis. Doorheen de evolutie hebben alle

Nadere informatie

- GROENTJE. Bloembollen

- GROENTJE. Bloembollen Inleiding. - GROENTJE Bloembollen Bloembollen is misschien wel het bekendste product wat "Holland" heeft voortgebracht. Toch is de kennis over de bloembollen bij de gewone burger vaak minimaal. De voorlichting

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 181 woorden 13 januari 2016 6,1 48 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra 2.1 Klimaten A Waardoor is het bij de evenaar warm? In bron

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 11:30-13:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING BLOEMBINDEN EN SCHIKKEN CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen. Mijn naam: Eddo de Veer

WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen. Mijn naam: Eddo de Veer WEERBAAR Telen = Veerkracht in de plant brengen Mijn naam: Eddo de Veer HOE? Begin met een goede bodem analyse Ik werk met de Bodem Balans Analyse Het gaat om de verhoudingen van de mineralen aan het complex

Nadere informatie

Lieve dames, beste heren (Leden van Bonsai vereniging Koya).

Lieve dames, beste heren (Leden van Bonsai vereniging Koya). KOYA S E-BULLETIN #6 2011 JUNI 2011 Koya s E-bulletin Lieve dames, beste heren (Leden van Bonsai vereniging Koya). AGENDA (Kijk ook op onze site; www.koya.nl voor de laatste up date) 25 JUNI 5 E WERKMIDDAG

Nadere informatie

Materiaal Groen. Deel 4: Thuis tuinieren

Materiaal Groen. Deel 4: Thuis tuinieren Materiaal Groen Deel 4: Thuis tuinieren Colofon Deel 4: Thuis tuinieren Onderdeel van het materiaal Groen, met de thema s: Seizoenen (dl. 1), Groen in de stad (dl. 2), Groen groeit (dl. 3), Thuis tuinieren

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 19

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 19 landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 19 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1).

Nadere informatie

PRIJS: 1,5 KG 7,50 10 KG 22,50

PRIJS: 1,5 KG 7,50 10 KG 22,50 TUINMEST Deze biologische meststof wordt gebruikt bij de bemesting van sierbladgewassen, boomkwekerijgewassen, balkonplanten en orangeriegewassen. Bevat gedroogde organische zeewieren. Bio-Tuinmest is

Nadere informatie

Bodem en bemesting Basis voor plantgezondheid Wilma Windhorst, VHG docentendag

Bodem en bemesting Basis voor plantgezondheid Wilma Windhorst, VHG docentendag Bodem en bemesting Basis voor plantgezondheid Wilma Windhorst, VHG docentendag 5-10-2017 Groeifactoren Klimaat Gewasbesch. biologisch Plantversterkers Gewasbesch. chemisch Bemesting Plantmateriaal Klimaat

Nadere informatie

Bemesting kool en relatie tot trips.

Bemesting kool en relatie tot trips. Bemesting kool en relatie tot trips. Programma Nutri Growing concept Trips tabaci Bemesting kool Beheersing van trips in de teelt van kool. Bodemvruchtbaarheid Het vermogen van een bodem een gewas van

Nadere informatie

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant? Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant? Leo Marcelis & Ep Heuvelink Wageningen UR: WUR Glastuinbouw Leerstoel Tuinbouwproductieketens Met medewerking van: Peter van Weel, Hendrik Jan van

Nadere informatie

1 Producten in de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 15 1.

1 Producten in de verkoop Consument en product Biologische achtergronden Afwijkingen van de normale regel 15 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Producten in de verkoop 9 1.1 Consument en product 9 1.2 Biologische achtergronden 11 1.3 Afwijkingen van de normale regel 15 1.4 Afsluiting 17 2 Tijdelijke opslag 19 2.1

Nadere informatie