INTAKE. STUDIEKEUZECHECK BIJ AVANS HOGESCHOOL

Transcriptie

1 INTAKE. STUDIEKEUZECHECK BIJ AVANS HOGESCHOOL 1

2 INTAKE Avans Hogeschool wil de kans op studiesucces vergroten en de binding met haar studenten verhogen. Een van de instrumenten om dit te bereiken is de studiekeuzecheck voor de poort. Avans doet deze studiekeuzecheck in de vorm van een intake. DOEL VAN DE INTAKE Een goede intake leidt tot een goede match tussen student en opleiding. En de aspirant-student begint voorbereid aan de opleiding. De student maakt bij de intake kennis met de opleiding en met medestudenten. De intake is de start van hun studieloopbaantraject. Tijdens de intake schat de studieloopbaanbegeleider in of de aspirant-student bij de opleiding past. De aspirant-student gaat voor zichzelf ook na of de opleiding bij hem of haar past. Bij de start van de opleiding zijn de succes- en risicofactoren bekend. Hierdoor kan Avans de student goed begeleiden, wat de kans op studiesucces vergroot. Aspirant-studenten die niet bij de opleiding passen, worden geholpen om voor aanvang van het studiejaar een nieuwe opleidingskeuze te maken. VERPLICHT OF NIET De intake is in bijna alle gevallen verplicht. Als de aspirant-student in deeltijd gaat studeren of een 21+ toets doet dan is de intake niet verplicht. Deze studenten hebben er wel recht op. De intake is gratis. Als een aspirant-student zich na de deadline van 1 mei aanmeldt, dan neemt de toelatingscommissie de aanmelding in behandeling. De commissie toetst of hij of zij een geldige reden heeft voor de late aanmelding en de intake nog mag doen. DE INTAKE-PROCEDURE Als een aspirant-student zich voor een opleiding bij Avans heeft aangemeld in Studielink, ontvangt hij of zij een uitnodiging om de intake te starten. De aspirant-student doet de intake voor de opleiding van zijn of haar eerste keuze. Na de intake wordt een goed onderbouwd advies gegeven. Dit advies is niet bindend. De aspirant-student beslist zelf of hij of zij start met de opleiding. Vanzelfsprekend moet hij of zij toelaatbaar zijn en voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden van de opleiding. Niet alle mbo-4 vooropleidingen geven automatisch toelatingsrecht. Als de vooropleiding niet voldoende aansluit op de hboopleiding, wordt de student alleen toegelaten als uit de intake een positief advies volgt. Mogelijk krijgt de student een extra opdracht tijdens de intake. HET INTAKEPROCES Student meldt zich in Studielink aan voor een opleiding Student ontvangt per een huiswerkopdracht en een uitnodiging voor een digitaal intake- assessment Student ontvangt per een uitnodiging om een datum te prikken voor de intake Intake bij Avans: gesprek met docent of studie- loopbaanbegeleider gesprek met studenten van Avans Student krijgt advies: positief twijfel negatief Sommige studenten krijgen een verwijzing. Dit kan zijn voor: een persoonlijk bijscholingsadvies een gesprek met een studentendecaan van Avans een extra gesprek met iemand van de opleiding 2

3 DE ONDERDELEN VAN DE INTAKE De intake bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Daaraan kan elke opleiding nog eigen onderdelen of toetsen toevoegen. De intake bestaat minimaal uit: Gesprek met een docent of studieloopbaanbegeleider met als input: digitaal intake-assessment motivatieopdracht groepsgesprek met studenten en in veel gevallen de taaltest Engels Het digitale intake-assessment, de motivatie opdracht en de taaltest Engels maakt de student thuis. HET DIGITALE INTAKE-ASSESSMENT Het digitale intake-assessment is ontwikkeld door psychologisch adviesbureau NOA. Het assessment meet verschillende eigenschappen, competenties en capaciteiten van de student. Het bestaat uit vier onderdelen: Achtergrondkenmerken: vooropleiding en cijfers, studiekeuze-oriëntatie, beschikbare tijd en opleidings- en beroepsbeeld. Competenties: gedragscompetenties die voor de opleiding relevant zijn, bijvoorbeeld plannen en organiseren, creatief denken, analyseren, communiceren en samenwerken. Motivatie Capaciteiten: verbaal, numeriek, algemeen logisch redeneren, analyseren, ruimtelijk inzicht en abstractie. De opleidingen kiezen zelf welke onderdelen ze laten testen. In het assessment van sommige opleidingen zit ook een persoonlijkheidsvragenlijst, gericht op studeren in het hoger onderwijs. De verschillende onderdelen van het assessment worden in de bijlage toegelicht. MOTIVATIEOPDRACHT De meeste opleidingen vragen om een motivatiebrief te schrijven. Bijvoorbeeld met de volgende punten: - Hoe ben je tot de keuze gekomen? - Wat spreekt je aan in de opleiding? - Geef aan waarom de opleiding goed bij je past. - Wat spreekt je aan in het beroepenveld? - Hoe zullen docenten van je middelbare school jou omschrijven? - Welke verschillen verwacht je bij de overgang naar het hbo? - Noem de bijzondere omstandigheden waarmee wij rekening moeten houden. (denk aan faalangst, dyslexie e.d.) Een aanvullende opdracht is soms om een vacature te zoeken voor een net afgestudeerde hbo er van de gekozen opleiding. TAALTEST ENGELS De meeste opleidingen hebben een taaltest Engels in de intake opgenomen. Het doel van de taaltest Engels is om te bepalen of de aspirant-student het juiste niveau Engels beheerst. Is het niveau Engels te laag, dan biedt Avans de mogelijkheid om bij te spijkeren. Het is de ambitie van Avans dat elke student vanaf 2020 afstudeert op Engels B2 niveau binnen de context van de eigen opleiding. GROEPSGESPREK MET STUDENTEN Een ander onderdeel is een meet en greet met ouderejaars studenten. Zij vertellen over hun ervaringen bij de opleiding. AANVULLENDE OPDRACHTEN Sommige opleidingen hebben extra opdrachten in hun intakeprogramma opgenomen. Denk aan een taal- of rekentoets, een economische opdracht, een creatieve opdracht of een presentatie. Informatie hierover ontvangt de aspirant-student per mail. ADVIES EN VERWIJZING Iedere aspirant-student krijgt een advies op basis van zijn of haar intake. Positief: de competenties van de aspirant-student en de opleiding sluiten goed op elkaar aan. Twijfel: de kans op studiesucces is niet zeker. Op dit moment worden er aandachtspunten gesignaleerd om de opleiding succesvol te kunnen doorlopen en af te ronden. We vragen de aspirant-student om het gegeven advies goed door te lezen en de voorgestelde acties te ondernemen. We denken dat de opleiding niet bij je past. Op dit moment worden er knelpunten gesignaleerd om de opleiding succesvol te kunnen doorlopen en af te ronden. We vragen de aspirant-student om het gegeven advies goed door te lezen en de voorgestelde acties te ondernemen. 3

4 Negatieve en twijfeladviezen worden altijd toegelicht. En we bieden altijd hulp aan. De aspirant studenten worden op diverse manieren ondersteunt. Onze decanen helpen bijvoorbeeld bij dyslexie, functiebeperking of topsport. Ook een bezoek aan een Open dag of meeloopdag of zich inschrijven voor studiekeuzebegeleiding, kan hen helpen. Ook wordt de workshop plannen en organiseren aangeboden en bijvoorbeeld extra hulp bij struikelvakken. MEER INFORMATIE Meer informatie over de intake vind je op avans.nl. Neem voor vragen contact op met BIJLAGE: TAALTEST ENGELS De taaltest Engels is een adaptieve test. Dit betekent dat de vragen zich aanpassen aan het niveau van de student. De test duurt minuten en bestaat uit een leestoets, luistertoets, grammatica en vocabulaire. Aan het eind krijgt de student een terugkoppeling van de resultaten. Hieronder een voorbeeld van een vraag die gesteld wordt bij de taaltest Engels. Choose the correct answer visit the tourist information office Let s let Less lets Het juiste antwoord is Let's. Daarom is de cirkel onder Let's aangeklikt. 4

5 BIJLAGE: DE ONDERDELEN VAN HET DIGITALE INTAKE- ASSESSMENT COMPETENTIES Een vragenlijst brengt een aantal generieke competenties in kaart aan de hand van 6 competentieclusters: analyseren en ontwikkelen, communiceren, evalueren, leidinggeven, persoonlijke competenties en realiseren. De vragenlijst geeft inzicht in sterke competenties en competenties die de aspirant-student nog verder kan ontwikkelen. De meeste opleidingen hebben zelf 6 tot 11 competenties gekozen die het beste bij de opleiding passen. De aspirant-student geeft aan hoe vaak hij volgens hemzelf bepaald gedrag laat zien. Het resultaat laat dus vooral het zelfbeeld zien. Onderstaande competenties kunnen onderdeel zijn van het digitale intake-assessment: A Analyseren en ontwikkelen A1 Analyseren A2 Inventiviteit A3 Visie ontwikkeling A4 Onderzoeken B Communiceren B1 Omgaan met diversiteit B2 Contactgerichtheid B3 Mondeling communiceren B4 Sensitiviteit B5 Overtuigingskracht B6 Klantgerichtheid B7 Samenwerken B8 Schriftelijk communiceren C Evalueren C1 Kwaliteitsgerichtheid C2 Voortgangscontrole C3 Reflecteren D Leidinggeven D1 Besluitvaardigheid D2 Coachen D3 Delegeren D4 Sturen op resultaat D5 Ondernemen D6 Stimuleren en motiveren E Persoonlijke competenties E1 Flexibiliteit E2 Gedrevenheid E3 Maatschappelijk verantwoord handelen E4 Organisatiesensitiviteit E5 Stressbestendigheid E6 Sturen van eigen ontwikkeling E7 Integriteit E8 Initiatief nemen F Realiseren F1 Doorzettingsvermogen F2 Resultaatgerichtheid F3 Nauwkeurigheid F4 Plannen en organiseren F5 Vakdeskundigheid F6 Materiaalgebruik F7 Instructies opvolgen F10 Zakelijk handelen 5

6 COMPETENTIES Hieronder een voorbeeld van het onderdeel competenties in het intake-assessment. 1. Ik help anderen (bijna nooit) soms regelmatig vaak (bijna) altijd 2. Ik neem snel mijn besluit De persoon die bij de eerste vraag antwoord 4 - vaak heeft opgegeven, vindt dat hij/zij vaak andere mensen helpt. Hij/zij helpt anderen meestal wel maar niet altijd. Bij de tweede vraag is antwoord 1 - (bijna) nooit gekozen. Dat betekent dat de persoon die deze vraag heeft ingevuld vindt dat hij/zij niet snel een besluit neemt. Hij/zij denkt vaak lang na voordat hij/zij een keuze maakt. MOTIVATIE In een vragenlijst geeft de aspirant-student aan of een uitspraak op hem of haar van toepassing is. De antwoorden geven inzicht in de motivatie van de aspirant-student om juist deze opleiding te gaan doen. 1. Ik werk hard totaal niet klein beetje redelijk vrij goed heel goed 2. Ik studeer om een goede baan te vinden De persoon die voorbeeld 1 heeft ingevuld vindt dat uitspraak Ik werk hard helemaal op hem of haar van toepassing is en heeft daarom de cirkel onder heel goed van toepassing aangeklikt. De persoon die voorbeeld 2 heeft ingevuld vindt dat hij of zij vooral studeert vanwege de inhoud van de studie, en maar een klein beetje om een goede baan te vinden. Daarom heeft hij of zij de cirkel onder een klein beetje van toepassing aangeklikt. 6

7 CAPACITEITEN Onze opleidingen hebben zelf 2 tot 4 capaciteitstesten gekozen die het beste bij de opleiding passen. Bij de test gaat het om het aantal goede antwoorden dat aspirant-studenten binnen een bepaalde tijd geven. Onderstaande testen kunnen in het digitale intake-assessment zitten: COMPONENTEN Dit onderdeel test het vermogen van de aspirant-student om tweedimensionaal en logisch te kunnen denken. Bij deze subtest moeten drie stukjes in gedachten aan elkaar passen en samen een figuur vormen. Wanneer je de stukken van de bovenste figuur aan elkaar past, dan kun je figuur 3 en figuur 6 maken. Daarom zijn onder figuur 3 en figuur 6 de keuzevakjes aangevinkt. PERCEPTUELE SNELHEID Deze toets meet hoe nauwkeurig de aspirant-student onder tijdsdruk werkt Gelijk niet gelijk Bij dit voorbeeld zie je dat de twee rijen cijfers gelijk zijn. 7

8 SPIEGELBEELDEN Spiegelbeelden test het driedimensionale en abstracte denkvermogen van de aspirant-student. In deze subtest moet in gedachten een figuur linksom en rechtsom worden gedraaid en omgeklapt om de juiste antwoorden te vinden. Je ziet boven een figuur (het cijfer 5) en daaronder twee figuren. Van de beide figuren onder is de linker figuur precies gelijk aan de figuur boven, de rechter figuur is omgeklapt. Dat noemen we ook wel gespiegeld. De rechter figuur is eigenlijk hetzelfde als de figuur boven en de linker figuur, maar dan omgeklapt. EXCLUSIE Dit onderdeel test het vermogen van de aspirant-student om logisch te kunnen redeneren. Bij het redeneren met figuren moet uit vijf figuren er één gekozen worden die er niet bij hoort. Het goede antwoord bij dit voorbeeld is de 5 e figuur, omdat alleen in deze figuur de beide lijnen elkaar kruisen. 8

9 REKENVAARDIGHEID Rekenvaardigheid test hoe goed de aspirant-student kan hoofdrekenen = Het goede antwoord bij dit voorbeeld is 1 1 4, daarom is het keuzerondje onder 4 aangeklikt. REKENWISKUNDETOETS Dit is een test met wiskundige en rekenkundige vraagstukken, zoals kansberekening en redactiesommen. Welke formule past bij de volgende grafiek? y 3 y = 2x 2 1 y = 2x ! -1! -2! x y = x + 2 y = 3x + 1 y = 3x 9

10 CIJFERREEKSEN Cijferreeksen testen of de aspirant-student met getallen kan redeneren. In de subtest die kijkt naar vermogen moet de samenhang gevonden worden tussen getallen die in een lange rij worden gepresenteerd ? De regel van de reeks in dit voorbeeld is, dat elk getal tweemaal zo groot is als het voorafgaande getal (dus: 2x3=6; 2x6=12; 2x12=24; 2x24=48; 2x48=96). Het goede antwoord op dit voorbeeld is dus 96. WOORDRELATIES Deze test bepaalt de woordenschat van de aspirant-student. De test bestaat uit woorden die ongeveer hetzelfde of ongeveer het tegenovergestelde betekenen. rond bol droog langzaam In dit voorbeeld hebben we de woorden rond en bol ongeveer dezelfde betekenis. 10

11 SPELLING Deze test onderzoekt de kennis van spelling. Mijn moeder breidt een nieuwe trui voor mij. Goed Fout WOORDANALOGIEËN Deze test draait om het verbaal redeneervermogen van de aspirant-student. Bij deze test moet het verband tussen woorden worden gevonden. donker - licht = nat -? regen dag vochtig wind droog Het verband tussen donker en licht is hetzelfde als het verband tussen nat en droog; donker is het tegenovergestelde van licht en nat is het tegenovergestelde van droog. 11

12 PERSOONLIJKHEIDSVRAGENLIJST Aspirant-studenten doen een persoonlijkheidstest die gericht is op studiesituaties (MPT-Studie) en die laat zien welke eigenschappen een aspirant-student gebruikt tijdens de opleiding. Alle vragen worden gesteld in een opleidingscontext. De test is een variant op de algemene persoonlijkheidstest. De test bevraagt onderstaande eigenschappen en gedrag: 1. regels en zekerheid 2. zelfdiscipline 3. aanpassingsvermogen en flexibiliteit 4. zelfvertrouwen 5. extravert studiegedrag 6. integer studiegedrag 7. creativiteit 8. initiatief 9. leergierigheid 10. vriendelijk en sociaal gedrag helemaal oneens oneens niet eens en niet oneeens eens helemaal eens 1. Ik houd van praktische opdrachten 2. Ik kom op tijd voor lessen De persoon die bij de eerste vraag antwoord 3 - niet eens maar ook niet oneens heeft gegeven, vindt dat de uitspraak soms op hem of haar van toepassing is. Soms vindt hij/zij praktische opdrachten leuk maar soms ook niet (bijvoorbeeld omdat deze persoon liever theorie leert). Bij de tweede vraag is antwoord 5 - helemaal eens gekozen. Dat betekent dat de persoon die deze vraag heeft ingevuld vindt dat de uitspraak altijd op hem of haar van toepassing is. Hij of zij vindt dat hij of zij altijd op tijd komt. 12

13