Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg"

Transcriptie

1 VWS Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2005/059 van A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, raadsvrouw: mr. A.C. de Die, advocaat te Den Haag, tegen H., huisarts, wonende te B., verweerster in beide instanties, raadsman: mr. M.J.J. de Ridder, advocaat te Utrecht. 1. Verloop van de procedure Appellante hierna te noemen klaagster heeft op 18 juni 2003 bij het Regionaal Tuchtcollege te s- Gravenhage tegen verweerster hierna te noemen de huisarts een klacht ingediend. Bij beslissing van 4 januari 2005, onder nummer 2003 T 105b, heeft dat College de klacht afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De huisarts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep, tegelijkertijd met de zaak 2005/058 tegen een andere huisarts (verder in deze zaak aan te duiden als huisarts 1) en de zaak 2005/060 tegen een verpleegkundige werkzaam als centraliste op de Centrale Post Ambulancevervoer D. (CPA) te B., behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 14 maart 2006, waar zijn verschenen klaagster en haar echtgenoot, bijgestaan door mr. De Die, en de huisarts, bijgestaan door mr. De Ridder. Ter zitting is op verzoek van klaagster E., oud-kinderarts en oud-inspecteur voor de volksgezondheid, als deskundige gehoord. De raadslieden van partijen hebben hun zaak bepleit aan de hand van pleitnotities die zij aan het Centraal Tuchtcollege hebben overgelegd. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd. 2. De klacht Klaagsters zoon F. kreeg op 1 mei 2003 BMR en MenC vaccinaties. Ongeveer 50 minuten na de vaccinaties werd F. asgrauw, lijkbleek, hij klappertandde en had 38,5 graden koorts. Huisarts C. (hierna de huisarts) heeft F. onderzocht en dacht aan een griepje. De koorts was toen opgelopen naar 39,5. De huisarts heeft op verzoek van klaagster telefonisch contact opgenomen met de kinderarts, die het vermoeden van de huisarts bevestigde. Klaagster verwijt de huisarts dat deze niet aan de kinderarts heeft gemeld dat F. lijkbleek en asgrauw zag. Klaagster is door de huisarts gerustgesteld en naar huis gestuurd met het advies paracetamol te geven tegen de koorts. Hij adviseerde klaagster niet 112 te bellen, want die gaan toch alleen maar onnodig in zo n kind prikken. Toen de koorts twee uur later was opgelopen naar 40.2 graden heeft klaagster nogmaals de huisarts gebeld. Deze stelde klaagster wederom gerust en adviseerde nogmaals paracetamol te geven. Voor verdere vragen moest klaagster de dokterspost bellen. Toen om 3.10 uur die nacht de koorts was opgelopen tot 40,7 graden heeft klaagster de dokterspost gebeld. De assistente heeft klaagsters verhaal aangehoord en overleg gepleegd met de arts. Op vragen van de assistente over sufheid, pijn aan nek/armen/benen en of de rode plekjes op het lijfje van F. wegdrukbaar waren heeft klaagster geantwoord dat F. niet suf was, dat zij niet kon opmaken of F. pijn aan nek/armen/benen had en dat zij niet met zekerheid kon zeggen of de rode plekjes wegdrukbaar waren. F. had die nacht nog wel kleine beetjes limonade gedronken. De assistente concludeerde vervolgens dat zolang F. nog dronk en niet suf was een en ander het gevolg was van de vaccinaties. De rode vlekken waren volgens haar waarschijnlijk van de koorts. Toen klaagster om 6.00 uur s morgens bloedrode stippen zag in de luierstreek en langs de sokrandjes heeft zij om 6.10 uur voor de tweede maal de dokterspost geraadpleegd. Nu met de mededeling dat F. zeer hoge koorts had en dat zij bloedrode plekken op zijn lijfje had geconstateerd. Klaagster werd vervolgens door de assistente van de arts verzocht om 7.15 uur naar de dokterspost te komen. Klaagster heeft toen direct 112 Spoed gebeld met de mededeling dat zij dacht dat haar kind nekkramp had. De telefoniste van 112 Spoed liet weten dat zij geen ambulance kon sturen omdat de ziekte niet door een arts was bevestigd. Zij bood nog wel aan zelf de dokterspost te bellen. Klaagster heeft toen besloten de huisarts te bellen. Deze verwees haar direct naar de dokterspost. Op de dokterpost moest klaagster in de wachtkamer plaatsnemen. Toen klaagster uiteindelijk zelf het initiatief nam en de assistente aanspoorde de arts te halen, werd F. door de arts bekeken. De arts zag de rode vlekken en zei alleen maar vannacht waren die rode punten toch wegdrukbaar, waarop klaagster heeft geantwoord Was u er dan bij vannacht? Heeft u naar hem gekeken? En nu wil ik actie. De arts vroeg in eerste instantie aan klaagster om F. zelf naar het ziekenhuis te brengen met de auto. Uiteindelijk is klaagster met F. in de dienstwagen van de huisartsenpost naar het G.-ziekenhuis gebracht. Klaagster had liever gezien dat voor het I. was gekozen omdat dit dichterbij gelegen was en bovendien was gespecialiseerd in meningitisbehandeling. In het ziekenhuis aangekomen is de arts weer onmiddellijk vertrokken zonder klaagster verder nog te woord te staan. De kinderarts constateerde een vorm van meningitis. Echter, het ziekenhuis was niet berekend op de behandeling daarvan en er gingen veel dingen mis. Uiteindelijk is F. naar het J. overgeplaatst, alwaar hij op 11 mei 2003 is overleden. Klaagster verwijt de arts dat zij ondeskundig heeft gehandeld. Klaagster is van mening dat de arts bij een kind met 40,7 graden koorts en rode vlekken langs had moeten komen danwel klaagster had moeten vragen met F. bij haar langs te komen, om het kind te onderzoeken. Klaagster neemt het de arts kwalijk dat zij de vragen die zij aan klaagster had door haar assistente heeft laten stellen. Toen klaagster op advies van haar huisarts de dokterspost Uit: Staatscourant 12 juni 2006, nr. 111 / pag. 18 1

2 bezocht werd zij door de assistente gevraagd in de wachtkamer plaats te nemen terwijl er niemand aanwezig was. Dit neemt klaagster de arts ook kwalijk. Vervolgens verwijt klaagster de arts dat zij klaagster die nacht heeft gevraagd of zij F. zelf naar het ziekenhuis kon brengen met de auto. Klaagster meent dat een kind in de toestand waarin F. verkeerde alleen per ambulance vervoerd mag worden. Voorts vindt klaagster dat de arts een ondeskundige beslissing heeft genomen door F. naar het G.-ziekenhuis te sturen terwijl het dichterbij gelegen I. gespecialiseerd is in de behandeling van meningitis. En tenslotte verwijt klaagster de arts dat deze haar op de EHBO-post van het G.-ziekenhuis in paniek met haar zoontje heeft achtergelaten zonder haar nog te woord te staan en zonder de komst van de kinderarts af te wachten. 3. Het standpunt van de huisarts In de nacht van 1 op 2 mei 2003 had de arts dienst op de Centrale Huisartsenpost te B. Zij werd daarin bijgestaan door een zeer ervaren doktersassistente. Op 2 mei om 3.15 uur deed de assistent verslag van het telefoongesprek met klaagster. Klaagster had haar medegedeeld dat haar zoontje op 1 mei 2003 een BMR en Meningococcenvaccinatie had gehad en nu hoge koorts had en had geklappertand. Zij had met haar zoontje om uur de eigen huisarts bezocht die het kind had onderzocht. Daarna had het kind gewoon gegeten en gedronken. Nu was hij met wegdrukbare vlekjes wakker geworden en was wat huilerig zonder te braken, suf of nekstijf te zijn. Het kind had even tevoren paracetamol gehad en klaagster wilde weten of de koorts door de vaccinaties werd veroorzaakt en of het gevaarlijk was. De arts heeft overwogen dat de hoge koorts geen gevolg kon zijn van de vaccinatie en dat er vermoedelijk sprake was van een virale infectie, waar ook de wegdrukbare vlekjes bij pasten. Het ontbreken van andere symptomen was geruststellend. Bovendien was het kind met hoge koorts en klappertandend nog door de eigen huisarts gezien. Volgens de assistente speelde er geen vraag om een consult, maar was er sprake van onzekerheid. Afgesproken is toen dat de assistente klaagster zou adviseren het effect van de paracetamol af te wachten en weer contact op te nemen als de situatie zou veranderen. Om 7.00 uur meldde de assistente aan de arts dat klaagster op de dokterspost was met F. en diens vader. Klaagster bleek om 6.15 uur te hebben gebeld omdat zij zich ongerust maakte. De assistente had dit echter niet als spoedeisend ingeschat en had klaagster om 7.15 uur besteld en aangegeven dat de arts dan terug zou zijn van een visite. De arts heeft naar de vlekjes op F.-s lichaam gekeken en constateerde dat de vlekjes niet wegdrukbaar waren, waarop klaagster reageerde met: Ja, maar het laatste uur kwamen ze opeens, eerst waren ze echt wegdrukbaar. F. was zeer bleek, maar goed alert en er was geen meningeale prikkeling. Na overleg met de kinderarts in het G.-ziekenhuis heeft de arts inderdaad gevraagd of klaagster over een auto beschikte. De arts realiseerde zich direct dat dit geen verantwoorde optie was en regelde de dienstauto met het verzoek zo snel mogelijk naar het G.- ziekenhuis te rijden. Toen zij op het ziekenhuisterrein aankwamen is de arts vooruitgesneld naar de EHBO-post om de komst van F. aan te kondigen. De arts heeft de komst van de vader nog afgewacht, hem begeleid naar de behandelkamer en vervolgens afscheid genomen en sterkte toegewenst. Teruggekomen op de dokterspost heeft de arts met de assistente het beloop doorgenomen. Daarbij is aan de orde geweest dat de assistente nimmer mag aangeven dat de arts visite rijdt als dat niet het geval is. De assistente ontkende dat zij klaagster had geprobeerd van de arts af te houden. Er was volgens de assistente ook geen strijd geleverd over het al dan niet afleggen van een visite. In de daaropvolgende dagen heeft de arts dagelijks contact gehad met de huisarts van klaagster. Klaagster wenste overigens geen contact met de arts. Na het overlijden van F. heeft de arts klaagster schriftelijk gecondoleerd. 4. De beoordeling Het College heeft in deze klacht, waarin het ziekteverloop gevolgd door het overlijden van F. is beschreven, de volgende onderdelen geduid: A. het verwijt dat de arts op 2 mei 2003 om omstreeks 3.00 uur niet is langsgekomen dan wel klaagster niet heeft uitgenodigd om met F. langs te komen, om F. te onderzoeken; B. het verwijt dat klaagster pas om 7.15 uur op de dokterspost terecht kon toen zij om 6.10 uur belde naar de assistente met de mededeling dat F. bloedrode vlekjes op zijn lichaam had; C. het verwijt dat de arts klaagster met F. heeft laten wachten in de wachtkamer terwijl er geen andere patiënten aanwezig waren in de wachten behandelkamer; D. het verwijt dat de arts heeft gesuggereerd dat klaagster en haar partner F. zelf naar het ziekenhuis zouden brengen met eigen vervoer; E. het verwijt dat de arts F. naar het G.-ziekenhuis heeft verwezen en niet naar het I. welk ziekenhuis is gespecialiseerd in de behandeling van meningococcensepsis; F. het verwijt dat de arts direct na aankomst in het ziekenhuis klaagster met haar zoontje heeft achtergelaten zonder haar nog te woord te staan en zonder haar over te dragen aan de kinderarts. ad a: Uit het gesprek van klaagster met de assistente op 2 mei omstreeks 3.00 uur kwam volgens de arts naar voren dat F. na een vaccinatie hoge koorts had gekregen, huilerig was en op dat moment met vlekjes wakker was geworden. Hij had s avonds gewoon gegeten en gedronken, had niet gebraakt en was ten tijde van het telefoongesprek niet suf of nekstijf, althans hiervoor was geen aanwijzing. F. was de avond tevoren nog door de eigen huisarts nagekeken en klaagster was nadat de huisarts had overlegd met de kinderarts gerustgesteld naar huis gegaan. Op basis van die gegevens kon de arts, naar het oordeel van het College, volstaan met het advies: een paracetamol geven, afwachten en bij verandering van de situatie opnieuw contact opnemen met de dokterspost. De arts valt op dit onderdeel van de klacht dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt te maken, waarmee dit onderdeel van de klacht wordt afgewezen. Dit ligt voorshands anders ten aanzien van het handelen van de assistente van de arts. Uit de transcripties van de bandopnamen van de telefoongesprekken van klaagster met de assistente op 2 mei 2004 blijkt dat de assistente in het telefoongesprek van omstreeks 3.00 uur niet duidelijk heeft doorgevraagd Uit: Staatscourant 12 juni 2006, nr. 111 / pag. 18 2

3 over de toestand van de vlekjes op het lichaam van F. De test op wegdrukbaarheid van de vlekjes met een glas is niet aan de orde geweest, terwijl klaagster toch duidelijk had aangegeven dat zij al de vlekjes op zo n lichaam zo eng vond. Uit de transcriptie van het gesprek blijkt dat de vlekjes op F.s lichaam voor de assistente van ondergeschikt belang zijn geweest. Bij haar stond op de voorgrond drinken, braken, plassen en sufheid. Daarmee lijkt de assistente zich niet gehouden te hebben aan de NHG-vragenlijst, welke vragenlijst zo liet de arts ter zitting weten leidraad is in de zeeffunctie van de assistente. Nu aan het medisch tuchtrecht het beginsel van persoonlijke verwijtbaarheid ten grondslag ligt betekent dit dat de arts, die naar haar zeggen goede afspraken met deze zeer ervaren assistente had, er op mocht vertrouwen dat de assistente die afspraken ook nakomt. In ieder geval zijn er geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan geoordeeld moet worden dat de arts ten onrechte dit vertrouwen in de assistente heeft gehad. Het kan de arts niet tuchtrechtelijk worden verweten dat de assistente in de nakoming van die afspraken is tekort geschoten. ad b en c: Ook de beslissing van de assistente dat klaagster pas om 7.15 uur op de dokterspost terecht kon toen klaagster om 6.10 uur belde met de mededeling dat F. bloedrode vlekjes op zijn lichaam had en het feit dat zij klaagster zonder goede reden in de wachtkamer heeft laten wachten, zijn zelfstandige beslissingen van de assistente geweest. Uit de transcriptie van de bandopname van het telefoongesprek van omstreeks 6.15 uur blijkt dat de assistente over dit telefoongesprek geen enkel overleg heeft gehad met de arts. Ter zitting liet de arts weten dat zij in de praktijk aanwezig was op het moment dat klaagster met F. in de wachtkamer wachtte op de arts. Op beide punten valt de arts geen verwijt te maken. Ten eerste omdat de arts niet op de hoogte was gesteld van het laatste telefoongesprek van klaagster met de assistente en ten tweede was de arts ook niet op de hoogte gesteld van het feit dat klaagster met F. in de dokterspost was aangekomen. Hier geldt voor wat betreft het handelen van de arts hetzelfde als hierboven reeds onder ad a is aangegeven, waarmee ook dit onderdeel van de klacht voor wat betreft het handelen van de arts dient te worden afgewezen. Het College heeft overigens wel bedenkingen over het handelen van de assistente van de arts,en mitsdien op de wijze van toezicht op de assistente. Er zijn echter geen aanwijzingen dat de arts is tekort geschoten in het toezicht op deze assistente. ad d: Op het moment dat de arts de rode vlekjes bij F. constateerde heeft zij maar één ding voor ogen gehad; F. zo snel mogelijk onder behandeling van een kinderarts te brengen. Daarbij heeft zij in de haast aanvankelijk overwogen F. door zijn ouders te laten vervoeren, maar al snel heeft zij voor de aanvaardbare optie vervoer per eigen dienstauto met de arts en chauffeur gekozen. Het College kan zich hiermee verenigen. ad e: Het verwijt dat de arts F. naar het G.- ziekenhuis heeft verwezen en niet naar het I. kan niet worden aanvaard. De arts had overleg gehad met de kinderarts in het G.-ziekenhuis, voor welk ziekenhuis was gekozen omdat daar de gegevens van F. bekend waren. Op verzoek van deze kinderarts is F. direct ingestuurd voor behandeling. Als het G.-ziekenhuis niet was toegerust op de behandeling van meningococcensepsis, dan had het op de weg van de kinderarts gelegen om de arts hiervan op de hoogte te stellen, waarmee dit onderdeel van de klacht dient te worden afgewezen. ad f: Uit de stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gekomen is het College gebleken dat de arts klaagster en F. op de EHBO van het G.-ziekenhuis heeft overgedragen aan het personeel aldaar. Het ware wellicht beter geweest indien de arts bij klaagster en F. was gebleven totdat de kinderarts was gearriveerd. De arts heeft evenwel aangevoerd dat zij naar buiten is gegaan om de vader, die met apart vervoer was gekomen, op te vangen. Hoe dit ook zij, het optreden van de arts wordt op dit punt niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geoordeeld. Het College wijst dit onderdeel van de klacht eveneens af. De slotsom is dat de klacht als ongegrond dient te worden afgewezen. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de volgende feiten en omstandigheden. De zoon van klaagster, F., geboren op 15 februari 2002 en overleden op 11 mei 2003, heeft op 1 mei 2003 BMR en MenC vaccinaties gekregen. Binnen een uur na de vaccinaties werd F. bleek. Hij klappertandde en had 38,5 graden koorts. Klaagster heeft zich tot de praktijk van de huisarts (verweerder in de zaak onder nummer 2005/058, hiervoor en in het vervolg aangeduid als huisarts 1) gewend, waar de huisarts 1 rond uur klaagster en F. heeft gezien. Hij heeft het kind, dat hij nooit eerder gezien had, terwijl dat was gezeten op de schoot van de grootvader, die was meegekomen, gealarmeerd door de bezorgdheid van klaagster omtrent de bij haar kind manifeste verschijnselen, onderzocht. Daarbij is het kind niet geheel ontkleed geweest. De bevinding van de huisarts 1 was dat F. op dat moment niet kon worden aangemerkt als een ernstig ziek kind. F. was niet suf en vertoonde geen tekenen van meningeale prikkeling. Hij heeft naar hart en longen geluisterd en heeft vastgesteld dat er geen sprake was van nekstijfheid. Bij aanvang en eind van het consult heeft hij de temperatuur opgenomen, die een opgaande lijn vertoonde. Bij gebreke van alarmerende signalen heeft huisarts 1 voorlopig gedacht aan een griepje. Bij het verlaten van de spreekkamer heeft klaagster aandacht gevraagd voor een vlekje op het been van F. De huisarts 1 heeft dit plekje bekeken en is tot de conclusie gekomen dat dit veroorzaakt was door krabben. Hij heeft klaagster geïnstrueerd om F. paracetamol te geven en in het geval de toestand van F. niettemin zou verergeren of in het geval hij suf zou worden, de huisartsenpost te bellen. Tijdens het consult is ter sprake geweest of er een verband kon bestaan tussen de symptomen van F. en de eerder die dag toegediende vaccinaties. Op aandringen van klaagster heeft huisarts 1 telefonisch contact opgenomen met een kinderarts, teneinde te verifiëren of er een verband Uit: Staatscourant 12 juni 2006, nr. 111 / pag. 18 3

4 kon bestaan tussen de vaccinatie en het ziektebeeld. Deze kinderarts heeft dit bevestigd en het vermoeden van de arts omtrent de mogelijkheid van een griepje niet bestreden. In dit telefoongesprek heeft huisarts 1 geen melding gemaakt van het gegeven dat het kind volgens de moeder lijkbleek en asgrauw zag. Dat was ook niet de bevinding van huisarts 1, die klaagster gerust gesteld heeft en heeft geadviseerd om niet 112 te gaan bellen omdat die toch alleen maar onnodig in zo n kind gaan prikken. Toen de koorts twee uur later was opgelopen naar 40,2 graden heeft klaagster huisarts 1 wederom gebeld. Het bleek toen dat het kind nog geen paracetamol had gehad. Huisarts 1 stelde klaagster opnieuw gerust en hij heeft haar gezegd de paracetamol te geven en voor verdere vragen de dokterspost te bellen. Omstreeks 3.10 uur, toen de koorts opgelopen was tot 40,7 graden, heeft klaagster de dokterspost gebeld. Zij werd daar te woord gestaan door de assistente van de dokterspost, alwaar verweerster, verder aan te duiden als de huisarts, dienst had. Van dit gesprek bevindt zich een transcriptie bij de stukken. Blijkens deze woordelijk weergave van het gesprek heeft klaagster gemeld dat zij twee maal contact heeft gehad met de huisarts (huisarts 1) en dat deze haar gezegd had te bellen met de huisartsenpost als de koorts aanhield. Klaagster heeft gemeld het kind nu al de hele nacht in de gaten te houden en het hartstikke eng te vinden. Zij had inmiddels paracetamol toegediend en niettemin was de koorts nog hoger opgelopen. Klaagster meldde ongevraagd dat het kind vlekjes op zijn lichaam vertoonde. Daarop heeft de assistente gevraagd of hij goed dronk en plaste. Zulks werd door klaagster bevestigd. Verderop in het gesprek meldt klaagster: Ik vind al die vlekjes op zijn lichaam zo eng. De assistente heeft daarop gevraagd: En die vlekjes, als u erop drukt, gaan die dan weg? Klaagster heeft daarop gezegd: Ja, dat.toen hij baby was, heb ik het ook al een keer meegemaakt en ja toen ging het ook niet echt Ja hoe kan ik het zeggen, het kan ook een soort uitslag zijn van de koorts of van de paracetamol maar ja omdat hij zo naar is, je haalt je van alles in het hoofd. Ik loop even naar hem toe. Hierop is de assistente verder niet in gegaan en heeft klaagster uitgevraagd over eventuele nekstijfheid en/of stuiptrekken waarvan geen sprake was. Even later heeft de assistente het gesprek onderbroken om even met de huisarts te overleggen. Klaagster bleef aan de lijn. De assistente heeft daarna gezegd: Ik heb even met de dokter overlegd en u hoeft zich geen zorgen te maken. Waarschijnlijk is het gewoon puur toeval dat hij dit één uur na de BMR en meningococcen vaccinatie heeft gekregen en eh dat een kind van die leeftijd zulke hoge koorts heeft dat is niet echt schrikbarend, dat hij goed drinkt en gewoon nog natte luiers heeft, niet aan het braken is en gewoon nog goed reageert hoeft u zich verder geen zorgen te maken. Het enige wat ze zei is dat u wel in de gaten houdt vannacht dat hij ook goed blijft drinken en dat hij niet suf wordt. Het telefoongesprek werd afgesloten met de mededeling dat klaagster het in de gaten zou houden en bij twijfel gewoon weer zou bellen. Klaagster heeft de assistente bedankt en gevraagd of de dokter nog iets had gezegd over rode vlekjes. De assistente heeft daarop gezegd: Nee, kon ook geen kwaad. Omstreeks 6.20 uur heeft klaagster opnieuw de dokterspost gebeld en met dezelfde assistente gesproken. Letterlijk weergegeven heeft klaagster onder meer het volgende gezegd: Ik ben helemaal niet gerust op die vlekjes allemaal, ik kan het niet beoordelen ik ben geen dokter. Ik maak me er gewoon heel erg druk om. De assistente heeft haar daarop gezegd om 7.15 uur even langs te komen en dat de dokter dan even zou kijken. Klaagster heeft gevraagd of ze dan wel meteen aan de beurt zou zijn, waarop de assistente heeft gezegd: Ik denk het wel, ze is visite aan het rijden. Dan is ze om 7.15 uur weer terug, dus dat moet lukken. Het staat vast dat de huisarts ten tijde van dit gesprek op de dokterspost aanwezig was en niet visite aan het rijden was, noch zou gaan. Omstreeks 6.45 uur heeft klaagster 112 gebeld en is zij verbonden met de alarmcentrale ambulancedienst. Daar is zij te woord gestaan door de verpleegkundige die verweerster is in de zaak 2005/060. Klaagster heeft uitgelegd al de hele nacht met haar zoontje te tobben, contact met haar huisarts en de huisartsenpost gehad te hebben en het helemaal niet te vertrouwen en te denken dat hij naar het ziekenhuis moet. Zij heeft melding gemaakt van rode vlekken: echt gewoon knalrood, net alsof er bloed op zit Klaagster heeft aangegeven zelf naar het ziekenhuis te willen rijden, maar niet te weten welk en te denken dat hij gewoon zo n meningococcen iets heeft. De verpleegkundige heeft gepoogd klaagster gerust te stellen en heeft haar geadviseerd de dokterspost te bellen en te vragen of zij daar meteen naartoe kon komen en heeft aangeboden zelf voor haar te bellen mocht het met de dokterspost niet lukken. Klaagster heeft rond 6.50 uur de eigen huisarts (huisarts 1) opnieuw gebeld. Deze nam de telefoon op, terwijl hij zich in zijn badkamer gereed stond te maken voor de dag. Hij had op dat moment niet de beschikking over telefoonnummers en patiëntgegevens. Hij heeft haar dringend geadviseerd terstond naar de huisartsenpost te gaan. Op de huisartsenpost aangekomen, rond 7.00 uur, moest klaagster in de wachtkamer plaatsnemen. Nadat zij de assistente had aangespoord de arts te halen, werd F. door haar (de huisarts) bekeken. Toen zij F. zag, zei zij:.. maar vannacht waren de vlekjes toch wegdrukbaar? Zij heeft onmiddellijk telefonisch overleg gepleegd met de dienstdoende kinderarts in het G.-ziekenhuis. In eerste instantie heeft zij bij klaagster geïnformeerd of deze zelf F. naar het ziekenhuis zou brengen met de eigen auto, maar uiteindelijk zijn moeder en kind, vergezeld van de huisarts, in de dienstauto van de dokterspost naar het G.-ziekenhuis gebracht. Aangekomen op de spoedeisende eerste hulp is de huisarts weggegaan om de vader van F. op te vangen. De kinderarts constateerde een meningeale sepsis. Aan de gevolgen daarvan is F. op 11 mei 2003 overleden. 4. De klacht De klacht houdt zakelijk weergegeven het volgende in. Klaagster verwijt de huisarts dat zij ondeskundig en onzorgvuldig heeft gehandeld. 1. De huisarts had bij een kind met 40,7 graden koorts en rode vlekken langs moeten komen, dan wel klaagster moeten vragen met F. bij haar Uit: Staatscourant 12 juni 2006, nr. 111 / pag. 18 4

5 langs te komen, om het kind te onderzoeken. 2. Het was onzorgvuldig dat zij de vragen, die zij aan klaagster had, door haar assistente heeft laten stellen en heeft nagelaten F. zelf te onderzoeken. 3. Ook acht klaagster het onzorgvuldig dat zij, toen zij de dokterspost op advies van haar huisarts bezocht, gevraagd is in de wachtkamer plaats te nemen terwijl er niemand aanwezig was. Voorts acht klaagster het onzorgvuldig dat de huisarts haar heeft gevraagd om F. zelf naar het ziekenhuis te brengen met de auto, terwijl een kind in de toestand waarin F. verkeerde alleen per ambulance vervoerd mag worden. 4. Klaagster acht het ondeskundig dat de huisarts F. naar het G.-ziekenhuis heeft gestuurd, terwijl het dichterbij gelegen I. gespecialiseerd is in de behandeling van meningitis. 5. Tenslotte verwijt klaagster de huisarts dat deze haar op de spoedeisende eerste hulp van het G.-ziekenhuis in paniek met haar zoontje heeft achtergelaten zonder hen nog te woord te staan en zonder de komst van de kinderarts af te wachten. 5. Beoordeling van het hoger beroep 5.1 De essentie van de, in de zaken tegen de twee huisartsen en de verpleegkundige aan het rechterlijk oordeel onderworpen, klachten is, dat F. en zijn ouders in de periode vanaf het eerste consult bij de huisarts 1 tot de opname in het G.-ziekenhuis niet de zorg hebben gekregen waarop zij aanspraak konden maken. Dat klaagster in zoverre terecht en op goede gronden klaagt, kan vrijwel zonder nadere toelichting worden afgeleid uit de door het Centraal Tuchtcollege onder 3. vastgestelde feiten. Veel moeilijker is de beoordeling van de vraag of en in hoeverre de huisarts (en in de zaak onder nummer 2005/058 de hierboven als huisarts 1 aangeduide huisarts en in de zaak onder nummer 2005/060 de verpleegkundige die die nacht de Centrale Post Ambulancevervoer D. als centraliste bemande) hiervan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. 5.2 Toen klaagster omstreeks 3.10 uur telefonisch te woord werd gestaan door de assistente van de huisartsenpost, heeft deze het gesprek onderbroken om met de huisarts te overleggen. Klaagster bleef onderwijl aan de lijn. Wat in detail gedurende deze ruggespraak van de assistente met de huisarts ter sprake is gekomen, is niet met zekerheid vast komen te staan. Op grond van de schriftelijke stukken is daarentegen wel vast komen te staan, dat aan de huisarts melding is gemaakt van het gegeven, dat het ging om een jong kind met hoge koorts waarover reeds eerder op de avond de eigen huisarts was geraadpleegd. Omdat de assistente in de organisatie van de huisartsenpost gold als ervaren en bekwaam, kan de huisarts geen verwijt worden gemaakt omtrent tekortkomingen in het uitvragen van klaagster door de assistente. Echter op grond van het gegeven, dat het hier een vervolghulpvraag betrof en de assistente de behoefte had aan overleg met de huisarts, heeft het op de weg van de huisarts gelegen om zich zelf te vergewissen van de grond en de aard van de hulpvraag en van de bij de assistente kennelijk bestaande onzekerheid, door zelf klaagster te woord te staan. Zeker nu klaagster nog aan de lijn was, had zij het gesprek moeten overnemen. Dit geldt te meer, omdat de doktersassistente gedurende de ruggespraak met de huisarts ter sprake heeft gebracht dat F. rode vlekjes op zijn lichaam vertoonde. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege mocht triage onder de gegeven omstandigheden geen inbreuk maken op de sequentie van hulpvragen en had de huisarts het heft in handen moeten nemen en naar gelang van haar eigen bevindingen het kind moeten onderzoeken. 5.3 Dit is te meer klemmend omdat de huisarts wist dat de eigen huisarts eerder benaderd was met een hulpvraag ten aanzien van een kind met koorts. Het lijdt geen twijfel dat huisarts 1 bij een vervolg op de eerdere hulpvraag gedurende de nacht in geval van aanhouding of verslechtering van de verschijnselen bij het kind, het kind opnieuw zou hebben moeten onderzoeken. Zo ver is het echter niet gekomen, omdat deze huisarts geen dienst had en klaagster en haar zoontje voor het verdere verloop gedurende de nacht waren aangewezen op de zorg van de huisartsenpost. Tijdens de parlementaire behandeling die geleid heeft tot de totstandkoming van de thans in Nederland geregelde huisartsendienstenstructuren is ter sprake geweest, dat met de huisartsenzorg gedurende avond, nacht en weekend huisartsenzorg van dezelfde kwaliteit en inhoud bedoeld wordt als huisartsenzorg die geleverd wordt buiten avond, nacht en weekend (Stb. 2001, 525, p. 4). Het is een onderdeel van de voorziening in de huisartsendienst gedurende avond, nacht en weekend, dat de triage van de gedurende die periode nieuw aangemelde gevallen in de praktijk kan worden overgelaten aan niet tot arts opgeleid en niet BIG-geregistreerd personeel. Waar echter uit het voorgaande volgt dat bij een derde serieuze hulpvraag het kind opnieuw had moeten worden onderzocht, is voor een dergelijke triage geen plaats. 5.4 Uit het voorgaande volgt dat de beide eerste klachtonderdelen gegrond zijn en dat de huisarts het verwijt kan worden gemaakt onvoldoende de regie ter hand genomen te hebben. 5.5 Ten aanzien van het derde klachtonderdeel overweegt het Centraal Tuchtcollege dat het de huisarts niet verweten kan worden dat de assistente klaagster, toen deze op advies van de eigen huisarts de dokterspost bezocht, in de wachtkamer heeft laten wachten. Het staat niet vast dat zulks in overleg of met medeweten van de huisarts is gebeurd. Het is ongelukkig te noemen dat de huisarts toen zij F. had gezien en een inschatting had gemaakt van de ernst van de situatie nog gesuggereerd heeft dat klaagster het kind zelf met de auto naar het ziekenhuis zou brengen. Een tuchtrechtelijk verwijt ter zake is niet op zijn plaats, omdat de huisarts vrijwel meteen vervoer met de dienstauto onder haar begeleiding heeft geregeld. 5.6 De huisarts heeft tijdens het consult op de vroege ochtend overlegd met een kinderarts in het G.-ziekenhuis en deze heeft geadviseerd het kind ten spoedigste in te sturen. Onder deze omstandigheden past geen verwijt dat de huisarts het kind naar het G.-ziekenhuis heeft gebracht in plaats van naar het I. Klachtonderdeel 4 is derhalve ongegrond. 5.7 Ook het verwijt dat de huisarts na aankomst in het G.-ziekenhuis klaagster en haar zoontje onder de zorg van verpleegkundigen heeft achter gelaten, acht het Centraal Tuchtcollege uit tuchtrechtelijk oog- Uit: Staatscourant 12 juni 2006, nr. 111 / pag. 18 5

6 punt niet gegrond. Er was immers al overleg geweest met de kinderarts en in redelijkheid heeft de huisarts prioriteit kunnen verlenen aan het opvangen van de vader van F., die onderweg was naar het ziekenhuis. 5.8 Het voorgaande betekent dat de eerste twee klachtonderdelen gegrond zijn en de beslissing waarvan beroep dus niet in stand kan blijven. De huisarts had op de hoogte als zij was van de aard van de hulpvraag en van het feit dat dit een herhaalde hulpvraag was de regie in handen moeten nemen en het telefoongesprek met klaagster moeten overnemen en afhankelijk van haar eigen bevindingen moeten beslissen dat het kind gezien moest worden. Dat zij zulks heeft nagelaten is haar te verwijten en de oplegging van de maatregel van waarschuwing is op zijn plaats. Ingevolge artikel 71 van de Wet BIG bepaalt het Centraal Tuchtcollege op gronden ontleend aan het algemeen belang dat deze beslissing zal worden bekend gemaakt op de wijze zoals hieronder vermeld. 6. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep; verklaart de klacht in de eerste twee onderdelen gegrond en voor het overige ongegrond; legt aan de huisarts de maatregel van waarschuwing op; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven in raadkamer door: mr. R.A. Torrenga, voorzitter, mrs. A.P.M. Houtman en A.H.A. Scholten, leden-juristen en B.P.M. Schweitzer en M.G.M. Smid- Oostendorp, leden-beroepsgenoten en mr. H.J. Lutgert, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 30 mei 2006, door mr. H. Uhlenbeck- Lagerweij, in tegenwoordigheid van de secretaris. De voorzitter. De secretaris. Uit: Staatscourant 12 juni 2006, nr. 111 / pag. 18 6

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B.

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 oktober 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C verpleegkundige

Nadere informatie

2006/109 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/109 van: 1. A., 2. B.

2006/109 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/109 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2015.244 ECLI:NL:TGZCTG:2016:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2015.244 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 21 januari 2009 ingekomen klacht

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 27 november 2007 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C huisarts

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2013-2374b ECLI:NL:TGZRSGR:2014:114 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-2374b Datum uitspraak: 25 november 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, registeraccountant,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-026c ECLI:NL:TGZRSGR:2018:196 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-026c Datum uitspraak: 11 december 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

2006/108 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/108 van: 1. A., 2. B.

2006/108 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/108 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

Geschillencommissie Huisartsenzorg West

Geschillencommissie Huisartsenzorg West Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 14-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.180.180/01

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 24 februari 2009 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C huisarts

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

voor de Gezondheidszorg

voor de Gezondheidszorg c2013.346 ECLI:NL:TGZCTG:2014:321 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.346 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 094/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:4 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 094/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 8 januari 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

2008/127 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/127 van: A. en B., wonende te C.

2008/127 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/127 van: A. en B., wonende te C. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A. en B., wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigde: mr. T. Ridder, advocaat

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster 107827 - klacht over onprofessioneel handelen leerkracht. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster tegen - mevrouw E, leerkracht groep 7/8

Nadere informatie

De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen:

De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen: Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: de ongeruste patiënt of ouder die voor de tweede keer in korte tijd of dezelfde dag naar de huisartsenpraktijk belt en het belang van registratie

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor

Nadere informatie

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES 107920 - Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, klagers tegen ADVIES mevrouw B, directeur, en mevrouw

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

2009/049 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2009/049 van: A., wonende te B.

2009/049 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2009/049 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., huisarts, wonende te D., verweerder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

2007/173 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/173 van: A., wonende te B.

2007/173 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/173 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, gemachtigde: de heer C. te D., tegen E.,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

Uitspraak: 26 januari 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 26 januari 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 26 januari 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 23 december 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 10 oktober 2014 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s t e

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN 0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN 17126 ECLI:NL:TGZREIN:2017:130 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 17126 Uitspraak: 13 december 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE Voorlichting/belangen niet-opdrachtgever. Ontbreken schriftelijke vastlegging koopovereenkomst. Verkoop aan derde. Bevoegdheid t.a.v. schadevergoeding. Klaagster was geïnteresseerd in een woning die beklaagde

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 25 mei 2009 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 25 mei 2009 binnengekomen 2009/168 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2009/168 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen

Nadere informatie

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van: Datum uitspraak: 15 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van: A en B, wonende te C, klagers, gemachtigde: mr.

Nadere informatie

2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B.

2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, verweerster in het incidenteel beroep, klaagster in eerste aanleg,

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg.

STAATSCOURANT. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 14532 30 september 2009 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. 2008/175 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2010 naar aanleiding van de op 11 februari 2010 ingediende klacht van A en B, klagers beiden wonende te C tegen D, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te E 1 De klacht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 4 januari 2013 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 4 januari 2013 binnengekomen G2013/05 ECLI:NL:TGZRGRO:2013:14 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2013/05 Rep.nr. G2013/05 27 augustus 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Nadere informatie

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03) Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03) Klager heeft als verkopend makelaar een woning verkocht voor EUR 237.500,--. Beklaagde heeft in het kader van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 Instantie Datum uitspraak 26-10-2011 Datum publicatie 06-12-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.086.890/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-137 ECLI:NL:TGZRSGR:2018:182 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-137 Datum uitspraak: 20 november 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van:

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van: 2017/012 ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-180c ECLI:NL:TGZRSGR:2017:69 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-180c Datum uitspraak: 2 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 29 januari 2008 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 200.155.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015/334 ECLI:NL:TGZRAMS:2016:25 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015/334 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27341 1 september 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.416 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES

Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES 107817 - Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. inzake de klacht van: ADVIES [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], klaagster, tegen

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG C2009/047 ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0194 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: C2009/047 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis. Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis. Klaagster is met haar broer en zus erfgenaam van een boedel waarin zich een recreatiewoning

Nadere informatie

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 25 oktober 2016 naar aanleiding van de op 4 april 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D jegens E, SCEN-arts, gevestigd te F 1 De klacht Op 4 april 2016

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg VWS Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2002/084 van A., kinderarts, wonende te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, raadsman mr. B. Sluijters,

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak december 2013

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak december 2013 Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak december 2013 Kern: Klaagster vindt dat verweerder tijdens het telefoongesprek dat is gevoerd nadat de patiënt s nachts was gevallen, niet goed

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES 107973 - Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES inzake de klacht van: [klagers], wonende te [woonplaats], ouders van [leerling], klagers tegen

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onzorgvuldig handelen. Niet verschijnen bij bezichtiging. Klager verwijt een makelaar (beklaagde), dat hij de gemaakte bezichtigingsafspraak niet tijdig heeft afgezegd.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 081.99 ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017

17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017 17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017 Het College van Beroep, hierna te noemen: het College, heeft beraadslaagd en beslist in de volgende

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E. SAMENVATTING 105585 - Klacht over informatieverstrekking en opvragen van informatie, een AMK-melding en het stopzetten van de ambulante begeleiding; PO Klaagster klaagt erover dat de school aan derden

Nadere informatie

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES 107679 - School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. inzake de klacht van: A te B, moeder van C, klaagster tegen - D, docent op E, locatie F en - G, docent

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B, jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 1 De klacht Op 28 augustus 2014

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 751 13 januari 2016 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2015.024 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM Optie en bod. Onduidelijke biedingsprocedure. De gegadigde voor een woning (klager) verwijt de makelaar van de verkoper (beklaagde) dat hij de woning aan een derde heeft verkocht. De makelaar zou onvoldoende

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad

Nadere informatie

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO SAMENVATTING 106132/106161/106162 - Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO Een drietal ouders klaagt over het pedagogisch handelen van de leerkracht en over de wijze

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

16.002B. Beslissing van het College van Beroep van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd van 9 november 2016

16.002B. Beslissing van het College van Beroep van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd van 9 november 2016 16.002B. Beslissing van het College van Beroep van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd van 9 november 2016 Het College van Beroep, hierna te noemen: het College, is samengesteld als volgt: mr. P.A.J.Th.

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,

Nadere informatie