Faunabeheerplan Provincie Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faunabeheerplan Provincie Groningen"

Transcriptie

1 Faunabeheerplan Provincie Groningen

2

3 Faunabeheerplan Provincie Groningen opdrachtgever: Faunabeheereenheid Groningen 22 juni 2004 rapport nr

4 Status uitgave: definitief Rapport nr.: Datum uitgave: 22 juni 2004 Titel: Faunabeheerplan Provincie Groningen Aantal pagina s inclusief bijlagen: 212 Project nr.: Projectleider: Naam en adres opdrachtgever: Drs. H.W.Waardenburg Faunabeheereenheid Groningen Postbus 186, 9200 AD DRACHTEN Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Faunabeheereenheid Groningen Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitszorgsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu Postbus 365, 4100 AJ Culemborg Telefoon , Fax wbb@buwa.nl website: 2

5 Voorwoord De Faunabeheereenheid Groningen heeft een coördinerende rol bij schadebestrijding en beheer. Een planmatige aanpak moet een goede waarborg bieden voor de instandhouding van populaties van beschermde diersoorten. In dit kader heeft de Faunabeheereenheid Groningen behoefte aan een faunabeheerplan. Het faunabeheerplan plan komt voort uit regelgeving van de Flora- en faunawet die per 1 april 2002 in werking is getreden. Het primaire uitgangspunt van deze wet is bescherming van soorten. De wet biedt de mogelijkheid in te grijpen in de stand van diersoorten indien het wenselijk is schade aan erkende belangen te voorkomen of te bestrijden. Vanwege het budget en de tijdsdruk is het plan beperkt tot de schadeveroorzakende diersoorten. De Faunabeheereenheid Groningen heeft Bureau Waardenburg gevraagd een faunabeheerplan op te stellen conform de Flora- en faunawet artikel 30. In voorliggend faunabeheerplan wordt aangegeven voor welke soorten in haar werkgebied de Faunabeheereenheid duurzaam beheer en schadepreventie noodzakelijk acht en welke uitzonderingen op het beschermingsregime van de betreffende soorten nodig zijn om schade te voorkomen en bestrijden. 3

6 4

7 Inhoud Voorwoord Inleiding Faunabeheereenheid Groningen Opzet van het faunabeheerplan Canadese gans (Branta canadensis) Ekster (Pica pica) Fazant (Phasianus colchicus) Grauwe gans (Anser anser) Haas (Lepus europaeus) Holenduif (Columba oenas) Knobbelzwaan (Cygnus olor) Kokmeeuw (Larus ridibundus) Kolgans (Anser albifrons) Meerkoet (Fulica atra) Ree (Capreolus capreolus) Roek (Corvus frugilegus) Smient (Anas penelope) Spreeuw (Sturnus vulgaris) Stormmeeuw (Larus canus) Vos (Vulpes vulpes) Wilde eend (Anas platyrhyncos) Zilvermeeuw (Larus argentatus) Zwarte kraai (Corvus corone) Literatuur Bijlagen Bijlage Gegevens reeënbeheer per wildbeheereenheid Bijlage Rapportageformulier Bijlage 3....Predatiekaart van Nederland 5

8 6

9 1 Inleiding Voor u ligt het Faunabeheerplan Groningen van de Faunabeheereenheid Groningen. Het plan komt voort uit regelgeving van de Flora- en faunawet (hierna aangeduid als de wet) die per 1 april 2002 in werking is getreden. Het primaire uitgangspunt van deze wet is bescherming van soorten, met de mogelijkheid in te grijpen in de stand van diersoorten vanwege een redelijk doel. Alle wilde zoogdieren (met uitzondering van zwarte rat, bruine rat, en huismuis) die van nature in Nederland voorkomen, en alle vogelsoorten die van nature op het grondgebied van de Europese Unie voorkomen zijn in principe beschermd. Het is in principe verboden deze diersoorten opzettelijk te verontrusten, vangen, verwonden of doden, noch is het toestaan hun holen, nesten en andere voortplantings- en of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen, of hun eieren te zoeken of te rapen (artikel 9 tot en met 12). Vrijstelling en ontheffing in het kader van schadebestrijding en beheer Op grond van zogenaamde erkende belangen zijn bij de wet uitzonderingen gemaakt op de wettelijke bescherming van inheemse diersoorten. Provincies hebben de bevoegdheid om in het kader van schadebestrijding en beheer: vrijstellingen te geven van de verboden (artikel 65 en 66); personen aan te wijzen om bepaalde diersoorten in hun stand te beperken (artikel 67); ontheffingen te verlenen (artikel 68). Dit is mogelijk onder voorwaarde wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat, en op voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Faunabeheerplannen houden verband met de artikelen 67 en 68 van de wet. Gedeputeerde Staten kunnen een aanwijzing ex artikel 67 afhankelijk stellen van een faunabeheerplan. Een ontheffing ex artikel 68 wordt in beginsel slechts verleend aan een faunabeheereenheid op basis van een faunabeheerplan. Faunabeheereenheid Groningen De Faunabeheereenheid heeft een coördinerende rol bij schadebestrijding en beheer. Een planmatige aanpak biedt een betere waarborg voor de instandhouding van populaties van de betreffende diersoorten dan wanneer elke grondgebruiker of jachthouder afzonderlijk, ieder voor zijn eigen gebied, het beheer voert. In voorliggend faunabeheerplan wordt aangegeven voor welke soorten in haar werkgebied de Faunabeheereenheid duurzaam beheer 7

10 8 en schadepreventie noodzakelijk acht en welke uitzonderingen op het beschermingsregime van de betreffende soorten nodig zijn om schade te voorkomen en bestrijden. Het faunabeheerplan dient tevens als basis voor ontheffingsaanvragen ex artikel 68 van de wet.

11 9

12 2 Faunabeheereenheid Groningen 2.1 Rechtspersoonlijkheid Op 6 augustus 2003 is de Faunabeheereenheid Groningen opgericht, een initiatief van de Noordelijke Land en Tuinbouw Organisatie, Gronings Particulier Grondbezit, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Groninger Landschap en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging om het faunabeheer in Groningen vorm te geven. Als rechtsvorm van het samenwerkingsverband heeft de Faunabeheereenheid gekozen voor een stichting. Op 29 september 2003 is de FBE-Groningen als Faunabeheereenheid door Gedeputeerde Staten van Groningen wettelijk erkend. 2.2 Werkgebied Het werkgebied van de Faunabeheereenheid is de gehele provincie Groningen, exclusief grote open wateren en bebouwde kommen (zie figuur 2.1). Het werkgebied beslaat een oppervlakte van ha en omvat alle gronden van de Wildbeheereenheden (figuur 2.2). Er zijn nu 19 Wbe s. De Wbe s Midden - en Zuidelijk Westerkwartier zijn bezig met een fusie. 2.3 Werkveld Het werkveld van de Faunabeheereenheid heeft voornamelijk betrekking op diersoorten die schade kunnen veroorzaken (zie 3.1.5). 2.4 Werkwijze In deze paragraaf wordt kort aangegeven wat de werkwijze is van de Faunabeheereenheid Groningen om de verkregen ontheffingen van provincie voor het verjagen en doden van bepaalde diersoorten tot uitvoering te laten brengen ten behoeve van schadebestrijding en beheer. Op basis van verleende ontheffingen worden door de Faunabeheereenheid machtigingen verstrekt aan de Wildbeheereenheden of grondgebruikers om de ontheffingen uit te laten voeren. 10

13 Door middel van formulieren kunnen machtigingen worden aangevraagd door Wildbeheereenheden (wbe s) en grondgebruikers. De ontheffing is onderdeel van de machtiging en wordt als bijlage aan de machtiging toegevoegd. Over het gebruik van de machtiging moet worden gerapporteerd. Zonder terug rapportage wordt in het volgend seizoen geen nieuwe machtiging verleend voor dezelfde diersoort. Bij de ontheffingen/machtigingen ter bestrijding van belangrijke schade wordt een indeling gemaakt. Deze indeling is gestoeld op de frequentie en/of omvang van schade. Er worden drie soorten ontheffingen/machtigingen onderscheiden: 1. incidenteel 2. op voorhand 3. populatiebeheer 1. Incidenteel Deze ontheffing/machtiging tot afschot/doding voor een bepaalde diersoort is gebaseerd op bestrijding van belangrijke en acuut dreigende gewassenschade die met enige regelmaat voorkomt, echter niet ieder jaar en slechts plaatselijk. De betreffende diersoort kan in korte tijd veel schade veroorzaken, zodat snel handelen noodzakelijk is. Voordat een machtiging tot afschot wordt verleend zal voorafgaande controle plaatsvinden van de (dreigende) gewassenschade door de handhaver groene wetten van de provincie. 2. Op voorhand Bij ontheffingen/machtigingen op voorhand is de (dreigende) gewassenschade dat een bepaalde diersoort veroorzaakt dusdanig groot dat deze zich ieder jaar voordoet. Ten behoeve van de handhaving dient vooraf het gebruik van de machtiging te worden gemeld bij de Faunabeheereenheid (en provincie). 3. Populatiebeheer De schade aan belangen is zo belangrijk dat ontheffingen/machtigingen voor regulering van de populatie van een diersoort op een bepaald niveau door afschot, legselbeperking of anderszins wordt verleend. Hieronder wordt in een stappenschema de procedure aangegeven op welke wijze het gebruik van verleende ontheffingen aan de Faunabeheereenheid door middel van het verstrekken van machtigingen aan wbe s en grondgebruikers tot uitvoering wordt gebracht. 11

14 2.5 Samenstelling van het bestuur mw J.F. Snijder-Hazelhof, onafhankelijke voorzitter C. Udding, ambtelijk secretaris F.A.M. Keurentjes, Noordelijke Land en Tuinbouw Organisatie H.J. Woltersom, Gronings Particulier Grondbezit A.E Sportel, Koninkijke Nederlandse Jagers Vereniging P.D. Cnossen, Gezamenlijke Natuurterreinenbeherende Organisaties K.J. Elzinga, adviseur 12

15 Fase I Verzoek Fase II Machtiging tot uitvoering Fase III Activering van de machtiging Fase IV Rapportage Fase V Intrekking machtigingen Stappenschema met betrekking tot (het gebruik van) de ontheffingen door middel van verstrekking van machtigingen door Grondgebruiker/wildbeheereenheid verzoekt dmv aanvraagformulier om een machtiging. Machtigingen worden schriftelijk aangevraagd bij de Faunabeheereenheid (Fbe). Niet handmatig ondertekende verzoeken De secretaris van de Fbe (verder: de secretaris) bekijkt of de ontheffing in aanmerking komt voor een machtiging: wordt voldaan aan de voorwaarden van de ontheffing en zijn de gegevens compleet. Door de secretaris wordt schriftelijk bevestigd dat de uitvoering van de ontheffing wordt toegestaan of geweigerd: Indien niet is gerapporteerd over de vorige verstrekte machtiging wordt het nieuwe verzoek afgewezen. Bij een incidentele machtiging zal vooraf door de provinciale handhaver controle plaatsvinden. De afgegeven of geweigerde machtiging wordt dezelfde werkdag naar Incidentele machtiging: Er mag van de machtiging gebruik worden gemaakt op het moment waarop de machtiging is ontvangen tot het moment dat deze vervalt. Er kan slechts gebruik gemaakt worden van de machtiging onder voorwaarde van genomen preventieve maatregelen volgens de richtlijnen van het Faunafonds. Machtiging op voorhand: Van de machtiging kan worden gebruik gemaakt indien dit volgens de voorwaarden in de ontheffing gemeld is bij de handhaver groene wetten van de provincie. Na melding mag van de machtiging gebruik gemaakt worden tot dat de machtiging vervalt. Er kan slechts gebruik gemaakt worden van de machtiging onder voorwaarde van genomen preventieve maatregelen volgens de richtlijnen van het Faunafonds. Populatiebeheer: Er mag van de machtiging gebruik worden gemaakt op het moment waarop de machtiging is ontvangen tot het moment dat deze vervalt. De gemachtigde houdt een registratie bij van zowel de omstandigheden waaronder de ontheffing is gebruikt (data, locatie en gebruikers) als van de resultaten die met behulp van de ontheffing zijn behaald. Deze resultaten worden op het rapportageformulier bijgehouden. Het formulier wordt binnen veertien dagen na de vervaldatum van de De Fbe trekt een verleende machtiging terstond in, wanneer zij de in het kader van de machtiging vereiste rapportagegegevens niet op het gewenste tijdstip heeft ontvangen. Van de brief tot intrekking van de machtiging zendt de Fbe gelijktijdig een afschrift aan GS. Daarnaast zal de Fbe in de volgende gevallen een verleende machtiging intrekken: na een door GS gedaan gemotiveerd verzoek; indien de machtiging kennelijk ten onrechte is verleend; indien van de machtiging gebruik wordt gemaakt door iemand die daartoe niet bevoegd is; 13

16 indien van de machtiging gebruik wordt gemaakt in strijd met een wettelijk voorschrift of een aan de ontheffing verbonden voorschrift. Figuur 2.1. Overzichtskaart werkgebied met de ligging van de gemeenten in Groningen. 14

17 Figuur 2.2. De ligging van de wildbeheereenheden in Groningen (Bron: Provincie Groningen)). 15

18 3 Opzet van het faunabeheerplan 3.1 Uitgangspunten Doel van het faunabeheerplan Het faunabeheerplan is gericht op het duurzaam beheer van diersoorten in het werkgebied van de Faunabeheereenheid. Het betreft diersoorten waarvan verwacht wordt dat zij in de toekomst schade kunnen veroorzaken aan erkende belangen. Duurzaam beheer betekent in dit verband een planmatig beheer voor de lange termijn, waarbij schade voorkomen wordt of teruggebracht wordt naar een aanvaardbaar niveau en waarbij de populatieomvang van de betrokken soort niet in gevaar komt Uitgangspunten van de wet in relatie tot het faunabeheerplan De Flora- en faunawet is het uitgangspunt voor het opstellen van dit faunabeheerplan. De uitgangspunten van de wet met betrekking op het faunabeheerplan zijn hieronder samengevat. Ingrijpen in populaties van beschermde inheemse diersoorten dient in beginsel niet plaats te vinden. Inbreuken op de wettelijke beschermingsbepalingen kunnen slechts worden toegestaan indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort en er geen andere bevredigende oplossing bestaat. Ingrijpen wordt aanvaardbaar geacht op voorwaarde dat daarmee een redelijk doel gediend wordt. Onder een redelijk doel wordt verstaan: 1) beheer van populaties; 2) voorkomen en bestrijden van schade door diersoorten ter bescherming van de in de wet genoemde belangen en; 3) in de wet gereguleerde jacht voor benutting. Als een redelijk doel handelingen ten aanzien van beschermde soorten vergt, dienen minder vergaande maatregelen zoals verjagen boven doden te worden toegepast. De wet gaat uit van preventie van schade boven bestrijding. De handelingen moeten effectief zijn voor het beschermen van het betreffende belang. Een planmatige en gecoördineerde aanpak bij het in specifieke gevallen verjagen, vangen of doden van diersoorten is uit oogpunt van effectiviteit van de ingreep en instandhouding noodzakelijk. Schadebestrijding dient primair plaats te vinden op de locatie waar de schade veroorzaakt is of dreigt te ontstaan. Alleen indien 16

19 maatregelen op de schadelocatie onvoldoende mogelijkheden bieden om het betreffende belang te beschermen is bestrijding van schade door het vangen, verjagen en/of doden van dieren buiten de schadelocatie mogelijk als daarmee een redelijke bijdrage wordt geleverd aan de bescherming van het betreffende belang. Op de schadelocaties, dienen redelijke inspanningen te worden geleverd voor wat betreft schadepreventie, -bestrijding en verjaging om het betreffende belang te beschermen Provinciaal beleid In de beleidsnota Uitvoering Flora- en faunawet (Provincie Groningen, 2002), is de provinciale uitwerking van de wet vastgelegd. De beleidsnota vormt een belangrijk uitgangspunt voor het opstellen van het faunabeheerplan. Voor belangrijke onderdelen van de wet berust de uitvoeringsbevoegdheid bij de Provincie. Zo heeft de Provincie o.a. de volgende bevoegdheden: 1. Het bieden van mogelijkheden voor het voorkomen en bestrijden van schade veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten door: - Het verlenen van vrijstellingen van verboden handelingen ten aanzien van dieren aan de grondgebruiker (artikel 65). - Het geven van een aanwijzing om in te grijpen in de stand van beschermde inheemse diersoorten, of andere (verwilderde) diersoorten op bepaalde gronden (artikel 67). - Het verlenen van ontheffingen op de bescherming van dieren (artikel 68). 2. Het goedkeuren van faunabeheerplannen. Beleid ten aanzien van voorkoming en bestrijding van schade Vrijstelling ex art. 65 van de wet Op grond van artikel 65, lid 1 van de wet heeft de minister bij AmvB, artikel 2 van het Besluit Beheer en schadebestrijding dieren (bijlage 1), een aantal beschermde inheemse diersoorten aangewezen die "in het gehele land veelvuldig belangrijke schade aanrichten". Deze soorten zijn mol, konijn, houtduif, zwarte kraai en kauw. Voor deze soorten gelden de verbodsbepalingen van de artikelen 9 (doden), 10 (opzettelijk verontrusten), 11 (nesten en holen beschadigen) en 12 (eieren rapen) van de wet niet. Tevens heeft de minister in ditzelfde besluit (artikel 3, bijlage 2) een aantal beschermde inheemse diersoorten aangewezen die "in delen van het land veelvuldig belangrijke schade aanrichten". Op grond hiervan kunnen de provincies voor deze soorten vrijstelling verlenen van één of meer van de hiervoor genoemde verbodsbepalingen. 17

20 Op grond van artikel 65, lid 4 hebben Provincale Staten van Groningen bij provinciale verordening vrijstelling verleend van artikel 10 van de wet voor het opzettelijk verontrusten door de grondgebruiker van brandgans, grauwe gans, haas, knobbelzwaan, kolgans, meerkoet, rietgans, roek, rotgans, smient, spreeuw en wilde eend. Zowel de landelijke als de provinciale vrijstelling strekken alleen tot het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren. Aanwijzing ex artikel 67 De provincie heeft de volgende aanwijzingsbesluiten genomen: Aanwijzing van provinciale muskusrattenbestrijders als personen die op alle gronden in de provincie Groningen muskusratten en beverratten mogen bestrijden met vangkooien en klemmen (september 2002). Aanwijzing van jachthouders als personen die de volgende uitheemse en verwilderde diersoorten mogen vangen en doden met het geweer: beverrat, muskusrat, nijlgans, rosse stekelstaart, verwilderde kat, verwilderde duif en verwilderde gedomesticeerde grauwe gans (juli 2003). Ontheffing ex artikel 68 Op grond van artikel 68 van de wet kan de Provincie, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort, op grond van erkende belangen ontheffing verlenen van de verbodsbepalingen van de artikelen 9 tot en met 12, voor beschermde inheemse diersoorten waarvoor geen vrijstelling is verleend op grond van artikel 65 van de wet en die niet zijn aangewezen op grond van artikel 67 van de wet. Een ontheffing ex artikel 68 wordt in beginsel slechts verleend op basis van een faunabeheerplan De Provincie kan ontheffingen verlenen op grond van de volgende erkende belangen: - in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid; - in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer; - ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren; - ter voorkoming van schade aan flora en fauna; - ter voorkoming en bestrijding van schade of belangrijke overlast veroorzaakt door steenmarters aan gebouwen of zich daarin bevindende roerende zaken; 18

21 - ter voorkoming en bestrijding van schade veroorzaakt door vossen aan niet bedrijfsmatig gehouden vee; - ter voorkoming en bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren, behorende tot de diersoorten edelhert, ree, damhert, of wild zwijn, of; - ter voorkoming en bestrijding van schade veroorzaakt door konijnen of vossen op sportvelden of industrieterreinen. Ten aanzien van ontheffingsaanvragen in het kader van de verschillende belangen stelt de Provincie de volgende eisen: - Bij ontheffingsaanvragen in het kader van voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren dient inzichtelijk te worden gemaakt dat belangrijke schade is aangebracht dan wel wordt verwacht, dat preventieve maatregelen in voldoende mate en afdoende zijn genomen en dat doden tot een bevredigend resultaat zal leiden. - Voor ontheffingverlening wordt als criterium van belangrijke dreigende schade aan gewassen gehanteerd een schade van vooralsnog minimaal 100 per hectare van een schadeperceel. Het begrip belangrijke schade en de wijze van inzet van preventieve middelen worden gezien als aspecten die aandacht verdienen om tot een goede afweging te komen voor het maken van uitzonderingen op de beschermende bepalingen en voor eventuele tegemoetkomingen bij schadegevallen. Wanneer het ministerie van LNV, de provincies en het Faunafonds een definitie gaan opstellen voor belangrijke schade zal mogelijk een nieuw criterium worden gehanteerd. Ten aanzien van de inzet van preventieve middelen stelt de Provincie dat voorafgaand aan het gebruik van een ontheffing de grondgebruiker voldoende preventieve maatregelen heeft genomen die in redelijkheid verlangd kunnen worden om de schade te beperken. Hierbij dient de grondgebruiker bij de aanvraag de mogelijkheden in het Handboek Faunaschade (Oord, 2002) te hebben afgewogen. - Ontheffingsaanvragen ter voorkoming van schade aan flora en fauna dienen onderbouwd te zijn met onderzoeksgegevens waaruit blijkt dat een soort (lokale) populaties van andere soorten bedreigd. Aangetoond dient te worden dat schade daadwerkelijk optreedt. Per diersoort heeft de Provincie beleid ten aanzien van ontheffingen vastgesteld waarvoor ontheffingen kunnen worden verleend. Op basis van de beoordeling van het faunabeheerplan zal een termijn worden bepaald van ten hoogste vijf jaar. In haar beleidsnota geeft de Provincie aan voor welke soorten zij een faunabeheerplan noodzakelijk acht. 19

22 Beleid ten aanzien van faunabeheerplannen De Provincie stelt geen aanvullende eisen ten aanzien van de in de faunabeheerplannen op te nemen informatie. Het faunabeheerplan wordt overeenkomstig de wet goedgekeurd voor maximaal vijf jaar Voorwaarden en regels voor wat betreft inhoud faunabeheerplan De inhoud van het faunabeheerplan moet voldoen aan de eisen en voorwaarden zoals opgenomen in art. 10 van het Besluit faunabeheer, behorende bij de wet. Het faunabeheerplan dient tenminste de volgende gegevens te bevatten: 1. De omvang van het werkgebied van de Faunabeheereenheid. 2. Een kaart waarop de begrenzing van het werkgebied van de Faunabeheereenheid is aangegeven. 3. Kwantitatieve gegevens over de populatie van de diersoorten ten aanzien waarvan een duurzaam beheer noodzakelijk wordt geacht, met inbegrip van gegevens over de aanwezigheid van populaties in het betrokken gebied gedurende het jaar. 4. Een onderbouwing van de noodzaak van een duurzaam beheer van de in onderdeel 3 bedoelde diersoorten, waaronder een onderbouwde verwachting van de belangen als bedoeld in artikel 68 van de wet die zouden worden geschaad indien niet tot beheer zou worden overgegaan. 5. Een beschrijving van de mate waarin de in onderdeel 4 bedoelde belangen in de vijf jaren voorafgaand aan het ter goedkeuring indienen van het faunabeheerplan zijn geschaad. 6. De gewenste stand van de in onderdeel 3 bedoelde diersoorten. 7. Per diersoort een beschrijving van de aard, omvang en noodzaak van de handelingen zullen worden verricht om de gewenste stand, bedoeld in onderdeel 6 te bereiken. 8. Per diersoort en gewas een beschrijving van de handelingen die in de periode, bedoeld in onderdeel 5, zijn verricht om het schaden van de in onderdeel d bedoelde belangen te voorkomen, alsmede een beschrijving van de effectiviteit van die handelingen. 9. Voor zover het plan betrekking heeft op het beheer van damherten of reeën een beschrijving van het voedselaanbod, de relatie tussen dit voedselaanbod en de grootte van de populatie van de betrokken dieren alsmede de mogelijkheden van uitwisselen met aangrenzende terreinen. 10. Een beschrijving van de plaatsen in het werkgebied van de faunabeheereenheid waar en de periode in het jaar waarin de in onderdeel 7 bedoelde handelingen zullen plaatsvinden. 11. De mogelijkheid en de voorwaarden om gebruik te maken van een aan de faunabeheereenheid verleende ontheffing op gronden van 20

23 jachthouders die niet onder de faunabeheereenheid vallen en voorzover die gronden plaatsen als bedoeld in onderdeel 10 omvatten waar planmatig beheer niet noodzakelijk is. 12. Voor zover daarover kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, een onderbouwde inschatting van de verwachte effectiviteit van de in onderdeel 7 bedoelde handelingen. 13. Een beschrijving van de wijze waarop de effectiviteit van de voorgenomen handelingen zal worden bepaald Op te nemen soorten Het plan heeft betrekking op die soorten, waarvoor de Provincie in haar beleidsnota heeft aangeven dat een faunabeheerplan noodzakelijk is indien bij wet verboden maatregelen, als verjaging en doden, noodzakelijk worden geacht om schade te voorkomen en beperken. Het betreft de volgende soorten: canadese gans, ekster, fazant, grauwe gans, haas, knobbelzwaan, kolgans, meerkoet, ree, roek, smient, spreeuw, stormmeeuw, vos, wilde eend en zilvermeeuw. Voorts is een faunabeheerplan noodzakelijk voor zwarte kraai en kauw voorzover het gaat om andere belangen (fauna) dan voorkoming van landbouwschade, waarvoor een landelijke vrijstelling van kracht is Plan gericht op de toekomst Het faunabeheerplan is gericht op de toekomst, en gebaseerd op de huidige beschikbare gegevens. De komende jaren zullen aanvullende gegevens worden verzameld over noodzaak, aard, omvang, en effectiviteit van de te verrichten handelingen. De uitvoering van het plan zal via monitoring worden gevolgd. De voorgestelde maatregelen ten aanzien van het voorkomen van schade en duurzaam beheer van soorten zullen in de loop der jaren gedetailleerder onderbouwd worden. Tevens zal het plan kunnen inspelen op toekomstige veranderingen Monitoring Het voorliggende faunabeheerplan heeft betrekking op een periode van vijf jaar. Twee jaar na goedkeuring van het plan zullen de in het plan voorgestelde maatregelen worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld. Vervolgens zal binnen vijf jaar na goedkeuring een nieuw plan worden opgesteld op basis van evaluatie over de voorafgaande planperiode waarin informatie is verzameld over : 21

24 Verleende ontheffingen (voor welke soorten, aantal ontheffingen). Wat is met de ontheffing gedaan. Populatieontwikkeling van betreffende soorten (is sprake van een duurzaam beheer). De effectiviteit van getroffen maatregelen om schade te voorkomen en bestrijden. Veroorzaakte schade (is schade voorkomen of teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau). Ontbrekende gegevens met betrekking tot de in het voorliggende plan gesignaleerde hiaten in kennis. Gegevens zullen met name aangeleverd worden door grondgebruikers die gebruik maken van een verleende ontheffing en rapporteren over wat met de ontheffing is gedaan (welke middelen, waar, wanneer, met welke frequentie etc.) en welke resultaten zijn behaald (voorkoming en of beperking schade). Voor wat betreft de populatie-ontwikkeling van diersoorten kan in veel gevallen gebruik worden gemaakt van bestaande telprogramma's. 3.2 Toelichting op de gebruikte gegevens Ten behoeve van het opstellen van het faunabeheerplan zijn de volgende gegevens verzameld met betrekking tot de soorten die zijn opgenomen in het faunabeheerplan: 1. Kwantitatieve gegevens over de populatie van de diersoorten. 2. Gegevens over de schade die is veroorzaakt in de afgelopen drie tot vijf jaar, of over de belangen die zijn geschaad in de afgelopen drie tot vijf jaar. 3. Gegevens over de handelingen die verricht zijn in de afgelopen drie tot vijf jaar om belangen te beschermen. Populatiegegevens Kwantitatieve gegevens over vogelpopulaties zijn met name ontleend aan de atlas van de Nederlandse broedvogels van SOVON (SOVON, 2002). Uit deze atlas zijn onder andere relatieve dichtheidskaarten overgenomen. Voor een toelichting op deze kaarten zie tekst in onderstaand kader. Relatieve dichtheidskaarten De relatieve dichtheidskaart geeft de kans weer om een soort binnen een kilometerhok aan te treffen. De trefkans is afhankelijk van de talrijkheid (dichtheid) van de soort. Dit verband is niet rechtlijnig, een tweemaal zo hoge trefkans betekent niet een tweemaal zo hoge dichtheid. De dichtheidkaarten geven een algemeen beeld van de talrijkheid binnen en tussen 22

25 regio s. De kaarten zijn niet geschikt om dichtheden op plaatselijk niveau te herleiden. De relatieve dichtheidskaarten zijn gebaseerd op gegevens van SOVON die verkregen zijn middels gestandaardiseerd veldwerk in geselecteerde kilometerhokken. Met behulp van een interpolatiemethode is voor elk kilometerhok een relatieve dichtheid berekend op basis van de aan- of afwezigheid in twaalf omliggende onderzochte kilometerhokken waarin hetzelfde hoofdbiotoop aanwezig is. Afhankelijk van de soort wegen de op korte afstand gelegen kilometerhokken zwaarder mee dan de verder afgelegen hokken. Onderzochte kilometerhokken in de omgeving waarin het hoofdbiotoop niet aanwezig is worden bij de berekening van het betreffende kilometerhok buiten beschouwing gelaten (SOVON, 2002). Populatiegegevens van reeën zijn verkregen via de reewildrapportages. Schadegegevens Informatie over mogelijk schade aan belangen is ontleend aan het Handboek Faunaschade van het Faunafonds (Oord, 2002). Met betrekking tot schade aan belangen in het verleden zijn kwantitatieve gegevens verzameld door de voormalige Wildschadecommissie van Groningen, het voormalige Jachtfonds en het Faunafonds. Voor het opstellen van het faunabeheerplan is gebruik gemaakt van het jaarverslag van 2000 (1999 en 1998) van de Wildschadecommissie, gegevens van het Faunafonds (inclusief gegevens van het Jachtfonds) en informatie van de KNJV. Tevens is middels een enquête informatie opgevraagd bij wildbeheereenheden, en terreinbeherende organisaties. Onder de Jachtwet bestond de mogelijkheid een tegemoetkoming te vragen voor de schade, die diersoorten die onder de Jachtwet waren beschermd, aanrichtten aan landbouwgewassen en -teelten. De verzoeken werden, na advisering door de provinciale Wildschadecommissie (WICO), door het Jachtfonds beoordeeld. Een positief advies van de WICO leidde niet altijd tot een daadwerkelijk vergoeding door het Jachtfonds. Een tegemoetkoming in de geleden schade werd doorgaans verleend voor diersoorten waarop de jacht het gehele of een gedeelte van het jaar gesloten was. Schade veroorzaakt door diersoorten, waarop de jacht het gehele jaar geopend was, of diersoorten die (een deel van het jaar) onbeschermd waren werd in principe niet vergoed. Voor vogelsoorten, die op grond van de Vogelwet beschermd waren verklaard, kon eveneens bij het Jachtfonds een vergoeding worden aangevraagd. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de wettelijke status van de betreffende diersoorten onder de Jachtwet, Vogelwet en Flora- en faunawet met de bejaagbare periode (indien van toepassing). 23

26 Tabel 3.1. Overzicht van de wettelijke status van de in dit plan opgenomen diersoorten voor de situatie tot en na 1 april 2002 met de bejaagbare periode. soort Situatie tot 1 april 2002 Situatie vanaf 1 april 2002 Jachtw et Vogelwe t bejaagbare periode Ffwe t bejaagbare periode zwarte kraai + jaarrond + geen roek + geen + geen canadese gans - geen + geen grauwe gans + geen + geen kolgans + geen + geen smient + geen + geen knobbelzwaan + geen + geen meerkoet + geen + geen wilde eend + 15 augustus t/m 31 januari + 15 augustus t/m 31 januari kleine mantelmeeuw + geen + geen kokmeeuw + geen + geen stormmeeuw + geen + geen zilvermeeuw + geen + geen holenduif + geen + geen fazant + 15 oktober t/m 31 januari (hanen) 15 oktober t/m 31 december (hennen) + 15 oktober t/m 31 januari (hanen) 15 oktober t/m 31 december (hennen) spreeuw + geen + geen haas + 15 oktober t/m 31 december + 15 oktober t/m 31 december ree + geen + geen vos + jaarrond + geen Met de inwerkingtreding van de Flora- en Faunawet heeft het Faunafonds een deel van de taken van het Jachtfonds overgenomen. Belanghebbenden die schade ondervinden, aangericht door beschermde inheemse diersoorten, moeten zich sindsdien wenden tot het Faunafonds om schadevergoeding te krijgen. Een tegemoetkoming in door beschermde inheemse diersoort aan de landbouw, de bosbouw, of visserij aangerichte schade, wordt slechts verleend indien de grondgebruiker de schade niet had kunnen voorkomen en beperken door het treffen van maatregelen of inspanningen waartoe hij naar eisen van redelijkheid en billijkheid is gehouden. Mogelijke maatregelen staan genoemd in het Handboek Faunaschade. Een tegemoetkoming voor geleden schade door beschermde inheemse diersoorten, waarvoor ingevolge artikel 68 van de wet ontheffing kan worden verleend, wordt slechts toegekend, indien: - De ontheffing op deugdelijke wijze is aangevraagd en op inhoudelijke gronden door de provincie is geweigerd. - De ontheffing is verleend en er ondanks dat daarvan naar het oordeel van het bestuur van het Faunafonds op adequate wijze gebruik gemaakt is, bedrijfsmatige schade aan gewassen, teelten of overige producten is opgetreden. 24

27 - Als een grondgebruiker geen ontheffing krachtens artikel 68 van de wet heeft aangevraagd, zal in beginsel geen tegemoetkoming worden verleend. De gebruikte gegevens van de WICO beslaan het jaar 2000, (1999 en 1998). De gegevens geven per diersoort in de schade die is veroorzaakt en het aantal schademeldingen per gemeente, maar geen inzicht in de schade per gewas per diersoorten. Naast de gegevens van de WICO zijn voor het opstellen van het faunabeheerplan verschillende gegevens van het Faunafonds en van de KNJV gebruikt: - Per diersoort per gewas een overzicht van de bedragen die zijn getaxeerd en uitgekeerd per hectare voor geleden schade in de periode 2000 tot en met 2002 op 3-cijferig postcode-niveau (dit zijn die gebieden die de eerste drie cijfers van de postcode gemeen hebben) (niet voor alle diersoorten beschikbaar) - Per diersoort per gewas een overzicht van de bedragen die zijn getaxeerd en uitgekeerd voor geleden schade in de periode 1998 tot en met medio 2003 op wildbeheereenheid-niveau. Deze gegevens geven dus geen inzicht in of in het verleden belangrijke schade (van meer dan 100 per hectare) is opgetreden. Bovendien weerspiegelen deze gegevens niet de werkelijk getaxeerde en uitgekeerde bedragen, daar ze niet provinciedekkend zijn. Omdat kaarten met 3-cijferige postcodegebieden niet beschikbaar waren, is getracht om middels het internet ( de geografische ligging van de schadegevallen inzichtelijk te maken, door na te gaan binnen welke gemeente een postcode valt. Omdat een 3-cijferige postcode binnen meerdere gemeenten kan vallen, is met deze methode alleen bij benadering aan te geven waar zich schade in het verleden heeft voorgedaan ( in of in de omgeving van de gemeente x ). Beschikbaar zijn de schadegevallen die geregistreerd zijn en de bedragen die zijn getaxeerd en/of uitgekeerd. Echter veel schade is niet gemeld, om verschillende redenen (o.a. Zwart-Roodzant et al., (1999), Van Enckevort & Hermans, 2001): - Lange wachttijden voordat vergoedingen worden uitgekeerd. - De kans op schadevergoeding is klein. - Te veel administratieve rompslomp. - Schade is achteraf moeilijk te bewijzen, de instanties komen te laat kijken. Met name voor soorten die onder de Jachtwet het gehele jaar bejaagbaar waren, of soorten die (een deel van het jaar) 25

28 onbeschermd waren, ontbreken gegevens. Aangezien schade veroorzaakt door deze soorten in principe niet werd vergoed, werd schade over het algemeen ook niet gemeld. Gegevens schadebeperkende en -voorkomende maatregelen Informatie over mogelijke preventieve en schadebeperkende maatregelen zijn ontleend aan het Handboek Faunaschade van het Faunafonds (Oord, 2002). Gegevens van de KNJV geven inzicht in de afschotcijfers in de periode Door middel van een enquête informatie opgevraagd over genomen maatregelen in het verleden bij wildbeheereenheden en terreinbeherende organisaties. Voor gegevens over de effectiviteit van maatregelen is gebruik gemaakt van de beschikbare literatuur. De beschikbare informatie over de effectiviteit van maatregelen is echter beperkt. 3.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de rechtspersoonlijkheid van de Faunabeheereenheid en haar werkgebied. In de daaropvolgende hoofdstukken 4 tot en met 23 worden de soorten op alfabetische volgorde besproken. Hieronder wordt een toelichting gegeven op de opzet van deze hoofdstukken. Verspreiding en aantalsontwikkeling Voorzover mogelijk een beschrijving van het voorkomen (gedurende de schadeperiode en het gehele jaar) en de aantalsontwikkeling van de betreffende diersoort in Groningen (toetspunt 3). Wettelijke status en provinciaal beleid Een beschrijving van de beleidsregels ten aanzien van de betreffende soort. Hierbij gaat het om het vrijstellingenbeleid ex artikel 65, aanwijzingbeleid ex artikel 67 en het ontheffingenbeleid ex artikel 68 van de wet. Indien van toepassing wordt tevens ingegaan op eventuele wijzigingen ten aanzien van de betreffende soort in de toekomst. Schade aan belangen Mogelijke schade aan belangen: een beschrijving van de schade die veroorzaakt kan worden door de betreffende diersoort. Schade aan belangen in het verleden: indien van toepassing een beschrijving van de mate waarin belangen in de afgelopen vijf jaar geschaad zijn (toetspunt 5). 26

29 Schade aan belangen in de toekomst: indien van toepassing een onderbouwde verwachting van de belangen die zouden worden geschaad in de toekomst indien niet tot beheer zou worden over gegaan (toetspunt 4). Preventieve en schadebeperkende maatregelen Mogelijk te nemen preventieve en schadebeperkende maatregelen: beschrijving van de maatregelen die genomen kunnen worden om schade te beperken en voorkomen (toetspunt 8). In de tabellen met preventieve maatregelen zijn de meest geëigende maatregelen het eerst genoemd. Bij de volgorde is een afweging gemaakt in effectiviteit van de maatregel, de kosten-baten verhouding en de bedrijfsmatige toepasbaarheid. Maatregelen die zonder meer zijn toegestaan zijn cursief gedrukt. Preventieve en schadebeperkende maatregelen in het verleden: beschrijving van de handelingen die de afgelopen vijf jaar zijn verricht om schade te voorkomen en bestrijden, alsmede, voorzover daarover redelijkerwijs kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, een beschrijving van de effectiviteit van de handelingen. Gewenste stand: een beschrijving van de stand die gewenst is om schade in de toekomst te voorkomen of te beperken (toetspunt 6, 7), zodanig dat de betrokken stand van de betreffende diersoort niet in gevaar komt (zie par ). Draagkrachtbepaling: voor ree wordt toetspunt 9 nader uitgewerkt met een onderbouwing van de gewenste populatie. Beheer ter voorkomen en beperken van schade in de toekomst Een beschrijving van de handelingen die zullen worden verricht om schade in de toekomst te beperken en voorkomen almede waar deze handelingen worden verricht en wat daarbij de te verwachten effectiviteit is (toetspunt 10, 12). Monitoring in de toekomst Indien onvoldoende (kwantitatieve) gegevens bekend zijn over schade, populaties en effectiviteit van maatregelen wordt aangegeven hoe de ontbrekende gegevens verzameld kunnen worden (toetspunt 13). Indien aanvullend op datgene dat volgens paragraaf altijd moet gebeuren nodig is, zal aanvullende monitoring worden vermeld. Conclusie Faunabeheereenheid Op basis van genoemde overwegingen vraagt de Faunabeheereenheid al dan niet een ontheffing aan voor de betreffende diersoort bij de provincie. 27

30 4 Canadese gans (Branta canadensis) 4.1 Verspreiding en aantalsontwikkeling De canadese gans is ten behoeve van de jacht op vele plaatsen in West- en Noord-Europa geïntroduceerd. Vogels uit Noord-Europa trekken in het najaar richting West-Europa. In zachte winters bereiken kleine aantallen ons land, tijdens strenge winters soms vele honderden. In de provincie komen op meerdere plaatsen kleine groepjes voor. De soort komt in Groningen ook tot broeden, maar in kleine aantallen. Het aantal broedparen in Nederland is met gemiddeld 10% per jaar toegenomen. De uitbreiding en toename van de canadese gans zal zich naar verwachting de komende jaren voortzetten (Lensink, 2002). In figuur 4.1 zijn aantalschattingen weergegeven voor broedparen canadese ganzen heel Nederland (Bron: SOVON, 2002). Figuur 4.1. Schattingen van het aantal broedparen Canadese ganzen in Nederland in de periode (Bron: SOVON, 2002). 28

31 De canadese gans is van oorsprong geen broedvogel in Nederland en de huidige populatie broedvogels is vooral ontstaan uit achtergebleven en losgelaten vogels. 4.2 Wettelijke status De canadese gans is een beschermde inheemse diersoort die door de minister is aangewezen als soort waarvoor de provincie een vrijstelling kan vaststellen. Voor de provincie Groningen geldt echter geen vrijstelling. Evenmin geldt voor de canadese gans een aanwijzing ex artikel 67 van de wet. Voor deze soort is geen specifiek beleid geformuleerd in de voor de provincie geldende beleidsnotities ( 3.1.3), omdat de noodzaak hiertoe niet aanwezig is. Preventieve maatregelen zijn in de meeste gevallen toereikend. Pas wanneer er belangrijke schade is geconstateerd of belangrijke schade dreigt te worden aangericht is een ontheffing mogelijk. 4.3 Schade aan belangen Mogelijke schade aan belangen In het Handboek Faunaschade (Oord, 2002) wordt aangegeven dat ganzen in de periode van 1 mei tot 1 september schade in de agrarische sector kunnen aanrichten aan diverse teelten. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de gewassen waaraan schade kan optreden, het type schade, en de periode waarin de schade meestal optreedt. Tabel 4.1. Overzicht van de schade die ganzen in de periode 1 mei tot september kunnen aanrichten aan landbouwgewassen. In de tabel zijn opgenomen de teelten waaraan schade kan worden veroorzaakt, het type, en de periode waarin de schade meestal optreedt (Oord, 2002). Teelt Schade Periode Opmerkingen Granen Vraatschade 1 mei tot 1 september Aardappelen Pikschade gehele teeltperiode Krabschade Suikerbieten / Pikschade gehele teeltperiode Schade voornamelijk door grauwe gans voederbieten Krabschade Peulvruchten Vraatschade Incidentele schade Vertrapping Grasland Vraatschade 1 mei tot 1 september Graszaad en graszoden Vraatschade 1 mei tot 1 september Bevuiling Vertrapping Riet en biezen Vraatschade Vraatschade aan biezen. Vooral bij biezenteelt op kleine oppervlakten kan soms zeer grote schade optreden Schade aan belangen in het verleden 29

32 Schade door overzomerende ganzen Uit de gegevens van het Faunafonds blijkt dat overzomerende ganzen in de periode 2000 tot en met 2003 schade hebben veroorzaakt aan grasland en granen. In het nu volgende wordt per gewas verder ingegaan op de schade die is veroorzaakt door overzomerende ganzen. Grasland In de periode is door het Faunafonds één geval geregistreerd van schade aan grasland door overzomerende ganzen. Deze schade deed zich voor in de gemeente Haren. De schade werd getaxeerd op 136 per hectare. Dit bedrag is ook uitgekeerd. Granen In de periode zijn er door het Faunafonds vier gevallen geregistreerd van schade aan granen door overzomerende ganzen. Deze schade deed zich voor in de gemeenten Scheemda, Ten Boer en Eemsmond. De totaal schade werd getaxeerd op 996. Een bedrag van 946 werd uitgekeerd. Schade door overwinterende ganzen Bij het Faunafonds zijn geen gegevens bekend over belangrijke schade veroorzaakt door canadese ganzen aan gewassen in de winter Verwachte schade aan belangen in de toekomst Schade door overzomerende canadese ganzen De beperkende factor voor de populatie-ontwikkeling van overzomerende en broedende ganzen is waarschijnlijk de beschikbare oppervlakte opgroeigebied voor de jongen (Schekkerman et al., 2000). In de meeste gebieden is de draagkracht van het gebied nog niet bereikt, hetgeen betekent dat de populatie overzomerende canadese ganzen nog toe zal nemen en dat het aandeel nietbroedende dieren hierin stijgt. Verwacht mag worden dat schade aan grasland en granen door overzomerende canadese ganzen ook toe zal nemen. Schade kan zich in de gehele provincie voordoen. Gezien de schadegevallen in het verleden mag worden verwacht dat schade zich in ieder geval zal voordoen in de (omgeving van de) gemeenten Haren, Scheemda, Ten Boer en Eemsmond. 4.4 Preventieve en schadebeperkende maatregelen Mogelijke preventieve en schadebeperkende maatregelen 30

33 Tabel 4.2 geeft een overzicht van de mogelijk te nemen maatregelen om schade aan gewassen door overzomerende ganzen te voorkomen en/of beperken. De informatie in deze tabel is ontleend aan het Handboek Faunaschade (Oord, 2002). Verjaging (zomer en winter) Ter voorkoming van schade kunnen canadese ganzen verjaagd worden van de schadegevoelige percelen. Verjaagacties kunnen zowel actief als passief plaatsvinden. Bij actieve verjaging kan gedacht worden aan: Tabel 4.2. Overzicht van de mogelijk te nemen maatregelen per gewas om schade door overzomerende ganzen te voorkomen en/of beperken (Oord, 2002). Teelt Preventieve en schadebeperkende maatregelen Teelt Preventieve en schadebeperkende maatregelen Granen Vogelverschrikkers PeulvruchtenRegelmatige verontrusting (verjaging / verstoring) Vlaggen Afschot / regulering stand Knalapparaten Grasland Vogelverschrikkers Nabootsing roofvogel, ballonnen Vlaggen Regelmatige verontrusting (verjaging / verstoring) Knalapparaten Vogelafweerpistool Nabootsing roofvogel, ballonnen Draden spannen Regelmatige verontrusting (verjaging / verstoring) Afschot /verjaging Vogelafweerpistool Regulering stand (afschot, eieren schudden) Draden spannen Aardappelen Vogelverschrikkers Regulering stand (afschot, eieren schudden) Vlaggen Graszaad, Vogelverschrikkers Knalapparaten graszoden Vlaggen Nabootsing roofvogel, ballonnen Nabootsing roofvogel, ballonnen Regelmatige verontrusting (verjaging / verstoring) Knalapparaten Vogelafweerpistool Regelmatige verontrusting (verjaging / verstoring) Afschot /verjaging Vogelafweerpistool Regulering stand (afschot, eieren schudden) Regulering stand (afschot, eieren schudden) Suikerbieten / Vogelverschrikkers Riet en Omrasteren en draden spannen voederbieten Vlaggen Knalapparaten biezen - Verjaging met behulp van vuurpijlen, lichtkogels of alarmpistolen en hagelgeweren waarmee vogelafweermunitie kan worden afgeschoten in de vorm van fluiters, huilers of knallers. - Verjagen in combinatie met afschot: de verjaging wordt veelal gecombineerd met bejagingsacties waarbij een beperkt aantal ganzen wordt afgeschoten. Hierdoor zou het effect van verjaging versterkt worden. De combinatie van verjaagacties met bejaging is mogelijk effectiever omdat de bejaging de ganzen extra schuw houdt. (Ebbinge et al., 2000). Naast bovengenoemde maatregelen kunnen ook meer passieve verjaagmethoden gehanteerd worden: - gaskanonnen, die met regelmaat een knal geven. Binnen enkele dagen kunnen vogels hieraan gewend raken; 31

34 - poppen die met enige regelmaat opgeblazen worden; - flash-harry; - palen met al dan niet een vlieger aan de top; - palen met een plastic zak o.i.d. die door de wind bewogen wordt; - plaatsen van palen met draden op regelmatige afstand van elkaar in het perceel. Over het algemeen geldt dat bij passieve middelen snel gewenning optreedt, waardoor ze na enkele dagen niet meer effectief zijn. Actieve maatregelen zijn veelal effectiever, daar hiermee ook sturend opgetreden kan worden. Over het algemeen geldt dat verjaagacties met name effectief zijn indien er alternatieve foerageergebieden beschikbaar zijn van een gelijkwaardige kwaliteit. In Noord-oost Friesland bleek het mogelijk om grote groepen ganzen naar gedooggebieden te verjagen, waarbij zowel verjaagacties alleen als verjaagacties in combinatie met bejaging werden gehanteerd (Ebbinge et al., 2000). Het Faunafonds geeft aan dat bij verjaging gebruik kan worden gemaakt van het lerend vermogen van ganzen, die wanneer ze worden verjaagd naar foerageer- en rustgebieden, op den duur de agrarische gronden met kwetsbare gewassen zullen vermijden (Faunafonds, 2003). Voor bepaalde periodes of omstandigheden wordt afgevraagd of preventieve maatregelen gewenst dan wel uitvoerbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn: - gaskanonnen en vogelverschrikkers in het voorjaar bij broedende weidevogels en - vlaggen en vogelafweerpistool op grasland waar koeien lopen. Aanwijzen gedooggebieden Vanuit het oogpunt van effectiviteit van verjagende maatregelen is het gewenst gebieden aan te wijzen waar canadese ganzen naar toe verjaagd kunnen worden vanaf de schadegevoelige percelen. Ebbinge et al., (2000) geven aan dat verjaagacties gecombineerd met het aanbieden van alternatieve foerageergebieden enige jaren voortgezet moeten worden, aangezien ganzen moeten leren om van het gedooggebied gebruik te maken, waarbij door verjaagacties sturend wordt opgetreden. Aantalsregulatie De canadese gans is van oorsprong geen broedvogel in Nederland en de huidige populatie broedvogels is vooral ontstaan uit losgelaten vogels (Lensink, 1996). De huidige populatie is nog zeer beperkt, zodat nu met een relatief geringe inspanning de broedpopulatie desgewenst tot vrijwel nul gereduceerd kan worden.canadese ganzen 32

35 kunnen in kolonievorm broeden. Indien geen aantalsreductie door afschot of vangen wordt nagestreefd maar men wil wel de populatiegroei beperken dan is ook een goede maatregel om van in kolonievorm broedende canadese ganzen de eieren van alle nesten te schudden, waardoor de aanwas beperkt wordt. Deze laatste methode is alleen effectief qua tijd bij in kolonies broedende canadese ganzen. Voor de wintervogels geldt dat Nederland een zeer groot deel van de in West-Europa overwinterende populatie opvangt en daarmee een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van deze soort heeft. Gezien de omvang van de in Groningen overwinterende vogels is een aantalreductie ook geen optie Preventieve en schadebeperkende maatregelen in het verleden De canadese gans was voor 1999 jaarrond bejaagbaar met het geweer. In 1999 is de jacht op ganzen gesloten. Maatregelen om schade door canadese ganzen te voorkomen in de afgelopen jaren bestonden uit het verjagen van canadese ganzen met visuele en akoestische middelen van schadegevoelige percelen. (toetspunt 8) Gewenste stand Overzomerende canadese ganzen De huidige populatie is nog zeer beperkt. De Faunabeheereenheid geeft aan dat beheer ten aanzien van canadese ganzen erop gericht zou moeten zijn de populatie niet verder te laten groeien. Overwinterende canadese ganzen Gezien de internationale verantwoordelijkheid van Nederland ten aanzien van de in West-Europa overwinterende ganzensoorten wordt aantalregulatie niet gewenst geacht. Dit betekent dat er ook geen gewenste stand is aan te geven. (toetspunt 6,7) 4.5 Beheer ter voorkomen en beperken van schade in de toekomst Maatregelen om schade te beperken of te voorkomen hebben betrekking op lokale situaties waar schade aan gewassen dreigt op te treden. Schadegevoelige gewassen komen binnen de gehele provincie voor. Om schade te voorkomen worden preventieve maatregelen ingezet: - Standaard akoestische en visuele middelen worden ingezet in de schadegevoelige periode(n) op schadegevoelige percelen. 33

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker Besluit namens gedeputeerde staten van Drenthe van 16 februari 2005, kenmerk LG/A7/2005001367, Productgroep Landelijk Gebied 1 Nummer

Nadere informatie

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade 15 december 2015 Alfred Melissen - FBE Limburg Faunabeheereenheid Limburg Faunabeheer & Wetgeving Preventie & Schademeldingen Beheer Faunabeheerplan

Nadere informatie

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant Flora- en faunawet Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant Overzicht van de meest voorkomende schadesoorten Onderstaande tabel geeft overzicht van de meest voorkomende schade veroorzakende soorten

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 6 van 2003 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Verordening Flora- en faunawet Zeeland Provinciale Staten van Zeeland overwegende dat een aantal beschermde inheemse diersoorten in de provincie Zeeland veelvuldig

Nadere informatie

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003 4 november 2003 Nr. 2003-18.260, LG Nummer 37/2003 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende een wijziging van de Verordening schadebestrijding dieren provincie

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 24 februari 2009, nr. 2009-6876 tot bekendmaking van de verordening vrijstellingen Flora- & faunawet Noord-Holland 2009 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Nadere informatie

Commissie Ruimte, Water en Groen. 5 maart 2002 Nr , RRN. Nummer 11/2002

Commissie Ruimte, Water en Groen. 5 maart 2002 Nr , RRN. Nummer 11/2002 Commissie Ruimte, Water en Groen 5 maart 2002 Nr. 2002-02633, RRN. Nummer 11/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende de vaststelling van de Verordening

Nadere informatie

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6. provincie Zeeland Aanvraag ontheffing ex art. 68 van de Flora- en faunawet Ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren A GEGEVENS AANVRAGER 1. Naam

Nadere informatie

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt: provinciaal blad nr. 30 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 9 juli 2003 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 1 juli 2003, nr. 2003-11149, afdeling LG, tot

Nadere informatie

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE; Goedkeuringsbesluit Faunabeheerplan 2014-2019 Flora- en faunawet Flora- en faunawet: goedkeuring faunabeheerplan Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/025032 Gedeputeerde Staten van Overijssel;

Nadere informatie

06 april 2004 Nr. 2004-11705, LG Nummer 21/2004

06 april 2004 Nr. 2004-11705, LG Nummer 21/2004 06 april 2004 Nr. 2004-11705, LG Nummer 21/2004 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende een wijziging van de Verordening schadebestrijding dieren provincie Groningen.

Nadere informatie

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: 20-12-2002 belast met Nr: behandeling: Kok, G.L.C.M. de Agenda nr: Vergadering GS: Nr: / Onderwerp: AANVULLEND VOORSTEL Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 1855 25 april 2017 Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet

Nadere informatie

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht 2004. Bijlage(n): -

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht 2004. Bijlage(n): - S T A T E N V O O R S T E L Datum : 09 december 2003 Nummer PS : PS2004REG03 Dienst/sector : REG/RER Commissie : R&G Registratienummer : 2003REG003150i Portefeuillehouder : Lokker Titel : Verordening schadebestrijding

Nadere informatie

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Besluit van provinciale staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening Holland 2014 Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten;

Nadere informatie

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 de Flora- en faunawet A AANVRAGER 1. Naam aanvrager: M/V* Adres: Postcode en plaats: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres: Relatienummer: (indien bekend) Indien

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963. Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963. Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963 Onderwerp Ontheffingverleningen Flora- en faunawet door Gedeputeerde Staten Zuid-Holland Aan de leden

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Roek (Corvus frugilegus) Specificatie: in combinatie met suikerbieten Periode: 1-5-2015 tot 30-6-2015 Zaaknummer: 2014-010833 Foto: R.

Nadere informatie

Faunabeheerplan Groningen 2014-2019

Faunabeheerplan Groningen 2014-2019 Faunabeheerplan Groningen 2014-2019 In opdracht van: Faunabeheereenheid Groningen Opdrachtgever: Faunabeheereenheid Groningen Samenstellers: drs. Y.J. van Manen & ir. R.F. de Vries Uitvoerders Ingenieursbureau

Nadere informatie

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 20 maart 2017 nummer 3279 Onderwerp Bescherming faunabescherming Aan de leden van Provinciale Staten 1. De provincie Zuid-Holland gaat

Nadere informatie

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 20 maart 2017 nummer 3279 Onderwerp Bescherming faunabescherming Aan de leden van Provinciale Staten 1. De provincie Zuid-Holland gaat

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER U kunt het ingevulde formulier onder vermelding van zaaknummer verzenden: Per post naar: Provincie Gelderland Afdeling Vergunning Verlening / Handhaving Postbus 9090 6800 GX ARNHEM Per mail naar: post@gelderland.nl

Nadere informatie

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO 1. Flora en faunawet algemeen Op 1 april 2002 is de Flora en faunawet in werking getreden. Centraal

Nadere informatie

Aanvraagformulier EB-2

Aanvraagformulier EB-2 Aanvraagformulier EB-2 Ontheffing ex artikel 68 Flora- en faunawet overige Belangen: - in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid; - in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer;

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 29 Besluit van 16 januari 2004, houdende wijziging van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren in verband met de hernieuwde vaststelling

Nadere informatie

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel Faunabeheer Provincie Overijssel (geconsolideerde versie, geldend vanaf 5-2-2003 tot 7-10-2008) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel provincie Overijssel Faunabeheer

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 december 2014 Onderwerp Activiteit/betreft Verlenen/afwijzen : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-014975 - Groesbeek :weren

Nadere informatie

Aanvraagformulier 05 EB-1

Aanvraagformulier 05 EB-1 Aanvraagformulier 05 EB-1 Ontheffing ex artikel 68 Flora- en faunawet, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen (De met een * gemerkte vragen worden in de toelichting nader toegelicht) Onvolledig

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid FAUNABEHEERPLAN WILDSOORTEN NOORDHOLLAND HOUTDUIVEN Faunabeheereenheid NoordHolland September 2004 Auteur, Secretariaat van de Faunabeheereenheid Houtduiven

Nadere informatie

Faunabeheerplan Groningen

Faunabeheerplan Groningen Faunabeheerplan Groningen 2014-2019 In opdracht van: Faunabeheereenheid Groningen Opdrachtgever: Faunabeheereenheid Groningen Samenstellers: drs. Y.J. van Manen & ir. R.F. de Vries Uitvoerders Ingenieursbureau

Nadere informatie

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9.1 Inleiding Tot een aantal jaren geleden werd de vangkooi zonder ontheffing gebruikt ter uitvoering van de landelijke vrijstelling bij de bestrijding van zwarte kraaien

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ;

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ; CONCEPT Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2013 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr 1074859; gelezen het

Nadere informatie

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»; VERORDENING FLORA- EN FAUNAWET ZUID-HOLLAND Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»; Gelet op artikel 65, vierde lid, van de Flora- en faunawet

Nadere informatie

Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel

Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel (geconsolideerde versie, geldend vanaf 8-10-2008 tot 19-9-2014) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Roeken (Corvus frugilegus) Specificatie: in combinatie met granen, maïs en suikerbieten Periode: 17-6-2015 tot 1-7-2016 Zaaknummer: 2014-010833

Nadere informatie

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014 Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014 Beste WBE-secretarissen / faunacommissarissen, Nieuwe Faunabeheerplan algemene soorten 2014-2019 door GS goedgekeurd Op 15 april jongstleden hebben

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Wilde eend (Anas platyrhynchos) Specificatie: (gelegerde) granen Periode: 1-7-2015 tot 15-8-2015 Zaaknummers: 2010-011997 en 2010-012002

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900 Onderwerp Ontheffing doden knobbelzwanen Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Stichting Faunabeheereenheid Overijssel t.a.v.

Nadere informatie

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Stichting Faunabeheereenheid Overijssel t.a.v.

Nadere informatie

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Inhoud 1. Doel van de notitie 2. Vigerend beleid ree in Fryslân 3. Wettelijke status ree 4. Schade, overlast en risico s 5. Wettelijk kader bescherming

Nadere informatie

Fauna en wet Natuurbescherming

Fauna en wet Natuurbescherming Fauna en wet Natuurbescherming Technische briefing Statenleden 16 maart 2016 Doel presentatie Fauna in de nieuwe Wet Natuurbescherming bevoegdheden provincie Verdieping op basis vragen Provincie Gelderland

Nadere informatie

Faunabeheerplan 2011-2016

Faunabeheerplan 2011-2016 F Faunabeheerplan 2011-2016 Opgesteld op basis van artikel 30 van de Flora- en faunawet conform de voorwaarden welke zijn gesteld in Artikel 10 van het besluit Faunabeheer. Vastgesteld door het bestuur

Nadere informatie

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen Introductie Faunabeheer FBE Limburg - Alfred Melissen 1 Introductie Faunabeheer FBE Limburg - Alfred Melissen Keerpunt v.w.b. Jacht : 1 april 2002 introductie Flora en faunawet (Samenvoeging van de Vogelwet,

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr. Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2015 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr. 1201683; gelezen het oordeel van

Nadere informatie

Vergelijking faunabeleid van de provincies Noord-Holland, Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant

Vergelijking faunabeleid van de provincies Noord-Holland, Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant Vergelijking faunabeleid van de provincies Noord-Holland, Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant Wageningen, december 2006 Communicatiebureau de Lynx, Rob Janmaat VERGELIJKING FAUNABELEID VIER PROVINCIES 1

Nadere informatie

Met vriendelijke groet,

Met vriendelijke groet, Van: Sinke P.J. (Peter) Verzonden: dinsdag 13 november 2018 12:44 Aan: Rijksen-Blok M. (Ria) CC: Wallenburg v A.C. (Alma); Kalverboer T.J. (Teresa); Smits P. (Petra); Rabenswaaij v C.W. (Kees) Onderwerp:

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid Statenfractie Partij voor de Dieren M.C. van der Wel Postbus 90151 5200 MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Uitvoering Flora- en Faunawet

Uitvoering Flora- en Faunawet Uitvoering Flora- en Faunawet Beleidsnotitie Gedeputeerde staten der provincie Groningen Vastgesteld op 25 juni 2002 Inhoud 1. Inleiding 2 pag. 2. Bescherming van flora en fauna 4 2.1 Beschermende bepalingen

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer 3197 Onderwerp Roeken Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De provincie heeft een ontheffing

Nadere informatie

Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel

Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel CVDR Officiële uitgave van Overijssel. Nr. CVDR33107_4 15 december 2016 Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel Algemene toelichting 1. De Flora- en faunawet De Flora- en faunawet

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 26 augustus 2014, afdeling FLO, nummer 8107CD1D;

PROVINCIAAL BLAD. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 26 augustus 2014, afdeling FLO, nummer 8107CD1D; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 2389 3 oktober 2014 Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 29 september 2014 tot vaststelling van de Verordening schadebestrijding

Nadere informatie

Artikel 3 Gedeputeerde staten kunnen bijlage I en bijlage II wijzigen, gehoord het Faunafonds.

Artikel 3 Gedeputeerde staten kunnen bijlage I en bijlage II wijzigen, gehoord het Faunafonds. CVDR Officiële uitgave van Utrecht. Nr. CVDR73973_1 2 augustus 2016 Verordening van provinciale staten van Utrecht van 19 januari 2004, tot het toestaan van handelingen met betrekking tot beschermde inheemse

Nadere informatie

Provinciaal blad nr

Provinciaal blad nr Provinciaal blad nr. 2008-63 Rubriek Uitgegeven op Inlichtingen bij V 7 oktober 2008 dhr. R. Hoeve, telefoon 038 499 85 95 I. Wijziging Nota Beleidsregels Faunabeheer. II. Wijziging Verordening Beheer

Nadere informatie

Faunabeheer Gelderland 2009-2014

Faunabeheer Gelderland 2009-2014 Faunabeheer Gelderland 2009-2014 Faunabeheerplan Oost Gelderland, Rivierenland en Veluwe Deel I Opdrachtgevers: Faunabeheereenheid Oost Gelderland Faunabeheereenheid Rivierenland Faunabeheereenheid Veluwe

Nadere informatie

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel -wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel Hieronder wordt eerst het overzicht gegeven voor de PS-bevoegdheden, zoals deze zijn uitgewerkt in het Statenvoorstel voor de Verordening

Nadere informatie

Faunabeheerplan Veluwe 2004-2008. Stichting Faunabeheereenheid Veluwe

Faunabeheerplan Veluwe 2004-2008. Stichting Faunabeheereenheid Veluwe Faunabeheerplan Veluwe 2004-2008 Stichting Faunabeheereenheid Veluwe (In deze versie is het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van 28 september 2004 verwerkt.) Bureau Waardenburg bv Adviseurs

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 3157 17 juni 2015 Ganzenbeleidskader Zuid-Holland 1. Aanleiding De populatie ganzen in Zuid-Holland is de laatste decennia sterk toegenomen.

Nadere informatie

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding De landelijke trend is over de gehele periode stabiel, over de laatste tien jaar treedt een matige toename op. De stand van het

Nadere informatie

Nota Faunabeleid Zeeland

Nota Faunabeleid Zeeland Nota provincie Zeeland, afd. LGW nota d.d. 14-02-2003-1 - nota d.d. 14-02-2003 0. Samenvatting... 4 1. Inleiding.... 10 1.1. Aanleiding en doel....10 1.2. Afbakening...10 1.3. Leeswijzer...11 2. Wettelijk

Nadere informatie

BDL/Bestra H. Smeets-Schiessl Nieuwstraat GS STEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

BDL/Bestra H. Smeets-Schiessl Nieuwstraat GS STEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag BDL/Bestra H. Smeets-Schiessl Nieuwstraat 18 6171 GS STEIN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 4 augustus 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2016-010461 wildbeheereenheid Nederbetuwe Activiteit : schadebestrijding

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 4 juni 2014 Onderwerp Activiteit/betreft Verlenen/afwijzen : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-004923 - Tiel, Neerijnen

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN & mj GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 11 juli 2017 Dossiernr. : KI 084 Documentnr. : 2017-063519/28/A.23 Verzonden ; 'f 1 JULI 2 017 Gelet op artikel 3.12, zevende lid, van de

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 29 juli 2016 Onderwerp : Flora en faunawet - zaaknummer 2016-010114 Elburg Activiteit : schadebestrijding spreeuw - Zuiderzeestraatweg

Nadere informatie

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen Stichting Faunabeheereenheid Groningen Jaarverslag 2016 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)... 2 3 VERORDENING NATUURBESCHERMING (VNB)... 2 4 GEVOLGEN VOORGENOMEN INVOERING WNB

Nadere informatie

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d. 08-02-2016 WETSVOORSTEL Augustus 2012 wetsvoorstel door Stas Bleker ingediend bij 2e kamer;

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 29 september 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2016-012109 Activiteit : schadebestrijding spreeuw in mais Verlenen/afwijzen

Nadere informatie

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet > Retouradres Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan 1 1601 MA ENKHUIZEN Postbus 19530, 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

zaaknummer datum 27-aug-09 1-jul mei-10 doc. nummer

zaaknummer datum 27-aug-09 1-jul mei-10 doc. nummer Afschotgegevens 2014 zaaknummer 2007-009968 2009-007396 2009-019657 datum 27-aug-09 1-jul-14 25-mei-10 doc. nummer 745930 ontheffinghouder adres plaats periode 16 juni 2009-16 juni 2014 01-07-2014 tot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 42 Besluit van 26 januari 2006, houdende wijziging van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren in verband met de hernieuwde vaststelling

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 9 oktober 2015 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2015-012991 Activiteit : schadebestrijding spreeuw in mais Verlenen/afwijzen

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00492778 ODH-2017-00120269 0 9 FEB. 2018 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten: Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten: I. de bezwaren deels gegrond en deels ongegrond te verklaren; II. aan de Faunabeheereenheid

Nadere informatie

Flora en Fauna in Gelderland

Flora en Fauna in Gelderland Flora en Fauna in Gelderland Deel 2 Faunabeheer en schadebestrijding Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 16 oktober 2002 als de Nota Flora- en Faunabeleid, deel II Faunabeheer en schadebestrijding

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2014 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 17 juni 2014, nr. 1139612, en 26 augustus 2014, nr.

Nadere informatie

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november 2003 1. Algemeen 1 De Minister van LNV heeft betrokken partijen verzocht, ten einde onnodige en ongewenste polarisatie over jacht, beheer en schadebestrijding

Nadere informatie

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel Data eerdere versies 29 oktober 2002 31 maart 2005 08 oktober 2008 Datum laatst vastgestelde versie door GS 15 september 2014 (wijzigingen t.o.v. versie

Nadere informatie

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M.

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M. Provincie Noord-Brabant Beleidsnota Flora- en faunawet Gewogen Belangen Auteur H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M. ten Tije Datum 19 oktober 2010 Inhoud: 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...3

Nadere informatie

Nota Beleidsregels Faunabeheer 2008

Nota Beleidsregels Faunabeheer 2008 30 oktober 2008 Provincie Overijssel Nota Faunabeheer 2008 Geldig vanaf 8 oktober 2008 Wettechnische informatie Algemene wettechnische informatie Type overheidsorgaan provincie Naam overheidsorgaan Overijssel

Nadere informatie

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie? Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie? Willem Lambooij Afdeling Water & Groen Inhoud van de presentatie 1. De Wet natuurbescherming in vogelvlucht 2. Nieuwe taken en bevoegdheden provincie

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47 Gedeputeerde Staten van Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg gelet op het bepaalde in artikel 67 van de Flora- en faunawet en de Regeling beheer en schadebestrijding

Nadere informatie

provincieþrenthe ,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt Besluit Wettelijk kader

provincieþrenthe ,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt Besluit Wettelijk kader proaincie b uis Síesterbrink r, Assen Postadres Postbus r22,94oo Ac Assen www.drenthe.nl (o592) 36 55 55 1 provincieþrenthe Aan: de heer J. Vroege Alte Picardiekanaal24 7742PD COEVORDEN,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt

Nadere informatie

8.6 Roek (Corvus frugilegus)

8.6 Roek (Corvus frugilegus) 8.6 Roek (Corvus frugilegus) 1. Status De roek is een provinciaal vrijgestelde soort. De vrijstelling betreft sinds 1 januari 2017 het opzettelijk vangen, doden of verstoren, opzettelijk vernielen van

Nadere informatie

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009 Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009 Ontwerp Gedeputeerde staten der provincie Groningen Vastgesteld op pag. Inhoud 1 1. Inleiding 2. Bescherming van flora en fauna 2.1. Beschermende bepalingen in de

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 maart 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2015-012528 Activiteit : schadebestrijding knobbelzwaan werkgebied

Nadere informatie

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL Reg.nr. Faunaf onc l s Dat. ontv.: Routing 11 JAN 2006 a.d. Bijl:: Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE uw brief van uw kenmerk onderwerp FF/2006.009

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 522 Besluit van 28 november 2000, houdende regels ten aanzien van faunabeheereenheden en faunabeheerplannen (Besluit Faunabeheer) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus 4 1180 BAAMSTELVEEN

Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus 4 1180 BAAMSTELVEEN > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus 4 1180 BAAMSTELVEEN Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F

Nadere informatie

UITVOERING FLORA- EN FAUNAWET IN DE PROVINCIE GRONINGEN EVALUATIENOTITIE

UITVOERING FLORA- EN FAUNAWET IN DE PROVINCIE GRONINGEN EVALUATIENOTITIE UITVOERING FLORA- EN FAUNAWET IN DE PROVINCIE GRONINGEN EVALUATIENOTITIE Gedeputeerde Staten der provincie Groningen Vastgesteld op 16 maart 2004 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 2 2. ONTWIKKELINGEN... 3

Nadere informatie

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 1. Status De fazant is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 december (hennen), resp. van 15 oktober

Nadere informatie

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit.

Besluit Wij besluiten om u de aangevraagde ontheffing te verlenen. Hieronder motiveren wij ons besluit. rud Uitvoeringsdienst bord-holland Noord Archief A. Verschoor Horticulture Marcelisvaartpad 17 2015 CS HAARLEM Hoorn, 4 april 2018 VERZONDEN 0 A APR. 2018 Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie RUD.238365

Nadere informatie

Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan 10 3121 JN SCHIEDAM. Geachte heer Van Blerck,

Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan 10 3121 JN SCHIEDAM. Geachte heer Van Blerck, Dienst Regelingen Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan 10 3121 JN SCHIEDAM uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 3 februari 2006 ff75.06.toek.007.rc 27

Nadere informatie

de overwinterende ganzen mogen afgeschoten worden met een maximum van 10 stuks per schadeperceel per dag.

de overwinterende ganzen mogen afgeschoten worden met een maximum van 10 stuks per schadeperceel per dag. Afschotgegevens 2012 zaaknummer 2007-009968 2009-017675 2009-017677 datum 27-aug-09 6-okt-09 5-okt-09 doc. nummer 745930 764067 764092 ontheffinghouder adres plaats periode 16 juni 2009-16 juni 2014 1

Nadere informatie

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst):

Wij beginnen met een herhaling van de vraag en geven vervolgens de antwoorden (cursieve tekst): Utrecht, 26 oktober 2010 Pythagoraslaan 101 Tel. 030-2589111 Afdeling Nummer : AVV : 2010INT264410 Onderwerp: Hierbij de beantwoording van de schriftelijke vragen d.d. 1 oktober 2010, van het statenlid

Nadere informatie

Inleiding 2. Hoofdstuk I: Bescherming 4. 1.1 Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art. 19-28) 4

Inleiding 2. Hoofdstuk I: Bescherming 4. 1.1 Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art. 19-28) 4 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk I: Bescherming 4 1.1 Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art. 19-28) 4 1.2 Sluiting jacht door GS bij bijzondere weersomstandigheden (art. 46 lid 5) 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Wildschade. DLV Plant

Wildschade. DLV Plant Wildschade Faunafonds (landelijk) Bevorderen maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door beschermde inheemse diersoorten Handreiking faunaschade Tegemoetkoming/toekennen schade in redelijkheid.

Nadere informatie