UITVOERING FLORA- EN FAUNAWET IN DE PROVINCIE GRONINGEN EVALUATIENOTITIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITVOERING FLORA- EN FAUNAWET IN DE PROVINCIE GRONINGEN EVALUATIENOTITIE"

Transcriptie

1 UITVOERING FLORA- EN FAUNAWET IN DE PROVINCIE GRONINGEN EVALUATIENOTITIE Gedeputeerde Staten der provincie Groningen Vastgesteld op 16 maart 2004

2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING ONTWIKKELINGEN Faunafonds Faunabeheereenheid (FBE) Belangrijke landbouwschade BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING Vrijstellingen Ontheffingen Vos, zwarte kraai en kauw Schade aan gras en granen door knobbelzwanen: Landbouwschade door Wilde eenden: Landbouwschade door Ganzen: Beheer van Reeën: Overlast door steenmarters: Aanwijzingsbesluiten (Ingrepen in populaties) Muskus- en beverratten: Overige uitheemse en verwilderde diersoorten: Inheemse diersoorten: OVERIGE UITVOERINGSASPECTEN Soortenbeleid Beschermde leefomgeving Bijzondere winterse weersomstandigheden Jacht op provinciale terreinen Kievitseieren Publicatie tarieven voor een ontheffing Onderzoek en monitoring TOEZICHT EN HANDHAVING CONCLUSIES EN AANPASSINGEN VAN HET BELEID Conclusie Aanpassing van beleid Nieuw beleid Overige geplande acties BIJLAGE 1: SCHADE-UITKERINGEN DOOR HET FAUNAFONDS IN BIJLAGE 2: OVERZICHT VAN ONTHEFFINGVERLENING

3 1. Inleiding In april 2002 is de Flora- en faunawet inwerking getreden. Een aantal bevoegdheden is daarbij gedecentraliseerd naar de provincies, vooral op het gebied van beheer en bestrijding van schade die beschermde dieren kunnen veroorzaken. Dit is aanleiding geweest voor de provincie Groningen om de beleidsnotitie "Uitvoering Flora en Faunawet" (juni 2002) vast te stellen. Deze notitie beschrijft ten eerste op hoofdlijnen hoe de Flora- en faunawet in de provincie Groningen wordt geïmplementeerd in het natuur- en landschapsbeleid. Ten tweede beschrijft de notitie welke invulling de provincie geeft aan bescherming van flora en fauna en tot slot welke invulling de provincie geeft aan het toestaan van uitzonderingen op beschermende bepalingen. Een belangrijk deel is daarbij gewijd aan het beheer en bestrijding van schade veroorzaakt door diersoorten. In de beleidsnotitie zijn een aantal beleidsregels samengevat waarmee bovenstaande drie punten worden verwoord. Eén van die beleidsregels is dat Provinciale Staten jaarlijks zullen worden geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het flora- en faunabeleid. Tevens kan dit een moment zijn voor eventuele aanpassingen van het beleid en provinciale regelgeving. In deze notitie evalueren wij de voortgang van de provinciale uitvoering van de Floraen faunawet en doen wij een aantal voorstellen om het beleid aan te passen. Voor deze evaluatie is de beleidsnotitie "Uitvoering Flora en Faunawet" (juni 2002) als uitgangspunt genomen. In deze evaluatie notitie laten we dan ook de daarin geformuleerde beleidsregels terugkomen op die plekken waar ze van toepassing zijn. Deze beleidsregels, zoals geformuleerd op pagina 27 en 28 van de beleidsnotitie, zijn in deze evaluatienotitie in tekstkaders weergegeven. In de beleidsnotitie wordt niet ingegaan op de consequenties van de Flora- en faunawet op ruimtelijke plannen en projecten, omdat dit in hoofdzaak een verantwoordelijkheid van de minister van LNV is. Voorafgaand aan het schrijven van deze evaluatie zijn met verschillende belangengroeperingen, ambtelijke en bestuurlijke gesprekken gevoerd over de bestaande beleidsregels en de provinciale uitvoering van de wet. Deze gesprekken zijn gevoerd met NLTO, KNJV, Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Het Groninger Landschap, Vogelbescherming Nederland, Dierenbescherming Groningen, Stichting Landschapsbeheer Groningen, Milieufederatie Groningen en Avifauna Groningen. De indrukken die tijdens deze gesprekken zijn opgedaan hebben we waar mogelijk verwerkt in deze evaluatienotitie. Een ontwerp van deze evaluatienotitie heeft van 8 oktober 2003 tot en met 19 november 2003 ter inzage gelegen. Tijdens deze inzage periode hebben wij verschillende zienswijzen ontvangen. Deze zienswijzen zijn samengevoegd in een Nota Reacties en Commentaar welke op 9 december 2003 is vastgesteld in Gedeputeerde Staten. Naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen is op een aantal punten de evaluatienotie aangepast. In hoofdstuk twee worden kort de relevante ontwikkelingen geschetst, onder andere ten aanzien van het Faunafonds en de Faunabeheereenheden. In hoofdstuk drie wordt het beheer en de schadebestrijding geëvalueerd aan de hand van de drie instrumenten die ons daartoe ter beschikking staan, te weten: ontheffingen, vrijstellingen en aanwijzingen. In hoofdstuk vier behandelen we de overige uitvoeringsaspecten zoals het soortenbeleid, beschermde leefomgeving en het rapen van kievitseieren. In hoofdstuk vijf wordt kort ingegaan op het toezicht- en handhavingaspect. Tot slot zullen we in hoofdstuk zes komen tot een conclusie, voorstellen tot aanpassing van beleid, voorstel voor nieuw beleid en vervolgacties. 2

4 2. Ontwikkelingen Sinds de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet hebben zich verschillende ontwikkelingen voorgedaan op landelijk en provinciaal niveau die de uitvoering van de gedecentraliseerde taken van de Flora- en faunawet en de provinciale beleidsregels hebben beïnvloed of zullen beïnvloeden. Faunabeheer, en in het bijzonder het doden van beschermde dieren, is binnen onze samenleving een bijzonder gevoelig onderwerp waarover vele meningen en standpunten bestaan en waarbij standpunten vaak ver uiteen lopen. Wij hebben in het afgelopen jaar dan ook vanuit diverse hoeken van de samenleving standpunten mogen vernemen over het provinciale beleid betreffende het faunabeheer. Dit gebeurde onder meer door vele telefonische en schriftelijke reacties aan ons college, berichten in de media en via statenvragen (Haasken, ). In het afgelopen jaar hebben wij enkele tientallen ontheffingen verleend voor het verstoren en/of doden van beschermde inheemse dieren. Vanuit verschillende organisaties is bezwaar gemaakt tegen het verlenen van deze ontheffingen. Bezwaar- en beroepsprocedures tegen dergelijke besluiten van Gedeputeerde Staten hebben zich in alle provincies voorgedaan. Provinciale Staten hebben bij de invoering van de Flora- en faunawet de keuze gemaakt om een vrijstellingsverordening aan te nemen ( ) voor het opzettelijk verontrusten van provinciale schadesoorten 1 ter bestrijding van schade aan gewassen. Voor verdergaande handelingen dan verstoring is het mogelijk om een ontheffing aan te vragen bij Gedeputeerde Staten op basis van artikel 68 van de wet. Overige provincies hebben veelal gekozen voor ruimere mogelijkheden om dieren te doden middels vrijstellingen. De keuze van Provinciale Staten om terughoudend om te gaan met algemene vrijstellingen voor het doden van dieren heeft in het afgelopen jaar geleid tot relatief hoge administratieve lasten voor zowel de burger als voor het ambtelijk apparaat. Met name het ontbreken van de mogelijkheid om op basis van een faunabeheerplan ontheffingen op voorhand en voor meerdere jaren te verlenen, heeft deze administratieve last versterkt. Ook op landelijk niveau heeft de Flora- en faunawet tot beroering geleid. In het afgelopen jaar zijn diverse schriftelijke vragen gesteld aan de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over de uitvoering van de Flora- en faunawet. Op 12 november 2002 zijn bovendien een aantal moties in de Tweede Kamer aangenomen waarin aanpassingen van wet- en regelgeving zijn voorgesteld. Uitvoering van deze moties kunnen het noodzakelijk maken dat de provinciale regelgeving en het provinciale beleid aangepast moet worden. 2.1 Faunafonds Het Faunafonds heeft als taak om de minister en Gedeputeerde Staten van advies te dienen over enkele taken die hen in de wet zijn opgedragen, onder andere over het verlenen van vrijstellingen en ontheffingen voor het verstoren en/of doden van beschermde dieren. Het Faunafonds dient maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door dieren te bevorderen en kan financiële tegemoetkomingen verlenen bij gelede schade veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten. "Beleidsregel 15: Wij zullen gebruik maken van de bevoegdheden die de wet ons biedt ten aanzien van beslissingen over de samenstelling en het functioneren van het Faunafonds. Wij stellen het Faunafonds in de gelegenheid om gehoord te worden bij beslissingen over vrijstellingen, ontheffingen en faunabeheerplannen." 1 brandgans, grauwe gans, haas, kauw, knobbelzwaan, kolgans, meerkoet, rietgans, roek, rotgans, smient, spreeuw, wilde eend, zwarte kraai 3

5 Het Faunafonds heeft ons verzocht goedkeuring te geven aan haar begroting voor het jaar Er bestaan echter nog steeds onduidelijkheden over de voeding van het Faunafonds en de positie van de provincies daarbij. Daarom hebben de colleges van Gedeputeerde Staten van alle provincies geen goedkeuring gegeven aan deze begroting. Duidelijkheid over de voeding van het fonds verwachten wij in het komende jaar. Het ministerie van LNV, het IPO en het Faunafonds zullen dan nadere afspraken maken over de tegemoetkomingen bij schadegevallen waarvoor het rijk of de provincies verantwoordelijk zijn. Met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen en ontheffingen hebben wij steeds advies gevraagd aan het Faunafonds en dat ook gekregen. In enkele gevallen zijn wij geheel of gedeeltelijk afgeweken van het advies van het Faunafonds. Het ging dan in het bijzonder om het advies over afschot van knobbelzwanen (zie paragraaf 3.2.2). Verder is enkele keren op kleine punten afgeweken van het advies, wat tot op heden niet tot financiële consequenties heeft geleid. "Beleidsregel 12: Het in deze notitie geformuleerde provinciale beleid wijkt niet af van het landelijk beleid, c.q. het beleid van het Faunafonds ten aanzien van schadebestrijding en eventuele tegemoetkomingen bij schadegevallen. Een provinciale bijdrage als tegemoetkoming bij schadegevallen is daarmee in principe niet aan de orde." Vanaf 1 april 2002 tot en met 31 december 2002 heeft het Faunafonds een bedrag van uitbetaald aan tegemoetkomingen bij schadegevallen in de provincie Groningen. Een bedrag van is daarbij uitbetaald in het kader van de landelijke regeling voor vergoeding bij schade door ganzen en smienten (wintergasten). Wij hebben geen ontheffing voor het doden van deze dieren verleend gezien ons uitgangspunt dat deze trekvogels, als gevolg van de Europese Vogelrichtlijn, bescherming genieten en de financiële schaderegeling vanuit het Rijk een redelijk alternatief is. Voor de soorten waarvoor wij wel ontheffing kunnen verlenen is in bijlage 1 een overzicht van alle uitgekeerde vergoedingen per diersoort opgenomen. 2.2 Faunabeheereenheid (FBE) "Beleidsregel 14: Wij zullen Faunabeheereenheden (FBE) erkennen indien zij voldoen aan de eisen gesteld in de wet en in het Besluit faunabeheer. Wij zullen de financiële consequenties voor het oprichten en het instandhouden van een FBE en het opstellen van een faunabeheerplan, in eerste instantie voor twee jaar, voor een substantieel deel financieren. Wij zullen tevens bevorderen dat het rijk een aandeel in de financiering van de FBE levert, en dat een onderbouwde financiering in overeenstemming met de jachthoudende partijen tot stand wordt gebracht." In februari 2003 hebben wij besloten om beschikbaar te stellen voor de oprichting en instandhouding van een provinciedekkende faunabeheereenheid in de periode en voor het maken van een faunabeheerplan. Dit besluit is het resultaat van gesprekken tussen de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen en jachthoudende organisaties die betrokken zijn bij de noordelijke faunabeheereenheden. Er zijn ondermeer afspraken gemaakt over een gezamenlijk secretariaat van de drie noordelijke faunabeheereenheden en over een gezamenlijke opdracht voor het schrijven van de noordelijke faunabeheerplannen. Het besluit sluit aan bij het centraal akkoord en het convenant dat wij in de herfst van 2002 in IPO-verband hebben afgesloten met de landelijke organisaties die betrokken zijn bij de oprichting van de faunabeheereenheden. In de zomer van 2003 hebben de verschillende jachthoudende partijen in onze provincie zich als stichting 4

6 verenigd in de Faunabeheereenheid Groningen. Op 23 september 2003 hebben wij besloten om de Faunabeheereenheid Groningen te erkennen. 2.3 Belangrijke landbouwschade "Beleidsregel 5: Belangrijke landbouwschade typeren wij als schade met een minimumbedrag van 100,- per hectare van een schadeperceel. Bij schade beneden deze minimumbedragen zien wij in principe geen aanleiding om uitzonderingen te maken op de beschermde bepalingen in de wet om landbouwschade te bestrijden." Stichting De Faunabescherming heeft in een aantal bezwaren tegen verleende ontheffingen aangegeven dat de hoogte van de grens voor belangrijke landbouwschade (nu 100) afhankelijk zou moeten zijn van de opbrengst van het gewas op het betreffende perceel. Hierop heeft de adviescommissie bezwaar- en beroepschriften ons aangegeven dat de door ons gehanteerde grens van 100 per hectare, niet onredelijk is. Daarbij heeft de commissie zich mede gebaseerd op advies van het Faunafonds aan de provincie en jurisprudentie. In de Tweede Kamer is een motie ingediend door dhr. van den Brink (5 nov. 2002, motie nr. 23). Daarin dringt hij er bij de regering op aan te bewerkstelligen dat het criterium voor "belangrijke landbouwschade" bij toetsing van ontheffingsaanvragen wordt bepaald op maximaal 115 per geval. De Minister van LNV heeft hierop, op , middels een brief aan de Tweede Kamer gereageerd. Strekking van de brief met betrekking tot de motie van dhr. van den Brink is dat in goed overleg met de provincies en het Faunafonds een definitie wordt opgesteld voor belangrijke schade die landelijk bij het toetsen van ontheffingsaanvragen zal worden gehanteerd. Wij hanteren de grens van 100 schade per hectare van een schadeperceel als minimumbedrag voor een ontheffing om de schadeveroorzakende dieren te doden. Hiermee wordt voorkomen dat dieren worden gedood bij marginale schadesituaties die in principe ook kunnen gelden als regulier bedrijfsrisico. Het Faunafonds hanteert een grens van 115 per geval als minimumgrens (en eigen risicobedrag) voor het vergoeden van landbouwschade. Er is dus sprake van verschillende afwegingen namelijk wel of niet doden en wel of niet vergoeden van schade. Wij hebben de ervaring dat 100 een redelijk hanteerbare grens is voor het bepalen van de mate van belangrijke schade. Wanneer het ministerie van LNV, de provincies en het Faunafonds een definitie gaan opstelen voor belangrijke schade willen wij dan ook inzetten op handhaving van ons beleid. 5

7 3. Beheer en Schadebestrijding De instrumenten die vanuit de provincie ingezet kunnen worden om uitvoering te geven aan beheer en schadebestrijding zijn: 1. het verlenen van vrijstellingen (artikel 65), 2. het verlenen van ontheffingen (artikel 68) en 3. aanwijzingen om in te grijpen in populaties (artikel 67). Deze instrumenten worden hoofdzakelijk ingezet voor het voorkomen en bestrijden van belangrijke schade aan landbouwgewassen en vee. Daarnaast kunnen deze instrumenten worden ingezet voor het beschermen van bepaalde diersoorten tegen andere diersoorten, bijvoorbeeld het beschermen van weidevogels tegen predatoren als de vos. 3.1 Vrijstellingen De minister van LNV en Provinciale Staten kunnen besluiten om een respectievelijk landelijke en provinciale vrijstelling te verlenen voor het verstoren of doden van dieren ter bestrijding van landbouwschade. Een landelijke vrijstelling geldt voor het doden van de diersoorten mol, houtduif en konijn. "Beleidsregel 6: In de provinciale verordening "Schadebestrijding dieren provincie Groningen" wordt aangegeven dat grondgebruikers zijn vrijgesteld van het verbod op het opzettelijk verontrusten van een veertiental beschermde inheemse diersoorten ter voorkoming en bestrijding van schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren. Deze soorten betreffen Brandgans, Grauwe gans, Haas, Kauw, Knobbelzwaan, Kolgans, Meerkoet, Rietgans, Roek, Rotgans, Smient, Spreeuw, Wilde eend en Zwarte kraai." De verordening "Schadebestrijding Dieren provincie Groningen" is door Provinciale Staten vastgesteld op 8 mei In tegenstelling tot diverse andere provincies is besloten om geen mogelijkheden te bieden om middels een vrijstelling schadeveroorzakende dieren te kunnen doden. Met deze verordening is slechts het verstoren van dieren mogelijk. Deze keuze heeft positieve en negatieve kanten. Enerzijds heeft de beperking om het doden van diersoorten niet middels een provinciale vrijstelling toe te staan met zich meegebracht dat er vele individuele aanvragen voor ontheffingverlening voor het doden van met name kraaiachtigen zijn binnengekomen. Dit heeft niet alleen een aanzienlijke belasting van het ambtelijke apparaat tot gevolg gehad, maar dit heeft tevens tot diverse ontevreden geluiden vanuit de agrarische sector en de jachtsector geleid. De werkdruk zal naar verwachting sterk afnemen wanneer er op basis van een faunabeheerplan, op voorhand ontheffingen voor meerdere jaren verleend kunnen worden aan een FBE, of wanneer de schade middels een vrijstelling bestreden kan worden. Anderzijds vinden diverse natuurbeschermende organisaties dat de beleidskeuze recht doet aan het uitgangspunt van de wet, namelijk de bescherming van de intrinsieke waarde van flora en fauna. Ook ten opzichte van andere provincies ervaren zij de Groningse beleidskeuze als positief. Provinciale Staten van onze buurprovincies Fryslân en Drenthe hebben er voor gekozen het doden van zwarte kraaien en kauwen toe te staan middels een vrijstelling ter bestrijding van landbouwschade. Voor Drenthe geldt tevens een vrijstelling voor het doden van de roek in een bepaalde periode in het jaar. Dit heeft in deze provincies tot minder ontheffingaanvragen en -procedures geleid dan in onze provincie. 6

8 3.2 Ontheffingen Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van verschillende verbodsbepalingen, waarbij vooral gedacht moet worden aan het verstoren of doden van dieren ter bestrijding van schade aan landbouwgewassen en vee. "Beleidsregel 7: Bij de afweging tot het verlenen van een ontheffing om uitzonderingen te maken op de beschermende bepalingen van de wet, hanteren wij in eerste instantie de criteria die in artikel 68 van de wet zijn genoemd. Ontheffingen zullen wij in principe alleen verlenen aan FBE op basis van een faunabeheerplan. Voor de eerste jaren na inwerkingtreding van de wet zullen ontheffingen voor een periode van maximaal twee jaar worden verleend. Voor alle ontheffingen geldt dat een provinciale toezichthouder vooraf van het gebruik van de ontheffing op de hoogte dient te worden gesteld." Het verlenen van ontheffingen aan een FBE op basis van een faunabeheerplan is afgelopen jaar nog niet gebeurd, omdat er nog geen FBE is opgericht. Om toch (dreigende) schade te kunnen voorkomen of te bestrijden zijn ontheffingen verleend aan individuele grondgebruikers. Dat heeft geleid tot een grote stroom van individuele ontheffingaanvragen, vooral in de zaai- en oogstperiode. De behandeling van de vele individuele ontheffingaanvragen door particulieren heeft in sterke mate geleid tot langere procedures en vervolgens tot onduidelijkheid en onbegrip over de procedures bij de aanvragers. De duur van de behandeling van een ontheffingaanvraag ligt gemiddeld tussen 2 en 4 weken en wordt voornamelijk bepaald door: 1. De complexiteit van de aanvraag 2. De duur van het advies van het Faunafonds 3. Publicatieplicht van het besluit 4. Het aantal aanvragen in een bepaalde periode Om de procedures te verkorten heeft het Faunafonds in maart 2003 voor enkele veel voorkomende schadesituaties een generiek advies gegeven. De provincie Groningen heeft verschillende keren aangegeven dat er beter gezamenlijke aanvragen ingediend kunnen worden (bijvoorbeeld namens een WBE of een landbouworganisatie) en bij voorkeur ruim voordat er schade zal optreden. Tot de zomer van 2003 heeft dit slechts in enkele gevallen geleid tot concrete collectieve aanvragen. In een brief aan de WBE's hebben wij hen nadrukkelijk uitgenodigd om de schadeproblematiek bij de aankomende oogst van 2003 te regelen door een ontheffing namens de WBE aan te vragen. Naar aanleiding van dit verzoek hebben 13 van de 19 Groningse WBE's een ontheffing gekregen voor het doden van verschillende diersoorten (met name kraai, kauw en wilde eend) in de oogstperiode van 2003, dit mede op basis van het generieke advies van het Faunafonds. Dit heeft geleid tot minder administratieve lasten voor het ambtelijke apparaat in vergelijking met de zomerperiode van In de periode van 1 april 2002 tot en met 31 augustus 2003 zijn 160 ontheffingen aangevraagd, waarbij er 110 (geheel of gedeeltelijk) zijn verleend en 50 zijn geweigerd. Het betrof voornamelijk aanvragen tot het verlenen van ontheffing voor het doden van kraaien (26%), kauwen (20%), roeken (17%), wilde eend (14%), knobbelzwaan (5%), vos (4%) en overigen (14%). In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de ontheffingaanvragen per diersoort. In 2002 is tegen 14 besluiten tot het verlenen van ontheffingen bezwaar gemaakt. Tegen 12 besluiten tot het verlenen van ontheffingen is bezwaar gemaakt door Stichting De Faunabescherming. In alle gevallen hebben wij de bezwaren van Stichting de Faunabescherming ongegrond verklaard en de bestreden besluiten gehandhaafd. De 7

9 Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) heeft in 2002 één bezwaar ingediend tegen zes besluiten tot verlening van ontheffing. Dit bezwaarschrift is niet ontvankelijk verklaard. "Beleidsregel 8: Onder diverse voorwaarden, die in de wet en in de provinciale beleidsnotitie nader zijn gespecificeerd, zullen wij overwegen om ontheffingen te verlenen voor het verstoren en/of doden van de vijf bejaagbare wildsoorten, kraaiachtigen, Spreeuwen, Knobbelzwanen, Ganzen, Meerkoeten, Meeuwen, Reeën, Vossen en Steenmarters." Bijzonderheden doen zich voor ten aanzien van de volgende situaties: Vos, zwarte kraai en kauw De minister van LNV heeft een procedure tot wetswijziging in gang gezet naar aanleiding van de aangenomen motie Schreijer-Pierik (5 nov. 2001, motie 17). Hiermee wil de minister het mogelijk maken om een vrijstelling te laten gelden voor het doden van de vos, de zwarte kraai en de kauw ter bescherming van weidevogels en voorkoming van landbouwschade. Hierdoor zal het in veel gevallen niet meer nodig zijn voor deze soorten ontheffing te verlenen. Tot op heden is het nog onduidelijk of de minister besluit de vrijstelling landelijk of provinciaal te regelen. Schade door de Vos, Zwarte kraai en Kauw aan weidevogels De schade die met name de vos aan kan richten aan de populatie van weidevogels is in het afgelopen jaar in ruime mate onderwerp van gesprek geweest. In ons beleid hebben wij aangegeven dat de bestrijding van faunaschade (met name aan weidevogels) vooral op een planmatige wijze moet worden aangepakt en dat problemen niet "per perceel" moeten worden opgelost. Enkele aanvragen van individuele grondgebruikers voor afschot van vossen in een relatief klein gebied hebben wij daarom afgewezen. Op enkele goed onderbouwde aanvragen vanuit WBE's en een aanvraag van een agrarische natuurvereniging hebben wij positief gereageerd. In een aantal acute situaties (o.a. in het Westerkwartier) hebben wij een ontheffing verleend voor het doden van vossen zonder daarbij een schoontijd gedurende de kraam- en zoogperiode in acht te nemen. Dat ligt niet geheel in lijn met ons streven om, mede uit het oogpunt van diervriendelijkheid, afschot van vossen in de kraam- en zoogtijd te vermijden. Echter de noodzaak tot ingrijpen ter bescherming van de weidevogels bleek op dat moment dermate hoog dat wij de keuze hebben gemaakt om toch in de kraam- en zoogperiode afschot van vossen toe te staan. Na de geplande wetswijziging zullen grondgebruikers meer mogelijkheden hebben om de genoemde predatoren buiten deze periode te bestrijden. Voor een planmatige aanpak van de problematiek kan ontheffingverlening op basis van een faunabeheerplan, rekening houdend met de schoontijd, noodzakelijk blijven. De minister heeft, vooruitlopend op de wetswijziging, de provincies de mogelijkheid gegeven om door middel van een aanwijzing ex artikel 67, personen aan te wijzen om vossen te kunnen doden. Diverse provincies hebben een aanwijzingsbesluit genomen waarbij jachthouders zijn aangewezen om vossen met het geweer te kunnen doden. De rechter heeft echter in enkele provincies dit besluit geschorst wegens onvoldoende onderbouwing van de noodzaak tot inzet van dit instrument. Gezien de rechtelijke uitspraken en de in voorbereidingzijnde wetswijziging zullen wij, tot het moment van wetswijziging, ons huidige beleid voortzetten. Dit houdt in dat wij middels ontheffingverlening faunaschade, veroorzaakt door vossen, kraaien en kauwen, op een planmatige wijze blijven bestrijden. Landbouwschade door kraaiachtigen (Zwarte kraai, Kauw en Roek) Wij hebben geconstateerd dat er in het afgelopen jaar bij gedupeerden van landschade veel onbegrip en ongemak is ontstaan voor de bescherming van de zwarte kraai 8

10 en de kauw, die voor 1 april 2002 vrij bejaagd konden worden. Vanuit de landbouw- en jachtsector is veelal aangedrongen op het kunnen doden van zwarte kraai en kauw via een provinciale vrijstelling in plaats van via ontheffingen. Hierbij willen wij de volgende opmerkingen maken: 1. Door het verlenen van ontheffingen en rapportages over het gebruik van de ontheffingen, hebben wij een beter beeld gekregen van de ernst van de problematiek. Voor zwarte kraai en kauw geldt dat er geen schadegegevens bekend waren vanuit het verleden die een aanvraag voor een ontheffing konden onderbouwen. Het eerste jaar na inwerkingtreding van de Flora- en faunawet zijn daarom gebruikt om in het veld deze schadeproblematiek te onderzoeken. Ter plaatste is in veel gevallen geconstateerd dat zwarte kraaien en kauwen belangrijke schade kunnen veroorzaken aan diverse gewassen in vele delen van de provincie en dat verjaging door middel van preventieve afweermiddelen in de meeste gevallen niet tot beperking van schade heeft geleid. 2. Een aanzienlijk deel van de te verwachten schade is beperkt door het verlenen van ontheffingen. Dat wordt bevestigd doordat het Faunafonds in een relatief beperkt aantal gevallen een tegemoetkoming heeft uitgekeerd bij schadegevallen (zie bijlage 1). 3. Het aanvragen van een ontheffing op voorhand en in groter verband, bijvoorbeeld via een WBE of een landbouworganisatie, had het onbegrip en ongemak grotendeels kunnen verhelpen. Dergelijke collectieve aanvragen zijn pas in een laat stadium (zomer 2003) door de WBE's ingediend. 4. Tot slot hebben wij geconstateerd dat ontheffingaanvragen voor kraaien en kauwen, ingeval van landbouwschade, in de meeste gevallen door ons worden gehonoreerd. Daarom ligt het voor de hand om de bestrijding van kraaien en kauwen middels een vrijstelling te regelen. Wij zullen op korte termijn aan de leden van Provinciale Staten voorstellen om, middels het wijzigen van de provinciale verordening, een vrijstelling te verlenen voor het doden van kraaien en kauwen. Tot het moment dat de kraai en kauw op de provinciale vrijstellingslijst zijn geplaatst, zullen wij doorgaan met het verlenen van ontheffingen voor het doden van kraaien en kauwen, dit bij voorkeur aan een FBE of WBE. Ook wanneer een provinciale vrijstelling van kracht is kan de noodzaak van een planmatige bestrijding van schade wenselijk zijn, bijvoorbeeld voor de inzet van kraaienvangkooien. Dergelijke ontheffingen zullen worden verleend indien de noodzaak van deze planmatige bestrijding voldoende wordt onderbouwd. Voor roeken blijft gelden dat de schadeproblematiek middels planmatige ontheffingverlening aangepakt kan worden Schade aan gras en granen door knobbelzwanen: "Beleidsregel 9: Wij onderzoeken de mogelijkheden om op regionaal niveau over te gaan tot een opvangregeling voor knobbelzwanen." In de afgelopen jaren is de provincie Groningen met enige voorzichtigheid omgegaan met het toestaan van het doden van knobbelzwanen met het geweer. Dit komt onder andere voort uit de weerstand vanuit diverse delen van de bevolking tegen deze vorm van schadebestrijding. Daarnaast heeft het Groninger experiment "Knobbelzwaanvriendelijk Beheer" ons geleerd dat het afschot van knobbelzwanen niet altijd een wenselijke en afdoende vorm van schadebestrijding hoeft te zijn. Onze terughoudendheid ten aanzien van afschot van knobbelzwanen ligt niet geheel in de lijn met de adviezen van het Faunafonds en het beleid van andere provincies. De schadeproblematiek rondom knobbelzwanen is in de provincies Fryslân en Noord-Holland bijvoorbeeld sterker aanwezig waardoor er daar meer afschot plaats vindt. Tevens heeft het Faunafonds, in alle gevallen waarin wij om advies hebben gevraagd over afschot van 9

11 knobbelzwanen, geadviseerd om afschot toe te staan zonder beperking van het aantal knobbelzwanen. In maart 2003 is het Faunafonds over gegaan op een generiek advies aan alle provincies om de schade veroorzaakt door knobbelzwanen middels afschot te bestrijden. In het afgelopen jaar hebben wij per ontheffing toestemming verleend voor afschot van knobbelzwanen tot een maximum van 10 procent van het aantal zwanen in de daar voorkomende groep. Indien er vervolgens nog steeds schade zou optreden kon nogmaals 10 procent van de zwanen uit de groep gedood worden ter verjaging van de groep. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt wordt vanuit de provincie, in overleg met het Faunafonds, gezocht naar een adequate tegemoetkoming van de schade. In het afgelopen jaar heeft zich een dergelijke uitbetaling van schade niet voorgedaan. Wel is in 2002 door het Faunafonds een bedrag van ,- uitgekeerd als gevolg van het optreden van schade in de periode tussen het aanvragen en het verlenen van ontheffingen. Gezien de ervaringen met ons experiment "Knobbelzwaanvriendelijk beheer" en de ervaringen in het afgelopen jaar zien wij geen reden om af te wijken van onze beleidslijn om terughoudend te zijn met het verlenen van ontheffingen voor afschot van knobbelzwanen. Tevens zouden wij aan het experiment "Knobbelzwaanvriendelijk beheer" graag een vervolg geven. Wij hebben hiertoe het Faunafonds gevraagd om te participeren in een vervolg, doormiddel van een financiële bijdrage. Het Faunafonds heeft echter bij brief van laten weten dat zij geen financiële middelen voor een vervolg van het experiment "Knobbelzwaanvriendelijk beheer", beschikbaar stelt. Het Faunafonds geeft aan dat haar onderzoeksbudget volstrekt ontoereikend is voor de uitvoering van prioritaire onderzoekswensen. Mede gezien de resultaten van de onderzoeken in Groningen en in Noord-Holland naar mogelijkheden om schade veroorzaakt door knobbelzwanen te voorkomen en te beperken, kan een hernieuwde start van het project "Knobbelzwaanvriendelijk beheer" geen hoge prioriteit verkrijgen, aldus het Faunafonds. Een vervolg op het experiment "Knobbelzwaanvriendelijk beheer", voor meerdere jaren, is gezien het standpunt van het Faunafonds niet mogelijk. Wij zullen echter onderzoeken of er, naast knobbelzwaanvriendelijk beheer, alternatieven zijn om schade veroorzaakt door knobbelzwanen te voorkomen en te beperken Landbouwschade door Wilde eenden: Wilde eenden kunnen belangrijke schade toebrengen aan gewassen. In onze provincie is dit met name aan afrijpend graan een jaarlijks terugkerende situatie in de maand voorafgaand aan de opening van het jachtseizoen voor wilde eend (15 augustus). In de periode half juli - half augustus 2002 hebben we vele aanvragen ontvangen vanuit de agrarische sector en van jagers om, op zeer korte termijn, een ontheffing te verlenen voor het doden van wilde eenden om de acute (dreigende) schade te kunnen bestrijden. In 13 gevallen is daadwerkelijk een ontheffing verleend, waarbij er veelal al schade was ontstaan. In enkele gevallen hebben wij aanvragen afgewezen omdat de termijn voor behandeling van de aanvraag (2-4 weken) te lang was om nog effectief van de ontheffing gebruik te kunnen maken voor de opening van het jachtseizoen. Een tijdige gezamenlijke aanvraag voor ontheffing, bijvoorbeeld via een WBE of een landbouworganisatie, had dit waarschijnlijk kunnen voorkomen. De gezamenlijke aanvragen door WBE's in de oogstperiode van 2003 hebben dit ook bewezen. Wij hebben geconstateerd dat het Faunafonds een gering aantal tegemoetkomingen in de schade heeft uitgekeerd, met een relatief gering schadebedrag ( 143 in 2002). Wij concluderen hieruit dat met het gebruik van op voorhand verleende ontheffingen de schadeproblematiek van wilde eenden in afrijpend graan op een redelijke wijze kan worden aangepakt. 10

12 3.2.4 Landbouwschade door Ganzen: Voor de wilde ganzen speelt enerzijds de problematiek van de overwinterende ganzen (trekvogels) en anderzijds de problematiek van de ganzen die in het land blijven om te broeden (overzomerende ganzen). Voor schade veroorzaakt door overwinterende ganzen was in de afgelopen jaren een vergoedingsregeling van kracht via het Jachtfonds/Faunafonds, waardoor de noodzaak tot het verlenen van ontheffingen niet aanwezig was. Op 1 september heeft de Minister van LNV, na overleg met vertegenwoordigers van het IPO, de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), de Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de KNJV en Vogelbescherming Nederland, een Beleidskader Faunabeheer vastgesteld waarin een wijziging van deze vergoedingenregeling is aangegeven. In door de provincies aan te wijzen foerageergebieden geldt een regeling voor schadevergoeding. Buiten de foerageergebieden geldt deze regeling niet. Het betreft hier schade veroorzaakt door overwinterende kolganzen, grauwe ganzen en smienten. Provincies kunnen ontheffing verlenen voor het doden van deze ganzen en smienten ter ondersteuning van de verjaging. Wij zullen ontheffing verlenen voor het doden van kolganzen, grauwe ganzen en smienten ter ondersteuning van de verjaging ter bestrijding van belangrijke landbouwschade, dit op basis van een goedgekeurd faunabeheerplan en aangewezen foerageergebieden. In de periode dat de foerageergebieden nog niet zijn aangewezen geldt een overgangsbeleid. Vanaf 1 december 2003 zullen wij, ter ondersteuning van verjaging, ontheffing verlenen voor afschot van kolganzen, grauwe ganzen en smienten op schadegevoelige akkerbouwpercelen, vollegrondsgroentenpercelen en de eerste snede van nieuwe ingezaaid grasland. Buiten deze percelen geldt de regeling van schadevergoeding van het Faunafonds als voorheen. Bovendien zullen wij een extra stimulans voor het gedogen van ganzen en smienten op oud grasland in het leven roepen. Wij doen dit doormiddel van een extra provinciale vergoeding, boven de door het Faunafonds verstrekte vergoeding. Deze extra stimulans zal gelden voor het winterseizoen 2003/2004. Voor overzomerende ganzen zal het Rijk volgens het Beleidskader Faunabeheer in 2004 samen met betrokken partijen aanvullend beleid ontwikkelen. De invulling van dit beleid is op hoofdlijnen in overeenstemming met de aanpak voor overwinterende ganzen en smienten. Het afgelopen jaar hebben wij twee aanvragen ontvangen in de regio Westpolder voor de bestrijding van de overzomerende grauwe gans. In overige delen van het land is de schade veroorzaakt door de overzomerende grauwe gans groeiende en neemt inmiddels zeer grote vormen aan. In Groningen lijkt dit nog niet het geval, zoals ook blijkt uit de geringe uitgekeerde schadevergoedingen van het Faunafonds. In de beleidsnotitie "Uitvoering Floraen faunawet" hebben wij aangegeven dat de aanpak van de schadeproblematiek door overzomerende ganzen via een aanwijzing ex artikel 67 kon verlopen. Gezien de ervaringen van afgelopen jaar is een planmatige schadebestrijding middels een ontheffing (ex art. 68) in dit geval ook mogelijk en dat geniet onze voorkeur Beheer van Reeën: In het afgelopen jaar heeft het beheer van de populatie reeën nog plaatsgevonden op basis van vergunningen die enkele jaren geleden voor meerdere jaren, door de minister van LNV in het kader van de Jachtwet, zijn verleend aan WBE's op basis van reewildbeheerplannen. De laatste vergunningen vallend onder de Jachtwet liepen 1 januari 2004 af. Een nieuwe ontheffing, ex artikel 68 van de Flora- en faunawet, hebben wij, in afwachting van de goedkeuring van het faunabeheerplan, voor één jaar verleend aan de Faunabeheereenheid Overlast door steenmarters: Voor de bestrijding van steenmarters is in het afgelopen jaar één aanvraag binnen gekomen. steenmarters kunnen schade en overlast veroorzaken in woonhuizen. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffingen verlenen voor het vangen en verplaatsen van 11

13 steenmarters om de overlast te bestrijden. Gemeenten zijn in het algemeen de instanties bij wie dergelijke vragen als eerst terecht komen. Het ligt in de rede dat gemeenten ook de mogelijkheid krijgen om snel tegen dergelijke schade en overlast op te kunnen treden. In het afgelopen jaar hebben wij op ambtelijk niveau enkele gesprekken gevoerd met betrokken gemeenteambtenaren over het aanvragen van ontheffingen op voorhand, om steenmarters te kunnen vangen en verplaatsen. Deze gesprekken hebben echter (nog) niet geleid tot ontheffingaanvragen via gemeenten. 3.3 Aanwijzingsbesluiten (Ingrepen in populaties) "Beleidsregel 11: Van geval tot geval wordt bekeken hoe wij gebruik zullen maken van onze bevoegdheid tot het ingrijpen in populaties van diersoorten, waaronder beschermde inheemse diersoorten, exoten en verwilderde dieren. Indien het beschermde inheemse diersoorten betreft, dan zullen wij een besluit tot ingrijpen in de populatie nemen aan de hand van een faunabeheerplan." De wet biedt ons de mogelijkheid om aan bepaalde personen of categorieën van personen aan te wijzen om beschermde inheemse diersoorten, uitheemse diersoorten en verwilderde dieren te vangen en te doden. De minister heeft een aantal diersoorten aangewezen waarvoor dit instrument kan worden ingezet. Dit artikel in de wet heeft in het afgelopen jaar tot enige onduidelijkheid geleid omdat op landelijk en provinciaal niveau de inzet van het aanwijzingsinstrument op verschillende wijze werd geïnterpreteerd. De onduidelijkheid had met name betrekking op de noodzaak van het aanwijzen van personen en middelen ter bestrijding van onbeschermde diersoorten, waaronder uitheemse en verwilderde dierensoorten. Wij beschouwen dit instrument in hoofdzaak als een mogelijkheid om maatregelen te kunnen nemen tegen schadelijke uitheemse en verwilderde dieren. Tevens kan het instrument ingezet worden voor het doden of verstoren van enkele beschermde inheemse diersoorten in bijzondere situaties waarbij een ontheffingverlening niet voldoende mogelijkheden biedt. In beleidsregel 11 hebben wij aangegeven dat wij een aanwijzingsbesluit zullen baseren op een faunabeheerplan indien het beschermde inheemse soorten betreft. Gezien de huidige inzichten kunnen wij ons voorstellen dat in acute dreigende situaties, waarbij een aanwijzingsbesluit gewenst is, de aanwezigheid van een faunabeheerplan niet altijd noodzakelijk is. Wij zullen dan ook van geval tot geval bekijken of een aanwijzingsbesluit noodzakelijk is en of op basis van een faunabeheerplan het besluit genomen zal worden. Indien de problematiek planmatig middels ontheffingverlening opgelost kan worden, dan zullen wij daarvoor kiezen. In het afgelopen jaar hebben bijzonderheden zich voorgedaan ten aanzien van de volgende soorten: Muskus- en beverratten: In september 2002 (Provinciaal Blad nr. 26, 2002) hebben wij de provinciale muskusrattenbestrijders aangewezen als personen die op alle gronden in de provincie Groningen muskusratten en beverratten mogen bestrijden met vangkooien en klemmen Overige uitheemse en verwilderde diersoorten: Op 1 juli 2003 (Provinciaal Blad nr. 30, 2003) hebben wij besloten om jachthouders aan te wijzen als categorie van personen die de volgende diersoorten mogen vangen en doden met het geweer: beverrat, muskusrat, nijlgans, rosse stekelstaart, verwilderde kat, verwilderde duif en verwilderde gedomesticeerde grauwe gans. 12

14 3.3.3 Inheemse diersoorten: Er zijn in het afgelopen jaar geen aanwijzingsbesluiten genomen (ex artikel 67) om inheemse diersoorten te bestrijden. De noodzaak tot het nemen van een dergelijk besluit heeft zich niet voorgedaan, omdat bestrijding van schade ook plaats kan vinden op basis van ontheffingen (ex artikel 68). 13

15 4. Overige uitvoeringsaspecten 4.1 Soortenbeleid "Beleidsregel 1: Wij continueren het vigerende soortenbeleid, verwoord in de vastgestelde nota Soortenbeleid Provincie Groningen en het uitvoeringsprogramma." De beleidsontwikkeling op het gebied van het provinciale soortenbeleid heeft in de afgelopen jaren een eigen traject gevolgd, onder meer door de vaststelling van de nota Soortenbeleid Provincie Groningen (1998). Evaluatie van het huidige soortenbeleid en eventuele aanpassing van dit beleid en de uitvoeringsmaatregelen zal daarom ook in dat kader plaatsvinden. 4.2 Beschermde leefomgeving "Beleidsregel 2: Wij zullen op korte termijn besluiten hoe wij het nieuwe instrument Beschermde Leefomgeving gaan inzetten in de provincie Groningen, mede naar aanleiding van de resultaten van het lopende onderzoek dat medio 2002 afgerond zal zijn." Wij hebben onderzoek laten doen naar de wenselijkheid en de mogelijkheden van de inzet van dit instrument. Uit de resultaten van het onderzoeksrapport Nut en noodzaak van het instrument Beschermde leefomgeving (augustus 2001) concluderen wij dat de inzet van dit instrument in specifieke situaties kan bijdragen aan de bescherming van kwetsbare en bedreigde soorten. Potentiële locaties voor een beschermde leefomgeving kunnen bij ons worden ingediend en zullen wij in behandeling nemen. Daarbij dienen de beleidsregels voor de inzet van dit instrument in acht genomen te worden. De beleidsregels geven wij in paragraaf 6.3 van deze notitie aan. 4.3 Bijzondere winterse weersomstandigheden "Beleidsregel 3: Wij zullen besluiten de jacht in de provincie te sluiten en provinciale vrijstellingen en ontheffingen tijdelijk buiten werking te stellen, in het geval bijzondere winterse weersomstandigheden hiertoe aanleiding geven. Wij zullen het "Draaiboek bijzondere weersomstandigheden" aanpassen aan de nieuwe wetgeving." In de afgelopen jaren hebben weersomstandigheden geen aanleiding gegeven tot sluiting van de jacht. De actualisatie van het "Draaiboek bijzondere weersomstandigheden" heeft nog niet plaatsgevonden. In de loop van 2004 zal deze actualisatie plaatsvinden. 14

16 4.4 Jacht op provinciale terreinen "Beleidsregel 4: Wij zullen in principe het genot van de jacht op provinciale terreinen niet verhuren aan derden. Wij zetten dit beleid binnen afzienbare tijd nader uiteen aan de hand van een onderzoek naar de huidige verhuur van het genot van de jacht op de provinciale terreinen, waarbij de aansprakelijkheid bij eventuele wildschade ook aan de orde zal komen." Het genoemde onderzoek naar de huidige verhuur van het genot van de jacht op provinciale terreinen is nog niet afgerond. Wel zijn enkele jachthuurovereenkomsten op provinciale terreinen grenzend aan het Reitdiep verlengd voor de periode van 1 november 2001 tot en met 31 oktober Het genot van de jacht op deze terreinen is verhuurd om eventuele wildschade door wilde eenden aan landbouwgewassen in de aangrenzende percelen te voorkomen of bestrijden. In de verhuurovereenkomst met de jagers is opgenomen dat zij verplicht zijn om jaarlijks, aan de toezichthouder, een overzicht te leveren van het afgeschoten wild. Op basis van deze gegevens kan een inschatting worden gemaakt van de schadekosten wanneer er niet gejaagd zou zijn. Deze inschatting wordt meegenomen in de afweging de verhuur van het genot van de jacht na afloop van de huurovereenkomsten wel of niet te continueren. In de afgelopen jaren zijn slechts sporadisch jaarlijkse overzichten aan de toezichthouder toegezonden. In de zomer van 2003 zullen wij de desbetreffende jagers ervan op de hoogte stellen dat wij er van uit gaan dat wanneer wij geen jaarlijkse overzichten ontvangen er geen gebruik is gemaakt van het genot op de jacht. 4.5 Kievitseieren "Beleidsregel 10: Wij verlenen geen ontheffing om het zoeken en rapen van Kievitseieren te kunnen toestaan. Wij achten het niet noodzakelijk om samenwerkingsverbanden van weidevogelbeschermers te erkennen die zich richten op het zoeken en rapen van Kievitseieren." In het afgelopen jaar hebben wij twee verzoeken ontvangen van de vereniging voor weidevogelbeschermers Vanellus vanellus om het rapen van kievitseieren toe te staan. Beide verzoeken hebben wij, ook na een bezwarenprocedure, afgewezen. Een verzoek tot schorsing van dit besluit is door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Groningen afgewezen. 4.6 Publicatie tarieven voor een ontheffing "Beleidsregel 17: Wij publiceren op korte termijn de tarieven voor het verlenen van een provinciale ontheffing krachtens artikel 68 van de wet. Deze tarieven worden opgenomen in de provinciale legesverordening." Het legestarief voor het verlenen van een ontheffing ex artikel 68 is nog niet opgenomen in de legesverordening. In 2002 is daarom het tarief gehanteerd voor niet nader beschreven activiteiten door het ambtelijke apparaat (ad. 36,-). In 2003 is deze conform de aanpassing van de tarievenlijst van de verordening verhoogd tot 38,-. 15

17 4.7 Onderzoek en monitoring "Beleidsregel 16: Wij zetten in de nabije toekomst nader uiteen hoe wij initiatieven zullen nemen of zullen participeren in onderzoeksprojecten die zich richten op de verschillende aandachtspunten van de Flora- en faunawet." In het afgelopen jaar zijn geen nieuwe initiatieven ondernomen tot het verrichten van onderzoek noch voor het participeren in onderzoek. De oorzaak hiervan ligt in hoofdzaak bij de onduidelijkheid over de aanpassingen van wet en regelgeving. Het Faunafonds heeft als taak om onderzoek te stimuleren en heeft daar jaarlijks ruim voor beschikbaar. Wij hebben in dit kader het Faunafonds gevraagd om een vervolg van het experiment "Knobbelzwaanvriendelijk Beheer" te ondersteunen. Met betrekking tot monitoring verwachten wij dat de monitorgegevens van de wild beheereenheden en de deelnemende partijen in de FBE, worden gebruikt bij het opstellen van een faunabeheerplan. 16

18 5. Toezicht en handhaving "Beleidsregel 13: Met betrekking tot toezicht en handhaving van de Flora- en faunawet zetten wij het huidige beleid voort met de actieve inzet van een provinciale toezichthouder Groene Wetten." In april 2002 is in het provinciehuis een opstapcursus Flora- en faunawet gegeven. De cursus, die door een extern bureau is gemaakt en waarin de inhoud in nauw overleg met de toezichthouder groene wetten is omschreven, is bezocht door vertegenwoordigers van de Regiopolitie Groningen en alle medewerkers van de afdeling MTZ van de provincie. Daarnaast hebben in het kader van de implementatie van de Flora- en faunawet een aantal oriënterende overleggen plaatsgevonden met de AID, de Politie en andere relevante partijen. In het afgelopen jaar is een groot aantal ontheffingen gecontroleerd. In twee gevallen is bestuursrechtelijk opgetreden in de vorm van een bestuurlijke voorwaarschuwing. Controles op de ontheffingen wordt schriftelijk vastgelegd. In het kader van de samenwerking is er veelvuldig gesurveilleerd met andere handhavende partners. Het accent lag en ligt daarbij op het opsporen van feiten die strafbaar zijn gesteld in de Flora- en faunawet. De controles vonden behalve tijdens kantooruren ook daarbuiten plaats. Door de toezichthouder zijn twee processen verbaal opgemaakt tegen overtreders van de Flora- en faunawet. In de periode jan 2003 tot en met november 2003 had de provincie één toezichthouder in dienst. De toezichthouder heef in deze periode, na melding, 58 perceelbezoeken uitgevoerd ter controle van preventieve middelen. Daarbij zijn 34 jagers daadwerkelijk in het veld gecontroleerd op de bepalingen van de in de ontheffing genoemde verplichtingen. Tijdens de surveillance is intensief gekeken naar jagers die zonder melding vooraf toch in het veld aan het bestrijden waren. Noch door de toezichthouder noch bij de Politie zijn strafrechtelijke handelingen in strijd met de ontheffingen geconstateerd. Bij benadering is in de genoemde periode 850 uur besteed aan toezicht en handhaving van de aan de provincie opgedragen taken. In beleidsregel 7 is aangegeven dat, 24 uur voorafgaand aan ieder gebruik van een ontheffing, de provinciale toezichthouder op de hoogte dient te worden gesteld. Door veel jagers wordt dit voorschrift (meldingsplicht) ervaren als beperking van hun slagvaardigheid als jager. Het voorschrift is in de ontheffing opgenomen om de provinciale toezichthouder de mogelijkheid te geven om te controleren of er op het bewuste moment voldoende aanleiding is om van de ontheffing gebruik te maken en of aan de voorschriften in de ontheffing wordt voldaan. Vooral in gevallen waarbij plotseling schade dreigt en acuut ingrijpen gewenst is, is dit voorschrift niet altijd werkbaar gebleken. Inmiddels is dit voorschrift aangepast, waarbij ook in acute schadesituaties alert gereageerd kan worden. In nauw overleg met de toezichthouder zal worden bekeken of er alternatieven zijn voor de meldingsplicht, zodat de administratieve last die deze met zich mee brengt voor zowel de gebruiker van de ontheffing als de provincie wordt beperkt. 17

19 6. Conclusies en aanpassingen van het beleid 6.1 Conclusie In het algemeen concluderen wij dat de overgang van de oude wetten naar de nieuwe Flora- en faunawet niet vlekkeloos is verlopen. Voor een belangrijk deel vindt dit zijn oorsprong in de moeizame wijze waarop de decentralisatie van taken vanuit het Rijk naar de provincies is verlopen. Het ontbreken van een flexibele overgangsperiode en volledige duidelijkheid over financiën en bevoegdheden heeft geleid tot een veelal geïmproviseerde uitvoering van regelgeving en beleid. Tevens heeft het gebrek aan een deugdelijke organisatie voor uitvoering van taken, met name het ontbreken van faunabeheereenheden, niet bijgedragen aan een efficiënte en effectieve uitvoering van taken in het eerste jaar. Tot slot heeft de keuze van Provinciale Staten om het doden van kraaien en kauwen niet middels een vrijstelling te regelen geleid tot extra administratieve lasten en langere procedures. Een en ander zien we terug in de volgende zaken: 1. Het Faunafonds heeft ons verzocht goedkeuring te geven aan haar begroting voor het jaar Er bestaan echter nog steeds onduidelijkheden over de voeding van het Faunafonds en de positie van de provincies daarbij. Daarom hebben alle colleges van Gedeputeerde Staten geen goedkeuring gegeven aan deze begroting. Duidelijkheid over de voeding van het fonds verwachten wij in het komende jaar. 2. Door het ontbreken van een FBE en daarmee faunabeheerplannen zijn er veel individuele ontheffingaanvragen van particulieren binnen gekomen. Dat heeft in sterke mate geleid tot langere procedures en vervolgens tot onduidelijkheid en onbegrip over de procedures bij de aanvragers. In februari 2003 hebben wij besloten om beschikbaar te stellen voor de oprichting en instandhouding van een provinciedekkende faunabeheereenheid in de periode en voor het maken van een faunabeheerplan. Er zijn ondermeer afspraken gemaakt over een gezamenlijk secretariaat van de drie noordelijke faunabeheereenheden en over een gezamenlijke opdracht voor het schrijven van de noordelijke faunabeheerplannen. Wij verwachten dat op basis van een faunabeheerplan ontheffingen op voorhand kunnen worden verleend waardoor sneller en effectiever schade kan worden voorkomen en bestreden. 3. De in de Tweede Kamer aangenomen moties, waarin aanpassingen van wet- en regelgeving worden voorgesteld, kunnen het noodzakelijk maken dat de provinciale regelgeving en het provinciale beleid aangepast moet worden. Met betrekking tot de bestrijding van faunaschade, veroorzaakt door vossen, kraaien en kauwen, zetten wij ons huidige beleid (schadebestrijding middels ontheffingverlening) voort. Met betrekking tot de bestrijding van landbouwschade, veroorzaakt door kraaien en kauwen, achten wij het wenselijk om dit middels een vrijstelling te regelen. Na wijziging van de provinciale verordening en eventuele wetswijziging zullen grondgebruikers meer mogelijkheden hebben om de genoemde soorten te bestrijden. Echter, voor een planmatige aanpak van de problematiek kan ontheffingverlening op basis van een faunabeheerplan noodzakelijk blijven, bijvoorbeeld voor de inzet van kraaienvangkooien. Schade die door andere beschermde inheemse diersoorten wordt veroorzaakt kan in principe goed bestreden worden middels ontheffingverlening. Hiervoor hoeft het huidige beleid niet te worden gewijzigd. 18

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003 4 november 2003 Nr. 2003-18.260, LG Nummer 37/2003 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende een wijziging van de Verordening schadebestrijding dieren provincie

Nadere informatie

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade 15 december 2015 Alfred Melissen - FBE Limburg Faunabeheereenheid Limburg Faunabeheer & Wetgeving Preventie & Schademeldingen Beheer Faunabeheerplan

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 6 van 2003 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Verordening Flora- en faunawet Zeeland Provinciale Staten van Zeeland overwegende dat een aantal beschermde inheemse diersoorten in de provincie Zeeland veelvuldig

Nadere informatie

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt:

maken bekend dat in hun vergadering van 1 juli 2003 is vastgesteld hetgeen volgt: provinciaal blad nr. 30 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 9 juli 2003 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 1 juli 2003, nr. 2003-11149, afdeling LG, tot

Nadere informatie

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 20 maart 2017 nummer 3279 Onderwerp Bescherming faunabescherming Aan de leden van Provinciale Staten 1. De provincie Zuid-Holland gaat

Nadere informatie

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 20 maart 2017 nummer 3279 Onderwerp Bescherming faunabescherming Aan de leden van Provinciale Staten 1. De provincie Zuid-Holland gaat

Nadere informatie

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: 20-12-2002 belast met Nr: behandeling: Kok, G.L.C.M. de Agenda nr: Vergadering GS: Nr: / Onderwerp: AANVULLEND VOORSTEL Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nadere informatie

Uitvoering Flora- en Faunawet

Uitvoering Flora- en Faunawet Uitvoering Flora- en Faunawet Beleidsnotitie Gedeputeerde staten der provincie Groningen Vastgesteld op 25 juni 2002 Inhoud 1. Inleiding 2 pag. 2. Bescherming van flora en fauna 4 2.1 Beschermende bepalingen

Nadere informatie

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»; VERORDENING FLORA- EN FAUNAWET ZUID-HOLLAND Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»; Gelet op artikel 65, vierde lid, van de Flora- en faunawet

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ;

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr ; CONCEPT Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2013 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 10 september 2013, nr 1074859; gelezen het

Nadere informatie

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant Flora- en faunawet Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant Overzicht van de meest voorkomende schadesoorten Onderstaande tabel geeft overzicht van de meest voorkomende schade veroorzakende soorten

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 december 2014 Onderwerp Activiteit/betreft Verlenen/afwijzen : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-014975 - Groesbeek :weren

Nadere informatie

Commissie Ruimte, Water en Groen. 5 maart 2002 Nr , RRN. Nummer 11/2002

Commissie Ruimte, Water en Groen. 5 maart 2002 Nr , RRN. Nummer 11/2002 Commissie Ruimte, Water en Groen 5 maart 2002 Nr. 2002-02633, RRN. Nummer 11/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende de vaststelling van de Verordening

Nadere informatie

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO

Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO Evaluatie Verordening Vrijstellingen Flora en faunawet September 2005 Provincie Noord Holland, Afdeling WNLO 1. Flora en faunawet algemeen Op 1 april 2002 is de Flora en faunawet in werking getreden. Centraal

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963. Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963. Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 12 augustus 2014) Nummer 2963 Onderwerp Ontheffingverleningen Flora- en faunawet door Gedeputeerde Staten Zuid-Holland Aan de leden

Nadere informatie

Fauna en wet Natuurbescherming

Fauna en wet Natuurbescherming Fauna en wet Natuurbescherming Technische briefing Statenleden 16 maart 2016 Doel presentatie Fauna in de nieuwe Wet Natuurbescherming bevoegdheden provincie Verdieping op basis vragen Provincie Gelderland

Nadere informatie

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker Besluit namens gedeputeerde staten van Drenthe van 16 februari 2005, kenmerk LG/A7/2005001367, Productgroep Landelijk Gebied 1 Nummer

Nadere informatie

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE; Goedkeuringsbesluit Faunabeheerplan 2014-2019 Flora- en faunawet Flora- en faunawet: goedkeuring faunabeheerplan Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/025032 Gedeputeerde Staten van Overijssel;

Nadere informatie

06 april 2004 Nr. 2004-11705, LG Nummer 21/2004

06 april 2004 Nr. 2004-11705, LG Nummer 21/2004 06 april 2004 Nr. 2004-11705, LG Nummer 21/2004 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende een wijziging van de Verordening schadebestrijding dieren provincie Groningen.

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr. Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2015 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr. 1201683; gelezen het oordeel van

Nadere informatie

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 de Flora- en faunawet A AANVRAGER 1. Naam aanvrager: M/V* Adres: Postcode en plaats: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres: Relatienummer: (indien bekend) Indien

Nadere informatie

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht 2004. Bijlage(n): -

Titel : Verordening schadebestrijding dieren provincie Utrecht 2004. Bijlage(n): - S T A T E N V O O R S T E L Datum : 09 december 2003 Nummer PS : PS2004REG03 Dienst/sector : REG/RER Commissie : R&G Registratienummer : 2003REG003150i Portefeuillehouder : Lokker Titel : Verordening schadebestrijding

Nadere informatie

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014 Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014 Beste WBE-secretarissen / faunacommissarissen, Nieuwe Faunabeheerplan algemene soorten 2014-2019 door GS goedgekeurd Op 15 april jongstleden hebben

Nadere informatie

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel

Beleidsregels Faunabeheer Provincie Overijssel Faunabeheer Provincie Overijssel (geconsolideerde versie, geldend vanaf 5-2-2003 tot 7-10-2008) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel provincie Overijssel Faunabeheer

Nadere informatie

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d. 08-02-2016 WETSVOORSTEL Augustus 2012 wetsvoorstel door Stas Bleker ingediend bij 2e kamer;

Nadere informatie

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel -wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel Hieronder wordt eerst het overzicht gegeven voor de PS-bevoegdheden, zoals deze zijn uitgewerkt in het Statenvoorstel voor de Verordening

Nadere informatie

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018

10 juli 2018 Documentnummer : , LGW Nummer 33/2018 v o o r d r a c h t 10 juli 2018 Documentnummer : 2018-037289, LGW Nummer 33/2018 Dossiernummer : K1896 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de beleidsnotitie

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Wilde eend (Anas platyrhynchos) Specificatie: (gelegerde) granen Periode: 1-7-2015 tot 15-8-2015 Zaaknummers: 2010-011997 en 2010-012002

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 4 augustus 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2016-010461 wildbeheereenheid Nederbetuwe Activiteit : schadebestrijding

Nadere informatie

Aanvraagformulier EB-2

Aanvraagformulier EB-2 Aanvraagformulier EB-2 Ontheffing ex artikel 68 Flora- en faunawet overige Belangen: - in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid; - in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer;

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00492778 ODH-2017-00120269 0 9 FEB. 2018 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden Bijlage 1 bij Statenmededeling Implementatie Wet natuurbescherming: Uitgangspunten voor de Verordening natuurbescherming Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer

Nadere informatie

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen

BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november Algemeen BELEIDSKADER FAUNABEHEER DEN HAAG, 27 november 2003 1. Algemeen 1 De Minister van LNV heeft betrokken partijen verzocht, ten einde onnodige en ongewenste polarisatie over jacht, beheer en schadebestrijding

Nadere informatie

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Stichting Faunabeheereenheid Overijssel t.a.v.

Nadere informatie

Evaluatie handhaving Flora- en faunawet

Evaluatie handhaving Flora- en faunawet Evaluatie handhaving Flora- en faunawet 1 Inleiding Op 01 november 2005 is de ontwerpnota uitvoering Flora- en faunawet vastgesteld. In ontwerpnota was de handhaving van de Flora- en faunawet niet meegenomen.

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer 3197 Onderwerp Roeken Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De provincie heeft een ontheffing

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN & mj GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 11 juli 2017 Dossiernr. : KI 084 Documentnr. : 2017-063519/28/A.23 Verzonden ; 'f 1 JULI 2 017 Gelet op artikel 3.12, zevende lid, van de

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 19 oktober 2015 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2015-013463 Activiteit : schadebestrijding haas in boom en

Nadere informatie

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen Stichting Faunabeheereenheid Groningen Jaarverslag 2016 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)... 2 3 VERORDENING NATUURBESCHERMING (VNB)... 2 4 GEVOLGEN VOORGENOMEN INVOERING WNB

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 3157 17 juni 2015 Ganzenbeleidskader Zuid-Holland 1. Aanleiding De populatie ganzen in Zuid-Holland is de laatste decennia sterk toegenomen.

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Roek (Corvus frugilegus) Specificatie: in combinatie met suikerbieten Periode: 1-5-2015 tot 30-6-2015 Zaaknummer: 2014-010833 Foto: R.

Nadere informatie

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN Verordening schadebestrijding dieren Fryslân 2014 BESLUIT PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 17 juni 2014, nr. 1139612, en 26 augustus 2014, nr.

Nadere informatie

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6. provincie Zeeland Aanvraag ontheffing ex art. 68 van de Flora- en faunawet Ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren A GEGEVENS AANVRAGER 1. Naam

Nadere informatie

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Stichting Faunabeheereenheid Overijssel t.a.v.

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 24 februari 2009, nr. 2009-6876 tot bekendmaking van de verordening vrijstellingen Flora- & faunawet Noord-Holland 2009 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Nadere informatie

Nota Faunabeleid Zeeland

Nota Faunabeleid Zeeland Nota provincie Zeeland, afd. LGW nota d.d. 14-02-2003-1 - nota d.d. 14-02-2003 0. Samenvatting... 4 1. Inleiding.... 10 1.1. Aanleiding en doel....10 1.2. Afbakening...10 1.3. Leeswijzer...11 2. Wettelijk

Nadere informatie

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M.

Beleidsnota Flora- en faunawet. Gewogen Belangen. Provincie Noord-Brabant. H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M. Provincie Noord-Brabant Beleidsnota Flora- en faunawet Gewogen Belangen Auteur H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M. ten Tije Datum 19 oktober 2010 Inhoud: 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...3

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900 Onderwerp Ontheffing doden knobbelzwanen Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

Flora en Fauna in Gelderland

Flora en Fauna in Gelderland Flora en Fauna in Gelderland Deel 2 Faunabeheer en schadebestrijding Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 16 oktober 2002 als de Nota Flora- en Faunabeleid, deel II Faunabeheer en schadebestrijding

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 januari 2010) Nummer 2340 Onderwerp Sluiting jacht op wilde eend en fazanthaan Aan de leden van Provinciale Staten

Nadere informatie

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding De landelijke trend is over de gehele periode stabiel, over de laatste tien jaar treedt een matige toename op. De stand van het

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER

AANVRAAGFORMULIER HOOFDSTUK 3 SOORTEN FAUNABEHEER U kunt het ingevulde formulier onder vermelding van zaaknummer verzenden: Per post naar: Provincie Gelderland Afdeling Vergunning Verlening / Handhaving Postbus 9090 6800 GX ARNHEM Per mail naar: post@gelderland.nl

Nadere informatie

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Inhoud 1. Doel van de notitie 2. Vigerend beleid ree in Fryslân 3. Wettelijke status ree 4. Schade, overlast en risico s 5. Wettelijk kader bescherming

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 4 juni 2014 Onderwerp Activiteit/betreft Verlenen/afwijzen : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-004923 - Tiel, Neerijnen

Nadere informatie

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009

Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009 Beleidsnotitie Flora- en faunawet 2009 Ontwerp Gedeputeerde staten der provincie Groningen Vastgesteld op pag. Inhoud 1 1. Inleiding 2. Bescherming van flora en fauna 2.1. Beschermende bepalingen in de

Nadere informatie

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Stichting Faunabeheereenheid Groningen Stichting Faunabeheereenheid Groningen Jaarverslag 2017 Inhoudsopgave 1 INLEIDING...2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)...2 3 VERORDENING NATUURBESCHERMING (VNB)...2 4 GEVOLGEN INVOERING WNB EN VNB...2 5 LANDELIJKE

Nadere informatie

Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel

Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel Utrecht, 3 juni 2008 Pythagoraslaan 101 Tel. 030-2589111 Afdeling nummer : AVV : 2008INT220485 Onderwerp: Beantwoording Schriftelijke vragen ex art. 47 van het Reglement van Orde aan het College van Gedeputeerde

Nadere informatie

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie? Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie? Willem Lambooij Afdeling Water & Groen Inhoud van de presentatie 1. De Wet natuurbescherming in vogelvlucht 2. Nieuwe taken en bevoegdheden provincie

Nadere informatie

Vergelijking faunabeleid van de provincies Noord-Holland, Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant

Vergelijking faunabeleid van de provincies Noord-Holland, Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant Vergelijking faunabeleid van de provincies Noord-Holland, Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant Wageningen, december 2006 Communicatiebureau de Lynx, Rob Janmaat VERGELIJKING FAUNABELEID VIER PROVINCIES 1

Nadere informatie

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen Introductie Faunabeheer FBE Limburg - Alfred Melissen 1 Introductie Faunabeheer FBE Limburg - Alfred Melissen Keerpunt v.w.b. Jacht : 1 april 2002 introductie Flora en faunawet (Samenvoeging van de Vogelwet,

Nadere informatie

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september Natuurwetgeving Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september Natuurwetgeving & Faunabeheer Reinier van Elderen. Voorzitter HPG Ervaring: 50 jaar praktische beheerder van particuliere landbouw- en natuurgronden

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 17 februari 2015 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2014-010833 Activiteit/betreft : Schade bestrijding roeken op

Nadere informatie

P R O V I N C I A A L B L A D

P R O V I N C I A A L B L A D P R O V I N C I A A L B L A D V A N /,0%85* 2003 *HGHSXWHHUGH6WDWHQYDQ/LPEXUJ JHOHWRSKHWEHSDDOGHLQDUWLNHOYDQGH)ORUDHQIDXQDZHWHQGH5HJHOLQJ EHKHHUHQVFKDGHEHVWULMGLQJGLHUHQVWFUWQU JHOHWRSGHRSVHSWHPEHUYDVWJHVWHOGH%HOHLGVQRWD8LWYRHULQJ)ORUDHQ

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 21 maart 2016) Nummer 3158 Onderwerp Ontheffingen afschot diverse vogelsoorten Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel

Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel Nota beleidsregels faunabeheer Provincie Overijssel Data eerdere versies 29 oktober 2002 31 maart 2005 08 oktober 2008 Datum laatst vastgestelde versie door GS 15 september 2014 (wijzigingen t.o.v. versie

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005/47 Gedeputeerde Staten van Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg gelet op het bepaalde in artikel 67 van de Flora- en faunawet en de Regeling beheer en schadebestrijding

Nadere informatie

Aanvraagformulier 05 EB-1

Aanvraagformulier 05 EB-1 Aanvraagformulier 05 EB-1 Ontheffing ex artikel 68 Flora- en faunawet, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen (De met een * gemerkte vragen worden in de toelichting nader toegelicht) Onvolledig

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 7 maart 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2015-001794

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp aanwijzing categoriën van personen ex artikel 67 van de Flora- en faunawet Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Overwegende: dat op 2 maart

Nadere informatie

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014

Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014 Groninger ganzenakkoord Definitief 27 mei 2014 Aanleiding De provincie Groningen kent gebieden waar trekganzen rusten en foerageren. Ganzen zijn beschermde vogels op grond van de Flora- en faunawet. Voor

Nadere informatie

Inleiding 2. Hoofdstuk I: Bescherming 4. 1.1 Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art. 19-28) 4

Inleiding 2. Hoofdstuk I: Bescherming 4. 1.1 Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art. 19-28) 4 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoofdstuk I: Bescherming 4 1.1 Aanwijzen van beschermde leefomgeving (art. 19-28) 4 1.2 Sluiting jacht door GS bij bijzondere weersomstandigheden (art. 46 lid 5) 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL Reg.nr. Faunaf onc l s Dat. ontv.: Routing 11 JAN 2006 a.d. Bijl:: Provinciale Staten Overijssel Postbus 10078 8000GB ZWOLLE uw brief van uw kenmerk onderwerp FF/2006.009

Nadere informatie

Bekijk deze nieuwsbrief online

Bekijk deze nieuwsbrief online Bekijk deze nieuwsbrief online #2-26 maart 2018 Via deze nieuwsbrief informeren de provincie Fryslân en de Faunabeheereenheid u over de stand van zaken rondom het Friese ganzenbeleid. In deze nieuwsbrief:

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid Statenfractie Partij voor de Dieren M.C. van der Wel Postbus 90151 5200 MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 29 Besluit van 16 januari 2004, houdende wijziging van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren in verband met de hernieuwde vaststelling

Nadere informatie

Nota Beleidsregels Faunabeheer 2008

Nota Beleidsregels Faunabeheer 2008 30 oktober 2008 Provincie Overijssel Nota Faunabeheer 2008 Geldig vanaf 8 oktober 2008 Wettechnische informatie Algemene wettechnische informatie Type overheidsorgaan provincie Naam overheidsorgaan Overijssel

Nadere informatie

de overwinterende ganzen mogen afgeschoten worden met een maximum van 10 stuks per schadeperceel per dag.

de overwinterende ganzen mogen afgeschoten worden met een maximum van 10 stuks per schadeperceel per dag. Afschotgegevens 2012 zaaknummer 2007-009968 2009-017675 2009-017677 datum 27-aug-09 6-okt-09 5-okt-09 doc. nummer 745930 764067 764092 ontheffinghouder adres plaats periode 16 juni 2009-16 juni 2014 1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 337 Besluit van 25 juni 2002, houdende voorzieningen met betrekking tot het Faunafonds (Besluit Faunafonds) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid FAUNABEHEERPLAN WILDSOORTEN NOORDHOLLAND HOUTDUIVEN Faunabeheereenheid NoordHolland September 2004 Auteur, Secretariaat van de Faunabeheereenheid Houtduiven

Nadere informatie

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke

1. Wie speelt welke rol in dat beleid (rijk, provincie, faunabeheereenheid, en mogelijke provinsje fryslân provincie fryslân b postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 rj ii.i Provinciale Staten van de provincie Fryslân Postbus 20120

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 29 september 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2016-012109 Activiteit : schadebestrijding spreeuw in mais Verlenen/afwijzen

Nadere informatie

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht Harm Dotinga (harm.dotinga@vogelbescherming.nl), 8 december 2016 Indeling Inleiding Gebiedsbescherming Soortenbescherming Houtopstanden Toekomstige integratie

Nadere informatie

Vergunningverlening. I. Besluit.

Vergunningverlening. I. Besluit. Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 6 oktober 2009 Team Natuur en Landschap Nummer 2009INT249847

Nadere informatie

Documentnummer: Page 1 of 11

Documentnummer: Page 1 of 11 Globaal overzicht juridische en beleidsmatige instrumenten provinciale staten/gedeputeerde staten huidige natuurwetgeving vergeleken met nieuwe Wet natuurbescherming Page 1 of 11 Inleiding. De bescherming

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 9 oktober 2015 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2015-012991 Activiteit : schadebestrijding spreeuw in mais Verlenen/afwijzen

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 16 juni 2014) Nummer 2948 Onderwerp Toestemming Gedeputeerde Staten voor dierenmishandeling in Zuid-Holland: gruwelijke dood ganzen

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 1855 25 april 2017 Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet

Nadere informatie

Wildschade. DLV Plant

Wildschade. DLV Plant Wildschade Faunafonds (landelijk) Bevorderen maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door beschermde inheemse diersoorten Handreiking faunaschade Tegemoetkoming/toekennen schade in redelijkheid.

Nadere informatie

Faunabeheerplan Groningen 2014-2019

Faunabeheerplan Groningen 2014-2019 Faunabeheerplan Groningen 2014-2019 In opdracht van: Faunabeheereenheid Groningen Opdrachtgever: Faunabeheereenheid Groningen Samenstellers: drs. Y.J. van Manen & ir. R.F. de Vries Uitvoerders Ingenieursbureau

Nadere informatie

Evaluatie Beleidsnota Uitvoering Flora- en Faunawet 2006 Gewogen Belangen

Evaluatie Beleidsnota Uitvoering Flora- en Faunawet 2006 Gewogen Belangen Provincie Noord-Brabant Evaluatie Beleidsnota Uitvoering Flora- en Faunawet 2006 Gewogen Belangen Auteur H. van der Borg E. Deckers N. Gradisen C. Snellen M. ten Tije Datum 22 oktober 2009 Inhoud: 1. Inleiding

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD), R. Klumpes (GroenLinks), A.L. Koning (PvdA) en R. van Aelst (SP) (d.d. 10 september 2018) Nummer 3439 Onderwerp Reduceren Canadese ganzen

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Ganzen Specificatie: Winterganzen (grauwe ganzen- Anser anser, kolganzen -Anser albifrons- en brandganzen -Branta leucopsis) Periode:

Nadere informatie

Faunabeheereenheid Overijssel

Faunabeheereenheid Overijssel Secretariaat: Postbus 645 7400 AP Deventer 0570-746017 secretaris@fbeoverijssel.nl Faunabeheereenheid Overijssel Jaarverslag 2017 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 2 WET NATUURBESCHERMING (WNB)... 2 3 PROVINCIALE

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Roer^hiU-Linrt DeSCniKKing Wet natuurbescherming Onderwerp omgevingsdienst HAAGLAIMDEN Zuid-Hollandplein 1 00468248 2596 AW Den Haag ODH-2017-00020422 Postadres Postbus 14060

Nadere informatie

provincieþrenthe ,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt Besluit Wettelijk kader

provincieþrenthe ,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt Besluit Wettelijk kader proaincie b uis Síesterbrink r, Assen Postadres Postbus r22,94oo Ac Assen www.drenthe.nl (o592) 36 55 55 1 provincieþrenthe Aan: de heer J. Vroege Alte Picardiekanaal24 7742PD COEVORDEN,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt

Nadere informatie

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Provinciale staten van Noord-Holland; besluiten. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Besluit van provinciale staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening Holland 2014 Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten;

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 29 juli 2016 Onderwerp : Flora en faunawet - zaaknummer 2016-010114 Elburg Activiteit : schadebestrijding spreeuw - Zuiderzeestraatweg

Nadere informatie

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9.1 Inleiding Tot een aantal jaren geleden werd de vangkooi zonder ontheffing gebruikt ter uitvoering van de landelijke vrijstelling bij de bestrijding van zwarte kraaien

Nadere informatie

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 maart 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer 2015-012528 Activiteit : schadebestrijding knobbelzwaan werkgebied

Nadere informatie