Leren Beheren. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Module 8 Houtige kleine landschapselementen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leren Beheren. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Module 8 Houtige kleine landschapselementen"

Transcriptie

1 Leren Beheren Agrarisch natuur- en landschapsbeheer Module 8 Houtige kleine landschapselementen

2 INHOUD INHOUD Inleiding Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen Natuurwaarde Landbouwwaarde Aanleg Beheer Bomenrijen en solitaire bomen Natuurwaarde Landbouwwaarde Aanleg Beheer 08 REFERENTIES

3 Inleiding Met kleine landschapselementen (KLE) worden meestal niet-spectaculair opvallende elementen in het landelijk gebied aangeduid, zoals bermen, houtkanten, heggen en hagen, poelen, sloten, taluds, graften,... In dit hoofdstuk zullen we ons hoofdzakelijk toeleggen op houtige kleine landschapselementen. Bermen, poelen en sloten, graften, worden besproken in de andere modules. Inleiding Landschap met tal van KLE (bron: O. Dochy). KLE weerspiegelen de voortdurende ontwikkeling van onze omgang met de ruimte, de natuur en het landschap. Hun verscheidenheid is groot en in vele gevallen zijn of waren ze op één of andere manier verbonden met elkaar zodat er netwerken en kleine microlandschappen ontstaan. Typisch voor kleine landschapselementen is dat ze hun bestaan of voortbestaan haast allemaal op de ene of andere manier aan menselijke activiteiten te danken hebben. Ze zijn dan ook vaak uitingen van cultuur, grondgebruik en streekeigenheid. De meeste landschappen bevatten kleine landschapselementen waarbij de aard, het aantal, de dichtheid en de vorm van de KLE in belangrijke mate het karakter van het landschap bepalen. In uitgestrekte landschappen vormen ze als het ware kleine eilandjes die van ver als blikvanger de aandacht trekken, ze vormen de richtbakens in de open ruimte. In gesloten landschappen daarentegen vormen ze eerder netwerken. In het algemeen kan gesteld worden dat KLE bijdragen tot de schoonheid van landschappen en de belevingswaarde ervan verhogen. Alhoewel KLE in alle landschapstypes aanwezig kunnen zijn, kan hun voorkomen zo dominant zijn dat ze het hoofdkenmerk van een landschapstype uitmaken. Voorbeeld hiervan is de knotboom voor West-Vlaanderen of de hoogstamfruitboom voor Zuid-Limburg. Landschap met houtige KLE (bron: O. Dochy). 8 03

4 Het nut van vele KLE op en rond het boerenerf is verdwenen in de loop van de tijd. Door het veranderend grond- en materiaalgebruik en de intensivering van de landbouw raakten ze hun nutsfuncties zoals begrenzing van percelen kwijt en viel daarmee ook vaak de noodzaak tot regelmatig onderhoud weg. Ze werden vervangen door technische middelen (bijv. prikkeldraad). In ruilverkavelingen, waarbij percelen werden vergroot, sneuvelden bomenrijen en knotbomen en werden houtkanten opgeruimd. Kleine landschapselementen die tot op vandaag zijn blijven bestaan, hebben dit te danken aan hun soms nog duidelijke functie. Belang van autochtoon plantgoed Gebaseerd op: Hermy & De Blust (1997), Carette (2005), Bastiaens et al. (2006). Een plantensoort is streekeigen als de streek binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort ligt. Een individuele plant is autochtoon in een bepaalde streek, als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal. Hierdoor zijn deze bijzonder goed aangepast aan de plaatselijke bodem- en klimaatsomstandigheden en zijn ze minder ziektegevoelig. Bijgevolg kunnen ze zich op natuurlijke wijze voortplanten in die streek. Gedurende de lange periode na de laatste ijstijd is een ingewikkelde samenleving met allerlei organismen ontstaan, die met de bomen en struiken mee geëvolueerd is. Een zomereik afkomstig uit de Balkan is dus niet autochtoon in Vlaanderen, maar de soort zomereik is hier wel streekeigen. Inleiding In ons cultuurlandschap, onze natuurgebieden en -reservaten zijn bomen en struiken belangrijke dragers van tal van leefgemeenschappen. Variatie van streekeigen groen is daarom erg belangrijk. Streekeigen groen biedt immers meer mogelijkheden voor fauna en flora en verhoogt sterk de belevingswaarde en het karakter van de beplantingen. In het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is het dan ook belangrijk hieraan voldoende aandacht te schenken. De evolutie van het landschap ging gepaard met het verdwijnen van tal van KLE (bron: O. Dochy). Naast de functies van KLE ten aanzien van de landbouw en de bevolking (bijv. geriefhout), treden ze ook vaak op als drager van belangrijke ecologische functies. Heel wat planten en dieren vinden er hun toevluchtsoord: vogels vinden nestgelegenheid en uitkijkmogelijkheid in een hoge boom; bosplanten overleven onder in een dichte heg; tal van ongewervelde vinden een schuilplaats en dienen op hun beurt als voedsel voor vogels en kleine zoogdieren. Een klein landschapselement is dus vaak een natuureilandje in het cultuurlandschap. Naast een thuishaven voor deze soorten vormen KLE ook een netwerk van corridors waarlangs vele soorten zich veilig kunnen verplaatsen. Zo kunnen ze op zoek naar nieuwe leefgebieden en is uitwisseling van individuen binnen populaties mogelijk. Kleine landschapselementen hebben nooit al hun functies volledig verloren en tegenwoordig worden ze herontdekt. De landbouwers die reeds eeuwenlang instonden voor het beheer van deze landschapselementen kunnen sinds enkele jaren op steun rekenen van gemeentes, provincies en/of de VLM voor het onderhoud en/of de aanleg ervan. Zo werden in de provincie West-Vlaanderen reeds tal van landschapsbedrijfsplannen uitgevoerd met oog op een grotere landschappelijke integratie en een hogere biodiversiteit wat toerisme, recreatie en woonkwaliteit op het platteland moet bevorderen. Ook gemeentes en regionale landschappen ondersteunen op verschillende manieren de aanleg, beheer en herstel van kleine landschapselementen. Omwille van hun maatschappelijke functie wordt de aanplant en onderhoud van KLE op vele manieren gestimuleerd. Dit maakt het aantrekkelijk voor vele landbouwers en op die manier worden de oorspronkelijke functies herontdekt. Ruimte geven aan natuur is een goede zaak, de natuur de ruimte ook laten gebruiken vormt echter de hoofdzaak. Enkele voorbeelden van streekeigen plantensoorten, vlnr: kardinaalsmuts, éénstijlige meidoorn, sleedoorn en sporkehout (bron: Bioweb KUL-Kortrijk). Enkele voordelen van streekeigen groen tegenover uitheems groen zijn: natuurwaarde: streekeigen groen heeft een grotere natuurwaarde. resistentie: streekeigen groen is beter bestand tegen allerlei ziektes, schimmels en insectenvraat. Bovendien is het beter aangepast aan de lokale standplaatsen (bodems, ). groeisnelheid: streekeigen groen groeit vaak sneller, al zijn er ook snel groeiende niet inheemse planten. Tenslotte zijn er niet-inheemse soorten waarvan de traditie van het gebruik zo ver terug gaat, dat we geneigd zijn ze tot onze streekeigen soorten te gaan rekenen. We spreken dan van ingeburgerde soorten. Enkele voorbeelden hiervan zijn boerenjasmijn, sering, canadapopulier, mispel, tamme kastanje, okkernoot, mispel, palmboompje,... Naast aandacht voor het gebruik van streekeigen soorten is ook het combineren van verschillende soorten erg belangrijk. Met de juiste combinatie kan ervoor gezorgd worden dat de bloeiboog van het voorjaar tot het najaar loopt. Zo kunnen insecten heel het jaar door gebruik maken van deze stuifmeel- en nectarbron. De boswilg bijvoorbeeld een vroeg bloeiende soort in het assortiment die al in maart wordt bezocht. Gedurende de zomer bloeien dan andere soorten zoals wilde liguster, vlier en sporkehout. Anderzijds bieden deze bosjes nestgelegenheid, schuilmogelijkheden en voedsel (bijv. bessen, zaden en insecten) aan tal van vogels. Op die manier spelen ze het hele jaar rond een belangrijke rol voor tal van vogels en insecten

5 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen Gebaseerd op: Stubbe (1992), Hermy & De Blust (1997), Trio (1998), Van Paassen & Schrieken (1998), Wynhoff et al. (1999), Coremans (2003), Provinciebestuur West-Vlaanderen (2004), Carette (2005), Dochy & Hens (2005), Haesen et al. (2005), Bastiaens et al. (2006), Delarue & Willems (2006), Serlet et al. (2006), BoBol (2007), Bervoets (2008), CHBeheer (2008), VLM (2008), Billeau et al. (sd), MVG (sd). Er bestaat een gamma aan lijnvormige landschapselementen bestaande uit struiken en/of bomen. Toch zijn ze vaak samengesteld uit grotendeels dezelfde soorten plantgoed en verschillen ze slechts van elkaar in de wijze van beheer en aanplant. Daarom wordt hier kort de definitie weergegeven van deze verschillende landschapselementen, verderop worden de verschillen verder verduidelijkt in de onderdelen aanleg en beheer. Een heg is een dichte rij struiken of bomen die vrij mag uitgroeien en minder dan 1 keer om de 2 jaar wordt gesnoeid. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen Vrij uitgroeiende meidoornheg (bron: O. Dochy). Een haag heeft een dezelfde opbouw als een heg maar wordt frequent (ongeveer jaarlijks) gesnoeid. Jaarlijks geschoren meidoornhaag (bron: Proclam)

6 Een houtkant of houtsingel is een strook grond waarop struiken en/of bomen groeien die op dezelfde hoogte staan als het omringende land en die op regelmatige tijdstippen afgezet (gekapt tot bij de grond) worden. Vrij uitgroeiende gemengde houtkant (bron: Proclam vzw). Bomen in de houtkanten worden vaak beheerd als hakhoutstoven. Door het periodiek afzetten van de houtige begroeiing gedurende vele jaren, ontstaat een knot tegen de grond. Hakhoutstoven kunnen ook als verspreide alleenstaande stronken voorkomen. Typische vorm van een eeuwenoude hakhoutstoof (bron: RLH). Een houtwal is in feite een houtkant op een verhoogde plaats. Ze zijn ontstaan doordat landbouwers bij het ontginnen van hun grond, stobben, keien en zand naar de randen brachten. Zo ontstonden langgerekte ophogingen die vaak fungeerden als eigendomsmarkering en perceelscheiding. 1.1 Natuurwaarde Hagen, heggen, houtkanten en -wallen vervullen zeer gelijkaardige functies voor de natuur en worden daarom samen besproken. Heggen, hagen en houtkanten en -wallen zijn vaak al honderden jaren oud en zijn daarom van onvervangbare waarde voor planten en dieren als onderdeel van de ecologische infrastructuur van de open ruimte. In het algemeen kan gesteld worden dat hoe structuurrijker de houtkant is, hoe aantrekkelijker hij is voor dieren. Structuur kan men krijgen door variatie in hoogte, breedte, dichtheid en leeftijd van het element. Bovendien bevatten dichte hagen altijd meer soorten dan een losse begroeiing. In de houtkanten bijvoorbeeld kunnen nog echte bosplanten (bosanemoon, wilde hyacint,...) worden aangetroffen in streken die voor de rest bosarm zijn. Ze vormen als het ware de restpopulaties van wat in uitgestrekte bossen ooit aaneengesloten begroeiingen waren. Algemeen herbergen heggen, hagen en houtkanten een hoge botanische rijkdom. Hoe ouder deze zijn, hoe gevarieerder de plantensamenstelling is. Het is gebleken dat ook een groot aantal vogelsoorten gretig gebruik maken van deze houtige KLE. Grauwe gorzen gebruiken de struiken als zangpost, maar ook geelgorzen, ringmussen en zomertortels maken er graag gebruik van. Veel struiken vormen ook een belangrijk aandeel in het voedselaanbod van vogels. Lijsterachtigen eten in het najaar vooral bessen van lijsterbes, hulst, kruisbes en kornoelje, sijsjes gaan op zoek naar de katjes van de zwarte els terwijl de talrijke ongewervelden (rupsen, vliegen, muggen,...) door de insecteneters binnen de perken worden gehouden. Vrij uitgegroeide heggen komen uitbundiger tot bloei en brengen logischerwijs ook meer vruchten voort, dan een jaarlijks kort geschoren haag. Ze worden dan over het algemeen ook frequenter bezocht door nectarzoekende insecten en/of vogels, insecten en zoogdieren die zich te goed doen aan de vruchten. Meidoornhaag (bron: RLH). Wat betreft broedvogels zijn er enkele soorten (heggen- en grasmus) die een voorkeur tonen voor structuurarme beplantingen. Voor andere vogelsoorten (bijv. duiven, lijster, gekraagde roodstaart, winterkoning) maakt de structuur weinig uit en tenslotte zijn er ook vogelsoorten welke een voorkeur hebben voor structuurrijke houtopstanden (roodborst, spotvogel, zwartkopmees, staartmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger en gaai). Voor vele dieren vormen deze KLE slechts een deel van hun leefgebied of dit vaak voor maar een bepaalde periode van het jaar. Sommige vogels vinden er broedgelegenheid, zoals bijv. patrijzen die graag broeden in de grasruigtes aan de voet van hagen, voor andere bieden deze dikwijls vluchtmogelijkheid om een predator te ontwijken. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 1. Natuurwaarde

7 Zoals hierboven al vermeld kunnen hagen/heggen en houtkanten en -wallen heel wat (nuttige) insecten herbergen wat uiteraard naast de voordelen die het met zich meebrengt voor de landbouw ook bijdraagt aan de natuurwaarde. Ook vlinders houden vaak van houtopstanden. Hierbij spelen de aanwezige plantensoorten een rol, aangezien elke vlindersoort gebonden is aan bepaalde waardplanten. Houtopstanden met eik, berk, wilg, meidoorn, sleedoorn, vlier, els, vuilboom (sporkehout), hazelaar, beuk, wilde roos en bramen genieten de voorkeur. Verder is ook een structuurrijke vegetatie van belang en wordt begrazing van de beplanting best vermeden. Terwijl voor sommige vlinders de houtopstanden hun bestaan verzekeren, vormen ze voor andere graslandvlinders een barrière en werken ze bijgevolg versnipperend. Vlinders hebben een goed ontwikkeld gezichtsvermogen en oriënteren zich bij het zoeken naar voedsel, waardplanten en partners op de landschapsstructuren en vegetatiepatronen. Zo verzamelen bepaalde vlindersoorten bijv. op markante plaatsen in het landschap. De mannetjes van de koninginnepage doen dit bij heuveltoppen, die van de grote weerschijnvlinder bij een opvallende boom. In oude hagen en houtwallen die over een gevarieerde bodemvegetatie beschikken en die behoorlijk worden beheerd, treft men sommige reptielen het hele jaar door aan, zoals o.a. de hazelworm. Ook voor de boomkikker zijn hagen en houtwallen van levensbelang, bij voorkeur met een zoom van ruigten in de onmiddellijke omgeving van de voortplantingspoel. Voor watersalamanders (kleine alpenwatersalamander en kamsalamander) zijn hagen en houtkanten in landbouwgebied belangrijk als schuiloord, overwinteringplaats en voedselbron. Tenslotte hangt ook een deel van de ecologische betekenis van hagen/heggen en houtkanten/-wallen af van het ruimtelijk patroon waarvan ze onderdeel uitmaken. De stapsteen- of corridorfunctie van deze KLE tussen twee natuurgebieden is groter dan die van een geïsoleerde haag. Heel wat dieren zoals o.a. pad, egel, wezel, hermelijn en bunzing maken gebruik van hagen om zich te verplaatsen doorheen het landschap zonder hierbij op open terrein te komen. Zo kunnen ze zich verspreiden op zoek naar nieuwe leefgebieden en is uitwisseling van individuen binnen populaties mogelijk, zodat ze niet van elkaar geïsoleerd raken. Ook vleermuizen maken gebruik van deze lijnvormige elementen in het landschap wanneer ze zich verplaatsen. Ze oriënteren zich in het landschap door middel van echolocatie. Een landschap zonder oriëntatiebakens zal door een vleermuis niet overvlogen worden. Het is duidelijk dat voor het behoud van onze vleermuizen naast de bescherming van winter- en zomerverblijfplaatsen, ook een optimaal omringend landschap nodig is. Langzaamaan neemt ook de habitatwaarde van deze houtige KLE op zich toe. Oude landschapselementen herbergen vaak een grotere soortendiversiteit. Vooral brede houtkanten en kleine bosjes bieden uitstekende rust- en nestplaatsen voor vogels, kleine zoogdieren en insecten. Naarmate een houtkant ouder wordt door eeuwenlange beheerscontinuïteit via de hakhoutrotatie, wordt hij tot op zekere hoogte natuurlijker en soortenrijker. 1.2 Landbouwwaarde Hagen, heggen en houtkanten Alhoewel de meest voor de hand liggende functies door de jaren heen zijn weggevallen, kunnen hagen, heggen en houtkanten vandaag nog steeds van dienst zijn in de landbouw, alhoewel dit soms nogal omstreden is. Zo worden dikwijls nadelen als onderhoud, grondbeslag, vochtonttrekking en beschaduwing van aanpalende landbouwgewassen aangehaald. Toch zijn er evenveel voordelen, hieronder worden de belangrijkste besproken. erosie en drainage Lijnvormige, levende groenstroken (vooral houtkanten) spelen ook een rol in de strijd tegen erosie (door wind en/of water). In traditionele landbouwgebieden met veel hellingen werden steevast hagen en houtkanten aangeplant of in stand gehouden als veilige buffer tegen de afspoelende bodemlaag. Houtkanten helpen de bodem vast te houden en vormen een buffer tegen de afspoelende bodemlaag (bron: O. Dochy (links) en K. Six (rechts)). Dergelijke (soms eeuwenoude) houtkanten liggen aan de oorsprong van de typerende terrasvorming op hellende akkers en graslanden. Een betere wapening tegen erosie is niet denkbaar. Van dergelijke terrrasvorming via houtkanten bleven in sommige streken nog mooie voorbeelden bewaard al zijn de houtkanten dikwijls verdwenen. In streken waar veel zandgronden voorkomen, werden houtkanten en andere lijnvormige landschapselementen aangeplant om zandverstuiving tegen te gaan. windschermfunctie Wanneer fruitbomen het hele seizoen beschermd worden, heeft dat een positieve invloed op de productie en de kwaliteit. Windschermen kunnen helpen vermijden dat takken afbreken, bomen scheefzakken, bladeren, bloesems en vruchten worden beschadigd of vroegtijdig afvallen. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 2. Landbouwwaarde

8 Hoogstamfruitboomgaard omringd door een houtkant (bron: O. Dochy). Windschermen bieden bescherming voor fruitbomen en zo wordt vermeden dat takken of vruchten afvallen of dat bloesems beschadigd worden (bron: Billeau). Daarnaast oefent het windscherm ook een invloed uit op het microklimaat: in de luwte is het warmer en omdat er minder wind staat, is er minder verdamping. Ook de luchtvochtigheid is er hoger, wat leidt tot een betere bestuiving, vruchtzetting, celdeling en uitgroei van de vruchten. De wind remt de activiteit van de bijen af en droogt bovendien het stuifmeel uit. Anderzijds verhoogt de luchtvochtigheid wel de kans op schimmelinfecties. Een windscherm dat voor wat tocht zorgt, vermindert de kans op nachtvorst en voorkomt dat transportkoude 1 op het perceel blijft hangen. Ook voor akkers en weiden omringd door een dichte haag, stelt men algemeen vast dat deze gemiddeld een grotere opbrengst hebben dan akkers en weiden zonder hagen, en dat ondanks het plaatselijk verlies aan de randen. Het zachtere microklimaat binnen de beschutte ruimte stimuleert bovendien de plantenontwikkeling over het volledige gebied. Windschermen creëren ook een microklimaat, voordelig voor akkerbouwgewassen (bron: Billeau). Een lijnvormige begroeiing met een doorlaatbaarheid van 50% vermindert de windsnelheid met 25 tot 50% over een afstand van 15 tot 20 maal de hoogte van het scherm (bron: Billeau). Het effect van een houtopstand in de nabijheid van een cultuurgewas (bron: Billeau). De beschuttende werking van een voldoende hoog groen windscherm is groter dan deze van een even hoge muur. Het groenscherm heeft de neiging de wind met een kwart tot zelfs de helft te verminderen, terwijl de muur de wind enkel opheft en de wind na de muur terug de vrije loop geeft. Voor een heg van 3 m hoog is er over een afstand van 50 tot 60 m minder last van te sterke wind. Enkel net naast de heg zal de opbrengst wat lager zijn door beschaduwing (over een afstand van tweemaal de hoogte van de haag), vocht- en voedselconcurrentie. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 2. Landbouwwaarde 1) De aanvoer van polaire lucht, waardoor het s nachts vriest. Vooral bij NO-wind kan deze situatie zich voordoen

9 Effect haag muur (bron: Provinciebestuur West-Vlaanderen). bescherming voor vee De aanwezigheid van bomen of struiken verbetert niet alleen de plantaardige landbouwproductie maar zorgt ook voor een hogere dierlijke productie. Het vee vindt beschutting tegen koude wind, neerslag of felle zon. Houtkanten, heggen en hagen, bieden bescherming tegen extreme weersomstandigheden (bron: Billeau). Ter illustratie: uit onderzoek blijkt dat op een melkveebedrijf met 100 koeien, euro productieverlies geleden wordt indien de temperatuur hoger is dan 30 C. Wanneer er schaduw aanwezig is in de weide, kan de temperatuur 2 4 C lager zijn dan de temperatuur in de zon. driftbeperking Eén van de belangrijkste factoren die drift van pesticiden veroorzaakt, is de windsnelheid tijdens het toepassen ervan. Hagen kunnen door hun functie als windscherm dus ook de ongewenste drift van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater, de aangrenzende percelen en de woonzones beperken. Dit draagt bij tot een meer milieuvriendelijke teelt. nuttige organismen Plantensoorten komen in een houtopstand vaak vroeg in blad, vóór de akkervruchten, waardoor ze een goede voedselbron vormen voor herbivore insecten. Vele van deze insecten zijn erg gespecialiseerd en komen daardoor niet uit de houtkanten. Plantenvraat in het landschapselement betekent dus niet automatisch dat er dat een plaag op de naastliggende velden zal optreden. Integendeel, door de vroege populatiegroei van plantenetende insecten, komt ook de ontwikkeling van hun parasieten en predatoren snel op gang. Zo fungeert een haag als een habitat voor roofwantsen, lieveheersbeestjes, gaasvliegen of sluipwespen. Dit zijn voornamelijk generalisten zodat eens het graan op de velden volop groeit, er al voldoende parasieten aanwezig zijn om een mogelijke plaagvorming van de bladluizen te helpen onderdrukken. Ook schadelijke kostgangers huizen in de haag: rupsen, kevers, wantsen, luizen en schimmels, maar de predatoren zorgen ervoor dat daar zelden of nooit tegen moet worden opgetreden. In hagen en houtsingels komen tal van nuttige insecten voor, enkele voorbeelden: 1) pop lieveheersbeestje 2) gaasvlieglarve 3) larve zweefvlieg 4) hymenoptera of vliesvleugeligen 5) lieveheersbeestjes 6) weekschildkever (bron: PCBT). De windsingel zorgt dus voor aanvullende en alternatieve voedselbron voor natuurlijke vijanden. Daarnaast lokt de bloei van soorten in een windhaag bijen, hommels, andere bestuivende insecten (belangrijk in de fruitteelt) en nuttige insecten die zich voeden met stuifmeel en nectar van de beplanting. Voor veel insecten is constante bloei in en om de beplanting de zogenaamde bloeiboog dan ook erg belangrijk. landschappelijke waarde Bocagelandschappen, bestaande uit diverse kleine landschapselementen (bijv. hagen, heggen, bomenrijen, houtkanten, ) kennen een grote waardering. Ze zijn erg esthetisch en aangenaam om in te vertoeven. Een gevarieerde haag met verschillende soorten heeft ook een positieve invloed op de uitstraling van een landbouwbedrijf. Afhankelijk van de inplanting worden de bedrijfsgebouwen ingekleed of gecamoufleerd. Naarmate het landschap aantrekkelijker wordt en er meer toerisme en recreatie plaatsvindt kan men rechtsreeks financiële winst verwachten via hoevetoerisme, thuisverkoop, bezoek op de boerderij en dergelijke. gerief- en brandhout Vooral houtkanten waren erg belangrijk voor het leveren van hout voor verkoop of voor het dagelijkse gebruik op en rond de boerderij en als bron van looistoffen, de grondstof voor leerlooierijen. Verder werd het gewonnen hout ook als brandhout aangewend. Nu worden houtkanten voornamelijk aangeplant voor brandhout en niet meer voor geriefhout. Bij onderhoud van het landschap en natuurgebieden door agrariërs, landschap-, weg- of natuurbeheerders komen beheersresten vrij die veelal nog onbenut blijven. Vandaag kan dit omwille van de 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 2. Landbouwwaarde

10 stijgende brandstofprijzen opnieuw een motivatie zijn om aan landschapsonderhoud te doen en op die manier kunnen cultuurhistorische landschapselementen nieuw leven ingeblazen worden. Zo kan de houtoogst (afkomstig van houtkanten en/of knotbomen) bijvoorbeeld versnipperd worden met een hakselaar. Na het drogen van deze houtsnippers kunnen deze dienen als CO2 neutrale brandstof in hoogtechnologische verbrandingsketels. Zo krijgen KLE een economische waarde door te fungeren als vervanger van fossiele brandstof. Hout afkomstig van houtkanten of andere houtige landschapselementen kan aangewend worden als brandstof, maar ook als geriefhout (bron: RL Meetjesland). oeverversteviging Dankzij de wortelstructuur van (knot)bomen en struiken wordt de oeverbodem vastgehouden en beschermd tegen afkalving en uitspoeling. Zonder de natuurlijke bescherming van houtkanten en boomrijen is het merendeel van onze beekoevers veroordeeld tot actieve en zelfs agressieve erosie. 1.3 Aanleg Hagen deden van oudsher dienst als veekering (bron: P. Verdonckt). Aangezien de voornaamste verschillen tussen heggen, hagen en houtkanten en -wallen het type beheer is, wordt de aanleg van deze houtige KLE hier samen besproken. Algemene regels bij het aanplanten: goede planning is erg belangrijk. Zowel bij het aanplanten van heggen, hagen en houtkanten als bij de aanplant van bomen is een goede voorbereiding belangrijk. De plantenkeuze zal erg belangrijk zijn wanneer je ten gepaste tijde de opbrengst van je houtkant wil gaan oogsten. Sommige soorten verdragen het namelijk niet om in cyclussen tegen de grond afgezet 2 te worden. Naast de habitus (vorm en omvang van de kruin), zal ook de soort beworteling de plaats van de boom bepalen. Wil men een boom dicht bij een verharding of een muur aanplanten, dan kies je er best één met een met een penwortel (gewone es of zomereik). Vlakwortelaars kunnen immers hinderlijke schade opleveren (beuk, populier, kerselaar). Ook de standplaats zal in mindere of meerdere mate de keuze van boom- of struiksoorten dicteren. Belangrijk bij de soortenkeuze is: 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 3. Aanleg Houtkanten of andere houtige begroeiingen langs de waterlopen doen dienst als extra oeverversteviging (bron: RL Meetjesland). veekering Wat we nu nog aantreffen aan hagen en heggen is een magere restant van wat ooit in grote delen van het landschap in Vlaanderen alomtegenwoordig was. Geschoren doornhagen vormden tot voor de Tweede Wereldoorlog de methode om weiden en akkers af te schermen. Naast de functie als veekering werden ze ook dikwijls gebruikt om de eigendommen te benadrukken door op de perceelsgrens een haag of heg aan te planten. De schaalvergroting van de landbouwpercelen, ruilverkaveling, de verbetering van de landbouwwegen en vooral het gebruik van prikkel- en schrikdraad verdrong deze levende omheiningen. voedselrijkdom van de bodem. bodemvochtigheid. zuurtegraad. lichtinval. Bij het aanplanten van houtige kleine landschapselementen moeten wettelijke afstandsregels in acht genomen worden. Zo moeten laagstammen (lager dan 3 m) op minstens een halve meter van de scheidingslijn aangeplant worden, hoogstammen op minstens 2 m en een bos op minstens 6 m. Al deze zaken zullen invloed hebben op welke soort aangeplant wordt, maar uiteraard hoeven niet enkel deze zaken je keuze te dicteren. Ook de houtopbrengst, bloesems of vruchten en fruit spelen dikwijls een rol. Zoals eerder aangegeven is het belangrijk de juiste keuze te maken van het plantgoed. Soorten die rijkelijk bloeien en/of vruchten voortbrengen genieten de voorkeur omwille van hun belang voor vogels, insecten,..., maar ook omwille van hun landschappelijke waarde. Gebruik liefst enkel streekeigen plantgoed omwille van de vele voordelen (zie hoger: belang autochtoon plantgoed) ) Beheersvorm die veel toegepast wordt op houtkanten, waarbij de houtopstanden met een cyclus van 5-20 jaar gelijk met de grond gekapt worden. 8 17

11 De beplanting kan beperkt blijven tot één rij ofwel kan ze meerdere rijen innemen. In het laatste geval zijn talrijke combinaties mogelijk, bijvoorbeeld een houtkant bestaande uit verschillende rijen struiken in combinatie met meer opgaande boomsoorten. Het meest geschikte plantgoed voor hagen, heggen, houtkanten en -wallen wordt hieronder kort beschreven. Meer info over deze soorten is te vinden in de brochure Plantgoed (Provinciebestuur West- Vlaanderen). De beste haagsoorten zijn bomen en struiken die snoeiwerk goed verdragen zoals: beuk (Fagus sylvatica) haagbeuk (Carpinus betulus) veldesdoorn (Acer campestre) sleedoorn (Prunus spinosa) éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) hulst (Ilex aquifolium) wilde liguster (Ligustrum vulgare) Soorten die goed hakhoutbeheer kunnen verdragen: zwarte els gewone es tamme kastanje haagbeuk hazelaar iep winter en zomerlinde wintereik In heggen en houtkant en wallen kan een variatie aan struiken voorkomen. Veel gebruikte struiksoorten zijn: éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna) sleedoorn (Prunus spinosa) gelderse roos (Viburnum opulus) wilde liguster (Ligustrum vulgare) hazelaar (Corylus avellana) Europese kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) gewone vlier (Sambucus nigra) sporkehout = vuilboom (Rhamnus frangula) rode kornoelje (Cornus sanguinea) hulst (Ilex aquifolium) hondsroos (Rosa canina) (Europese) vogelkers (Prunus padus) Ook enkele middelgrote boomsoorten worden vaak gebruikt: zwarte els (Alnus glutinosa) lijsterbes (Sorbus aucuparia) veldesdoorn = Spaanse aak (Acer campestre) haagbeuk (Carpinus betulus) Opmerking: geschikte soorten kunnen verschillen van streek tot streek. plant geen soorten aan die het gewenste beheer niet verdragen, bijv. een houtkant met als doel de oogst van brandhout, wordt best aangelegd met soorten die het verdragen om in cyclussen tegen de grond afgezet te worden (bijv. hazelaar, sporkehout, rode kornoelje, sleedoorn, zwarte els ). Ook zijn er soorten die jaarlijkse snoei niet verdragen en dus beter niet in een haag geplant worden (bijv. gelderse roos, sporkehout, ). menging van diverse soorten is om verschillende redenen interessant: het biologische evenwicht is verzekerd, de uitbreiding van ziekten wordt verhinderd en de beplanting is op landschappelijk vlak meer waardevol. Groepsgewijze menging krijgt de voorkeur, bij individuele menging moeten snel groeiende soorten kort gehouden worden. afhankelijk van de voedselrijkdom en de vochttoestand kies je andere soorten. Aan de slag Algemene vuistregels bij het aanplanten van houtige KLE: Kies plantsoen dat twee tot drie jaar oud is. Jongere stekken zijn veel te gevoelig. Oudere planten daarentegen zijn duurder en hebben een langere aanpassingsperiode nodig vooraleer ze beginnen te groeien. Voor terreinen waar veel nachtvorst voorkomt, kan best wat ouder plantsoen gebruikt worden. Laat het plantgoed nooit met de wortels bloot liggen, want dan drogen de fijne wortels uit. Het zijn net deze wortels die belangrijk zijn opdat de struik snel zou aanslaan. Als het plantmateriaal niet onmiddellijk aangeplant wordt, kan het een tijdje ingekuild worden op een beschutte plaats. Dit betekent dat de planten samen in een ondiepe kuil gestopt worden, met een flinke laag aarde boven op de wortels. Als struiken of bomen niet onmiddellijk aangeplant kunnen worden, is het aangeraden ze in te kuilen (bron: Stubbe L. (links), Proclam (rechts)). Voor de meeste struikensoorten maakt het niet uit of ze in het voorjaar of in het najaar worden geplant. Winterkale bomen en struiken met blote wortels worden best enkel in de rustperiode verplant. Het planttijdstip ligt dus tussen half november en half maart. Wintergroene houtachtige planten worden best in oktober verplant. Dan kunnen ze goed aanslaan en lopen ze minder gevaar om uit te drogen. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 3. Aanleg

12 Plant in goede weer- en bodemomstandigheden. Vermijd het planten in perioden met sneeuw, vorst, droog, winderig of zonnig weer. Plant daarom op bewolkte dagen met weinig wind. Planten wanneer de grond kletsnat is, is ook niet goed. Doordat de grond dan verzadigd is met water krijgen de wortels van de stekken niet genoeg zuurstof om te kunnen groeien waardoor de wortels afsterven. Het plantgoed verzwakt hierdoor sterk en zal veel gevoeliger zijn voor ziekten. Plantafstanden voor een haag en een heg: een haag of een heg wordt aangeplant op 1 of 2 rijen. De plantafstand varieert tussen 2 tot 3 planten per lopende meter. Voor bloeiende hagen wordt de afstand dikwijls groter genomen nl. 1 tot 1,50 m tussen de planten. Zodat elke plant voldoende ruimte heeft. 1m X X X X 25cm 1m X X X X X X X Plantafstanden voor een houtkant: een houtkant bestaat uit verschillende rijen struiken, soms gecombineerd met hoger opgaande bomen. Houtkanten zijn dus gewoonlijk een stuk breder dan hagen (minstens 3 m) en worden aangeplant in een driehoeksverband van 1,5 m. 1,5 m X X X X 1,5 m 1,5 m X X X X X X X Gebruik geen meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen in de heg, haag, houtkant of -wal, enkel pleksgewijze bestrijding van distels is toegelaten. Bescherm de aanplant tegen veevraat. Plaats de afrastering op zo een afstand dat het vee wel aan de voet van de houtkant kan grazen, maar niet bij de bomen en struiken kan komen. 1.4 Beheer Hagen en heggen Het eerste jaar na de aanplant zijn de jonge struiken nog niet opgewassen tegen een aantal onkruidsoorten. Sommige eenjarige onkruidsoorten groeien al snel meer dan een meter hoog en verstikken zo de aangeplante struiken. Het gebruik van herbiciden is sterk af te raden, vooral omdat het ook de geplante struiken aantast. Daarom is het aangeraden de grootste onkruiden met de hand te verwijderen. Komen er veel grassen voor, is schoffelen de beste oplossing. Dit hoeft allemaal niet veel tijd te kosten aangezien het enkel de bedoeling is de forse onkruiden en grassen naast de struiken te verwijderen. Laat de rest van de kruiden gerust staan. Van zodra de struiken groter zijn, overgroeien zij die kruiden wel. Komen er teveel windes en wikkes voor dan volstaat het enkele malen te maaien tussen de aangeplante struiken. Van oudsher, toen nog geen prikkeldraad gebruikt werd, moest een haag zo dicht zijn dat er geen beest door kon. Naast het reguliere snoeiwerk werden in de winter de hagen daarom gevlochten om zo de gaten in de haag dicht te maken. Men besefte toen dat hagen alleen kunnen blijven voortbestaan als ze regelmatig onderhouden worden. Goed beheer is dus van cruciaal belang. Voorkom achterstallig onderhoud. Bij achterstallig onderhoud groeien de afzonderlijke struiken uit hun gesnoeide vorm. Omdat ze dicht op elkaar staan is er een sterke concurrentie en vallen er gaten. Door plotselinge toename van licht (door uitval of sterke snoei) krijgen soorten als brandnetel, kleefkruid, hop en haagwinde de overhand, waardoor het houtige KLE verder verbrokkelt tot afzonderlijke struiken. Natuurlijke verjonging is dan niet meer mogelijk en wanneer er geen aanplant plaatsvindt, zal de haag of heg verdwijnen. Open plekken worden daarom best opgevuld met nieuwe aanplant. Bij achterstallig onderhoud moeten de te groot geworden struiken worden afgezet of geschoren. Is een heg bijvoorbeeld te hoog of te wijd uitgegroeid, dan kan deze best zo laag mogelijk worden afgezet en zo opnieuw regenereren. Oude stammen kunnen op 40 cm worden afgezet om verjonging te bereiken. De heg moet daarna zeker drie jaar lang beschermd worden tegen vee vraat. Hiervoor kan op ongeveer één meter afstand van de heg een afrastering geplaatst worden. Is het achterstallige onderhoud voldoende weggewerkt, dan kan de heg verder regulier beheerd worden. Dit beheer kan op verschillende manieren gebeuren: 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 4. Beheer Afrastering langs een houtkant (Bron: Van Paassen A. en Schrieken N, 1998). Neem de regels van het Veldwetboek in acht: plant hoogstammige bomen niet dichter dan 2 m van de scheidingslijn met naburig perceel; hagen en laagstammen (lager dan 3 m) moeten op minstens een halve meter van de scheidingslijn geplant worden. Het beheer van een strak geschoren haag: bij beuk of haagbeuk, soorten gebruikt voor de aanleg van een geschoren haag, groeit meestal 1 hoofdtak per plant uit die later de stam vormt. Op deze stam vormen zich veel zijtakken die regelmatig ingekort worden en zorgen voor een dichte haag. De hoofdtak wordt slechts getopt als de gewenste hoogte bereikt is. Geschoren haagaanplantingen kunnen ook op een andere manier uitgroeien, nl. door ze 1 à 3 jaar na het planten kort af te zetten tot op 10 cm boven de grond. Op die manier krijgen ze een betere uitstoeling van de plant, wat ervoor zorgt voor een dichtere haag. Het eerste jaar na afzet, krijgen ze een vormsnoeibeurt, waarbij de onderzijde steeds breder blijft dan de bovenzijde. Deze trapeziumvorm verzekert de onderste takken van voldoende licht waardoor de haag tot op de bodem gesloten uitgroeit

13 Haag geschoren in trapeziumvorm (bron: Carette). Hagen worden bij voorkeur gesnoeid na de broedtijd, in de zomerperiode juli augustus. Wanneer hagen 2 keer per jaar gesnoeid worden, kan dit eens in juni en eens in de wintermaanden. Opgelet: volgens de wet moeten meidoornhagen tussen 1 november en 1 maart geschoren worden en dit met oog op de bestrijding van bacterievuur (MB 10 sept 2004 art. 2 1). De hoogte van een geschoren haag is afhankelijk van de functie en kan erg variëren. De ideale maten voor een maximale rijkdom aan soorten en aantallen vogels in een hagenrijk landschap blijken een hoogte van 1,40 m en een breedte van 1,20 m ter zijn. Ook vrij uitgroeiende heggen worden regelmatig, maar veel minder frequent gesnoeid (minder dan 1 keer om de 2 jaar). Het snoeien van hagen kan op verschillende manieren gebeuren, onderstaande tabel geeft een samenvatting weer van de mogelijke mechanische snoeiwijzen met hun voor- en nadelen. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 4. Beheer Bacterievuur op meidoornheg wordt verspreid door insecten die de bloemen bezoeken (bron: Bioweb KUL-Kortrijk (links), P. Verdonckt (rechts)). Vergelijking beheersmachines voor snoeibeheer hagen en heggen en randbeheer houtkanten en houtwallen (bron: Delarue & Willem)

14 Links: een klepelmaaier, rechts: het sterk uitgerafelde effect van scheren van een haag met klepelmaaier (bron: Proclam, O. Dochy). Een slagmaaier aan het werk, duidelijk een beter resultaat (bron: RLH). Beheer van een vrij uitgroeiende heg: het beheer van zo n heg is in feite hakhoutbeheer: de struiken worden laag bij de grond afgezet, eens in de 5 tot 20 jaar. Toch kan de kapcylus of omlooptijd sterk variëren afhankelijk van o.a. de beschikbare ruimte en de in de heg staande soorten. Het hakhoutbeheer gebeurt altijd gefaseerd zodat de aanwezige fauna kan uitwijken naar het intacte deel van de heg. Hoger uitgegroeide bomen worden daarbij gespaard. Als er teveel overhangende takken zijn ontstaan, moet de heg aan de zijkant tussentijds wat worden gesnoeid. De hagendorser laat geen haag ongeschoren! Met deze slogan wordt een slagmaaier ingezet om de vele landelijke hagen in Haspengouw en Voeren te scheren. Land- en tuinbouwers, gemeenten en particulieren kunnen beroep doen op de hagendorser voor deze tijdrovende klus. Het gaat om een slagmaaier met een 8 m lange arm. De combinatie snijden, mulchen en in de haag blazen zorgt ervoor dat de werkzaamheden in één beweging gebeuren. De gesnoeide haag lijdt minder door het inscheuren of rafelen van de twijgen dan bij gebruik van bijv. een klepelmaaier. Meer info: hagendorser@telenet.be. Ook in de Westhoek (West-Vlaanderen) gaat t Boerenlandschap vzw op een dergelijke manier aan de slag. Meer info: 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 4. Beheer De heggenschaar of scheerder met schijfmaaier haalt het beste resultaat (bron: Proclam). Links: hagendorser aan het werk in Haspengouw (bron: RLH). Rechts: Hagenscheerder van t Boerenlandschap (bron: t Boerenlandschap)

15 Houtkanten en houtwallen Het is erg belangrijk houtkanten en -wallen goed te onderhouden en met regelmaat af te zetten tot op de grond. Afzetten is nodig om ervoor te zorgen dat de struiken jonge scheuten blijven vormen en niet uitgroeien tot bomen. Bovendien herbergen oude hakhoutstoven een grote diversiteit aan fauna en flora. Diverse (korst)mossen zijn aan deze kapvormen gebonden en heel wat vogels, zoogdieren en insecten hebben precies de holen nodig die daarin te vinden zijn. De houtkant moet om de 5 tot 20 jaar afgezet worden op ongeveer 20 cm hoogte af. Dit gebeurt altijd gefaseerd zodat de aanwezige fauna kan uitwijken naar het intacte deel van de houtkant. Werk ook best niet op te kleine schaal (om te vermijden dat de vraatzucht van konijnen, hazen en reeën het uitlopen teveel verhindert), zodat verjonging voldoende kansen krijgt. Het groepsgewijs afzetten heeft ook als voordeel dat er voldoende licht op de stobben valt, wat teruggroei bevordert. Hierbij is het van belang buiten het broedseizoen (dit loopt van begin april tot augustus) te werken, dus best tussen 1 november en 1 maart. Om meer variatie te verkrijgen in de houtkant wordt er dikwijls voor gekozen om enkele hoogstammen (bijv. es, eik, ) te laten staan. Hakhoutbeheer gebeurt zowel met slag- als met zaaggereedschap. In principe is het resultaat na het gebruik van slaggereedschap beter: het snijvlak is gladder, waardoor de wonde beter heelt en de stobbe gemakkelijker opnieuw uitlopers kan vormen. Voor de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen kunnen verschillende beheerovereenkomsten afgesloten worden, hieronder een overzicht: VLM beheerovereenkomst: aanplanten en onderhouden van houtige kleine landschapselementen. gebruik geen bestrijdingsmiddelen in de haag, heg, houtkant of houtwal; plaatselijke bestrijding van distels mag wel. gebruik geen meststoffen of slib van rioolwaterzuivering in de haag, heg, houtkant of houtwal. verbrand snoeiafval op een veilige afstand (minstens 20 m) van de haag, heg, houtkant of houtwal. het is niet toegelaten de natuurlijke plantengroei van de haag, heg, houtkant of houtwal te wijzigen. Planten die grenzen aan het houtig landschapselement mogen dus niet verbrand, vernietigd of beschadigd worden waardoor ze afsterven met mechanische of chemische middelen. Enkel als een jonge aanplant overwoekerd dreigt te worden, mag de vegetatie mechanisch gewijzigd worden. het perceel waarop de haag, heg, houtkant of houtwal aangeplant is, moet 5 jaar lang (de looptijd van de beheerovereenkomst), op 1 januari, ononderbroken in gebruik genomen zijn. gebruik bij de aanplant van een haag, heg, houtkant of houtwal enkel boom- en struiksoorten die vermeld zijn in een lijst met specifieke, streekeigen soorten. verwijder de niet-streekeigen soorten uit de haag, heg, houtkant of houtwal. het verwijderen van snoeihout moet gebeuren vóór 15 maart. vul de gaten in de haag, heg, houtkant of houtwal op met gelijke soorten. voorwaarden waaraan de aanplant moet voldoen: de haag moet minstens 25 m lang zijn en de plantafstand hoogstens 0,5 m - de heg moet minstens 25 m lang zijn en de plantafstand hoogstens 2 m - de houtkant of houtwal mag hoogstens 10 m breed zijn en moet minstens een oppervlakte van 1,5 are beslaan. Het gebruikte plantgoed is minstens 0,4 m hoog, de bomen worden aangeplant in een driehoeksverband waarbij de maximale plantafstand 1,5 m is. 1. Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 4. Beheer Hakhoutbeheer (bron: Carette) Opmerking: voor het snoeibeheer van hagen en heggen en het randbeheer van houtkanten en houtwallen kunnen diverse werktuigen ingezet worden. Dit zijn allemaal aanbouwstukken voor grotere trekkers en worden in het natuur- en landschapsbeheer meestal ingezet op hydraulische armen ook wel maaiarmen genoemd voor een betere werkbereikbaarheid

16 2. Bomenrijen en solitaire bomen Gebaseerd op: Hermy & De Blust (1997), Trio (1998), Van Paassen & Schrieken (1998), Coremans (2003), Carette (2005), Heyvaert & Dooremont (2007), CHBeheer (2008), Joye et al. (2008) Bomenrijen zijn vrijwel altijd aangeplant door de mens, hoofdzakelijk langs wegen, dorpspleinen, oprijlanen,... De soorten die hiervoor gebruikt worden zijn zeer uiteenlopend. In Vlaanderen bestaan bomenrijen vaak uit populieren: deze hebben een grote impact op het landschapsbeeld maar qua biodiversiteit is de bijdrage eerder gering. 2. Bomenrijen en solitaire bomen Bomenrij, bestaande uit populieren zorgt voor een typisch landschapsbeeld (bron: O. Dochy). Daarnaast zijn ook knotbomenrijen typisch in Vlaanderen. De geschiedenis van knotbomen gaat ver terug, het leverde de mensen trouwens ook wat op. Daarnaast zijn knotbomen een landschapselement dat onlosmakelijk is verbonden met bepaalde Vlaamse streken, ze geven informatie over het historische gebruik van het landschap en bepalen in grote mate het karakter ervan. Hierdoor zijn knotbomen als landschapselement hoog gewaardeerd. Een knotbomenrij of slechts één indrukwekkend exemplaar brengt bijvoorbeeld afwisseling in een volledig open landbouwgebied. Van oudsher werden knotbomen in rijen aangeplant langs beken, wegen of perceelsgrenzen. Waar nog slechts één of enkele exemplaren staan, kan men vermoeden dat dit restanten zijn van oude rijen. Veel mensen associëren knotbomen onmiddellijk met wilgen. Maar ook andere boomsoorten zoals eik, es, els, iep, populier en haagbeuk worden geknot. Een knotboom is een boom waarvan de stam wordt ingekort tot 1 à 2 m boven de grond. Op de ingekorte stam vormt zich een min of meer bezemvormige krans van nieuwe takken. Wanneer deze takken regelmatig worden afgezet tot tegen de stam, ontstaat door vorming van wondweefsel op de snijvlakken een bolvormige verdikking (de knot). Daaruit groeien na het afzetten telkens weer nieuwe takken door het uitlopen van de zogeheten slapende knoppen. De knotboom is dus geen soort op zich, maar een cultuurboom gevormd door de mens

17 Er zijn 3 knotvormen te onderscheiden: knotvorm: wordt op een hoogte van 2 m ingekort en onderhouden (om te beletten dat het vee de jonge loten zou opeten). stoelvorm: wordt ingekort op de hoogte van 0,5 m. stoofvorm: worden periodiek afgezet tot bijna helemaal tegen de grond (± 10 cm boven de grond). Solitaire bomen kunnen veel informatie geven over de geschiedenis van het landschap. Ze vertellen waar ooit een boerderij heeft gestaan of waar vroeger een geriefbosje heeft gelegen. Ze merken oude vergaderplaatsen of in sommige gevallen zelfs plaatsen van rechtspraak. Bij nader toezien zal men aan hun voet dikwijls ook een kapel, menhir of rustbank vinden. Alleenstaande bomen zijn gewoonlijk geen toevallige resten van een bos of houtkant. Dikwijls is een alleenstaande boom van een bijzondere soort, die afwijkt van de andere soorten in de omgeving en heeft hij een respectabele leeftijd. 2.1 Natuurwaarde Zoals eerder al aangehaald zijn houtig begroeiingen voor alle dierengroepen van betekenis. De knot van de boom stoelt in de loop der jaren uit en vormt als het ware een eerste verdieping waarop zich in de herfst afgevallen takken en bladeren verzamelen. Deze verteren tot waardevolle humus. Zo ontstaat een kiemplaats voor tal van planten. Onderzoek heeft aangetoond dat bijna 200 plantensoorten kunnen worden aangetroffen op een knotwilg. Doordat gedeelten van de knot wegrotten, ontstaan holten in de knotboom. Deze holten vormen ideale nest- en schuilgelegenheid voor tal van dieren. Tenslotte fungeren knotbomenrijen net als heggen, hagen en anderen lijnvormige landschapselementen als corridor, waarlangs dieren zich verplaatsen. Alleenstaande knotbomen of andere solitaire bomen fungeren dan eerder als stapstenen in het landschap Verschillende KLE maken deel uit van een groter netwerk (corridors) waarlangs dieren kunnen migreren (bron: O. Dochy). 2. Bomenrijen en solitaire bomen 1. Natuurwaarde Tal van dieren maken gebruik van KLE (bron: P. Verdonckt). De steenuil is o.a. afhankelijk van de aanwezigheid van knotbomen, maar ook andere holenbroeders zoals de holenduif, grote bonte specht, torenvalk, ringmus,... en kleine zoogdieren zoals vleermuizen en kleine marterachtigen maken gebruik van de holtes en spleten. Insecten, waaronder torren en kevers, gebruiken de knotwilg als vaste stek en vinden er hun voedsel, terwijl hommels en bijen deze precies opzoeken in het vroege voorjaar om zich te goed te doen aan het eerste stuifmeel in de wilgenkatjes. Bomenrijen en solitaire bomen bezitten grotendeels dezelfde functies als knotbomen(rijen). Maar omdat solitaire bomen een extra cultuurhistorische waarde hebben, worden ze gespaard op momenten dat in de omgeving andere bomen verdwijnen. Daardoor is een oude solitaire boom nogal eens het enige oude hout in een gebied. Dat vergroot de ecologische waarde want allerlei vogelsoorten hebben voor hun voedsel of voor nestgelegenheid een oude boom nodig. Daarenboven zijn solitaire bomen vaak eiken en linden en hebben ze een grote natuurwaarde: het zijn inheemse bomen met een grote rijkdom aan organismen die zich gespecialiseerd hebben op deze boomsoorten. Zo kunnen zich o.a. uitgebreide gemeenschappen van korstmossen op oude stammen bevinden

18 2.2 Landbouwwaarde Bomenrijen en solitaire bomen In de landbouw vervulden bomenrijen grotendeels dezelfde functies als knotbomenrijen en houtkanten. Ze werden gebruikt als perceelsscheiding, als bestrijding tegen erosie, als veekering, als schaduwplaats voor het vee, als natuurlijke drainage, als windscherm,... Daarnaast werden ze, behalve voor brandhout, ook aangewend voor ambachts-, gerief- en bouwhout. Solitaire bomen werden gebruikt als richtbakens in het landschap. Ze werden vaak op de hoek van een perceel aangeplant om de scheidingslijn duidelijk zichtbaar te maken. Verder hebben ze grotendeels dezelfde betekenis voor de landbouw als de bomenrijen. Knotbomen Afhankelijk van de boomsoort werd het hout van knotbomen voor verschillende doeleinden aangewend. Het meest bekend is het gebruik van het geoogste hout als brandhout, voor bakovens waarin de twijgenbundels heel wat hitte leverden en de dikkere blokken dienden om de warmte op peil te houden. Ook werd het hout aangewend voor allerlei geriefhout (stelen voor handgereedschap (vooral knotes bleek hiervoor geschikt), hekwerk weidepalen, staketsels voor hooimijten,... ). Wilgenklompen bleken daarnaast warmer te zijn dan deze van berk, steviger dan deze van populier en bleken een hoge slijtvastheid en gering absorptievermogen te bezitten wat hen de tot de beste keus maakte. Verder werden wissentenen gebruikt voor allerlei vlechtwerk zoals manden en korven en vandaag de dag voor omheiningen in de tuin en dergelijke. De schil werd gebruikt bij het looien van leer en de dunste twijgjes konden dienen om bezems mee te maken. Knotbomen bleken bovendien een medicinale werking te bezitten: aftreksels van bladeren en bast bleken bloedstelpend en pijnstillend te werken. Tot op vandaag wint men salicylzuur uit wilgen om te gebruiken in onze moderne pijnstillers. Het loof van de knotbomen werd tenslotte in sommige gevallen geoogst als loofvoedering voor het vee. Boomloof heeft een voedingswaarde vergelijkbaar met deze van hooi, en vooral bij misoogsten in de landbouw werd het loof tot aan de Eerste Wereldoorlog als stalvoedering aangewend om het vee de winter te laten doorkomen. Naast het geoogste hout kende en kent ook de boom zelf heel wat toepassingen in de landbouw. Wilgen slorpen bijzonder veel water op met hun uitgebreid wortelstelsel en worden dan ook vaak aangeplant als natuurlijke drainage langs grachten, maar ook als oeververstevigingen ter erosiebestrijding. Aangeplant langs weides bieden ze met hun dichte pruik van takken en twijgen bescherming aan het vee tegen de felle zon, harde wind, slagregens of hagel. Ze doven net zoals hagen, heggen en houtkanten de wind uit die anders vrij spel krijgt over het vlakke grasland. Zoals eerder al gezegd brengt dit een opbrengstvermeerdering met zich mee voor het achterliggende gewas. Sommige soorten, zoals els, kunnen via hun wortels extra stikstof vasthouden in de bodem, zodat ze als natuurlijke bemester optreden. Vandaag wordt het aanplanten van bomen in landbouwgebied op verschillende manieren aangemoedigd. Via landschapsbedrijfplannen, beheersovereenkomsten voor KLE (VLM) en subsidies via gemeenten worden heel wat bomen aangeplant op en rond het landbouwbedrijf. 2.3 Aanleg Bomenrijen en solitaire bomen Bij de aanplant van bomen is het belangrijk rekening te houden met een aantal zaken zoals het type plantgoed, de plantperiode, de plantplaats en de plantwijze. Welk plantgoed? Zoals eerder vermeld is het aanbevolen om streekeigen soorten te gebruiken die aangepast zijn aan de waterhuishouding, klimaat, ziekten en plagen. Soorten die voedsel bieden aan vogels en insecten zijn extra aantrekkelijk. Ook de plaats waar de boom zal komen, speelt een belangrijke rol in de keuze van het plantgoed. De maat van het plantgoed wordt vooral beïnvloed door: het beschikbare budget voor aanplant en nazorg. de plantstress die de boom aan kan. de wens om snel effect te hebben. het risico op beschadiging (kleine bomen zijn gevoeliger). Kleine maten van plantgoed zijn meestal goedkoper en relatief gemakkelijk aan te planten, maar vragen veel nazorg (langere begeleidingssnoei, vrijmaken boomspiegel, ). Het duurt ook lang alvorens het eindbeeld benaderd wordt. Grote maten geven sneller effect maar zijn duurder om aan te kopen, moeilijker handelbaar en dus ook duurder om te vervoeren en te planten. Ongeacht de grootte van de wortelkluit gaat proportioneel meer wortelmassa verloren bij grotere maten. Daarom lijden deze meer onder verplanting en slaan ze ook moeilijker aan. Het is dus zeker niet aangewezen om het grootste en duurste plantgoed aan te kopen. Voor elke situatie moet er echter een specifieke keuze gemaakt worden. Gebruik bijv. voor de aanplant van solitaire bomen plantgoed met een stamomtrek van 8 à 10 cm. Gebruik voor boomgroepen en rijen jonge bomen met een stamomtrek van 10 à 12 cm. Wanneer best planten? Winterkale bomen en struiken met blote wortels worden best in de rustperiode geplant, tussen half november en half april. Er wordt bij voorkeur geplant bij zacht en vochtig weer. Perioden met vorst, sneeuw, felle zon, droge oosten- tot noordenwind en een erg natte bodem zijn ongeschikt om goed plantwerk te kunnen leveren. Het ideale planttijdstip ligt hierdoor tussen half november en half december. Dan is er nog weinig vorstgevaar, het wortelstelsel wordt dan tijdens de winter goed omgeven door inspoelende gronddeeltjes en de wortels kunnen zich dan onmiddellijk na de winter ontwikkelen. Dit vormt een ideale uitgangspositie voor de plant om in de lente uit te lopen. Wintergroene houtachtige planten worden best in oktober geplant. Dan kunnen ze goed aanslaan en lopen ze minder de kans om uit te drogen door vorst. Wanneer de bomen niet onmiddellijk worden aangeplant, is het best ze in te kuilen (zie onderstaande figuur). Dit betekent dat de planten samen in een ondiepe kuil worden gestopt, met een flinke laag aarde boven op de wortels. Laat plantgoed nooit met blote wortels, onbeschermd liggen, nadat het uit de kwekerij of het tuincentrum komt. De wortels mogen in geen geval uitdrogen. Ook tijdens het vervoer moeten de wortels zorgvuldig beschermd worden tegen uitdrogen, bijv. met een vochtige jutezak of doek. 2. Bomenrijen en solitaire bomen 2. Landbouwwaarde 3. Aanleg

kleine landschapselementen

kleine landschapselementen KLE kleine landschapselementen Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: hagen, heggen, houtkanten en houtwallen natuurwaarde landbouwwaarde aanleg beheer bomenrijen en solitaire bomen natuurwaarde landbouwwaarde aanleg

Nadere informatie

HOUTIGE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN. 2.1 Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 2.1.1 natuurwaarde 2.1.2 landbouwwaarde 2.1.3 aanleg 2.1.

HOUTIGE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN. 2.1 Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 2.1.1 natuurwaarde 2.1.2 landbouwwaarde 2.1.3 aanleg 2.1. MODULE 2 HOUTIGE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN 2.1 Hagen, heggen, houtkanten en houtwallen 2.1.1 natuurwaarde 2.1.2 landbouwwaarde 2.1.3 aanleg 2.1.4 beheer 2.2 Bomenrijen en solitaire bomen 2.2.1 natuurwaarde

Nadere informatie

Het beheer van hagen houtkanten en knotbomen

Het beheer van hagen houtkanten en knotbomen Het beheer van hagen houtkanten en knotbomen kleine landschapselementen Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: hagen, heggen, houtkanten en houtwallen natuurwaarde Landbouwwaarde en andere waarden aanleg beheer bomenrijen

Nadere informatie

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 -

Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek - 1 - Inrichtingsplan Verlengde Looweg 7 Naam : Van Werven Holding B.V. t.a.v. : Dhr. T. van der Giessen Straat : Verlengde Looweg 7 Postcode : 8096 RR Plaats : Oldebroek Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:

Nadere informatie

Plant Goed aanbevelingslijst

Plant Goed aanbevelingslijst Plant Goed aanbevelingslijst Lijst streekeigen groen voor houtelementen De soorten in onderstaande tabellen die rood gemarkeerd staan mogen enkel gebruikt worden als gecertificeerd autochtoon plantmateriaal.

Nadere informatie

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017 Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017 Landschapselementen die in aanmerking komen voor de regeling Vouchers voor Landschapselementen bestaan uit inheemse bomen en struiken. Rondom het erf gaat het

Nadere informatie

Index Natuurbeheer Landschapselementen

Index Natuurbeheer Landschapselementen Index Natuurbeheer Landschapselementen Houtwal en houtsingel Houtwallen en houtsingels komen in heel Nederland voor. Deze lijnvormige landschapselementen kennen een sterke samenhang met het omringende

Nadere informatie

Subsidiedossier KLE. Gemeente Sint-Amands Milieudienst Kristin Moens Livien Van der Looystraat 10 2890 Sint-Amands Tel 052 39 98 78 Fax 052 34 06 65

Subsidiedossier KLE. Gemeente Sint-Amands Milieudienst Kristin Moens Livien Van der Looystraat 10 2890 Sint-Amands Tel 052 39 98 78 Fax 052 34 06 65 Gemeente Sint-Amands Milieudienst Kristin Moens Livien Van der Looystraat 10 2890 Sint-Amands Tel 052 39 98 78 Fax 052 34 06 65 Subsidiedossier KLE Aanvraagformulier vind je op het einde van dit document

Nadere informatie

Soorten te gebruiken in houtkanten

Soorten te gebruiken in houtkanten De soorten in onderstaande tabellen die rood gemarkeerd staan mogen enkel gebruikt worden als gecertificeerd autochtoon planmateriaal. Indien dergelijke plantmateriaal niet voor handen is, kan de soort

Nadere informatie

Landschapsbeheer Gelderland. Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: Eward Timmerman Datum: maart

Landschapsbeheer Gelderland. Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: Eward Timmerman Datum: maart Erftransformatie Revelingsweg 4, Wapenveld Na Fam. Boekelder Straat Revelingsweg : 4 Kruistraat 5 Postcode 8191 KR Wapenveld : 8167 NB Plaats : Oene Erf inrichtingsplan Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:

Nadere informatie

Beplantingsplan Landschapsbeheer Gelderland

Beplantingsplan Landschapsbeheer Gelderland Naam : Fam. Griffioen Straat : Grote Veldweg 2 Postcode : 7119 AG Plaats : Winterswijk Corle E-mail : m_griffioen_nv@hotmail.com Telefoon : Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: R. Borkes Datum:

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van kleine landschapselementen in Gemeente Wellen (versie 25/02/2015)

Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van kleine landschapselementen in Gemeente Wellen (versie 25/02/2015) Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van kleine landschapselementen in Gemeente Wellen (versie 25/02/2015) Art. 1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting goedgekeurde kredieten, verleent

Nadere informatie

Samenstelling pakket : keuze uit volgende soorten (minstens 5 stuks per soort)

Samenstelling pakket : keuze uit volgende soorten (minstens 5 stuks per soort) GEMEENTE INGELMUNSTER Tel. 051 / 33 74 00 BETOELAGING VAN DE AANLEG VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN SAMENSTELLING VAN DE PAKKETTEN BOSPLANTGOED 20 STUKS VOOR 5 EURO De soorten opgenomen in de pakketten

Nadere informatie

Het aanplanten van lijnvormige groenelementen

Het aanplanten van lijnvormige groenelementen Aanmoedigingspremie - Aanplanten en onderhouden van groenelementen. Artikel 1.- Het besluit van de gemeenteraad van 29 november 2001 betreffende de aanmoediging van het aanplanten en onderhouden van groenelementen

Nadere informatie

DEEL 1: BETOELAGING VOOR AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN DIE NIET ONDER DE BEPALINGEN VAN DE BEHEERSOVEREENKOMSTEN VALLEN

DEEL 1: BETOELAGING VOOR AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN DIE NIET ONDER DE BEPALINGEN VAN DE BEHEERSOVEREENKOMSTEN VALLEN DEEL 1: BETOELAGING VOOR AANLEG EN ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN DIE NIET ONDER DE BEPALINGEN VAN DE BEHEERSOVEREENKOMSTEN VALLEN HOOFDSTUK 1: ALGEMENE VOORWAARDEN Artikel 1 - Binnen de perken

Nadere informatie

L ANDSCHAPSEL E M E N T E N ( h a g e n, h a a g k a n t e n, h o u t k a n t e n e n b o m e n r i je n )

L ANDSCHAPSEL E M E N T E N ( h a g e n, h a a g k a n t e n, h o u t k a n t e n e n b o m e n r i je n ) S UBSIDIERING VOOR AANPLANTING EN ONDERHOUD VAN LI J N V O RMIGE L ANDSCHAPSEL E M E N T E N ( h a g e n, h a a g k a n t e n, h o u t k a n t e n e n b o m e n r i je n ) S UBSIDIERING VOOR AANPLANTING

Nadere informatie

Erfbeplanting rond nieuwe schuur Familie Buijsse - Waterlandkerkje

Erfbeplanting rond nieuwe schuur Familie Buijsse - Waterlandkerkje 111 1 222 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Plan van de opdrachtgever 4 Ligging - Topografische kaart 5 Bouwplan 6 Planvoorstel 7 Plan en omgeving 8 Toelichting bij erfbeplantingsplan 9 Soortenlijst 12 Bijlage

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van kleine landschapselementen in Gemeente Wellen (versie 28/12/2016)

Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van kleine landschapselementen in Gemeente Wellen (versie 28/12/2016) Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg van kleine landschapselementen in Gemeente Wellen (versie 28/12/2016) Art. 1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting goedgekeurde kredieten, verleent

Nadere informatie

Winst voor ons landschap

Winst voor ons landschap Winst voor ons landschap Door de jaren heen is er veel ervaring opgedaan met het aanleggen en onderhouden van elzensingels. De onderstaande beschrijving is gebaseerd op praktijkervaring en levert over

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimteplan A. Vastenburg Bommerigerweg 21, 6281 BR Mechelen - PNR 6281BR LIGGING Het plangebied is gesitueerd in het gehucht Bommerig, ten noordoosten van de kern Epen. Bommerig bevindt zich op een matig steile helling aan de oostkant van het Geuldal. hagen en bomen op ten

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen

Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen Gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen Artikel 1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting goedgekeurde kredieten, verleent het College van Burgemeester

Nadere informatie

SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN

SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN SUBSIDIERING VAN DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE ELEMENTEN Artikel 1 Het aanbrengen van lijnvormige beplantingen, zijnde hagen, houtkanten, bomenrijen, kan door het gemeentebestuur gesubsidieerd worden

Nadere informatie

Leve de tuin Bezoekerscentrum Webbekoms Broek - Diest

Leve de tuin Bezoekerscentrum Webbekoms Broek - Diest Leve de tuin 25.04.2017 Bezoekerscentrum Webbekoms Broek - Diest Regionale landschappen Publiekprivaat samenwerkingsverband tussen: Overheden: gemeenten & provincie Verschillende doelgroepen:alle gebruikers

Nadere informatie

WAT IS EEN HOUTWAL OF HOUTSINGEL?

WAT IS EEN HOUTWAL OF HOUTSINGEL? WAT WAT IS EEN HOUTWAL OF HOUTSINGEL? Houtwallen en -singels zijn lange stroken grond begroeid met struiken en bomen. De diverse benamingen duiden op een verschillende ontstaansgeschiedenis. Hout- of boswallen

Nadere informatie

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN AFDELING 1. VOORWERP VAN HET SUBSIDIEREGLEMENT Artikel 1. DOEL EN DOELGROEP Binnen de perken van het jaarlijks

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213

Landschappelijke inpassing Karreveld Karreveld 10, Roggel - PNR 6089NC /031213 INLEIDING Het plangebied is gelegen in een jong ontginningslandschap ten noordwesten van de kern Roggel. plangebied plangebied in het veld BEPLANTINGSPLAN 051113-1:1250 H1 Beukenhagen B1 Platanen S1 infiltratie

Nadere informatie

Landschapsbeheer Gelderland. Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: R. Borkes Datum: September Inrichtingsplan G.J.

Landschapsbeheer Gelderland. Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: R. Borkes Datum: September Inrichtingsplan G.J. Inrichtingsplan G.J. Doorninkweg 8 Naam : Ansink-Berenschot Straat : G.J. Doorninkweg 8 Postcode : 7131 NX Plaats : Lichtenvoorde Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: R. Borkes Datum: September

Nadere informatie

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v.

Cursus herkennen bomen en struiken. i.o.v. Cursus herkennen bomen en struiken i.o.v. Wat moet je meenemen? Bomen staan soms verder van de openbare weg. Twijgen, knoppen en bladeren zitten soms vrij hoog om details te zien. Zorg dat je een verrekijker

Nadere informatie

IV Hagen, heggen en houtkanten

IV Hagen, heggen en houtkanten IV Hagen, heggen en houtkanten Hagen, heggen en houtkanten 1 Principe Een haag of een heg is een lijnvormige aanplanting van houtige gewassen die door periodieke snoei in vorm wordt gehouden. De mate van

Nadere informatie

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANPLANT, AANLEG EN ONDERHOUD VAN PUNT- EN LIJNVORMIGE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Gemeenteraad 19/12/2007

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANPLANT, AANLEG EN ONDERHOUD VAN PUNT- EN LIJNVORMIGE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Gemeenteraad 19/12/2007 SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANPLANT, AANLEG EN ONDERHOUD VAN PUNT- EN LIJNVORMIGE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Gemeenteraad 19/12/2007 Artikel 1 - Het gemeentebestuur van Oosterzele keert een toelage uit,

Nadere informatie

Erfinrichtingsplan Oostermeenweg 4 Lievelde

Erfinrichtingsplan Oostermeenweg 4 Lievelde Erfinrichtingsplan Oostermeenweg 4 Lievelde Opdrachtgever: dhr. R. Nijhof Opgesteld door: dhr. M. Nijboer Deventer 07 december 2015 Inleiding Aan de Oostermeenweg 4 in Lievelde wordt in het kader van functieverandering

Nadere informatie

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones Bijlage 1: afbakening prioritaire zones Leievallei De omschrijving van de Leievallei beperkt zich tot de grenzen van het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 32 Leiemeers. Beekvalleien Alle beekvalleien die in

Nadere informatie

Stedelijk subsidiereglement op de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen

Stedelijk subsidiereglement op de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen Stedelijk subsidiereglement op de aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen Hagen, houtwallen, houtsingels, bomenrijen, veedrinkpoelen zijn van oudsher belangrijke landschapselementen, welke bovendien

Nadere informatie

Behaag...Natuurlijkactie 2013.

Behaag...Natuurlijkactie 2013. Behaag...Natuurlijkactie 2013. Een actie van Natuurpunt, de Milieuraad en het Gemeentebestuur. Gemengde hagen en houtkanten in landelijke gebieden en privétuinen kunnen samen groene linten vormen, vaak

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen

Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen Hoofdstuk 1 definities en afbakening Artikel 1 Het gemeentebestuur van de gemeente Pittem verbindt er zich toe dat de aanvrager een toelage bekomt

Nadere informatie

Toelagereglement ter bevordering van aanplantingen van landschapselementen. Hoofdstuk I : Het aanplanten van lijnvormige groenelementen.

Toelagereglement ter bevordering van aanplantingen van landschapselementen. Hoofdstuk I : Het aanplanten van lijnvormige groenelementen. Toelagereglement ter bevordering van aanplantingen van landschapselementen. Het gemeentebestuur van Grimbergen keert een toelage uit voor het aanplanten van lijnvormige groenelementen en hoogstammige fruitbomen,

Nadere informatie

Toelage voor aanplant en onderhoud van kleine landschapselementen

Toelage voor aanplant en onderhoud van kleine landschapselementen Toelage voor aanplant en onderhoud van kleine landschapselementen Artikel 1 Een toelage wordt uitgekeerd, binnen de perken van de daartoe op de begroting voorziene middelen, voor de aanplant en het onderhoud

Nadere informatie

REGIONALE LANDSCHAPPEN

REGIONALE LANDSCHAPPEN REGIONALE LANDSCHAPPEN WAT IS EEN REGIONAAL LANDSCHAP? Samenwerkingsverband (VZW) tussen provincie, aangesloten gemeenten en verenigingen actief rond natuur, landschap en cultuurhistorisch erfgoed, recreatie

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH

Landschappelijke inpassing Hoogstraat Hoogstraat , Uden - PNR 5406TH 8 KADASTRAAL Het plangebied omvat een deel van perceel 1282 in de sectie Q van de kadastrale gemeente Uden. Zie de markering in het kadastraal uittreksel hieronder en de luchtfoto rechts. plangebied kadastraal

Nadere informatie

Format projectplan aanleg landschapselementen -LANDSCHAPPELIJKE INPASSING-COMPENSATIE MAATREGELEN-

Format projectplan aanleg landschapselementen -LANDSCHAPPELIJKE INPASSING-COMPENSATIE MAATREGELEN- Datum opmaak ; 6 11 2017 Datum gewijzigd ; 21-11-2017 Format projectplan aanleg landschapselementen -LANDSCHAPPELIJKE INPASSING-COMPENSATIE MAATREGELEN- Gegevens aanvrager: Naam : Niels Rommers Adres :

Nadere informatie

AANMOEDIGINGSREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE GROENELEMENTEN (HAAG, HEG, HOUTKANT, BOMENRIJ)

AANMOEDIGINGSREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE GROENELEMENTEN (HAAG, HEG, HOUTKANT, BOMENRIJ) AANMOEDIGINGSREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING VAN LIJNVORMIGE GROENELEMENTEN (HAAG, HEG, HOUTKANT, BOMENRIJ) Artikel 1:. Hagen, heggen, houtkanten en bomenrijen hebben een zeer belangrijke landschappelijke

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Krakenburgsestraat/dijkstraat. Naam : Familie van de Pas Straat : Krakenburgsestraat Postcode : Plaats : Oosterhout

Landschappelijke inpassing Krakenburgsestraat/dijkstraat. Naam : Familie van de Pas Straat : Krakenburgsestraat Postcode : Plaats : Oosterhout Landschappelijke inpassing Krakenburgsestraat/dijkstraat Naam : Familie van de Pas Straat : Krakenburgsestraat Postcode : Plaats : Oosterhout Landschapsbeheer Gelderland 6891 DA Rozendaal Contactpersoon:

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement Kleine Landschapselementen (KLE) en Fauna- en Floraontwikkeling (FFO)

Gemeentelijk subsidiereglement Kleine Landschapselementen (KLE) en Fauna- en Floraontwikkeling (FFO) Gemeentelijk subsidiereglement Kleine Landschapselementen (KLE) en Fauna- en Floraontwikkeling (FFO) Hoofdstuk 1 Definities en Voorwerp Artikel 1 Definities - Kleine landschapselementen (verder KLE s genoemd)

Nadere informatie

Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen

Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen Hertelerweg tegenover 6 Gaanderen Inrichtingsplan Hertelerweg te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging agrarisch loonbedrijf en grondverzet Hofstad. Colofon Hoog-Keppel : mei 2014 Rapportnummer

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen

Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen Gemeentelijk subsidiereglement kleine landschapselementen Hoofdstuk 1 definities en afbakening Artikel 1 Het gemeentebestuur van de gemeente Pittem verbindt er zich toe dat de aanvrager een toelage bekomt

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp

Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp Landschappelijke inpassing in het kader van wijziging bestemmingsplan Fukkinkweg 1-3 Kotten-Winterswijk Familie Huiskamp 19-09-2016 Getekend door ing. J.Collou 1 Aanleiding Naar aanleiding van plannen

Nadere informatie

Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: Ing. R. Borkes Datum: 3 augustus 2017

Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: Ing. R. Borkes Datum: 3 augustus 2017 Naam : Fam. Gerritsen Straat : Hoevesepad 2 Postcode : 6851 EW Plaats : Huissen E-mail : johngerritsen@zonnet.nl Telefoon : 06-37352564 Rosendael 2 a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: Ing. R. Borkes Datum:

Nadere informatie

Subsidiereglement ter bevordering van het herstel van het half-open landschap

Subsidiereglement ter bevordering van het herstel van het half-open landschap 1 Subsidiereglement ter bevordering van het herstel van het half-open landschap Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 3 oktober 2005 Artikel 1 - Definities Artikel 2 kleine landschapselementen

Nadere informatie

Notitie. Erfbeplantingsplan Heikantseweg 4, Wehl. 1. Inleiding. 2. Uitgangspunten inrichtingsplan

Notitie. Erfbeplantingsplan Heikantseweg 4, Wehl. 1. Inleiding. 2. Uitgangspunten inrichtingsplan Notitie Erfbeplantingsplan Heikantseweg 4, Wehl Datum: 10 januari 2011 Projectnr.: 09-119B Uw kenmerk: - Contactpersoon: D. (David) Sietses ecogroen advies bv Postbus 625, 8000 AP Zwolle t:038 423 64 64

Nadere informatie

Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens

Beplantingsplan. Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo. A.I.W.M. Christiaens Beplantingsplan Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo A.I.W.M. Christiaens 16 oktober 2014 Beplantingsplan Woning Eendenkooiweg ong. Melderslo A.I.W.M. Christiaens Adres: Eendenkooiweg ong. Melderslo Initiatiefnemer:

Nadere informatie

s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief

s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief reggedal Enter s ta a l k a a rt e n b e p l a n t i n g s p l a n r e g g e da l E n t e r 22 maart 2017, definitief o v e r z i c h t Bos: Vogelkers - Essenbos (VE) 3 Eiken - Essenbos (EE) 4 Singels

Nadere informatie

ª ª Æ ø ±ª Æø. Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3. Beplantingsadvies

ª ª Æ ø ±ª Æø. Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3. Beplantingsadvies ª ª Æ ø ±ª Æø Æ ª µ ª ± Æ º ª ª ª BIJLAGE 3 Beplantingsadvies Beplantingsadvies landschappelijke inpassing silo, loods en woning t.b.v. nieuwbouw Landschapsbeheer Drenthe 1 Landschapsbeheer Drenthe maakt

Nadere informatie

Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan

Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan 18-03-2014 Vinkelsestraat 36, Heesch landschapsplan werknummer 24014028A opdrachtgever H. Ruijs versie 01 auteur MvS datum 18-03-2014 2 Bureau Verkuylen 18-03-2014

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1

Nadere informatie

HOLLE WEGEN. module 6

HOLLE WEGEN. module 6 HOLLE WEGEN Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: algemeen definitie belang beheer beheer berm beheer schouder beheer wegdek Definitie? Hoofdstuk 2 Definitie? Definitie? topkam Belang? Hoofdstuk 2 Belang? Microklimaat:

Nadere informatie

Kleine bosfragmenten: oases voor bestuivers in een groene woestijn?

Kleine bosfragmenten: oases voor bestuivers in een groene woestijn? Kleine bosfragmenten: oases voor bestuivers in een groene woestijn? 29 mei 2019 14:25 door Willem Proesmans Bestuivers zijn de laatste jaren een hot topic. Door bestuiving van landbouwgewassen spelen ze

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen

Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen Vanaf 1 juni 2007 Artikel 1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting goedgekeurde kredieten, verleent

Nadere informatie

Landschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp

Landschappelijke inpassingen en tegenprestatie paardenfokkerij Flitige Lise Breestraat ongenummerd, 5993 BH Maasbree PNR 5802DC / agp LIGGING Het plangebied is gesitueerd in een ouder ontginningslandschap, ten noorden van de oude nederzetting Rinkesfort en ten zuiden van de kern Maasbree. beplanting en bebouwing op omliggende erven bomenrij

Nadere informatie

Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken

Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken Lijst van Vlaamse inheemse bomen en struiken Archaeofieten. De soorten met een sterretje zijn niet inheems, maar sinds de Romeinse tijd bij ons ingevoerd uit het Mediterrane gebied. Gezien overeenkomstige

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp

Landschappelijke inpassing teeltveld Mts Heuts 2 e Heiweg ongenummerd, PNR 6051JC / agp LIGGING bebouwing van Maasbracht bosjes struweel bomenrij langs de 1 e Heiweg Het plangebied is gesitueerd in de gemeente Echt. Het bevindt zich in de zone tussen het Julianakanaal en de A2, ten zuiden

Nadere informatie

Landschapsplan in het kader van

Landschapsplan in het kader van Landschapsplan in het kader van Bouw woning Dhr. M. Kleeven Blaktweg 12 5962 NH Melderslo 06-13167416 Locatie woning: Swolgensedijk Melderslo Plattelandscoöperatie Peel & Maas regio Ing. R. Janssen Juli

Nadere informatie

Nederweert en Eind tekenen de horizon

Nederweert en Eind tekenen de horizon LIGGING afscherming door bebouwing en groen van buurerven Nederweert en Eind tekenen de horizon Het plangebied is gesitueerd in een van oudsher door een sterke verdichting gekenmerkt gebied. Rond 1850

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Waterweg 12

Landschappelijke inpassing Waterweg 12 Landschappelijke inpassing Waterweg 12 Naam: Adres: Waterweg 12 Beemte Broekland E-mail: Telefoon: Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal Contactpersoon: j. Zwanenburg Datum: 16-2-2012-1 - 1 Inleiding De familie

Nadere informatie

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5

ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5 ERFBEPLANTING SLAGENLANDSCHAP Sandersstraat 5 De erven van de Sandersstraat zijn gelegen in het Slagenlandschap. Dit landschapstype kenmerkt zich voornamelijk door de haaks op elkaar staande hoofdrichtingen

Nadere informatie

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING EN HET ONDERHOUD VAN LIJNVORMIGE LANDSCHAPSELEMENTEN EN DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN POELEN

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING EN HET ONDERHOUD VAN LIJNVORMIGE LANDSCHAPSELEMENTEN EN DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN POELEN GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE AANPLANTING EN HET ONDERHOUD VAN LIJNVORMIGE LANDSCHAPSELEMENTEN EN DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN POELEN Hoofdstuk 1 : definities Artikel 1 - Voor de toepassing

Nadere informatie

reijrink heijmans Landschappelijke inpassing Fam. Duis, Bladel LAND S CHAPS I N R I C H T I N G

reijrink heijmans Landschappelijke inpassing Fam. Duis, Bladel LAND S CHAPS I N R I C H T I N G Landschappelijke inpassing Fam. Duis, Bladel werkdocument: 0mschakeling van een melkveehouderij naar een vleeskalverenhouderij opdrachtgever: Fam. K.A.C. Duis De Elsten 3 5531 NS Bladel datum: 07-10-2013

Nadere informatie

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart

Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart Beplantingslijst EVZ Vossenbergse Vaart Project: Deelgebied: Projectnr.: Opdrachtgever: Datum: Cluster EVZ's EVZ Vossenbergse Vaart 9X5187 Waterschap Brabantse Delta 23 januari 2013 Nr. Wetenschappelijke

Nadere informatie

Vormverandering agrarisch bouwperceel Barlhammerweg 30 te Doetinchem

Vormverandering agrarisch bouwperceel Barlhammerweg 30 te Doetinchem Vormverandering agrarisch bouwperceel Barlhammerweg 30 te Doetinchem Het gaat hier om het wijzigen van de vorm van het bouwvlak met de bestemming Agrarisch. Gebleken is dat een vormverandering van het

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Zorgmanege The Horse Valley Heide 1a, 6088 PC Roggel - PNR 6088PC / / /

Landschappelijke inpassing Zorgmanege The Horse Valley Heide 1a, 6088 PC Roggel - PNR 6088PC / / / LIGGING ten oosten gelegen bos Het plangebied is gesitueerd ten noorden van de kern Roggel. Ten oosten van het plangebied bevindt zich een uitgestrekt bosgebied, plaatselijk bekend als de Ophovense Zandberg.

Nadere informatie

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg

Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg Landschapsplan in het kader van Bouw RvR woning aan de Melatenweg Dhr. Maarten Vullings 06-52179341 maartenvullings@outlook.com Locatie woning: Melatenweg 12 Horst aan de Maas Plattelandscoöperatie Peel

Nadere informatie

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan

ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Kootwijkerdijk 12, Kootwijkerbroek Beplantingsplan ir. L. de Graaf, Landschapsarchitect bnt / 14 januari 2016 / definitief Functieverandering Beplantingsplan 2 Te behouden beplanting Kootwijkerdijk 12 te behouden zomereiken te behouden gewone esdoorn te

Nadere informatie

Gemeentelijk reglement houdende de betoelaging van aanleg van kleine landschapselementen.

Gemeentelijk reglement houdende de betoelaging van aanleg van kleine landschapselementen. Provincie Antwerpen Gemeente L I N T Uittreksel uit de beraadslagingen van de gemeenteraad Zitting van 30 december 2002 Agenda: Gemeentelijk reglement houdende de betoelaging van aanleg van kleine landschapselementen.

Nadere informatie

A. HAAG. A.1 Type laag geschoren

A. HAAG. A.1 Type laag geschoren 1 Bijlage 1.a Lijst van struiken A. HAAG Algemeen : - een haag wordt op minimim 50 cm van de perceelsgrens geplant - een haag op de scheidingslijn valt onder de verantwoordelijkheid van beide eigenaars.

Nadere informatie

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP INTRODUCTIE Biodiversiteit: Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom of een gehele planeet.

Nadere informatie

Onderwerp. Datum : 19 maart 2015 Projectnummer : 211x07324

Onderwerp. Datum : 19 maart 2015 Projectnummer : 211x07324 Onderwerp Inpassings- en beplantingsplan van parkeerplaats en bebouwing, en legaliseren bestaande bebouwing t.b.v. een seksinrichting aan de Roermondseweg 203 te Weert Datum : 19 maart 2015 Projectnummer

Nadere informatie

bosplantsoen Dunnen van

bosplantsoen Dunnen van De gemeente Ede streeft naar een natuurlijk beheer van het openbaar groen. Deze manier van beheren is vooral geschikt voor de grotere groenobjecten, bijvoorbeeld bosplantsoen. Bij het juiste beheer kan

Nadere informatie

Erf beplantingsplan Bruggertweg 1a Beltrum

Erf beplantingsplan Bruggertweg 1a Beltrum Erf beplantingsplan Bruggertweg 1a Beltrum Ten behoeve van procedure omgevingsvergunning. Opdrachtgever: Fam. Klein Severt Datum: 08-03-2018 Opgesteld door: ing. J.Collou Behoort bij besluit van burgemeester

Nadere informatie

DEFINITIEVE AANNEMING VAN EEN STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING TOT INTEGRATIE VAN BEDRIJFSGEBOUWEN IN HET LANDSCHAP

DEFINITIEVE AANNEMING VAN EEN STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING TOT INTEGRATIE VAN BEDRIJFSGEBOUWEN IN HET LANDSCHAP DEFINITIEVE AANNEMING VAN EEN STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING TOT INTEGRATIE VAN BEDRIJFSGEBOUWEN IN HET LANDSCHAP Artikel 1 Onderhavig reglement definitief vast te stellen als stedenbouwkundige verordening

Nadere informatie

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant Deze bijlage behoort bij de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant, vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 16 december 2008, nr. 1475112 Bijlage C: Pakketten maatregel

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD LIGGING Het plangebied is gelegen ten noorden van de kern Mariahoop. Rond 1900 was het gebied grotendeels nog bekend als heide. De veldweg in het centrum van het gebied was rond 1900 reeds aanwezig. Het

Nadere informatie

Definitief Landschapsplan in het kader van Bouw woning

Definitief Landschapsplan in het kader van Bouw woning Definitief Landschapsplan in het kader van Bouw woning Dhr. C. Kleeven P/A Clapvaeren 4 5961 LM Horst 06-15831646 info@praede.com Locatie woning: Hoek Vrouwboomweg/Haagweg Plattelandscoöperatie Peel &

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimte plan Schey 11, Schey 11 6255 NL, Noorbeek PNR-6255NL11-190110

Landschappelijke inpassing Ruimte voor Ruimte plan Schey 11, Schey 11 6255 NL, Noorbeek PNR-6255NL11-190110 LIGGING dal van de Noor op het plateau gelegen gehucht Schey plangebied Het plangebied is gelegen ten oosten van de kern Noorbeek, in het gehucht Schey. Noorbeek is gelegen in het dal van de Noor, Schey

Nadere informatie

Bouwverordening betreffende beplanting

Bouwverordening betreffende beplanting Bouwverordening betreffende beplanting Gemeenteraadsbesluit van 7 juli 1998 Goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening op 16 november 1998 Toepassingsgebied

Nadere informatie

MINICAMPING LEEUWE PLAN VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING. eigenaar: fam. A. Leeuwe Zuidwelleweg 2 4326 SG NOORDWELLE. plan datum: 20 juli 2010

MINICAMPING LEEUWE PLAN VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING. eigenaar: fam. A. Leeuwe Zuidwelleweg 2 4326 SG NOORDWELLE. plan datum: 20 juli 2010 MINICAMPING LEEUWE PLAN VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING eigenaar: fam. A. Leeuwe Zuidwelleweg 2 4326 SG NOORDWELLE plan datum: 20 juli 2010 gemaakt door: E. Voogd Cipta Indah www.cipta-indah.com Kaarten

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing

Landschappelijke inpassing Landschappelijke inpassing Bigtelaar 1- Rijsbergen Nieuwmoerseweg 3a 4885 KJ ACHTMAAL info@plangroen.nl www.plangroen.nl Colofon Opdrachtgever Schoenmakers Advies BV Minnelingsebrugstraat 4a 4885 KP ACHTMAAL

Nadere informatie

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20 Normbedragen Landschapselementen 201 Normbedragen voor herstel en aanleg De normbedragen zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor materialen. De bedragen zijn de werkelijke kosten. Afwijkingen

Nadere informatie

Toelichting Landschappelijk Inpassingsplan Vaartdijk 5 te Someren

Toelichting Landschappelijk Inpassingsplan Vaartdijk 5 te Someren Toelichting Landschappelijk Inpassingsplan Vaartdijk 5 te Someren Locatie: Vaartdijk 5 5712 SE Someren Gemeente: Opgesteld door: Gemeente Someren Borgo Tuin- en Landschapsarchitectuur Janka Borgo Datum:

Nadere informatie

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg 2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg De normbedragen zijn opgebouwd uit kosten voor arbeid inclusief kosten voor materialen. De bedragen zijn de werkelijke

Nadere informatie

Inrichtingsplan Landschapsbeheer Gelderland

Inrichtingsplan Landschapsbeheer Gelderland Laanbomen Fruitbomen Knotbomen Bestaande bomen GDR03F 01342G0000 Bestaande hagen Nieuwe aan te leggen hagen Verharding Gebouwen E. Bomenrij G. Singel F. Bomenrij GDR03F 02148G0000 C. Knip- en scheerheg

Nadere informatie

Tournesol - Zonnebloem zelf! Centre Régional d'initiation à l'écologie Ferme d'uccle

Tournesol - Zonnebloem zelf! Centre Régional d'initiation à l'écologie Ferme d'uccle OPGELET! De volgende presentatie mag niet gebruikt of verspreid worden aangezien de afbeeldingen niet allemaal eigendom zijn van onze vzw! asbl Tournesol-Zonnebloem vzw Enkel voor didactisch gebruik van

Nadere informatie

BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG

BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG BOMEN VOOR KOEIEN VERSLAG 2018 Ik weet: t gebeurt, maar ik vind het niet kunnen, Dat wij dieren het licht in hun ogen misgunnen. Plant duizenden bomen, liefst brede en hoge En gun een koe de schaduw in

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel Rijksweg 15, Heel PNR 6097NK /agp

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie Bouwplan Wellness Centrum Heelderpeel Rijksweg 15, Heel PNR 6097NK /agp LIGGING bungalowpark de Heelderpeel bossen agrarisch bedrijf de N273 Het plangebied is gesitueerd ten noordwesten van de Provinciale weg de N273 en nabij het dagstrand aan de noordoostelijke oever van

Nadere informatie

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde Landschapsbeheer Drenthe aaaaaaaaaaaaa Landschapsplan van het perceel Grietmanswijk 5a te Bovensmilde t.b.v. nieuwbouw loonbedrijf provinciale organisatie beschikt Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij

Nadere informatie

GEMEENTE KOEKELARE GEMEENTELIJK PREMIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN

GEMEENTE KOEKELARE GEMEENTELIJK PREMIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN MILIEUDIENST Sint - Maartensplein 19 8680 Koekelare Tel. : 051 / 58 92 01 Fax : 051 / 58 84 96 GEMEENTE KOEKELARE GEMEENTELIJK PREMIEREGLEMENT VOOR DE AANLEG EN HET ONDERHOUD VAN KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN

Nadere informatie

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht

6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht 6. Ontwerp Visualisatie bovenaanzicht Het concept is vervolgens vertaald naar deze visualisatie. De voorgestelde beplantingen en materialen zijn uitgewerkt op pagina 20 en 21, aan de hand van enkele referenties.

Nadere informatie

Beplantingsplan vleeskuikenhouderij Struiken 3a Maasbree Drissen CV

Beplantingsplan vleeskuikenhouderij Struiken 3a Maasbree Drissen CV Beplantingsplan vleeskuikenhouderij Struiken 3a Maasbree Drissen CV 1 april 2015 Beplantingsplan Vleeskuikenhouderij Drissen CV Adres: Struiken 3a Initiatiefnemer: Drissen CV Datum: 1 april 2015 Opgesteld

Nadere informatie

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES

LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES Opdracht Landschappelijke inpassing recreatief bouwblok Opdrachtgever Dhr. van J. vd Putten Diepertseweg 22 5424 TA Elsendorp SIEBERS TUINPROJECTEN

Nadere informatie

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING LANDSCHAPPELIJKE INPASSING Beschrijving van de landschappelijke inpassing De nieuwe bebouwing dient op een goede wijze landschappelijk ingepast te worden in de bestaande landschaps- en bebouwingsstructuur.

Nadere informatie