Tubectomie bij hydrosalpinx als voorbereiding voor IVF: Medische Nemesis?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tubectomie bij hydrosalpinx als voorbereiding voor IVF: Medische Nemesis?"

Transcriptie

1 Tubectomie bij hydrosalpinx als voorbereiding voor IVF: Medische Nemesis? Reinier de Graaf was de eerste die feilloos de functie van de eileider doorgrondde, Deze was al honderd jaar eerder door Fallopius beschreven, maar die had geen idee waar dit orgaan voor diende. De Graaf was ook degene die voor het eerst begreep dat de vrouwelijke testikels in de buik de ovaria waren, en hij noemde als eerste de tuba oviducten. Wat hij nog niet kon weten was de rol van spermatozoën; die werden na zijn vroegtijdige, tragische dood pas ontdekt door zijn vriend Anthonie van Leeuwenhoek. Tijdens het leven van Reinier de Graaf gold nog het adagium- aan William Harvey toegeschreven- Omne vivum ex ovo (alles wat leeft komt uit het ei). Reinier de Graaf was ook de eerste die de hydrosalpinx beschreef, en hij onderkende dat hij hier te maken had met pathologie, die tot onvruchtbaarheid leidde. Met de komst van In Vitro Fertilisatie (IVF) zijn een aantal veranderingen opgetreden ten opzichte van de handelwijze van de beroepsgroep bij aanwezigheid van tubapathologie. Werd voor de tijd van IVF vaak nog geopereerd tegen beter weten in, omdat er geen alternatief was, met de komst van IVF is deze houding bij vele omgeslagen naar het tegendeel. Gezien de beperkte resultaten van tubachirurgie in het algemeen bestond bij velen het de opvatting dat patiënten met tubapathologie maar meteen voor IVF verwezen dienden te worden, ongeacht de ernst van de afwijkingen. Recent tekent zich echter een nieuwe ontwikkeling af. Op grond van nieuwe literatuur bestaat de neiging om bij alle patiënten met een hydrosalpinx- ongeacht hoe deze is aangetoond- voorafgaand aan de IVF behandeling maar zovast de tuba te verwijderen, omdat dit de resultaten van IVF verbetert. Het onderstaande artikel plaatst bij dit beleid enige kanttekeningen: hoe goed is dit onderbouwd, en wat zijn de argumenten voor en tegen. Hoe zou idealiter een nieuw beleid moeten worden ingevoerd? Onder ideale omstandigheden zou een nieuw beleid pas dienen te worden ingevoerd als duidelijk is aangetoond dat dit beter of minder gevaarlijk is. Het begrip evidence based medicine, waarvan de funderingen overigens reeds vele jaren in de geneeskunde verankerd lagen, is de laatste jaren modieus geworden. Eigenlijk valt introductie pas te rechtvaardigen nadat prospectief via een aantal gerandomiseerde studies (RCT, randomised controlled trial) duidelijk is aangetoond dat het nieuwe beleid te prefereren valt. Tot nog toe is er geen enkele RCT op het gebied van hydrosalpinx bij IVF gepubliceerd. De enige in de wereld die op dit moment gaande is voortijdig gestopt vanwege het opdrogen van de stroom patiënten. De argumenten die voor salpingectomie worden gebruikt zijn: enerzijds vermeende verbetering van resultaten, anderzijds vermindering van risico s bij de IVF behandeling. Afgezien van de bestaande bewijslast kan men echter ook aan aantal argumenten tegen aanvoeren: operatie met hospitalisatie en narcose zijn nodig, met de daaraan inherente risico s en complicaties; de behandeling kan een niet te verwaarlozen extra psychische belasting met zich meebrengen, met name ook bij patiënten die na een aantal mislukte IVF behandelingen toch alsnog een tubaplastiek zouden willen laten uitvoeren; het kostenaspect mag niet vergeten worden, afgezet tegen de meeropbrengst: alle patiënten met hydrosalpinx zouden een tubectomie moeten ondergaan om slechts voor een gedeelte van hen voordelen te bieden, en als laatste argument medische nemesis. Ivan Illich heeft eens gesteld dat door de toenemende technologisering van de geneeskunde deze een bedreiging voor de gezondheid van de patiënt is geworden (1).

2 Gepubliceerde literatuur Met het artikel van Annika Strandell (2) is een vloedgolf aan interesse in de hydrosalpinx bij IVF ontstaan. De hier opvolgende gepubliceerde literatuur lijkt haar bevindingen te bevestigen. (3-10). Alle artikelen zijn retrospectief, en betreffen het patiënten materiaal van het betreffende centrum. Het artikel van Akman (10) betreft uitsluitend cryo-embryo s; het is in de onderstaande meta analyse niet betrokken. Naast de peer reviewed artikelen zijn er nog een aantal abstracts verschenen, waarvan de cijfers moeilijker te beoordelen zijn (11-17). Terminologie en nomenclatuur De wereld van de IVF is helaas nog steeds niet voldoende uitgerijpt om te komen tot eenvormigheid aan terminologie en nomenclatuur. Dit is ook weer duidelijk wanneer men de verschillende bovenvermelde studies onderling vergelijkt. Zwangerschappen zijn dan weer klinisch, dan weer biochemisch. Implantation rates betreffen de ene maal het aantal echografisch aantoonbare vruchtzakken al dan niet vermeerderd met de eug s, de andere maal het aantal geboren kinderen per 100 teruggeplaatste embryo s. Het is een teken van zwakte dat de internationale beroepsgroep nog steeds niet is kunnen komen tot eenduidige nomenclatuur. In de meeste artikelen is, vaak indirect, na te gaan wat wordt bedoeld en is correctie naar eenvormigheid mogelijk. In het onderstaande overzicht zijn de cijfers uitgedrukt per embryo transfer. Onder zwangerschap wordt verstaan een klinische zwangerschap als gedefinieerd door Jones et. Al (18) of als gedefinieerd door de society of assisted reproductive technologies (SART): een of meer echografisch zichtbare vruchtzakken. De heterogeniteit tussen beide is hiermee in de praktijk bruikbaar. Gecorrigeerd is uiteraard naar biochemische zwangerschappen: deze zijn niet meegeteld. Onder implantation rate wordt verstaan het aantal echografisch zichtbare vruchtzakken per 100 teruggeplaatste embryo s als gedefinieerd door de SART, en niet het aantal geboren kinderen. Resultaten Met bovenstaande correcties is het mogelijk de artikelen onderling te vergelijken. Wel is de wijze waarop de hydrosalpinx is vastgesteld vaak slecht omschreven: meestal wordt deze bij HSG of laparoscopie of beide gediagnosticeerd; doch de enige die deze variabele vrij goed omschrijft is Strandell (2) Ook zij betrekt echter de echografie nog niet in haar beoordeling. In beide groepen (hydrosalpinx versus tubafactor zonder hydrosalpinx) is in geen van de studies een verschil in stimulatieparameters zoals het aantal follikels, oestradiolspiegels, eicelopbrengst of fertilisatiegraad. Wel echter zijn er verschillen na de terugplaatsing in zwangerschapscijfer, implantatiegraad en abortuscijfer, zodat de take home baby rate verschilt. Onderstaand figuur geeft de odds ratio met 95 % betrouwbaarheidsintervallen weer van het zwangerschapscijfer per terugplaatsing van de in de literatuur gepubliceerde artikelen. In de meta-analyse is sprake van een significant verschil ten gunste van de groep zonder hydrosalpinx.

3 Odds ratio met 95 % confidence interval van het klinisch zwangerschapscijfer per embryo terugplaatsing t.o.v. non- hydrosalpinxgroep in peer reviewed artikelen, alsmede de overall odds ratio. Het zwangerschapscijfer is een functie is van het aantal teruggeplaatste embryo s; met name de laatste jaren ontstaat een toenemende discrepantie tussen de VS en Europa: in steeds meer centra worden zoveel mogelijk embryo s teruggeplaatst, en vervolgens wordt een niet aanzienlijk deel van de zwangerschappen teruggebracht tot een of tweelingen. In een aantal centra zijn meer dan 20 % van alle zwangerschappen grote meerlingen die weer worden gereduceerd. In Europa is een steeds terughoudender beleid ontstaan waarbij men vaak slechts twee of hooguit drie embryo s terugplaatst. Om vertekening hierdoor te voorkomen is belangrijk om ook de implantatie cijfer te betrekken in de beoordeling; als boven gedefinieerd. Fig. 2 geeft hiervan de odds ratio. Ook deze is significant slechter in de meta-analyse. Om vertekening hierdoor te voorkomen is belangrijk om ook de implantatie cijfer te betrekken in de beoordeling; als boven gedefinieerd. Fig. 2 geeft hiervan de odds ratio. Ook deze is significant slechter in de meta-analyse. Odds ratio met 95 % Confidence interval van het implantatiecijfer (aantal echografisch zichtbare vruchtzakken per 100 teruggeplaatste embryo's in beide groepen Na de implantatiekans is dan nog de kans op spontane abortus; ook deze is verhoogd: de odds ratio is 1,7 met 95 % CI van 1,2 tot 2,3 (Fig. 3) Odds ratio met 95 % confidence interval van het spontane

4 abortuscijfer per klinische zwangerschap (wisselend gedefinieerd, doch vrijwel altijd niet doorgaande zwangerschappen voor de 20 e week) Al met al is in deze studies de kans dat een zwangerschap ontstaat en dat deze daarna tot een goed einde komt in de groep met een hydrosalpinx sterk verkleind. De Odds ratio hiervoor is weergegeven in Fig. 4. Odds ratio met 95 % confidence interval van het doorgaand zwangerschapscijfer c.q. bevallingscijfer per terugplaatsing De overall resultaten in termen van percentages zijn weergegeven in fig. 5.: Het zwangerschapscijfer per ET, het doorgaande zwangerschapscijfer c.q. bevallingscijfer, het abortuscijfer en het implantatiecijfer. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat alle gepubliceerde studies in dezelfde richting wijzen: patiënten met een hydrosalpinx doen het slechter dan zij die wel tubapathologie hebben maar geen hydrosalpinx. Overall cijfers van respectievelijk: klinische zwangerschap per terugplaatsing, bevallingscijfer, abortuscijfer per zwangerschap en implantatiepercentage. Publication bias? Toch schuilt in deze redenering een groot gevaar, namelijk van publication bias. Uitgerekend bovenstaand onderwerp is hiervoor gevoelig: Ieder centrum in de gehele wereld heeft de neiging een aantal studenten op hun eigen materiaal te zetten en dit retrospectief te laten uitzoeken. Het is relatief eenvoudig te analyseren zodat waarschijnlijk wel elk IVF hoofd het onderwerp zal opdragen aan een jonge assistent die maar al te gretig zijn of haar tanden in het onderwerp wil zetten. Als een p waarde van 0.05 als cut off aangehouden wordt zal alleen al op grond van het toeval vervolgens bij 5 van de honderd centra een significant verschil gevonden worden. Zij die geen verschil vinden zullen minder geneigd zijn hun bevindingen te publiceren, en als zij het al proberen zal het artikel minder kans maken geaccepteerd te worden, omdat negatieve bevindingen nu eenmaal minder impact hebben dan positieve. Bovendien is de objectiviteit van peer reviewed artikelen schone schijn. Er spelen vaak, met name in de VS, maar ook in

5 Europa, veel grotere belangen dan uitsluitend die van informatieoverdracht. Status en financiering van onderzoek vertroebelen vaak zuivere en pure uitwisseling van informatie. In dit opzicht kan bv fertinet via internet een uitkomst betekenen, ondanks het feit dat het is nog volstrekte anarchie en statusloos is, en ondanks het nadeel dat het een rijstebrijberg kan zijn van volstrekt overbodige informatie. Als gevolg van deze publication bias bestaat de kans dat artikelen die in druk verschijnen slechts het topje van de ijsberg zijn, en dat de verschillen helemaal niet zo groot zijn als aangegeven. Een tweede bedenking is dat ook als er een verschil bestaat dit nog niet wil zeggen dat men met een tubectomie dit kan herstellen: waarom krijgt de ene patiënt na salpingitis wel een hydrosalpinx, en de ander niet? Als dit bv een immunologische basis heeft is het nog geheel niet gezegd dat therapie het probleem verhelpt. Verklaringen Een aantal verklaringen zijn gegeven voor het verschil in resultaten tussen hen die wel en geen hydrosalpinx hebben: Er zou sprake kunnen zijn van een puur mechanisch fenomeen, namelijk een passieve vloeistofstroom vanuit de hydrosalpinx naar de vagina. De embryo s zouden als het ware weggespoeld worden. Hiervoor zijn wel enkele aanwijzingen: in een beperkte studie van 38 patiënten met echografisch aantoonbare hydrosalpinx had maar liefst 42 % van hen hydrorroe in de voorgeschiedenis. (19) Bij 16 % van hen werd met echografie in de luteale fase vocht in het cavum uteri gevonden, een bevinding waarvan gesteld wordt dat dit slecht samengaat met het ontstaan van een zwangerschap. Daarnaast is gesuggereerd dat het fenomeen zou kunnen berusten op een verminderde uteriene receptiviteit o.a. als gevolg van een suppressie van het beta- integrine (12). Daarentegen is onder andere ook gevonden dat hydrosalpinxvloeistof de productie van trofo blast oncofetal fibronectine, een glycoproteïne dat via adhesie implantatie bevordert, stimuleert; daarmee een omgekeerd effect suggererend (20). Als meest voor de hand liggende verklaring is uiteraard geopperd dat hydrosalpinxvloeistof embryotoxisch zou kunnen zijn, al dan niet als gevolg van een chronische ontsteking. Een aantal auteurs hebben dan ook vloeistof getest op toxiciteit bij muizeembryo s. (21-26) Embryotoxiciteitstesten Bij deze toxiciteitstesten worden muizen allereerst tot superovulatie gebracht met PMSG/hCG, waarna zij gedekt worden; de fertilisatie vindt dus in vivo plaats. Vervolgens worden de tubae verwijderd waaruit de al dan niet bevruchte oöcyten worden gespoeld. Daarna worden zij door gekweekt tot het blastocystestadium in een controlekweek onder ideale omstandigheden en in de te testen vloeistof. Bij het beoordelen van de cijfers is van belang te weten of men gebruik maakt van ééncelligen (die dus niet noodzakelijkerwijs bevrucht hoeven te zijn) direct na het flushen van de tuba, pronucleaire oöcyten een aantal uren later of tweecelliggen de volgende dag (die beide per definitie bevrucht zijn). Voorts is van belang de muizestam; sommige stammen kweken makkelijk, andere moeilijk. Bij de meest gebruikte (CD1 stam) moet men in een goed lab in de controlekweek ten minste 80 % blastocysten krijgen. Als laatste is van belang hoe lang men doorkweekt: tot 8 cellig groeien de embryo?s meestal door, maar bv na 96 uur dient een 1 cellige tot blastocyste te zijn uitgegroeid; hetzelfde geldt voor een 2 cellige na 72 uur.

6 Percentage caviterende embryo's (blastocysten) ten opzichte van het totaal aantal embryo's (y as) in relatie tot de toegevoegde concentratie hydrosalpinxvloeistof. Rechts de auteurs, het celstadium waarmee gestart is en de muizestam. Voor de vergelijking van de studies zijn ze als volgt in fig. 6 weergegeven: Het percentage muizeembryos dat na aan aantal dagen (afhankelijk van het beginstadium) blastuleert ten opzichte van het totaal, (y as) ten opzichte van de toegevoegde concentratie hydrosalpinxvloeistof. Op een aantal studies kan men gerede kritiek hebben: Schenk en Beyler testten naast de controlegroep alleen in hoge concentraties hydrosalpinxvloeistof. Het is bekend dat muizeembryos sowieso slecht groeien in kweek van menselijk materiaal; ook in 100 % menselijk serum worden lage percentages blastocystevorming bereikt. Sachdev en Muckerjee vinden al een sterke daling van blastocystevorming bij toevoeging aan het kweekmedium van slechts 1% hydrosalpinxvloeistof dat is ontdaan van cellulair debris, hetgeen dus een extreem embryotoxisch effect suggereert. Muckerjee neemt materiaal van 4 hydrosalpingen en kweekt embyo s apart: er blijkt bij toevoeging van 1 % een fors verschil tussen de vloeistoffen onderling (van 0 tot 40 % blastulatie) maar vanwege de kleine aantallen wordt geen significantie bereikt. Toch is zuivering voor cellulair debris onvoldoende garantie dat eventuele effecten van een chronische salpingitis tenietgedaan worden: er zijn diverse andere factoren zoals interleukines die aanwezig blijven. De vraag is dus wat gebeurd zou zijn als de patiënten allereerst met antibiotica zouden zijn voorbehandeld. Sharara (7) vond dat voorbehandeling met antibiotica een gunstig effect had, hetgeen pleit voor het feit dat misschien slechts die tuba met een chronische ontsteking een toxisch effect hebben, maar andere niet. Murray bv vond geen invloed van hydrosalpinxvloeistof in de muizeembryokweek. Zijn controlegroep heeft echter zeer lage cijfers, hetgeen suggereert dat de kweekomstandigheden onvoldoende beheerst worden. Prospectief gerandomiseerd onderzoek De enige zuivere studieopzet om aan te tonen of en in hoeverre een operatieve benadering werkt is een prospectief gerandomiseerd onderzoek bij vrouwen met hydrosalpinx. Annika Strandell is tot nog toe de enige die een dergelijke studie heeft opgezet; op dit moment is de studie nog gaande. Men had vooraf op grond van de powerberekeningen 300 patiënten voor randomisatie willen insluizen; op dit moment is de stand ruim 200. Zij heeft op de voorjaarsvergadering van 1997 van de Skandinavische fertiliteitsvereniging een tussenstand gerapporteerd (27). In deze studie lijkt er geen verschil in resultaten te zijn als de hydrosalpingen zijn gediagnostiseerd via HSG of laparoscopie, doch niet echografisch zichtbaar zijn, maar wel (hoewel nog niet significant) als de hydrosalpinx echografisch zichtbaar is. Dit onderstreept eens te meer het belang van een goede definitie en onderverdeling. Het is in overeenstemming met de indruk die anderen hebben, dat alleen echografisch zichtbare hydrosalpingen een negatieve invloed hebben (2, 16, 28). Een probleem van deze studie is echter nu dat de recrutering van patiënten steeds moeizamer verloopt omdat steeds meer vrouwen aandringen op salpingectomie. Het is derhalve nog niet zeker of de 300 patiënten gehaald zullen worden.

7 Aanvulling dd 10 nov 1999 Inmiddels is het artikel van Strandell in druk verschenen (31). De studie, waarin in eerste instantie 300 patienten zouden worden geincludeerd (ratio 3:2) is bij 204 patienten gestopt omdat er geen nieuwe patienten meer bereid waren aan het onderzoek deel te nemen.als gevolg daarvan waren een aantal verschillen wel klinisch relevant maar niet statistisch significant. Tabel: Zwangerschapscijfer per cyclus (verschil: P=0.07), bevallingscijfer per ET (P=0.08) en per cyclus (P Tabel: Zwangerschapscijfer per cyclus (verschil: P=0.03), Implantation rate (P=0.04) en bevallingscijfer per cyclus (P Wat niet in het artikel staat, maar daar wel uit te destilleren is, zijn de cijfers wanneer de hydrosalpinx niet echografisch zichtbaar is: Hier zijn de verschillen minder indrukwekkend; het IR is zelfs gelijk, maar wel is door de afval het bevallingscijfer lager (NS)

8 Tabel: Zwangerschapscijfer, Implantation rate en bevallingscijfer per cyclus bij de subgroep vrouwen met echografisch niet zichtbare hydrosalpinx; prospectief gerandomiseerd tussen tubectomie en geen operatie, ratio 3:2 Zo ja, welke therapie? Een aantal auteurs vergelijken de resultaten van een groep patiënten voor en na salpingectomie (29, 30) De kritiek die men hierop kan hebben is dat een dergelijke vergelijking niet valide is omdat de zwangere patiënten in de eerste groep niet voor salpingectomie in aanmerking komen, en dus kan sprake zijn van de zichzelf waarmakende voorspelling. Wat echter wel interessant is aan de studie van Levy (30) is dat hij patiënten verdeelde in drie groepen: zij die tubectomie kregen, zij die tubacoagulatie kregen en zij die een tubostomie kregen. De resultaten na de operatie verschilden niet significant (tabel I). # ET's Tubectomie 23 Tubacoagulatie 15 Tuboneostomie 7 Totaal 45 Emb/ET Kl Zwanger % IR % Wel plaatst hij zeer veel embryo's per keer terug, zodat ook de implantatiecijfers zijn weergegeven. Het lijkt er dus op dat het niet zoveel uitmaakt wat men doet, als de hydrosalpinxvloeistof maar niet meer in het cavum uteri terechtkomt. Een andere vraag is echter of operatie überhaupt wel noodzakelijk is; Sharara suggereerde dat met een eenvoudige antibiotische kuur voorafgaand aan de behandeling ook verbetering van de resultaten bereikt zou kunnen worden (7). Zijn artikel bevat echter geen overtuigende gegevens die deze bewering kunnen staven. Ook hiervoor zou een prospectieve, gerandomiseerde studie wenselijk zijn. In de enige studie omtrent embryotoxiciteit die geen verschil liet zien werd de vloeistof vooraf gekweekt; uitsluitend vloeistof werd getest die negatief was in de kweek (25). Conclusie Er is inmiddels een macht aan literatuur verschenen die duiden op een negatief effect van de

9 aanwezigheid van hydrosalpinx bij IVF. Door publication bias is het echter zeer wel denkbaar dat de studies die geen verschil aantonen niet of pas veel later verschijnen. In de enige RCT die nu verricht is, blijkt dat het effect voornamelijk aanwezig is bij grote, echografisch zichtbare hydrosalpingen. Voorts lijkt aannemelijk dat vloeistof uit sommige, maar niet alle hydrosalpingen embryotoxisch is. Het is nog allerminst zeker of salpingectomie wel de therapie der voorkeur moet zijn: men zou bij eenieder de tubae moeten verwijderen voor een mogelijke verbetering in resultaat bij een gedeelte van de patiënten; bovendien is hierna zwangerschap op natuurlijke wijze zeker niet meer mogelijk. In ieder geval lijkt het erop dat zowel tubectomie, tubacoagulatie als tubostomie gelijke resultaten bij IVF geven. Bovendien is nog niet uitgesloten dat ook antibiotische behandeling effectief kan zijn. Vooralsnog bestaan er teveel onzekerheden om bij iedereen met een hydrosalpinx een salpingectomie te kunnen rechtvaardigen. Bij de echografisch zichtbare hydrosalpinx die goed operabel is mag tubostomie niet op voorhand worden verworpen, en meer onderzoek is nodig naar de effecten van de verschillende behandelingsmodaliteiten. Referentie(s) 1. Illich I, Medical Nemesis, the expropriation of health? Publ Calder & Boyars ltd, London, UK (1975). 2. Strandell A et al Strandell A et al. Hydrosalpinx reduces in-vitro fertilisation/embryo transfer pregnancy rates. Hum. Reprod. 1994: 9: Kassabij M et al. Reduced pregnancy outcome in patients with unilateral or bilateral hydrosalpinx after in vitro fertilisation. Europ. J. Obs Gynaecol reprod. Biol. 1994: 56; Andersen, AN et al. Low implantation rate after in-vitro fertilization in patients with hydrosalpinges diagnosed by ultrasonography. Hum. Reprod. 1994: 9: Vandromme J et al. Hydrosalpinges in in-vitro fertilisation: an unfavourable prognostic feature. Hum. Reprod. 1995: 10: Fleming C, Hull MGR, Impaired implantation after in vitro fertilisation treatment associated with hydrosalpinx. Br.J.Obstet.Gynaecol. 1996: 103: Sharara FI et al. In-vitro fertilization outcome in women with hydrosalpinx. Hum.Reprod. 1996: 11: Katz E et al. Deleterious effect of the presence of hydrosalpinx on implantation and pregnancy rates with in vitro fertilization. Fertil. Steril. 1996; 66: Blazar AS et al. The impact of hydrosalpinx on succesful pregnancy in tubal factor infertility treated by in vitro fertilization. Fertil. Steril. 1997; 67: Akman MA et al. Hydrosalpinx affects the implantation of previously cryopreserved embryo?s. Hum. Reprod. 1996; 11: Sims JA et al. Effect of hydrosalpinx on outcome in in vitro- fertilization (IVF) ASRM 1993: S Lessey BA et al. Effect of Hydrosalpinges on markers of aderen receptivity and success in IVF, AFS 1994; S 45

10 13. Sharara FI et al. Hydrosalpinx is not associated with poor pregnancy outcome in in vitro fertilization, ASRM 1995, S Freeman MR et al. Hydrosalpinx reduces in vitro fertilization- embryo transfer implantation rates and in vitro blastocyst development. ASRM 1995: S Blazar, AS et al, Absence of an effect of hydrosalpinx on pregnancy rate in in vitro fertilization (IVF) ASRM 1995: S Agnani et al. Impact of hydrosalpinx and the consequences of salpingitis on IVF and embryo transfer outcome. Hum. Reprod. 1996; 11: Schenk LM, Jones D. Poor pregnancy outcome in patients with tubal factor following assisted reproductive technology: possible detrimental effect of tubal content. ASRM 1996; S Jones HW et al, What is a pregnancy? a question for programs of in vitro fertilisation. Fertil Steril. 1983; 40: Anderson, AN et al. The infertile patiënt with hydrosalpinges- IVF with or without salpingectomy? Hum. Reprod. 1996: 11: Sawin, SW et al. Hydrosalpinx fluid stimulates trophoblast oncofetal fibronectin production: implications for embryonic implantation in assisted reproduction. ASRM, 1996; S Schenk LM et al. Embryotoxicity of hydrosalpinx fluid. J.Soc. Gynecol. Invest. 1996: 3:2 Suppl 88A 22. Beyler SA et al. Hydrosalpingeal fluid retards in vitro mouse embryo development. J.Soc. Gynecol. Invest. 1996: 3: 2 Suppl. 90 A 23. Mukherjee T et al. Hydrosalpinx fluid has embryotoxic effects on murine embryogenesis: a case for prophylactic surgery. ASRM 1996: S2 and Fertil Steril. 1996; 66: Sachdev R et al. Detrimental effect of hydrosalpinx fluid on development and blastulation of mice embryo?s in vitro. ASRM 1996: S Murray CA et al. Effects of human hydrosalpinx fluid on mouse embryo development ASRM 1996: S Katz E et al. Hydrosalpinx fluid (HF) affects in-vitro development of mouse embryo?s ASRM 1996: S Strandell A. Et al., Meeting Nordic Fertility Society, jan 1997, persoonlijke mededeling 28. De Wit W, 1997, persoonlijke mededeling, analyse materiaal AZVU 29. Shelton KE et al Salpingectomy improves the pregnancy rate in in-vitro fertilization patients with hydrosalpinx. Hum.Reprod. 1996; 11: Levy MJ et al: The adverse effects of hydrosalpinges on IVF success rates are reversed equally well by salpingectomy, proximal tubal occlusion and neosalpingostomy. ASRM 1996, S64p> 31 Strandell A, LindhartnA, Waldenstrom U, Thorburn J, Janson PO, Hamberger L Hydrosalpinx and

11 IVF outcome: a prospective, randomized multicentre trial in Scandinavia on salpingectomy prior to IVF. Hum Reprod 1999 Nov;14(11): Powered by TCPDF (

K. Dreyer*¹, M.H. Emanuel², P.G.A. Hompes¹, V. Mijatovic¹

K. Dreyer*¹, M.H. Emanuel², P.G.A. Hompes¹, V. Mijatovic¹ 524 Reproductieve geneeskunde, Gynaecologie en Obstetrie anno 2013 Hysterosalpingofoamsonografie, een nieuwe techniek om proximale occlusie aan te tonen na een Essure -behandeling voor hydrosalpingen,

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Om de behandeling met intrauteriene inseminaties (IUI) zo optimaal mogelijlk te laten verlopen zijn een aantal factoren noodzakelijk. Deze factoren betreffen 1) voldoende progressief

Nadere informatie

IVF-cijfers per centrum 2009

IVF-cijfers per centrum 2009 IVF-cijfers per centrum 2009 J. Kremer, december 2010 Hier vindt u de IVF-cijfers van 2009 van alle centra van Nederland. Voor de 7 e keer zijn ook de meerlingen meegenomen. Leeswijzer IVF-resultaten Vanaf

Nadere informatie

IVF-cijfers per centrum 2006

IVF-cijfers per centrum 2006 IVF-cijfers per centrum 2006 J. Kremer, 19-10-2007 Hier vindt u de IVF-cijfers van 2006 van alle centra van Nederland. Voor de 4 e keer zijn ook de meerlingen meegenomen. Leeswijzer IVF-resultaten Vanaf

Nadere informatie

IVF-cijfers per centrum 2008

IVF-cijfers per centrum 2008 IVF-cijfers per centrum 2008 J. Kremer, december 2009 Hier vindt u de IVF-cijfers van 2008 van alle centra van Nederland. Voor de 6 e keer zijn ook de meerlingen meegenomen. Leeswijzer IVF-resultaten Vanaf

Nadere informatie

IVF-cijfers per centrum 2007

IVF-cijfers per centrum 2007 IVF-cijfers per centrum 2007 J. Kremer, december 2008 Hier vindt u de IVF-cijfers van 2007 van alle centra van Nederland. Voor de 5 e keer zijn ook de meerlingen meegenomen. Leeswijzer IVF-resultaten Vanaf

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

11b. Nederlandse samenvatting

11b. Nederlandse samenvatting 11b Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd vertrouwen meer dan 100 miljoen vrouwen op sterilisatie als definitieve vorm van anticonceptie. Al meer dan 100 jaar worden vrouwen gesteriliseerd.

Nadere informatie

IVF-cijfers per centrum 2010

IVF-cijfers per centrum 2010 IVF-cijfers per centrum 2010 J. Smeenk & J. Kremer, december 2010 Hier vindt u de IVF-cijfers van 2010 van alle centra van Nederland. Voor de 8 e keer zijn ook de meerlingen meegenomen. Leeswijzer IVF-resultaten

Nadere informatie

SAMENVATTING. Chapter 10

SAMENVATTING. Chapter 10 SAMENVATTING Dit proefschrift richt zich op niet-invasieve embryo beoordeling in IVF. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond, het doel en de inhoud van dit proefschrift. In dit hoofdstuk wordt de huidige

Nadere informatie

Patiënten-informatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid. ESEP studie

Patiënten-informatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid. ESEP studie Patiënten-informatie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid ESEP studie EUG in de eileider Eierstok Baarmoeder Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting De zoektocht naar het optimale GnRH-antagonistschema voor de vergelijking met GnRHagonisten tijdens IVF behandelingen. Ondanks het gegeven dat in meer dan 200 klinische studies gebruik gemaakt wordt van

Nadere informatie

Methoden Tussen februari 2009 en januari 2012 werden patiënten geïncludeerd voor de studie.

Methoden Tussen februari 2009 en januari 2012 werden patiënten geïncludeerd voor de studie. Letrozole versus Clomiphene for Infertility in the Polycystic Ovary Syndrome Richard S. Legro et al; N Engl J Med 2014;371:119-29 door Laura van Loendersloot en Marloes Derks, AIOS, cluster AMC Introductie

Nadere informatie

Redon drainage bij post-sternotomie mediastinitis. Ivan Theunissen ANIOS Intensive Care

Redon drainage bij post-sternotomie mediastinitis. Ivan Theunissen ANIOS Intensive Care Redon drainage bij post-sternotomie mediastinitis Ivan Theunissen ANIOS Intensive Care 20-05-2019 Post-sternotomie mediastinitis (PSM) Ernstige complicatie hartchirurgie Incidentie: 1-3% Verhoogde mortaliteit

Nadere informatie

IVF-cijfers 2012. Hier vindt U de IVF cijfers van 2012 van alle centra in Nederland, waarbij voor de 10 e keer ook de meerlingen zijn meegenomen.

IVF-cijfers 2012. Hier vindt U de IVF cijfers van 2012 van alle centra in Nederland, waarbij voor de 10 e keer ook de meerlingen zijn meegenomen. IVF-cijfers 2012 Hier vindt U de IVF cijfers van 2012 van alle centra in Nederland, waarbij voor de 10 e keer ook de meerlingen zijn meegenomen. Leeswijzer IVF resultaten IVF resultaten zijn op verschillende

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,

Nadere informatie

Resultaten van de IVF behandeling in Maastricht

Resultaten van de IVF behandeling in Maastricht Resultaten van een IVF-behandeling kunt u in vele boeken, tijdschriften, folders en websites vinden. Het is niet eenvoudig om resultaten van het ene centrum met die van andere centra te vergelijken. Dat

Nadere informatie

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Subfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 25 januari 2019 Gynaecoloog OLVG West

Subfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 25 januari 2019 Gynaecoloog OLVG West Subfertiliteit en myomen Dr. J. Kwee 25 januari 2019 Gynaecoloog OLVG West geen disclosures Potentiele problemen 1. Zwanger worden 2. Zwanger blijven 3. Complicaties zwangerschap 4. Complicaties partus

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 138 Uitstel van ouderschap De positie van de vrouw in de westerse maatschappij is de laatste tientallen jaren fundamenteel veranderd. Vrouwen zijn hoger opgeleid dan vroeger en werken vaker buitenshuis.

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand?

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand? Groene, rode en oranje bolletjes U ziet enkele groene en mogelijk ook rode of oranje bolletjes staan voor de genoemde oorzaken van verminderde vruchtbaarheid. Een groen bolletje betekent dat dit zeer waarschijnlijk

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Fertility treatment in obese women Koning, A.M.H. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Fertility treatment in obese women Koning, A.M.H. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Fertility treatment in obese women Koning, A.M.H. Link to publication Citation for published version (APA): Koning, A. M. H. (2015). Fertility treatment in obese

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en implicaties

Samenvatting, conclusies en implicaties Samenvatting, conclusies en implicaties Samenvatting, conclusies en implicaties Samenvatting Naar schatting 10 tot 15% van de paren met een kinderwens wordt geconfronteerd met subfertiliteit. Intrauteriene

Nadere informatie

Patiënten-informatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid. ESEP-studie

Patiënten-informatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid. ESEP-studie Patiënten-informatie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid ESEP-studie EUG in de eileider Eierstok Baarmoeder Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

RESULTATEN VAN MODERNE ONVRUCHTBAARHEIDSBEHANDELINGEN: WAT IS SUCCES?

RESULTATEN VAN MODERNE ONVRUCHTBAARHEIDSBEHANDELINGEN: WAT IS SUCCES? 1 RESULTATEN VAN MODERNE ONVRUCHTBAARHEIDSBEHANDELINGEN: WAT IS SUCCES? C.A.M. Jansen, H.C. van Os, M. Scheffer, E.Y. Jaarsma en P.M. Rijnders Afd Gynaecologie/ Verloskunde, Diaconessenhuis Voorburg,Postbus

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B vs C te D Zaak : Geneeskundige zorg, ICSI Zaaknummer : ANO07.320 Zittingsdatum : 7 maart 2007 1/7 Zaak: ANO07.320 (Geneeskundige zorg, ICSI, assisted hatching)

Nadere informatie

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Samenvatting Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Dit proefschrift heeft ten doel bij te dragen aan het

Nadere informatie

vruchtbaarheidssparende behandeling

vruchtbaarheidssparende behandeling Nederlands Netwerk Fertiliteitspreservatie vruchtbaarheidssparende behandeling Invriezen Invriezen van van embryo s eicellena IVF informatie voor vrouwelijke patiënten vruchtbaarheidssparende behandeling

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Poli Gynaecologie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Poli Gynaecologie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Poli Gynaecologie 0 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder is zeer volledig

Nadere informatie

Regelgeving bij IVF in Nederland en België: zo dichtbij, zo verschillend

Regelgeving bij IVF in Nederland en België: zo dichtbij, zo verschillend Regelgeving bij IVF in Nederland en België: zo dichtbij, zo verschillend Dr. C.A.M. Jansen, gynaecoloog Reinier de Graafgroep, locatie Diaconessenhuis Voorburg Inleiding Nederland en België zijn in vele

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG)

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) Inleiding Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (=extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke zwangerschap bevindt

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Subfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 6 februari 2017 Gynaecoloog OLVG West

Subfertiliteit en myomen. Dr. J. Kwee 6 februari 2017 Gynaecoloog OLVG West Subfertiliteit en myomen Dr. J. Kwee 6 februari 2017 Gynaecoloog OLVG West geen disclosures Vragen: Is er een relatie tussen submuceuzemyomen en fertiliteit. Is er een relatie tussen intramurale myomen

Nadere informatie

Tubal subfertility and ectopic pregnancy. Evaluating the effectiveness of diagnostic tests Mol, B.W.J.

Tubal subfertility and ectopic pregnancy. Evaluating the effectiveness of diagnostic tests Mol, B.W.J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tubal subfertility and ectopic pregnancy. Evaluating the effectiveness of diagnostic tests Mol, B.W.J. Link to publication Citation for published version (APA): Mol,

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Patiënteninformatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Patiënteninformatie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Inhoudsopgave 1 In het kort 2 Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) 3 Bij wie komt een EUG voor 4

Nadere informatie

JAARRAPPORT. LIFE Leuven Institute of Fertility and Embryology. Unit voor Reproductieve Geneeskunde Regionaal ziekenhuis Heilig Hart te Leuven

JAARRAPPORT. LIFE Leuven Institute of Fertility and Embryology. Unit voor Reproductieve Geneeskunde Regionaal ziekenhuis Heilig Hart te Leuven JAARRAPPORT 2018 LIFE Leuven Institute of Fertility and Embryology Unit voor Reproductieve Geneeskunde Regionaal ziekenhuis Heilig Hart te Leuven INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1. RESULTATEN 2. 2018 IN EEN NOTENDOP

Nadere informatie

H.242440.1113. Buiten baarmoederlijke zwangerschap

H.242440.1113. Buiten baarmoederlijke zwangerschap H.242440.1113 Buiten baarmoederlijke zwangerschap In het kort Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke zwangerschap

Nadere informatie

buitenbaarmoederlijke zwangerschap

buitenbaarmoederlijke zwangerschap buitenbaarmoederlijke zwangerschap Inhoud 1 In het kort 3 2 Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) 3 3 Bij wie komt een EUG voor 3 4 Klachten 4 5 Onderzoek 4 6 Behandeling 5 6.1 Operatieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift heeft als doel de verschillende aspecten van een niche in het keizersnede litteken in de baarmoeder te onderzoeken en te evalueren. In dit hoofdstuk wordt het onderzoek dat

Nadere informatie

Chapter 12. Samenvatting

Chapter 12. Samenvatting Salkantay Trek, Peru Chapter 12 Samenvatting 182 I Chapter 12 Radiculaire beenpijn veroorzaakt door een lumbale hernia komt wereldwijd vaak voor en bij de meeste patienten is het natuurlijke beloop gunstig.

Nadere informatie

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg

Nadere informatie

buitenbaarmoederlijke zwangerschap patiënteninformatie In het kort Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG)

buitenbaarmoederlijke zwangerschap patiënteninformatie In het kort Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) patiënteninformatie buitenbaarmoederlijke zwangerschap In het kort Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke

Nadere informatie

Miskraam. Niet vitale zwangerschap. Nomenclatuur. Niet vitale zwangerschap. Mifepristone én misoprostol bij een miskraam

Miskraam. Niet vitale zwangerschap. Nomenclatuur. Niet vitale zwangerschap. Mifepristone én misoprostol bij een miskraam Mifepristone én misoprostol bij een miskraam M & M trial Miskraam Nomenclatuur Chirurgie en medicamenteuze behandeling Behandeling Huisarts Verloskundige Gynaecoloog Mifegyne en misoprostol M & M trial

Nadere informatie

Extra uteriene graviditeit

Extra uteriene graviditeit Gynaecologie / Verloskunde Extra uteriene graviditeit Buiten baarmoederlijke zwangerschap Inhoud In het kort Wat is een EUG? Bij wie komt een EUG voor? Klachten Onderzoek Behandeling Operatieve Behandeling

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Optimizing the embryo transfer technique Abou-Setta, A.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Optimizing the embryo transfer technique Abou-Setta, A.M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Optimizing the embryo transfer technique Abou-Setta, A.M. Link to publication Citation for published version (APA): Abou-Setta, A. M. (2008). Optimizing the embryo

Nadere informatie

Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door

Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door Oefen- toets HAVO In vitro fertilisatie Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door spermacellen. Een bevruchte eicel ontwikkelt zich en wordt vervolgens meestal in

Nadere informatie

Een miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap

Een miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap Een miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap Wat is een miskraam? Een miskraam is het verlies van een vroege zwangerschap in de eerste vier maanden. Vaginaal bloedverlies is vaak

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Current value of preimplantation genetic screening Twisk, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Current value of preimplantation genetic screening Twisk, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Current value of preimplantation genetic screening Twisk, M. Link to publication Citation for published version (APA): Twisk, M. (2011). Current value of preimplantation

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Buitenbaarmoederlijke. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Afdeling Verloskunde/Gynaecologie In het kort Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte.

Nadere informatie

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Zelf echo s uitvoeren bij IVF Hoe betrouwbaar zijn de beelden? Hoe vaak worden vrouwen zwanger? Hoe voelende koppelszicherbij? Watkosthet? 1 Hoe betrouwbaar

Nadere informatie

Lean management vaardigheden

Lean management vaardigheden Lean management vaardigheden Lean management : meer dan tools Je gaat met Lean aan de slag of je bent er al mee bezig. Je ziet dat Lean over een set prachtige tools beschikt en je beseft dat het ook een

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)

Nadere informatie

Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap Obstetrie & Gynaecologie Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap Extra Uteriene Graviditeit (EUG) Inleiding U krijgt deze informatie over een buitenbaarmoederlijke zwangerschap als aanvulling op de mondelinge

Nadere informatie

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen niet geautoriseerde Nederlandse vertaling Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen De feiten op een rijtje De EMA wil graag dat Europese burgers met zeldzame ziekten toegang hebben tot specifieke en werkzame

Nadere informatie

Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit)

Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit) Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit) Vruchtbaarheids bevorderende operaties In het kort Operaties die de vruchtbaarheid bevorderen (fertiliteitbevorderende operaties) zijn operaties

Nadere informatie

Extra uteriene graviditeit (EUG)

Extra uteriene graviditeit (EUG) Extra uteriene graviditeit (EUG) Wat is een EUG? Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke zwangerschap bevindt

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor

Nadere informatie

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker Experimenteel onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met alvleesklierkanker waarbij de tumor vanwege de ligging niet door middel

Nadere informatie

d d m m y y Geachte mevrouw,

d d m m y y Geachte mevrouw, /6 Geachte mevrouw, U neemt deel aan een wetenschappelijke studie die de vruchtbaarheid onderzoekt na een eileidersparende of eileider verwijderende operatie voor een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth Schaaf, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Schaaf, J. M. (2013). Risk factors and

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Rumste, M. M. E. (2013). Outcome measures in reproductive medicine trials

Citation for published version (APA): van Rumste, M. M. E. (2013). Outcome measures in reproductive medicine trials UvA-DARE (Digital Academic Repository) Outcome measures in reproductive medicine trials van Rumste, M.M.E. Link to publication Citation for published version (APA): van Rumste, M. M. E. (2013). Outcome

Nadere informatie

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:

De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

FERTILITEITEN PSYCHOSOMATIEK APOG cursus 5 maart 2015, Jacques Maas gynaecoloog MMC

FERTILITEITEN PSYCHOSOMATIEK APOG cursus 5 maart 2015, Jacques Maas gynaecoloog MMC FERTILITEITEN PSYCHOSOMATIEK APOG cursus 5 maart 2015, Jacques Maas gynaecoloog MMC No disclosures No conflict of interest 1 1978: Robert Edwardsen Patrick Steptoemet Louise Brown Geboorte van 1 e IVF

Nadere informatie

Samenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde.

Samenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde. Klinische predictiemodellen combineren patiëntgegevens om de kans te voorspellen dat een ziekte aanwezig is (diagnose) of dat een bepaalde ziekte status zich zal voordoen (prognose). De voorspelde kans

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21764 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Mos, Inge Christina Maria Title: A more granular view on pulmonary embolism Issue

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Algemeen U heeft van de gynaecoloog gehoord dat u een buitenbaarmoederlijke zwangerschap heeft. Dit is een zwangerschap buiten de baarmoeder. In deze folder leest u hier

Nadere informatie

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke

Nadere informatie

Patientenfolder Wetenschappelijk onderzoek met Embryo's

Patientenfolder Wetenschappelijk onderzoek met Embryo's Patientenfolder Wetenschappelijk onderzoek met Embryo's 2014-03-26 1503 door Evert van Santbrink Het Fertiliteitscentrum Voorburg werkt samen met het Erasmus MC in wetenschappelijk onderzoek. Om meer te

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Medically assisted reproduction in the context of time Scholten, I. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Medically assisted reproduction in the context of time Scholten, I. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Medically assisted reproduction in the context of time Scholten, I. Link to publication Citation for published version (APA): Scholten, I. (2015). Medically assisted

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoof

124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoof Samenvatting 124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoofdstuk 1) wordt de reproductieve veroudering

Nadere informatie

dat we ervoor moeten zorgen dat dit met zo weinig mogelijk complicaties gepaard gaat.

dat we ervoor moeten zorgen dat dit met zo weinig mogelijk complicaties gepaard gaat. Waar komt uw interesse voor de gynaecologie vandaan? Ik ben aanvankelijk geïnteresseerd geraakt in de verloskunde en gynaecologie toen ik geneeskunde studeerde. En dan vooral in het samenspel van de hormonen.

Nadere informatie

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline? Joost Hoekstra, internist, AMC Potentiële belangenverstrengeling Klinische Diabetologie AMC ontvangt sponsoring van cq doet projecten met

Nadere informatie

Patiënten-informatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid. ESEP-studie

Patiënten-informatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid. ESEP-studie Patiënten-informatie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en vruchtbaarheid ESEP-studie EUG in de eileider Eierstok Baarmoeder Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: operatietechnieken en

Nadere informatie

Inhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox

Inhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox Bram Ramaekers Bianca de Greef KEMTA Masterclass Inhoud Data Kaplan-Meier curve Hazard rate Log-rank test Hazard ratio Cox regressie

Nadere informatie

JAAROVERZICHT 2013 Centrum Voortplantingsgeneeskunde Jeroen Bosch Ziekenhuis

JAAROVERZICHT 2013 Centrum Voortplantingsgeneeskunde Jeroen Bosch Ziekenhuis JAAROVERZICHT 2013 Centrum Voortplantingsgeneeskunde Jeroen Bosch Ziekenhuis Overzicht van paren die het oriënterend fertiliteitonderzoek (OFO) ondergingen. Aantal nieuwe paren in 2013 Jaar 2008 2009 2010

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke. zwangerschap

Buitenbaarmoederlijke. zwangerschap Buitenbaarmoederlijke zwangerschap U heeft een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, ook wel een extra uteriene graviditeit(eug) genoemd. Dit is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke

Nadere informatie

Embolisatie (UAE) Louisette Peters

Embolisatie (UAE) Louisette Peters Embolisatie (UAE) Louisette Peters 1 Disclosures Geen 2 De procedure Interventieradioloog Aanprikken arteria femoralis en selectief aa. uterina angiografisch in beeld brengen Embolisatie 4 5 Hoe het begon

Nadere informatie

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Coppus, S. F. P. J. (2012). Diagnostic and prognostic aspects of tubal patency testing

Citation for published version (APA): Coppus, S. F. P. J. (2012). Diagnostic and prognostic aspects of tubal patency testing UvA-DARE (Digital Academic Repository) Diagnostic and prognostic aspects of tubal patency testing Coppus, S.F.P.J. Link to publication Citation for published version (APA): Coppus, S. F. P. J. (2012).

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Appendices NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Het polycysteus ovarium syndroom (PCOS), letterlijk het vele cysten in de eierstok - syndroom komt relatief vaak voor. Van alle vrouwen blijkt 5 tot 16% PCOS

Nadere informatie