Verkennend bodemonderzoek perceel H239 aan de Rikkert te Enkhuizen

Transcriptie

1 Verkennend bodemonderzoek perceel H239 aan de Rikkert te Enkhuizen In opdracht van: Naam : Provincie Noord-Holland Postadres : Postbus 37 Postcode + plaats : 21 DA Haarlem Contactpersoon : Mw. S.B. Fens Projectnummer : 16HB19 Datum : 24 maart 216 Opgesteld door : Drs. S. Brink Gecontroleerd door : Ing. K. Mulder Aanleiding : Aankoop Protocol : NEN574 Veldwerk : conform certificaat BRL SIKB 2 (K26636) Analyses : ALcontrol Laboratories HB Adviesbureau Postadres : Postbus GE Alkmaar Bezoekadres : Comeniusstraat 7 Plaats : Alkmaar Telefoonnummer : info@hbadvies.nl Internet : NEN-EN-ISO 91 : NCK ISO Op alle offertes, werkzaamheden van en overeenkomsten met HB Adviesbureau zijn de RVOI 21 voorwaarden van toepassing, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag op 29 juni 21 onder nummer 84. De voorwaarden staan vermeld op onze website

2 VKB 21/22 HB Adviesbureau verklaart hierbij dat ten aanzien van de uitgevoerde werkzaamheden zij op geen enkele wijze een relatie heeft met de opdrachtgever en/of eigenaar van de onderzoekslocatie, danwel dat sprake is van een gewaarborgde functiescheiding conform de geldende richtlijnen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Hoewel HB Adviesbureau de grootste zorgvuldigheid betracht bij het uitvoeren van dit onderzoek kan het geen volledige zekerheid bieden omtrent de aan- of afwezigheid van een verontreiniging voor het gehele onderzoeksgebied. Het onderzoek betreft een momentopname. HB Adviesbureau aanvaardt op generlei wijze aansprakelijkheid voor gevolgen welke voortvloeien uit beslissingen welke genomen zijn op basis van de onderzoeksresultaten van het onderhavig bodemonderzoek. HB Adviesbureau werkt uitsluitend samen met laboratoria, welke door de Raad van Accreditatie (RvA) geaccrediteerd zijn. De laboratoria bieden u de mogelijkheid om de juistheid en authenticiteit van de analyseresultaten te controleren.

3 HB Adviesbureau INHOUDSOPGAVE PAGINA 1. INLEIDING EN DOEL 1 2. VOORONDERZOEK EN TOETSINGSKADER Inleiding Geraadpleegde informatiebronnen Verkregen informatie Onderzoekshypothese en -opzet Toetsingskader 4 3. BESCHRIJVING VELDWERK 5 4. RESULTATEN GROND Veldwerk Uitvoering analyses Analyseresultaten 7 5. RESULTATEN GRONDWATER Veldwerk Uitvoering analyses Analyseresultaten 9 6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 11 BIJLAGEN I : Overzichtstekening II : Profielbeschrijvingen III : Toetsingstabellen IV : Analysecertificaten V : Toetsingskader Wet bodembescherming 16HB19

4 HB Adviesbureau 1. INLEIDING EN DOEL Door de Provincie Noord-Holland is aan HB Adviesbureau opdracht verleend voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek op het kadastraal perceel H239 aan de Rikkert te Enkhuizen. Een overzicht van de onderzoekslocatie is weergegeven in bijlage I. Aanleiding voor het uitvoeren van het onderhavig onderzoek is de voorgenomen aankoop van de locatie. Doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieuhygiënische situatie op de locatie. Met bovenstaande doelstelling wordt nagegaan of er belemmeringen en/of beperkingen aanwezig zijn voor de voorgenomen handeling van de opdrachtgever. Voorafgaand aan de uitvoering van onderhavig onderzoek wordt eerst alle (historische) informatie verzameld. Vervolgens wordt gezamenlijk met de doelstellingen van het onderzoek bepaald welke onderzoeksprotocol(len) gevolgd dient te worden en op welke wijze (strategie) het onderzoek uitgevoerd wordt. Het gehele voortraject voorafgaand aan de uitvoering van de veldwerkzaamheden wordt behandeld in hoofdstuk 2. 16HB19 1 van 11 Pagina

5 HB Adviesbureau 2. VOORONDERZOEK EN TOETSINGSKADER 2.1. Inleiding In de NEN 574 staat aangegeven dat een vooronderzoek (historisch onderzoek) uitgevoerd dient te worden conform de Nederlandse Norm "Bodemleidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek" (NEN 5725, d.d. januari 29). Het uiteindelijk doel van het vooronderzoek is het presenteren van alle relevante (historische) informatie over de onderzoekslocatie. Op basis van de verzamelde gegevens wordt een onderzoekshypothese opgesteld. In de NEN 5725 is weergegeven welke onderzoeksinspanning noodzakelijk is bij een bepaald type onderzoek. Voor de uitvoering van het voorliggend onderzoek blijkt dat een standaard vooronderzoek noodzakelijk is. De gegevens kunnen verkregen worden door onder andere het opvragen van informatie bij de opdrachtgever, diverse overheidsinstanties, (digitaal) kaartmateriaal en het uitvoeren van een terreininspectie. Middels historisch kaartmateriaal kan veelal het vroegere gebruik van de locatie worden vastgesteld en kan onder andere achterhaald worden of op de onderzoekslocatie voormalige bebouwing, gedempte sloten en/of dammen aanwezig zijn (geweest) Geraadpleegde informatiebronnen HB Adviesbureau voert op de meest ter zake doende informatiebronnen een screening uit. Vanwege de digitale beschikbaarheid van veel informatie is (tenzij anders aangegeven) geen onderzoek in de archieven van de diverse overheidsinstanties zelf uitgevoerd. Het locatiebezoek c.q. de terreininspectie vindt voorafgaand aan het uitvoeren van het veldwerk plaats. In tabel 2.1 is een overzicht weergegeven welke informatiebronnen zijn geraadpleegd en uit welke bron(nen) relevante gegevens zijn verkregen. Daarnaast is aangegeven of het raadplegen van overige informatiebronnen zinvol is geacht. Tabel 2.1: Overzicht geraadpleegde informatiebronnen Informatiebronnen Geraadpleegd Informatie beschikbaar Opdrachtgever / eigenaar Lokale en/of regionale overheid - Bodemloket - Lokaal en/of regionaal bodeminformatiesysteem - Bodemkwaliteitskaart Eerdere onderzoeksrapporten aanwezig - (Historisch) kaartmateriaal Google Earth / Google maps Locatiebezoek / terreininspectie Overige informatiebronnen - Opgemerkt wordt dat de voor het vooronderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en/of volledig zijn. Voor het verkrijgen van informatie is HB Adviesbureau afhankelijk van deze bronnen, waardoor HB Adviesbureau niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde historische informatie. Verwacht wordt dat met de uitgevoerde screening een representatief beeld van de onderzoekslocatie wordt verkregen zodat een betrouwbare onderzoekshypothese kan worden opgesteld. 16HB19 2 van 11 Pagina

6 HB Adviesbureau 2.3. Verkregen informatie Van een locatie zijn veelal algemene (bodem)gegevens beschikbaar. De betreffende informatie kan afkomstig zijn uit het bodemloket, de bodemkwaliteitskaart, digitale bodeminformatiesystemen en/of eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken op de locatie of in de directe omgeving. Naast de algemene gegevens van de locatie wordt met de specifieke terreingegevens beoordeeld of het bodemonderzoek zal plaatsvinden conform de strategie voor een onverdachte of verdachte locatie. De mate van verdachtheid is afhankelijk van het (vroegere) gebruik van de locatie, de aard van de activiteiten die in het verleden op de locatie hebben plaatsgevonden dan wel nog plaatsvinden en de aanwezigheid van potentiële bronlocaties. In tabel 2.2 is een overzicht van de terreingegevens en is de eventuele aanwezigheid van potentiële verontreinigingsbronnen weergegeven. Tevens is aangegeven of tijdens het uitvoeren van de veldwerkzaamheden in de bodem aandachtspunten zijn aangetroffen welke aanleiding geven tot het aanpassen en/of aanvullen van de onderzoekshypothese of onderzoeksopzet. Derhalve is ook reeds aangegeven of tijdens de veldwerkzaamheden bodemlagen zijn aangetroffen waarin een bijmenging met puin aanwezig is (asbestverdacht). Tabel 2.2: Overzicht terreingegevens en verontreinigingsbronnen Terreingegevens Oppervlakte onderzoekslocatie m² Kadastrale aanduiding sectie H nr. 239 Vroeger gebruik van de locatie akker Huidig gebruik van de locatie akker Toekomstig gebruik van de locatie niet bekend Gebruik belendende percelen akkers Oppervlaktewater langs de onderzoekslocatie ja Verhardingen niet aanwezig Potentiële verontreinigingsbronnen Brandstoftank(s) niet bekend Gedempte sloten ja Brand(plaats) niet bekend Asbestverdacht materiaal niet bekend Sloopwerkzaamheden ja Funderings-/ ophooglaag, puinbijmengingen niet bekend Gebruik/ opslag chemische middelen/ olie niet bekend Aandachtspunten in de bodem tijdens veldwerk nee Andere bronnen, bijzonderheden ja Uit het locatiebezoek/terreininspectie voorafgaand aan het uitgevoerde veldwerk blijkt dat op het perceel hyacinten(bollen) aanwezig zijn. Gezien het gebruik als bollenland kan niet worden uitgesloten dat bestrijdingsmiddelen worden/zijn toegepast. Op de onderzoekslocatie is door de veldwerkers op basis van een opleiding asbestherkenning voorafgaand aan het onderzoek visueel aandacht besteed aan de aanwezigheid van asbestverdacht materiaal ter plaatse van de aanwezige objecten. Tevens is het maaiveld van de locatie op globale wijze geïnspecteerd. Het opgeboorde materiaal is tijdens de veldwerkzaamheden beoordeeld. Uit deze beoordeling zijn geen significante bijzonderheden geconstateerd. Wel is op het maaiveld plaatselijk baksteen, aardewerk en plastic waargenomen. Uit bestudeerd historisch kaartmateriaal blijkt dat op de onderzoekslocatie meerdere gedempte sloten aanwezig zijn, enkele voormalige dammen en voormalige bebouwing. Via en de Regionale Uitvoeringsdienst NHN is geen informatie achterhaald aangaande voorgaand onderzoek of verdachte bronlocaties. De onderzoekslocatie is gelegen in deelgebied buitengebied van de bodemkwaliteitskaart. De gemiddelde kwaliteit van de grond in dit deelgebied is AW2 (schoon). 16HB19 3 van 11 Pagina

7 HB Adviesbureau 2.4. Onderzoekshypothese en -opzet Op basis van de beschikbare informatie uit het vooronderzoek dient een onderzoekshypothese te worden opgesteld. Aan de hand van de gestelde hypothese wordt vervolgens gekozen voor een onderzoeksprotocol met de bijhorende onderzoeksopzet (strategie). Het onderhavig onderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm "Bodem - Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond" (NEN 574, d.d. januari 29). In tabel 2.3 zijn de hypothesen weergegeven alsmede de daaraan gekoppelde c.q. gevolgde onderzoeksstrategieën. Tabel 2.3: Onderzoekshypothesen en strategieën Hypothese Verdacht Deellocatie Gedempte sloten, voormalige dammen en bebouwing Verwachte stoffen Protocol Strategie Toelichting Divers NEN Verdacht Gehele terrein Bestrijdingsmi ddelen (OCB) NEN Onderzoeksstrategie voor een grootschalige onverdachte locatie (NEN 574-ONV-GR); 5.3 Onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke verontreinigingskern (VEP). Op basis van historisch kaartmateriaal Op basis van het gebruik als bollenland Opgemerkt wordt dat: - ter plaatse van de gedempte sloten, voormalige dammen en bebouwing formeel gezien geen specificatie van de verwachte stoffen kan worden gegeven. In het algemeen worden er verhoogde concentraties aan zware metalen, PAK en/of minerale olie verwacht, waardoor volstaan kan worden met de huidige onderzoeksopzet. De diepe boringen en peilbuizen uit het algemene boorregime worden verdeeld over deze verdachte deellocaties; - de gehele locatie verdacht is op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Qua boorintensiteit volstaat de opzet voor een onverdachte locatie, waarbij de analyses van de bovengrond en het grondwater (meest kritisch) worden aangevuld met een analyse op de meest voorkomende organochloorbestrijdingsmiddelen (OCB). Verwacht wordt dat met bovenstaande onderzoeksopzet een voldoende representatief beeld van de bodemkwaliteit op de onderzoekslocatie wordt verkregen Toetsingskader Indeling van de mate van verontreiniging vindt plaats op basis van de Wet bodembescherming. De analyseresultaten zijn getoetst volgens het vigerend toetsingskader van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, welke opgenomen is in de Circulaire bodemsanering 213. Voor een omschrijving van het toetsingskader van de Wet bodembescherming wordt verwezen naar bijlage V. In bijlage III zijn de (omgerekende) toetsingswaarden en de toetsing van de analyseresultaten weergegeven. De originele analysecertificaten met alle resultaten zijn weergegeven in bijlage IV. 16HB19 4 van 11 Pagina

8 HB Adviesbureau 3. BESCHRIJVING VELDWERK Het verrichten van boringen en het plaatsen van peilbuizen is onder verantwoording van de heer R. Helmhout conform VKB-protocol 21 uitgevoerd op 18 februari 216. Een overzicht van de deellocaties en diepten van alle boringen en de peilbuizen in meters minus maaiveld (m-mv) is weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1: Overzicht uitgevoerde boringen en diepten Deellocatie Boringen Peilbuis,5 m-mv 2, m-mv 2,7 m-mv Gedempte sloten, voormalige dammen en - 6 t/m 1 1 t/m 5 bebouwing Overig terreindeel 11 t/m Opgemerkt wordt dat: - vanwege de aanwezigheid van een bodemlaag van circa,6 meter, in afwijking op het VKBprotocol 21, het opgeboorde materiaal plaatselijk per bodemlaag over een traject van maximaal,6 m bemonsterd is en zintuiglijk beoordeeld is op bodemkundige en verontreinigingskenmerken. Verwacht wordt dat dit geen invloed heeft op de analyseresultaten; - de (potentieel) verdachte deellocaties gecombineerd zijn uitgevoerd met de boringen uit het algemene boorregime; - de bovenzijde van de filterperforatie van de peilbuizen tijdens de veldwerkzaamheden circa,5 meter beneden de verwachte grondwaterstand is geplaatst; - de boringen zijn geplaatst met behulp van een edelmanboor. De locaties van de boringen en de peilbuizen zijn weergegeven in bijlage I. De peilbuizen zijn direct na plaatsing en voor monsterneming afgepompt tot een constante elektrische geleidbaarheid (EG) is bereikt. De grondwaterbemonstering is volgens VKB-protocol 22 uitgevoerd door de heer E. den Boef op 25 februari 216 (minimaal één week na plaatsing). Ten behoeve van de analyse van zware metalen is het grondwater in het veld gefiltreerd. De herbemonstering van peilbuis 5 is volgens VKB-protocol 22 uitgevoerd door de heer R. Helmhout op 16 maart HB19 5 van 11 Pagina

9 HB Adviesbureau 4. RESULTATEN GROND 4.1. Veldwerk Tot de maximale boordiepte van 2,7 m-mv is afwisselend zand en klei aangetroffen. De profielbeschrijvingen zijn weergegeven in bijlage II. Tijdens het veldwerk zijn de in tabel 4.1 vermelde waarnemingen gedaan die een verontreiniging van de grond doet vermoeden. Tabel 4.1: Zintuiglijke verdachte waarnemingen Boring Diepte (m-mv) Zintuiglijke waarneming 2 1,1 tot 2,4 zwak slibhoudend 5,5 tot 1,1 sporen baksteen, sporen kolengruis 6,4 tot,8 sporen baksteen 7,9 tot 1,2 matig slibhoudend 1 1, tot 1,6 matig slibhoudend Sporen <1%, zwak 1-5%, matig 5-1%, sterk 1-2%, uiterst 2-5% Opgemerkt wordt dat door het aantreffen van slib en enkele sporen baksteen of kolengruis de boringen de aanwezigheid van een gedempte sloot of voormalige bebouwing is bevestigd. In tabel 4.2 zijn de visuele waarnemingen ten aanzien van het voorkomen van asbestverdachte materialen op de locatie weergegeven. Opgemerkt wordt dat bodemlagen waarin een puinbijmenging aanwezig is als asbestverdacht wordt beschouwd. Tabel 4.2: Zintuiglijk waarnemingen ten aanzien van asbest Asbestverdacht materiaal op het maaiveld Asbestverdacht materiaal in het opgeboorde materiaal Puinbijmenging aanwezig Overig asbestverdachte waarnemingen Nee Nee Nee Nee Aan de hand van tabel 4.2 wordt geconcludeerd dat er in het opgeboorde materiaal of op het maaiveld op de onderzochte delen van de locatie visueel geen asbestverdacht materiaal (fractie groter dan 2 mm) is aangetroffen. Wel zijn enkele sporen baksteen aangetroffen, maar gezien de aard en zeer beperkte mate van bijmenging is er geen aanleiding aanwezig tot het uitvoeren van een verkennend asbest in grond onderzoek conform de NEN HB19 6 van 11 Pagina

10 HB Adviesbureau 4.2. Uitvoering analyses In tabel 4.3 is een overzicht van de uitgevoerde grondanalyses en bijbehorende motivatie weergegeven. Ten behoeve van het bepalen van de toetsingswaarden zijn de percentages aan lutum en/of organische stof van alle grond(meng)monsters vastgesteld. Tabel 4.3: Uitgevoerde analyses grond Monsteromschrijving Zintuiglijke waarneming (Meng) monster Analyse op Ondergrond klei Slib 1-1% MM1 Standaard Baksteen < 1% Ondergrond klei MM2 pakket Kolengruis <1% Bovengrond klei en - MM3 Standaard zand pakket + Bovengrond klei - MM4 OCB Bovengrond klei - MM5 Ondergrond zand - MM6 Standaard pakket Motivatie Bepalen algemene milieuhygiënische kwaliteit Bepalen algemene milieuhygiënische kwaliteit en mate van bijmenging met bestrijdingsmidddelen (OCB) Bepalen algemene milieuhygiënische kwaliteit Sporen <1%, zwak 1-5%, matig 5-1%, sterk 1-2%, uiterst 2-5%, (vrijwel) volledig >5% Het Standaardpakket Landbodem en grond (variant A) bestaat uit de analyses op zware metalen (9 stuks), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK-1), polychloorbifenylen (PCB-7) en minerale olie (C1-C4). Door middel van dit standaardpakket wordt een algemeen beeld van de kwaliteit van de grond verkregen. De samenstelling van de bovenstaande grond(meng)monsters is weergegeven in bijlage III. De monstersamenstelling heeft plaatsgevonden op basis van: - de mate van en type bijmenging in de bodem; - de ligging van de boringen Analyseresultaten Beoordeling milieuhygiënische kwaliteit (Wbb) In tabel 4.4 zijn de maximale toetsingswaarden weergegeven en welke parameter(s) hierbij als maatgevend wordt beschouwd. Middels het aangeven van slechts de maximale toetsingswaarden wordt verwacht dat direct inzicht wordt verkregen in eventuele beperkingen. Voor een overzicht van de niet maatgevende overschrijdingen (indien aanwezig) wordt verwezen naar bijlage III. Tabel 4.4: Maximale toetsingswaarden grond Monsteromschrijving Zintuiglijke waarneming (Meng)monster Maximale toetsingswaarde <AW >AW >T >I Ondergrond klei Slib 1-1% MM1 X Ondergrond klei Baksteen < 1% Kolengruis <1% MM2 X Bovengrond klei en zand - MM3 X Bovengrond klei - MM4 X Maatgevende parameter(s) Hexachloobenzeen, som-aldrin/dieldrin/ endrin Bovengrond klei - MM5 X Ondergrond zand - MM6 X PAK, PCB Sporen <1%, zwak 1-5%, matig 5-1%, sterk 1-2%, uiterst 2-5%, (vrijwel) volledig >5% In mengmonster MM4, van de bovengrond, is een lichte verontreiniging met hexachloobenzeen en som aldrin/dieldrin/endrin aangetoond (bestrijdingsmiddelen). In de overige twee mengmonsters van de bovengrond (MM3 en MM5) is geen verontreiniging aangetoond. In de mengmonsters MM1 en MM2, met bijmenging van slib, baksteen en/of kolengruis, is geen verontreiniging aangetoond. 16HB19 7 van 11 Pagina

11 HB Adviesbureau In mengmonster MM6, van de zandige ondergrond is een lichte verontreiniging met PAK en PCB aangetoond. De oorzaak van deze verontreiniging is onduidelijk aangezien er geen bijmenging is aangetoond. Het betreft de zandige ondergrond ter plaatse van gedempte sloten en voormalige bebouwing en dammen. Niet uitgesloten is dat op deze locaties grond van buiten de locatie is aangevoerd en dat deze van slechtere kwaliteit is. 16HB19 8 van 11 Pagina

12 HB Adviesbureau 5. RESULTATEN GRONDWATER 5.1. Veldwerk In tabel 5.1 zijn de resultaten van de uitgevoerde metingen aan het grondwater weergegeven. De elektrische geleidbaarheid van het grondwater is gemeten bij plaatsing van de peilbuizen. De troebelheid en de zuurgraad (ph) van het grondwater zijn gemeten bij de monstername. Tabel 5.1: Resultaten metingen grondwater Peilbuis Grondwaterstand (m-mv) Troebelheid (NTU) Geleidbaarheid (µs/cm) Zuurgraad (ph) 1 1, ,1 2 1, , 3 1, ,8 4 1, , 5 1,5 57, ,9 5 (herbemonstering) 1,65 7, ,9 De troebelheid van het grondwater is verhoogd aangetoond, waarschijnlijk als gevolg van in suspensie geraakte bodemdeeltjes. De geleidbaarheid is verhoogd aangetoond ten opzichte van bekende waarden in de regio en is wisselend in waarde. Niet uitgesloten is dat dit samenhangt met mogelijke zoute kwelstromen vanuit het diepere grondwater. Aan het grondwater zijn geen overige kenmerken van een mogelijke verontreiniging waargenomen Uitvoering analyses In tabel 5.2 is een overzicht van de uitgevoerde grondwateranalyses en de bijbehorende motivatie weergegeven. Tabel 5.2: Uitgevoerde analyses grondwater Peilbuis Zintuiglijke waarneming Analyse op Standaardpakket OCB (herbemonstering) - OCB Motivatie Bepalen algemene milieuhygiënische kwaliteit Bevestiging verhoogde concentratie OCB Het standaardpakket voor grondwater (variant B) bestaat uit de analyses op zware metalen (9 stuks), vluchtige koolwaterstoffen (BTEXXS), naftaleen, vluchtige organo halogeenverbindingen (o.a. VOCl) en minerale olie (C1-C4). Door middel van dit standaardpakket wordt een algemeen beeld van de kwaliteit van het grondwater verkregen Analyseresultaten In tabel 5.3 zijn de maximale toetsingswaarden weergegeven en welke parameter(s) hierbij als maatgevend wordt beschouwd. Voor een overzicht van de niet maatgevende overschrijdingen (indien aanwezig) wordt verwezen naar bijlage III. 16HB19 9 van 11 Pagina

13 HB Adviesbureau Tabel 5.3: Maximale toetsingswaarden grondwater Peilbuis Zintuiglijke waarneming Maximale toetsingswaarde Maatgevende parameter(s) <S >S >T >I 1 - X Barium 2 - X Barium 3 - X Barium en zink 4 - X Barium, zink en naftaleen 5 - X Som DDT, DDE en DDD 5 (herbemonstering) - X - In het grondwater van peilbuis 5 is een overschrijding van de interventiewaarde voor de parameter som DDT/DDE/DDD vastgesteld. Gezien het gemeten resultaat (net boven de aantoonbaarheidsgrens) is er voor gekozen om het grondwater opnieuw te bemonsteren en analyseren op OCB. Bij de herbemonstering zijn geen verhogingen aangetoond. Derhalve wordt er van uitgegaan dat de initiële verhoging een gevolg was van de verhoogde troebelheid van het grondwater. De overige grondwatermonsters zijn licht verontreinigd met barium en lokaal zink en naftaleen. De oorzaak van de lichte verhogingen met barium, zink en naftaleen zijn niet bekend. Opgemerkt wordt dat barium veelal van nature in verhoogde concentraties in het grondwater wordt aangetroffen. 16HB19 1 van 11 Pagina

14 HB Adviesbureau 6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In het verkennend bodemonderzoek op het kadastraal perceel H239 aan de Rikkert te Enkhuizen wordt het onderstaande geconcludeerd: Grond - In mengmonster MM4, van de bovengrond, is een lichte verontreiniging met hexachloobenzeen en som aldrin/dieldrin/endrin aangetoond (bestrijdingsmiddelen). In de overige twee mengmonsters van de bovengrond (MM3 en MM5) is geen verontreiniging aangetoond; - In de mengmonsters MM1 en MM2, met bijmenging van slib, baksteen en/of kolengruis, is geen verontreiniging aangetoond; - In mengmonster MM6, van de zandige ondergrond is een lichte verontreiniging met PAK en PCB aangetoond. De oorzaak van deze verontreiniging is onduidelijk aangezien er geen bijmenging is aangetoond. Het betreft de zandige ondergrond ter plaatse van gedempte sloten en voormalige bebouwing en dammen. Niet uitgesloten is dat op deze locaties grond van buiten de locatie is aangevoerd en dat deze van slechtere kwaliteit is Grondwater - In het grondwater van peilbuis 5 is een overschrijding van de interventiewaarde voor de parameter som DDT/DDE/DDD vastgesteld. Gezien het gemeten resultaat (net boven de aantoonbaarheidsgrens) is er voor gekozen om het grondwater opnieuw te bemonsteren en analyseren op OCB. Bij de herbemonstering zijn geen verhogingen aangetoond. Derhalve wordt er van uitgegaan dat de initiële verhoging een gevolg was van de verhoogde troebelheid van het grondwater; - De overige grondwatermonsters zijn licht verontreinigd met barium en lokaal zink en naftaleen. De oorzaak van de lichte verhogingen met barium, zink en naftaleen zijn niet bekend. Opgemerkt wordt dat barium veelal van nature in verhoogde concentraties in het grondwater wordt aangetroffen. Eindconclusie Uit de resultaten van het uitgevoerde onderzoek blijkt dat er geen significante beperkingen aanwezig zijn voor de voorgenomen aankoop van de locatie. Aanbevelingen Aanbevolen wordt: - de onderzoeksresultaten in verband met de voorgenomen overdracht van de locatie bij het koopcontract te voegen; - bij eventuele graafwerkzaamheden rekening te houden met de aangetoond bodemkwaliteit. 16HB19 11 van 11 Pagina

15 A B C D E F G H I J K L 1 Oosterdijk RENVOOI MILIEUKUNDIG Grens onderzoekslocatie 1 Boring 1 Boring met peilbuis Gedempte sloot / voormalige kavelgrens Voormalige bebouwing 2 Rikkert voormalige dam voormalige dam Oosterdijk 24 sectie H LOCATIE SITUATIE schaal 1: m 1:15 16HB19A$S-BORINGEN 16HB19A$S-ONDERZOEKSGRENS 16HB19B$S-BASIS-MILIEU 16HB19B$S-HISTORIE Samenstelling 2 7 Oosterdijk Wijz. Datum wijz. Get. Omschrijving wijziging Getekend door: Gecontroleerd door: Goedgekeurd: Contactpersoon: Documentsoort: Taal: Werkveld: Documentnummer: I. DE BRUIJN TEKENING NL MILIEU 1 1 Blad: Aantal: Projectomschrijving: PERCEEL h 239 TE ENKHUIZEN T.O. RIKKERT 35E Opdrachtgever: PROVINCIE NOORD-HOLLAND Schaal: 1 : 15 A2 Besteknummer: Formaat: 8 Tekeningomschrijving: OVERZICHTSTEKENING Datum uitgave: Documentstatus: Tekeningnummer: Projectnummer: VO 16HB19-MI-1 16HB19 Comeniusstraat MS Alkmaar Postbus GE Alkmaar info@hbadvies.nl Formaat: ######### CADINFO: G:\PROJECTEN\_216\16HB19\3 PRODUCTEN HB\3 TEKENINGEN\3 MILIEU\16HB19-MI-1 OVERZICHTSTEKENING.DWG

16 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 1 Boring: akker Zand, matig grof, matig humeus, matig kleiïg, grijsbruin, Edelmanboor 25 1 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, matig humeus, donkergrijs, Edelmanboor 5-5 Klei, matig zandig, zwak siltig, brokken roest, grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, brokken roest, grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, brokken klei, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, resten planten, sporen schelpen, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, zwak slibhoudend, donkergrijs, Edelmanboor Klei, sterk zandig, zwak siltig, sporen schelpen, brokken veen, neutraalgrijs, Edelmanboor Boring: 3 Boring: akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, zwak roesthoudend, grijsbeige, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, matig humeus, donkergrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, zwak roesthoudend, grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, matig kleiïg, brokken roest, grijsbeige, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, sporen roest, grijsbeige, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak siltig, resten planten, blauwgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, resten planten, blauwgrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 1 van 8

17 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 5 Boring: 6 25 j1 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor 25 1 akker Klei, sterk zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, matig humeus, sporen baksteen, sporen kolengruis, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, matig roesthoudend, grijsbeige, Edelmanboor Klei, zwak siltig, brokken roest, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, matig humeus, sporen baksteen, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, grijsbeige, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, resten planten, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, resten planten, blauwgrijs, Edelmanboor Boring: 7 Boring: 8 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijsbeige, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig slibhoudend, donkergrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, sporen schelpen, lichtgrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, blauwgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak siltig, blauwgrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 2 van 8

18 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 9 Boring: 1 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor 25 p Zand, matig fijn, matig siltig, matig kleiïg, sporen schelpen, lichtgrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak siltig, zwak humeus, matig slibhoudend, donkergrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak kleiïg, zwak humeus, grijsbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg, neutraalgrijs, Edelmanboor Boring: 11 Boring: 12 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 3 van 8

19 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 13 Boring: 14 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Boring: 15 Boring: 16 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 4 van 8

20 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 17 Boring: 18 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Boring: 19 Boring: 2 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 5 van 8

21 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 21 Boring: 22 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Boring: 23 Boring: 24 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 6 van 8

22 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 25 Boring: 26 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Boring: 27 Boring: 28 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 7 van 8

23 Bijlage II, profielbeschrijvingen Boring: 29 Boring: 3 akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor akker Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectnr: 16HB19 Project: Boormeester: René Helmhout 8 van 8

24

25 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :52) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie 16HB19 MM1 Grond (AS3) Voldoet aan Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen organische stof (gloeiverlies) % KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium + mg/kg cadmium mg/kg < <=AW kobalt mg/kg <=AW koper mg/kg <=AW kwik mg/kg < <=AW lood mg/kg <=AW molybdeen mg/kg < <=AW nikkel mg/kg <=AW zink mg/kg <=AW POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg < pak-totaal (1 van VROM) (.7 factor) mg/kg <=AW POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (.7 factor) ug/kg <=AW MINERALE OLIE totaal olie C1 - C4 mg/kg < <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM1 MM1 2 (11-16) 7 (9-12) 1 (1-16)

26 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :52) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie 16HB19 MM2 Grond (AS3) Voldoet aan Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen organische stof (gloeiverlies) % KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium + mg/kg cadmium mg/kg <=AW kobalt mg/kg <=AW koper mg/kg <=AW kwik mg/kg <=AW lood mg/kg <=AW molybdeen mg/kg < <=AW nikkel mg/kg <=AW zink mg/kg <=AW POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg < pak-totaal (1 van VROM) (.7 factor) mg/kg <=AW POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (.7 factor) ug/kg <=AW MINERALE OLIE totaal olie C1 - C4 mg/kg < <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM2 MM2 5 (5-11) 6 (4-8)

27 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :52) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie 16HB19 MM3 Grond (AS3) Voldoet aan Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen organische stof (gloeiverlies) % KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium + mg/kg cadmium mg/kg <=AW kobalt mg/kg <=AW koper mg/kg <=AW kwik mg/kg <=AW lood mg/kg <=AW molybdeen mg/kg < <=AW nikkel mg/kg <=AW zink mg/kg <=AW POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg < pak-totaal (1 van VROM) (.7 factor) mg/kg <=AW POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (.7 factor) ug/kg <=AW MINERALE OLIE totaal olie C1 - C4 mg/kg < <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM3 MM3 1 (-4) 2 (-5) 9 (-5) 1 (-5) 11 (-5) 13 (-5) 27 (-5) 28 (-5) 29 (-5) 3 (-5)

28 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :52) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie 16HB19 MM4 Grond (AS3) Overschrijding Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen organische stof (gloeiverlies) % KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium + mg/kg cadmium mg/kg <=AW kobalt mg/kg <=AW koper mg/kg <=AW kwik mg/kg <=AW lood mg/kg <=AW molybdeen mg/kg < <=AW nikkel mg/kg <=AW zink mg/kg <=AW POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg < pak-totaal (1 van VROM) (.7 factor) mg/kg <=AW CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen ug/kg * IN POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (.7 factor) ug/kg <=AW CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN som DDT (.7 factor) ug/kg <=AW som DDD (.7 factor) ug/kg <=AW som DDE (.7 factor) ug/kg <=AW som DDT,DDE,DDD (.7 factor) µg/kgds som aldrin/dieldrin/endrin (.7 factor) ug/kg * WO isodrin ug/kg < som aldrin/dieldrin (.7 factor) ug/kg telodrin ug/kg < som a-b-c-d HCH (.7 factor) µg/kgds heptachloor ug/kg < <=AW som heptachloorepoxide (.7 factor) ug/kg <=AW alpha-endosulfan ug/kg < <=AW hexachloorbutadieen ug/kg <1 1.3 <=AW endosulfansulfaat ug/kg < som chloordaan (.7 factor) ug/kg <=AW Som organochloorbestrijdingsmiddelen (.7 factor) -- waterbodem µg/kgds som organochloorbestrijdingsmiddelen (.7 factor) -- landbodem ug/kg <=AW MINERALE OLIE totaal olie C1 - C4 mg/kg < <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM4 MM4 3 (-6) 7 (-5) 8 (-6) 12 (-5) 14 (-5) 15 (-5) 23 (-5) 24 (-5) 25 (-5) 26 (-5)

29 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :52) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie 16HB19 MM5 Grond (AS3) Voldoet aan Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen organische stof (gloeiverlies) % KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium + mg/kg cadmium mg/kg <=AW kobalt mg/kg <=AW koper mg/kg <=AW kwik mg/kg <=AW lood mg/kg <=AW molybdeen mg/kg < <=AW nikkel mg/kg <=AW zink mg/kg <=AW POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg < pak-totaal (1 van VROM) (.7 factor) mg/kg <=AW POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (.7 factor) ug/kg <=AW MINERALE OLIE totaal olie C1 - C4 mg/kg < <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM5 MM5 4 (-4) 5 (-5) 6 (-4) 16 (-5) 17 (-5) 18 (-5) 19 (-5) 2 (-5) 21 (-5) 22 (-5)

30 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :52) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort Monster conclusie 16HB19 MM6 Grond (AS3) Overschrijding Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen organische stof (gloeiverlies) % KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium + mg/kg < cadmium mg/kg < <=AW kobalt mg/kg <=AW koper mg/kg < <=AW kwik mg/kg < <=AW lood mg/kg < <=AW molybdeen mg/kg < <=AW nikkel mg/kg <=AW zink mg/kg <=AW POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kg <.3 # # - pak-totaal (1 van VROM) (.7 factor) mg/kg * IN POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (.7 factor) ug/kg * IN MINERALE OLIE totaal olie C1 - C4 mg/kg <2 7 7 <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM6 MM6 1 (8-12) 3 (1-15) 4 (6-12) 5 (11-14) 6 (8-12) 7 (12-18) 8 (6-12) 9 (1-15) 1 (16-2)

31 Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem). Bij organische stof en lutum staan de voor de toetsing gebruikte waarden. BC Toetsoordeel AT ALcontrol toetsings resultaat (door ALcontrol berekend) AC ALcontrol toetsings conclusie (door ALcontrol bepaald) AW Achtergrondwaarde (door ALcontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALcontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I Interventie waarde (door ALcontrol beheerd) RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr ( ). Verklaring toetsingsoordelen - Geen toetsoordeel mogelijk -- Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing --- Interventiewaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat + De normen voor barium zijn ingetrokken. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte door het bevoegd gezag worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 625 mg/kg d.s (waterbodem) en de interventiewaarde voor landbodem van 92 mg/kg (landbodem). <=AW Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde WO Wonen IN Industrie >I Groter dan interventiewaarde >(ind)i INEV (Indicatieve interventiewaarde) wordt overschreden somiw>1 Interventiewaarde wordt overschreden door som fractie interventiewaarde > 1 (interventie factor) ^ Enkele parameters ontbreken in de som NT>I Niet Toepasbaar > Interventiewaarde NT Niet toepasbaar * Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) ** Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) *** Het gehalte is groter dan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) Kleur informatie Rood > Interventiewaarde, (BI > 1) Roze Niet toepasbaar, nooit toepasbaar niet toepasbaar (> S), Oranje >= Tussenwaarde (BI ligt tussen.5 en 1) of groter dan de B waarde (component niveau) Klasse wonen of klasse industrie (monsterniveau) Blauw >= Achtergrond waarde (BI <.5), > streefwaarde, industrie of wonen

32 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :55) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort en bodemtype Monster conclusie 16HB19 MM3 Grond (AS3)-1 Voldoet aan Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen ug/kg < <=AW CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN som DDT (.7 factor) ug/kg <=AW som DDD (.7 factor) ug/kg <=AW som DDE (.7 factor) ug/kg <=AW som DDT,DDE,DDD (.7 factor) µg/kgds som aldrin/dieldrin/endrin (.7 factor) ug/kg <=AW isodrin ug/kg < som aldrin/dieldrin (.7 factor) ug/kg telodrin ug/kg < som a-b-c-d HCH (.7 factor) µg/kgds heptachloor ug/kg < <=AW som heptachloorepoxide (.7 factor) ug/kg <=AW alpha-endosulfan ug/kg < <=AW hexachloorbutadieen ug/kg < <=AW endosulfansulfaat ug/kg < som chloordaan (.7 factor) ug/kg <=AW Som organochloorbestrijdingsmiddelen (.7 factor) -- waterbodem µg/kgds som organochloorbestrijdingsmiddelen (.7 factor) landbodem ug/kg <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM3 MM3 1 (-5) 1 (-4) 2 (-5) 9 (-5) 11 (-5) 13 (-5) 27 (-5) 28 (-5) 29 (-5) 3 (-5) Gebruikte bodemtypes voor de toetsing Bodemtype humus lutum Bodemtype 1 6.2% 27%

33 Toetsing volgens BoToVa, module T.12-Beoordeling kwaliteit van grond volgens Wbb (Toetsversie 2.., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :55) Projectcode Monsteromschrijving Monstersoort en bodemtype Monster conclusie 16HB19 MM5 Grond (AS3)-2 Voldoet aan Achtergrondwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC AW T I RBK droge stof % gewicht artefacten g <1 -- aard van de artefacten - Geen CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen ug/kg <=AW CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN som DDT (.7 factor) ug/kg <=AW som DDD (.7 factor) ug/kg <=AW som DDE (.7 factor) ug/kg <=AW som DDT,DDE,DDD (.7 factor) µg/kgds som aldrin/dieldrin/endrin (.7 factor) ug/kg <=AW isodrin ug/kg < som aldrin/dieldrin (.7 factor) ug/kg telodrin ug/kg < som a-b-c-d HCH (.7 factor) µg/kgds heptachloor ug/kg < <=AW som heptachloorepoxide (.7 factor) ug/kg <=AW alpha-endosulfan ug/kg < <=AW hexachloorbutadieen ug/kg < <=AW endosulfansulfaat ug/kg < som chloordaan (.7 factor) ug/kg <=AW Som organochloorbestrijdingsmiddelen (.7 factor) -- waterbodem µg/kgds 21 - som organochloorbestrijdingsmiddelen (.7 factor) landbodem ug/kg <=AW Monstercode Monsteromschrijving MM5 MM5 16 (-5) 6 (-4) 19 (-5) 18 (-5) 17 (-5) 5 (-5) 22 (-5) 21 (-5) 2 (-5) 4 (-4) Gebruikte bodemtypes voor de toetsing Bodemtype humus lutum Bodemtype 2 5.9% 26%

34 Legenda Verklaring kolommen AR Resultaat op het analyserapport BT Berekend toetsresultaat (omgerekend naar standaard bodem). Bij organische stof en lutum staan de voor de toetsing gebruikte waarden. BC Toetsoordeel AT ALcontrol toetsings resultaat (door ALcontrol berekend) AC ALcontrol toetsings conclusie (door ALcontrol bepaald) AW Achtergrondwaarde (door ALcontrol beheerd) T Tussenwaarde (door ALcontrol berekend en beheerd maar niet meer beschreven in de wetgeving) I Interventie waarde (door ALcontrol beheerd) RBK Tabel 1 (rapportagegrenzen), Staatscourant nr ( ). Verklaring toetsingsoordelen - Geen toetsoordeel mogelijk -- Heeft geen normwaarde, zorgplicht van toepassing --- Interventiewaarde ontbreekt, zorgplicht van toepassing # Verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat <=AW Kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde WO Wonen IN Industrie >I Groter dan interventiewaarde >(ind)i INEV (Indicatieve interventiewaarde) wordt overschreden somiw>1 Interventiewaarde wordt overschreden door som fractie interventiewaarde > 1 (interventie factor) ^ Enkele parameters ontbreken in de som NT>I Niet Toepasbaar > Interventiewaarde NT Niet toepasbaar * Het gehalte is groter dan de streefwaarde/achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) ** Het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef/achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) *** Het gehalte is groter dan de interventiewaarde (de toetsingswaarden zijn door ALcontrol beheerd) Kleur informatie Rood > Interventiewaarde, (BI > 1) Roze Niet toepasbaar, nooit toepasbaar niet toepasbaar (> S), Oranje >= Tussenwaarde (BI ligt tussen.5 en 1) of groter dan de B waarde (component niveau) Klasse wonen of klasse industrie (monsterniveau) Blauw >= Achtergrond waarde (BI <.5), > streefwaarde, industrie of wonen

35 Toetsing volgens BoToVa, module T.13-Beoordeling kwaliteit van grondwater volgens Wbb (Toetsversie 1.1., toetskader WBB, SIKB versie 12.., toetsingsdatum: :12) Projectcode 16HB19 Monsteromschrijving Monstersoort Grondwater (AS3) Monster conclusie Overschrijding Streefwaarde Analyse Eenheid AR BT AT AC BC S T I RBK METALEN barium ug/l * >S cadmium ug/l <.2.14 <.2 <=S kobalt ug/l <=S koper ug/l <=S kwik ug/l <.5.35 <.5 <=S lood ug/l <=S molybdeen ug/l <2 1.4 <2 <=S nikkel ug/l <3 2.1 <3 <=S zink ug/l <=S VLUCHTIGE AROMATEN benzeen ug/l <.2.14 <.2 <=S tolueen ug/l <.2.14 <.2 <=S ethylbenzeen ug/l <.2.14 <.2 <=S o-xyleen ug/l <.1.7 < p- en m-xyleen ug/l <.2.14 < xylenen (.7 factor) ug/l <=S styreen ug/l <.2.14 <.2 <=S POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen ug/l <.2.14 <.2 <=S GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan ug/l <.2.14 <.2 <=S ,2-dichloorethaan ug/l <.2.14 <.2 <=S ,1-dichlooretheen ug/l <.1.7 <.1 <=S cis-1,2-dichlooretheen ug/l <.1.7 < trans-1,2-dichlooretheen ug/l <.1.7 < som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (.7 factor) ug/l <=S dichloormethaan ug/l <.2.14 <.2 <=S ,1-dichloorpropaan ug/l <.2.14 < ,2-dichloorpropaan ug/l <.2.14 < ,3-dichloorpropaan ug/l <.2.14 < som dichloorpropanen (.7 factor) ug/l <=S tetrachlooretheen ug/l <.1.7 <.1 <=S tetrachloormethaan ug/l <.1.7 <.1 <=S ,1,1-trichloorethaan ug/l <.1.7 <.1 <=S ,1,2-trichloorethaan ug/l <.1.7 <.1 <=S trichlooretheen ug/l <.2.14 <.2 <=S chloroform ug/l <.2.14 <.2 <=S vinylchloride ug/l <.2.14 <.2 <=S tribroommethaan ug/l <.2.14 < CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN o,p-ddt ug/l <.1.7 < p,p-ddt ug/l <.1.7 < o,p-ddd ug/l <.1.7 < p,p-ddd ug/l <.1.7 < o,p-dde ug/l <.1.7 < p,p-dde ug/l <.1.7 < som DDT,DDE,DDD (.7 factor) ug/l <=S 4E aldrin ug/l <.1.7 <.1 <=S 9E-6.1 dieldrin ug/l <.1.7 <.1 <=S.1.1 endrin ug/l <.1.7 <.1 <=S 4E-5.1 som aldrin/dieldrin/endrin (.7 factor) ug/l telodrin ug/l <.3.21 < isodrin ug/l <.3.21 < alpha-hch ug/l <.1.7 <.1 <=S.33.1 beta-hch ug/l <.8.56 <.8 <=S.8.8 gamma-hch ug/l <.9.63 <.9 <=S.9.9 delta-hch ug/l <.8.56 < som a-b-c-d HCH (.7 factor) ug/l <=S heptachloor ug/l <.1.7 <.1 <=S 5E cis-heptachloorepoxide ug/l <.1.7 <