Theoretische Onderbouwing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Theoretische Onderbouwing"

Transcriptie

1 Theoretische Onderbouwing Effect en toepasbaarheid van Libermantrainingen Module 6, deel 1 Juni 2012 Paul van Alst - Joël Dokter - Jeroen te Dorsthorst Justin Wiersma

2 Theoretische onderbouwing Effect en toepasbaarheid van Libermantrainingen Module 6, deel 1 Uitgevoerd door: Junioradviseurs men 4 participation: Senioradviseur: In opdracht van: Adresgegevens: Contactpersoon Opdrachtgever: Plaats Hogeschool van Arnhem Nijmegen Instituut Paramedische Studies Opleiding Ergotherapie Paul van Alst Joël Dokter Jeroen te Dorsthorst Justin Wiersma Eveline Heitink Pro Persona, Locatie Nijmegen Nijmeegsebaan 61, 6525 DX Nijmegen Jacqueline Gommans Nijmegen Datum Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. Bron voorblad: CD-ROM bij trainershandleiding Libermanmodule 6 Omgaan met sociale relaties. Theoretische onderbouwing 2

3 Voorwoord Voor u ligt de theoretische onderbouwing behorende bij het onderzoeksrapport Effect en toepasbaarheid van Libermantrainingen, module 6, deel 1. In deze theoretische onderbouwing wordt omschreven hoe de producten gedurende de verschillende fases van het project tot stand gekomen zijn, waarom keuzes zijn gemaakt en op welke wijze het project is uitgevoerd. De keuze voor dit afstudeeronderzoek is gemaakt omdat het belangrijk is dat behandelingen zo veel mogelijk evidence based worden gegeven. Voor de Libermanmodule was tot op heden echter nog geen evidence over de effectiviteit en toepasbaarheid, hier is dan ook nog een grote slag in te slaan. Door het onderzoeken van het effect van een behandeling kan er een grote winst behaald worden in de kwaliteit van zorg die mensen ontvangen. De zorg kan beter afgestemd worden op de wensen en behoeftes van de groep cliënten waarvoor de training is ontwikkeld. Daarnaast is het belangrijk voor de zorgaanbieder dat er zoveel mogelijk evidence based wordt gehandeld. Op deze manier wordt het handelen verantwoordt aan niet alleen cliënten, maar ook hogere bestuurslagen zoals het management en de zorgverzekeraars. Dit zijn partijen die een grote invloed hebben op het wel of niet toewijzen en/of uitvoeren van specifieke behandelmethodes. Naast deze interesse in het ontwikkelen van evidence voor behandelmethodes waren wij ook zeer geïnteresseerd in de Libermantrainingen. De training sluit mooi aan op dat waar ergotherapie voor staat: Ergotherapie is gericht op het mogelijk maken van het handelen, zodat participatie - het deelnemen van mensen aan het dagelijks en maatschappelijk leven - gerealiseerd wordt ten behoeve van gezondheid en welzijn. Dit wordt bereikt door de mogelijkheden van personen, organisaties of populaties in het handelen te benutten en te vergroten, dan wel door de omgeving aan te passen en/of te gebruiken (Van Hartingsveldt, M., Logister-Proost, I., Kinébanian, A., 2010). Juist het ontwikkelen van de sociale vaardigheden is een kans voor deze doelgroep om deze participatie te behalen in het dagelijks en maatschappelijk leven. In dit rapport is gewerkt volgens de methode projectmatig werken (Grit, R., 2008). Als gevolg hiervan is ook in deze onderbouwing de keuze gemaakt om deze volgens de fases van projectmatig werken en de bijbehorende activiteiten en fasedocumenten weer te geven. U kunt zo overzichtelijk en snel opzoeken hoe dit project opgezet is. Theoretische onderbouwing 3

4 Inhoudsopgave Inleiding Startnotitie Vraagstelling Deelvragen Doelstelling Samenwerking Afbakening Projectplanning Kwaliteitsbewaking PDCA Cyclus Peerfeedback Risicoanalyse en beheersing Literatuuronderzoek Zoektermen In- en exclusie criteria Inclusie criteria Exclusie criteria Zoekstrategie Resultaten Conclusies Onderzoeksopzet Kwantitatief onderzoek Type onderzoeksvraag Onderzoekspopulatie Hercoderen van de gegevens Controle kwaliteitgegevens Kwalitatief onderzoek Doel kwalitatief onderzoek Type onderzoeksvraag Onderzoekspopulatie Kwalitatief onderzoeksdesign Kwalitatieve meetinstrumenten Informed Consent Data-analyse Theoretische onderbouwing 4

5 4.1. Kwantitatief rmale verdeling Interval scaling Inter-deelnemers onafhankelijkheid Homogeniteit Toetsen van verschillen Parametrische toetsen Effectgrootte n parametrische toetsen Effectgrootte Kwalitatief Transcriberen Coderen Thematisering en categorisering Softwareprogramma s Resultaten Resultaten kwantitatief Resultaten kwalitatief Legenda groepsgroottes Thema s Conclusies en discussie Conclusie Discussie Controlegroep Aanbevelingen Aanbeveling vooraf meer duidelijkheid geven Ondernemen Presentatie Literatuurlijst Bijlagen Theoretische onderbouwing 5

6 Inleiding Pro Persona Geestelijke Gezondheidszorg is een organisatie met vestigingen in dertien gemeentes in drie provincies. Pro Persona biedt geestelijke gezondheidszorg aan jeugdigen, volwassenen en ouderen met psychische en psychiatrische problemen. Deze zorg wordt aangeboden in een klinische setting, in deeltijdbehandeling of ambulant en is altijd zo licht als mogelijk en zo zwaar als noodzakelijk. Een breed pakket aan behandelingen zorgt ervoor dat Pro Persona optimaal tegemoet kan komen aan de vraag en behoefte van cliënten. Deze behandelingen helpen cliënten beter te worden of zich beter te voelen en zelf keuzes te maken die de kwaliteit van hun leven verbeteren. De Libermanmodules zijn ontwikkeld door het team van prof. Dr. R.P. Liberman (hoogleraar Psychiatrie en directeur van het Clinical Research Center for Schizophrenia and Psychiatric Rehabilitation te Los Angeles). De Libermanmodules zijn gebaseerd op de rehabilitatietheorie. De rehabilitatietheorie is gericht op het verminderen van beperkingen door een psychiatrische aandoening die psychisch lijden veroorzaakt. Het doel is het trainen van vaardigheden voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, EPA (voornamelijk schizofrenie, maar ook o.a. persoonlijkheidstoornissen, depressie en sociale fobieën) zodat zij een zo zelfstandig mogelijk leven kunnen leiden. In mei 2007 is Pro Persona Nijmegen (voorheen GGz Nijmegen) gestart met de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties. Dit vond plaats binnen de doelstelling om alle bestaande Liberman modules bij de GGz te implementeren. Omgaan met sociale relaties is de zesde trainingsmodule in de Libermanmethode. De module Omgaan met sociale relaties en intimiteit bestaat uit twee delen. Het eerste deel van de module beschrijft het aangaan en onderhouden van sociale relaties in de breedste zin van het woord. Het tweede deel van de module beschrijft het aangaan en onderhouden van intieme relaties. Het doel van deze module is gericht op het verbeteren van interacties met vrienden en bekenden, het verbeteren van interactie met mensen in de samenleving en het maken en behouden van nieuwe vrienden. Binnen het project wordt alleen onderzoek gedaan over deel 1 van deze module vanwege het feit dat de 2 delen afzonderlijk gegeven worden. De kracht van de zesde trainingsmodule Omgaan met sociale relaties zit hem in de herhaling, het inslijten van gedrag en pijlers uit de cognitieve- en gedragstherapie die in de methode worden ingezet. In de Verenigde Staten wordt deze module Conversational Skills genoemd. In Nederland is de module op een aantal punten ingrijpend aangepast om tot een module te komen die binnen de Nederlandse cultuur het meest zou bijdragen aan de doelstelling leren bevredigende contacten aan te gaan en te onderhouden. De module is in de ontwikkelingsfase in 2004 in twee instellingen in Nederland geëvalueerd, te weten de GGz Eindhoven en de GGz Geestgronden, waarbij de bevindingen zijn gebruikt om de module zo effectief mogelijk te laten zijn. Deze bevindingen zijn verwerkt in de huidige trainingsmodule. In Nederland is sinds de ontwikkeling van de module in 2004 geen onderzoek meer gedaan onder de deelnemers naar het effect van module 6 Omgaan met sociale relaties. Daarom heeft Pro Persona op een methodische wijze gegevens verzameld over het effect op de lange termijn van aangeleerde vaardigheden volgens de methodiek van de Libermanmodule voor de deelnemers. Men heeft dit gedaan door de deelnemers op 4 momenten een Inventarisatielijst Omgaan met Anderen (IOA) te laten invullen. Theoretische onderbouwing 6

7 Het eerste moment vindt plaats voor de start van de module, dit is onze nulmeting. Het tweede moment na de laatste bijeenkomst van de module, het derde moment na 3 maanden en het laatste moment na 7 maanden. Deze momenten zijn vastgesteld door het project Opzetten van een effectmeting voor de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties dat in 2008 heeft gedraaid in opdracht van Pro Persona (Barendregt, M. & Kersten, E., 2008). De keuze voor de IOA is ook uit dit project voortgekomen. Binnen dit project is onderzoek gedaan naar een geschikt instrument om de sociale relaties te meten, waaruit de IOA als beste optie naar voren is gekomen. De IOA s zijn al ingevuld waardoor deze resultaten zijn verwerkt binnen het onderzoek. Binnen Pro Persona wordt module 6 aangeboden aan verscheidene groepen: o.a. mensen met autisme, persoonlijkheidsstoornissen en depressies. De Liberman module Omgaan met sociale relaties is bedoeld voor mensen die minder beschikken over relationele vaardigheden. Ze hebben deze mogelijk niet geleerd, ze hebben ze misschien een tijdje niet gebruikt of ze hebben symptomen die het gebruik van de vaardigheden in de weg staan. (Barendregt, M. & Kersten, E., 2008). Het invullen van de IOA s is in 2008 begonnen. Er zijn 10 groepen van 8-12 participanten binnen de module geweest die tevens de IOA s hebben ingevuld. Er zijn 25 bruikbare sets IOA s voor het kwantitatieve onderzoek. De verzamelde gegevens uit de vragenlijsten wil Pro Persona graag verwerken om inzicht te krijgen in de effecten van de Liberman module Omgaan met sociale relaties. Hierbij is voor de verwerking van deze kwantitatieve gegevens samengewerkt met Pro Persona Centre for Education and Science (ProCES). Naast het effect heeft Pro Persona echter ook vragen over de toepasbaarheid van de module voor deelnemers in hun dagelijks leven in de omgang met anderen en eventuele veranderingen daarin. Lukt het de deelnemers om geleerde vaardigheden toe te passen in het eigen leven? Zijn sociale contacten verbeterd, veranderd en meer of minder bevredigend? Tevens heeft men vragen over het effect van de module en is men benieuwd naar eventuele verbeterpunten. In dit document wordt toegelicht hoe we tot de beantwoording van deze vragen zijn gekomen. Theoretische onderbouwing 7

8 1. Startnotitie 1.1. Vraagstelling Het is van belang om een goede vraagstelling en deelvragen op te stellen. Dit is nodig om tot het gewenste resultaat te komen, zodat er wordt voldaan aan de verwachtingen van de opdrachtgever. Voor het opstellen van de vraagstelling met zijn deelvragen is gebruik gemaakt van de SMARTmethode (Kinébanian, A., 2006). Deze methode zorgt er namelijk voor dat de vraag concreet en specifiek is. De vraagstelling die in samenspraak met de opdrachtgever is opgesteld, is de volgende: Welk effect heeft de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties op het aangaan en onderhouden van sociale relaties bij deelnemers meer dan 6 maanden na afronding van de module en vinden de deelnemers de inhoud van de module toepasbaar in hun eigen levenssituatie? Deelvragen - Wat is het effect van de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties op de kwantiteit van de sociale contacten van de deelnemers na meer dan 6 maanden na afronding van de module? - Wat is de aard (kennis, buurman, vriend, etc.) van de sociale relaties die deelnemers van de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties bij Pro Persona aangaan en onderhouden na meer dan 6 maanden na afronding van de module? - Wat is het effect van de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties op de kwaliteit van de sociale contacten van de deelnemers? - Wat vonden de deelnemers van de module Omgaan met sociale relaties bruikbaar aan de module en wat vonden zij niet bruikbaar op het aangaan en onderhouden van sociale relaties? Om de vraagstelling duidelijk en eenduidig te maken zijn alle termen uit de vragen geoperationaliseerd, zie bijlage Doelstelling Naar aanleiding van de gesprekken met de opdrachtgever over de opgestelde vraagstelling is de huidige doelstelling geformuleerd. De doelstelling is ook geformuleerd aan de hand van de SMARTmethode. Door gebruik te maken van deze methode wordt concreet aangegeven welke resultaten wanneer en op welke wijze bereikt moeten zijn. Zo is de volgende doelstelling geformuleerd: Pro Persona weet welk effect de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties heeft op het aangaan en onderhouden van sociale relaties bij deelnemers meer dan 6 maanden na afronding van de module en weet wat de deelnemers wel en niet bruikbaar vinden van de inhoud uit de module. Theoretische onderbouwing 8

9 De effecten op het aangaan en onderhouden van de sociale relaties zijn gemeten op: - Kwantiteit van de sociale relaties - Aard (kennis, buurman, vriend, etc.) van de sociale relaties - Kwaliteit van de sociale relaties Daarnaast is gemeten wat de deelnemers uit de inhoud van de module bruikbaar vinden en wat niet Samenwerking Om tot een goede samenwerking te komen is het van belang om samenwerkingsafspraken op te stellen. Dit is nodig om het project in goede banen te leiden. Zo weet ieder teamlid welke verantwoordelijkheden hij heeft en wat er van elkaar verwacht wordt. Deze samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd in een document (zie bijlage 2). Om elk groepslid optimaal te laten functioneren en zijn sterke kanten goed te laten benutten is er aan het begin van het project een SWOT analyse opgesteld. (Pijlman, R., 2012). Met de wetenschap van elkaars eigenschappen wordt rekening gehouden met de werkzaamheden. Zo is na deze analyse niet alleen ten volste van elkaars expertise gebruik gemaakt, maar tevens zijn de zwakheden op te vangen. Ook de kansen en bedreigingen zijn in kaart gebracht. Dit leidde tot een optimaal resultaat om ruimte te geven aan de individuele ontwikkelpunten. Deze SWOT-analyse is opgenomen in de bijlagen (zie bijlage 3) Afbakening Om de beschikbare tijd en middelen voor het project te benutten, maar wel binnen de organisatorische kaders te blijven, is gekozen om een bepaalde afbakening aan te houden. - Meer IOA s afnemen voor het kwantitatieve onderzoek o Er is gekozen voor een afbakening in projectactiviteiten omdat: het afnemen van meer IOA s niet binnen het termijn van de gestelde doelstelling valt (meer dan 6 maanden na afronding van de Libermantraining) - Het onderzoek is niet gericht op de organisatie rondom de Libermanmodule (Bijv. wie geeft de training? Hoe is de locatie ingericht? Wanneer worden de trainingen gegeven?) o Er is voor gekozen om het onderzoek primair te richten op het microniveau, het cliëntenperspectief: hoe ervaren de deelnemers de cursus? Op deze wijze kan de door de opdrachtgever veronderstelde effectiviteit van de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties nog worden getoetst - Het onderzoek richt zich niet op de vraag of er verschil is in de effectiviteit van de Libermanmodule onder verschillende doelgroepen o Vanwege de verscheidenheid aan medische diagnosen van de cursus deelnemers en deze gemixte cursussamenstelling, is ervoor gekozen om voor het onderzoek hier geen onderscheid in te maken. Omdat de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit volgens de RINO groep net als de andere Liberman modules bestemd is voor mensen met psychiatrische aandoeningen. Daarnaast is deze module geschikt voor mensen met een (lichte) verstandelijke handicap Theoretische onderbouwing 9

10 1.5. Projectplanning Er is voor gekozen om aan het begin van het project een tijdspad op te stellen waarin wordt beschreven in welke fase van het project er deadlines zijn die gehaald moeten worden. Dit is gedaan om voor onszelf inzichtelijk te krijgen hoe de tijd verdeelt moet worden. Ook is dit gedaan voor de opdrachtgever en onze senior adviseur om inzichtelijk te maken hoe het verloop van het project zal plaatsvinden (zie bijlage 4) Kwaliteitsbewaking PDCA Cyclus Binnen het project is gebruik gemaakt van de PDCA-cyclus (Edwards Deming, W., 2006). Deze cyclus is een 4-stappen plan om tot een kwaliteitsverbetering te komen. Door deze cyclus gedurende elke week toe te passen binnen het project, is ervoor gezorgd dat de kwaliteit van het project gewaarborgd blijft Peerfeedback Om de kwaliteit van het handelen binnen de projectgroep te monitoren zijn vooraf samenwerkingsafspraken vastgelegd waarin is beschreven dat eventuele feedback of meningsverschillen direct uitgesproken worden. Zie bijlage 2. Daarnaast is er op 3 momenten gedurende het project een feedbackmoment geweest waarbij de junior adviseurs onderling feedback hebben gegeven, deze feedback is in groepsverband besproken om zo duidelijk over te brengen wat goede en wat verbeterpunten zijn. Op deze manier is gezorgd dat ieder groepslid zijn handelen aan de hand van zijn eigen ervaringen en die van zijn groepsgenoten kon reflecteren en kon bijsturen Risicoanalyse en beheersing Om de slagingskans van het project zo groot mogelijk te maken, is ervoor gekozen om de mogelijke risico s te inventariseren en analyseren. Nadat er inzicht verkregen is in de risico s, kon er actief aan gewerkt worden deze te minimaliseren. De risicoanalyse is opgesteld volgens de methode Digitale projectanalyse (Grit, R., 2008). De risicoanalyse gaf een indicatie dat het project in de huidige vorm uitgevoerd kon worden. Aangezien het risicopercentage lager is dan het maximum van 50% kon ons project doorgang vinden. Theoretische onderbouwing 10

11 Figuur 1 Risicoanalyse Met de uitslag van deze risicoanalyse zijn stappen ondernomen. Zo is extra aandacht besteed aan het afbakenen van het project om de complexiteit te beperken. Ook zijn de sterke en ontwikkelpunten van de projectleden inzichtelijk gemaakt middels een SWOT analyse. Met de individuele karaktereigenschappen is rekening gehouden bij de taakverdeling, zie paragraaf 1.3. Theoretische onderbouwing 11

12 2. Literatuuronderzoek In dit hoofdstuk is beschreven hoe het literatuuronderzoek heeft plaatsgevonden. Aan bod komen welke zoektermen en welke criteria er zijn opgesteld om tot de bruikbare artikelen te komen en van welke databanken gebruik is gemaakt. Tijdens het vooronderzoek dat heeft plaatsgevonden is naar voren gekomen dat er geen onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties. Om deze reden is ervoor gekozen om binnen het literatuuronderzoek twee belangrijke kernbegrippen aan te houden, namelijk Libermantraining en Sociale Vaardigheidstraining. Hier is voor gekozen, omdat over de Libermantraining in het algemeen en Social Skills Training (SST, de inhoud van module 6) wel literatuur beschikbaar is waarbij de effectiviteit is onderzocht Zoektermen Om doelgericht literatuuronderzoek te doen, is er een tabel opgesteld. In tabel 1 zijn de Nederlandse zoektermen neergezet. Vanuit deze termen is er gekeken welke synoniemen er voor zijn en wat de Engelse, de Latijnse, de bredere en de nauwere termen zijn. Zoekterm Synoniem Engels (= Mesh term) Liberman sociale vaardigheden Gespreksvaardigheden Schizofrenie Schizophrenic disorder Social Skills Conversational skills Latijn Bredere term Schizoprhenia Schizoprhenias Mental disorders Psychiatrie Psychiatry Behavioral sciences Efficientie Effect Sociale relaties Psychosociale vaardigheden Doelmatigheid UCLA modules Sociale vaardigheidstraining Sociaal Richtlijn schizofrenie RINO groep University of California, LA efficiency effectiveness, effectivity interpersonal relations Psychosocial skills efficacy Social skills training program Social behavior Tabel 1 zoektermen Theoretische onderbouwing 12

13 2.2. In- en exclusie criteria Door het opstellen van criteria is er gericht gezocht naar artikelen. De volgende criteria zijn voor het onderzoek opgesteld Inclusie criteria - Artikelen van 1990 tot en met heden - Artikelen in het Nederlands, Engels of Duits - Artikelen over de Libermanmodules - Artikelen over Social Skill Training (SST) Exclusie criteria - Populatie van n < Zoekstrategie Binnen het literatuuronderzoek is gebruik gemaakt van verschillende databanken. In tabel 2 wordt weergegeven van welke databanken gebruik is gemaakt met de daarbij gebruikte zoektermen met de daarbij behorende relevante artikelen. Literatuuronderzoek Database + datum Zoekterm Aantal hits Pubmed Pubmed Pubmed Pubemed Pubmed Pubmed Pubmed Pubmed Pubmed Liberman & social skills Liberman & social skills & efficiency Liberman & social skills & effectiviness Liberman & social skills & effectivity Liberman & conversational skills Liberman & conversational skills & efficiency conversational skills & effectiveness & liberman conversational skills & effectivity & liberman Conversational skills & efficiency 52 Aantal relevante artikelen Extra informatie 1 Dateert Theoretische onderbouwing 13

14 Pubmed Schizophrenia & Social Skill Training 5 2 Bellack A.S., et al, (2004) Kopelowicz, A., Liberman, R.P. & Zarate, R. (2006) Pubmed Cinhal Cochrane library Cochrane library Cochrane library Cochrane library Oxford Journals Schizophrenia Bulletin 16-3 Oxford Journals Schizophrenia Bulletin 16-3 Oxford Journals Schizophrenia Bulletin 16-3 CBO RINO groep Tabel 2 zoekstrategie schizophrenia & behavior therapy & rehabilitation & skill training Schizophrenia & Liberman & Conversational Skills Liberman & social skills Liberman & conversational skills Schizophrenia & Liberman & Conversational Skills Schizoprhenia & social behavior & Social skills training 17 1 Glynn, S.M., et al (2002) 1 Niet relevant 4 Niet relevant 0 R.P. liberman Niet relevant 25 3 Kurtz, M. &Mueser, K., (2007) Granholm, E., et al, (2005) Chien, H. et al, (2003) R.P. liberman 261 Resultaten na nov R.P. liberman AND schizophrenia Richtlijn Schizofrenie implementatie Libermanmodules 125 Resultaten na jan L.S.M.R. (2005) 1 1 Berg, R., van de. (2008) Theoretische onderbouwing 14

15 2.4. Resultaten Binnen het literatuuronderzoek is gebruik gemaakt van de evidentie hiërarchie (zie figuur 2). Richtlijnen Systematische reviews Randomised Controlled Trials (RCT s) Controlled Clinical Trials Figuur 2 Evidentie hiërarchie Er is gebruik gemaakt van de hoogste evidentie van bewijs. Aan de hand van de in- en exclusiecriteria zijn er acht bruikbare artikelen. Van deze artikelen is er 1 richtlijn, 3 systematic reviews, 3 RCT s en een systematische implementatie. Auteur Chien, H. et al (2003) Titel Effects of social skills training on improving social skills of patients with schizophrenia Bellack A.S.,(2004) Social Skills Training for Schizophrenia. Kurtz, M., Mueser, K., (2007) Granholm, E., et al (2005) Kopelowicz, A., Liberman, R.P. & Zarate, R. (2006) A Meta-Analysis of Controlled Research on Social Skills Training for Schizophrenia, Journal of Consulting and Clinical Psychology A Randomized, Controlled Trial of Cognitive Behavioral Social Skills Training for Middle-Aged and Older Outpatients With Chronic Schizophrenia. Recent Advances in Social Skills Training for Schizophrenia Glynn, S.M., et al (2002) Berg, R., van de. (2008) Supplementing clinic-based skills training with manual-based community support sessions: effects on social adjustment of patients with schizophrenia. Systematische implementatie van de Liberman Modules in Nederland L.S.M.R. (2008) Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie Tabel 3 artikelen Theoretische onderbouwing 15

16 2.5. Conclusies De gevonden artikelen zijn beoordeeld aan de hand van verschillende richtlijnen die aansluiten bij het niveau van bewijs. Voor de richtlijn is gebruik gemaakt van het AGREE II beoordelingsformulier. Het AGREE (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation) instrument is speciaal ontwikkeld om de kwaliteit van richtlijnen te bevorderen. Het is een hulpmiddel om de methodologie en transparantie van de richtlijnontwikkeling te beoordelen (AGREE Next Steps Consortium, 2009). Daarnaast is gebruik gemaakt van het MC Master beoordelingsformulier. Dit formulier kan gebruikt worden voor kwantitatieve onderzoeken met diverse onderzoeksdesigns. In bijlage 5 zijn de ingevulde beoordelingsformulieren te vinden over de gebruikte artikelen binnen het literatuuronderzoek. Op de volgende bladzijden worden overzichtelijk in tabel 4 t/m 11 de studies weergegeven met de daarbij behorende conclusies. Theoretische onderbouwing 16

17 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Chien, H. et al (2003) Effects of social skills training on improving social skills of patients with schizophrenia RCT 78 deelnemers met schizofrenie of schizoaffectieve stoornissen, 35 in de experimentele groep en 43 in de controle groep. Sociale vaardigheden zijn opgedeeld in assertive skills en conversational skills. Voor de training, na 4 weken, na 8 weken en 1 maand na afronding van de cursus zijn de vaardigheden gemeten. Experimentele groep kreeg de interventie Social Skill Training en de controle groep kreeg de standaard behandeling. Zowel op assertive skills als conservational skills heeft de experimentele groep een groot significant verschil aangetoond in vergelijking met de controle groep. Dit is zowel op de meetresultaten halverwege de training, aan het eind en 1 maand na afronding. Tabel 4 Effects of social skills training on improving social skills of patients with schizophrenia Theoretische onderbouwing 17

18 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Bellack A.S.,(2004) Social Skills Training for Schizophrenia. Systematic review 40 studies Gekeken wat het effect is van Social Skills Training op de ziektebeelden, de setting waarin de deelnemer verblijft, de grote van de groepen en de vaardigheden Geschikt voor alle settings, geschikt voor schizofrenie en ander ernstige psychiatrische stoornissen en geschikt voor groepen van 6 tot 10 personen. Conclusies gericht op de vaardigheden Tabel 5 Social skills training for schizophrenia - SST is niet effectief voor het verminderen van de symptomen of het voorkomen van een terugval. - SST heeft een betrouwbaar en significant effect op de gedragsvaardigheden - SST heeft een positieve invloed op het maatschappelijk functioneren. Hoewel de uitkomsten niet geheel consistent zijn. De resultaten zijn beter voor bepaalde vaardigheden, dan voor algemene termen van sociaal functioneren. - SST lijkt een positief effect te hebben op de tevredenheid en zelfredzaamheid: ze voelen zich meer zelfverzekerd in sociale situaties na de training. Theoretische onderbouwing 18

19 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Kurtz, M., Mueser, K., (2007) A Meta-Analysis of Controlled Research on Social Skills Training for Schizophrenia, Journal of Consulting and Clinical Psychology Systematic review 22 RCT s Naar aanleiding van een vooronderzoek willen de onderzoekers weten wat het effect is van SST op de volgende 5 gebieden: - Proximaal - Mediationaal - Intermediate (psychosocial functioning) - Intermediate (measures of negative symptoms) - Distal De onderzoekers hebben overeenkomstige resultaten gevonden met het eerdere onderzoek van Pfammatter et al. (2006), waarbij groot effect op vaardigheden is gevonden. Deze resultaten zijn het grootst wanneer ze dichtbij het trainingsgebied van SST liggen en minder grote effecten op indirecte gebieden zoals sociaal functioneren en algemeen psychopathologie. SST heeft significant effect aangetoond op psychosociaal functioneren. Dit resultaat steunt het nut van SST voor het verbeteren van functionele uitkomsten zoals sociale aanpassingen en zelfstandig wonen. Volgens de onderzoekers zijn boostersessies een belangrijk aspect omtrent de SST om het maximale voordeel op lange termijn te behalen. Tabel 6 A meta-analysis of controlled research on social skills training for schizophrenia Theoretische onderbouwing 19

20 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Granholm, E., et al. (2005) A Randomized, Controlled Trial of Cognitive Behavioral Social Skills Training for Middle-Aged and Older Outpatients With Chronic Schizophrenia. RCT 76 deelnemers Gerandomiseerde blinde indeling met experimentele groep en controle groep. Wat is het effect van SST en en CT op de volgende gebieden: - Basic functional living skills - Specific functional living skills - Functioneren, huishoudelijke taken, communicatie, financiën, vervoer, plannen van recreatieactiviteiten - Meten van positieve en negatieve symptomen Tabel 7 A randomized, controlled trial of cognitive behavioral social skill training for middle aged and older outpatients with chronic schizophrenia De studie had als conclusie dat de cognitive behavioral SST bij chronische schizofreniepatienten hielp bij het aanleren van coping skills, objectiever naar situaties liet kijken en sociaal functioneren significant verbeterde. De symptomen werden niet beïnvloed door deze interventie. Daarnaast is de limitatie dat het om een specifieke leeftijdsgroep schizofrenen gaat en dat de SST is gekoppeld aan een cognitieve gedragstherapie. Dit is ook benoemd in de discussie. Theoretische onderbouwing 20

21 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Kopelowicz, A., Liberman, R.P. & Zarate, R. (2006) Recent Advances in Social Skills Training for Schizophrenia Systematic review 50 studies Het effect van SST op de sociale vaardigheden bij mensen met schizofrenie. In onderzoek met 50 studies waarbij significant verbetering is geconstateerd in kennis en gedrag na SST, is gebleken dat de deelnemers de verbeteringen tot 2 jaar (maximale onderzoeksperiode) kunnen behouden. De afgelopen 30 jaar werd in studies het aanleren van vaardigheden gemeten, hoewel er geen interventie werd toegepast om deze vaardigheden ook daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Gevolg is dat de meeste resultaten over de toepassing in de cliënt s eigen omgeving ontmoedigend waren. Vastgesteld was dat, hoe meer natuurgetrouw de training en omgeving zijn, des te waarschijnlijker zal de persoon de vaardigheden in het dagelijks leven toepassen. Omdat de cliënt s eigen leefomgeving de laatste stap is voor het toepassen van de vaardigheden, zijn een aantal interventies ontwikkeld om mensen te helpen de vaardigheden tijdens de training te leren toe te passen. Tabel 8 Recent advances in social skills training for schizophrenia Generalisatie van SST moet zich meer direct richten op de omgevingsfactoren en andere (revalidatie)behandelingen, zoals de groei van zelfmanagement, ondersteuning van de omgeving/gemeenschap. Deze factoren kunnen belangrijke hulpbronnen zijn voor verbeteren van generaliseren en toepassen van de cliënt s vaardigheden in het dagelijks leven. Theoretische onderbouwing 21

22 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Glynn, S.M., et al (2002) Supplementing clinic-based skills training with manualbased community support sessions: effects on social adjustment of patients with schizophrenia. RCT 63 deelnemers Experimentele groep bestaande uit 31 deelnemers en de controle groep 32 deelnemers Wat is het effect van een extra generalisatie van de geleerde vaardigheden naar de thuissituatie. Dit als extra interventie op de SST. De uitkomsten zijn vergeleken op: - Interpersonal functioning - Instrumental role functioning - Intrapsychic factors - Possession of common objects/participation in common activities De conclusie is dat een generalisatie van de sociale vaardigheden door middel van een aanvullende cursus naast de standaard SST ervoor zorgt dat de aangeleerde skills beter daadwerkelijk in de thuissituatie worden toegepast, en dit in het onderzoek terugkomt in significant beter sociaal functioneren. Tabel 9 supllementing clinic-based skills training with manual-based community support sessions: effects on social adjustment of patients with schizophrenia Theoretische onderbouwing 22

23 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat Berg, R., van de (2008) Systematische implementatie van de Libermanmodules in Nederland Systematische implementaie 10 studies Onderzoek naar de effectiviteit van de Libermanmodules Medicatie management en Symptoom management bij mensen met schizofrenie. Uit de studies komt overtuigend naar voren dat de Liberman modules de kennis en vaardigheden op het terrein van symptoombeheersing en medicatiegebruik verbeteren, ook op de langere termijn. Bovendien blijken cliënten veelal in staat te zijn de verworven vaardigheden toe te passen in de dagelijkse praktijk, met name wanneer ze hiertoe gestimuleerd worden door hun directe omgeving (hulpverlener) en wanneer de informatie regelmatig herhaald wordt (boostersessies). Ook zijn er sterke aanwijzingen dat de modules een bijdrage leveren aan het voorkomen van een terugval of van heropname, hetgeen belangrijke doelen van de eerste twee modules zijn. Minder overtuigend is het bewijs dat de modules leiden tot een verbetering in het sociaal functioneren en de kwaliteit van leven van cliënten. Sommige studies vinden wel effecten op dit terrein, andere studies niet. Tenslotte blijken de modules in de meeste gevallen geen effect te hebben op de psychopathologie. De modules blijken geschikt te zijn voor een brede groep ambulante en klinische cliënten met schizofrenie of een aanverwante stoornis die redelijk gestabiliseerd zijn. Er zijn enkele aanwijzingen dat cliënten met langdurige en ernstige psychiatrische problematiek wat minder baat hebben bij de modules. Tabel 10 Systematische implementatie van de Libermanmodules in Nederland Theoretische onderbouwing 23

24 Titel / Auteur Study-design Populatie Methode / interventie Resultaat L.S.M.R. (2008) Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie Richtlijn - Effectiviteit van Libermanmodule en effectiviteit van sociale vaardigheidstraining op de doelgroep schizofrenie. De conclusie uit de richtlijn schizofrenie is als volgt over de Libermanmodule: -Libermantraining leidt tot een toename van kennis en vaardigheden, die ook na een jaar nog aanwezig zijn -Er zijn geen consistente bewijzen dat Libermantraining leidt tot een beter sociaal functioneren - De Community Re-entry module leidt tot een afname van het aantal ziekenhuisdagen in het volgende jaar -De Libermantraining heeft geen effecten op de psychopathologie Tabel 11 Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie De conclusie uit de richtlijn schizofrenie is dat sociale vaardigheidstraining resulteert, vergeleken met alle andere behandelingen, niet in minder terugval, minder heropnames, verbeterde psychiatrisch toestand, of verhoging van de kwaliteit van leven. De sociale vaardigheidstraining resulteert vergeleken met standaardzorg in verbeterde psychiatrische toestand en verbeterd sociaal functioneren Theoretische onderbouwing 24

25 3. Onderzoeksopzet Om de onderzoeksvraag zo volledig mogelijk te kunnen beantwoorden, is gebruik gemaakt van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Het naast elkaar hanteren van meerdere (kwalitatieve en kwantitatieve) methoden wordt ook wel triangulatie genoemd. Triangulatie zorgt ervoor dat je een onderzoeksvraag van verschillende kanten kunt belichten. Dit verhoogt de kwaliteit van de onderzoeksresultaten (Verhoeven, N., 2009). Voor dit project is er door de opdrachtgever data aangeleverd die in dit onderzoek kwantitatief geanalyseerd is om een antwoord te geven op de onderzoeksvraag. Vervolgens is er aan de hand van de uitkomsten van het kwantitatieve onderzoek een verdieping gemaakt door een kwalitatief onderzoek. Dit kwalitatieve onderzoek is aanvullend om de ervaringen en gegeven antwoorden van de testpopulatie beter te kunnen begrijpen en plaatsen. Het is nodig om een beeld te krijgen hoe de deelnemers de Libermanmodule beleven, om vast te kunnen stellen welk effect de training heeft op de deelnemers. Allereerst is de onderbouwing van het kwantitatieve onderzoek weergegeven en daarna de onderbouwing over het kwalitatieve onderzoek Kwantitatief onderzoek Type onderzoeksvraag Binnen het kwantitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van een verschilonderzoeksvraag (Baarda, B., 2006, p. 47). Er is hiervoor gekozen omdat het gaat om het vergelijken van situaties op meerde eigenschappen op verschillende meetmomenten. De verschillen zijn vergeleken op de kwantiteit en de kwaliteit (ervaren spanning) van het aangaan en onderhouden van sociale relaties van de deelnemers na afronding van de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties. Andere type onderzoeksvragen zijn de frequentie-, of de samenhangonderzoeksvraag. Bij een frequentieonderzoeksvraag wordt gekeken hoe vaak of hoeveel iets voor komt. Dit is dan gemeten op 1 moment. Bij een samenhangonderzoeksvraag wordt er gekeken of er een samenhang is tussen verschillende variabelen. Binnen het onderzoek zijn er op meerdere tijdstippen resultaten met elkaar vergeleken, waardoor deze andere type onderzoeksvragen niet vallen binnen het onderzoek Onderzoekspopulatie Er is voor gekozen om in het onderzoek gebruik te maken van alle deelnemers die de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties hebben gevolgd en daarbij de IOA s op al de 4 meetmomenten volledig hebben ingevuld of waarbij meting 3 ontbreekt. Ook zijn de IOA s meegenomen waarvan er 1 of 2 vragen van de 70 vragen niet waren ingevuld. Er is voor gekozen om ook deze laatste groep IOA s mee te nemen op advies van de expert van ProCES. Deze gaf aan dat als er 1 vraag of 2 vragen zijn weggevallen dit niet opweegt tegen het totaal dat het oplevert. Deze criteria zijn opgesteld om inzichtelijk te maken hoe de populatie tot stand is gekomen. De deelnemers hebben verschillende diagnoses en leefsituaties. Er is voor gekozen om al deze deelnemers mee te nemen in ons onderzoekspopulatie om op een geschikt aantal uit te komen. Het totaal van de onderzoekspopulatie komt daarmee uit op 25 personen. Theoretische onderbouwing 25

26 Hercoderen van de gegevens Voordat aan de daadwerkelijke analyse van de gegevens wordt begonnen, is het van belang om te controleren of bepaalde variabelen hergecodeerd moeten worden. Zeker als de totaalscore wordt berekend. Binnen de gegevens zijn de variabelen spanning en frequentie in dezelfde richting geschaald. Dit loopt van helemaal niet gespannen naar heel erg gespannen en van doe ik nooit naar doe ik altijd. Hierdoor zijn de gegevens niet hergecodeerd (Baarda, B., 2006, pp ) Controle kwaliteitgegevens Door een frequentieberekening uit te voeren is gecontroleerd of er codeer- of typefouten zijn gemaakt. Daarnaast is het van belang om voor de categorische variabelen, variabelen met een beperkt aantal waarden, te controleren of alle waarden die kunnen voorkomen ook werkelijk voorkomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de diagnoses die slechts 1 keer voorkomen niet vergeleken kunnen worden op uitkomstverschillen met andere diagnoses op de testresultaten. Dit geeft geen juist beeld weer omdat de kans op toeval zeer groot is als de variabele uit slechts 1 meting bestaat. Voor de niet-categorische variabelen is gecontroleerd of er spreiding is en hoe de verdeling van de waarden is. Wanneer er geen spreiding is in variabelen heeft het geen nut om deze in de verdere analyse te betrekken, omdat hier geen verbanden gevonden zullen worden met andere variabelen (Baarda, B., 2006, pp ) Kwalitatief onderzoek Doel kwalitatief onderzoek Dit kwalitatief onderzoek is een aanvulling en verdieping op het eerder uitgevoerde kwantitatieve onderzoek om een zo compleet mogelijk antwoord te krijgen op de gestelde onderzoeksvragen. Omdat in het kwantitatieve onderdeel is gekeken naar de ervaren spanning, frequentie en hoeveelheid van de sociale contacten voor en na de cursus is er in dit kwalitatieve onderzoek vooral ingegaan op het gevoel, de ervaringen en belevingen van de deelnemers zelf voor, tijdens en na de cursus. Hiermee wordt getoetst hoe de cursus daadwerkelijk wordt ervaren vanuit de deelnemers. Hierbij wordt ook gekeken of de beleving van de deelnemers overeenkomt met de uitkomsten van het kwantitatieve onderzoek op het gebied van spanning en hoeveelheid contactmomenten. Bij kwalitatief onderzoek wordt ingegaan op de achtergronden van de verzamelde gegevens. De nadruk van kwalitatief onderzoek ligt op het begrijpen van de beleving en ervaringen van de bevraagden (Verhoeven, N., 2009). Deze focus zorgt voor een essentiële aanvulling op het kwantitatieve onderzoek om zo concrete persoonlijke feedback op de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties te verkrijgen (Philipsen, H. & Vernooij-Dassen, M., 2004). Theoretische onderbouwing 26

27 Type onderzoeksvraag In het kwalitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van een toetsend onderzoek. Aangezien het idee bij de opdrachtgever bestaat dat de Libermanmodule effectief is. Er is dus al een stelling over de effectiviteit van de Libermanmodule, daarom zal vanuit een deductief proces dit idee worden geverifiërd of verworpen (Baarda, B., 2005) (De Groot, A.D., 1994). Vanwege de al aanwezige theorie en hypothese, terug te vinden in de samenwerkingsovereenkomst (SWO), wordt niet gekozen voor een beschrijvend of explorerend onderzoek waarbij geen theorie voorhanden is. Het gaat om het kwalitatief uitvragen van bovengenoemde deelvragen volgens een narratieve onderzoeksbenadering. Hierbij zal de interventie Libermanmodule Omgaan met sociale relaties worden gezien als een gebeurtenis in het leven van de deelnemers. In het kwalitatieve gedeelte is dit doorlopen met behulp van een geconstrueerde levenslijn voor, tijdens en na deze interventie Onderzoekspopulatie Om de onderzoekspopulatie te bepalen is in het kwalitatieve onderzoek gebruik gemaakt van een steekproef met select begin onder alle deelnemers die de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties meer dan 6 maanden geleden hebben gevolgd en afgerond. Er is voor deze vorm van selectie gekozen omdat de minimale gewenste populatiegrootte 10 deelnemers moet beslaan. Deze personen komen voort uit een selecte groep deelnemers van de cursus, gezien de in- en exclusiecriteria (Baarda, B., 2005). Met deze criteria is voorkomen dat in de interviews de deelnemers niet alle deelvragen kunnen beantwoorden en toelichten in één interview. Vandaar dat niet is gekozen voor bijvoorbeeld een a-selecte steekproef waarbij niet aan deze criteria kan worden voldaan, omdat anders geen personen excludeerd kunnen worden. De poortwachters bij het project zijn de opdrachtgever en in het bijzonder de aangewezen contactpersoon. Daarom is met de poortwachter duidelijk afgesproken welke deelnemers binnen deze doelgroep geschikt zijn om te benaderen voor ons onderzoek, aan de hand van de criteria (Evers, J., 2007) Kwalitatief onderzoeksdesign Het doel van dit kwalitatieve onderzoek is het begrijpen en inzicht verkrijgen in de belevingswereld van de doelgroep. De verschillende perspectieven wijzen erop dat de meest intensieve en diepgaande interactie tussen de onderzoeker en de bevraagde tijdens een individueel interview zal zijn. De literatuur spreekt de voorkeur uit voor individuele interviews als het onderzoek betekenisvolle persoonlijke onderwerpen bevat. Bij individuele interviews wordt daarbij de kans op sociaal wenselijke antwoorden verkleind. Er is gekozen voor een individueel interview, aangezien het onderwerp sociale relaties een onderwerp is met een privékarakter en in groepsverband er een risico bestaat dat er sociaal wenselijke antwoorden worden gegeven. Hierbij wegen de mogelijke tijdswinst en het genereren van ideeën in groepsverband niet op tegen bovenstaande risico s (Zie bijlage 6). Wel is er als alternatief in gedachten gehouden om naast of vooraf de interviews, eventuele groepsinterviews te houden voor de algemene beeldvorming. Daarbij dienen de groepsinterviews als aanvulling en verdieping op de uitkomsten van de individuele interviews. Theoretische onderbouwing 27

28 De keuze over de interviewvorm is gemaakt op basis van de doelgroep en de inhoud van het interview (Zie bijlage 7). Over de doelgroep is bekend dat zij over het algemeen een kortere concentratieboog hebben. De trainingsbijeenkomsten van de Libermanmodules worden daarom ook op twee maal 45 minuten gehouden met tussendoor een pauze van 15 tot 30 min. De interviewmethode sluit aan op die mogelijk aanwezige korte concentratieboog; de open vragen moeten zodanig concreet en bondig geformuleerd en gestructureerd zijn dat de bevraagde deze zo eenvoudig mogelijk kan beantwoorden. Een structurering in vragen kan is gegeven aan de hand van een thematische interviewopzet. Het richt zich op een afgebakend onderwerp uit een bepaalde tijdsperiode (Evers, J., 2007). Wat hierbij aansluit is de interviewinhoud; de onderwerpen betreffen het gedrag van de bevraagden. Volgens Baarda (Baarda, B., 2005) dienen er bij gedrag concrete (door-)vragen gesteld te worden. Het gaat om het kwalitatief semi-gestructureerd uitvragen van bovengenoemde deelvragen met een aantal narratieve elementen, omdat het onderzoek gericht is op de persoonlijke ervaringen en verhalen. Er is gekozen voor elementen en niet de gehele benadering, omdat in dit type onderzoek de structuur ontbreekt die deze doelgroep nodig heeft om het gesprek op de juiste onderwerpen te houden en het meeste te kunnen halen uit de beperkte aandachtsspanne (Trimbos, 2008)(Bak, M., et al, 2002). Wanneer de vragen een vrij open karakter hebben kunnen de gegeven antwoorden niet concreet genoeg zijn, waardoor alsnog doorgevraagd is om tot een concreet antwoord te kunnen komen. Daarom is er gekozen voor een half/gedeeltelijk gestructureerd interview (Satink, T., 2012). Op deze manier is de structuur in het interview aangebracht door de chronologie van de respondent centraal te stellen, in dit geval om een specifieke gebeurtenis heen (Evers, J., 2007). Hierbij zal de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties worden gezien als de specifieke gebeurtenis in het leven van de deelnemers. Er is gekozen voor een mondelinge vorm van interviewen, zodat de interviewvragen flexibel kunnen worden aangepast aan de specifieke persoon en situatie. Ook bleek eerder uit explorerend onderzoek (Barendregt, M. & Kersten, E., 2008) dat onze doelgroep uit zichzelf geen invulling geeft aan op papier gestelde open vragen en alleen meerkeuzevragen beantwoord. Het interview is voorbereidt met een bijeenkomst, waarin er geoefend is met rollenspelen. Op deze manier is er gekeken hoe dit het beste uitgevoerd kan worden. Als eerste is er een proefinterview gehouden, waaruit bleek in welke mate de voorbereide interviewguide aansloot bij de setting en respondent. Hierna kon de interviewer reflecteren of er met zijn eigen manier van interviewen een adequaat resultaat werd behaald. Na dit proefinterview kon de inhoud van het interview nog aangepast worden waarna het vervolgens gedurende het onderzoek onveranderd bleef. Uit de proefpersoonpopulatie zijn 15 personen geselecteerd gezien het uitvalpercentage voor de cursus zelf met de beoogde doelgroep, dat rond één op drie ligt. De verwachting is dat na 10 interviews een redelijke mate van inhoudelijke saturatie zal optreden (Satink, T., 2012). Theoretische onderbouwing 28

29 Kwalitatieve meetinstrumenten Binnen het interview is gebruik gemaakt van een interviewguide. Dit is een opzet waarin wordt beschreven hoe het interview afgenomen wordt. Als dataverzamelingsstrategie is er gebruik gemaakt van geluidsopnamen tijdens het gesprek, omdat op deze manier met zo min mogelijk interpretatie de informatie uit het interview wordt verwerkt. Als alternatieven kan er gebruik gemaakt worden van een video-opname, de trefwoorden opschrijven of direct na het interview het gesprek uitschrijven. Video opnames zijn echter niet geschikt omdat hierbij de privacy in het geding komt. Door het maken van geluidsopnamen kan er precies weergegeven worden wat de beleving en de betekenis is van de geïnterviewde. De locatie is op het terrein van Pro Persona Nijmegen, omdat de respondenten bekend zijn met deze omgeving en dit structuur en continuïteit biedt. De poortwachters bij het project zijn de opdrachtgever en in het bijzonder de aangewezen contactpersoon. Met deze sleutelpersoon is wekelijks contact onderhouden over de voortgang en plannen binnen het onderzoek, om onder andere op tijd genoeg respondenten aan te kunnen schrijven. Vanuit de narratieve insteek is vanuit hoofdvragen doorgevraagd, waarbij benadering en taalgebruik is afgestemd op de desbetreffende respondent. Dit wil zeggen dat de verhalen van de respondenten centraal staan. Zo is aangesloten bij de beleving van de respondenten. Om structuur te bieden aan de respondenten zijn dit thematische interviews, omdat deze doelgroep is gebaat bij een afgebakend onderwerp in een specifiek tijdskader (Evers, J., 2007). De topiclijst met gespreksonderwerpen bevat onderdelen uit zowel het kwantitatief als kwalitatief onderzoek en is opgesteld op psychologische volgorde van makkelijk naar moeilijk om de respondent eerst op zijn gemak te laten voelen waarna er persoonlijke onderwerpen aan bod komen Informed Consent Bij het afnemen van de interviews is aan elke respondent gevraagd vooraf een informed consent te tekenen. Hierin is vermeld op welke wijze het interview verwerkt wordt en wat er met de verzamelde gegevens zal gebeuren. Daarnaast is in het informed consent formulier aangegeven dat deelnemers op elk moment zichzelf kunnen terugtrekken uit het onderzoek. Dit alles om de privacy van de respondenten te waarborgen. Het informed consent is aangepast vanuit een format van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCTO). Theoretische onderbouwing 29

30 4. Data-analyse 4.1. Kwantitatief De IOA s zijn verwerkt door van elke deelnemers de somscores uit te rekenen op de totalen en voor alle verschillende subschalen. Deze zijn daarna ingevoerd in SPSS. Voordat de resultaten geanalyseerd zijn, is er bepaald op welke wijze de resultaten getoetst mogen worden. Allereerst is er, omdat er een populatie kleiner dan 30 personen is, onderzocht of er parametrisch getoetst mag worden of niet. Het voordeel van parametrisch toetsen is dat deze toetsen een hoger onderscheidingsvermogen hebben en zo de kans op een type II fout verkleinen (de nulhypothese wordt onterecht niet verworpen). Wanneer niet aan de voorwaarden voor parametrisch toetsen is voldaan is er non parametrisch getoetst rmale verdeling Parametrisch toetsen kan worden toegepast als de gegevens normaal verdeelt zijn. Met behulp van de Kolmogorov-Smirnov test is nagegaan of de gegevens normaal verdeeld zijn. Deze test is in SPSS uitgevoerd op de volgende wijze: Analyze Descriptive statistics Explore klikken op plots aanvinken Select normality with plots test en tenslotte de variabelen invoeren die gecontroleerd moeten worden. In dit onderzoek zijn dit alle variabelen waarin resultaten van de IOA gegeven worden. Onderstaand ziet u een voorbeeld van een uitkomsttabel met de gegevens zoals ze getoond worden na uitvoeren van de Kolmogorov-Smirnov test (Tabel 13). Spanning Totaal t=1 (Baseline) *. This is a lower bound of the true significance. a. Lilliefors Significance Correction Tabel 12 Tests of rmality Tests of rmality Kolmogorov-Smirnov a Shapiro-Wilk Statistic df Sig. Statistic df Sig.,136 25,200 *,960 25,408 Belangrijk is bij deze uitkomst te kijken naar de derde kolom van de Kolmogorov-Smirnov test; de significantie. Wanneer de uitkomst van deze test niet significant is, (p>0.05) geeft dit aan dat de gegevens min of meer normaal verdeeld zijn. Wanneer de test wel significant is geeft dit aan dat de gegevens niet normaal verdeeld zijn en zal er niet parametrisch getest worden. Naast tabel 13 worden er bij het uitvoeren van de Kolmogorov-Smirnov ook Q-Q plots gemaakt (figuur 3). In deze grafiek zijn alle meetpunten te zien. Wanneer deze punten recht op de diagonale lijn geplaatst liggen zijn de gegevens perfect normaal verdeeld. Een perfecte normale verdeling is echter vrijwel niet mogelijk en daarom mogen de gegevens ook als normaal verdeeld beschouwd worden als er slechts een lichte afwijking te zien is rond de diagonale lijn. Theoretische onderbouwing 30

31 Figuur 2 Q-Q Plot Interval scaling Een andere voorwaarde voor het mogen uitvoeren van parametrische toetsen is dat de gegevens op interval geschaald zijn, dit betekent dat de verschillen tussen punten overal hetzelfde moeten zijn. Het verschil tussen een score van 90 en 95 is bijvoorbeeld even groot als het verschil tussen een score van 100 en 105. Dit is bij de gegevens het geval en vormt dus geen belemmering voor het uitvoeren van een parametrische toets Inter-deelnemers onafhankelijkheid Het is belangrijk dat de data van één deelnemer onafhankelijk is van die van een andere deelnemer en dat deze elkaar niet beïnvloeden. In het onderzoek zijn de IOA s onafhankelijk van elke deelnemer afgenomen en zijn alle deelnemers dus onafhankelijk van elkaar. Dit betekent dat er ook op deze voorwaarde parametrisch getoetst is Homogeniteit De laatste belangrijke factor die een voorwaarde is voor het parametrisch toetsen is dat de variantie homogeen is verdeeld over de groepen. Ons onderzoek heeft een repeated measure design, daarom is deze voorwaarde niet van toepassing. Theoretische onderbouwing 31

32 Toetsen van verschillen Binnen het onderzoek is ervoor gekozen om de verschillende testvariabelen op verschillende meetmomenten te analyseren, namelijk: Meetmoment 1 en meetmoment 4 (A) Meetmoment 1 en meetmoment 2 (B) Meetmoment 2 en meetmoment 4 (C) De reden hiervoor is om te kijken hoe de verschillende testvariabelen zich verhouden op de verschillende meetmomenten. Er is gekeken of er een significant verschil aanwezig is en naar de effectgrootte hiervan. Hierop volgend is beschreven waarom er voor de volgende 3 combinaties is gekozen. (A) Bij deze combinatie is gekeken hoe de beginscore zich verhoudt met de laatste score van de IOA. Is de frequentie toegenomen en is de ervaren spanning afgenomen op het aangaan en onderhouden van de sociale relaties? (B) Bij deze combinatie is gekeken hoe de beginscore zich verhoudt met de score aan het eind van de cursus. Is de frequentie toegenomen en is de ervaren spanning afgenomen op het aangaan en onderhouden van de sociale relaties? (C) Bij deze combinatie is gekeken hoe de score aan het einde van de training zich verhoudt met de laatste score van de IOA. Is de frequentie toegenomen en is de ervaren spanning afgenomen op het aangaan en onderhouden van de sociale relaties? Zijn de aangeleerde vaardigheden met betrekking tot de ervaren spanning en frequentie behouden, afgenomen of toegenomen? Uit deze drie combinaties kunnen aanbevelingen hierover gedaan worden Parametrische toetsen Zoals eerder beschreven, is er getest of de gegevens normaal verdeeld zijn. Voor de variabelen waarop alle drie de meetmomenten normaal verdeeld zijn is er parametrisch getoetst. Deze toetsen zijn belangrijk om te bepalen of gevonden verschillen significant zijn. Een veelgebruikte manier van parametrisch toetsen is de T-Toets. Omdat er een repeated measure design is, is de paired-sample-t-test uitgevoerd. Met het uitvoeren van de gepaarde test is er een groot voordeel van het repeated measure design: de unsystematic variance is kleiner dan wanneer twee aparte populaties getest zouden worden. Dit maakt de uitkomsten meer betrouwbaar. Onderstaand is de output te zien zoals SPSS deze toont na het uitvoeren van de T-test (Tabel 14 en 15). In Tabel 14 worden de eerste twee meetmomenten weergegeven die gekozen zijn. In dit geval Spanning Totaal t=1 (Baseline) en Spanning Totaal t=4 (7 maanden na afronden). In de eerste kolom is te zien wat de gemiddelde gemeten scores zijn. Bij T=1 is dat dus 105,56 en bij T=2 86,76. In de tweede kolom is de populatiegrootte (N=25) weergegeven. In de derde kolom is dat Standard Deviation en in de vierde kolom is dat de Standard Error. In Tabel 15 is in kolom 1 het verschil te zien van de gemiddelden bij meting 1 en 4. In kolom 2 en 3 staat respectievelijk de Standard Deviation en de Standard Error. In kolom 4 staat het 95% confidence interval weergegeven. De gegevens die zijn weergegeven onder paired differences zijn niet van groot belang. De T-waarde en de Df in kolom 5 en 6 zijn gebruikt bij het berekenen van de effectgrootte. De laatste kolom is de belangrijkste uitkomst van de Paired-Samples-T-test. Deze geeft weer in hoeverre het gemeten verschil significant is. Bij een waarde kleiner dan 0,05 (P<0,05) is er sprake van een significant verschil. Theoretische onderbouwing 32

33 In dit voorbeeld is het gemeten verschil dus zeer significant (p=0.000). De kans dat de gevonden verschillen op toeval berusten is dus zeer klein. Tussen meting 2 en 4 zou er eventueel een significant verschil te zien kunnen zijn wanneer de scores omhoog gaan. Wanneer de gemiddelden licht omlaag gaan moet er juist geen significant verschil te zien zijn, omdat dit zou betekenen dat het effect op de lange termijn verdwijnt. Pair 1 Spanning Totaal t=1 (Baseline) Spanning Totaal t=4 (7 maanden na afronden) Tabel 13 Uitkomsttabel Paired Samples T-test Paired Samples Statistics Mean N Std. Deviation Std. Error Mean 105, ,489 4,298 86, ,997 4,599 Spanning Totaal t=1 (Baseline) - Spanning Totaal t=4 (7 maanden na afronden) Mean Std. Deviation Paired Samples Test Paired Differences t df Sig. (2-tailed) Std. Error Mean 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 18,800 21,152 4,230 10,069 27,531 4,444 24,000 Tabel 14 Uitkomsttabel Paired Samples T-test Effectgrootte Wanneer er uit de Paired Sample T-test blijkt dat er een significant verschil aanwezig is (er is effect van de training) is gekeken wat de grootte van dit effect is. De beste manier om de effectgrootte te berekenen is met behulp pearson s r. Hiervoor is gebruik gemaakt van de volgende formule: r= (t 2 /(t 2 +df)) (Cohen, 1988). Deze berekening is met de hand verder uitwerkt aangezien dit in SPSS een tijdrovend proces is. Als uitkomst komt hier een waarde tussen de 0 en 1 uit. De effectgroottes zijn omschreven zoals in onderstaande tabel (Tabel 16): Pearson r Uitkomst Omschrijving grootte effect Tabel 15 Effectgroottes >0.1 Klein effect >0.3 Medium effect >0.5 Groot effect Zoals eerder aangegeven in Tabellen 14 en 15 laten deze zien hoe de output van de paired samples T- test eruit ziet. Hierin staan de kolommen t en df weergeven. Deze gegevens zijn gebruikt voor het invullen van de formule voor het berekenen van de effectgrootte. Dit geeft de volgende berekening: 4,444 2 /(4, ) = 19,75 / (19,75 +24) = 19,75 / 43,75 = 0,45. De effectgrootte r 2 is hier 0,45. Kijkend naar Tabel 16, kan er worden gezegd dat er een middelgroot effect is. Wanneer er geen significant verschil is, is er geen effect en is de effectgrootte niet berekend. Theoretische onderbouwing 33

34 n parametrische toetsen Uit de Kolmogorov-Sminov test blijkt dat een aantal categorieën niet normaal verdeeld zijn. Bij deze categorieën is er gebruik gemaakt van non-parametrische toetsen. De meest geschikte test hiervoor is de Wilcoxon Signed rank test. Na uitvoeren van deze test worden er in SPSS de onderstaande tabellen weergegeven (Figuur 17 en 18). Hierbij staan in Tabel 17 de populatiegrootte, het gemiddelde, de Standard Deviation en de minimale en maximaal voorkomende waardes weergegeven. In Tabel 18 staat de belangrijkste waarde die uit deze toets berekend; de significantie. In dit geval is te zien dat de significante een waarde heeft van 0,090. Ook hier geldt dat een resultaat significant is wanneer p kleiner is dan 0,05 (p<0,05). Dit betekent dat er in deze subschaal geen significant verschil is opgetreden in de resultaten tussen meting 1 en 4. Spanning Waardering t=4 (7 maanden na afronden) Spanning Waardering t=1 (Baseline) Tabel 16 Uitkomstabel wilcoxon signed rank test Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Minimum Maximum 25 6,44 2, ,16 3, Test Statistics a Spanning Waardering t=1 (Baseline) - Spanning Waardering t=4 (7 maanden na afronden) Z -1,694 b Asymp. Sig. (2-tailed),090 a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on negative ranks. Tabel 17 Uitkomstabel wilcoxon signed rank test Effectgrootte Ook bij een non parametrische toets is de effectgrootte r berekend wanneer het resultaat significant is. Hier gaat het ook om de r waarde die berekend is en qua grootte gelden dan ook dezelfde definities als bij de eerdere effectgrootte berekening. De formule die in dit geval gebruikt is, is in dit geval: Z /. Hierbij is Z de waarde die in Tabel 18 uit de Wilcoxon test komt en is N de populatiegrootte. In het geval van Tabel 18 zal dit dus -1,694 / 5. = -0,338 zijn. De r kan zoals hier te zien is ook een negatieve waarde hebben maar dit heeft geen invloed op de interpretatie hiervan. Theoretische onderbouwing 34

35 4.2. Kwalitatief De interviews zijn verwerkt door deze gesprekken opnieuw af te luisteren en de informatie schriftelijk te verwerken tot bruikbare conclusies voor het onderzoeksrapport. Voordat hieruit resultaten verkregen zijn is eerst bepaald op welke wijze de gegevens het beste verwerkt kunnen worden. De conclusies die hieruit volgen, zijn gecombineerd met het kwantitatieve onderzoek en gerapporteerd in een onderzoeksrapport voor de opdrachtgever Transcriberen Na het afnemen van de interviews zijn deze audio opnames omgezet in geschreven tekst (=transcriptie), zodat de verkregen informatie van de deelnemers systematisch geanalyseerd kan worden. Er is een keuze gemaakt voor het type transcriptie dat op de 11 interviews is toegepast. Er zijn verschillende manieren waarop getranscribeerd kan worden, variërend van een globale tot letterlijke transcriptie. Voor dit onderzoek is gekozen voor een letterlijke transcriptie, omdat dit de mate van interpretatie van de gegevens tot een minimum beperkt, aangezien er geen selectie toepast wordt van wat wel en niet wordt uitgetypt (Wester, F., 1995). Wel kost deze methode veel tijd, maar juist door deze stap zijn de gegevens uit de interviews zo objectief mogelijk gebruikt bij de codering en uiteindelijke resultaten. Dit zodat bijvoorbeeld een meervoudige ontkenning die kan wijzen op een sociaal wenselijk antwoord niet over het hoofd wordt gezien (Kvale, S., 2007). Dit is wel het geval bij een globale of woordelijke transcriptie, waarbij het afgenomen interview in een lopend gesprek zonder herhalingen in zinnen is uitgewerkt voordat het wordt getranscribeerd (tuleercentrum, 2012). De afgenomen interviews zijn, als de omstandigheden het toelieten, door dezelfde interviewers die deze hebben afgenomen getranscribeerd. Hierdoor kan door de betere verstaanbaarheid van de eigen stem in het interview en de wisselwerking waarin uitspraken zijn gemaakt beter overgebracht worden in het interviewverslag (Berg, B.L., 2007). Met een letterlijke transcriptie is rekening gehouden met een verwerkingstijd van 8 uur per interview (T. Satink, onderzoeker en docent HAN, persoonlijke mededeling, maart 2012). Theoretische onderbouwing 35

36 Coderen Na de transcriptie van de interviews zijn de gegevens gecodeerd. Deze codering is binnen het kwalitatieve onderzoek de eerste stap van de analyse. Dit levert een bestand op van geordende gegevens waarop de uiteindelijke bevindingen van de onderzoeker zijn gebaseerd (Wester, F., 1995). De uit de interviews verkregen informatie is vanwege de opzet van de interviews gethematiseerd en semigestructureerd dankzij de gehanteerde topiclijst. Ondanks de vastgestelde vragen in een vastgestelde volgorde verloopt een interview zelden precies volgens deze opbouw en gaan de interviewers ook mee in het verhaal van de interviewee, indien dit volgens de interviewer op dat moment binnen de opgestelde onderzoeksdeelvragen past. Bij deze minder gestructureerde data (stukken tekst, geluidsopnamen en/of beelden) zal deze eerst gestructureerd moeten worden om te kunnen analyseren ( van der Donk, C. & van Lanen, B., 2011). Door middel van coderen zijn alle gegevens die voor het onderzoek relevant zijn uitgelicht, zodat er categorieën uit de semigestructureerde informatie zijn gevormd. Voor het onderzoek is gekozen voor een open codering, dit betekent coderen puur vanuit de tekst, losstaand van de vooraf vastgelegde thema s (respectievelijk de onderzoeksdeelvragen) en categorieën (de operationalisering van begrippen uit de onderzoeksdeelvragen). Hierbij worden alle passages in één of twee woorden concreet gelabeld met een open codering. De thematisering heeft reeds plaatsgevonden bij het opstellen van de interviewvragen vanuit de onderzoeksdeelvragen, operationalisering en resultaten uit het kwantitatief onderzoek. Dit staat reeds beschreven in de onderzoeksopzet. De onderzoeksdeelvragen zijn namelijk te specifiek om enkel met een open codering te kunnen analyseren (Evers, J., 2007) (T. Satink, workshop analyse kwalitatieve data, HAN Nijmegen, 8 maart 2012). Ook is in de verwerking van gegevens rekening gehouden met opvallende fragmenten die buiten de thema s vallen, maar wel relevant zijn voor het onderzoek omdat ze invloedsfactoren op het effect van de Libermanmodule aangeven. Dergelijke informatie is alsnog meegenomen in de bevindingen door bijvoorbeeld een label overige invloedsfactoren toe te kennen aan de codes. Hierna zijn alle dergelijke passages met categorisering verder verwerkt. Hierdoor zijn de gegevens met een open houding verwerkt, waardoor alle mogelijke bevindingen ook daadwerkelijk zijn herkend en meegenomen in het onderzoek. Het nadeel van een open codering is dat er een aantal passages en daarbij behorende codes niet bruikbaar zijn voor onze vooraf opgestelde categorieën en thema s. Aangezien er al vanuit de opdrachtgever een hypothese is in het onderzoek en er al sprake is van thematisering vanuit de interviewvragen, sluit deze open codering goed aan op het onderzoek (Ostelo et al, 2006)(Taylor- Powell, E., Renner, M., 2003) Thematisering en categorisering Top-down vs bottom up Zoals hierboven beschreven staat is er gekozen om vooraf thema s en categorieën op te stellen waarop de interviews zijn geanalyseerd. Omdat vanuit het ontwerp van het onderzoek, vanuit voorafgestelde thema s de categorisering is bepaald, is in deze data-analyse de thematisering en categorisering toegelicht vanuit een top-down design, met een transparant overzicht. Op deze manier is in het veldonderzoek door de projectgroep met meer vrijheid data verzameld (Delarue, A., 2009). Door deze analytic themes te gebruiken is Theoretische onderbouwing 36

37 rekening gehouden met de vastliggende condities vanuit de opdrachtgever en de aanwezige gegevens (antecedenten) vanuit voorgaand onderzoek naar de Libermanmodule en SST s (Coffey et al, 1996). De daadwerkelijke gegevens zijn via codering verwerkt in categorieën en dan pas in thema s. Dit zorgt ervoor dat tijdens het analyseren van de verkregen ervaringskennis uit wordt gegaan van een bottom up benadering, waarbij de basisonderdelen (codes) worden geintegreerd tot een steeds completer beeld totdat er gesproken kan worden van overzichtelijk practise based evidence over de effecten van de libermanmodule (Smeijsters, H., 2009) Thematisering Zoals hierboven beschreven staat is er gekozen om vooraf thema s op te stellen waarop de interviews zijn geanalyseerd. De thema s die zijn opgesteld zijn afkomstig uit de onderzoeksvragen. Deze thema s zijn ook gebruikt binnen het kwalitatieve onderzoek, namelijk: - Kwantiteit - Aard - Kwaliteit - Bruikbaarheid Aan de hand van deze thema s, waaronder ook de analytic categories vallen, is het kwalitatieve gedeelte van de onderzoeksdeelvragen beantwoord. Door de uitkomsten van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek samen te nemen is de hoofdvraag beantwoord. Vanwege de aanwezigheid van losse categoriën die niet direct onder een van bovenstaande thema s vallen, staat er onder de thema s de term overig, terug te vinden in tabel 19. Deze categoriën zijn namelijk niet onder te brengen bij een geschikt nieuw thema Categorisering Bij de data-analyse is gebruik gemaakt van verschillende categorieën die onder de hierboven beschreven thema s vallen. Per thema staat in tabel 19 aangegeven welke categorieën daaronder vallen. Deze categorieën zijn bepaald aan de hand van de operationalisering van de onderzoeksvraag en zijn deelvragen, en het literatuuronderzoek. Hierbij is gebruik gemaakt van zogenaamde analytic categories (Berg, 2007). De vorming van dergelijke categoriën via analytische generalisatie is mogelijk vanwege overeenkomende resultaten uit eerder onderzoek, terug te vinden in het literatuuronderzoek, en de ervaring van de opdrachtgever in het veld (Kvale, 2007). Daarnaast zijn er extra categorieën toegevoegd. Dit betreft de boostersessies en de spanning. De reden hiervan is om te achterhalen of de deelnemers de boostersessies hebben bijgewoond en wat hun bevindingen hiervan zijn. Daarnaast is naar de ervaren spanning gevraagd om aan te sluiten bij de uitkomst van het kwantitatieve onderzoek. Hier is naar voren gekomen dat de spanning is verminderd, maar wij willen ook de vraag beantwoorden hoe de deelnemers deze spanning beleven en in welke situaties deze beleefd wordt. Na het doorlezen van de transcripties worden grounded categories toegevoegd, afhankelijk van de frequentie waarin de categorie voorkomt in de interviews. Hierdoor is de data met zo min mogelijk bias geanalyseerd (Berg, 2007). Deze zijn terug te vinden in tabel 19. Theoretische onderbouwing 37

38 Thema Kwantiteit Categorie Hoeveelheid contactmomenten Aantal sociale contacten Tijdsduur van contactmomenten Aard Gezin Familie Vrienden (vrijwilligers)werk Hobby s Dagbesteding Activiteitenbegeleiding Lotgenoten Onbekenden Sociale media Kwaliteit Kritiek geven Waardering uitspreken Aandacht vragen voor eigen mening Initiatief nemen tot contact Jezelf waarderen Eenzaamheid Gelijkwaardigheid Respectvolle bejegening Dierbaar contact Bruikbaarheid Overig Bruikbaar Niet bruikbaar Spanning Boostersessies Etc Thema Overig Kwantiteit Aard Kwaliteit Bruikbaar Tabel 18 Categorisering Grounded categories Reden deelname Overig Social media / overig Overig Gevoelens Ontwikkeling Gespreksvaardigheden Overig Leukst Theoretische onderbouwing 38

39 Softwareprogramma s Er is een keuze gemaakt voor welke transcribeer- en codeerprogramma s we gebruiken binnen de analyse van de interviews. Aan het transcribeerprogramma zijn een aantal eisen gesteld. Het moet gebruiksvriendelijk, betrouwbaar, kostenvrij en functioneel zijn. Hierom is gekozen voor Express Scribe. Er is gekozen voor een kostenvrije versie omdat dit anders niet binnen het vooraf gestelde budget past en een dergelijk programma 40 tot 200 euro kost (Useful fruit software, 2010) (Transana, 2012). Vanwege het vele terugspoelen en vertragen van de opnamen om het gesprek goed te volgen, is deze mogelijkheid in het transcribeerprogramma een voorwaarde voor gebruiksvriendelijk transcriberen (T. Satink, workshop analyse kwalitatieve data, HAN Nijmegen, 8 maart 2012). Het programma is overzichtelijk, eenvoudig, praktisch en is door gebruikers zeer geschikt bevonden. Dit wordt zowel in het veld als in de literatuur benoemd (Wax, D., 2010) (Barth, S., 2005) (Klee, T., 2010). Gezien de goede ervaringen met het programma in ander kwalitatief onderzoek is voor dit programma gekozen boven bijvoorbeeld Transana, waarbij naast de reviews op de eigen site vooral gebruikerservaringen te vinden zijn die zich richten op video-analyse (Schmidt, T. 2006). Als codeerprogramma is gekozen voor Atlas TI. De eisen aan het codeerprogramma zijn dat het betrouwbaar is, de documenten overzichtelijk verwerkt kunnen worden, dat er een duidelijke handleiding beschikbaar is en dat er voldoende functionaliteit is om binnen deze onderzoeksvorm waar gewenst codes, categoriën en thema s toe te wijzen. Zo is een alternatief programma als Kwalitan bijvoorbeeld gebaseerd op onderzoek volgens grounded theory, terwijl er bij ons project al sprake is van een hypthese vooraf aan het onderzoek (Lucassen, P.L.B.J. Olde-Hartman, T.C., 2007). Daarnaast is er een onderzoeker op de HAN aanwezig die ondersteuning biedt bij het gebruik van Atlas TI. Op gebruiksvriendelijkheid wordt Atlas TI beoordeeld als intuïtief goed ingesteld en met een gevoel dat je dicht bij de tekst zit, terwijl een andere marktleider binnen codering als NUD-IST teveel de tekst verweeft (Lewis, R.B., 1998) (Lewins, A. & Silver, C., ). Ook onderscheidt Atlas TI zich door het goed toewijzen, organiseren en beheren van alle codes in de tekst, met een duidelijke zoekfunctie op zowel tekst en code. Deze gevoelsmatige functionaliteit wordt niet behaald door bijvoorbeeld MAXqda en Nvivo (Lewins, A. & Silver, C., ) (Lewins, A. & Silver, C., 2007). Theoretische onderbouwing 39

40 5. Resultaten 5.1. Resultaten kwantitatief De IOA is opgebouwd uit twee categorieën; spanning en frequentie, welke elk weer is onderverdeeld in 6 subschalen. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag was wat betreft de categorie frequentie alleen de totaalscore van belang. Hierom is er voor gekozen enkel deze subschaal in het eindrapport op te nemen. Wat betreft de categorie spanning waren alle subschalen van belang waardoor deze allen in het eindrapport opgenomen zijn. Voor de volledigheid zijn de subschalen van de categorie frequentie wel opgenomen in de bijlagen. In de resultaten is weergegeven of een subschaal een significant resultaat liet zien of niet en hoe groot het effect was. De resultaten zijn weergegeven door middel van grafieken en tabellen zodat er snel een overzicht is verkregen van de resultaten. Daarbij is elke categorie voorzien van een begeleidende tekst waarin de resultaten nogmaals duidelijk vermeldt staan en beschreven is hoe deze geïnterpreteerd dienen te worden Resultaten kwalitatief Legenda groepsgroottes Aan de hand van het categoriseren van de codes, is een beeld ontstaan van hoe vaak bepaalde uitspraken voorkwamen. De frequentie van een herhalende codes die in een groep voorkwamen bepaalde de relevantie van die code. Om deze resultaten meetbaar te maken zijn de frequenties van belangrijke codes handmatig geteld en is er voor de rapportage een ordinale schaalverdeling ontworpen waarmee de meetresultaten weergegeven kunnen worden. (zie tabel 20). Hiermee is de leesbaarheid van het rapport hoog gehouden door middel van prettig leesbaar woordgebruik en tevens een objectieve weergave van de resultaten te geven door middel van harde cijfers te tonen. Term Enkele 2-3 Minderheid 3-4 Aantal 3-4 Ongeveer de helft 5-6 Veel 7-8 Meesten 7-8 Vrijwel allen 9-10 Allen 11 Tabel 19 Legenda groepsgroottes Aantal respondenten Thema s De resultaten zijn weergegeven per thema. Deze thema s vertegenwoordigen de onderzoeksdeelvragen (kwantiteit, kwaliteit, aard van de contacten en bruikbaarheid) en daarnaast zijn enkele thema s naar aanleiding van de data-analyse opgesteld (reden deelname, spanning en boostersessies). Deze drie laatst beschreven thema s vielen in eerste instantie onder het thema Overig (zie paragraaf ), maar bleken bij de categorisering een dermate essentiële rol te spelen in de bevindingen dat deze beschreven onderwerpen allen een eigen thema toegekend kregen. Theoretische onderbouwing 40

41 6. Conclusies en discussie 6.1. Conclusie Om de hoofdvraag van het onderzoek te beantwoorden is er voor gekozen om eerst een conclusie te trekken per deelvraag. Deze conclusie per deelvraag is tot stand gekomen door de resultaten van het kwantitatieve- en/of het kwalitatieve onderzoek te combineren. Hier is voor gekozen zodat de resultaten van beide onderzoeken met elkaar vergeleken zijn. Hierdoor is er gecontroleerd of de resultaten van beide onderzoeken bij elkaar aansluiten. De resultaten zijn daarna vergeleken met de uitkomsten van het literatuuronderzoek. Hier is voor gekozen om te kijken of de conclusies van het onderzoek aansluiten bij conclusies van andere onderzoeken die reeds hebben plaatsgevonden. Op deze manier worden de resultaten bevestigd of leidt er een discussie uit voort als de resultaten verschillen. Aan de hand van de conclusies van de deelvragen is de hoofdvraag van het onderzoek beantwoord Discussie Naar aanleiding van het gehele onderzoek zijn er een aantal punten naar voren gekomen voor de discussie, dit om ervoor te zorgen dat duidelijk gemaakt wordt waar aandachtspunten liggen na dit onderzoek en hoe met mogelijke zwaktes van de onderzoeksmethodiek is omgegaan Controlegroep In het onderzoek is geen gebruik gemaakt van een controlegroep. Een controlegroep heeft meerwaarde bij effectonderzoek omdat hierdoor andere factoren die zorgen voor een verandering van de vaardigheden worden uitgesloten (Baarda B., 2007). In het kwantitatieve onderzoek is geen gebruik gemaakt van een controlegroep omdat de data hiervan niet aanwezig was. Een controlegroep werd daarbij in het huidige onderzoek als niet wenselijk beschouwd omdat hierbij een groep cliënten een behandeling onthouden moest worden waarbij zij mogelijk wel baat bij hebben. Het nadeel van het ontbreken van een controlegroep weegt in dit onderzoek minder zwaar als het niet aan kunnen bieden van een behandeling aan cliënten om een groep zonder behandeling te kunnen onderzoeken. Een oplossing die zorgt voor de meest optimale situatie is voor deze vraag beschikbaar. Daarom is ervoor gekozen om geen gebruik te maken van een controlegroep. Theoretische onderbouwing 41

42 7. Aanbevelingen Er is voor gekozen om de aanbevelingen op te delen in aanbevelingen voor Pro Persona en aanbevelingen voor een vervolgonderzoek. Hier is voor gekozen zodat een verbeterslag gemaakt kan worden betreffende de Libermanmodule Omgaan met sociale relaties. Daarnaast zijn er nog vragen die binnen het onderzoek niet beantwoord zijn, maar wel van invloed kunnen zijn op de effectiviteit van de cursus. Dit is de reden om aanbevelingen te doen voor een vervolgonderzoek. De aanbevelingen voor Pro Persona zijn voortgekomen uit de conclusies van het onderzoek en uit de discussie. Hierbij zijn ook de conclusies uit het literatuuronderzoek meegenomen. Het format dat gehanteerd is bij het opstellen van de aanbevelingen is afkomstig van het Centraal Begeleidings Orgaan (CBO). Bij het opstellen is het essentieel dat: - aanbevelingen de uitgangsvraag beantwoorden. - aanbevelingen op zichzelf staand gelezen kunnen worden. - aanbevelingen niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Op deze manier zijn de aanbevelingen vormgegeven in het eindrapport Aanbeveling vooraf meer duidelijkheid geven Eén van de gegeven aanbevelingen is het vooraf duidelijkheid geven over de cursus op organisatorisch vlak. Respondenten hebben aangegeven vooraf geen verwachtingen te kunnen vormen omdat zij geen duidelijk beeld konden vormen. Hierbij is de kanttekening gemaakt dat er op inhoudelijk vlak niet teveel informatie gegeven moet worden. Natuurlijk is dit enigszins tegenstrijdig omdat er aan de ene kant aanbevolen wordt meer informatie te geven en aan de andere kant aanbevolen wordt informatie niet te vertellen. Deze keuze is echter bewust gemaakt. Een ander punt wat door respondenten werd aangegeven was namelijk dat zij aan het begin van de cursus een hoge spanning ervoeren bij de rollenspelen. De kans bestaat dat cliënten met de wetenschap vooraf dat er rollenspelen gespeeld gaan worden dermate veel spanning ontwikkelen dat zij afhaken. Door deze informatie vooraf niet met toekomstige deelnemers te delen zullen zij om deze reden niet afhaken van de cursus. Gevolg hiervan is wel dat inhoudelijk niet alle informatie gegeven kan worden die door deelnemers verwacht wordt. De projectgroep is echter van mening dat het niet geven van deze informatie opweegt tegen de kans dat deelnemers voortijdig afhaken. De cursus heeft bij de meeste deelnemers immers juist een positieve invloed op de ervaren spanning wat ervoor kan zorgen dat deze problemen na de cursus minder naar voren komen. Daarbij kijken veel respondenten tijdens de interviews met zeer veel plezier terug op de rollenspelen. Theoretische onderbouwing 42

43 8. Ondernemen Definitie Ondernemen is een (vernieuwend) product of dienst aanbieden welke een meerwaarde heeft voor een afdeling of instelling in de zorg Pijnappels (C., Vries.K de. 2009). Ondernemen is naast het bekend maken van je product ook het zorgen voor de waarborging van het gebruik van je product. Wij streven er als projectgroep naar om presentatie en/of een workshop te geven in september oktober over ons onderzoek op een symposium over de Libermantrainingen. Door hier de resultaten van hier onderzoek te laten zien kunnen wij ervoor zorgen dat men meer vertrouwen krijgt in de waarde van de Libermanmodule en er een groter draagvlak ontstaat op meso- en macroniveau voor het faciliteren en vergoeden van de trainingen. Netwerk Naast literatuuronderzoek is ook actief gezocht naar informatie van experts. Door gebruik te maken van het netwerk van de projectgroep en opdrachtgever is contact geweest met experts op het gebied van de Libermanmodule die betrokken zijn geweest bij de implementatie. Daarnaast is er informatie verkregen over het werken met SPSS en het analyseren van kwantitatieve data. Door deze ondernemende houding is de projectgroep in staat geweest meer informatie te verkrijgen over het tot stand komen en de implementatie van de Libermantrainingen in de Nederlandse GGz. Theoretische onderbouwing 43

44 9. Presentatie Donderdag 7 juni vindt de presentatie plaats bij Pro Persona. Naar aanleiding van het gesprek met de opdrachtgever Jacqueline Gommans is het volgende besloten. Allereerst zal er een introductie plaatsvinden over wie wij zijn als projectgroep en wat de aanleiding is van onze onderzoeksvraag. Daarnaast zal ingegaan worden op de gehanteerde methode, de resultaten, de conclusies, de discussie en de aanbevelingen. Er is hiervoor gekozen dat de aanwezigen een beeld hebben over hoe het onderzoek is vorm gegeven en welke resultaten er zijn met de conclusies. Ook is de discussie toegevoegd om weer te geven dat er kritisch naar het onderzoek gekeken is. Gezien de beschikbare tijd en de aanwezigen, die o.a. bestaan uit psychiaters, verpleegkundigen en managers, is ervoor gekozen om de informatie in de presentatie kort en krachtig weer te geven. Zodat alleen de relevante informatie wordt overgedragen. Theoretische onderbouwing 44

45 Literatuurlijst AGREE Next Steps Consortium. AGREE II. Instrument voor de beoordeling van richtlijnen. Mei Aubèl, G.F. (2009). Zorgbasics: kwaliteitszorg. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Baarda, De Goede, Teunissen (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek (2 e druk). Groningen/Houten: Wolters-ordhoff. Baarda, D.B. & Goede, de M.P.M. (2006). Doelstelling en onderzoeksvraag. Basisboek methoden en technieken. (p. 47). (4 e druk). Houten: Wolters-ordhoff bv Baarda, D.B. & Goede, de M.P.M. (2006). Datapreparatie. Basisboek methoden en technieken. (pp ). (4 e druk). Houten: Wolters-ordhoff bv Baarda, D.B. & Goede, de M.P.M. (2006). Datapreparatie. Basisboek methoden en technieken. (pp ). (4 e druk). Houten: Wolters-ordhoff bv Baarda, D.B. & Goede, de M.P.M. (2006). Data-analyse. Basisboek methoden en technieken. (pp ). (4 e druk). Houten: Wolters-ordhoff bv Smit, A. (2012). Contact met expert over SPSS van proces. Geraadpleegd op: 15 maart Bak, M. Delespaul, P., Radstake, S., Os, van J. (2002). Maastricht Assessment of Coping Strategieën voor mensen met een psychotische stoornis. Vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie, Universiteit Maastricht. Barendregt, M. & Kersten, E. (2008) Opzetten van een effectmeting voor de Libermanmodule omgaan met sociale relaties. Nijmegen: Hoge school Arnhem Nijmegen Barth, S. (2005) Capturing complex conversations. KM World, Vol. 14 Issue 2, p19-24, 2p Becker, L.A. Effect sitze calculators, opgevraagd van Bellack A.S., Mueser K.T., Gingerich S. & Agresta J. (2004). Social Skills Training for Schizophrenia. New York, NY: Guildford Berg, B. L. (2007), Qualitative researchs methods for the social sciences (sixth edition), California State university,, Long beach, Pearson international Edition. Berg, R., van de. (2008). Systematische implementatie van de Liberman Modules in Nederland. Utrecht: Trimbos Instituut. Cahn, W. et al (2011). Handboek Schizofrenie. Utrecht: De Tijdstroom uitgeverij Theoretische onderbouwing 45

46 Chien, H. et al (2003). Effects of social skills training on improving social skills of patients with schizophrenia. Archives of psychiatric nursing 17:5 Coe, R. It's the Effect Size, Stupid. School of Education, University of Durham opgevraagd van Coffey, A., & Atkinson, P. (1996). Making sense of qualitative data. Thousand Oaks: Sage. p51-52 Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCTO), format informed consent, opgevraagd van Delarue, A. (2009) Teamwerk: de stress getemd? Acco: Leuven. p172, Donk, C van der. Lanen, B van. (2011). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Bussum; Coutinho Evers, J. (2007). Kwalitatief interviewen, kunst én kunde. Den Haag: Lemma. Field, A. (2005). Discovering statistics using SPSS : (and sex, drugs and rock 'n' roll). London. SAGE Publications Ltd Goede, D. B. (2006). Basisboek methoden en technieken. Groningen : Wolters-ordhoff bv. Mijn Woordenboek. (sd). Mijn Woordenboek Deelnemer. Opgeroepen op Maart 08, 2012, van Glynn et al (2002), Supplementing clinic-based skills training with manual-based community support sessions: effects on social adjustment of patients with schizophrenia. Focus: the journal of lifelong learning in psychiatry, 2004, Vol. II,. 1 Granholm et al (2005), A Randomized, Controlled Trial of Cognitive Behavioral Social Skills Training for Middle-Aged and Older Outpatients With Chronic Schizophrenia. American Journal of Psychiatry 162:3 Granse le, M. & Kinébanian A. (2007). Grondslagen van de Ergotherapie. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Grit, R. (2008). Projectmanagement. Houten: ordhoff Uitgevers bv Groningen. Grit, R. (2008). Digitale projectanalyse. Geraagdpleegd op 15 februari 2012, van Groot, A.D de. (1994). Methodologie. Grondslagen van onderzoek en denken in de gedragswetenschappen. Assen: Van Gorcum, opgevraagd mart 2012 Jager, M (2012), Workshops statistiek Theoretische onderbouwing 46

47 Kinébanian, A. (2006). Grondslagen van de ergotherapie. Maarsen: Elsevier gezondheidszorg. Klee, T. (2010) Transcription manual, based on modified SALT Transcription Format. Dept. of Communication Disorders, University of Canterbury Christchurch, New Zealand Konopásek, Zdeněk (2008). Making Thinking Visible with Atlas.ti: Computer Assisted Qualitative Analysis as Textual Practices [62 paragraphs]. Forum Qualitative Sozialforschung / Forum: Qualitative Social Research, 9(2), Art. 12, Kopelowicz, A., Liberman, R.P. & Zarate, R. (2006). Recent Advances in Social Skills Training for Schizophrenia. Maryland Psychiatric Research Center Koppelman, N.F., Bourjolly, J.N. (2001). Conducting focus groups with women with severe psychiatric disabilities: a methodological overview. Psychiatric Rehabilitation Journal, Opgevraagd maart Kunneman, H. (1998). Van theemutscultuur naar walk/man egocontouren van postmoderne individualiteit. Contouren van postmoderne individualiteit. Amsterdam: Boom uitgevers Kurtz, M. & Mueser, K. (2007). A Meta-Analysis of Controlled Research on Social Skills Training for Schizophrenia, Journal of Consulting and Clinical Psychology, 2008, Vol. 76,. 3, Kvale, S. (2007). Doing interviews. Thousand Oaks, Californië: Sage. Opgevraagd maart Kvale, S. Brinkmann, S. (University of Aarhus) (2009) Interviews; learning the Craft of Qualitatieve Research Interviewing (Second edition), Sage publications L.S.M.R. (2008). Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie. Landelijke Stuurgroep multidisciplinaire richtlijnontwikkeling GGZ/Trimbos-instituut. Lamberti JS, Weisman R, Faden DI. Forensic assertive community treatment: preventing incarceration of adults with severe mental illness. Psychiatr Serv. 2004;55: Lewins, A. & Silver, C. (2009-1) Atlas.ti 6 Review. CAQDAS networking project and qualitative innovations, University of Surrey Lewins, A. & Silver, C. (2009-2) Choosing a CAQDAS package. CAQDAS networking project and qualitative innovations, University of Surrey Lewins, A. & Silver, C. (2007) Using Software in Qualitative Research: A Step-By-Step Guide. CAQDAS networking project and qualitative innovations. Londen: SAGE publications Lewis, R.B. (1998) ATLAS/ti and NUD IST: A Comparative Review of Two Leading Qualitative Analysis Packages. Data Theoretische onderbouwing 47

48 Lucassen, P.L.B.J. Olde-Hartman, T.C. (2007). Kwalitatief onderzoek: praktische methoden de medische praktijk. Houten: Bohn stafleu van Loghum voor McDaniel, C. & Gates, R. (2001). Marketing Research Essentials. Third Edition. Mason: South-Western Educational Publishing. NCBI. (sd). PubMed MeSHterms Sociale relaties. Opgeroepen op Maart 07, 2012, van Pubmed: Ostelo, R. W. J. G., Verhagen, A.P., de Vet, H.C.W. (2006) Onderwijs in wetenschap. Lesbrieven voor paramedici. Bohn stafleu van Loghum: Houten Philipsen, H., Vernooij-Dassen, M. (2004). Kwalitatief onderzoek: nuttig, onmisbaar en uitdagend. Huisarts enwetenschap 2004;47(10): Opgevraagd maart Pijlman, R. (2012). Persoonlijke SWOT analyse. Geraadpleegd op 30 januari 2012, van Pijnappels, C. Vries, K de (2009). Zorgbasics: Ondernemen. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Projectmatig werken, de Beer, Hogeschool van Arnhem Nijmegen (2012) Pro Persona. (2010). Missie en visie. Geraadpleegd op 1 februari 2012, van Schmidt, T. (2006). Transana review for the working group "Transcription and annotation of primary data" at the E-MELD workshop. Opgevraagd in maart 2012 van Smeijsters, H. (2009). Onderzoek in en door de praktijk en practice based evidence in de lerende organisatie. Voorbeelden van onderzoek door kenniskringen van hogescholen. Hogeschool zuyd: Heerlen Smit, A. Senioradviseur/onderzoeker van proces verbonden aan ProPersona, Smits, J. Edens, R. (2011) Onderzoek met SPSS en Excel (Derde druk), Amsterdam, Pearson education Sitvast, J. (2006). Narratieve verpleegkunde; in dialoog met de patiënt. Tijdschrift voor Verpleegkundigen TvZ nr. 7-8; p Opgevraagd maart Slooff, C.J., van Weeghel, J., Withaar, F. K., van den Bosch, R. J. (2009) Schizofrenie en verwante stoornissen. Handboek Arbeid en Belastbaarheid, , DOI: / _42 Opgevraagd maart Theoretische onderbouwing 48

49 Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Taylor-Powell, E., Renner, M. (2003) Analyzing qualitative data. University of Wisconsin: Madison, Wisconsin Verhoeven, N. (2009). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Den Haag: Boom Lemma uitgevers Wester, F. (1995) Strategien voor kwalitatief onderzoek (Derde druk), Bussum, Coutinho Van Dale (2005). Groot woordenboek van de Nederlandse taal (14 e herziene uitgave). Utrecht: Van Dale Encyclo. (sd). Encyclo opzoeken: aard Opgeroepen op maart 08, 2012, van Encyclode online encyclopedie: Encyclo. (sd). Encyclo opzoeken: afronden 9.4. Opgeroepen op Maart 08, 2012, van Encyclode online encyclopedie: Encyclo. (sd). Encyclo opzoeken: bruikbaar 2. Opgeroepen op Maart 08, 2012, van Encyclode online encyclopedie: Encyclo. (sd). Encyclo opzoeken: effect 1.1. Opgeroepen op Maart 08, 2012, van Encyclo Online Encyclopedie : Encyclo. (sd). Encyclo opzoeken: opzoeken: kwantiteit. Opgeroepen op Maart 08, 2012, van Encyclo: Encyclo. (sd). Encyclo opzoeken:onderhoud 1.2. Opgeroepen op maart 08, 2012, van Encyclode online encyclopedie: Het notuleercentrum. Voorbeelden van transcripties. Geraadpleegd in maart 2012 van Schmidt, T. (2006). Transana review for the working group "Transcription and annotation of primary data" at the E-MELD workshop. Opgevraagd in maart 2012 van Transana. Qualitative analysis software for video and audio data. Opgevraagd in maart 2012 van Usefull fruit software. Purchase software. Opgevraagd in maart 2012 van Theoretische onderbouwing 49

50 Van Dale. (sd). Van dale online woordenboek. Opgeroepen op Maart 08, 2012, van Van Dale: Van Dale. (sd). Van Dale Online woordenboek. Opgeroepen op maart 07, 2012, van Van dale: Wax, D. (2010). Transcription Made Easy (Easier, Anyway). Opgevraagd in maart 2012 van Theoretische onderbouwing 50

51 Bijlagen 1: Operationaliseren onderzoeksvraag 2: Samenwerkingsafspraken 3: SWOT Analyse 4: Projectplanning 5: Beoordelingen literatuur t.b.v. literatuuronderzoek 6: Beslisboom Kwalitatieve onderzoeksmethode 7: Beslisboom interviewvorm Theoretische onderbouwing 51

52 Bijlage 1 Operationalisering onderzoeksvraag Term Betekenis Bron Effect Gevolg van iets Encyclo: (1.1) Sociale relaties Factors that modify the effect of the putative causal factor(s) under study. De onderlinge interactie van twee of meer personen ongeacht de vorm en tijdsduur (The reciprocal interaction of two or more persons) Pubmed: Pubmed: %20interaction Aangaan Beginnen Van Dale: (4) aan&lang=nn onderhouden Het zorgen dat iets in goede toestand blijft Encyclo: (1.2) Afronden beëindigen Encyclo: (9.4) Libermanmodule De complete Libermanmodule 6 omgaan met sociale relaties deel 1, bestaande uit de 4 vaardigheidsdomeinen Deelnemer(s) Toepasbaar toepassen levenssituatie Kwantiteit Cursist die is ingeschreven voor Libermanmodule en ook aanwezig is bij de bijeenkomsten Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Gebaseerd op Encyclo: (2) /deelnemer In de praktijk te brengen Van Dale: (2) assen&lang=nn Geheel van omstandigheden waarin men leeft Het aantal van de contacten en de hoeveelheid van de contactmomenten Van Dale (2005). Groot woordenboek van de Nederlandse taal (14 e herziene uitgave). Utrecht: Van Dale Gebaseerd op Encyclo: (1) Aard Identiteit Encyclo: (12.12) Kwaliteit - Kritiek geven - Aandacht vragen voor eigen mening - Waardering uitspreken voor de ander - Initiatief nemen tot contact - Jezelf waarderen Theoretische onderbouwing - Gevoel van eenzaamheid 52

53 - Gelijkwaardigheid - Respectvolle bejegening - Dierbaar contact Bruikbaar Nuttig Encyclo: (2) Kritiek geven Aandacht vragen voor eigen mening Waardering uitspreken voor de ander Initiatief nemen tot contact Jezelf waarderen Gevoel van eenzaamheid Gelijkwaardigheid Respectvolle bejegening Dierbaar contact Kritiek geven op concrete punten en verzoeken dit gedrag te wijzigen Eigen, eventueel afwijkende mening naar voren brengen tegenover bekenden en onbekenden De ander een compliment geven over zijn gedrag of uiterlijk Een gesprekje beginnen met bekenden en onbekenden, individueel of in een groepje Instemmen met waardering over jezelf van anderen of tevredenheid uiten over jezelf een verschil tussen de gewenste (kwaliteit van) sociale relaties en de daadwerkelijk gerealiseerde sociale relaties. Mogelijkheid tot gelijkwaardige communicatie De mate waarin andere je correct en beleefd behandelen Omgang met de mensen waar je grote waarde aan hecht Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Stichting Liberman Modules (2004) Trainingsmodule Omgaan met sociale relaties en intimiteit. Bilthoven: Stichting Liberman Modules Schoenmakers, E. (2010). De eenzame Nederlander. Geraadpleegd op 23 maart 2012, afkomstig van Cardol, M. (2004). IPA. Geraadpleegd op 23 maart 2012, afkomstig van Cardol, M. (2004). IPA. Geraadpleegd op 23 maart 2012, afkomstig van Gebaseerd op Enclyco: (4) Theoretische onderbouwing 53

54 Bijlage 2 Samenwerkingsafspraken Algemene afspraken TOKO Contactgegevens: Jeroen: Joel: Justin: Paul: Wanneer werken we op school - Maandag 10:00 16:00 - Dinsdag 08:45 16:00 - Woensdag 08:45 16:00 - Donderdag 08:45 16:00 - Vrijdag 08:45 12:30 Pauze om: 10:15 10:30 12:15 13:00 14:30 14:45 Verdeling Workshops Workshop Wanneer Wie Kwantitatief Onderzoek (WS 1) BBCDDE D(P2) Joel Statistiek (WS 2) DEH ABC(P2) Jeroen Kwalitatief Onderzoek (WS3) BBCDEF D(P2) Paul De ondernemende professional (WS4) BBCEFG Justin Kwaliteit van zorg (WS5) BJeroen BJustin CJeroen EPaul FJoel GPaul Planning - Elke vrijdag 08:45 weekoverzicht bespreken en plan volgende week maken. - Woensdag tussenevaluatie weekplan Algemeen - Bij afwezigheid afbellen - Op tijd aangeven wanneer je er niet uitkomt - Interessante informatie delen - Informatie van de workshops goed overdragen - De volgende werkdag presentatie aan groep - Zo mogelijk laptop mee - Als je niet tevreden bent over samenwerking of er zijn problemen direct bespreken! - Wanneer je iets belangrijks te bespreken hebt laat dit voor 20:00 uur de voorafgaande dag weten Werken met dropbox Bij werken aan TOKO document altijd eerst aangeven in bewerkingsdocument dropbox en bij stoppen dit ook registreren! Na aanbrengen wijzigingen document altijd opslaan in Dropbox! Theoretische onderbouwing 54

55 Planning voorzitter notulist Week Voorzit ter tulist Overig Overig 3.1 / 05 Joel Jeroen Contact opnemen Eveline, opdrachtgever 3.2 / 06 Jeroen Justin 3.3 / 07 Justin Paul 3.4 / 09 Paul Joel Vakantie 3.5 / 10 Joel Jeroen Peerassessment 3.6 / 11 Jeroen Justin 3.7 / 12 Justin Paul 3.8 / 13 Paul Joel 3.9 / 14 Joel Jeroen 4.1 / 15 Jeroen Justin 4.2 / 16 Justin Paul Peerassessment 4.3 / 17 Paul Joel 4.4 / 19 Joel Jeroen 4.5 / 20 Jeroen Justin 4.6 / 21 Justin Paul 4.7 / 22 Paul Joel Vakantie 4.8 / 23 Joel Jeroen Peerassessment 4.9 / 24 Jeroen Justin Toetsing 4.10 / 25 Justin Paul Uiterlijke kenmerken van verslagen Lettertype: Calibri Lettergrootte: 11 Uitlijnen: Uitvullen Bestanden dropbox naar eigen laptop dagelijks - Paul - Jeroen Te maken producten - Fasedocumenten, 5 keer. - Startnotitie - Onderzoeksopzet - Voorstel voor data-analyse - Eindpresentatie - Advies/onderzoeksrapport Theoretische onderbouwing 55

56 Bijlage 3 SWOT analyse Strenghts intern - positief Weaknesses intern - negatief Slim Motivatie tot goed eindresultaat Goed in Samenwerking Tijd Taalvaardigheid in typen Algemene kennis Betrokken groepsspeler Streef naar goed gezamenlijk eindresultaat Professioneel taalgebruik Ik deel graag mijn kennis en ervaring Ik zoek graag iets tot de details uit, verdieping zoeken, uitpluizen Graag en actief discussiëren in groep Ik brainstorm veel over wat nog gedaan moet/kan worden: ik probeer altijd overzicht te houden Concentratievermogen Korte termijngeheugen Weinig kennis van Liberman Structuur aanbrengen in documenten Doen om bezig te zijn bij een drukke groep Verminderde concentratie in drukke ruimtes Ik moet moeite doen om planmatig werken aan te houden Voor thuiswerken weinig discipline Soms teveel in details verdiepen en rode draad uit het oog verliezen Perfectionistisch in eigen producten: tijdrovend Uitstelgedrag bij geen motivatie Controlfreak Motivatie To the point Gebrek aan structuur Spelling Arbeidsethos in de groep Kort en bondig Uitstelgedrag Zinsbouw Band met de groep Creatieve inbreng kennis opgedaan op stage Energie in de groep brengen Kritisch doornemen Houden aan afspraken Overzicht houden tijdens project Teamspeler Gemotiveerd voor goed Niet scheiden van hoofd- en bijzaken Moeilijk kunnen concretiseren Moeilijk tussentijds zelf bijsturen Te kort door de bocht Weinig kennis over de doelgroep Weinig kennis over Liberman Theoretische onderbouwing 56

57 andermans stukken resultaat Geconcentreerd blijven Structuur aanbrengen Weinig kennis over doelgroep en behandelmethode Doen om bezig te zijn Opportunities extern - positief Threats extern - negatief Goede groep Uitwisselen van kennis Uiteenlopende voorkennis/stage-ervaring Gemotiveerde groep Goede sfeer in groep Strakke begeleiding van senioradviseur Beschikbaarheid studieruimtes HAN Als groep focus van het doel verliezen Te weinig terugkoppeling vragen van peers, en hier niet op bijgestuurd worden Onduidelijkheid van HAN over opdracht Weinig literatuur beschikbaar over Liberman Er worden geen duidelijke beslissingen in de groep gemaakt Band met de groep Samenwerking Kennis van andere combineren Als groep focus van het doel verliezen Te gezellige groep Workshops uitwisselen Doen om bezig te zijn bij een drukke groep Te weinig terugkoppeling vragen van peers Theoretische onderbouwing 57

58 SWOT Legenda inclusief bijbehorende leerstijlen Linksboven: Jeroen - Denker Linksonder: Paul - Beslisser Rechtsboven: Justin - Denker Rechtsonder: Joël - Denker Conclusie interne SWOT analyse Uit de SWOT blijkt dat we allen zeer gemotiveerd zijn om in groepsverband aan het project te werken. Een gezamenlijke Strenght is dan ook onze samenwerkingsvaardigheden. Op die manier gebruiken we onze sterkten om onze zwakten te ondervangen. Onze intensieve samenwerking werkt stimulerend en spoort elkaar aan om structuur aan te brengen in ons eigen handelen. Een Weakness is dat we inhoudelijk niet veel ervaring met de Liberman modules hebben. Echter, met onze motivatie om aan een kwaliteitsontwikkeling te werken, onze interesse naar effectenstudies en onze gevarieerde praktijkervaring over EBP en onderzoek (Strenght) zetten we ons enthousiast in om ons te verdiepen in de achterliggende informatie over de Liberman. Onze goede mix in de gedrevenheid in samenwerking en gebruik van methodisch werken zal er tevens voor zorgen dat we in die verdieping in details niet de rode draad uit het oog verliezen (Weakness) en de efficiëntie van het werken waarborgen. We zijn er ons bewust van dat een gebrek aan beschikbare informatie over het onderwerp en projectmatig werken dit versterkt en daarbij dus een letterlijke bedreiging vormt. (Threat). Een kans (Opportunitie) om informatie over Liberman en projectmatig onderzoeken te verkrijgen is dat we contacten kunnen leggen met experts op de HAN en begeleiding kunnen aanvragen van een senioradviseur met ervaring in de psychiatrie. Door de SWOT analyse weten we nu als team beter wat we aan elkaar hebben en hoe we elkaar specifieker kunnen aanvullen. Samenvatting van de belangrijkste interne invloedfactoren op het project: Strenghts Erg gemotiveerd Goed in samenwerking Gemotiveerd tot uitwisselen kennis en ervaring Sociaal en communicatief vaardig, eenvoudige omgang met betrokkenen onderzoek Kritisch en analytisch verdieping zoeken Praktisch ingesteld We hebben zeer gevarieerde praktijkervaring en kennis opgedaan Weaknessess Structuur aanbrengen in eigen handelen g niet veel kennis en ervaring over Liberman Door verdieping de rode draad uit het oog verliezen Theoretische onderbouwing 58

59 Bijlage 4 Projectplanning Blokweek Kalenderweek Projectfase Week 3.1 Week 5 Definitiefase Week 3.2 Week 6 Week 3.3 Week 7 Startnotitie af Fasedocument opsturen Week 8 Week 3.4 Week 9 Ontwerpfase Week 3.5 Week 10 Week 3.6 Week 11 Week 3.7 Week 12 Onderzoeksopzet af Fasedocument opsturen Week 3.8 Week 13 Voorbereidingsfase Week 3.9 Week 14 Week 4.1 Week 15 Week 4.2 Week 16 Fasedocument opsturen Week 4.3 Week 17 Realisatiefase Uitvoeren onderzoek Week 18 Week 4.4 Week 19 Week 4.5 Week 20 Week 4.6 Week 21 Conceptrapport Week 4.7 Week 22 Definitief rapport/presentatie Week 4.8 Week 23 Nazorgfase Afronding, overdracht en evaluatie Week 4.9 Week 24 Toetsing Week 4.10 Week 25 Toetsing Fasedocument opsturen Fasedocument opsturen Theoretische onderbouwing 59

60 Bijlage 5 Beoordelingen literatuur t.b.v. literatuuronderzoek Critical Review Form Quantitative Studies Law, M., Stewart, D., Pollock, N., Letts, L. Bosch, J., & Westmorland, M. McMaster University Adapted Word Version Used with Permission The EB Group would like to thank Dr. Craig Scanlan, University of Medicine and Dentistry of NJ, for providing this Word version of the quantitative review form. Instructions: Use tab or arrow keys to move between fields, mouse or spacebar to check/uncheck boxes. CITATION STUDY PURPOSE Was the purpose stated clearly? LITERATURE Was relevant background literature reviewed? Provide the full citation for this article in APA format: Chien, H. et al (2003). Effects of social skills training on improving social skills of patients with schizophrenia. Archives of psychiatric nursing 17:5 Outline the purpose of the study. How does the study apply to your research question? Wij willen weten wat het effect is van social skill training op de sociale vaardigheden van de doelgroep schizofrenie. Zowel het effect na de training als het effect op langer termijn training. Describe the justification of the need for this study: Er is beschreven dat er al veel onderzoek is gedaan naar SST training, maar dat er nog niet gekeken is naar het lange termijn effect van SST. Ook zijn er in andere onderzoeken nog geen factoren meegenomen die invloed kunnen hebben op de sociale vaardigheden. DESIGN Randomized (RCT) cohort single case design before and after case-control cross-sectional case study Describe the study design. Was the design appropriate for the study question? (e.g., for knowledge level about this issue, outcomes, ethical issues, etc.): Het is een RCT. De deelnemers eerst gediagnosticeerd en daarna willekeurig ingedeeld in een experimentele groep en een controle groep. Een behandeling wordt beoordeeld op effectiviteit. Specify any biases that may have been operating and the direction of their influence on the results: Theoretische onderbouwing 60

61 Er staat niet beschreven of de experimentele groep ook de standaard behandeling krijgt naast de SST. Verder geen want: Meetinstrumenten zijn geschikt betrouwbaar en valide. De trainer heeft met 7 jaar genoeg ervaring Zijn geselecteerd door gebruik te maken van DSM IV SAMPLE N = Was the sample described in detail? Was sample size justified? N/A Sampling (who; characteristics; how many; how was sampling done?) If more than one group, was there similarity between the groups?: Deelnemers eerst geclassifiseerd volgens DSM IV. De deelnemers die de diagnose schizofrenie hebben zijn willekeurig ingedeeld. 35 deelnemers in de experimentele groep en 43 deelnemers in de controle groep. Describe ethics procedures. Was informed consent obtained?: Criteria voor de deelnemers zijn opgesteld door 2 psychiaters van de American Psychiatric Assosiation 4th. Staat niet vermeld waarom ze dit aantal goed vonden. OUTCOMES Were the outcome measures reliable? t addressed Were the outcome measures valid? t addressed INTERVENTION Intervention was described in detail? Specify the frequency of outcome measurement (i.e., pre, post, followup): De instrumenten zijn afgenomen voor de behandeling, na 4 weken, na 8 weken en 1 maand na afronding van de training. Outcome areas: Conversational skills Assertive skills List measures used.: Demographic information The positive and negative syndrome scale The interaction anxiousness scale The interpersonal communication satisfaction scale The assertive skill scale Provide a short description of the intervention (focus, who delivered it, how often, setting). Could the intervention be replicated in practice? Experimentele groep kreeg: 2 keer in de week 60 minuten SST training gedurende 4 weken. De opbouw was eerst 10 min. opwarming en huiswerk bespreken, daarna 40 min. voor uitleg, demonstratie en Theoretische onderbouwing 61

62 t addressed rollenspelen, de laatste 10 min. zijn voor feedback geven en delen. Contamination was avoided? t addressed N/A De controle groep ontving gedurende de weken de standaard behandeling. Cointervention was avoided? t addressed N/A RESULTS Results were reported in terms of statistical significance? N/A t addressed Were the analysis method(s) appropriate? t addressed What were the results? Were they statistically significant (i.e., p < 0.05)? If not statistically significant, was study big enough to show an important difference if it should occur? If there were multiple outcomes, was that taken into account for the statistical analysis? Zowel op het assertive skill als op conservational skill is de p waarde kleiner dan na 3 maanden. Daarnaast wordt vermeld dat er in de controle groep geen significant verschil is aangetoond. Binnen de twee groepen was geen significant verschil als je kijkt naar de leeftijd, economische status, burgelijke status ect. Clinical importance was reported? t addressed Drop-outs were reported? What was the clinical importance of the results? Were differences between groups clinically meaningful? (if applicable) Ja, de controle groep had geen significant verschil aangetoond en de experimentele wel. Dit zegt wat over de waarde van de resultaten over SST. Did any participants drop out from the study? Why? (Were reasons given and were drop-outs handled appropriately?) De volgende deelnemers zijn uitgevallen uit de studie. Bij de methode staat al het aantal deelnemers waarmee de berekeningen zijn gedaan. 2 deelnemers zijn gestopt omdat ze niet meer mee wouden doen met het onderzoek, 1 deelnemer is gestopt omdat deze is verplaatst van afdeling en 2 zijn er gestopt omdat ze op helft van sessie al konden participeren uit Theoretische onderbouwing 62

63 experimentele groep. CONCLUSIONS AND IMPLICATIONS Conclusions were appropriate given study methods and results What did the study conclude? What are the implications of these results for practice? What were the main limitations or biases in the study? Zowel op assertive skills als conservational skills heeft de experimentele groep een groot significant verschil aangetoond in vergelijking met de controle groep. Op de meetresultaten halverwege de training, aan het eind en 1 maand na afronding. Theoretische onderbouwing 63

64 Critical Review Form Quantitative Studies Law, M., Stewart, D., Pollock, N., Letts, L. Bosch, J., & Westmorland, M. McMaster University Adapted Word Version Used with Permission The EB Group would like to thank Dr. Craig Scanlan, University of Medicine and Dentistry of NJ, for providing this Word version of the quantitative review form. Instructions: Use tab or arrow keys to move between fields, mouse or spacebar to check/uncheck boxes. CITATION STUDY PURPOSE Was the purpose stated clearly? LITERATURE Was relevant background literature reviewed? Provide the full citation for this article in APA format: Granholm et al (2005), A Randomized, Controlled Trial of Cognitive Behavioral Social Skills Training for Middle-Aged and Older Outpatients With Chronic Schizophrenia. American Journal of Psychiatry 162:3 Outline the purpose of the study. How does the study apply to your research question? Er werd in dit onderzoek gekeken wat het effect is van cognitieve gedragstherapie (CT) en social skills training (SST) naast treatment as usual (TAU) t.o.v. TAU bij ouderen met chronische schizofrenie. Describe the justification of the need for this study: Er is eerder onderzoek gedaan naar het effect van CT en SST, maar nog niet eerder bij ouderen, ook omdat het idee bestond dat ouderen moeilijker te trainen zijn met SST. Vandaar dit onderzoek. DESIGN Randomized (RCT) cohort single case design before and after case-control cross-sectional case study Describe the study design. Was the design appropriate for the study question? (e.g., for knowledge level about this issue, outcomes, ethical issues, etc.): Een RCT met een gerandomiseerde blinde indeling met een controlegroep. Specify any biases that may have been operating and the direction of their influence on the results: - Meetgebieden waren groter dan de effectgebieden van de training. Theoretische onderbouwing 64

65 - Trainingen zijn gegeven in verschillende instellingen met verschillende trainers. - Onervaren therapeuten hebben een deel van de testen afgenomen waardoor misschien positieve symptomen in het ziektebeeld. SAMPLE N = Was the sample described in detail? Sampling (who; characteristics; how many; how was sampling done?) If more than one group, was there similarity between the groups?: 76 Describe ethics procedures. Was informed consent obtained?: Ja, dit is voor het onderzoek toegelicht en ondertekend. Was sample size justified? N/A OUTCOMES Were the outcome measures reliable? t addressed Were the outcome measures valid? t addressed INTERVENTION Intervention was described in detail? t addressed Specify the frequency of outcome measurement (i.e., pre, post, followup): Baseline, midtreatment en net na de 6 maandse interventie (start-3mnd- 6mnd) Outcome areas: Basic functional living skills Specific functional living skills Functioneren, huishoudelijke taken, communicatie, financiën, vervoer, plannen van recreatie-activiteiten Meten van positieve en negatieve symptomen List measures used.: - Independent Living Skills Survey - UCSD Performance- Based Skills Assessment - The Positive and Negative Syndrome Scale - Hamilton Depression Rating Scale Provide a short description of the intervention (focus, who delivered it, how often, setting). Could the intervention be replicated in practice? TAU, en cognitive behavioral social skills training bestaande uit 24 wekelijkse groepsessies van 2 uur, met een half uur pauze. Er was een werkboek voor de patiënt met huiswerk. De SST was gebaseerd op werk van psychiatrische rehabilitatie consultants. Theoretische onderbouwing 65

66 Contamination was avoided? t addressed N/A De cognitieve gedragstherapie was aangepast aan schizofreniepatienten. Er waren hulpmiddelen voor cognitieve beperktheid. Leeftijdsgebonden modificaties waren het identificeren en bestrijden van leeftijdsgebonden overtuigingen ( ik ben te oud om te veranderen). Hierbij werd leeftijdsspecifiek role-playing en probleemoplossing ingezet (transport, hoor- en zichtproblematiek). Cointervention was avoided? t addressed N/A RESULTS Results were reported in terms of statistical significance? N/A t addressed Were the analysis method(s) appropriate? t addressed What were the results? Were they statistically significant (i.e., p < 0.05)? If not statistically significant, was study big enough to show an important difference if it should occur? If there were multiple outcomes, was that taken into account for the statistical analysis? Geen wijziging van symptomen, wel verbetering op de Independent Living Skills Survey, niet op die van de UCSD lijst. De studie was met 76 respondenten groot genoeg om een belangrijk verschil aan te geven, en er is in de analyse rekening gehouden met meerdere uitkomsten. Clinical importance was reported? t addressed What was the clinical importance of the results? Were differences between groups clinically meaningful? (if applicable) Op het gebied van sociaal functioneren wel, op het gebied van bestrijding van symptomen was er geen effect. Drop-outs were reported? Did any participants drop out from the study? Why? (Were reasons given and were drop-outs handled appropriately?) Er waren dropouts, deze zijn duidelijk beschreven in aantal en met reden benoemd. CONCLUSIONS AND IMPLICATIONS What did the study conclude? What are the implications of these results for practice? What were the main limitations or biases in the study? Conclusions were De studie had als conclusie dat de cognitive behavioral SST bij chronische Theoretische onderbouwing 66

67 appropriate given study methods and results schizofreniepatienten hielp bij het aanleren van coping skills, objectiever naar situaties liet kijken en sociaal functioneren significant verbeterde. De symptomen werden niet beïnvloed door deze interventie. Daarnaast is de limitatie dat het om een specifieke leeftijdsgroep schizofrenen gaat, en dat de SST is gekoppeld aan een cognitieve gedragstherapie. Dit is ook benoemd in de discussie. Desondanks is dit onderzoek goed te gebruiken met betrekking tot het effect van de SST op het sociaal functioneren van schizofreniepatienten, mede door het duidelijke design en de grootte van de onderzoekspopulatie. Theoretische onderbouwing 67

68 Critical Review Form Quantitative Studies Law, M., Stewart, D., Pollock, N., Letts, L. Bosch, J., & Westmorland, M. McMaster University Adapted Word Version Used with Permission The EB Group would like to thank Dr. Craig Scanlan, University of Medicine and Dentistry of NJ, for providing this Word version of the quantitative review form. Instructions: Use tab or arrow keys to move between fields, mouse or spacebar to check/uncheck boxes. CITATION STUDY PURPOSE Was the purpose stated clearly? LITERATURE Was relevant background literature reviewed? DESIGN Randomized (RCT) cohort single case design before and after case-control cross-sectional case study Provide the full citation for this article in APA format: Glynn et al (2002), Supplementing clinic-based skills training with manualbased community support sessions: effects on social adjustment of patients with schizophrenia. Focus: the journal of lifelong learning in psychiatry, 2004, Vol. II,. 1 Outline the purpose of the study. How does the study apply to your research question? In deze study wordt er gekeken wat het effect is van een extra generalisatie van aangeleerde social skills naar de thuissituatie op het effect van de social skills training (SST), naast de gebruikelijke SST. Omdat deze generalisatie is toegepast in de Libermanmodule is deze effectmeting relevant voor het onderzoeken van de effectiviteit hiervan. Describe the justification of the need for this study: In de praktijk blijven patiënten het lastig te vinden om de aangeleerde social skills toe te passen in de thuissituatie. In dit onderzoek wordt gekeken of de SST effectiever kan worden gemaakt door een extra koppeling te leggen tussen de aangeleerde skills en de generalisatie naar situaties thuis waar deze toegepast kunnen worden. Describe the study design. Was the design appropriate for the study question? (e.g., for knowledge level about this issue, outcomes, ethical issues, etc.): Het design van de studie was goed omdat alle omstandigheden gelijk zijn gehouden behalve de aanvullende generalisatiesessies. De onderzoekspopulatie is goed verdeeld en de beoordelaars hebben dubbelblind beoordeeld. Specify any biases that may have been operating and the direction of their Theoretische onderbouwing 68

69 influence on the results: Het aanpassen van de soort en dosis medicatie kan effect hebben op het functioneren van de gehele groep. SAMPLE N = Was the sample described in detail? Was sample size justified? N/A Sampling (who; characteristics; how many; how was sampling done?) If more than one group, was there similarity between the groups?: 63 deelnemers total, twee groepen, controlegroep 32 interventiegroep 31 deelnemers. Describe ethics procedures. Was informed consent obtained?: Alles is in schrift en mondeling toegelicht, informed consent is getekend als de deelnemer cognitief het onderzoek begreep. OUTCOMES Were the outcome measures reliable? t addressed Were the outcome measures valid? t addressed INTERVENTION Specify the frequency of outcome measurement (i.e., pre, post, followup): Cursustesten - baseline - Na 24 weken Social Adjustment Scale-II - Baseline - 36 weken - 60 weken Quality of Life Scale - Baseline - Elke 12 weken t/m de 60e week Outcome areas: - interpersonal functioning - instrumental role functioning - intrapsychic factors - possession of common objects/participation in common activities List measures used.: - Social Adjustment Scale-II - Quality of Life Scale Provide a short description of the intervention (focus, who delivered it, how often, setting). Could the intervention be replicated in practice? Theoretische onderbouwing 69

70 Intervention was described in detail? t addressed Contamination was avoided? t addressed N/A Cointervention was avoided? t addressed N/A RESULTS Results were reported in terms of statistical significance? N/A t addressed Skills training in de kliniek: 2 wekelijks 90 minuten week1-24 Wekelijks 90 minuten week Wekelijks 60 minuten week Additionele in vivo versterkte skills training: Wekelijks 75 minuten week 1-52 Week afbouwend Training van 60 specifieke activiteiten Beide interventies werken gegeven door: doctoral- and master s niveau psychologen, een ergotherapeut, en een sociale wetenschapper De interventie is repliceerbaar What were the results? Were they statistically significant (i.e., p < 0.05)? If not statistically significant, was study big enough to show an important difference if it should occur? If there were multiple outcomes, was that taken into account for the statistical analysis? 12 van de 33 geteste effecten op het gebied van sociaal functioneren (36%) laten statistische significante verschillen zien met een grens van P<0.05. Medicatie-effect op de resultaten was er niet, en is ook niet opgenomen in de conclusie, discussie en evaluatie van het onderzoek. Were the analysis method(s) appropriate? t addressed Clinical importance was reported? t addressed Drop-outs were reported? What was the clinical importance of the results? Were differences between groups clinically meaningful? (if applicable) De resultaten lieten zien dat een aanvullende training om aangeleerde skills te generaliseren naar de eigen situatie zorgde voor een klinisch significante verbetering van het sociaal welbevinden. Did any participants drop out from the study? Why? (Were reasons given and were drop-outs handled appropriately?) Theoretische onderbouwing 70

71 CONCLUSIONS AND IMPLICATIONS Conclusions were appropriate given study methods and results De uitgevallen deelnemers (47 voor en 18 tijdens het onderzoek) zijn duidelijk beschreven, inclusief de redenenen waarom ze uit zijn gevallen. Er zijn bij beide groepen ongeveer evenveel deelnemers uitgevallen (resp. 10 bij TAU en 8 bij TAU + generalisatie). What did the study conclude? What are the implications of these results for practice? What were the main limitations or biases in the study? De conclusie is dat een generalisatie van de sociale vaardigheden door middel van een aanvullende cursus naast de standaard SST ervoor zorgt dat de aangeleerde skills beter daadwerkelijk in de thuissituatie worden toegepast, en dit in het onderzoek terugkomt in significant beter sociaal functioneren. Theoretische onderbouwing 71

72 AGREE II Score Sheet richtlijn schizofrenie Domain Scope and purpose Item 1 Strongly Disagree AGREE II Rating The overall objective(s) of the guideline is (are) specifically described. X 2. The health question(s) covered by the guideline is (are) specifically described. 7 Strongly Agree X 3. The population (patients, public, etc.) to whom the guideline is meant to apply is specifically described. X Stakeholder involvement 4. The guideline development group includes individuals from all the relevant professional groups. 5. The views and preferences of the target population (patients, public, etc.) have been sought. X X 6. The target users of the guideline are clearly defined. X Rigor of development 7. Systematic methods were used to search for evidence. X 8. The criteria for selecting the evidence are clearly described. X 9. The strengths and limitations of the body of evidence are clearly described. X 10. The methods for formulating the recommendations are clearly described. X 11. The health benefits, side effects and risks have been considered in formulating the recommendations. X 12. There is an explicit link between the recommendations and the supporting evidence. 13. The guideline has been externally reviewed by experts prior to its publication. X X 14. A procedure for updating the guideline is provided. X Clarity of presentation 15. The recommendations are specific and unambiguous. X 16. The different options for management of the condition or health issue are clearly presented. X 17. Key recommendations are easily identifiable. X Applicability 18. The guideline describes facilitators and barriers to its application. X 19. The guideline provides advice and/or tools on how the recommendations can be put into practice. X Theoretische onderbouwing 72

73 AGREE II Rating Domain Item 1 Strongly Disagree Strongly Agree 20. The potential resource implications of applying the recommendations have been considered. X 21. The guideline presents monitoring and/ or auditing criteria. X Editorial independence 22. The views of the funding body have not influenced the content of the guideline. X Overall Guideline Assessment 23. Competing interests of guideline development group members have been recorded and addressed. 1. Rate the overall quality of this guideline. 1 Lowest possible quality X Highest possible quality Overall Guideline Assessment 2. I would recommend this guideline for use., with modifications X Theoretische onderbouwing 73

74 Bijlage 6 Beslisboom Kwalitatieve onderzoeksmethode Beslisboom kwalitatieve onderzoeksmethode Hoofdstroom Grounded theory Hoofdstroom Case study Hoofdstroom Etnografisch interview Vorm: meerdere interviews open/explorerend - data analyse - reflectie - Opbouw volgens boommodel - Onderzoekspopulatie: concreet geval - Kan zowel persoon als groep zijn (persoon of bv hooligans) - Bestuderen van een fenomeen als een geheel en in zijn context (holistisch) - Beschrijven van sociale cultuur en cultuur van een specifieke groep - Participerende observatie - Indrukken en ervaringen vastleggen in een logboek Welke kwalitatieve methode past bij ons onderzoek? Hermeneutiek - De kunst van het interpreteren - Oorspronkelijk exegese (interpreteren van bijbelteksten) Fenomenologisch onderzoek - De waarneming, ervaring en beleving van gebeurtenissen en voorvallen staat centraal - Niet de 'objectieve' gebeurtenissen zelf - Hoe beleeft en ervaart iemand het als hij plotseling op staande voet wordt ontslagen? Narratieve methode - Open interview Niet beleving van een gevoel of fenomeen maar om de weergave - Weergave via de vorm van een verhaal/gebeurtenis binnen een bepaalde context - Chronologie van de respondent stel je centraal, beleving is ook een vormgevervan het verhaal Bronnen: Baarda, De Goede, Teunissen (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek (2 e druk). Groningen/Houten: Wolters-ordhoff. Evers, J. (2007). Kwalitatief interviewen, kunst én kunde. Den Haag: Lemma. Theoretische onderbouwing 74

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,

Nadere informatie

Zelfmanagement ondersteuningsbehoeften. Bij mensen met EPA. Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016

Zelfmanagement ondersteuningsbehoeften. Bij mensen met EPA. Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016 Zelfmanagement ondersteuningsbehoeften Bij mensen met EPA Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016 Zelfmanagement ondersteuning behoeften & EPA Introductie Methode Bevindingen Discussie

Nadere informatie

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Methodologie Master Hogeschool INHOLLAND 27 november 2003 Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp WAT GAAN WE DOEN? Inleiding op Evidence-based Practice (EBP) Diagnostisch onderzoek onderzoek Interventieonderzoek

Nadere informatie

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression.

The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. Samenvatting De prevalentie van een ernstige depressie op latere leeftijd varieert tussen de 1 en

Nadere informatie

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Ontwikkelen van een Cochrane Systematic Review over interventies

Ontwikkelen van een Cochrane Systematic Review over interventies Ontwikkelen van een Cochrane Systematic Review over interventies 22 en 23 Maart 2016 Bestemd voor personen die in het kader van de Cochrane Collaboration een systematische review over interventies gaan

Nadere informatie

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis

Nadere informatie

Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening

Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening Onderzoeksopzet Waarom dit onderzoek? Beweging is goed voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Wetenschappelijk

Nadere informatie

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11

Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11 Project Kwantitatief onderzoek Module 12 HDT H830-11 Onderzoeksplan Bernice Havermans 10016112 b.l.havermans@gmail.com Esmee Kramer 10012478 esmeeschiedam@hotmail.com Birgit Nieuwenburg 09035168 birgit-nieuwenburg@hotmail.com

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Ten tweede, om de mechanismen waardoor zelfcontrole mogelijk voordeel biedt aan deze groep patiënten te verkennen.

Ten tweede, om de mechanismen waardoor zelfcontrole mogelijk voordeel biedt aan deze groep patiënten te verkennen. SAMENVATTING SAMENVATTING Zelfcontrole speelt in het dagelijks leven een grotere rol dan we ons beseffen. Even snel in de spiegel kijken om te zien of ons haar nog goed zit en het wekelijkse momentje op

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Incidentie. Adjuvante endocriene therapie; het zorgenkind van de mammae. Transitie van voorlichting onder de maat, naar voorlichting op maat.

Incidentie. Adjuvante endocriene therapie; het zorgenkind van de mammae. Transitie van voorlichting onder de maat, naar voorlichting op maat. Adjuvante endocriene therapie; het zorgenkind van de mammae. Transitie van voorlichting onder de maat, naar voorlichting op maat. Incidentie Jaarlijks 13.000 vrouwen diagnose borstkanker Bij elke vrouw

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

op zoek naar good practices

op zoek naar good practices Werken met psychische klachten op zoek naar good practices Presentatie Congres Mensenwerk 9 februari 2015 Philip de Jong en Femke Reijenga Agenda 1. Het onderzoek 2. De bevindingen 3. De betekenis 4. Discussie

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl

Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70. Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Voor informatie over Meer Mens: meermens@prismanet.nl 06-21 86 47 70 Meer info? 0800-2357747 www.prismanet.nl Meer Mens Zorg voor kwaliteit van leven In de zorgsector wordt een breed pakket aan zorg- en

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013

Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Ellen Otto & Daniëlle van Duin Kenniscentrum Phrenos Ontwikkeling Richtlijn Achtergrond

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

FACT: van organisatiemodel naar effectieve interventies

FACT: van organisatiemodel naar effectieve interventies FACT: van organisatiemodel naar effectieve interventies Bauke Koekkoek & Karin van Montfoort-de Rave Lectoraat Sociale en Methodische Aspecten van Psychiatrische zorg, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

Elementen van de IMR training die bijdragen aan het herstel van cliënten met EPA: een kwalitatieve studie

Elementen van de IMR training die bijdragen aan het herstel van cliënten met EPA: een kwalitatieve studie Elementen van de IMR training die bijdragen aan het herstel van cliënten met EPA: een kwalitatieve studie Wilma J.M. van Langen, Titus A.A. Beentjes, Betsie G.I. van Gaal, Maria W.G.Nijhuis-van der Sanden,

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Cursus. Netwerk versterken

Cursus. Netwerk versterken Cursus Netwerk versterken Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Lieke Helmes Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Netwerk versterken ISBN:

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen Inhoud 1. Inleiding 2 De Wmo-werkplaats 2 Schets van de context 2 Ontwikkelde producten 3 2. Doel onderzoek

Nadere informatie

Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen

Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen Implementatie van Individuele Plaatsing & Steun voor mensen met ernstige psychische aandoeningen KCVG onderzoekers: M. Vukadin, F.G. Schaafsma, J.R. Anema Trimbos Instituut: H. Michon GGZ In geest - Actenz:

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

SMART4U: een app om sociale contacten uit te breiden voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Dr. Willeke Manders Léon van Woerden MScN

SMART4U: een app om sociale contacten uit te breiden voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Dr. Willeke Manders Léon van Woerden MScN SMART4U: een app om sociale contacten uit te breiden voor mensen met ernstige psychische aandoeningen Dr. Willeke Manders Léon van Woerden MScN Inhoud presentatie Wat is Smart4U Doel van het onderzoek

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Samenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken

Samenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Samenvatting Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Ergotherapie is een paramedisch beroep dat gericht is op het verbeteren van het zelfstandig functioneren door het individu in de voor die persoon

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is Inleiding In de zorgsector wordt een breed pakket aan zorg- en dienstverlening aangeboden aan mensen met een beperking. Hulpvragen van deze mensen variëren in aard en complexiteit. Deze vragen hebben betrekking

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Position Paper #Not4Sissies

Position Paper #Not4Sissies huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Position Paper #Not4Sissies Lizette Wattel Coördinator UNO-VUmc Coördinator Onderzoekslijn Geriatrische Revalidatie Ewout Smit AIOTO Ouderengeneeskunde Programma

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

WELKOM! Definitie EBP. Belangrijke vraag bij EBP. 3 Perspectieven EBP Wat is nu Evidence-Based Practice?

WELKOM! Definitie EBP. Belangrijke vraag bij EBP. 3 Perspectieven EBP Wat is nu Evidence-Based Practice? WELKOM! Wat is nu Evidence-Based Practice? Cursus ICO-groep Goes 03 juni 2016 Definitie EBP Belangrijke vraag bij EBP Het nemen van een beslissing op basis van het beschikbare bewijs in combinatie met

Nadere informatie

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis

Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Zorgprogramma voor mensen met gerontopsychiatrische problematiek in het verpleeghuis Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde Onderzoeker Pakkende ondertitel Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding

Nadere informatie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.

Nadere informatie

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1)

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1) Implementatie van shared decision making in het behandelproces door invoering van FUR (Follow Up Rom) gesprekken 31 januari 2013 Marga van Leersum Verpleegkundig Specialist (MANP) UMCG, UCP Ik zorg dus

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Voorbeeld adviesrapport MedValue Voorbeeld adviesrapport MedValue (de werkelijke naam van de innovatie en het ziektebeeld zijn verwijderd omdat anders bedrijfsgevoelige informatie van de klant openbaar wordt) Dit onafhankelijke advies

Nadere informatie

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Aanleiding onderzoek Meer kennis over cliëntgestuurde interventies nodig; belangrijk voor ontwikkelingen GGz Interventies door cliënten:

Nadere informatie

NEUROLOGISCHE MUZIEKTHERAPIE BIJ SCHIZOFRENIE

NEUROLOGISCHE MUZIEKTHERAPIE BIJ SCHIZOFRENIE NEUROLOGISCHE MUZIEKTHERAPIE BIJ SCHIZOFRENIE Gerben Roefs Zuyd Hogeschool Master of Arts Therapies 19 juni 2015 Opbouw Presentatie VOLGT PROCES VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK DOEN START MET EEN IDEE -

Nadere informatie

Positieve Psychologie Interventies

Positieve Psychologie Interventies Positieve Psychologie Interventies PPI bij patiënten met bipolaire stoornis in de euthyme fase Melissa Chrispijn AIOS psychiatrie KenBiS Klinisch Wetenschappelijke Vergadering 16 december 2016 Inhoud Achtergrond

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Kwalitatief goede zorg tegen aanvaardbare kosten Door Sebastiaan Baan Korte uitleg animatie: https://youtu.be/dl6n5hix2d Y 2 NETWERK KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Landelijk Platform

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

Methodologie & onderzoek

Methodologie & onderzoek JAAR 2 Methodologie & onderzoek Klinische les en Critical Appraised Topic deeltaak 11.3a en KET 11 in de leerlijn wetenschap. Wat is Een klinische les Een CAT Wat is een klinische les In een klinische

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie

Nadere informatie

Handreiking voor onderzoekers en METC s bij het indienen en beoordelen van protocollen voor onderzoek naar suïcidepreventie

Handreiking voor onderzoekers en METC s bij het indienen en beoordelen van protocollen voor onderzoek naar suïcidepreventie Handreiking voor onderzoekers en METC s bij het indienen en beoordelen van protocollen voor onderzoek naar suïcidepreventie Prof. dr. Ad Kerkhof Dr. Annemiek Huisman Vrije Universiteit Amsterdam In het

Nadere informatie

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1 Inhoud Voorwoord 1 0 Inleiding 1 1 1 Evidence-based diëtetiek: principes en werkwijze 1 3 Inleiding 1 3 1.1 Evidence-based diëtetiek 1 3 1.2 Het ontstaan van evidence-based handelen 1 5 1.3 Evidence-based

Nadere informatie

De beantwoordbare vraag (PICO)

De beantwoordbare vraag (PICO) 4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules

Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules VOOR WIE IS DEZE CRITERIAWAAIER? - Deze criteriawaaier is opgesteld voor cliënten- en familievertegenwoordigers in de GGz. Kwaliteit van GGz specifieke zorgstandaarden en modules Vanuit een cliënten- en

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum Groningen

Universitair Medisch Centrum Groningen Universitair Medisch Centrum Groningen Beter af met minder Reduction of Inappropriate psychotropic Drug use in nursing home residents with dementia Claudia Groot Kormelinck Prof.dr. Sytse Zuidema Probleemgedrag

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief

Nadere informatie

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Het ideaal Er zijn problemen en/of risicofactoren Waarvoor een behandeling

Nadere informatie

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT

De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten. Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT De invloed van LVB en PTSS op behandelresultaten Birgit Seelen-de Lang (GZ psycholoog) Berry Penterman (Psychiater) GGZ Oost Brabant, FACT 19 juni 2019 Vignet 33 jarige man, boerenzoon. Sinds 2010 bekend

Nadere informatie

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands

Nadere informatie

arbo 42 11-10-2013 17:27:30

arbo 42 11-10-2013 17:27:30 arbo 42 11-10-2013 17:27:30 e brengen een hoge werkdruk vaak in verband met een breed scala aan gezondheids- en veiligheidsrisico s, variërend van vermoeidheid en fysieke klachten tot hartziekten of ongelukken

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,

Nadere informatie

Samen Beslissen. Wat levert het op voor patiënt en behandelaar? Margot Metz, MSc, promovenda

Samen Beslissen. Wat levert het op voor patiënt en behandelaar? Margot Metz, MSc, promovenda Samen Beslissen Wat levert het op voor patiënt en behandelaar? Margot Metz, MSc, promovenda Begeleidingscommissie: prof. Aartjan Beekman MD PhD, prof. Christina van der Feltz-Cornelis MD PhD, Marjolein

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

FORMULIER IV voor het beoordelen van een PATIËNT-CONTROLEONDERZOEK Versie oktober 2002, geldig t/m december 2005 Evidence-Based RichtlijnOntwikkeling Formulier IV: beoordeling patiënt-controleonderzoek

Nadere informatie