- 2 OEC. 20U. de Raad van de gemeente Buren. verzonden: Geachte leden van de raad,

Transcriptie

1 de Raad van de gemeente Buren uw brief van: Mauril<, 1 december 214 uw Icenmerk: ons fcenmerk: RI/14/1796 verzonden: behandeld door: E.M. Geerdink bijlage(n): onderwerp: beantwoording vragen gebiedsteams - 2 OEC. 2U Geachte leden van de raad, Bij de voorbespreking op 25 november j.l. zijn over de nota Uitvoeringsociale gebiedsteams gemeente Buren veel vragen gesteld. Een deel Is tijdens de vergadering beantwoord. De ontbrekende antwoorden vindt u in deze brief. Diverse vragen over functionarissen in liet Stib en over de werl<wijze Het Stib bestaat uit verschillende professionals, die nu ook al in die rol werkzaam zijn. Bijvoorbeeld de maatschappelijk werker, de Wmo medewerker, de jeugdhulpverlener. Ook nu al verlenen ze professionele hulp of ondersteuning, zorgen ze daarbij voor privacybescherming, hebben ze waar nodig collegiaal overleg, zitten ze In netwerken. De moederorganisaties zijn ook nu al verantwoordelijk voor kwaliteit van de hulpverlening, voor een juiste behandeling van klachten of bezwaren. Medewerkers van de gemeente hebben allemaal een Integriteltsverklaring ondertekend. De "jeugdmedewerkers", een nieuwe functie binnen de gemeente, zijn professionele jeugdhulpverleners (voorheen gewerkt bij bv. Entrea, Bureau Jeugdzorg). De raad van Buren koos ervoor om het gebiedsteam een samenwerkingsverband /netwerkorganisatie te laten zijn en niet in te richten als aparte, nieuwe organisatie. Dat betekent o.a. dat we zoveel mogelijk gebruik maken van faciliteiten van moederorganisaties en zo min mogelijk zorgeuro's besteden aan (aparte) faciliteiten voor het gebiedsteam. Medewerkers hebben hun vaste werkplek in de moederorganisatie. Voor inloopspreekuren en voor onderling overleg komt men op vier locaties verspreid door de gemeente bij elkaar. Het telefoonnummer van het Stib is 5 ochtenden per week bereikbaar. Maar je kunt ook met een moederorganisatie bellen, zoals dat nu ook gebeurt. Meestal Is die wel de hele dag bereikbaar. Een netwerkorganisatie betekent ook dat elke partner in het gebiedsteam zijn eigen professie blijft uitoefenen. Niet alle hulpvragen worden in het gebiedsteam met elkaar besproken, dat zou erg 1 llillllllll Mill Illli llillllllll lil! liiii mil iiiiiiiniiiiniii De Wetering 1 Postbus BA Maurik Tel.: Fax: (344) gemeente@buren.nl KvK: Bank Nederlandsche Gemeente IBAN nummer: NL27 BNGH BTW: NL B2

2 kostbaar worden. Eenvoudige en enkelvoudige hulpvragen kunnen heel goed door één (moeder)organlsatie worden afgehandeld, dat gebeurt nu ook. Niet alle vragen hoeven via de telefoon van het Stib binnen te komen. Dat kan ook via de moederorganisatie. Omdat die organisatie in het Stib zit / mede het Stib Is, maakt het niet uit waar de vraag binnenkomt. Stib voegt iets toe en maakt niet de weg voor de burger langer. Heeft Buren een regeling die in piaats {<omt van de CERJWTCG? De Verordening Tegemoetkoming Chronisch zieken en gehandicapten wordt op 9 december 214 aan de raad voorgelegd. Vrij toegan{<elijl<e dienstverlening, algemene voorzieningen; op welige termijn gaat men liiermee aan de gang? Ook nu al (b.v. in de Wmo) wordt voor/met mensen die hulp vragen, eerst een oplossing gezocht in de algemene voorzieningen. Preventieve en algemene voorzieningen zijn er al, blijven bestaan en worden waar nodig aangepast of aangevuld. Nu valt Burenhulp en vrijwilligerswerl< onder Weizijn Buren, hoe l<omt dit eruit te zien wanneer dit onder het Stib valt? Dit verandert niet. Welzijn Buren valt niet "onder" het Stib. Welzijn Buren is een zelfstandige organisatie die deelneemt aan het netwerk Stib. Welzijn Buren houdt de verantwoordelijkheid voor deze twee algemene voorzieningen. Wat als een cliënt rechtstreel<s naar de moederorganisatie gaat en het Stib overslaat? hioe blijft Stib dan op de hoogte en hoe verhoudt dit zich tot het i<eukentafe{gesprek, wie voert dit nu? De moederorganisatie zit in het Stib, is mede het Stib. Een inwoner kan het Stib niet overslaan omdat we de inwoner niet opleggen welke weg hij moet bewandelen met een vraag. De inwoner bewandelt de voor hem voor de handliggende weg en de medewerker van de moederorganisatie past zich daarop aan. De betreffende medewerker van die moederorganisatie beoordeelt of hij/zij de vraag alleen kan afhandelen of dat vla het Stib andere hulp ingeschakeld moet worden of verbindingen gelegd moeten worden. Dat doet hij op naam als de inwoner daar toestemming voor gegeven heeft en anoniem als de Inwoner geen toestemming gegeven heeft. Vervolgens voert hij alleen of met een andere Stib medewerker het keukentafelgesprek {als dat nodig is omdat de vraag daartoe aanleiding geeft). Keukentafelgesprekken kunnen worden gevoerd door alle medewerkers in het Stib, behalve de welzijnswerkers en jongerenwerkers. Deze laatste twee vragen een andere Stib medewerker om een keukentafelgesprek te voeren als de vraag zich daartoe leent. De beoordeling hiertoe vindt plaats in het Stib overleg. Wat is de rol van de telefonische cliëntondersteuner in dienst van de moederorganisatie? De telefonische clientondersteuner Is een maatschappelijk werker (HBO niveau), die professionele vraagverhelderingstechnleken beheerst, informatie & advies kan geven en kan zorgen voor warme overdracht aan een Stib medewerker. Hoe gaan de teams om met de huidige cliënten? ondersteuning als hiervoor? Houden AWBZ cliënten heel 215 dezelfde 2

3 Cliënten die op grond van huidige wet- en regelgeving zorg en hulp krijgen, ontvangen die ook na Uitgangspunt is dat mensen met een landelijke Indicatie die in 215 doorloopt, de uit die indicatie voortvloeiende rechten en plichten (zoals de omvang van de aanspraak en de te betalen bijdrage) behouden tot het einde van de indicatie, maar uiterlijk tot 1 januari 216. Met mensen van wie de huidige Indicatie (van CIZ of Bureau jeugdzorg) in 215 afloopt, wordt een keukentafelgesprek gevoerd. Hun vraag wordt dan opnieuw beoordeeld. Voor hen geldt vanaf dat moment de nieuwe werkwijze van het Stib. Hoe zit tiet met het Wmo-overgangsrecht? Het overgangsrecht voor mensen die reeds in 214 een lopende Wmo-voorziening hadden, is geregeld In de verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Buren 215 (zie artikel 27 hierin). Deze verordening Is onlangs vastgesteld door de raad. Van deze mensen lopen de bestaande rechten door, totdat een nieuwe beoordeling van de situatie van de cliënt heeft plaatsgevonden. Als hoofdregel In deze verordening Is neergelegd dat aanvragen die nog bij het college In behandeling zijn op 1 januari 215, op grond van deze nieuwe verordening beoordeeld zullen worden. Omdat dit voor de cliënt nadelige gevolgen kan hebben, Is bepaald dat de vorige verordening gebruikt mag worden, als dit voordeliger Is voor de cliënt Wie is cliëntondersteuner, iemand van MEE? Deze was toch niet aangesteld om het i<eui<entafeigesprei<mee te voeren, maaralleen om te ondersteunen? Bedoeld wordt de cliëntondersteuner van MEE. Die Is niet bevoegd om te Indiceren, wei om een keukentafelgesprek te voeren. Klachtafhandeling. Kiopt het dat dit een taak is van de gemeente en niet van de individuele instellingen? In het gebiedsteam werken we met verschillende (zorg)aanbleders, die elk een eigen (wettelijk verplichte) klachtenregeling hebben. Klachten worden In principe afgehandeld door de organisatie waarop ze betrekking hebben. Is er al een vertrouwenspersoon aangenomen? Gebeurt dit voor 1 januari 215? De vertrouwenspersoon wordt niet lokaal aangesteld. Buren sluit (verplicht) aan op de landelijke regelingen. In bijlage 4 van de nota uitvoering gebledsetams vindt u hierover aile informatie. Er zijn inmiddels contracten afgesloten met instellingen. Is de solvabiliteit van deze instellingen gecontroleerd? Zijn er risico's? Controle solvabiliteit was niet aan de orde. Gemeenten zijn wettelijk verplicht (overgangsrecht) om In 215 bij bestaande zorgaanbieders in te kopen, t.b.v. continuïteit van de zorg. Uw raad besloot om in 215 nog niet bij nieuwe zorgaanbieders In te kopen. Als een bestaande zorgaanbieder niet meer kan leveren, loopt de cliënt het risico dat zijn/haar zorgtraject stagneert. Hoe wordt omgegaan met vragen van inwoners die door "de structuur" tussen de wal en het schip raken/een vraag die niet in de structuur past? Wat gaan we dan doen? Stib is juist opgericht om yte voorkomen dat mensen tussen wal en schip raken. We kunnen geen vragen bedenken die niet in de structuur passen. 3

4 Kunnen de bereikbaarheidstijden van het gemeentehuis aangehouden worden voor het Stib? Tot 12 uur is niet bepaald laagdrempelig. De telefonische bereikbaarheid van het Stib in om budgettaire redenen beperkt tot 5 ochtenden. Daarnaast kunnen mensen de bestaande kanalen van de moederorganisaties gebruiken. Bewoners kunnen bij onvrede gratis terecht bij een professionele cliëntondersteuner. Waarom is dit gratis? En voor wie gratis? De ciiëntondersteuning van MEE is een vrij toegankelijke algemene voorziening. Deze is gratis voor de cliënt. Welke termijnen worden er gehanteerd voor het beantwoorden van een hulpvraag? l-ioe wordt erop toegezien dat de hulpvrager niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd? Na binnenkomst van de hulpvraag maakt de gemeente binnen vijf werkdagen een afspraak voor een gesprek. Na het gesprek stuurt de gemeente binnen tien werkdagen een verslag. Dat zijn de normen voor de reactie.!n de praktijk is het goed mogelijk dat het sneller gaat. Als samenwerking (tussen organisaties in de buitenschil) tegenwerking wordt, waar kunnen de hulpvrager en de hulpverlener dan terecht? Bij de "reglsseur"in het Stib. Het Stib heeft o.a. tot taak om de hupveriening aan een persoon/gezin op elkaar af stemmen Kan een vrijwilliger onkosten declareren als hij bv met eigen auto iemand vervoert? Dat hangt van de omstandigheden af en van de afspraken die hij/zij maakt met de hulpvrager. Bij wie kun je terecht met een klacht? Bij de betreffende (moeder)organlsatie. De klachtenprocedure staat beschreven in bijlage 4 van de nota uitvoering gebiedsteams. 5% van de casussen wordt door de gemeente afgehandeld. Wie gaat dit doen (dossiervorming)? Op welke manier? Administratieve procedure? Informatievoorziening inrichten, hoe dan? Op welke plek? Voor ca. 5 % van de hulpvragen Is gespecialiseerde hulpverlening nodig. De medewerkers Wmo en jeugd van de gemeente verlenen die hulp niet zelf, maar geven hiervoor een indicatie af. Zij doen dat volgens protocollen die bij hun professie horen en die nu ook al gelden. Voelt de gemeente zich ook verantwoordelijk voor de kwaliteit en zorg die via het eigen netwerk worden opgevangen? Als een inwoner mantelzorg biedt aan een familielid, als een inwoner boodschappen doet voorde buren, als een inwoner een kind opvangt van een dorpsgenoot: In al dit soort voorbeelden kan de gemeente niet verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van deze zorg. Waarworden de kosten van de gebiedsteams naartoe geschreven? Overhead? Of naar de casussen zelf? De kosten van de gebiedsteams worden betaald uit transltiegelden en uit bestaande budgetten, zoals Wmo budget. subsidie aan jongerenwerk, maatschappelijk werk.. Ze worden niet verrekend per cliënt. 4

5 Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Buren, de secretaris. ^ ^ de buraemeester, mr^r^p. van der Starre dë Boer MSc