GEMEENTE WERKENDAM Uitvoeringsbeleid externe veiligheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTE WERKENDAM Uitvoeringsbeleid externe veiligheid"

Transcriptie

1 Auteur P. Verstraten Datum 22 maart 2012 GEMEENTE WERKENDAM Uitvoeringsbeleid externe veiligheid

2 Pagina 2 van 47

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Stand van zaken Huidige stand van zaken Doel 7 2. BELEIDSCYCLUS EXTERNE VEILIGHEID WERKENDAM Samenwerking en afstemming is cruciaal 9 3. BORGING EV BINNEN DE GEMEENTELIJKE ORGANISATIE Strategisch Beleidskader Beleidsvisie EV Structuurvisie Wro Operationeel Beleidskader Beheer risico-informatie EV in omgevingsvergunningen Handhaving en toezicht op Externe veiligheid Beoordeling van Externe veiligheid in bestemmingsplannen Verantwoording van het groepsrisico (incl. bestuurlijke afweging) Oplossen van (latente) saneringen Uitvoering van risicocommunicatie waarbij EV onderdeel is EV is verankerd in overig beleid Planning & Control Voorbereiding Uitvoering Monitoring Rapportage en evaluatie DE VEILIGHEIDSKETEN Proactie: risico s voorkomen door ruimtelijke scheiding Preventie: voorkomen van oorzaken en beperken van gevolgen Preparatie: voorbereiding op de bestrijding van gevolgen Risicocommunicatie Algemene doelstellingen van risicocommunicatie Doelgroepen De boodschap en middelen Proces 25 Pagina 3 van 47

4 Uitgangspunten RISICOBEELD GEMEENTE WERKENDAM Stationaire risicobronnen Stationaire risicobronnen binnen gemeente Werkendam Transportmodaliteiten Vaarwegen Rijkswegen, provinciale wegen, gemeentelijke wegen Provinciale wegen en gemeentelijke wegen Spoorwegen Buisleidingen BELEIDSVISIE EV GEMEENTE WERKENDAM Stationaire zones en invloedsgebieden Transportzones ONTVANGERS VAN RISICO S 46 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Kwaliteitscriteria Brabant Veiliger Beheersdocument RIS/ISOR Gemeente Werkendam Procedure EV in vergunningen Stappenplan RO & EV RBM-berekening A27 CAROLA-berekening buisleiding Actiepuntenlijst gemeente Werkendam Pagina 4 van 47

5 1. Inleiding Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals transportrisico s en risico s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Het beleidsveld Externe Veiligheid is breed en er zijn een groot aantal partijen en disciplines (milieu, ruimte, integrale veiligheid, brandweer, communicatie, mobiliteit, economie, etc.) bij betrokken. Dit brede beleidsveld is uitvoerig beschreven binnen de Beleidsvisie externe veiligheid Werkendam, welke in 2010 is vastgesteld. Binnen deze beleidsvisie heeft de gemeente haar ambities op het gebied van externe veiligheid uitgesproken en vertaald naar een Uitvoeringsplan, voorzien van uitvoeringstermijnen. Naast deze gemeentelijke doelstellingen, welke in de gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid zijn vastgelegd heeft de gemeente ook te maken met het provinciebreed Programma Brabant Veiliger Dit programma heeft tot doel, dat eind 2014, een adequate en structurele uitvoering van externe veiligheidstaken binnen iedere Brabantse overheidsorganisatie is geborgd. De Provincie vervult hierbij een regierol. In samenspraak en samenwerking met de Brabantse gemeenten, regionale samenwerkingsverbanden en veiligheidsregio s wordt gewerkt naar de situatie waarin wordt voldaan aan concrete doelen en kwaliteitscriteria EV. In onderhavige document maakt de gemeente Werkendam een vertaalslag van de gemeentelijke beleidsvisie, naar een operationeel beleidskader, waarmee de uitvoering van externe veiligheidstaken binnen een sluitende operationele beleidscyclus geplaatst kan worden. Dit operationeel beleidskader is noodzakelijk om de uitvoering van externe veiligheidstaken, binnen de gemeente Werkendam, eind 2012 te laten voldoen aan de doelen, kwaliteitscriteria en prestatieafspraken zoals gesteld in het Programma Brabant Veiliger In de periode vanaf 2012 tot eind 2014 is de gemeente dan in staat om met deze werkwijze proef te draaien, deze te evalueren en eventueel bij te stellen om ruimschoots voor het einde van het Programma Brabant Veiliger te kunnen spreken over de gemeente Werkendam als kwaliteitsorganisatie voor externe veiligheid. Dit uitvoeringsbeleid haakt aan bij de werkprocessen/activiteiten ten aanzien van mobiliteit, ruimtelijke ordening, vergunningverlening, toezicht en handhaving. Binnen het uitvoeringsbeleid wordt aandacht besteed aan: - een adequaat beheer van risico-informatie binnen de gemeente; - borging van een tijdige en juiste beoordeling van externe veiligheid bij vergunningverlening; - voldoende aandacht voor externe veiligheid bij toezicht en handhaving; - borging van een tijdige en juiste beoordeling van externe veiligheid bij ruimtelijke ordening; - verantwoording van het groepsrisico bij vergunningverlening en ruimtelijke ordening; - de omgang met saneringssituaties; - risicocommunicatie. Daarnaast wordt hier een verbinding gelegd met de integrale veiligheidsketen, met als doel om met voldoende aandacht voor externe veiligheid, de inzet van brandweerzorg en zelfredzaamheid, te komen tot een zo laag mogelijk restrisico. Binnen het operationeel beleidskader is tevens een koppeling gemaakt tussen het gemeentelijke externe veiligheidsbeleid en het regionaal beleidsplan van de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant, waarin risicocommunicatie, verbetering van de zelfredzaamheid en meer aandacht voor veiligheid aan de voorkant ook centraal staan. Als laatste is binnen dit document een update gemaakt van de externe veiligheidsrisico s, zoals die binnen de gemeentegrenzen aanwezig zijn. Vanuit dit risicobeeld zijn de gemeentelijke EV-ambities omgezet naar gebieden, waarbinnen op gevarieerde wijze wordt omgegaan met risico s en risicoontvangers. Dit is weer direct gekoppeld aan de EV-werkprocessen van vergunningverlening, handhaving en ruimtelijke ordening. Pagina 5 van 47

6 1.1. Stand van zaken 2010 Via het programma Brabant Veiliger heeft de gemeente Werkendam een grote stap gezet in het bereiken van een adequaat niveau van uitvoering van EV-taken. De resultaten van de monitor van 2010 laat zien dat voor bijna alle thema s het adequaat niveau (nagenoeg) bereikt is. Dit is gerealiseerd met behulp van provinciale projecten en activiteiten maar ook met de inzet van de gemeente waarbij meer vorm is gegeven aan Externe Veiligheid binnen de organisatie. Onderstaande monitor is van Inmiddels heeft de gemeente Werkendam de rood gekleurde thema s opgepakt. Figuur 1: Monitor Huidige stand van zaken Na het verschijnen van de monitor 2010 heeft de gemeente actie ondernomen om externe veiligheid beter te borgen in de organisatie en in de werkprocessen. De directie heeft het besluit genomen dat de beleidsverantwoordelijkheid van externe veiligheid ligt bij de unit ruimte en heeft capaciteit vrijgemaakt om structureel uitvoering te geven aan externe veiligheid. De beleidsvisie externe veiligheid is definitief door het college vastgesteld. Er is een kernteam samengesteld van de diverse units die te maken hebben met externe veiligheid. Dit kernteam komt 4 a 5 keer per jaar bij elkaar om de stand van zaken te bespreken, de kwaliteitscriteria, de subsidieaanvraag/ uitvoeringsprogramma en de verantwoording. Er wordt een jaarlijks uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin de doelen en acties voor dat jaar beschreven staan, afgestemd op de kwaliteitscriteria van de Provincie. Door deze werkwijze borgt de gemeente dat er structureel en adequaat uitvoering gegeven wordt aan de wettelijk vastgestelde externe veiligheidstaken. De rode vlakken die er in 2010 nog waren zijn hiermee teniet gedaan en hierop scoort de gemeente (veel) beter dan het gemiddelde in de Provincie. Pagina 6 van 47

7 1.3. Doel De gemeente Werkendam heeft in 2010 haar visie, ambitie en aanpak vastgesteld in de Beleidsvisie externe veiligheid Werkendam. Hiervoor zijn in de periode de nodige inspanningen geleverd door de gemeente en haar veiligheidspartners. In de Beleidsvisie heeft de gemeente Werkendam haar begrip basisveiligheid als volgt omschreven: Gemeentelijke beleidsinvulling voor basisveiligheid is het voldoen aan normen voor het plaatsgebonden risico en invulling geven aan groepsrisicobeleid met een Externe Veiligheidsvisie en zoveel mogelijk anticiperen op de landelijke beleidsontwikkelingen die een ongunstige invloed kunnen hebben op de veiligheidssituatie in Werkendam. In 2011 is ingezet op een vertaling van dit beleid naar een meer uitvoeringsgericht kader, dat de verschillende units binnen de gemeente en samenwerkingspartners op het gebied van externe veiligheid handvatten moet geven om externe veiligheid zo goed en zo vroeg mogelijk binnen alle gemeentelijke processen mee te kunnen nemen. Daarnaast wil de gemeente haar externe veiligheidsbeleid zoveel mogelijk vertalen naar een nieuwe Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, De Structuurvisie Land van Heusden en Altena. Eind 2010 hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Aalburg, Werkendam en Woudrichem te kennen gegeven dat zij deze actualisatie van de structuurvisie uit 2004 gezamenlijk aan het voorbereiden zijn. In de Beleidsvisie externe veiligheid worden met name de risicobronnen binnen de gemeente beschreven. Op basis van deze inventarisatie is een signaleringskaart opgesteld, waarop de risicobronnen (gelegen binnen de gemeente) met risicocontouren en invloedsgebieden zijn opgenomen. Daarnaast wordt een algemene visie gegeven en zijn doelstellingen en maatregelen opgenomen. Een aantal van deze actiepunten (maatregelen) zijn op operationeel niveau, maar er dient nog een duidelijke vertaalslag van de visie en de ambities naar het operationele niveau (van m.n. de units Ruimte, Vergunningen en Handhaving en stafafdeling) plaats te vinden. Enerzijds betreft dit een organisatorische /procesmatige vertaalslag (verankering in werkprocessen, verankering kennis en kunde EV, samenwerking met andere veiligheidspartners, verbinden van de schakels binnen de veiligheidsketen, implementatie kwaliteitscriteria EV, etc), anderzijds een inhoudelijke vertaalslag (hoe gaan we om met de EV binnen de contouren van de risicobronnen, in welke gebieden willen we welke bronnen uitsluiten, opstellen van werkdocumenten, vaststellen van uitvoeringsbeleid met de brandweer, etc). Het jaar 2011 heeft vooral in het teken gestaan van deze vertaalslagen, welke moeten leiden tot een structurele uitvoering van wettelijke en beleidsmatige EV-taken waarmee de ketens van de beleidscyclus, planning en controlcyclus en veiligheidsketen worden gesloten. Hierbij is het uitgangspunt dat de gemeente Werkendam eind 2012 voldoet aan alle Kwaliteitscriteria die op het gebied van externe veiligheid zijn geformuleerd. Pagina 7 van 47

8 Pagina 8 van 47

9 2. Beleidscyclus Externe Veiligheid Werkendam De vertaling van het externe veiligheidsbeleid binnen ruimtelijke ontwikkelingen, VHT-taken, rampenbestrijding en hulpverlening is praktisch gezien binnen de gemeente Werkendam goed geregeld. Een samenhang waarin zowel wettelijke verplichtingen samenkomen met de uitvoering binnen de gemeente Werkendam is door middel van dit document in voldoende mate geborgd. Met de inwerkingtreding van o.a. het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) hebben EV-taken een wettelijke grondslag en zullen structureel en adequaat moeten worden uitgevoerd. Ook de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening en Wet Milieubeheer spelen een belangrijke rol om het veiligheidsniveau te borgen. Dit betekent dat deze wettelijke taken georganiseerd moeten worden. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van EV in de gemeentelijke organisatie moeten worden vastgelegd. Tenslotte moet borging plaatsvinden door werkprocessen en afspraken (implementatie). Vastgelegde werkprocedures en -processen zijn essentieel voor de betrokken afdelingen en teams. Alleen dan kunnen de EV-taken efficiënt en effectief worden uitgevoerd. Op dit moment ontbreken op EV-gebied gestructureerde werkprocedures en processen binnen de gemeentelijke organisaties. Behandeling van EV-advies aanvragen en samenwerking tussen betrokken afdelingen kunnen duidelijk verbeterd worden. De vertraging in besluitvormingstrajecten die dit met zich meebrengt en andere problemen kunnen worden voorkomen. Het Programma Brabant Veiliger heeft als gewenste situatie in 2014 dat alle deelnemende Brabantse organisaties een adequate en structurele uitvoering van externe veiligheidstaken hebben gewaarborgd. Om dit te bewerkstelligen zijn kwaliteitscriteria opgesteld. Wanneer een organisatie voldoet aan alle kwaliteitscriteria is een adequate en structurele uitvoering van de externe veiligheidsteken geborgd. Dit kan als individuele organisatie. Vaak is het echter niet efficiënt of effectief om voor elke afzonderlijke overheidsorganisatie de benodigde expertise in huis te hebben. Een samenwerkingsverband kan dan de oplossing zijn. De landelijk kwaliteitscriteria zijn geformuleerd. Mogelijk worden deze kwaliteitscriteria nog aangepast. De kwaliteitscriteria kunnen worden ingedeeld in de zeven stappen van het BIG-8 model met een strategische cyclus en een operationele cyclus (zie bijlage 1) Samenwerking en afstemming is cruciaal Via het in 2009 uitgevoerde project van de Provincie Opstellen van een plan voor Brabantse samenwerking zijn randvoorwaarden voor borging van EV binnen de organisatie en mogelijke samenwerkingsverbanden in kaart gebracht. In 2010 zijn in regionale pilots de mogelijkheden voor het opzetten van een samenwerkingsverband per regio verkend. Begin 2011 zijn de resultaten van deze pilots bekend. Deze resultaten worden ingezet om de samenwerking te verbeteren en te ondersteunen. Externe veiligheid heeft raakvlakken met veel beleidsvelden. Hierbij zijn veel verschillende partijen betrokken, zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten. Belangrijke spelers hierbij zijn de beleidsvelden milieu, ruimtelijke ordening en integrale veiligheid. Daarnaast spelen ook verkeer- en vervoer en risicocommunicatie een rol. Maar ook de veroorzakers van risico s en de aanwezige personen in de nabijheid van een risicobron zijn onmisbaar in het proces. Samenwerking is daarom een belangrijk thema in de beleidsvisie. Om de samenhang tussen de diverse beleidsvelden te verduidelijken, halen wij hier de veiligheidsketen aan. Pagina 9 van 47

10 Figuur 2 De veiligheidsketen In plaats van elk onderdeel van de veiligheidsketen ad hoc in te vullen, wil de gemeente Werkendam vooraan in de keten over de volledige samenhang nadenken. De beleidsvisie EV en dit Borgingsdocument leveren daarvoor het kader. Tevens speelt de samenwerking met de gemeenten Aalburg en Woudrichem een belangrijke rol. Naast de samenwerking met deze buurgemeenten is een bredere (regionale) samenwerking eveneens noodzakelijk om op termijn te kunnen voldoen aan de maatlatcriteria (2008; onderzoek KPMG) die door VROM zijn opgesteld voor het taakveld Externe Veiligheid. Vanaf begin 2012 kan dan door iedere Brabantse organisatie worden voldaan aan de kwaliteitscriteria die gelden voor het uitvoeren van EV-taken. Ieder bevoegd gezag is dan zelf verantwoordelijk om te voldoen aan de kwaliteitscriteria EV. Daarnaast geldt er een prestatie-afspraak voor de gemeente Werkendam, waarin is gesteld dat de gemeente vóór 1 januari 2013 voldoet aan deze kwaliteitscriteria. Eigenlijk gaat het om het vinden van de balans tussen het gewicht van het takenpakket EV dat bij een gemeente ligt (afhankelijk van o.a. het risicoprofiel) en het gewicht van de personen die belast zijn met de uitvoering van EV-taken. Zoals hieronder weergegeven is er evenwicht, wanneer de juiste personen van het juiste deskundigheidsniveau met voldoende gewicht binnen de organisatie kunnen worden ingezet. Er zullen aan de kleine ambtelijke organisatie zoals gemeente Werkendam steeds hogere eisen worden gesteld en zal samenwerking/opschaling steeds meer gewenst en aantrekkelijk worden. Pagina 10 van 47

11 3. Borging EV binnen de gemeentelijke organisatie De afgelopen jaren is er binnen de gemeentelijke organisatie veel tijd geïnvesteerd in het in beeld brengen van de externe veiligheidsrisico s, de kennismaking met het begrip externe veiligheid binnen de ruimtelijke ordening en vergunningverlening, alsmede de implementatie van nieuwe EV wet- en regelgeving. We kunnen stellen dat externe veiligheid inmiddels tussen de oren zit van de medewerkers van onze gemeentelijke organisatie. Dat wil echter niet zeggen dat daarmee ook de borging van externe veiligheid een feit is. De gemeente heeft, net als de Provincie Noord-Brabant en het Ministerie van VROM in 2010 geconstateerd dat Externe Veiligheid onvoldoende is geborgd binnen de gemeentelijke organisatie(s). De adequate uitvoering van externe veiligheidstaken moet leiden tot een veiliger Werkendam. Wel beseft de gemeente zich dat een adequate uitvoering van externe veiligheidstaken, de risico s op een incident met gevaarlijke stoffen nooit helemaal tot nul kan reduceren. Daarom is het ook belangrijk dat de andere schakels van de veiligheidsketen, zoals de crisisbeheersing op een juiste wijze zijn ingevuld. Dit document beperkt zich echter tot de borging van externe veiligheidstaken. Gewenste eindsituatie: Een adequate en structurele uitvoering van externe veiligheidstaken is geborgd binnen de gemeente Werkendam. Hierbij wordt voldaan aan de provinciale kwaliteitscriteria voor de uitvoering van externe veiligheidstaken. Om de gewenste eindsituatie te bereiken wordt ingezet op de volgende doelstellingen: De gemeentelijke externe veiligheidsorganisatie is kwalitatief en kwantitatief voldoende en afgestemd op het risicoprofiel van de gemeente Werkendam. De externe veiligheidstaken zijn geborgd in werkprocessen. Externe veiligheid wordt adequaat meegenomen in alle besluiten waar het een rol speelt en deze besluiten worden adequaat gehandhaafd. Een adequate uitvoering van externe veiligheidstaken wordt binnen de gemeentelijke organisatie geborgd door te voldoen aan de gestelde kwaliteitscriteria voor: input (capaciteit en kwaliteit van medewerkers); troughput (werkwijze); output (kwaliteit producten); outcome (effecten). Een structurele uitvoering van externe veiligheidstaken wordt binnen de gemeentelijke organisatie geborgd door het sluiten van de beleidscyslus ten aanzien van (externe)veiligheid, het instellen van een planning- en control-cyclus en het sluiten van de veiligheidsketen. In de volgende paragrafen wordt de big-8 cyclus verder uitgewerkt voor de gemeente Werkendam. Pagina 11 van 47

12 Figuur 3 BIG- cyclus Strategisch Beleidskader Binnen het beleidsveld Externe Veiligheid heeft de Rijksoverheid de laatste 10 jaar een duidelijk sporenbeleid (plaatsgebonden risico en groepsrisico) ontwikkeld, met grenswaarden en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en een stelsel van verantwoording en toetsing aan oriënterende waarden. Hiermee hebben bevoegde gezagen Wabo en Ruimtelijke Ordening duidelijke instrumenten in handen gekregen om een scheiding aan te brengen tussen risico s enerzijds en ontvangers anderzijds. Echter niet in alle gevallen is deze wet- en regelgeving eenduidig en er is bewust ook beleidsvrijheid gelaten voor de lagere overheden. Met name de acceptatie van het groepsrisico, de beïnvloeding hiervan middels een betere bestrijdbaarheid van risico s en zelfredzaamheid van ontvangers, liggen bij het lokale bestuur. Niet alleen ten aanzien van het groepsrisico is beleidsvrijheid geboden, ook ten aanzien van het plaatsgebonden risico dient beleid te worden geformuleerd. Dit ten aanzien van de kwetsbaarheid van objecten (schemergebied tussen kwetsbaar en beperkt kwetsbaar) binnen het effectgebied van een risicobron, alsmede de motivatieplicht rondom de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico ( voor beperkt kwetsbare objecten) Beleidsvisie EV De gemeente Werkendam beschikt over een vastgestelde beleidsvisie Externe Veiligheid. Dit beleidskader is in 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Het beleidskader geeft een beschrijving van de huidige externe veiligheidsrisico s binnen de gemeente een geeft een toelichting op het landelijke externe veiligheidsbeleid. Er zijn meerdere beleidsuitgangspunten (op het gebied van Externe Veiligheid) geformuleerd. Een van de belangrijkste doelstellingen in de Beleidsvisie van de gemeente Werkendam is het voldoen aan de normen voor het plaatsgebonden en invulling geven aan groepsrisicobeleid met een Externe Pagina 12 van 47

13 veiligheidsvisie en zoveel mogelijk anticiperen op de landelijke beleidsontwikkeling die een gunstige invloed kunnen hebben op de veiligheidssituatie in Werkendam. Om dit doel te kunnen bereiken is een uitvoeringsprogramma opgesteld met hierin diverse acties. Structureel worden deze acties besproken en uitgevoerd door een werkgroep Structuurvisie Wro De gemeente Werkendam heeft in 2010 haar visie, ambities en aanpak vastgelegd in de Beleidsvisie externe veiligheid Werkendam. Hiervoor zijn in de periode de nodige inspanningen geleverd door de gemeente en haar veiligheidspartners. In 2011 zet de gemeente in op een vertaling van dit beleid naar een meer uitvoeringsgericht kader, dat de verschillende units binnen de gemeente en samenwerkingspartners op het gebied van externe veiligheid handvatten moet geven om externe veiligheid zo goed en zo vroeg mogelijk binnen alle gemeentelijke processen mee te kunnen nemen. De inzet hiervoor staat in onderdeel 2 Operationeel beleid. Daarnaast wil de gemeente haar externe veiligheidsbeleid zoveel mogelijk vertalen naar een nieuwe Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, de Structuurvisie Land van Heusden en Altena. Eind 2010 hebben burgemeesters en wethouders van de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem te kennen gegeven dat zij deze actualisatie van de structuurvisie uit 2004 gezamenlijk aan het voorbereiden zijn. Een van de actie welke is opgenomen in het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid luidt dan ook als volgt: Gemeente Werkendam neemt de gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid, alsmede onderhavige operationeel beleidskader, mee binnen het opstellen van een gemeentelijke structuurvisie Wro. De gemeente heeft haar beleidsvrijheid op het gebied van externe veiligheid middels de beleidsvisie externe veiligheid voor een belangrijk deel in de beleidsvisie externe veiligheid ingevuld. Met name op operationeel vlak is gebleken dat hier nog een verdere invulling van beleid noodzakelijk is. Deze slag wordt in belangrijke mate gemaakt met het opstellen van een operationeel beleidskader Operationeel Beleidskader De gemeente Werkendam heeft operationeel beleidskader voor de uitvoering van de EV-taken en EV verankerd in andere operationeel beleid. In onderhavige document maakt de gemeente Werkendam een vertaalslag van de gemeentelijke beleidsvisie, naar een operationeel beleidskader, waarmee de uitvoering van externe veiligheidstaken binnen een sluitende operationele beleidscyclus geplaatst kan worden. De uitvoering van EV-taken zijn verankerd in interne processen voor vergunningen, toezicht en handhaving, bestemmingsplannen, ruimtelijke projecten etc. Het beleid op het beheer van de risico- Pagina 13 van 47

14 informatie is dat deze te allen tijde actueel is. Het RRGS wordt door de gemeente zelf bijgehouden en wordt gezien als de basis waarop de gehele uitvoering EV-taken is gebaseerd. Dit beleid is vastgelegd in een Beheerdocument. De gemeente heeft beleid op het verantwoorden van het groepsrisico en heeft dit vastgelegd in de Beleidsvisie. De gemeente heeft uitvoeringsbeleid op de handhaving en het toezicht op risicovolle activiteiten en heeft dit vastgelegd in een handhavingprotocol (conform Brabantse handhavingsstrategie). Dit beleid op de uitvoering van EV-taken is vormgegeven rondom de belangrijkste processen, waarbinnen de externe veiligheid binnen de gemeente kan worden beïnvloed Beheer risico-informatie De gemeente Werkendam, als bevoegd gezag in het kader van de Wet milieubeheer is o.a. verantwoordelijk voor de invoer en het beheer van de risico-informatie in het RRGS (Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen). Het RRGS is de database voor het registreren van gegevens van inrichtingen, transportroutes en buisleidingen die vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen risicovol zijn. Het bevoegde gezag is verplicht gegevens over externe veiligheid en wijzigingen op deze gegevens te registreren. De gemeente Werkendam beschikt over een Beheerdocument voor risico-informatie. In dit document zijn alle registratieverplichtingen conform wet- en regelgeving vastgelegd. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden staan hierin vast. In bijlage 2 is een Beheerdocument RIS/ISOR opgenomen EV in omgevingsvergunningen Een goede basis voor veiligheid begint bij het verlenen van de omgevingsvergunning. Inrichtingen dienen bewust te zijn van mogelijke risico s van bedrijfsvoering. De unit Vergunningen en Handhaving toetst derhalve iedere vergunningaanvraag op externe veiligheid. In de bijlage 3 is procesmatig een procedure opgenomen hoe van vergunning aanvraag tot vergunning verlening wordt gewerkt op het gebied van externe veiligheid. Hierin wordt mede bepaald of een inrichting moet worden opgenomen in het RRGS. Grondslag voor de beoordeling van de risicovolle inrichtingen is de beleidsvisie. Hier worden de ambities van de gemeente beschreven. Toetsing hiervan ligt bij de unit Vergunningen en Handhaving en unit Ruimte taakveld Ontwikkeling en beleid Handhaving en toezicht op Externe veiligheid In de beleidsvisie van de gemeente Werkendam is de doelstelling geformuleerd een eenduidige, doeltreffende en integrale aanpak en omgang van externe veiligheidsrisico s. De sterkte van een integrale aanpak ligt in het feit dat alle veiligheidsrisico s tegelijkertijd op meerdere aspecten (bouw, milieu, brandweer, ruimtelijke ordening) inzichtelijk zijn en dat er toezicht is op omgang met de diverse veiligheidsaspecten. Pagina 14 van 47

15 De gemeente Werkendam heeft een uitvoeringsbeleid op de handhaving en het toezicht op risicovolle activiteiten en heeft dit vastgelegd in een handhavingsprotocol (Zo Handhaven we in Brabant, conform de Brabantse handhavingsstrategie). Om de handhaving en toezicht op inrichtingen zo optimaal mogelijk te maken en te behouden heeft de gemeente Werkendam een Integraal Handhavingsbeleidsplan opgesteld (november 2010). Hierin worden alle maatregelen gebundeld die betrekking hebben op het toezicht op risicovolle activiteiten, waaronder: Afspraken omtrent de organisatorische aanpak binnen de gemeente over de controle frequentie door de gemeente, als handhaver vanuit de Wet Milieubeheer; De beheersing van het groepsrisico door bewuste besluitvorming omtrent de verandering van personendichtheden in een gebied; Controle op het blijvend functioneren van veiligheidsvoorzieningen bij bedrijven; Tot specifieke training van beveiligingsdiensten op bedrijventerreinen met risicovolle activiteiten Beoordeling van Externe veiligheid in bestemmingsplannen Een plaatselijke onbalans kan ontstaan, wanneer op grond van de huidige bestemmingsplannen, vanuit veiligheidsoogpunt ongewenste nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, niet worden uitgesloten. Een van de vervolgacties, voortkomend uit de beleidsvisie, was het aanpassen van bestemmingsplannen van de meest risicovolle bedrijventerreinen. Het uitgangspunt hierbij is dat de bedrijfsterreinen optimaal worden benut, risicovolle activiteiten zijn toegestaan en zoveel mogelijk gebundeld moeten worden. Deze ontwikkelingen mogen niet ten koste van de veiligheid gaan. Daarnaast blijkt uit de Beleidsvisie dat een deel van het oppervlakte van de gemeente Werkendam valt binnen het invloedsgebied van één of meer risicobronnen. Dit betekent dat ruimtelijke besluiten in dit gebied de verantwoordingsplicht ingevuld zal moeten worden. Het is dus belangrijk een duidelijk proces te beschrijven wanneer en hoe externe veiligheid getoetst moet worden in het opstellen van ruimtelijke plannen. Toetsing van Externe veiligheid in bestemmingsplannen heeft de gemeente dan ook vastgelegd in het Handboek Bestemmingsplannen in Werkendam (november 2010) Verantwoording van het groepsrisico (incl. bestuurlijke afweging) Het verantwoorden van het groepsrisico wordt ingevuld in alle ruimtelijke plannen en omgevingsvergunningen waar dit conform wet- en regelgeving is vereist. Hierbij worden de stappen uit Verantwoorde brandweeradvisering externe veiligheid doorlopen. Deze te doorlopen stappen zijn vastgelegd in een werkproces zoals hierboven staat beschreven Bestemmingsplannen in Werkendam. Bij het bestuur van de gemeente Werkendam wordt een weloverwogen en acceptabele afweging gemaakt. De besluitvorming voldoet ten alle tijde aan de ambities uit de Beleidsvisie Oplossen van (latente) saneringen Tot oktober 2010 hebben gemeenten de gelegenheid gehad urgente saneringen uit te voeren. Deze zijn binnen de gemeente niet meer aanwezig. De gemeente Werkendam heeft een toets uitgevoerd aan de normen voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Hieruit is geconstateerd dat het niet is uitgesloten dat bestemmingsplannen de bouw van kwetsbare objecten binnen de PR contour mogelijk maakt. Dit betekent dat bestemmingsplannen hier aan getoetst moeten worden en mogelijk moeten worden aangepast. De gemeente Werkendam heeft deze situaties inzichtelijk gemaakt en worden bij actualisering van het bestemmingsplan aangepast (in de actiepuntenlijst opgenomen) Uitvoering van risicocommunicatie waarbij EV onderdeel is De gemeente Werkendam heeft samen met de gemeente Woudrichem en Aalburg een Plan van aanpak Risicocommunicatie opgesteld. Het was in eerste instantie de bedoeling deze te actualiseren. Ondertussen is vanuit de Veiligheidsregio besloten dat een handreiking wordt opgesteld voor Pagina 15 van 47

16 communicatie met doelgroepen en pers. De gemeente Werkendam zal aansluiten bij deze handreiking. Hiervoor zullen zij vanuit de handreiking een uitvoeringsplan voor de gemeente Werkendam opstellen. De gemeente heeft informatie over externe veiligheid op hun eigen website geplaatst. Hierbij is tevens een directe link gemaakt naar de risicokaart. Medio april 2012 komt er een nieuwe website waarop veiligheid als item een plaats gaat krijgen. Bovendien heeft de gemeente eenmalig een Veiligheidskrant opgesteld en verspreid in de gemeente. Risicocommunicatie is met andere woorden een verbetering van de zelfredzaamheid. Een goede zelfredzaamheid kan het aantal mogelijke slachtoffers in een gebied sterk verminderen, mits er voldoende tijd is en de personen goed geïnformeerd zijn over het noodzakelijke gedrag. In hoofdstuk 4 is risicocommunicatie opgenomen. Hierin worden verschillende handvatten gegeven, hoe hiermee kan worden omgegaan EV is verankerd in overig beleid Een van de opgenomen activiteiten is het aanpassen van diverse beleidsstukken op Externe Veiligheid. Bij herziening van de beleidsplannen worden EV meegenomen. Het betreft de volgende beleidsstukken: Verkeersbeleid, Openbare orde en veiligheid, Bedrijventerreinenbeleid, Economische beleid, Ruimtelijke ordeningsbeleid en Milieubeleid. De gemeente Werkendam heeft bedrijventerreinen aangewezen waar risicovolle bedrijven zich mogen vestigen. Deze locaties zijn onder andere aangewezen via gronduitgiftebeleid. De komst van nieuwe PR-contouren wordt niet uitgesloten. Hieronder vallen ook de groter wordende contouren door verandering van wet- en regelgeving. De industrie moet binnen Werkendam nieuwe mogelijkheden krijgen. De gemeente wil de vestiging van nieuwe risicovolle bedrijven concentreren op het nieuwe regionale bedrijventerrein. Dit bedrijventerrein krijgt een opvangfunctie van de regio. De gemeente wil op dit bedrijventerrein een zonering aanbrengen voor risicovolle activiteiten. Het gronduitgifte beleid voor bedrijven, danwel het beleid tot verwerven van gronden in een belangrijk instrument bij het beïnvloeden van de externe veiligheid. Door het integreren van externe veiligheid in de gronduitgifte, wordt externe veiligheid voortaan in de besluitvormingsketen meegenomen zie en 1.13 van de beleidvisie Planning & Control In 2009 zijn binnen het project Opstellen plan voor Brabantse samenwerking na 2010 randvoorwaarden voor borging van expertise en inzet van EV in diverse beleids- en uitvoeringsprocessen en voorkeursmodellen voor samenwerking verkend. De uitkomsten van deze verkenning, alsmede de ervaringen die zijn opgedaan binnen regionale pilotprojecten, zijn meegenomen binnen dit hoofdstuk. Voor het versterken van de kritische massa is de ontwikkeling van RUD s van belang. Vooral als deze zich ontwikkelt tot een omgevingsdienst. Externe veiligheid is niet het oplossen van problemen rondom Openbare orde en veiligheid. Het is wel belangrijk dat we bevorderen dat EV wordt meegenomen in andere beleidsvelden. Dat geldt ook voor het beleidsplan van de Veiligheidsregio. Vanuit het programmabureau wordt gestimuleerd om risicocommunicatie goed te verankeren in de Veiligheidsregio. Afgelopen jaren zijn vanuit het programmabureau vele handreikingen opgesteld, maar het implementeren ervan, het borgen en bijhouden vergt aandacht. Veel gemeenten werken niet met werkstandaarden. Middels deze rapportage wil de gemeente Werkendam laten zien dat alle opgestelde (provinciale)handreikingen en door de gemeente opgestelde werkprocessen verbonden worden met Pagina 16 van 47

17 elkaar. Op deze manier wordt het gehele EV proces inzichtelijk gemaakt in een rapportage en is de borging van EV vastgelegd. De gemeente Werkendam heeft de noodzakelijke capaciteit en financiële middelen geborgd om de EVtaken en de gestelde ambities en acties uit te kunnen voeren. Hiervoor heeft de gemeente Werkendam jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld. Hierin worden alle acties opgenomen om de ambitie te halen. De kernteam heeft de ambities in een actiepuntenlijst samengevat. De subsidie vanuit het programmabureau worden hiervoor ter beschikking gesteld. Deze gelden zijn hierdoor gelabeld. De voortgang van het uitvoeringsprogramma (EV-taken) wordt besproken in het kernteam Externe Veiligheid. De coördinatie van het kernteam wordt uitgevoerd door een beleidsmedewerkster RO. In het kernteam zijn alle EV-relevante units (afdelingen) vertegenwoordigd. Het kernteam komt periodiek bij elkaar om de actiepunten te bespreken. Dit overzicht bevat de stand van zaken van alle kwaliteitscriteria s waardoor de voortgang wordt geborgd. Met betrekking tot de kwaliteitscriteria EV opgenomen in de maatlat externe veiligheid en de eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogramma (KPMG) kan worden aangegeven dat de gemeente Werkendam nog een beoordeling uit moet voeren. Het actiepunt is opgenomen in de actielijst voor het kernteam. Binnen het kernteam is een milieuspecialist en een RO-specialist aanwezig. Indien specialistische kennis op het gebied van EV nodig is wordt deze ingehuurd. Hiervoor is een budget aanwezig. De verbindende schakel tussen milieuadviseur en EV-adviseur is binnen de gemeente hierdoor duidelijk aanwezig. Ook de coördinatie van EV door een beleidsmedewerker RO zorgt voor een goed draagvlak binnen de gemeente. De competenties van alle medewerkers binnen de gemeente zijn vastgelegd in de functieomschrijving. Basiskennis EV is in voldoende mate aanwezig bij diverse medewerkers van de diverse units. De milieuadviseurs en EV coördinator beschikken over competenties als inlevingsvermogen, integraal denken en werken en oplossingsgerichtheid. De vereiste competenties zijn opgenomen in de functieomschrijvingen. In persoonlijke prestatieplannen en beoordelingsgesprekken worden zo nodig afspraken gemaakt over training en bijscholing. De coördinatie EV is een verantwoording van unit Ruimtelijke Ordening waardoor vervanging door directe collega s bij de taken behoort. Daarnaast wordt veel samengewerkt met partnergemeenten Woudrinchem en Aalburg. Inhoudelijke toetsing of specialistische vragen worden ook met hen besproken Voorbereiding Gemeenten dienen het aspect externe veiligheid te borgen in de werkprocessen. Dit betekent de borging van de uitvoering van de EV-taken en de samenwerking tussen alle benodigde interne vakdisciplines betrokken bij het aspect externe veiligheid. Hierbij dient de organisatie (en tussen betreffende organisaties) een heldere rolverdelingen in verantwoordelijkheden en taken van proceseigenaren en EV-deskundigen. De gemeente Werkendam heeft de coördinatie van EV ondergebracht bij de Unit Ruimte. Zoals eerder aangegeven is EV in diverse beleidsplannen vastgelegd (Integraal Handhavingsbeleidsplan, Handboek bestemmingsplannen). Het concretiseren en actualiseren van deze werkprocessen is reeds uitgevoerd en is het werkproces Stappenplan RO en EV (zoals opgenomen in bijlage 4) verwerkt in het Handboek werkwijze bestemmingsplannen en het werkproces Omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Met betrekking tot de procedure voor vergunningen (opgenomen in bijlage 3) kan worden aangegeven dat deze niet verder is vastgelegd binnen de gemeente. De werkzaamheden met betrekking tot Pagina 17 van 47

18 vergunningverlening (VHT-taken mbt de Wet milieubeheer) worden in januari 2013 overgedragen aan de RUD. Er is daarom gekozen om deze procedure niet verder uit te werken in werkprocessen. Binnen de gemeente is een heldere rolverdeling van verantwoordelijkheden en taken van milieuadviseurs en beleidsmedewerkers RO. Binnen de gemeente Werkendam is een heldere rolverdeling in verantwoordelijkheden en taken van proceseigenaren en beleidsmedewerkers. De Unit Ruimte (taakveld Ontwikkeling en beleid) is verantwoordelijk voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. EV toetsing is hiervan een onderdeel. De Unit Vergunningen en Handhaving is verantwoordelijk voor de inhoudelijk te verlenen omgevingsvergunningen en het toezicht en handhaving van de opgelegde voorschriften en wet- en regelgeving. Hierbij wordt getoetst aan o.a. het Bevi en de Beleidsvisie EV. De AOV-er is verantwoordelijk voor de integrale producten welke behoort bij de rampenbestrijding. Hierbij behoren o.a de optimale inzetbaarheid van hulpdiensten en het verbeteren van de zelfredzaamheid bij zijn/haar taken. EV-specialisten, die worden ingehuurd indien dit nodig is, kunnen onafhankelijk toetsen, ofwel een zuiver risicobeeld schetsen. Dat wil zeggen niet bij voorbaat al ingeperkt of ingekleurd door politieke preferenties of financiële afwegingen. Binnen de gemeente Werkendam heerst absoluut geen politieke preferenties. Er moet worden voldaan aan wet- en regelgeving en aan het Beleidkader EV wat de gemeente heeft opgesteld. Alle primaire EV-relevante processen voor de realisatie van de Beleidsvisie EV zijn beschreven. In het advies aan het bestuur/het college dient het resultaat van de toets aan de visie transparant te worden beschreven. Het kernteam kijkt over de schouders van de Units mee en kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de coördinerende wethouder c.q. het college over voor te leggen voorstellen of niet integraal voorbereide adviezen/voorstellen Uitvoering De gemeente Werkendam geeft uitvoering aan de EV-taken. Het kernteam is verantwoordelijk voor het vastleggen en uitvoering geven van externe veiligheid in deze thema s. De EV-taken worden in de volgende thema s/afdelingen geregeld en verankerd: Risico-informatie/inventarisatie; Vergunningverlening en handhaving; Transport van gevaarlijke stoffen; Ruimtelijke ordening; Groepsrisico; Sanering; Risicocommunicatie. De gemeente Werkdam beheert de risico-informatie van de stationaire risicobronnen, transportroutes waarvoor conform wet- en regelgeving een registratieverplichting geldt, zodanig dat deze actueel, juist en volledig is vastgelegd in het RRGS. Dit is opgenomen in het Beheersdocument RIS/ISOR (bijlage 2). De gemeente heeft een verwijzing vanaf de gemeentelijke website naar de risicokaart voor haar eigen grondgebied. In de omgevingsvergunningen verleend door de gemeente Werkendam is het aspect externe veiligheid meegenomen. De omgevingsvergunningen worden gehandhaafd op het aspect externe veiligheid. Dit is opgenomen in de procedure EV in Vergunningverlening (bijlage 3). De gemeente Werkendam heeft een kernteam EV samengesteld. Hierin wordt getracht het aspect externe veiligheid mee te nemen binnen diverse afdelingen ofwel binnen diverse beleidkaders. Hieronder valt milieu, ruimtelijke ordening maar ook economische zaken, bedrijverterreinen etc. Pagina 18 van 47

19 In ruimtelijke plannen die door de gemeente zijn opgesteld is het aspect externe veiligheid meegenomen. De ruimtelijke plannen worden of zijn geactualiseerd ten aanzien van externe veiligheid binnen de wettelijke termijnen. Dit is opgenomen in het Handboek Bestemmingsplannen in Werkendam (november 2010). Bij het verantwoorden van het groepsrisico maakt de gemeente Werkendam gebruik van het document Verantwoorde brandweer advisering externe veiligheid of er wordt een EV-specialist ingehuurd. Bij elke verantwoording van het groepsrisico vindt bewuste bestuurlijke afweging en besluitvorming plaats van risico s in de relatie tot de omvang van rampen. Dit is opgenomen in het Stappenplan RO en EV ( bijlage 4). De gemeente heeft alle saneringssituaties bij de Bevi-inrichtingen opgelost en actualiseert de bestemmingsplannen binnen de gestelde termijnen zodanig dat de latente saneringssituaties worden opgelost. Latente saneringssituaties betreffen ruimtelijke plannen die de mogelijkheid bieden om kwetsbare objecten te realiseren binnen de risicocontouren van bedrijven, waardoor alsnog een saneringssituatie ontstaat. De gemeente gaat uitvoering geven aan het communicatiebeleid van de veiligheidsregio inzake risico s rondom externe veiligheid zodra dit is opgesteld. De gemeente is nog bezig met het opstellen van een plan van aanpak over risicocommunicatie samen met hun buurgemeenten Aalburg en Woudrinchem Monitoring Er is een lijst opgesteld met daarop alle kwaliteitscriteria zoals deze zijn genoemd in het Programma Brabant Veiliger Door middel van dit overzicht wordt getoetst of aan alle criteria wordt voldaan. Indien dit niet het geval is wordt dit criteria opgepakt. De gemeente Werkendam zal aan het eind van 2012 voldoen aan alle kwaliteitscriteria. De coördinator EV is verantwoordelijk dat aan deze criteria wordt voldaan. Deze lijst met alle kwaliteitscriteria is opgenomen in bijlage 7. De gemeente Werkendam zal jaarlijks een evaluatie uitvoeren aan de hand van de monitoring in hoeverre binnen de eigen organisatie voldaan wordt aan de kwaliteitscriteria en in hoeverre bijsturen binnen de organisatie noodzakelijk is. Hoe deze evaluatie precies zal worden uitgevoerd wordt door het kernteam onderzocht. De jaarlijkse voortgangsrapportage op de kwaliteitscriteria zal worden gerapporteerd aan het college en de Raad Rapportage en evaluatie De gemeente Werkendam rapporteert jaarlijks aan het college en de Raad, in hoeverre binnen de organisatie voldaan wordt aan de kwaliteitscriteria en in hoeverre bijsturing binnen de organisatie noodzakelijk is. De uitgevoerde projecten en activiteiten vanuit de actiepuntenlijst worden hierin meegenomen. Evaluatie is hierbij een onderdeel van de verslaglegging en leidt indien nodig tot Pagina 19 van 47

20 bijstelling van het strategisch beleid. Bij wijzigingen van nieuwe wetgeving implementeert de gemeente Werkendam dit in de uitvoering en het beleid. Nieuwe of gewijzigde wetgeving en de gevolgen voor beleid en uitvoering zal in het kernteam opgepakt worden. Actiepunten voor implementatie en borging in eigen beleid en uitvoering worden opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma EV. Ook hiervoor heeft de gemeente Werkendam een overzicht opgesteld met daarop actiepunten (zie bijlage 7). Deze actiepunten komen uit de Beleidsvisie EV die is opgesteld in Deze actiepuntenlijst kan tevens gebruikt worden voor de verantwoording van de programmafinanciering. Tussentijdse veranderingen of acties worden opgenomen in de actiepuntenlijst. Indien na monitoring blijkt dat het strategisch beleid van de gemeente Werkendam moet worden bijgesteld, dan wordt dit als actiepunt opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma en op de actiepuntenlijst. Pagina 20 van 47

21 4. De Veiligheidsketen Deze geeft op hoofdlijnen weer hoe de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop is georganiseerd. De uitwerking daarvan naar een lokale organisatievorm, procedures en werkafspraken gebeurt op gemeentelijk niveau. In de Beleidsvisie is hieraan aandacht besteed. De beleidsvisie externe veiligheid richt zich hoofdzakelijk op de eerste drie schakels in de veiligheidsketen: Pro-actie, preventie, preparatie. Risicocommunicatie is een onderdeel van deze 3 schakels. De instrumenten die de gemeente Werkendam ter beschikking staan om invulling te geven aan het externe veiligheidsbeleid kunnen worden verdeeld over de eerste drie schakels van de veiligheidsketen. In de volgende tabel zijn de beschikbare instrumenten en hun plaats in de veiligheidsketen weergegeven. Daarbij is tevens de wettelijke of beleidsmatige grondslag aangegeven. PROACTIE PREVENTIE PREPARATIE Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Werkendam Milieuvergunningen (Omgevingsvergunningen) en handhaving (Wet milieubeheer) (latente) Saneringen Routering vervoer gevaarlijke stoffen (Wet vervoer gevaarlijke stoffen) Ontheffingen (Wet vervoer gevaarlijke stoffen) Bestemmingsplannen (Wro) Vrijstellingen (Wro) Gebruiksvergunningen (Bouwbesluit, gebruiksbesluit, bouwverordening) Risico-inventarisatie RRGS Risicokaart RISICOCOMMUNICATIE Coördinatie, afstemming, communicatie Financiën Bouwvergunningen (Bouwbesluit) Tabel 1 Beschikbare instrument binnen de veiligheidsketen. Bereikbaarheidskaart Rampenplan (Wrzo) Rampenbestrijdingsplan (Wrzo) Pagina 21 van 47

22 4.1. Proactie: risico s voorkomen door ruimtelijke scheiding Door de verschillende gebruiksfuncties zoals risicobronnen en kwetsbare objecten binnen het gemeentelijk grondgebied ruimtelijk van elkaar te scheiden, kunnen nieuwe onaanvaardbare risicosituaties (knelpunten) worden voorkomen. Hierbij is vooral een belangrijke rol weggelegd voor het ruimtelijk beheer binnen de gemeentelijke organisatie. Met de geldende regelgeving en het in de beleidsvisie beschreven ambitieniveau als toetsingskader, zal de gemeente Werkendam de volgende maatregelen nemen ter voorkoming van knelpunten. - Voor alle ruimtelijke ontwikkelingen wordt in de haalbaarheidsfase een EV-toets uitgevoerd en zonodig een adviseur Externe Veiligheid ingeschakeld. - Wanneer een ontwikkeling EV-relevant is wordt hierover in de haalbaarheidsfase contact opgenomen met de Veiligheidsregio (pro-actie). - Voor alle gebiedstypen geldt dat de mogelijkheden ter verbetering van de risicosituatie zullen worden onderzocht. - Bij (de voorbereiding van) ruimtelijke besluiten worden de ambities van de gemeente uit de beleidsvisie in acht genomen; - Er is een inventarisatie uitgevoerd naar latente saneringssituaties. Dit zijn situaties waarbij een bestemmingsplan kwetsbare objecten toestaat binnen bestaande 10-6 contouren. Latente saneringssituaties zijn opgelost door aanpassing van het bestemmingsplan of door sanering van de risicobron; - Bij ruimtelijke plannen binnen het invloedsgebied van risicobronnen wordt de verantwoordingsplicht groepsrisico in acht genomen. Er wordt gezorgd voor verankering van de groepsrisicoverantwoording door deze op te nemen in de bestemmingsplannen en/of vergunningvoorschriften. Daarbij zal de Veiligheidsregio om advies worden gevraagd. In dit proces is de handreiking Verantwoorde brandweeradvisering leidend. - Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen wordt gezorgd voor een zodanige indeling van het plangebied, dat mensen redelijkerwijs in staat zijn zichzelf op eigen kracht in veiligheid te brengen (bevorderen zelfredzaamheid). - Bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen vindt afstemming plaats met de hulpverleningsdiensten om de mogelijkheden voor de indeling van het plangebied en de hulpverlening bij calamiteiten zoveel mogelijk te optimaliseren. Daarbij worden onder meer vluchtroutes, opstelplaatsen van brandauto s en bluswatervoorzieningen in de planontwikkeling meegenomen. De gemeente Werkendam heeft voor het algemene werkproces van Ruimtelijke ordening een procedure opgesteld (november 2010). Hierin is toetsing aan Externe Veiligheid als item meegenomen. In bijlage 4 is het Stappenschema RO & EV opgenomen, met daarin de belangrijkste stappen die ten aanzien van de EV-toetsing van ruimtelijke ontwikkelingen doorlopen dient te worden Preventie: voorkomen van oorzaken en beperken van gevolgen Wordt bij pro-actie ingezet op het voorkomen van knelpuntsituaties door ruimtelijk scheiden van de risicobron en gevoelige bestemmingen, bij preventie wordt ingezet op het voorkomen van de directe oorzaken van calamiteiten en het beperken van de gevolgen daarvan. Vergunningverlening en handhaving zijn daarbij de belangrijkste instrumenten. - Alle Wm-vergunningaanvragen en meldingen worden op EV-relevantie getoetst. - Bij EV-relevantie wordt zonodig een EV-adviseur ingeschakeld en wordt de regionale brandweer (pro-actie) in kennis gesteld. - Bij het verlenen of wijzigen van een Omgevingsvergunning (Wm-vergunning) aan een bedrijf worden de in ambities van de gemeente in acht genomen welke zijn opgenomen in de Beleidsvisie EV. Dit betekent onder meer dat de bestaande risicocontouren niet verder zullen groeien en dat bestaande invloedsgebieden zoveel mogelijk worden verkleind door in de milieuvergunningen van Pagina 22 van 47

23 risicovolle bedrijven risicobeperkende voorschriften op te nemen. Uitgangspunt daarbij is de stand der techniek (B.B.T.). - Bij het ontwerp van gebouwen waarin zich veel mensen tegelijkertijd bevinden, beoordeelt de gemeente Werkendam of de in- en uitgangen overeenkomen met de vluchtroutes voor het gebied. In overleg met de brandweer wordt bepaald of voldoende (nood) in- en uitgangen aanwezig zijn, waardoor de zelfredzaamheid op een voldoende hoog plan wordt gebracht. Daarnaast wordt in overleg met de brandweer bepaald of voldoende beschermende (constructieve) maatregelen aan de gebouwen zijn genomen om effecten voor personen binnen de gebouwen te minimaliseren. - In gevallen waarin vergunningvoorschriften niet adequaat worden nageleefd, worden door de gemeente Werkendam handhavende maatregelen opgelegd. De gemeente Werkendam beschikt over een Integraal Handhavingsbeleidsplan (november 2010). Externe Veiligheid maakt een onderdeel hiervan uit. In bijlage 3 is een Procedure EV in vergunningen opgenomen, met daarin de belangrijkste stappen die ten aanzien van de EV-toetsing bij vergunningverlening doorlopen dient te worden Preparatie: voorbereiding op de bestrijding van gevolgen Met de voorgaande stappen zet de gemeente Werkendam in op het zoveel mogelijk verkleinen van de kans dat zich een calamiteit voordoet (risicobeheersing). Vanuit het besef dat een calamiteit nooit helemaal te voorkomen is, zal ook moeten worden ingezet op een degelijke voorbereiding op de bestrijding van een mogelijke calamiteit. - Het rampenplan wordt gescreend en zonodig geactualiseerd op basis van de nieuwe risicoinzichten, verkregen bij het opstellen dit borgingsdocument EV. - Er wordt tenminste zorg gedragen voor bereikbaarheidskaarten of een aanvalsplan voor alle inrichtingen die een risico kunnen veroorzaken. De brandweer beoordeelt of een bereikbaarheidskaart of een aanvalsplan nodig is. De samenwerking tussen vergunningverlening, ruimtelijke ordening, eventuele adviseurs EV, Ambtenaren Rampenbestrijding en de regionale brandweer is geborgd. Hierbij wordt de Handreiking Verantwoorde Brandweeradvisering gevolgd. - Periodiek, tenminste viermaal per jaar vindt een gemeentelijk kernteamoverleg plaats tussen de hierboven genoemde EV-partners en worden knelpunten besproken Risicocommunicatie Communicatie met burgers over risico s en veiligheid is een taak van gemeenten als gevolg van de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO) en de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding. De WRZO verplicht gemeenten om hun inwoners te informeren over de rampen en ongevallen die hen kunnen treffen, de maatregelen die de gemeente getroffen heeft ter voorkoming en verspreiding van deze rampen en zware ongevallen en de te volgen gedragslijn. Ook de Wet Openbaarheid van Bestuur bepaalt dat gemeenten informatie over beleid uit eigen beweging moeten verstrekken; ook als het gaat om beleid dat nog in voorbereiding of juist in uitvoering is. Risicocommunicatie is communicatie over risico's waaraan mensen blootstaan bij een incident of ramp. Risicocommunicatie behelst vooral informatie over specifieke risico s verbonden aan bepaalde situaties. Risicocommunicatie vindt plaats vóórdat zich een ramp of incident voordoet of heeft voorgedaan. Crisiscommunicatie vindt in principe plaats op het moment dat de ramp of het incident zich voordoet. De twee begrippen zijn sterk met elkaar verbonden. De definitie van risicocommunicatie kan niet los gezien worden van het doel van risicocommunicatie, dat te omschrijven is als een brug slaan tussen dat wat objectief (on)veilig wordt genoemd en dat wat subjectief (on)veilig wordt ervaren. Hierbij dient er een balans te zijn tussen voldoende informatie verstrekken over risico s en maatregelen, percepties managen en zelfredzaamheid stimuleren. Pagina 23 van 47

24 De provincie Noord-Brabant heeft de provinciale risicokaart opgesteld. De basis van de risicokaart bestaat uit de plattegrond van Noord-Brabant. Op deze plattegrond zijn de plaatsen met risico s weergegeven. De gegevens op de kaart zijn afkomstig van gemeenten, provincie en het Rijk. Ook de gemeente Werkendam heeft gegevens aangeleverd voor de risicokaart. Op de kaart is te zien of er binnen een risicocontour gebouwen te vinden zijn met veel mensen erin die bij een ramp hulp nodig hebben. De risicokaart is openbaar en kan via Internet worden geraadpleegd. De inwoners van de gemeente kunnen op deze wijze inzicht krijgen in de risicosituatie van hun eigen omgeving. De wettelijke plicht om te communiceren over risico s (de informatieplicht) is opgenomen in verschillende wetten, besluiten en richtlijnen. Sommige wetten hebben betrekking op externe veiligheid en rampen en zware ongevallen. Andere verplichten de overheid tot openheid en transparantie van het overheidsbeleid. Naast de wettelijke verplichtingen die er liggen op het gebied van risicocommunicatie is er ook de morele plicht om transparant en duidelijk te zijn over de omgevingsrisico s en het gemeentelijke beleid hieromtrent Algemene doelstellingen van risicocommunicatie Doelstellingen in relatie tot de burger Burgers weten wat de gemeente en bedrijven doen om de kans op en de gevolgen van een incident of ramp zo klein mogelijk te houden; Burgers zijn goed geïnformeerd over omgevingsrisico s, zodat zij weten wat hun eigen mogelijkheden zijn om zich voor te bereiden op een mogelijk incident/ramp; Burgers weten wat ze zelf kunnen doen om de negatieve gevolgen van een incident/ramp te verminderen (bevorderen zelfredzaamheid). Doelstellingen in relatie tot de overheid De overheid informeert burgers professioneel en doelgericht; De overheid stimuleert de zelfredzaamheid van de burgers; Het stimuleren van de zelfredzaamheid vergemakkelijkt hulpverlening bij een crisis Doelgroepen De groep waar risicocommunicatie zich op richt bestaat uit mensen die in de gemeente wonen, werken of verblijven en aan risico s bloot staan. Aan risico s bloot staan betekent dat de mensen binnen een PR-contour, invloedsgebied of effectgebied aanwezig zijn. Afhankelijk van de boodschap wordt met de gehele groep of delen daarvan gecommuniceerd. Deze brede doelgroepen moeten we onderverdelen in kleine doelgroepen. Deze subdoelgroepen hebben namelijk allemaal een andere informatiebehoefte en vereisen daardoor een andere aanpak. Het is van belang om de communicatiestrategie af te stemmen op de doelgroep. We onderscheiden de volgende doelgroepen: Burgers (algemeen) Ter versterking van de bewustwording van risico s en ter bevordering van zelfredzaamheid zal de communicatie voor de burgers in de effectgebieden gericht moeten zijn op dialogiseren in combinatie met overtuigen en instrueren. Niet-zelfredzame burgers Deze doelgroep heeft een beperkter eigen handelingsperspectief en verdient daarom een andere benadering. Dit betreft met name scholieren (scholen), bejaarden/ouderen (verzorgingstehuizen), hulpbehoevenden (ziekenhuizen) etc. Pagina 24 van 47

25 Organisaties Dit zijn onder meer winkels/winkelcentra, vervoersbedrijven, beveiligingsbedrijven, en andere bedrijven. Intermediaire doelgroepen bestuurders; ambtenaren (waaronder communicatieadviseurs gemeenten en ambtenaren openbare orde & veiligheid/rampenbestrijding); hulpverleners; de regionale media: geschreven pers, tv, internet en radio De boodschap en middelen Per doelgroep moeten boodschappen worden geformuleerd. Bovendien moet worden aangegeven welke middelen ingezet worden om de boodschap onder de aandacht van de doelgroep te brengen. De boodschappen worden eenduidig, kort en bondig geformuleerd en vormen de leidraad voor alle communicatie-uitingen. Er zijn vier belangrijke aspecten voor de inhoud van een boodschap. De informatie moet: - juist zijn; - consistent zijn;, - tijdig beschikbaar zijn; - begrijpelijk zijn; - toegespitst zijn op de doelgroep (maatwerk); - herkenbaar zijn voor de doelgroep ( dichtbij de inwoners ). Verder is het van belang dat de boodschappen zorgvuldig gekozen worden en zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande, reguliere middelen. De boodschappen worden uitgeschreven in het communicatiebeleid en het communicatieplan Proces Risicocommunicatie is een continu proces en heeft een cyclisch karakter. Er kan niet volstaan worden met een eenmalige actie. Het is van belang dat de doelgroepen te allen tijde op de hoogte zijn van de risico s waaraan ze blootstaan en weten hoe ze moeten handelen wanneer zich een calamiteit voordoet. Dit betekent dat de boodschappen zeer regelmatig herhaald dienen te worden. Dit moet een structurele taak worden van de afdeling bedrijfsbureau (medewerkers communicatie en voorlichting). Om dit in gang te zetten wordt een gemeentelijke werkgroep opgericht. Deze werkgroep is opgericht samen met de partner gemeenten Woudrinchem en Aalburg. Zij gaan gezamenlijk het project van risicocommunicatie uitvoeren. Plan van aanpak (werkgroep) Communicatiebeleid (Medewerkers Communicatie en werkgroep als klankbordgroep) Communicatieplan (Medewerkers Communicatie) Deze werkgroep heeft voorliggend concept plan van aanpak risicocommunicatie beoordeeld en zullen momenteel worden aanpast. Vervolgens gaan medewerkers Communicatie aan de slag met het opstellen van een risicocommunicatiebeleid wat door het college vastgesteld moet worden en ter kennisname aan de raad zal worden gebracht. De werkgroep zal dan dienen als klankbordgroep zodat het plan vanuit alle disciplines bekeken wordt. Het communicatiebeleid wordt vastgesteld voor een aantal jaren. Het beleid geeft antwoord op de vraag wat willen, kunnen en moeten we communiceren. Pagina 25 van 47

26 Nadat het college het communicatiebeleid heeft goedgekeurd gaan de medewerkers Communicatie aan de slag met het maken van een risicocommunicatieplan. Dit is een uitvoeringsplan en moet als leidraad gaan dienen voor alle uitingen rondom risicocommunicatie. Een risicocommunicatieplan wordt opgesteld als meerjarenplan en wordt jaarlijks geactualiseerd. In het communicatieplan staan relevante actoren, concrete boodschappen, doelgroepen, bestaande en nieuw te ontwikkelen middelen en een tijdsplanning. Risicocommunicatie is nadrukkelijk gekoppeld aan het externe veiligheidsbeleid en bijbehorend uitvoeringsprogramma. Naar aanleiding van het communicatieplan wordt risicocommunicatie ook geïntegreerd in processen van andere afdelingen Uitgangspunten De gemeente hanteert de volgende algemene uitgangspunten voor risicocommunicatie: - Er is sprake van een proactieve en integere communicatie op het juiste moment. - Er wordt geïnvesteerd in een goed onderhouden netwerk in de Werkendamse samenleving. - De wijze van communicatie is vernieuwend en op maat. - De gemeente communiceert eerlijk, open en actief. - De gemeente communiceert met respect en aandacht voor de veiligheidsbeleving van haar inwoners. - De gemeente zorgt ervoor dat haar informatie begrijpelijk en toegankelijk is, afgestemd op verschillende doelgroepen. Er worden zowel massacommunicatiemiddelen als doelgroepgerichte middelen ingezet. - De gemeente communiceert zowel proactief als reactief. Zij heeft aandacht voor vragen en opmerkingen van inwoners (tweezijdige communicatie). - De overheid wil burgers ook bewustmaken van de risico's waaraan ze zijn blootgesteld en laten zien dat de overheid niet alle risico's weg kan nemen. - De communicatie is niet alleen gericht op de rol van de overheid en de operationele diensten, maar ook zeker op de verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de inwoners. De inwoners worden gezien als één van de belangrijkste schakels in de veiligheidsketen. Het geven van een handelingsperspectief is hierbij essentieel. Onderdelen van de gemeentelijke risicocommunicatie zijn in ieder geval: - Het openbaar maken van de beleidsvisie externe veiligheid; - Bij de gemeente is een centraal aanspreekpunt voor vragen die burgers en bedrijven hebben over risico s; - Met bedrijven en andere betrokkenen wordt constructief en effectief gecommuniceerd; - In bestaande situaties wordt bij objecten met verminderd zelfredzame personen binnen het invloedsgebied extra aandacht besteed aan risicocommunicatie. - Het actueel houden van alle benodigde relevante informatie. - Er zijn heldere afspraken vastgelegd met de operationele diensten over de verantwoordelijkheden ten aanzien van de risicocommunicatie. Pagina 26 van 47

27 5. Risicobeeld gemeente Werkendam 5.1. Stationaire risicobronnen Stationaire bronnen zijn bedrijven en installaties waar het gebruik, de opslag of productie van gevaarlijke stoffen op een vaste plaats plaatsvindt. Voorbeelden hiervan zijn LPG-tankstations, ammoniak-koelinstallaties en opslagen met gevaarlijke stoffen. We onderscheiden drie categorieën van stationaire bronnen: BRZO-inrichtingen, Bevi-inrichtingen en risicovolle inrichtingen. Om te kunnen bepalen of een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen of geproduceerd risicovol is wordt de Leidraad Risico BRZO Inventarisatie deel Gevaarlijke stoffen, versie 5.1 december 2009 (LRI-GS 5.1 dec. 2009) gehanteerd. In deze Leidraad is een drempelwaardentabel opgenomen. Een actuele versie hiervan is te vinden BEVI op In het als bijlage 2 bijgevoegde Beheersdocument RRGS is de drempelwaardentabel opgenomen die in september 2011 actueel was. Wanneer een bedrijfstype opgenomen is in de Risicovolle inrichtingen drempelwaardentabel dan wordt het bedrijf aangemerkt als een risicovolle inrichting. Een aantal typen risicovolle inrichtingen valt onder de werkingssfeer van het Bevi: de Bevi-bedrijven. De zwaarste typen risicovolle inrichtingen vallen onder de werkingssfeer van het BRZO. Zo worden propaantanks vanaf 3 m 3 inhoud gezien als risicovol. Vanaf 13 m 3 inhoud vallen ze ook onder de werkingssfeer van het Bevi en vanaf 50 ton inhoud onder de werkingssfeer van het BRZO. In het Bevi zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Bevi verplicht het bevoegde gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Wet ruimtelijke ordening (Wro) in deze de gemeente afstand te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. Het Bevi heeft als doel zowel individuele als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Bij nieuwe situaties moet worden getoetst aan de risiconormen. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico en regels voor het groepsrisico. De Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) strekt tot uitvoering van het Bevi. In de regeling staan regels over de veiligheidsafstanden en berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het Bevi is van toepassing op vergunningsplichtige risicovolle bedrijven en de nabijgelegen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat wordt verstaan onder risicovolle bedrijven. Conform het Bevi, wordt een nieuw ruimtelijk besluit gezien als een nieuwe situatie. Pagina 27 van 47

28 5.2. Stationaire risicobronnen binnen gemeente Werkendam Er is een inventarisatie uitgevoerd naar bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van het Bevi. Hiervoor is het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS) en de professionele risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat er 6 Bevi-inrichtingen zijn gelegen binnen de gemeente Werkendam. Figuur 4 Uitsnede risicokaart gemeente Werkendam. Naast de 6 Bevi-inrichtingen is er ook nog een aantal overige risicovolle inrichtingen in de gemeente Werkendam aanwezig. Inrichting Adres Categorie PR 10-6 A. Kieboom en Zn B.V Biesboschhaven Zuid 30A Werkendam Benzinestation Ekelschot Dussen B.V. Esso Adr. De Keizer beheer B.V. [m] LPG Vulpunt: 110 Reservoir: 25 Afleverzuil: 15 De Sluis 4 Dussen LPG Vulpunt: 110 Reservoir: 25 Afleverzuil: 15 Rijksweg A27 Oostzijde Hank LPG Vulpunt: 110 Reservoir: 25 Afleverzuil: Evides waterbedrijf Petrusplaat 1 Werkendam Propaan Niet ingevoerd 265 Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V. Rijksweg A27 Westzijde Hank LPG Vulpunt: 110 Reservoir: 25 Afleverzuil: Tamoil tankstation Nieuwendijk Tabel 2 BEVI- inrichtingen Dijkje 20 Nieuwendijk LPG Vulpunt: 45 Reservoir: 25 Afleverzuil: Invloedsgebied [m] De overige risicovolle inrichtingen betreffen agrariërs en recreatie-inrichtingen met een propaantank van 3 m 3 of groter, zwembaden en kunststofverwerkers. Pagina 28 van 47

29 Propaantanks van deze omvang dienen volgens de Regeling provinciale risicokaart te worden opgenomen in het RRGS. Op propaantanks tot 13 m 3 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) van toepassing. In het Activiteitenbesluit worden geen risicocontouren voor propaantanks aangegeven, maar veiligheidsafstanden die (ongeacht de planologische situatie) in acht genomen dienen te worden. Afhankelijk van de grootte van de tank is deze veiligheidsafstand 10 of 15 meter. Daarnaast zijn er nog een aantal inrichtingen met een opslag onder de kg gevaarlijke stoffen in een PGS-loods. Deze dienen op grond van de hoeveelheid wel opgenomen te worden in het RRGS maar vallen echter niet onder het BEVI. Met betrekking tot de ingevoerde LPG-stations kan het volgende worden geconcludeerd. Vergunde doorzetten zijn maatgevend voor de PR contour. Bij het nemen van een Wro-besluit is sprake van een nieuwe situatie ook al wordt een feitelijke reeds bestaande situatie opnieuw vastgesteld in een bestemmingsplan. Naast nieuwe situaties zijn er bestaande situaties, waarin geen ruimtelijk besluit of milieu besluit wordt genomen. Het onderscheid tussen nieuwe en bestaande situaties speelt bij LPGtankstations een rol, in die zin dat bestaande situaties worden getoetst aan de afstanden uit tabel 2a van bijlage 1 van de Revi en dat nieuwe situaties moeten voldoen aan de grotere afstanden uit tabel 1 van bijlage 1 van de Revi. Bij de definitieve toetsing ten behoeve van een omgevingsbesluit wordt opgemerkt dat I&M heeft aangegeven dat het niet wenselijk is dat door het vaststellen van bestemmingsplannen nieuwe saneringssituaties ontstaan. I&M heeft dan ook geadviseerd om bij het vaststellen van een conserverend bestemmingsplan, waarbij binnen 110 meter vanaf het vulpunt van een LPG tankstation geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, de bestaande situatie positief te bestemmen, mits de afstanden tussen LPG-tankstation en een kwetsbaar object groter zijn dan de afstanden uit tabel 2 en 2a van bijlage 1 van de Revi. Artikel 2, vijfde lid van de Revi beoogt een oplossing te bieden voor de vaststelling van bestemmingsplannen die voorzien in het conserverend bestemmen van bestaande kwetsbare objecten. Het convenant LPG-autogas heeft de LPG sector ertoe verplicht ervoor zorg te dragen dat in 2010 alle LPG-autogastankauto s zijn voorzien van een hittewerende isolatie en dat wordt gewerkt met verbeterde vulslangen. Het toepassen van deze maatregelen zal juridisch worden verankerd. De benodigde maatregelen/wijzigingen zullen in 2012 in werking treden, en zal bijlage 1 bij de Revi dan zodanig worden aangepast, dat de afstanden uit tabel 2a ook gelden voor nieuwe situaties. Voor zwembaden hoeft geen PR-contour opgenomen te worden. Vanwege de hoeveelheid opslag van chloorbleekloog is opname van een zwembad in het RRGS wel verplicht gesteld. Bij een calamiteit kan een toxische wolk ontstaan. Vanuit het Bevi zijn voor een zwembad geen verplichting opgenomen en behoeft dus geen wettelijke toets plaats te vinden. Tot slot zijn binnen de gemeente Werkendam een viertal inrichtingen gelegen waar opslag van gevaarlijke stoffen plaats vindt. Opgemerkt is dat niet alle gegevens binnen de RRGS waren ingevoerd. Het betreft de volgende inrichtingen: Evides aan de Petrusplaat 1 te Werkendam; Maropol aan de Velsenstraat 2 te Werkendam; Polyproducts aan de Bruningsstraat 6 te Werkendam; Adagro aan De Sluis 12 te Dussen. Het betreft tevens 1 inrichting met brandbare stoffen, namelijk L. Kieboom aan de Biesboschhaven Zuid 20 te Werkendam. Bevi-inrichtingen bij naastgelegen gemeenten. Ten zuiden van de gemeente ligt de gemeente Geertruidenberg aan de noordzijde de gemeente Gorinchem en aan de noordwest zijde de gemeente Dordrecht. Er is zowel een inrichting van de gemeente Geertruidenberg als de gemeente Gorinchem waarvan invloedsgebieden over het grondgebied zijn gelegen van de gemeente Werkendam. Indien de gemeente Werkendam een WRObesluit dient te nemen waarbij het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van deze Pagina 29 van 47

30 inrichtingen dient getoetst te worden aan het Bevi. Inrichtingen die buiten de gemeente Werkendam zijn gelegen en waarvan het invloedsgebied wel is gelegen binnen de gemeente: - Essent Energie Productie BV te Geertruidenberg. - Promelca Dairy Foods BV te Gorinchem. Windturbines Windturbines vallen niet onder de categorieën van inrichtingen waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is. De risico s kunnen wel op een vergelijkbare wijze worden getoetst. Voor de risico s van windturbines is het Handboek Risicozonering Windturbines (juli 2002) opgesteld. Het Handboek is van toepassing op windturbines met een rotoroppervlak van 40m 2 of meer. Hoewel windturbines geen risicovolle inrichtingen zijn in relatie tot de omgang met gevaarlijke stoffen, wordt er soms voor gekozen om ze tot het taakveld externe veiligheid te rekenen omdat zij een potentieel risico vormen voor de omgeving. Binnen de gemeente zijn geen windturbines (volgens opgave gemeente) aanwezig en er zijn ook geen plannen tot realisatie van deze installaties, binnen afzienbare tijd. Pagina 30 van 47

31 5.3. Transportmodaliteiten Voor ruimtelijke plannen zijn spoorwegen, vaarwegen en autowegen risicorelevant als er binnen een zone van 200 meter vanaf de transportas een ontwikkeling gepland wordt. Beoordeling van de risico s veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, water en weg dient plaats te vinden aan de hand van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen uit 2004 en de wijziging daarop van 1 augustus 2008 en 1 januari 2010, waarin grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en richtlijnen voor de toepassing van de rekenmethodiek en de verantwoording van het groepsrisico zijn opgenomen. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen langs wegen en vaarwegen die deel uitmaken van het Basisnet Weg of Basisnet Water kan de berekening van het plaatsgebonden risico achterwege blijven. Bij Basisnet Weg gelden bijvoorbeeld de afstanden die in bijlage 5 van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, 1 januari 2010 zijn opgenomen. Op deze afstanden mag het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen niet meer bedragen dan 10-6 per jaar. Voor de situaties waarin de afstand 0 is vermeld, betekent dit dat het plaatsgebonden risico vanwege dat vervoer op het midden van de weg niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar. Langs bepaalde (spoor)wegen moeten gemeenten in de toekomst rekening gaan houden met de effecten van een ongeval met brandbare vloeistoffen. Over die (spoor)wegen worden veel brandbare vloeistoffen vervoerd (o.a. benzine, diesel). Bij een ongeval kan zo n stof uit een tankwagen of tankwagon vrijkomen en in brand vliegen (plasbrand). Dat kan in een zone tot zo n 30 meter langs de spoorbaan of weg tot slachtoffers leiden. Deze zone is daarom aangeduid als Plasbrand Aandachtsgebied (PAG). Voor waterwegen kan overigens ook een PAG gaan gelden. Bij bouwplannen binnen een PAG moet de gemeente gaan beargumenteren waarom op deze locatie wordt gebouwd. Nog onderzocht wordt hoe de gemeente in deze gebieden aanvullende bouwkundige maatregelen kan voorschrijven. Bouwplannen binnen 30 meter van een (spoor)wegen zullen daarom aan generieke bouwkundige voorschriften moeten gaan voldoen. In het toekomstige Btev (Besluit transportroutes externe veiligheid) zal worden beschreven aan welke voorwaarden het bouwen in een PAG moet voldoen. Indien binnen het invloedsgebied nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien en er een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico of een significante stijging van het groepsrisico optreedt, dient bij de vaststelling van het ruimtelijke besluit, het groepsrisico te worden verantwoord. Ten aanzien van de verantwoording dient niet alleen het invloedsgebied van de maatgevende vervoersklasse (GF3) voor het groepsrisico te worden beschouwd, maar ook het maximale invloedsgebied dat wordt gegenereerd door overige stoffen die over het wegvak worden vervoerd. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder meer de externe veiligheidsaspecten van buisleidingen. Het externe veiligheidsbeleid voor buisleidingen is daarmee in lijn gebracht met het beleid voor inrichtingen en voor vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor. Verantwoording van het groepsrisico is noodzakelijk als een plangebied een (beperkt) kwetsbaar object toelaat binnen het invloedsgebied van een buisleiding. In bepaalde gevallen, zoals beschreven in het Bevb en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb), kan volstaan worden met een beperkte verantwoording van het groepsrisico. Voor de gemeente Werkendam is de aanwezigheid van deze risico s voor de ruimtelijke planvorming niet nieuw. Wel is het zo dat met de komst van een aantal wijzigingen in vervoerswet- en regelgeving explicieter met de effecten rekening gehouden dient te worden. Door een wijziging in de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (CRNVGS), van 1 januari 2010, dient nu ook het maximale invloedsgebied (1% letaliteit) van bijvoorbeeld een rijksweg in de ruimtelijke besluitvorming te worden betrokken. Voor de Rijksweg A27 reikt dit gebied tot wel 5 km van de as van de weg (transport van zeer toxische gassen zoals chloor). Meer relevant is uit te gaan van een minder toxische stof zoals bijvoorbeeld ammoniak. Een incident met dergelijke stoffen leidt tot een invloedsgebied van ca meter. Dat betekent dat tot op die afstand een afweging/verantwoording van het groepsrisico voor ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden opgesteld. Binnen deze rapportage is getracht hier meer helderheid in te scheppen en beleidslijnen in te zetten om deze verplichtingen meer werkbaar te maken voor de gemeente. Pagina 31 van 47

32 Vaarwegen Binnen de gemeente Werkendam zijn tal van vaarwegen aanwezig of mogelijke invloedsgebieden van vaarwegen die nabij de gemeentegrens zijn gelegen, namelijk: 1. Noordergat van de Vissen 2. Nieuwe Merwede 3. Gat van Van Kampen 4. Stuwkanaal Sambeek 5. Bergse Maas 6. Steurgat 7. Spijkerboor 8. Boven Merwede Figuur 5 Vaarwegen binnen gemeenten Werkendam. Zowel over de Nieuwe Merwede als over de Boven Merwede vindt over het algemeen beperkte mate van vervoer met gevaarlijke stoffen plaats. Van deze 8 vaarwegen is zowel de Nieuwe Merwede als de Boven Merwede genoemd in bijlage 6 van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Beide staan aangegeven als zwarte vaarwegen welke alleen wordt gebruikt voor binnenvaartschepen. Bij deze vaarwegen is er, met name uit pragmatische overwegingen, voor gekozen om lijnen vast te stellen die vrijwel overeenkomen met de rand van de vaarweg. Deze gelden als risicolijn waar het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over die vaarweg niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar. Tussen deze risicolijnen is bebouwing in beginsel niet toegestaan. De beoordeling en verantwoording van het groepsrisico, bedoeld in paragraaf 4.3 van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is bij de vaststelling van een bestemmingsplan van toepassing. In het Definitief ontwerp basisnet water is aangegeven dat bij een bevolkingsdichtheid beneden de 1500 pers/ha dubbelzijdig en 2250 pers/ha enkelzijdige bebouwing een berekening van het groepsrisico niet verplicht is. Proefberekeningen hebben aangetoond dat in die gevallen het GR beneden 0,1 x de oriënterende waarde (OW) ligt. Deze bevolkingsdichtheden zijn zeer hoog en zullen mogelijk in dat gebied niet worden gehaald. De Bergse Maas is in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen aangegeven als groene vaarweg. Dit betekent dat er geen relevant vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt waardoor er geen PR-contouren aanwezig zijn. Ook het groepsrisico is bij deze vaarweg geen beperkende factor. Pagina 32 van 47

33 Rijkswegen, provinciale wegen, gemeentelijke wegen Binnen de gemeente Werkendam is de Rijksweg A27 gelegen. De A27 heeft een invloedsgebied. Overeenkomstig de huidige regelgeving dienen plannen die binnen een afstand van 200 meter van een rijksweg zijn gelegen te worden getoetst. Heeft een weg een veiligheidszone (lees PR 10-6 contour) dan mogen binnen de zone geen (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd. Indien de weg een plasbrand-aandachtsgebied heeft dan dienen plannen met geprojecteerde bouwwerken die binnen deze afstand worden gerealiseerd te worden verantwoord. Het groepsrisico wordt berekend vanaf de bron (weg) tot het maatgevende invloedsgebied (wordt gegenereerd door transport van LPG/propaan ofwel GF3). Betreffende invloedsgebied (1% letaliteit) ligt op ca. 230 meter. Gemakshalve wordt een afstand van 200 m vanaf het hart van de weg aangehouden, waarbinnen het groepsrisico(stijging) voor ruimtelijke ontwikkelingen bepaald moet worden (CRNVGS). Het GR dient berekend te worden op basis van het huidige vervoer en op basis van het plafondscenario. Randvoorwaarden met betrekking tot de verantwoording van het GR worden met het basisnet duidelijk omschreven. Is het GR lager dan 0.1 maal de OW voor het GR dan hoeft het GR niet te worden verantwoord. Indien de toename van het GR beperkt blijft tot 10 % en het GR onder de OW is gelegen dan hoeft het GR niet te worden verantwoord. In de overige gevallen is een verantwoording van het GR wel noodzakelijk. Figuur 6 Zones langs de rijksweg. In figuur 6 is in één plaatje het principe van de veiligheidszone (VZ), het plasbrandaandachtgebied (PAG) en het gebied voor de input van de GR-berekening weergegeven. Ter verduidelijking: een en ander geldt ook voor de andere kant van de weg. Het PAG wordt opgemeten vanuit de rechterrand van de rechterrijstrook, de veiligheidszone vanuit het midden van de weg De rijksweg A27 maakt deel uit van het Basisnet Weg. Op basis van bijlage 5 van de Circulaire blijkt dat er voor het traject binnen de gemeente Werkendam sprake is van een veiligheidszone (PR 10-6 ). Pagina 33 van 47

34 Deze zone wordt vanuit de middenberm gemeten. Vanwege de breedte van de weg zal deze zone zich niet buiten de weg bevinden. Traject A27 GF3 VZ PAG [aantal] [m] [m] B41: A27: Afrit 24 (Avelingen) Knp. Hooipolder Ja Tabel 3 Gegevens toekomstig vervoer trajecten (Basisnet weg) In het Btev (Besluit transportroutes externe veiligheid) zal de systematiek met betrekking tot het Plasbrand-aandachtsgebied (PAG) worden opgenomen. Voor de A27 zal sprake zijn van een PAG-zone. Indien binnen deze PAG-zone (30 meter) gebouwd gaat worden, moet dit worden beargumenteerd. Deze argumentatie dient in samenhang te zijn met mogelijkheden tot bestrijdbaarheid van een plasbrand, eventueel in combinatie met maatregelen aan het gebouw. Naast deze maatgevende stof LPG en het invloedsgebied dat dit transport genereert, worden er ook toxische stoffen over de rijksweg vervoerd. Deze genereren een veel groter invloedsgebied (ammoniak bijv m). Dit betekend dat de effecten tot 1500 meter kunnen reiken. Bij het verantwoorden van het groepsrisico zal hiermee rekening moeten worden gehouden. De Veiligheidsregio (regionale brandweer) zal hierover advies uitbrengen. Zoals eerder aangegeven is in de laatste wijziging van de CRNVGS (januari 2010) bepaald dat ook rekening dient te worden gehouden met het maximale invloedsgebied. Uit de tabellen van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen blijkt dat het GR als gevolg van de A27 in de gemeente Werkendam niet hoger is dan 10% van de oriënterende waarde (OW) voor het GR. Met behulp van het rekenprogramma RBM-II is het GR als gevolg van de A27 gedetailleerder bepaald. De berekening is opgenomen in bijlage 5. Naar aanleiding van de berekening kan worden geconcludeerd dat het hoogste GR als gevolg van transport over de A27 is gelegen ter hoogte van Hank en restaurant Napoleon. Het GR bedraagt ter plaatse 0,025 x OW. Het GR blijft dus onder de OW en bedraagt niet meer dan 10% van de OW Provinciale wegen en gemeentelijke wegen In 2008 is in opdracht van de gemeente Werkendam (door de Provincie Noord-Brabant, Royal Haskoning en de RMD) een inventarisatie met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over gemeentelijke wegen uitgevoerd (rapportage Gemeente Werkendam Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen d.d. 14 maart 2008). Uit deze inventarisatie blijkt dat er binnen de gemeente Werkendam op basis van de geïnventariseerde totale transportstromen en transportfrequenties geen sprake is van een benadering van de grenswaarde van het plaatsgebonden risico (10-6 /jaar). Hierbij is ook rekening gehouden met transitoverkeer over de N322 en N283. Voor het groepsrisico kan, op basis van toepassing van de vuistregels, sprake zijn van een aantal aandachtspunten waarbij mogelijk een overschrijding van de oriënterende waarde op kan treden. Op de N283 langs de kern Dussen is plaatselijk sprake van ruim 150 transporten GF3 (brandbare gassen). Bij een dubbelzijdige bebouwing van een 80 km/uur-weg is mogelijk een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico bij 40 personen per hectare. Indien rekening gehouden wordt met transitoverkeer vanuit de gemeente Aalburg is mogelijk een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico bij 30 à 40 personen per hectare. Daarnaast is op de Den Dekkerweg langs de kern Werkendam plaatselijk sprake van ruim 200 transporten GF3. Bij een dubbelzijdige bebouwing van een 80 km/uur-weg (ter hoogte van het industrieterrein Bruine Kilhaven) is mogelijk een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico bij 40 personen per hectare. Pagina 34 van 47

35 Zowel de vuistregels als de inventarisatie zijn globale benaderingen en geven slechts een indicatie van het risico. Een berekening met RBMII, op basis van een nauwkeurige modellering van de omgeving en de transportstromen, geeft een beter beeld. Hierbij dienen ook de aard en de ligging van grotere (kwetsbare) objecten zoals scholen, ziekenhuizen en grotere kantoren betrokken te worden. Het maximale invloedsgebied betreft hier ook het maatgevende, daar over de provinciale wegen enkel (zeer)brandbare vloeistoffen en brandbaar gas worden getransporteerd. Binnen een afstand van 230 meter van de as van de weg dienen ruimtelijke ontwikkelingen te worden getoetst op de invloed op het groepsrisico dat wordt veroorzaakt door de provinciale wegen. Tot op ca. 230 meter dient rekening te worden gehouden met de effecten van een Bleve (Boiling Liquified evaporating vapour explosion). Op grond van de CRNVGS dient voor ontwikkelingen binnen 200 meter van een weg waarover een (significant) transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, het groepsrisico te worden bepaald en verantwoord. N322 A27 N283 Figuur 7 Rijksweg en provinciale wegen Spoorwegen Binnen de gemeente Werkendam is geen spoorlijn aanwezig. Daarnaast is mogelijk wel een invloedsgebied van buiten de gemeente gelegen spoorlijn gelegen binnen de gemeentegrenzen van Werkendam. Dit aspect kan mogelijk relevant zijn. Het betreft de Betuwelijn die is gelegen op een afstand van 1700 meter. Een van de ontwerpeisen van het Basisnet Spoor is om het vervoer van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk over de Betuweroute af te wikkelen. De Rijksoverheid is dus bezig met de vaststelling van het Basisnet Spoor. Het plaatsgebonden risico van de Betuwelijn is niet gelegen binnen de gemeente Werkendam. Toch dienen gemeenten langs bepaalde spoorwegen (in de toekomst) rekening te houden met de effecten van een ongeval met brandbare en toxische vloeistoffen. Bij een ongeval kan zo n stof uit de tankwagon vrijkomen en in brand vliegen (plasbrand). Dat kan in een zone tot zo n 30 meter langs de baan tot slachtoffers leiden. Deze zone is daarom aangeduid als Plasbrand Aandachtsgebied (PAG). Bij bouwplannen binnen een PAG moet de gemeente beargumenteren waarom op deze locatie wordt gebouwd. De PAG zone is niet gelegen binnen de gemeentegrenzen van Werkendam. De gemeente Werkendam is gelegen op een afstand van ca meter van de Betuwelijn. Dit betekent dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor voor deze ruimtelijke ontwikkeling niet Pagina 35 van 47

36 risicorelevant is. Dat wil zeggen dat risicoberekeningen niet nodig zijn en dat een verantwoording van het groepsrisico niet aan de orde is. In de Handreiking Verantwoording brandweeradvies externe veiligheid is aangegeven dat een toxische wolk van fluorwaterstof tot 2500 meter kan reiken. Het effectgebied van toxische stoffen is dan wel gelegen binnen de gemeente Werkendam. Indien binnen dit effectgebied een ruimtelijke plan wordt gerealiseerd dient op basis van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, 1 januari 2010, de Veiligheidsregio in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen over de planning en invulling van eventueel te nemen veiligheidsverhogende maatregelen binnen het te realiseren plangebied Buisleidingen Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder meer de externe veiligheidsaspecten van buisleidingen. Het Bevb sluit aan bij het Bevi en gaat uit van PR en GR. Binnen de PR 10-6 mogen zich geen kwetsbare objecten bevinden en binnen het invloedsgebied of inventarisatieafstand dient het GR (berekend en) verantwoord te worden. De eigenschappen van een buisleiding zijn van invloed op de risico s die een buisleiding veroorzaakt voor de omgeving. Uit de inventarisatie vanaf de professionele risicokaart blijkt dat een hogedruk aardgasleiding is gelegen in de gemeente Werkendam, te weten: Buisleiding doorsnee (inch) Naam Leiding Invloeds- Gebied [m] 100% letaliteit [m] Druk (bar) Gasunie leiding (6.26) Z Tabel 4 Gegevens van de buisleidingen binnen de gemeente Werkendam o.b.v. de risicokaart. Om het plaatsgebonden risico en het groepsrisico inzichtelijk te maken van deze hogedruk aardgasleiding is een risicoberekening met het rekenprogramma CAROLA uitgevoerd met de aangeleverde leidingdata van de Gasunie. Naar aanleiding van de uitgevoerde berekening (opgenomen in bijlage 6) is geconstateerd dat er geen PR 10-6 aanwezig is. Daarnaast is het groepsrisico berekend. Naar aanleiding van deze berekening is geconstateerd dat het groepsrisico zeer klein is. Er kan zelfs gesteld worden dat er geen groepsrisico aanwezig is. Een hogedrukaardgasleiding heeft naast een mogelijke PR en GR een belemmeringenstrook (ten behoeve van het onderhoud van de buisleiding). Deze dient in het bestemmingsplan te worden aangegeven. De belemmeringenstrook bedraagt tenminste 5 meter aan weerszijde van een buisleiding, gemeten vanuit het hart van de buisleiding. Binnen deze belemmeringenstrook mag niet gebouwd worden (art.14 lid 2) tenzij in overeenstemming met de leidingexploitant. Bij het vastleggen van een bestemmingsplan gelegen binnen het invloedsgebied van de buisleiding wordt het GR verantwoord. Pagina 36 van 47

37 Hogedruk aardgasleiding Figuur 8 Hogedruk aardgasleiding. In het Bevb is vastgelegd dat gemeenten hun bestemmingsplannen in overeenstemming moeten brengen met de nieuwe regelgeving. Dit dient te gebeuren binnen 5 jaar nadat het Besluit in werking is getreden. Dit betreft de volgende aanpassingen: - Vastleggen van de ligging van de buisleiding. - Vastleggen van de ligging van de belemmeringenstrook. Binnen de belemmeringenstrook mag geen bebouwing worden gerealiseerd (kwetsbaar of niet kwetsbaar). Een uitzondering geldt voor bouwwerken die noodzakelijk zijn voor gebruik, onderhoud en beheer van de leiding. De breedte van deze strook bedraagt 4 of 5 meter. - Uitsluiten dat binnen de PR 10-6 contouren kwetsbare objecten kunnen komen (uit de CAROLA berekening is geconcludeerd dat er geen PR aanwezig is). De aanwezigheid van beperkt kwetsbare objecten binnen de contour moet gemotiveerd worden. Als de gemeente toch woningen of andere kwetsbare objecten wil bouwen op een plek waar nu nog een risicocontour rust, dan zal de gemeente het initiatief moeten nemen om in overleg met de exploitant de contour te verkleinen. Voor het groepsrisico geldt de verantwoordingsplicht zoals we die ook bij het Bevi kennen. Bij buisleidingen geldt een onderscheid tussen een uitgebreide en een beperkte verantwoordingsplicht. Bij ruimtelijke ontwikkelingen tussen de 100% letaliteitgrens en de 1% letaliteitgrens kan volstaan worden met een beperkte verantwoording. In verband met de bescherming en het beheer van de leiding, wordt de belemmeringenstrook bestemd in het bestemmingsplan Buitengebied. De belemmeringenstrook bedraagt tenminste 5 meter aan weerszijde van een leiding, gemeten vanuit het hart van de buisleiding. Binnen deze afstand is in beginsel geen bebouwing toegestaan. Pagina 37 van 47

38 Pagina 38 van 47

39 6. Beleidsvisie EV gemeente Werkendam Het bieden van een veilige leefomgeving voor de burgers is een van de kerntaken van de overheid. Ook de gemeente Werkendam draagt een belangrijke verantwoordelijkheid bij de omgang met externe veiligheid. Om die verantwoordelijkheid op een weloverwogen wijze in te vullen heeft de gemeente Werkendam een visie ontwikkeld op externe veiligheid binnen de gemeentegrenzen. Deze visie wordt begrensd door wettelijke kaders Stationaire zones en invloedsgebieden Voor een goed begrip van de hierna beschreven ambities worden eerst enkele gehanteerde begrippen toegelicht. In het voorgaande hoofdstuk hebben we kunnen lezen dat de gemeente Werkendam 29 inrichtingen heeft ingevoerd in het RRGS. Het betreft 5 LPG tankstations, 1 GOS-station, 15 propaantanks < 13 m 3, 1 propaantank > 13 m 3, 2 zwembaden en 4 inrichtingen met opslagen met gevaarlijke stoffen of brandbare stoffen. Van deze inrichtingen vallen er 5 onder het Bevi. De inrichtingen hebben elk al dan niet wettelijke contouren. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risicocontour is een wettelijke vastgestelde contour waarbinnen geen kwetsbare objecten aanwezig mogen zijn (opgericht mogen worden). Figuur 9 Gebieden uit de risicokaart In bovenstaande figuur worden met stippellijnen de PR-contouren aangegeven. De paars doorgetrokken contour is het wettelijk vastgelegde invloedsgebied. De donkerroze contour is de effectafstand (1% en 100 %). Ambitie binnen PR-contour (wettelijk) Geen kwetsbare objecten binnen de PR contour van een Bevi-inrichting. Geen nieuwe beperkte kwetsbare objecten binnen de PR contour van een Bevi-inrichting tenzij er gemotiveerde redenen zijn om van de richtwaarde af te wijken. Voorwaarden waaronder van de richtwaarde mag worden afgeweken kunnen door de gemeente in de voorschriften van het bestemmingsplan worden opgenomen. Pagina 39 van 47

40 Inrichtingen/Objecten Nieuwe BEVI bedrijven Bestaande overige risicovolle bedrijven Nieuwe overige risicovolle bedrijven Beleid binnen PR-contour Toestaan. Toestaan. Niet toestaan, tenzij gemotiveerd. Bestaande kwetsbare objecten Wettelijk niet toegestaan binnen PR10-6. N.v.t. binnen Werkendam. Nieuwe kwetsbare objecten Wettelijk niet toegestaan binnen PR10-6. Bestaande beperkt kwetsbare objecten Wettelijk toegestaan binnen PR=10-6. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten Wettelijk niet toegestaan binnen PR=10-6, tenzij gemotiveerd. Tabel 5 Ambities binnen PR-contouren. Groepsrisico en invloedsgebied Omdat het groepsrisico mede bepaald wordt door het aantal mensen dat zich in de nabijheid van de bron bevindt is het belangrijk om te beseffen dat een toename van de personendichtheid zal leiden tot een toename van het groepsrisico. In aanvulling op de wettelijke eisen hanteert de gemeente voor het gebiedstype rondom (binnen het invloedsgebied) een stationaire risicobron het volgende ambitieniveau voor het groepsrisico. - Overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR wordt niet geaccepteerd. - Binnen het invloedsgebied van risicobronnen worden geen nieuwe kwetsbare objecten met verminderd zelfredzame personen toegelaten worden tenzij er sprake is van zwaarwegende belangen. In de bestaande situatie bevinden zich geen objecten met verminderd zelfredzame personen binnen het invloedsgebied van risicobronnen Transportzones Deze transportzone is weer onder te verdelen in een drietal gebieden. Dit is inzichtelijk gemaakt op onderstaande uitsnede van de risicokaart. III II I Figuur 10 Voorbeeld transportzone rond een hogedruk-aardgastransportleiding. Pagina 40 van 47

41 Figuur 11 Situatie hogedruk-aardgasleiding binnen de gemeente Werkendam. Gebied I wordt begrensd door de zwarte (onderbroken) lijnen oftewel de PR10-6 -contouren. Gebied II betreft het gebied vanaf de PR10-6 -contouren tot de uiterste grens van het rood gearceerde gebied (1%-letaliteit). Gebied III kan worden gezien als het gebied tussen de 1% letaliteitszone en de zone waar nog effecten bij een incident met de transportmodaliteit waar te nemen zijn. Voor gebied III wordt gemakshalve 700 meter aangehouden. Dit hangt nauw samen met soort stof, diameter en druk. Voor de zone-indeling kan de risicokaart worden gehanteerd. Ten aanzien van de hogedrukaardgasleiding, welke binnen de gemeente Werkendam is gelegen, is maar 1 gebied aanwezig, namelijk gebied II. Voor de rijksweg A27 en de provinciale wegen kan dezelfde gebiedsindeling worden gehanteerd. Hierbij kan echter gebruik worden gemaakt van de volgende standaardindeling. Figuur 12 Transportzone rond Rijksweg A27 Pagina 41 van 47

42 Gebied: Omvang: (vanaf rand modaliteit) Begrenzing zone langs transportas. I 0 12 meter II meter III meter Tabel 6 Omvang transportzones De zones zijn ontleend aan het eindvoorstel Basisnet weg en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (gewijzigde versie 1 januari 2010). Binnen zone I gelden beperkingen vanuit het Basisnet. Voor de Rijksweg A27 geldt ter hoogte van de gemeente een veiligheidszone (max. PR contour) van 12 meter en een plasbrandaandachtsgebied van 30 m wat aanwezig is. Zone II wordt gevormd door de verplichting vanuit de Circulaire (vanaf 2011 het Besluit transportroutes externe veiligheid) om binnen 200 meter van een weg (waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd) het groepsrisico te verantwoorden. Zone III wordt gevormd door het gebied vanaf 200 meter tot het maximale invloedsgebied (max. 1% letaliteit). Hiervoor is een maximaal invloedsgebied aangenomen van meter. Dit geldt voor een toxisch scenario (met bijvoorbeeld ammoniak). Er zijn grotere invloedsgebieden denkbaar, maar meter is aangehouden op basis van meest voorkomende scenario s. De kans op een calamiteit met toxische stoffen is zeer klein, maar aanwezig. Schuilen is dan het beste handelingsperspectief ten aanzien van zelfredzaamheid. Personen dienen dan wel te beschikken over de juiste schuilmogelijkheid (mensen moeten naar binnen kunnen en ramen deuren kunnen sluiten c.q. ventilatiesystemen uit kunnen schakelen). Deze regel is binnen de zone (1.500 m) van de rijksweg A27 van toepassing. Hierop dient risicocommunicatie te worden afgestemd. Het uitschakelen van ventilatiesystemen is niet wettelijk afdwingbaar. Het Rijk zal hiervoor het Bouwbesluit aanpassen. Ambities Transportzones Binnen de gemeentegrenzen liggen een aantal belangrijke transportmodaliteiten, welke omvangrijke invloedsgebieden en effecten generen. Ter voorbereiding van een kader voor de verantwoording van het groepsrisico, zijn ambities voor de transportzones rondom de Rijksweg A27, provinciale wegen, de de hogedrukaardgastransportleiding en de waterwegen opgesteld. Dit om duidelijkheid te verschaffen voor o.a. ruimtelijke planvorming, rondom deze modaliteiten. De ambities voor buisleidingen en transport over de weg zijn iets verschillend. Dit heeft te maken dat de gebiedsindeling binnen de transportzones voor de buisleidingen fluctueren en voor de transportzones rondom de autowegen vaste afstanden betreffen. Pagina 42 van 47

43 Gebied: Omvang: (vanaf midden hogedrukaardgasleiding) Ambities: I 0 PR10-6 (m) (N.v.t. bij gemeente Werkendam) - Bestaande kwetsbare objecten worden gesaneerd (of PR-contour wordt gereduceerd). - Geen kwetsbare objecten toestaan. - Nieuwe beperkt kwetsbare objecten onder voorwaarden/gemotiveerd (bestrijdbaarheid & zelfredzaamheid). II 0 1% letaliteit - Terughoudende omgang met objecten voor verminderd zelfredzame personen. - Voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze zone dient een kwantitatieve verantwoording voor het groepsrisico te worden uitgevoerd. - Ruimtelijke plannen onderzoeken op noodzaak tot maatwerk. III 1% letaliteit 700 meter (gas) Tabel 7 Ambities zones rond buisleidingen - Voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze zone dient een kwalitatieve verantwoording van de risico s te worden opgesteld. - Aanvullende eisen ten aanzien van bestrijd baarheid en zelfredzaamheid zijn afdwingbaar. Voor de mate van kwetsbaarheid is een apart beleidskader opgesteld. Er is een groepsrisicoberekening voor de buisleiding (gehele traject door de gemeente) opgesteld. Er is inzicht in de hoogte van het groepsrisico en de mogelijkheden binnen het invloedsgebied. Dit kan dan worden verankerd in een nader te definiëren kader. Binnen deze rapportage wordt volstaan met het definiëren van de zones, waarbinnen het aspect externe veiligheid actief dient te worden meegenomen en de ambities binnen deze zones. De ambities voor zones rondom de A27 en de provinciale wegen zijn in onderstaande tabel weergegeven. Gebied: Omvang: (vanaf het midden van de weg) Ambities: I 0 12 meter (PR) 0 30 meter (PAG) - Geen nieuwe kwetsbare objecten. - Nieuwe beperkt kwetsbare objecten onder voorwaarden/gemotiveerd (bestrijdbaarheid & zelfredzaamheid). - Sanering bestaande kwetsbare objecten (of maatregelen om risicocontour te reduceren. II meter - Voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze zone dient een kwantitatieve verantwoording voor het groepsrisico te worden uitgevoerd. - Terughoudende omgang met objecten voor verminderd zelfredzame personen. - Ruimtelijke plannen onderzoeken op noodzaak tot maatwerk. III meter - Voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze zone dient een kwalitatieve verantwoording van de risico s te worden opgesteld. - Aanvullende eisen ten aanzien van bestrijd baarheid en zelfredzaamheid zijn afdwingbaar. Tabel 8 Ambities zones rond rijkswegen en provinciale wegen Pagina 43 van 47

44 In de toekomst zal met betrekking tot de A27 sprake zijn van een plasbrandaandachtsgebied (PAG) waardoor er sprake is van een PAG-zone van 30 meter. Bebouwing is dan middels een afwijkingsbevoegheid mogelijk. Indien de regelgeving inzake het PAG in werking treedt dient aan de generieke bouwkundige voorschriften te worden voldaan. Groepsrisico en invloedsgebied Randvoorwaarden met betrekking tot de verantwoording van het groepsrisico worden met het basisnet duidelijk omschreven. In aanvulling op de wettelijke eisen hanteert de gemeente voor het gebiedstype transportzone het volgende ambitieniveau voor het groepsrisico. - Overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR wordt niet geaccepteerd. - Is het GR bij ruimtelijke ontwikkelingen lager dan 0.1 maal de oriënterende waarde van het GR dan behoeft het GR niet verantwoord te worden. - Indien de toename van het GR beperkt blijft tot 10% en het GR onder de OW ligt, dan volstaat een beperkte verantwoording. - In de overige gevallen is een volledige verantwoording van het groepsrisico wel noodzakelijk. - Binnen zone II mogen geen nieuwe kwetsbare objecten worden opgericht met verminderd zelfredzame personen, tenzij er sprake is van zwaarwegende belangen. In de bestaande situatie bevinden zich geen objecten met verminderd zelfredzame personen binnen het invloedsgebied van risicobronnen. Tot slot hebben we nog te maken met transport van gevaarlijke stoffen over het water. Zowel de Nieuwe Merwede als de Boven Merwede is opgenomen in het Basisnet Water en is aangegeven als zwarte vaarweg wat inhoud dat alleen binnenvaart mogelijk is. De Bergsche Maas is aangegeven als groene vaarweg. Er is een Definitief ontwerp basisnet water opgesteld waarin berekeningen omtrent het PR en GR zijn uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek is in het definitieve ontwerp basisnet water voor zowel oude als nieuwe ontwikkelingen normen opgesteld. Gebied: Omvang: (vanaf het midden van de weg) Ambities: I 0 de oeverlijn (PR). - Geen nieuwe kwetsbare objecten binnen de waterlijnen. - Nieuwe beperkt kwetsbare objecten onder voorwaarden/gemotiveerd (richtwaarde). - Uitsterfbeleid voor aanwezige woonboten. II oeverlijn 25 meter (PAG) - Nieuwe kwetsbare objecten onder voorwaarde (terughoudend mee om gaan en onderbouwde hulpverlening en zelfredzaamheid of brandvertragende maatregelen toepassen). III oeverlijn meter Voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze zone dient een kwalitatieve verantwoording van de risico s te worden opgesteld indien bevolkingsdichtheid > 1500 pers/ha bij dubbelzijdige bebouwing of 2250 pers/ha bij enkelzijdige bebouwing. Tabel 9 Alleen van toepassing op de Nieuwe en Boven Merwede. Pagina 44 van 47

45 Figuur 13 afstanden van een waterweg. De Bergse Maas is een Basisnet opgenomen als een groene vaarweg. Dit betekent dat er geen PR contour aanwezig is en dat deze waarschijnlijk in de toekomst er ook niet zal komen. Ook is er geen plasbrandaandachtsgebied (PAG) en een verantwoording van het groepsrisico niet nodig (zowel voor bestaande als voor nieuwe ruimtelijke plannen). Pagina 45 van 47

AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID

AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID AUDITPLAN KWALITEITSCRITERIA EXTERNE VEILIGHEID Doel van de Audit Criteria Aandachtsgebieden Opzet van de audit o o o o o o o o o Uitvoering audit Opmerking:

Nadere informatie

Opstellen plan voor Brabantse samenwerking EV na 2010

Opstellen plan voor Brabantse samenwerking EV na 2010 Opstellen plan voor Brabantse samenwerking EV na 2010 Georganiseerde veiligheid contouren voor het borgen van externe veiligheid in beleid en uitvoering van gemeenten in Noord-Brabant Petra de Paauw projectleider

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Notitie bestuurlijke verklaring kwaliteitscriteria Externe Veiligheid gemeente Eindhoven

gemeente Eindhoven Notitie bestuurlijke verklaring kwaliteitscriteria Externe Veiligheid gemeente Eindhoven gemeente Eindhoven Notitie bestuurlijke verklaring kwaliteitscriteria Externe Veiligheid gemeente Eindhoven Voor het opstellen van de bestuurlijke verklaring Externe Veiligheid is gebruik gemaakt van de

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 11 december 2014. Onderwerp: Actualisatie Beleidsvisie Externe Veiligheid.

Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 11 december 2014. Onderwerp: Actualisatie Beleidsvisie Externe Veiligheid. Agendapunt : Voorstelnummer : Raadsvergadering : 11 december 2014 Naam opsteller : Lydia Schaefers Informatie op te vragen bij : L. Schaefers Portefeuillehouder(s) : Rob Zeeman Zaaknummer : BB14.00251

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Tynaarlo

Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Tynaarlo Externe Veiligheid Tynaarlo Inhoudsopgave 1 AANPAK/ UITVOERINGSPROGRAMMA 1 1.1 Benodigde maatregelen 1 1.1.1 Pro-actie 1 1.1.2 Preventie 4 1.1.3 Preparatie 4 1.1.4 Risicocommunicatie 6 1.1.5 Repressie

Nadere informatie

*15.0012085* 15.0012085

*15.0012085* 15.0012085 ADVIESNOTA AAN COMMISSIE RUIMTE Onderwerp en inhoud Adviesnota Postregistratienummer *15.0012085* 15.0012085 Vertrouwelijk Sector Afdeling Medewerk(st)er/tel Nee Grondgebiedzaken M. Smit 333 MS Gezien

Nadere informatie

Onderwerp : Gemeenschappelijke beleidsvisie externe veiligheid

Onderwerp : Gemeenschappelijke beleidsvisie externe veiligheid Zaaknummer : 155718 Raadsvergaderin : 12 januari 2016 agendapunt : g Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Gemeenschappelijke beleidsvisie externe veiligheid Collegevergadering : 23 november 2015 agendapunt

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting Beleidsnota Externe veiligheid

Bestuurlijke samenvatting Beleidsnota Externe veiligheid Bestuurlijke samenvatting Beleidsnota Externe veiligheid Hoe eerder hoe beter Externe veiligheid is voor velen een abstract en technisch begrip. Met deze samenvatting wordt op een toegankelijke wijze inzicht

Nadere informatie

Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen

Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen Boudewijn de Hoop Henk Tomassen Inhoud presentatie 1. Waar gaat het over bij Externe Veiligheid (EV)? 2. Toetsingskaders EV 3. Risicoprofiel

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Informatieavond Marcogas

Informatieavond Marcogas Informatieavond Marcogas Welkom Doel informatiebijeenkomst Introductie aanwezige partijen Ontwikkelingen Marcogas (Gemeente) Veiligheidsaspecten (Veiligheidsregio) Externe Veiligheid (Omgevingsdienst)

Nadere informatie

Beleidsvisie Externe Veiligheid Provincie Gelderland juli 2008

Beleidsvisie Externe Veiligheid Provincie Gelderland juli 2008 Beleidsvisie Externe Veiligheid Provincie Gelderland juli 2008 INHOUD 1 INLEIDING... 9 1.1 Aanleiding... 9 1.2 Waarom een beleidsvisie externe veiligheid?... 9 1.3 Inhoud en betekenis van de beleidsvisie...

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

Programma Brabant Veiliger

Programma Brabant Veiliger Programma Brabant Veiliger 2011-2014 Voorwoord De afgelopen 6 jaar hebben wij ons gericht op een kwaliteitsimpuls en een blijvende verbetering van beleid en uitvoering op het gebied van externe veiligheid

Nadere informatie

Aan burgemeester en wethouders ingekomen: JjjjSj ZÜ iö> reg.nr.: j 3.^,^> L>Li ï Datum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door:

Aan burgemeester en wethouders ingekomen: JjjjSj ZÜ iö> reg.nr.: j 3.^,^> L>Li ï Datum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: G K M E E N T K BnW/e Aan burgemeester en wethouders ingekomen: JjjjSj ZÜ iö> reg.nr.: j 3.^,^> L>Li ï atum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: 3 juni 2013 Grondgebied/VROM Wethouder

Nadere informatie

BELEIDSKADER EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE HILVARENBEEK

BELEIDSKADER EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE HILVARENBEEK BELEIDSKADER EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE HILVARENBEEK 2013-2014 Beleidsdocument Afdeling Beleid en Projecten Opgesteld door Greet Mertens Advies Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Datum Juli 2013

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu. .

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu.  . Provincie Noord-Brabant Inspectierapport EV-RO project interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht Taakuitvoering van de gemeente Asten > Onderzoek borging EV in gemeentelijke bestemmingsplannen Contactpersoon

Nadere informatie

Beleidsvisie Externe Veiligheid. Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu

Beleidsvisie Externe Veiligheid. Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu Beleidsvisie Externe Veiligheid Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu INHOUD BLZ SAMENVATTING 2 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Waarom een beleidsvisie externe veiligheid? 3 1.3 Inhoud en betekenis

Nadere informatie

Rapportage quickscan externe veiligheid

Rapportage quickscan externe veiligheid BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

gemeente werkendam -9 JUL 20K Aan de leden van de gemeenteraad Geachte leden van de gemeenteraad,

gemeente werkendam -9 JUL 20K Aan de leden van de gemeenteraad Geachte leden van de gemeenteraad, gemeente werkendam Aan de leden van de gemeenteraad Raadhuisplein 1 4251 VZ Werkendam Postbus 16 4250 DA Werkendam Telefoon: (0183) 50 72 00 Fax: (0183)50 73 00 E-mail: info@werkendam.nl onderwerp Evaluatie

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn

Nadere informatie

Uitvoeringsregel. Lezen U wilt graag voor subsidie in aanmerking komen. Leest u daarom eerst op de website www.noord-holland.nl:

Uitvoeringsregel. Lezen U wilt graag voor subsidie in aanmerking komen. Leest u daarom eerst op de website www.noord-holland.nl: Aanvraagformulier Uitvoeringsregel itvoeringsregeling ing Externe Veiligheid 2013 nr.12.0012711 Toelichting Lezen U wilt graag voor subsidie in aanmerking komen. Leest u daarom eerst op de website www.noord-holland.nl:

Nadere informatie

Externe Veiligheidsvisie

Externe Veiligheidsvisie Externe Veiligheidsvisie 1 december 2008 Presentatie Peter in t Veld, Beleidsmedewerker milieu Gemeente Spijkenisse Dinsdag 2 december 2008 2 Waarom deze presentatie? Meerdere gemeenten aan de slag met

Nadere informatie

Beleidsvisie Externe Veiligheid

Beleidsvisie Externe Veiligheid Beleidsvisie Externe Veiligheid Visie op risico's in Etten-Leur Gemeente Etten-Leur Juni 2008 Beleidsvisie Externe Veiligheid Visie op risico's in Etten-Leur dossier : B1343-01-001 registratienummer :

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

ì n\ Bridle 1 9 NOV 2on Aan burgemeester en wethouders ingekomen: ) 3 Į\J?013 reg-nr-: Ąb G & T Datum: 11 november 2013 Sector/stafafdeling:

ì n\ Bridle 1 9 NOV 2on Aan burgemeester en wethouders ingekomen: ) 3 Į\J?013 reg-nr-: Ąb G & T Datum: 11 november 2013 Sector/stafafdeling: GEMEENTE mĝ Bridle Aan burgemeester en wethouders Datum: 11 november 2013 Sector/stafafdeling: Grondgebied/VROM Portefeuillehouder: Wethouder Verbeek Ontworpen door: G.A. Roskam ingekomen: ) 3 Į\J?013

Nadere informatie

Bestemmingsplanprocedure

Bestemmingsplanprocedure Bestemmingsplanprocedure 1 Beschrijving van de procedure Deze procedure wordt gevolgd bij het opstellen van bestemmingsplannen of andere ruimtelijke besluiten waarbij een ruimtelijke onderbouwing voor

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978

Nadere informatie

Externe Veiligheid Document: Afdeling: Team: Opgesteld door: Verantwoordelijk Afdelingshoofd Portefeuillehouder: Datum:

Externe Veiligheid Document: Afdeling: Team: Opgesteld door: Verantwoordelijk Afdelingshoofd Portefeuillehouder: Datum: Externe Veiligheid Document: Jaarverslag 2012 en Jaarplan 2013 Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling Team: Team Veiligheid en Brandweer Opgesteld door: Martijn Verstappen, trainee Integrale Veiligheid

Nadere informatie

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck Notitie Aan Gemeente Lansingerland, Afdeling RO t.a.v. M. Loos Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 11 juni 2012 21339313 L.C. Luijendijk Onderwerp Verantwoording

Nadere informatie

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP) Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP) versie november 2002 Gemeente: Ingevuld 1 door + functie: Telefoon: email: Definitie pro-actie: Pro-actie

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land Notitie 20112539-03 Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land 1 Inleiding In opdracht van Van Riezen & partners

Nadere informatie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap Inleiding In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening,

Nadere informatie

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal Plaatsgebonden risico De doorzet van LPG is in de vergunning vastgelegd op maximaal 1.000 m² LPG/jaar. Op grond van de Regeling externe veiligheid (Revi) gelden dan

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

Beleidsvisie Externe Veiligheid. Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu

Beleidsvisie Externe Veiligheid. Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu Beleidsvisie Externe Veiligheid Afdeling Bouwen en Milieu, eenheid milieu INHOUD BLZ SAMENVATTING 2 1 INLEIDING 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Waarom een beleidsvisie externe veiligheid? 3 1.3 Inhoud en betekenis

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen januari 2008 Provincie Zuid-Holland 1 Inleiding en aanleiding In het Zuid-Hollandse uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 wordt saneren van

Nadere informatie

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Juni 2006 Inleiding Het Besluit Externe Veiligheid inrichtingen (Bevi) betreft nieuwe, complexe regelgeving voor externe veiligheid. Lokale en regionale overheden

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Beleidskader

Memo. Inleiding. Beleidskader Memo datum 13 maart 2013 aan Hester van Griensven Croonen Adviseurs van Roel Kouwen Antea Group kopie Jeroen Eskens Antea Group project Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Labouréstraat, Beek projectnummer

Nadere informatie

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Welke informatie is noodzakelijk bij beoordeling: Inventariseren

Nadere informatie

Externe veiligheid ontwikkeling Eindhoven Airport

Externe veiligheid ontwikkeling Eindhoven Airport Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 4 mei 2015 Kenmerk N011-1220869RUD-rlk-V03-NL 1 Inleiding In het kader van de aanvraag veranderingsvergunning voor de ontwikkeling op het voorplein, is het aspect

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Externe Veiligheid Drenthe in hoofdlijnen

Externe Veiligheid Drenthe in hoofdlijnen Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Externe Veiligheid Drenthe in hoofdlijnen Jaarprogramma 2009 Externe Veiligheid Drenthe in hoofdlijnen Waar is aandacht voor externe veiligheid goed voor? Het lijkt

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

Omgevingsveiligheid en - sensitiviteit

Omgevingsveiligheid en - sensitiviteit Omgevingsveiligheid en - sensitiviteit Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV 24 januari 2017 IFV kennisdag Omgevingswet Omgevingsveiligheid Omgevingssensitiviteit Omgevingswet (voorjaar 2019) De

Nadere informatie

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2009;

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2009; CVDR Officiële uitgave van Noord-Holland. Nr. CVDR111947_3 22 november 2016 Uitvoeringsregeling externe veiligheid2012 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Overwegende dat het gelet op het Provinciaal

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crnvgs), moet het groepsrisico worden betrokken in

Nadere informatie

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave

Nadere informatie

Fout! Juli 2009 Verwijzingsbron niet gevonden.

Fout! Juli 2009 Verwijzingsbron niet gevonden. Gebiedsvisie Fout! Verwijzingsbron externe veiligheid niet Westpoort gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet Samenvatting gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. 2 april 2009 Fout! Juli 2009 Verwijzingsbron

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

Externe Veiligheidsbeleid Hellendoorn: dynamisch en veilig

Externe Veiligheidsbeleid Hellendoorn: dynamisch en veilig Externe Veiligheidsbeleid Hellendoorn: dynamisch en veilig Gemeente Hellendoorn 5 januari 2007 Definitief rapport 9R9286 Colosseum 3 Postbus 26 7500 AA Enschede +31 (0)53 483 01 20 Telefoon +31 (0)53 432

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Molenstraat Gemeente Best.

Verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Molenstraat Gemeente Best. Verantwoording groepsrisico bestemmingsplan Molenstraat Gemeente Best. 1. Inleiding Bij het vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan Molenstraat dient het groepsrisico, conform artikel 13 van het Bevi

Nadere informatie

KWALITEITSIMPULS OMGEVINGSVEILIGHEID ZUIDOOST-BRABANT 2016

KWALITEITSIMPULS OMGEVINGSVEILIGHEID ZUIDOOST-BRABANT 2016 KWALITEITSIMPULS OMGEVINGSVEILIGHEID ZUIDOOSTBRABANT 2016 2 van 12 3 van 12 4 van 12 1 Het Brabantse UPIOV 2016 is te downloaden van: https://www.omgevingsdienst.nl/mijn+kennisnet/brabantnet/impuls+omgevingsveiligheid+iov+brabant/zuid

Nadere informatie

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen? 5 Procescriteria In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we

Nadere informatie

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg projectnr. 200080 revisie 00 12 augustus 2009 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus 165 4330 AD Middelburg datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave 12-08-2009

Nadere informatie

NOTITIE EXTERNE VEILIGHEID

NOTITIE EXTERNE VEILIGHEID NOTITIE EXTERNE VEILIGHEID 1 INHOUD 1 Waarom deze notitie? 2 Wettelijk kader en rol provincie Groningen 3. Risicosituatie in Ten Boer 4. Conclusies bijlage 1: begrippen bijlage 2: besluiten en regelingen

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 103855 28 juli 2016 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal De raad van de gemeente

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp externe veiligheid: vaststellen procesbeschrijving

Nota van B&W. Onderwerp externe veiligheid: vaststellen procesbeschrijving Nota van B&W Onderwerp externe veiligheid: vaststellen procesbeschrijving Portefeuille mr. J.J.H. Pop Auteur Mevr. I.P. Hamer Telefoon 5114600 E-mail: iphamer@haarlem.nl Reg.nr. SB/Mil/2006/1072 Te kopiëren:

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID

BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE HELMOND 27 maart 2007 141223/EA7/0H0/000350/sfo Inhoud 1.1 Waarom deze visie? 3 1.2 Externe Veiligheidssituatie Helmond 3 1.3 Visie ten aanzien van omgang met plaatsgebonden risico 4 1.4 Visie

Nadere informatie

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 16 DECEMBER 2014, PZH- PZH- 2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL WAARIN INVULLING WORDT GEGEVEN AAN HET INZETTEN VAN BEVOEGDHEDEN OP BASIS VAN

Nadere informatie

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r 2 0 1 2 1 Externe veiligheid Voor externe veiligheid zijn een aantal bronnen

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen revisie 00 maart 2011 Auteur: Tom van der Linde Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vught datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring

Nadere informatie

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer

Nadere informatie

Structuurvisie Extern Veiligheidsbeleid. van de provincie in Drenthe

Structuurvisie Extern Veiligheidsbeleid. van de provincie in Drenthe Structuurvisie Extern Veiligheidsbeleid van de provincie in Drenthe 19 juni 2007 INHOUD BLAD 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Waarom een beleidsvisie externe veiligheid? 4 1.3 Inhoud en betekenis van

Nadere informatie

Checklist Externe Veiligheid

Checklist Externe Veiligheid Checklist Externe Veiligheid Versie 1.0, januari 2011 Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1508 XB ZAANDAM INLEIDING Met de checklist Externe Veiligheid beoogt de Regio Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen projectnr. 169666 revisie 01 24 februari 2010 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever d' Olde Kamp Fam. Van Zanten Dwingelerweg

Nadere informatie

BIJLAGE 3. Verantwoording Groepsrisico

BIJLAGE 3. Verantwoording Groepsrisico BIJLAGE 3 Verantwoording Groepsrisico BIJLAGE: EXTERNE VEILIGHEID, VERANTWOORDING GROEPSRISICO Aanleiding Externe veiligheid gaat over de beheersing van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Deze activiteiten

Nadere informatie

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel

Regionaal Risicoprofiel. Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Programma. Van risico s naar beleid. Vernieuwingen door het risicoprofiel Regionaal Ruud Houdijk Walter de Koning Programma 1. Wat is het risicoprofiel en waartoe dient het? 2. Handreiking Regionaal 3. Relatie met EV-beleid Wat is een risicoprofiel en waartoe dient het? Van

Nadere informatie

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID Plan nieuwbouw school Plein Gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen Gemeente Kerkrade 13 juli 2009 versie 2 Beoordeling Externe Veiligheid bestemmingsplan school Plein

Nadere informatie

Externe veiligheid. Algemeen

Externe veiligheid. Algemeen Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

BIJLAGE 1 Ligging plangebied BIJLAGE 1 Ligging plangebied 12 Bijlage: Ligging plangebied BIJLAGE 2 Ligging gezoneerd industrieterrein De Lage Meren BIJLAGE 3 Technische beoordeling externe veiligheid Technische beoordeling externe

Nadere informatie

1 DOELSTELLING GEMEENTELIJK EV-BELEID.

1 DOELSTELLING GEMEENTELIJK EV-BELEID. 1 DOELSTELLING GEMEENTELIJK EV-BELEID. Het doel van het project gemeentelijk extern veiligheidsbeleid is dat de Overijsselse gemeenten een beleidskader vaststellen voor het omgaan met externe veiligheidsproblematiek.

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het

Nadere informatie

blauwdruk t.b.v. een visie externe veiligheid bestuurlijke ambities

blauwdruk t.b.v. een visie externe veiligheid bestuurlijke ambities blauwdruk t.b.v. een visie externe veiligheid bestuurlijke ambities projectnr. 2172-198083 revisie 04 31 maart 2011 Opdrachtgever Deskundigenpool Noord- en Midden Limburg datum vrijgave beschrijving revisie

Nadere informatie

Programma Brabant Veiliger 2011-2014 Uitvoeringsprogramma 2012

Programma Brabant Veiliger 2011-2014 Uitvoeringsprogramma 2012 Programma Brabant Veiliger 2011-2014 Uitvoeringsprogramma 2012 Voorwoord Bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, moeten daar veilig mee omgaan. En de overheid die toeziet of dat goed gebeurt, mag

Nadere informatie

Verantwoording van het groepsrisico

Verantwoording van het groepsrisico Verantwoording van het groepsrisico B1.1. Beleidskader Op basis van het artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Circulaire Risiconormering Vervoer van Gevaarlijke Stoffen

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Uitwerking beleidsuitgangspunten

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Uitwerking beleidsuitgangspunten Bijlage I Uitwerking beleidsuitgangspunten 52 1. Algemene beleidsuitgangspunten 1. Handhaving dient ter borging van de veiligheid en gezondheid en ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast. Het waarborgen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE GRONINGEN

BELEIDSREGEL EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE GRONINGEN CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR67460_1 21 november 2017 BELEIDSREGEL EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE GRONINGEN Voorblad Foto natuur INHOUDSOPGAVE Inhoud 1 Inleiding Artikel 1.1 Waarom een beleidsregel

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus

Nadere informatie

Externe veiligheid in bestemmingsplannen Vroegtijdig samen aan de slag

Externe veiligheid in bestemmingsplannen Vroegtijdig samen aan de slag Externe veiligheid in bestemmingsplannen Vroegtijdig samen aan de slag Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Doel 5 1.3 Achtergrond 5 1.4 Leeswijzer 6 2 Werkwijze 7 2.1 Inleiding 7 2.2

Nadere informatie

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente 's-gravenhage Nr. 45697 22 maart 2017 Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017 Het college van burgemeester

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; 07.0003314 De raad van de gemeente Son en Breugel; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel

Nadere informatie

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017 RIS296472 BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, de burgemeester van Den Haag, ieder voor zover

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Inhoudsopgave 1 1 Aanleiding In en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 20 juni 2012 Kenmerk N004-4638202MTU-evp-V01-NL Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel van het

Nadere informatie

Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014

Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014 Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014 Colofon Uitgegeven door Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/ Risicovolle bedrijven Koningskade 4, Den Haag Postbus 16191, 2500 BD Den Haag 088 489 00 00 www.ilent.nl

Nadere informatie

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04 Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04 Referentie 20122015-04 Rapporttitel Herstructurering Biedermeier Mariaberg

Nadere informatie

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld Projectnr: Bar201328 versie 1.1 1 Projectlocatie: Schoutenstraat te Barneveld Opdrachtgever: Omgevingsdienst de Vallei Postbus 9024 6710 HM Ede Projectnr. en

Nadere informatie