CONVENANT KWALITEITSMETER VEILIG UITGAAN (KVU) GEMEENTE HARDENBERG

Transcriptie

1 CONVENANT KWALITEITSMETER VEILIG UITGAAN (KVU) GEMEENTE HARDENBERG DE PARTIJEN: 1. Gemeente Hardenberg (hierna te noemen de gemeente ) 2. Politie Nederland, eenheid Oost, district IJsselland, basisteam Vechtdal (hierna te noemen de politie ) 3. Horecaondernemers/Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Hardenberg (hierna te noemen de horeca ) hierna in gezamenlijkheid aan te duiden als de convenantpartners, OVERWEGENDE DAT: in 2008 tussen de gemeente, de politie en de horeca een KVU-samenwerkingsovereenkomst gesloten is met als doel te komen tot gezamenlijke afspraken en het uitvoeren van concrete maatregelen die rechtstreeks betrekking hebben op de kwaliteit in het algemeen en de veiligheid in het bijzonder, in de uitgaansgebieden in de gemeente Hardenberg, teneinde deze te verhogen; de handhaving van de openbare orde en veiligheid op de uitgaansavonden door politie en gemeente gebaat is bij duidelijke afspraken met de horecaondernemers, die erop gericht zijn om geweld en overlast tegen te gaan; het door ieder van voornoemde partijen wenselijk wordt geacht om een integrale aanpak van de problematiek te realiseren waarbij alle partijen een maximale inspanning leveren voor zover het haar of zijn eigen verantwoordelijkheid en/of een gezamenlijke verantwoordelijkheid betreft om gezamenlijk verstoring van de openbare orde in en rond de horecaondernemingen en overlast voor de omgeving te voorkomen; het aanbeveling verdient om de inspanningen en de maatregelen die door eenieder worden verricht respectievelijk worden genomen, duidelijk te beschrijven zodat de partners elkaar aan de gemaakte afspraken kunnen houden; BESLUITEN: HET NAVOLGENDE CONVENANT TE SLUITEN. 1

2 HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Doelstelling Doelstelling van dit convenant is overlast als gevolg van het uitgaansleven te voorkomen, dan wel te beperken. De convenantpartners onderkennen hun verantwoordelijkheid om veilig uitgaan te bevorderen. De gemeente is verantwoordelijk voor het lokale veiligheidsbeleid, zij heeft de regie bij het in stand houden van het structurele horecaoverleg. Elke horecaondernemer is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken in en rond zijn bedrijf. Hierbij horen afspraken over verantwoorde drankverstrekking, een veiligheidsbeleid, alertheid op drugs en wapens en het schoonhouden van de directe omgeving van het bedrijf. De verantwoordelijkheid van de politie is gericht op de opsporing van strafbare feiten en op het houden van toezicht. Het Openbaar Ministerie zet zich in om tot een adequate en spoedige afhandeling te komen van strafbare feiten die in verband staan met de kwaliteit van het uitgaansleven. Het Openbaar Ministerie voert een vervolgingsbeleid dat de in dit convenant neergelegde afspraken ondersteunt. Artikel 2: Begripsomschrijvingen In dit convenant wordt verstaan onder: 1. Horecabedrijf: De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een café, cafetaria en snackbar. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden, gevestigd in of op het perceel. 2. Sluitingstijden: De sluitingstijden zijn vastgelegd in de APV van de gemeente Hardenberg. De tijden waarop de horecabedrijven gesloten moeten zijn, zijn op maandag tot en met vrijdag, voor zowel droge als natte horeca, van 1.00 uur tot 6.00 uur, en op zaterdag en zondag: voor de natte horeca van 3.00 uur tot 6.00 uur en voor de droge horeca van 3.30 uur tot 6.00 uur. De tijden waarop de horecabedrijven geen bezoekers meer mogen toelaten zijn op maandag tot en met vrijdag, voor zowel droge als natte horeca, tussen 1.00 uur en 6.00 uur, en op zaterdag en zondag: voor de natte horeca tussen 2.00 uur en 6.00 uur en voor de droge horeca tussen 2.30 uur en 6.00 uur. In afwijking van de genoemde tijden kan de burgemeester discotheekhouders vergunning verlenen om op zaterdag en zondag tot 2.30 uur bezoekers toe te laten en tot 6.00 uur open te zijn. 3. Handhaving: De gemeente en politie geven duidelijkheid bij het toepassen van sancties. Daarbij vindt een nauwkeurige en zorgvuldige belangenafweging plaats en zal een eventuele sanctie in verhouding staan tot de ernst van de overtreding. 4. Relevante wettelijke kaders: In dit convenant zijn de voor horeca wettelijke kaders (ten aanzien van bijvoorbeeld handhaving en sanctiebeleid) niet expliciet genoemd. Uiteraard blijven deze wettelijke kaders en het bestaande beleid van kracht (zoals de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hardenberg (APV), de Drank- en Horecawet en - verordening, het gemeentelijk Horeca- en evenementenbeleid, de Wet milieubeheer en het Wetboek van Strafrecht). 5. Z.S.M: Het arrondissementsparket Oost Nederland werkt aan een snelle afhandeling van veelvoorkomende criminaliteit. Dit als signaal aan daders, slachtoffers en samenleving. Het leidt tot hogere effectiviteit van de straf en een groter gevoel van veiligheid. Politie, arrondissementsparket Oost Nederland, Reclassering. Slachtofferhulp Nederland en de Raad van Kinderbescherming pakken met de zo spoedig mogelijk (Z.S.M)-werkwijze veel voorkomende criminaliteit samen op snelle, slimme, selectieve, simpele en samenlevingsgericht wijze aan. Z.S.M is bedoeld om het proces van beoordelen, straffen en uitvoeren in elkaar te schuiven. In de Z.S.M werkwijze wordt na aanhouding van de verdachte zo spoedig mogelijk een beslissing genomen over het afdoeningsrecht. 6. Wet MBVEO: De Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast (Wet MBVEO). De wet regelt de bevoegdheid van de burgemeester en de bevoegdheid van de officier van justitie tot het treffen van maatregelen ter bestrijding van ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (maatregelen ernstige overlast). Met deze wet hebben zowel de burgemeester als de officier van justitie extra bevoegdheden om in te grijpen bij voetbalvandalisme en ernstige overlast. Zo kunnen zij met deze wet een langdurig gebiedsverbod opleggen. Een bevel duurt drie maanden en kan drie keer verlengd worden tot maximaal een jaar. 2

3 7. CHO: Bezoekers die zich schuldig maken aan overlast en misdragingen, zoals vernieling of geweld, in en om de horeca kan de toegang tot de gelegenheid worden ontzegd. Voorop staat dat individuele horecaondernemers personen mogen weren uit hun zaak. Daarnaast kan de overlast gevende persoon een collectieve horeca ontzegging (CHO) krijgen. Bij geweld krijgt de dader voor bepaalde tijd een ontzegging van de toegang bij alle aangesloten horecagelegenheden. Hieraan zijn bepaalde voorwaarden verbonden, zoals het uitwisselen van persoonsgegevens tussen horeca en politie. Wanneer een persoon met ontzegging toch de horeca binnen gaat, is er sprake van lokaalvredebreuk. Het beoogde effect van de (CHO) is dat notoire geweldplegers worden geweerd uit de aangesloten horecagelegenheden, dat de kennis van notoire overlast- en geweldplegers wordt vergroot en dat van de maatregel een afschrikwekkende werking uitgaat. HOOFDSTUK II. INSPANNINGEN VAN DE HORECAONDERNEMER De horecaondernemer neemt zijn of haar verantwoordelijkheid voor de veiligheid en leefbaarheid in en in de directe omgeving van zijn horecabedrijf. Onder de directe omgeving wordt verstaan het gebied en omgeving van het horecabedrijf overeenkomstig bestaande wet- en regelgeving. Hiervoor onderneemt de horecaondernemer de volgende inspanningen: Artikel 3: Toelatingsbeleid/huisregels 1. De horecaondernemer zorgt door huis- en gedragsregels voor een correcte gang van zaken binnen het bedrijf. 2. De horecaondernemer maakt voor of bij binnenkomst aan de gasten kenbaar dat hij deelnemer is aan Collectieve Horeca Ontzeggingen en dat huis- en gedragsregels gelden. 3. Alle horecabedrijven hanteren hierbij het model Onze huisregels van de Koninklijke Horeca Nederland: a. Volg aanwijzingen van het personeel op. b. Toegangscontrole met legitimatie mogelijk. c. Geen wapens of drugs. d. Geen ongewenste intimiteiten. e. Geen agressie of racisme. f. Geen hinderlijk gedrag. g. Kleed u correct. h. Geen eigen consumpties. i. Glaswerk moet binnen of op terras blijven. j. Geen overlast voor de buren/omgeving. k. Wij verkopen geen alcohol en tabak aan personen beneden de leeftijd die de wet voorschrijft. 4. De horecaondernemer kan het model met eigen huis- en gedragsregels aanvullen die in dat geval ook duidelijk kenbaar worden gemaakt. 5. Voor het bevorderen van een veilig uitgaansklimaat geeft de horecaondernemer overeenkomstig het model protocol van Horeca Nederland invulling aan het instrument van de Collectieve Horeca Ontzegging (CHO). Het CHO beoogt de ontzegging van de toegang tot de horecabedrijven van alle bij het horecaconvenant aangesloten deelnemers voor een bepaalde tijd. Het staat de horecaondernemer vrij mensen tot zijn zaak te weigeren, mits deze weigering niet in strijd is met de (discriminatie)bepalingen uit de wet. De horecaondernemer deelt deze ontzegging schriftelijk mee aan de ongewenste gast(en) en verzendt hiervan een afschrift aan de politie. Een ontzegging van de toegang geldt voor een bepaalde duur. De duur van de ontzegging wordt de betrokkenen meegedeeld. Bij het toch toetreden van de inrichting, kan dit leiden tot lokaalvredebreuk. De politie kan in een dergelijk geval proces-verbaal opmaken. 6. Het is de horecaondernemer verboden in de inrichting onderdak te bieden, personen te laten werken of aanwezig te hebben van wie de horecaondernemer weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat hun verblijf in Nederland niet of niet langer is toegestaan ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet of de Wet arbeid Vreemdelingen. Artikel 4: Voorkomen alcoholmisbruik / bevorderen verantwoord alcoholgebruik 1. Geen verkoop of verstrekking van alcoholhoudende dranken aan mensen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren. 3

4 2. De horecaondernemer houdt zich aan de bepalingen van de gemeentelijke drank- en horecaverordening. 3. Geen verkoopbevorderende acties van alcoholische dranken vlak voor de sluitingstijd. 4. Gasten in kennelijke staat van dronkenschap wordt de toegang tot het horecabedrijf geweigerd. 5. Het gebruik van alcoholvrije dranken wordt bevorderd, voornamelijk onder de jeugdigen, door algemene voorlichting en een individuele benadering in de inrichting. 6. Ondernemers kunnen gebruik maken van de cursus Verantwoord Alcohol schenken van Koninklijke Horeca Nederland. 7. De horeca ondernemer verplicht zich medewerking te verlenen aan acties en projecten die door contractpartijen zijn opgezet om het alcoholmisbruik te voorkomen dan wel een verantwoord alcoholgebruik te bevorderen. 8. De horecaondernemer werkt mee aan een overleg met politie en of gemeente over hetgeen is bepaald in dit convenant. Artikel 5: Programmeringsbeleid De horecaondernemer ziet kritisch toe op het programmeringsbeleid (de activiteiten) binnen zijn horecabedrijf. De horecaondernemer houdt bij de samenstelling van het programma rekening met de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en gezondheid. Artikel 6: Onderhoud omgeving 1. De horecaondernemer ziet er op toe dat geen glazen en drank buiten de inrichting worden meegenomen. 2. Bij grotere evenementen wordt buiten de lokaliteit gebruik gemaakt van onbreekbaar glas of plastic. 3. De horecaondernemer zorgt ervoor dat eventuele verontreiniging zoals afval in de directe omgeving van zijn horecabedrijf (minimaal een straal van 25 meter) dat kennelijk afkomstig is van zijn bedrijf na sluitingstijd onmiddellijk wordt verwijderd. 4. De horecaondernemer zorgt voor voldoende verlichting op of aan zijn bedrijf. Artikel 7: Beveiliging en toezicht De horecaondernemer zorgt voor toezicht en ordehandhaving in en in de directe omgeving van zijn bedrijf en zal bij collectieve en incidentele festiviteiten extra inspanningen hiertoe verrichten. Artikel 8: Openbare orde en veiligheid 1. De horecaondernemer is verplicht bezoekers die in of in de onmiddellijke omgeving van zijn inrichting door alcoholgebruik of anders een hinderlijke of dreigende houding aannemen daarop aan te spreken. Wanneer de horecaondernemer inschat dat de overlast zal escaleren en hij of zij niet meer kan instaan voor de gevolgen, moet de horecaondernemer de politie hiervan onmiddellijk in kennis te stellen via de horecatelefoon. 2. De horecaondernemer ziet er nauwlettend op toe dat in de directe omgeving van zijn horecabedrijf op geen enkele wijze hinder of overlast ontstaat voor omwonenden. 3. In geval van hinder, overlast of meldingen van verstoring van de openbare orde door omwonenden of derden is de horecaondernemer ertoe gehouden degenen die de verstoring veroorzaken eerst toe te spreken en tot orde en rust te manen. Als hieraan geen gehoor wordt gegeven, dient de horecaondernemer de politie daarvan onmiddellijk in kennis te stellen. 4. De horecaondernemer is tijdens de openingstijden van zijn bedrijf en tot een half uur na sluitingstijd voor omwonenden bereikbaar via zijn mobiele nummer. Artikel 9: Vernielingen De horecaondernemer stelt de politie onmiddellijk in kennis van vernielingen in of aan zijn horecabedrijf of in de directe omgeving daarvan. Artikel 10: Agressie, geweld, wapens en bedreiging 1. De horecaondernemer stelt de politie onmiddellijk in kennis bij het constateren van agressie, geweld, strafbare feiten en feiten die hij als bedreigend beschouwt in of in de directe omgeving van zijn horecabedrijf en bij vermoeden dat bezoekers de openbare orde zullen verstoren bij het verlaten van de horeca-inrichting. 2. Bij het constateren van verboden wapenbezit wordt de politie direct hiervan in kennis gesteld en zo mogelijk wordt de betrokkene aangehouden en overgeleverd aan de politie. 4

5 Artikel 11: Drugs 1. De horecaondernemer treedt direct in contact met de politie indien hij in of in de directe omgeving van zijn horecabedrijf handel in of gebruik van hard drugs of handel in soft drugs en/of andere stoffen als bedoeld in de Opiumwet constateert. 2. Ook als zich in of in de directe omgeving van het horecabedrijf verdachte situaties of geruchten voordoen, maakt de horecaondernemer hiervan melding bij de politie. 3. De horecaondernemer maakt in de huis- en gedragsregels duidelijk aan zijn gasten dat harddrugsgebruik- en/of drugshandel niet wordt getolereerd en dat de politie hiervan onmiddellijk in kennis wordt gesteld. Artikel 12: Aangifte en melding 1. De horecaondernemer stelt de politie onmiddellijk in kennis bij het constateren van strafbare feiten, zoals geweld, drugshandel, bedreiging, heling, afpersing en verboden wapenbezit. 2. Horeca Nederland, afdeling Hardenberg, zal zijn leden wijzen op het belang van het doen van aangifte. 3. De (verhoogde) meldingsbereidheid kan leiden tot een hoger incidentenpatroon. Deze verhoging zal in principe de horeca niet worden toegerekend. Artikel 13: Voorlichting De horecaondernemer zal bezoekers (meer) bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid en het aandringen op een goede sociale controle, door het duidelijk zichtbaar ophangen van affiches en/of huisregels, bij in- en uitgangen. Artikel 14: Personeelsbeleid 1. Het thema veiligheid in het horecabedrijf wordt regelmatig aan de orde gesteld in het overleg tussen de horecaondernemer en het personeel. Van de gebeurtenissen in en rondom het horecabedrijf over deze thema s worden interne rapportages gemaakt. Zonodig worden deze rapportages met politie en gemeente halfjaarlijks geëvalueerd en besproken. 2. Het personeel moet potentiële bedreigingen kunnen onderkennen en op de hoogte zijn van maatregelen die naar aanleiding hiervan moeten worden genomen. Het personeel moet op de hoogte zijn van de huisregels en de gasten worden in voorkomende gevallen hierover geïnformeerd. HOOFDSTUK III. INSPANNINGEN VAN DE GEMEENTE Artikel 15: Verlichting / infrastructuur De gemeente zorgt voor voldoende veilige verlichting volgens de wettelijke norm en een goede en veilige infrastructuur in de nabijheid van het horecabedrijf. Artikel 16: Gebiedsverbod/groepsverbod 1. In geval van hardnekkige en structurele vormen van verstoring van de openbare orde en ernstige vrees ervan neemt de gemeente de inspanningsverplichting op zich voor de invulling aan de toepassing van de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast. 2. Op grond van voorgenoemde wet kan de burgemeester, in samenspraak met de officier van Justitie, een gebiedsverbod of een groepsverbod opleggen. Een bevel duurt drie maanden en kan drie keer verlengd worden tot maximaal een jaar; Artikel 17: Geïntegreerd horecabeleid 1. De gemeente vervult de regiefunctie ten aanzien van het geïntegreerde horecabeleid en zorgt dat er één aanspreekpunt is voor horecaondernemers, justitie, politie en desgewenst andere partners. 2. De gemeente zorgt ervoor dat er structureel halfjaarlijks overleg plaatsvindt tussen Horeca Nederland, politie en gemeente. 3. De gemeente stuurt een afschrift van dit convenant aan alle betrokken partijen. 5

6 Artikel 18: Toezicht door gemeente De gemeente ziet toe op de naleving van de sluitingstijden, de drank- en horecawet en de drank- en horecaverordening. Bij overtredingen wordt een schriftelijk rapportage opgemaakt die aan de burgemeester ter beschikking wordt gesteld. De DHW verbiedt met ingang van 1 januari 2014 jongeren onder de 18 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen. De gemeente zal in beginsel hierin handhavend optreden. Artikel 19: Voorlichting De gemeente zal zich inspannen om het voorlichtingsproject op scholen waarbij wordt gewezen op de risico's van drank- en drugsgebruik zoveel mogelijk te continueren. HOOFDSTUK IV. INSPANNINGEN VAN DE POLITIE Artikel 20: Begripsomschrijving In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: Uitgaansnachten: vrijdagavond uur tot zaterdagochtend uur en zaterdagavond uur tot zondagochtend uur. Artikel 21: Vast aanspreekpunt Politie Nederland Regio Oost, district IJsselland, team Hardenberg heeft een contactpersoon, die aanspreekbaar en goed bereikbaar is voor de horecaondernemer en omwonenden van het horecabedrijf. Tijdens de uitgaansnachten is dit via de horecatelefoon en anders volgens afspraak via of op zijn/haar adres. Artikel 22: Toezicht door politie 1. De politie ziet toe op de naleving van de openbare orde en veiligheid, en handhaving van de rechtsorde alsmede op de naleving van de geldende rechtsregels. 2. De politie is tijdens de uitgaansnachten met zoveel mogelijk politiepersoneel zichtbaar aanwezig en surveilleert zo mogelijk te voet of als bikers in de omgeving van horecavoorzieningen. 3. Als het programma en het aantal bezoekers, op andere dagen dan tijdens uitgaansnachten daartoe aanleiding geven wordt geprobeerd extra inzet te realiseren. Zonder voorafgaand overleg met de horecaondernemer en zonder instemming van het driehoeksoverleg zal het toezicht door de politie niet worden verminderd. 4. De politie reageert zo spoedig mogelijk op klachten en aanvragen van de horecaondernemer. Zij is hiervoor bereikbaar via de zogenaamde Horecatelefoon. Voor spoedeisende zaken blijft het nummer 112 van kracht. 5. Het optreden van de politie bij geweld en overlast heeft in overeenstemming met de richtlijnen en de wettelijke bepalingen een zoveel mogelijk repressief karakter. 6. De afhandeling van de aangehouden verdachten en de afwikkeling van de processen-verbaal vindt plaats binnen de termijnen die hiervoor met het arrondissementsparket Oost Nederland zijn afgesproken. Artikel 23: Toelatingsbeleid Op verzoek van de horecaondernemer assisteert de politie waar nodig in ernstige gevallen bij het uitreiken van een ontzegging van de toegang tot het horecabedrijf. Artikel 24: Overleg 1. De politie houdt regelmatig, of als daar aanleiding toe is zo spoedig mogelijk, met de gemeente overleg over horecaoverlast. 2. De politie houdt als daar aanleiding toe is zo spoedig mogelijk met de horecaondernemer overleg over horecaoverlast. 3. De politie geeft op verzoek of op eigen initiatief periodiek voorlichting aan de horecaondernemer en het personeel (portiers) inzake het voorkomen van horecaoverlast. 4. De politie registreert de aan het horecabedrijf gerelateerde overlast. Meldingen van de horecaondernemer worden afzonderlijk door de politie geregistreerd De registratie wordt tijdens het reguliere overleg met de gemeente en horecaondernemer besproken. 6

7 5. Wanneer incidenten daartoe aanleiding geven vindt eerder en vaker overleg met de gemeente en de horecaondernemer plaats. Artikel 25: Discriminatie De politie registreert alle meldingen van discriminatie en maakt in voorkomende gevallen daarvan een proces-verbaal op. Artikel 26: (Jeugd)zorg 1. De politie neemt contact op met de ouders van minderjarigen die bij geval van uitgaansoverlast met de politie in aanraking zijn gekomen. Dit eventueel gevolgd door een jeugdzorggesprek. 2. De politie spreekt minderjarigen aan bij constatering van alcohol- en drugsgebruik en stelt de ouders hiervan zo spoedig als mogelijk in kennis. 3. Elk geweldsmisdrijf wordt met voorrang opgepakt waarbij binnen 6 weken de aangifte is onderzocht. HOOFDSTUK V. INSPANNINGEN VAN HET ARRONDISSEMENTSPARKET OOST NEDERLAND Artikel 27: Vast aanspreekpunt Het arrondissementsparket Oost Nederland heeft een vaste Officier van Justitie die op beleidsmatig gebied aanspreekpunt is voor de deelnemers aan dit convenant. Het betreft hier de OVJ Beleid en Strategie. Artikel 28: Instellen strafvervolging Tegen verdachten, die in of rond de horeca-inrichting door de politie worden aangehouden naar aanleiding van het plegen van misdrijven die betrekking hebben op geweld, bedreiging, wapens of drugs of voor overtredingen, die in nauwe relatie staan tot de kwaliteit van het uitgaanscentrum, bijv. urineren in het openbaar, wordt in principe een strafvervolging ingesteld. Artikel 29: Prioriteitstoekenning aan geweld Het arrondissementsparket Oost Nederland geeft prioriteit aan horecagerelateerde geweldszaken en aan de horeca-inrichting gerelateerde vernielingen. Onder horeca-geweldszaken wordt verstaan fysiek geweld tijdens de horeca-uren uitgaansavonden/nachten en gepleegd binnen of in de directe omgeving van de horeca-inrichting. Deze strafzaken dienen primair via ZSM afgedaan te worden. ZSM richt zich op de afdoening van eenvoudige misdrijven, waarbij een verdachte is aangehouden. Bij de ZSM werkwijze wordt na aanhouding van een verdachte door de hulpofficier van Justitie van politie contact opgenomen met ZSM, waarna zo spoedig mogelijk door de Officier van Justitie een beslissing genomen wordt over het af-doeningstraject en wordt waar mogelijk direct een afdoeningsbeslissing genomen. Mogelijke afdoeningsbeslissingen betreffen een transactie, taakstraf arrondissementsparket Oost Nederland voor meerderjarigen of minderjarigen, voorwaardelijk sepot of een dagvaarding. Alle andere misdrijven die niet eenvoudig van aard zijn, door bijvoorbeeld de aard van het delict (zeer ernstige geweldsmisdrijven of ingewikkelde schades) worden niet in ZSM afgedaan. Deze strafzaken worden afgedaan door het team Onderzoeken. In overleg tussen de politie en het arrondissementsparket Oost Nederland wordt bepaald of een aangehouden verdachte voorgeleid wordt. Artikel 30: Gedragsaanwijzing 1. In geval van hardnekkige en structurele vormen van verstoring van de openbare orde en ernstige vrees ervan heeft de officier van justitie de mogelijkheid van de toepassing van de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast. 2. Op grond van voorgenoemde wet kan de officier van justitie, voorafgaand aan strafrechtelijke vervolging, een gedragsaanwijzing geven. Artikel 31: Horeca gerelateerde andere strafbare feiten Tegen verdachten die in of rond het horecabedrijf door de politie zijn aangehouden voor het plegen van andere strafbare feiten zoals wapenbezit, drugs, urineren in het openbaar of belediging van 7

8 politieambtenaren of het verstoren van de openbare orde wordt in beginsel eveneens strafvervolging ingesteld. Bij vernielingen geldt daarbij als uitgangspunt dat er naar wordt gestreefd dat de geleden schade wordt vergoed. Eenvoudige misdrijven kunnen via ZSM afgedaan worden. Artikel 32: Voorlichting Het arrondissementsparket Oost Nederland zal zoveel mogelijk de pers in de gelegenheid stellen strafzaken, waarin dergelijke horecazaken onderwerp van behandeling ter zitting zijn, bij te wonen. Daarbij zullen de behandelend officieren van justitie in hun rechtsvordering ook inhoudelijk aandacht besteden aan de beleidsmatige problematiek rond horeca gerelateerd geweldaspecten rondom het horecabeleid. HOOFDSTUK VI. SLUITINGTIJDEN Artikel 33: Sluitingstijden 1. De horecaondernemer laat op maandag tot en met vrijdag tussen 1.00 uur en 6.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 2.00 uur (voor droge horeca geldt 2.30 uur) en 6.00 uur geen nieuwe gasten meer toe in zijn of haar horecabedrijf. 2. Om de sluiting van het horecabedrijf ordelijk te laten verlopen en te voorkomen dat men massaal vertrekt, neemt de ondernemer naar eigen inzicht beperkende maatregelen ten aanzien van geluid en/of licht, en het verstrekken van consumpties. 3. Op maandag tot en met vrijdag tussen 1.00 uur en 6.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 3.00 uur (voor droge horeca geldt 3.30 uur) en 6.00 uur zijn geen gasten meer aanwezig. 4. In afwijking van het in lid 1 en 2 gestelde kan de burgemeester discotheekhouders vergunning verlenen om op zaterdag en zondag tot 2.30 uur bezoekers toe te laten en tot 6.00 uur open te zijn. 5. Tot een half uur na sluitingstijd houdt de horecaondernemer/portier de directe omgeving van het horecabedrijf in de gaten en zorgt ervoor dat de vertrekkende bezoekers geen overlast veroorzaken. 6. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf, of in geval van andere bijzondere omstandigheden voor het horecabedrijf, tijdelijk een ander sluitingsuur vaststellen of de inrichting tijdelijk sluiten. HOOFDSTUK VII. HANDHAVING Artikel 34: Handhavingsbeleid 1. De gemeente zal in beginsel handhavend optreden in geval van overtreding van de voorschriften. Dit betreft voornamelijk de thema s geluidsoverlast, terrassen, sluitingstijden, speelautomaten en brandveiligheidsvoorschriften. Doorgaans zal hierbij een last onder dwangsom opgelegd worden. Hierbij is het geldende Horeca- en evenementenbeleid leidend. 2. Bij het toepassen van eventuele sancties tegen de horecaondernemer wordt aansluiting gezocht bij de sanctiebepalingen en de mogelijkheden die de wetgeving haar biedt. 3. Bij het toepassen van eventuele sancties tegen de horecaondernemer inzake het bewust toestaan van de handel of het gebruik van middelen als bedoeld in de Opiumwet gaat de gemeente uit van het sanctiebeleid die de wet- en regelgeving haar biedt. 4. In andere niet in dit convenant genoemde situaties kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, gebruikmaken van hem toekomende bevoegdheden als bedoeld in artikel en van de APV besluiten om voor een horecabedrijf tijdelijk andere sluitingstijden vast te stellen of een tijdelijke sluiting te bevelen. 8

9 HOOFDSTUK VIII. PILOT Gelet op de problematiek van uitgaanspubliek dat na sluitingstijd overlast veroorzaakt in de openbare ruimte en gelet op de wens van enkele ondernemers tot ruimere openingstijden is een pilot ontwikkeld, bestaande uit een aanpassing van de openings- en toelatingstijden. Wanneer een horecabedrijf voldoet aan de in dit convenant genoemde bepalingen, komt het in aanmerking voor een verruiming van de openingstijden. Dit in eerste instantie voor de duur van één jaar op basis van een pilot, ingaande per de datum dat het convenant van kracht wordt. De tijden die gehanteerd worden tijdens de pilot, staan vermeld in artikel 35 van dit convenant. De verwachte voordelen hiervan: - bezoekers blijven langer binnen en verblijven minder lang in de openbare ruimte; - bezoekers zullen naar verwachting de horecabedrijven meer geleidelijk verlaten, zodat zich minder grote concentraties van mensen vormen in de openbare ruimte; - er is meer toezicht op het doen en laten van de bezoekers bínnen de horecabedrijven dan daar buiten, en men kan daarnaast gebruikmaken van de zich binnen bevindende toiletvoorzieningen; - horecatoerisme en de daarmee gepaard gaande nachtelijke verkeersbewegingen tussen horecabedrijven (met name in verschillende plaatsen) wordt hiermee verder tegengegaan. Voor horecabedrijven die meedoen met de pilot gelden ten tijde van de pilot aangepaste handhavingsrichtlijnen, zoals verwoord in artikel 36 van dit convenant. De pilot kent een duur van één jaar en wordt na afloop geëvalueerd. Op basis van de daaruit voortvloeiende conclusies zal het verdere beleid vormgegeven worden. De ingangsdatum voor de pilot is Artikel 35: Sluitingstijden ten tijde van de pilot 1. De horecaondernemer laat op maandag tot en met vrijdag tussen 1.00 uur en 6.00 uur geen nieuwe gasten meer toe in zijn of haar horecabedrijf. 2. Op zaterdag en zondag geldt dat geen gasten meer toegelaten mogen worden tussen 2.00 uur en 6.00 uur bij de natte horeca en tussen 4.00 uur en 6.00 uur bij de droge horeca. 3. Om de sluiting van het horecabedrijf ordelijk te laten verlopen en te voorkomen dat men massaal vertrekt, neemt de ondernemer naar eigen inzicht beperkende maatregelen ten aanzien van geluid en het verstrekken van consumpties. 4. Op maandag tot en met vrijdag tussen 1.00 uur en 6.00 uur en op zaterdag en zondag tussen 4.00 uur en 6.00 uur zijn geen gasten meer aanwezig 5. In afwijking van het in lid 2 en 4 gestelde kan de burgemeester discotheekhouders vergunning verlenen om op zaterdag en zondag tot 3.00 uur bezoekers toe te laten en tot 6.00 uur open te zijn. 6. Tot een half uur na sluitingstijd houdt de horecaondernemer/portier de directe omgeving van het horecabedrijf in de gaten en zorgt ervoor dat de vertrekkende bezoekers geen overlast veroorzaken. 7. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf, of in geval van andere bijzondere omstandigheden voor het horecabedrijf, tijdelijk een ander sluitingsuur vaststellen of de inrichting tijdelijk sluiten. Artikel 36: Handhaving ten tijde van de pilot 1. Bij overtreding van de sluitingstijden zoals die gelden in de pilot en nalatigheid van hetgeen is bepaald in de artikelen 6 t/m 11 van dit convenant krijgt de ondernemer een beperking van de sluitingstijden zoals hieronder opgenomen. a. Eerste overtreding: gedurende 3 maanden intrekking extra uur pilot (extra half uur voor de droge horeca). Sluitingstijden worden tijden zoals genoemd in de APV. b. Tweede overtreding binnen één jaar na de eerste overtreding: gedurende 1 maand 1 uur eerder dicht dan sluitingstijden genoemd in de APV en zes maanden intrekking extra uur pilot. c. Derde overtreding binnen één jaar na de tweede overtreding: gedurende 1 maand 2 uur eerder dicht dan sluitingstijden genoemd in de APV en intrekking extra uur pilot. d. Vierde overtreding binnen één jaar na de derde overtreding: (tijdelijke) sluiting op basis van de APV. 2. Bij het toepassen van eventuele sancties tegen de horecaondernemer inzake het bewust toestaan van de handel of het gebruik van middelen als bedoeld in de Opiumwet gaat de gemeente uit van het sanctiebeleid die de wetgeving haar biedt. 9

10 3. Bij het toepassen van eventuele sancties tegen de horecaondernemer wordt aansluiting gezocht bij de sanctiebepalingen en de mogelijkheden die de wetgeving haar biedt. De burgemeester is gerechtigd het convenant met de horecaondernemer buiten toepassing te verklaren wanneer de horecaondernemer één of meerdere bepalingen in dit convenant niet nakomt. Hierdoor wordt teruggevallen op de bepalingen van de APV. 4. In andere niet in dit convenant genoemde situaties kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, gebruikmaken van hem toekomende bevoegdheden als bedoeld in artikel en van de APV besluiten om voor een horecabedrijf tijdelijk andere sluitingstijden vast te stellen of een tijdelijke sluiting te bevelen. HOOFDSTUK IX. EVALUATIE Artikel 37: Evaluatie Partijen zullen elk najaar de in de dit convenant gemaakte afspraken evalueren. De opgenomen pilot geldt voor de duur van één jaar en zal na dit jaar geëvalueerd worden. Op basis van opgedane ervaringen kan in gezamenlijk overleg besloten worden om de afspraken op onderdelen aan te vullen of te wijzigen. Indien gewenst zullen partijen tussentijds overleg voeren. HOOFDSTUK X. NAAMGEVING Artikel 38: Naamgeving Dit convenant wordt aangehaald als Convenant Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan gemeente Hardenberg 2014 HOOFDSTUK XI. ONDERTEKENING Artikel 39: Ondertekening Dit convenant is tot stand gekomen in gezamenlijk overleg tussen de gemeente Hardenberg, vertegenwoordigers van de horeca en de politie IJsselland (team Vechtdal) en daartoe door genoemde partijen ondertekend te Hardenberg op 3 december Gemeente Hardenberg, burgemeester dhr. P.H. Snijders Politie Nederland, Eenheid Oost basisteam Vechtdal teamchef mevr. I.M.T. Mensink Koninklijke Horeca Nederland afdeling Hardenberg voorzitter mevr. M. Hans 10

11 Horecaonderneming vertegenwoordigd door de heer/mevrouw... geeft hierbij te kennen uitvoering te zullen geven aan het Convenant Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan gemeente Hardenberg 2014 en te zullen deelnemen aan de pilot met verruimde openingstijden, zoals deze opgenomen is in genoemd convenant. Handtekening: Horecaonderneming vertegenwoordigd door de heer/mevrouw... geeft hierbij te kennen uitvoering te zullen geven aan het Convenant Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan gemeente Hardenberg 2014 en te zullen deelnemen aan de pilot met verruimde openingstijden, zoals deze opgenomen is in genoemd convenant. Handtekening: Horecaonderneming vertegenwoordigd door de heer/mevrouw... geeft hierbij te kennen uitvoering te zullen geven aan het Convenant Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan gemeente Hardenberg 2014 en te zullen deelnemen aan de pilot met verruimde openingstijden, zoals deze opgenomen is in genoemd convenant. Handtekening: 11