Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)"

Transcriptie

1 Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) 1 Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 31 oktober 2005, nr. CPP2005/1272M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. In dit besluit is het beleid op het terrein van het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) uit een aantal besluiten samengevoegd. Dit besluit vervangt daardoor de besluiten van 5 juni 2003, nr. CPP2003/1013M, 23 oktober 2003, nr. CPP2003/2146M, 12 december 2003, nr. CPP2003/2145M, 9 februari 2004, nr. CPP2003/2040M, 21 januari 2005, nr. DGB2005/150M en 2 mei 2005, nr. CPP2005/1039M. Tevens zijn uit het verzamelbesluit van 30 november 2001, nr. CPP2001/3035M, onderdelen overgenomen die betrekking hebben op box 3. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 2.1. Woningmaatschappen 2.2. Gevolgen box 3 van de gerechtigdheid van een beneficiary in een trust 2.3. Wettelijke verdeling Kring van personen: stiefkind Renteloze geldvordering van kind op achtergelaten echtgenoot Verdeling overeenkomstig artikel 5.4 van de Wet IB 2001 en legaat Achtergelaten echtgenoot of (stief)kinderen erflater wonen buiten Nederland Keuzetestament Ik-opa-testament 3. Vrijstellingen 3.1. Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap 4. Maatschappelijke beleggingen, indirecte beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen 4.1. Vrijstelling. Vruchtgebruik en blote eigendom van beleggingen 5. Waardering 5.1. Waardering onroerende zaken in box Participaties in vastgoedfondsen Verhuurde panden in box In het buitenland gelegen tweede woning die in belangrijke mate ter beschikking staat Vruchtgebruik en blote eigendom van een (eigen) woning Recht van vruchtgebruik en metterwoonclausule 5.2. Tijdig verzoek voorlopige aanslag en box 3 6. Overgangsrecht 6.1. Lopende en uitgestelde termijnen van huren, pachten en renten Lopende en uitgestelde termijnen van huren en pachten; toerekening bij fiscale partners Temporisering en maximering aftrek meegekochte rente

2 2 Inleiding Rente uit bepaalde erfrechtelijke overbedelingsvorderingen Rentebetaling vóór overlijden van de langstlevende echtgenoot Inbrengschuld door uitoefening keuzelegaat 7. Inwerkingtreding en intrekking besluiten 1. Inleiding De afgelopen jaren zijn in verschillende besluiten vragen beantwoord op het terrein van het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Deze besluiten en onderdelen van besluiten worden in dit besluit samengevoegd en hebben een meer kaderstellende vorm gekregen. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd. De navolgende (onderdelen van) besluiten zijn geactualiseerd en overgenomen in dit besluit: - Besluit van 30 november 2001, nr. CPP2001/3035M, vragen C.47 en C.48; - Besluit van 5 juni 2003, nr. CPP2003/1013M; - Besluit van 23 oktober 2003, nr. CPP2003/2146M, vragen 1.1 en 1.2; - Besluit van 12 december 2003, nr. CPP2003/2145M, vragen 2.3, 5.1, 6.1, 9.3 en 9.8; - Besluit van 9 februari 2004, nr. CPP2003/2040M, vragen 1, 2 en 4; - Besluit van 21 januari 2005, nr. DGB2005/150M; - Besluit van 2 mei 2005, nr. CPP2005/1039M, vragen 1, 4, 5, 6, 7 en 8. Goedkeuringen en regelingen die hun belang hebben verloren, bijvoorbeeld omdat zij inmiddels in wetgeving zijn verwerkt, zijn niet meer opgenomen. Daarnaast is een aantal onderdelen niet opnieuw opgenomen omdat zij geen beleidsstandpunt bevatten en vooral een voorlichtend karakter hebben. Voor zover nodig zijn of worden deze onderdelen geactualiseerd verwerkt in voorlichtingsmateriaal. De navolgende (onderdelen van) besluiten hebben hun belang verloren: - Besluit van 25 augustus 2000, nr. CPP2000/1313M, vragen B.3.6.e, B.5.1.d, C.6 en C.7; - Besluit van 18 januari 2001, nr. CPP2000/2598M; - Besluit van 13 februari 2001, nr. CPP2000/3210M, vraag B.5.1.g; - Besluit van 30 november 2001, nr. CPP2001/3035M, vragen C.45 en C.46; - Besluit van 23 oktober 2003, nr. CPP2003/2146M, vragen 2.1, 3.1, en 3.2; - Besluit van 12 december 2003, nr. CPP2003/2145M, vragen 1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 4.1, 4.2, 4.3, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 9.1, 9.2, 9.4, 9.5, 9.6, 9.7; - Besluit van 9 februari 2004, nr. CPP2003/2040M, vraag 3; - Besluit van 2 mei 2005, nr. CPP2005/1039M, vragen 2 en 3. Voor directe beleggingen in durfkapitaal is een afzonderlijk besluit uitgebracht. Hierin zijn de vragen 8.1 en 8.2 uit het besluit van 12 december 2003, nr. CPP2003/2145M, overgenomen.

3 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 3 2. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 2.1. Woningmaatschappen Er zijn beleggingsproducten op de markt waarbij door particulieren via een vastgoedfonds in de vorm van een maatschap met een looptijd van zeven jaren in woningen wordt belegd. Deze woningen worden door de maatschap in verhuurde staat aangekocht. Het beleid van de maatschap is erop gericht om na het vertrek van een huurder de desbetreffende woning in onbewoonde staat te verkopen. Het rendement van de belegging wordt in hoge mate bepaald door de waardesprong verhuurde staat-onverhuurde staat (indirect rendement). Sluitende exploitatie zonder verkoop van de woningen is niet altijd mogelijk. Het directe rendement (de huuropbrengsten) is hiervoor in beginsel te laag. De feitelijke werkzaamheden worden verricht door een beheerder (gelieerd aan de initiator van het product en zelf geen maat in de maatschap). Het beleid van de productbeheerder is er niet actief op gericht om de huurders de woningen te doen verlaten. De belegger zelf stelt zich eveneens passief op. Na afloop van de contractsperiode van zeven jaar worden de resterende nog verhuurde woningen verkocht. Zo n beleggingsproduct valt in box 3. De belegger is voor zijn rendement namelijk geheel afhankelijk van de marktwerking en speelt in de geschetste situatie geen actieve rol in het geheel. Ik merk echter op dat niet elke woningmaatschap in box 3 valt. Telkens dient te worden getoetst of sprake is van winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden of van een beleggingsproduct dat in box 3 thuishoort. Zo kan bijvoorbeeld sprake zijn van normaal vermogensbeheer te buiten gaan of van uitponden (artikel 3.90 en 3.91, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001, hierna: Wet IB 2001) Gevolgen box 3 van de gerechtigdheid van een beneficiary in een trust De gerechtigdheid van een beneficiary in een trust behoort tot de rendementsgrondslag van box 3. Deze gerechtigdheid dient te worden gewaardeerd naar de waarde in het economische verkeer (artikel 5.3, tweede lid, onderdeel f, van de Wet IB 2001). Het antwoord op de vraag of sprake is van een gerechtigdheid, is onder meer afhankelijk van de trustakte en de overige feiten en omstandigheden. Omdat de trust vele verschijningsvormen kent, moet deze toets steeds worden gelegd. Van belang is dat sprake is van (voorwaardelijke) rechten op een uitkering uit het trustvermogen en niet van een enkele blote verwachting. Een blote verwachting is er eigenlijk alleen zolang iemand geen enkel juridisch of feitelijk (voorwaardelijk) recht op een uitkering uit het trustvermogen heeft. Ik merk op dat in de praktijk blijkt dat meestal sprake is van meer dan een blote verwachting. Verder merk ik op dat ook de gerechtigdheid tot andere doelvermogens (zoals de SPF, de Antilliaanse Stichting Particulier Fonds) tot de bezittingen van box 3 kan behoren.

4 4 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 2.3. Wettelijke verdeling Bij de wettelijke verdeling van een nalatenschap worden alle goederen toebedeeld aan de langstlevende echtgenoot onder de verplichting alle schulden van de nalatenschap voor zijn rekening te nemen. Daartegenover verkrijgen de kinderen een geldvordering wegens overbedeling op de achtergelaten echtgenoot. Artikel 5.4 van de Wet IB 2001 regelt dat de geldvordering van de kinderen op de achtergelaten echtgenoot van een overleden ouder geen bezitting is voor het bepalen van het inkomen uit sparen en beleggen. De met de geldvordering corresponderende schuld is voor de achtergelaten echtgenoot geen schuld in box 3. Met betrekking tot de toepassing van artikel 5.4 van de Wet IB 2001 geldt het volgende Kring van personen: stiefkind Voor de toepassing van artikel 5.4 van de Wet IB 2001 wordt onder het begrip kind mede begrepen een stiefkind. De bepaling is daarom ook van toepassing op de geldvordering van een stiefkind en de daarmee corresponderende schuld van de achtergelaten echtgenoot Renteloze geldvordering van kind op achtergelaten echtgenoot Het wettelijk erfrecht biedt de mogelijkheid om afwijkende afspraken te maken over de rente die verschuldigd is over de geldvordering van de kinderen. Zo kan in het testament worden bepaald dan wel door de langstlevende echtgenoot en de kinderen worden overeengekomen dat geen rente verschuldigd is over de geldvordering. Een renteloze vordering wordt voor de toepassing van de Wet IB 2001 aangemerkt als een bezitting waarop een genotsrecht is gevestigd. De vraag rijst dan of artikel 5.4 van de Wet IB 2001 van toepassing kan zijn op de vordering. Ik ben van oordeel dat artikel 5.4 van de Wet IB 2001 ook van toepassing is op een renteloze geldvordering als hiervoor bedoeld, indien binnen de kaders van het wettelijk erfrecht is bepaald of overeengekomen dat geen rente verschuldigd is. Overigens kan ook bij een ouderlijke boedelverdeling een genotsrecht op de geldvordering zijn gevestigd ten behoeve van de langstlevende echtgenoot. Ook in die situatie is artikel 5.4 van de Wet IB 2001 van toepassing Verdeling overeenkomstig artikel 5.4 van de Wet IB 2001 en legaat Uit artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001 volgt dat alle goederen (de activa) uit de nalatenschap bij de verdeling moeten toekomen aan de achtergelaten echtgenoot. Daartegenover staat dat ook alle schulden van de nalatenschap voor rekening komen van de achtergelaten echtgenoot. De uitoefening van een legaat door een kind binnen het kader van een met de wettelijke verdeling overeenkomende verdeling laat onverlet dat alle goederen van de nalatenschap zijn overgegaan op de achtergelaten echtgenoot en dat artikel 5.4 toepassing vindt. Volgens het wettelijk erfrecht is een legaat een vorderingsrecht dat de legataris heeft op de nalatenschap. Het legaat van het kind is een schuld die voor rekening komt van de achtergelaten echtgenoot.

5 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 5 Het vorderingsrecht van het kind op de achtergelaten echtgenoot ten aanzien van het legaat blijft echter wel buiten de werking van artikel Achtergelaten echtgenoot of (stief)kinderen erflater wonen buiten Nederland In de onderdelen a en c van het eerste lid van artikel 5.4 van de Wet IB 2001 wordt niet als voorwaarde gesteld dat de achtergelaten echtgenoot of de belastingplichtige in Nederland woont. De onderdelen a en c van het eerste lid van artikel 5.4 kunnen daarom ook van toepassing zijn op vorderingen en schulden die zijn ontstaan bij erfrechtelijke verdelingen waarbij de achtergelaten echtgenoot of de (stief-) kinderen van de erflater buiten Nederland wonen Keuzetestament Het testament van de erflater kan de achtergelaten echtgenoot als erfgenaam de keuze bieden tussen een vruchtgebruiklegaat en een verdeling van de nalatenschap die voldoet aan de voorwaarden van artikel 5.4. Indien de achtergelaten echtgenoot niet voor het vruchtgebruiklegaat kiest, maar (samen met de kinderen als erfgenamen) voor een verdeling van de nalatenschap die voldoet aan de voorwaarden van artikel 5.4 van de Wet IB 2001, is dit artikel van toepassing. Uit de wettekst in samenhang met de parlementaire geschiedenis volgt namelijk dat bepalend is of de verdeling van de nalatenschap voldoet aan de (materiële) voorwaarden die in artikel 5.4, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001 staan genoemd. Niet de inhoud van het testament is dus maatgevend, maar de uiteindelijk gevolgde feitelijke verdeling van de nalatenschap. Als de achtergelaten echtgenoot kiest voor het vruchtgebruiklegaat wordt niet voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 5.4 van de Wet IB De echtgenoot krijgt in dat geval immers niet (de volle eigendom van) alle goederen van de nalatenschap, maar alleen een recht van vruchtgebruik op die goederen Ik-opa-testament In een zogenoemd ik-opa-testament worden de kinderen van de erflater tot erfgenaam benoemd en legt de erflater aan zijn kinderen de last op dat zij aan hun kinderen (de kleinkinderen van de erflater) een bepaald bedrag schuldig erkennen. Bij een verdeling die voortvloeit uit dit ik-opa-testament, is artikel 5.4 van de Wet IB 2001 niet van toepassing, omdat niet wordt voldaan aan de (materiële) voorwaarden die in het eerste lid, onderdeel a, van dit artikel worden genoemd. Zo komen bij de verdeling van de nalatenschap niet alle goederen toe aan de achtergelaten echtgenoot en zijn de geldvorderingen van de kleinkinderen van de erflater geen geldvorderingen op de achtergelaten echtgenoot van een overleden ouder. De hier bedoelde situatie verschilt van de situatie waarin sprake is van een geldvordering die het kleinkind van de erflater heeft gekregen als gevolg van de wettelijke verdeling in samenhang met de regeling van de plaatsvervulling uit het erfrecht. In een dergelijke situatie kan onder voorwaarden artikel 5.4 van de Wet IB 2001 wel van toepassing zijn.

6 6 Vrijstellingen 3. Vrijstellingen 3.1. Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap De vrijstelling voor voorwerpen van kunst en wetenschap op grond van artikel 5.8 van de Wet IB 2001 is alleen van toepassing wanneer een belastingplichtige de volle eigendom heeft van het voorwerp van kunst of wetenschap. Van volle eigendom is sprake als men het volledige gebruiksen genotsrecht én het gehele belang bij de waardemutatie van het voorwerp van kunst of wetenschap heeft. Wanneer een belastingplichtige bijvoorbeeld alleen het vruchtgebruik heeft van een schilderij dat bij hem in eigen gebruik is, behoort de waarde van het vruchtgebruik tot de grondslag in box 3 en is de vrijstelling voor voorwerpen van kunst en wetenschap niet van toepassing. 4. Maatschappelijke beleggingen, indirecte beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen 4.1. Vrijstelling. Vruchtgebruik en blote eigendom van beleggingen De vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal is alleen van toepassing indien de belastingplichtige het volledige gebruiks- en genotsrecht daarvan heeft én de waardeverandering hem volledig aangaat. Aandelen in, winstbewijzen van en geldleningen aan bepaalde aangewezen fondsen kunnen worden aangemerkt als groene beleggingen (artikel 5.14 van de Wet IB 2001), sociaal-ethische beleggingen (artikel 5.15 van de Wet IB 2001), indirecte beleggingen in durfkapitaal (artikel 5.18 van de Wet IB 2001) of culturele beleggingen (artikel 5.18a van de Wet IB 2001). Rechten op aandelen, winstbewijzen en geldleningen zoals blote eigendom en vruchtgebruik van dergelijke aandelen, winstbewijzen en geldleningen worden niet expliciet genoemd. De vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal is daarom niet van toepassing voor het vruchtgebruik of de blote eigendom van dergelijke beleggingen. 5. Waardering 5.1. Waardering onroerende zaken in box 3 Uitgangspunt voor de waardering van onroerende zaken in box 3 is de waarde in het economische verkeer (artikel 5.19 van de Wet IB 2001). Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor de waardering van een

7 Waardering 7 woning die de belastingplichtige in belangrijke mate ter beschikking staat maar tevens niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat (de tweede woning). Op grond van artikel 5.20 van de Wet IB 2001 kan voor een dergelijke woning de WOZ-waarde worden gehanteerd. Met betrekking tot de waardering van onroerende zaken in box 3 geldt verder het volgende Participaties in vastgoedfondsen Participaties in open en besloten vastgoedfondsen moeten in aanmerking worden genomen naar de waarde in het economische verkeer. Open vastgoedfonds Een participatie in een open vastgoedfonds kan worden gelijkgesteld met een aandeel. Voor de waardering van deze participaties wordt uitgegaan van de waarde in het economische verkeer van het saldo van de onderliggende bezittingen en schulden. Voor beursgenoteerde fondsen geldt echter de slotnotering van de effecten zoals die is vermeld in de officiële prijscourant (artikel 5.21 van de Wet IB 2001). Besloten vastgoedfonds Voor de waardering van participaties in besloten vastgoedfondsen kan in veel gevallen aangesloten worden bij de aan- en verkoopprijzen van de participaties zoals die op of rond de peildatum worden gehanteerd Verhuurde panden in box 3 Voor de waardering van verhuurde panden in box 3 kan niet de WOZwaarde worden gehanteerd. Evenmin kan jaarlijks de gemiddelde prijsstijging in aanmerking genomen worden. De gemiddelde prijsstijging van verhuurde woningen kan bijvoorbeeld belangrijk afwijken van de prijsstijging van woningen die tot hoofdverblijf dienen. Ook een algemene afwaardering op de leegwaarde in het economische verkeer voor verhuurde woningen is niet mogelijk, omdat te veel factoren de waarde in verhuurde staat mede bepalen In het buitenland gelegen tweede woning die in belangrijke mate ter beschikking staat Artikel 5.20 van de Wet IB 2001 is niet van toepassing op buitenlandse woningen, omdat deze woningen geen WOZ-waarde hebben. De waardering van artikel 5.20 van de Wet IB 2001 geldt alleen voor woningen die een WOZ-waarde hebben. Een buitenlandse tweede woning moet dus worden gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer, ook als de woning in het buitenland wordt gewaardeerd volgens een waarderingsysteem dat overeenkomt met de WOZ Vruchtgebruik en blote eigendom van een (eigen) woning De belastingheffing over het recht van vruchtgebruik en de blote eigendom van een woning verloopt als volgt. Belastingheffing bij de vruchtgebruiker Als het vruchtgebruik krachtens erfrecht is verkregen én de woning hoofdverblijf is, geldt de eigenwoningregeling (art van de Wet IB 2001).

8 8 Waardering Als er geen sprake is van een eigen woning wordt het vruchtgebruik belast in box 3. De waarde van het vruchtgebruik wordt forfaitair bepaald overeenkomstig artikel 19 van het Uitvoeringsbesluit IB 2001 (hierna: UBIB 2001). Uitgangspunt voor de waardering van het vruchtgebruik is de waarde in het economische verkeer van de woning op de peildata. De WOZ-waarde is niet van toepassing. De WOZ-waardering op grond van artikel 5.20 van de Wet IB 2001 geldt alleen voor de woning die de belastingplichtige niet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. Belastingheffing bij de blote eigenaar De blote eigendom behoort voor de blote eigenaar tot zijn rendementsgrondslag van box 3. De blote eigendom wordt gewaardeerd op het verschil tussen de waarde in het economische verkeer van de woning en de forfaitair te bepalen waarde van het vruchtgebruik (artikel 5.22 van de Wet IB 2001). De WOZ-waarde is niet van toepassing, ook niet als voor de vruchtgebruiker de eigenwoningregeling van toepassing is. De WOZwaardering op grond van artikel 5.20 van de Wet IB 2001 geldt alleen voor de woning die de belastingplichtige in belangrijke mate ter beschikking staat. De woning staat niet de blote eigenaar maar de vruchtgebruiker ter beschikking Recht van vruchtgebruik en metterwoonclausule Een recht van vruchtgebruik in box 3 dat eindigt bij overlijden wordt forfaitair gewaardeerd op grond van artikel 19, eerste lid, van het UBIB Deze waarderingsregel is niet van toepassing, indien een metterwoonclausule geldt. Dat wil zeggen dat het recht van vruchtgebruik eerder eindigt dan bij het overlijden indien de vruchtgebruiker de woning verlaat (bijvoorbeeld wegens opname in een verzorgingstehuis). De waarde van het recht van vruchtgebruik moet dan ingevolge artikel 19, negende lid, van het UBIB 2001 worden gesteld op het bedrag waarvoor dit zou kunnen worden aangekocht. Goedkeuring Uit praktische overwegingen keur ik goed dat de waarde van een vruchtgebruik in box 3 waarbij een metterwoonclausule geldt, kan worden bepaald op basis van de regels die gelden voor de waardering van een vruchtgebruik dat afhankelijk is van het leven (artikel 19, eerste, vijfde en zesde lid, van het UBIB 2001). Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden: 1. De vruchtgebruiker en de blote eigenaar doen beiden een beroep op deze goedkeuring; én 2. Het recht van vruchtgebruik en de blote eigendom van de onroerende zaak behoren voor de vruchtgebruiker respectievelijk de blote eigenaar tot de bezittingen in de zin van artikel 5.3 van de Wet IB Tijdig verzoek voorlopige aanslag en box 3 Belastingschulden als bedoeld in artikel 5.3, derde lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001 worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de rendementsgrondslag in box 3.

9 Waardering 9 In een aantal gevallen kan de belastingplichtige de eventueel nadelige gevolgen van deze bepaling voorkomen door tijdig een verzoek om een (nadere) voorlopige aanslag bij de inspecteur in te dienen en vervolgens de naar aanleiding van dit verzoek opgelegde voorlopige aanslag voor de relevante peildatum van box 3 te betalen. Indien de belastingplichtige vóór 1 oktober een schriftelijk verzoek doet om een (nadere) voorlopige aanslag, kan hij er redelijkerwijs van uitgaan dat de gevraagde voorlopige aanslag nog in het lopende kalenderjaar wordt opgelegd. Hierdoor kan, uiteraard met inachtneming van tijdige betaling, een eventueel belastingnadeel als hiervoor bedoeld worden voorkomen. Goedkeuring Indien de besluitvorming door de inspecteur meer tijd heeft gevergd dan gebruikelijk is en de belastingplichtige hiervan geen verwijt kan worden gemaakt, bestaat aanleiding om de belastingplichtige via een goedkeuring tegemoet te komen. De goedkeuring ziet op de situatie dat een belastingplichtige tijdig, dat wil zeggen vóór 1 oktober van het desbetreffende kalenderjaar, schriftelijk om een (nadere) voorlopige aanslag heeft verzocht doch de inspecteur daaraan geen gevolg heeft gegeven, althans niet op een zodanig tijdstip dat belastingplichtige redelijkerwijs nog voor de peildatum van box 3 kan betalen. Voor een situatie, zoals hierboven omschreven, keur ik goed dat de desbetreffende belastingschuld reeds per 31 december van dat jaar als betaald kan worden beschouwd bij de berekening van de rendementsgrondslag in box 3, zodat dit bedrag in mindering komt op de bezittingen. Het in mindering te brengen bedrag is gebaseerd op de - volgens het verzoek op te leggen, doch achterwege gebleven (nadere) voorlopige aanslag, dit evenwel tot ten hoogste het bedrag dat uiteindelijk op aanslag is verschuldigd en binnen de betalingstermijn is betaald. De tegemoetkoming kan worden geëffectueerd door bij de aangifte het bedrag van één of meer van de (niet vrijgestelde) bezittingen te verlagen waardoor wordt bereikt dat het totaal van de bezittingen wordt verlaagd met vorenbedoeld in mindering te brengen bedrag. De verlaging mag er niet toe leiden dat één van de bezittingen of het totaal van de bezittingen op een negatief bedrag uitkomt. Als de aanslag inkomstenbelasting over het desbetreffende jaar reeds is opgelegd kan de tegemoetkoming ook op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige worden geëffectueerd door een vermindering van de aanslag. In de situatie dat de peildatum van de vermogensrendementsheffing valt in de loop van het kalenderjaar (overlijden/emigratie), geldt de goedkeuring eveneens indien het verzoek om een voorlopige aanslag is ingediend uiterlijk drie maanden vóór die peildatum.

10 10 Overgangsrecht 6. Overgangsrecht 6.1. Lopende en uitgestelde termijnen van huren, pachten en renten Op grond van hoofdstuk 2, artikel I, onderdelen AK en AKa, van de Invoeringswet Wet IB 2001 worden bepaalde op 31 december 2000 lopende termijnen van huren, pachten en renten van schuldvorderingen voor zover deze in het jaar 2000 zijn gerijpt - en bepaalde op 31 december 2000 gerijpte maar nog niet genoten termijnen van huren, pachten en renten van schuldvorderingen aangemerkt als inkomen uit werk en woning. Daarbij geldt het volgende Lopende en uitgestelde termijnen van huren en pachten. Toerekening bij fiscale partners Voor op 31 december 2000 lopende termijnen van huren en pachten voor zover deze in het jaar 2000 zijn gerijpt - en bepaalde op 31 december 2000 gerijpte maar nog niet genoten termijnen van huren en pachten geldt bij fiscale partners de hoofdregel van artikel 2.17, eerste lid, van de Wet IB 2001 dat deze inkomsten in aanmerking worden genomen bij de partner die de huren of pachten heeft genoten Temporisering en maximering aftrek meegekochte rente In hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AK, van de Invoeringswet Wet IB 2001 is hoofdstuk 2 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: Wet IB 1964) van toepassing verklaard. Dit houdt in dat ook artikel 38, vijfde lid van die wet van toepassing is op per 31 december 2000 lopende termijnen. Voor meegekochte rente die betrekking heeft op rente die is aangegroeid vóór 1 januari 2001 geldt dan het volgende. Op de ontvangen rente die uit hoofde van onderdeel AK in de belastingheffing wordt betrokken als inkomen uit werk en woning (box 1), kan op grond van artikel 38, vijfde lid, van de Wet IB 1964 in mindering komen de meegekochte rente die in 2000 niet aftrekbaar is omdat die in dat jaar meer bedroeg dan de ontvangen rente van soortgelijke vorderingen. Hiervoor blijft gelden dat niet meer aftrekbaar is dan op grond van het overgangsrecht als inkomen uit werk en woning in het inkomen wordt begrepen aan ontvangen rente uit soortgelijke vorderingen. Voor meegekochte rente die betrekking heeft op rente die is aangegroeid na 1 januari 2001 zijn de regels van de Wet IB 2001 van toepassing. Deze meegekochte rente is niet aftrekbaar in box 1. In box 3 geldt een vrijstelling voor rentetermijnen met een looptijd van een jaar of korter Rente uit bepaalde erfrechtelijke overbedelingsvorderingen Op 31 december 2000 gerijpte maar nog niet genoten rente wordt belast als inkomen uit werk en woning in box 1 in het jaar waarin de rente wordt genoten volgens de bepalingen van de Wet IB 1964 (Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AKa, van de Invoeringswet Wet IB 2001). Deze regeling geldt niet voor (lopende) rentetermijnen van bepaalde erfrechtelijke

11 Inwerkingtreding en intrekking besluiten 11 overbedelingsvorderingen. Bij deze overbedelingsvorderingen is namelijk vaak sprake van rente die pas opeisbaar is (gelijktijdig met de hoofdsom) bij overlijden van de achtergelaten echtgenoot Rentebetaling vóór overlijden van de langstlevende echtgenoot Uit de voorwaarden die zijn opgenomen in Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AKa, derde lid juncto onderdeel AK, vierde lid, van de Invoeringswet IB 2001, volgt onder meer dat op het moment van verrekening de genieter van de rente zowel schuldeiser als schuldenaar moet zijn van de geldvordering. Dit is niet het geval als de rente vóór het overlijden van de overgebleven echtgenoot wordt betaald, bijvoorbeeld bij aflossing van de overbedelingsvordering op grond van overige in het wettelijke erfrecht geregelde opeisbaarheidsgronden zoals hertrouwen. De genoten rente valt dan niet onder de uitzondering van het vierde lid, onderdeel AK en derde lid, onderdeel AKa van Hoofdstuk 2, artikel I van de Invoeringswet Wet IB 2001, en wordt belast als inkomen uit werk en woning in box Inbrengschuld door uitoefening keuzelegaat Uit de wettelijke voorwaarden die zijn opgenomen in Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AKa, derde lid juncto onderdeel AK, vierde lid, van de Invoeringswet IB 2001 volgt onder meer dat de rentetermijn moet zijn ontstaan door de verdeling van een nalatenschap. De rente over een inbrengschuld in verband met de uitoefening van een keuzelegaat valt niet onder de hiervoor genoemde uitzondering en wordt belast als inkomen uit werk en woning. Door de uitoefening van het keuzelegaat blijft de nalatenschap in stand. Er zijn dus ook geen overbedelingsschulden ontstaan. 7. Inwerkingtreding en intrekking besluiten Dit besluit treedt in werking met ingang van de dagtekening van dit besluit. De besluiten van 25 augustus 2000, nr. CPP2000/1313M, vragen B.3.6.e, B.5.1.d, C.6 en C.7, 18 januari 2001, nr. CPP2000/2598M, 13 februari 2001, nr. CPP2000/3210M, vraag B.5.1.g, 30 november 2001, nr. CPP2001/3035M, vragen C.45, C.46, C.47 en C.48, 5 juni 2003, nr. CPP2003/1013M, 23 oktober 2003, nr. CPP2003/2146M, 12 december 2003, nr. CPP2003/2145M, 9 februari 2004, nr. CPP2003/2040M, 21 januari 2005, nr. DGB2005/150M en 2 mei 2005, nr. CPP2005/1039M zijn met ingang van de dagtekening van dit besluit ingetrokken.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21344 29 december 2010 Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) 19 december 2010 Nr. DGB2010/4308M,

Nadere informatie

Besluit van 16 februari 2012, nr. BLKB 2012/137M, Staatscourant 29 februari 2012, nr. 3802

Besluit van 16 februari 2012, nr. BLKB 2012/137M, Staatscourant 29 februari 2012, nr. 3802 Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 februari 2012, nr. BLKB 2012/137M, Staatscourant

Nadere informatie

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956 Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.214 Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956 tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 4.4.2012 Nr. BLKB2012/103M, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2015

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2015 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2015 Inhoud 1 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 3 1.1 Voordeel uit sparen en beleggen 3 1.2 Roerende

Nadere informatie

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende: 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een

Nadere informatie

Voordeel uit sparen en beleggen

Voordeel uit sparen en beleggen bij Opgaaf wereldinkomen 20 Had u in 20 bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan is het voordeel uit sparen en beleggen een vast rendement van 4% van uw Nederlandse en niet-nederlandse

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2012/103M, Staatscourant

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Voordeel uit sparen en beleggen

Voordeel uit sparen en beleggen Had u in 2010 bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan is het voordeel uit sparen en beleggen een vast rendement van 4% van uw Nederlandse en niet-nederlandse bezittingen samen,

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 8 hoofdstuk Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Oefenopgaven Opgave 8.1 a. Box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. b. De rendementsgrondslag wordt vastgesteld naar de waarde van de bezittingen

Nadere informatie

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2016

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2016 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2016 Inhoud 1 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 3 1.1 Voordeel uit sparen en beleggen 3 1.2 Roerende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Schenk- en erfbelasting. Toepassing van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Schenk- en erfbelasting. Toepassing van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 57602 1 november 2016 Schenk- en erfbelasting. Toepassing van artikel 9, 10 en 15 van de Successiewet 1956 18 oktober

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Maatstaf van heffing

Overdrachtsbelasting. Maatstaf van heffing Overdrachtsbelasting. Maatstaf van heffing 1 Overdrachtsbelasting. Maatstaf van heffing Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector Brieven & beleidsbesluiten Besluit van 19 februari

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68 68 88april 2009 Inkomstenbelasting Direct durfkapitaal 24 maart 2009 Nr. BCPP2009/170M Belastingdienst/Centrum voor

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

Voordeel uit sparen en beleggen

Voordeel uit sparen en beleggen Had u in 2011 bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan is het voordeel uit sparen en beleggen een vast rendement van 4% van uw Nederlandse en niet-nederlandse bezittingen samen,

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2017

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2017 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2017 Inhoud 1 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 3 1.1 Voordeel uit sparen en beleggen 3 1.2 Roerende

Nadere informatie

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging door aanstaande echtgenoot, aanstaande partner, ex-echtgenoot of ex-partner. Gemeenschappelijke huishouding bij opname in tehuis 1 Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve

Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve 1 Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven en beleidsbesluiten Besluit van 24 juni 2005, nr. CPP2005/1323M

Nadere informatie

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of

Nadere informatie

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Vergeten testament. Informele wil 1 Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37880

Nadere informatie

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.6 Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 6.7.2009

Nadere informatie

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen.

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen. ERFBELASTING IN FRANKRIJK Tarieven en vrijstellingen geldend per 1 januari 2018 Grondslagen voor heffing De Franse fiscus heft erfbelasting wanneer: a) de overledene in Frankrijk woont op het moment van

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

Voordeel uit sparen en beleggen

Voordeel uit sparen en beleggen Had u in 2012 bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan is het voordeel uit sparen en beleggen een vast rendement van 4% van uw Nederlandse en niet-nederlandse bezittingen samen,

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 1 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven

Nadere informatie

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was 11 IB 174-1T11FD Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was Had u of uw fiscale partner in 2011 een eigen woning? Dan mag u bepaalde kosten voor uw eigen woning aftrekken,

Nadere informatie

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen Inleiding In box 3 wordt het inkomen uit vermogen van een belastingplichtige belast. Het vermogen bestaat uit de bezittingen van een belastingplichtige min

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 13664 15 september 2009 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 7 september 2009 Nr. CPP2009/1290M

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2018

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2018 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over inkomen uit sparen en beleggen 2018 Inhoud 1 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 3 1.1 Voordeel uit sparen en beleggen 3 1.2 Roerende

Nadere informatie

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen: Directoraat-Generaal Belastingdienst/ Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 22 januari 2010, nr. DGB 2010/415 M, Staatscourant 2010, 1372 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon?

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? MR. MARGRIET G. EERENSTEIN 1 De minister van Financiën heeft op 23 november

Nadere informatie

Regeling. pagina 1 van 8

Regeling. pagina 1 van 8 Regeling voor een doelmatige belastingheffing over inkomsten uit sparen en beleggen, welke verworven zijn door participanten in een fiscaal transparante GmbH & Co. KG. Heerlen, pagina 1 van 8 1.

Nadere informatie

Bijlage I Berekening waarde vruchtgebruik en periodieke uitkeringen 191. Bijlage II Afgeronde overlevingstafel (GBM/GBV ) 193

Bijlage I Berekening waarde vruchtgebruik en periodieke uitkeringen 191. Bijlage II Afgeronde overlevingstafel (GBM/GBV ) 193 Inhoud Voorwoord 11 1 Erfrecht in vogelvlucht 13 1.1 Wettelijk erfrecht 13 1.2 Invloed huwelijk op nalatenschap 14 1.3 Wettelijke verdeling 15 1.3.1 Gevolgen van wettelijke verdeling voor erfbelasting

Nadere informatie

03-05-2016. Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer?

03-05-2016. Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer? Onbezorgd ouder worden Deel I Ouder worden en zorg Ouder worden en zorg Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten Wanneer? U woont in een zorginstelling; U heeft een volledig pakket thuis of modulair

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BK6608

ECLI:NL:RBLEE:2009:BK6608 ECLI:NL:RBLEE:2009:BK6608 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer AWB 08/2412 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M Successiewet. Vrijstellingen successie- en schenkingsrecht. Juridische fusie 1 Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M Successiewet. Vrijstellingen successie- en schenkingsrecht.

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 15 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 Inleiding / 17 Korte historische schets / 17 Rechtsgronden / 20 Civielrechtelijke

Nadere informatie

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was

Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was 10 IB 174-1T01FD Saldo van inkomsten en aftrekposten van de eigen woning die uw hoofdverblijf was Had u of uw fiscale partner in 2010 een eigen woning? Dan mag u bepaalde kosten voor uw woning aftrekken,

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Giften

Inkomstenbelasting. Giften Inkomstenbelasting. Giften 1 Inkomstenbelasting. Giften Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 21 december 2007 nr. CPP2007/2873, Stcrt.

Nadere informatie

Hypotheek en levensverzekering

Hypotheek en levensverzekering Hypotheek en levensverzekering Wanneer u voor de financiering van een huis een hypothecaire lening afsluit, verlangt de financier vaak dat tevens een levensverzekering op uw leven wordt afgesloten. Als

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. ib 801-1z*1fd INKOMSTENBELASTING

Nadere informatie

1. Lijst van afkortingen

1. Lijst van afkortingen Natuurschoonwet 1928 1 Natuurschoonwet 1928 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector Brieven & Beleidsbesluiten Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/205M, Stcrt. nr. 202

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Auteur: - Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Op 4 april is een nieuw besluit uitgevaardigd

Nadere informatie

mr. S.H. Hoogeveen Kandidaat-notaris

mr. S.H. Hoogeveen Kandidaat-notaris mr. S.H. Hoogeveen Kandidaat-notaris Uw vermogen in 2015, voorbereid op de toekomst Het beheren van uw vermogen Belastingen Eigen bijdrages De volgende generatie Het beheren van uw vermogen Wie mag uw

Nadere informatie

Voordeel uit sparen en beleggen

Voordeel uit sparen en beleggen Had u in 2013 bezittingen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan is het voordeel uit sparen en beleggen een vast rendement van 4% van uw Nederlandse en niet-nederlandse bezittingen samen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 642 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Belastingservice ouderenbonden Projectgroep Belasting van de SBOG. Gezamenlijke terugkomdag 24 oktober 2013

Belastingservice ouderenbonden Projectgroep Belasting van de SBOG. Gezamenlijke terugkomdag 24 oktober 2013 Belastingservice ouderenbonden Projectgroep Belasting van de SBOG Gezamenlijke terugkomdag 24 oktober 2013 Vruchtgebruik of beperkt eigendom Het gaat hier NIET om: vruchtgebruik van een woning die u door

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 11 november 2011, nr. BLKB2011/1208M, Staatscourant

Nadere informatie

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen Inleiding In box 3 wordt het inkomen uit vermogen van een belastingplichtige belast. Het vermogen bestaat uit de bezittingen van een belastingplichtige min

Nadere informatie

Testamenten lezen. Inleiding en onderwerpen. Tot stand komen van een testament 03-09-15. en andere notariële zaken

Testamenten lezen. Inleiding en onderwerpen. Tot stand komen van een testament 03-09-15. en andere notariële zaken Testamenten lezen en andere notariële zaken Janien Zomer Carina Hudepohl Inleiding en onderwerpen Het opmaken van een testament Wettelijk erfrecht Verschillende soorten testamenten De executeur Erven De

Nadere informatie

INA onverdeelde eigen woning module

INA onverdeelde eigen woning module INA onverdeelde eigen woning module Met deze module wordt u geholpen om de posten met betrekking tot een onverdeelde eigen woning correct in te vullen. Door de vragen in de Onverdeelde eigen woning module

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,

Nadere informatie

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2008, 574 HOOFDSTUK 1 REIKWIJDTE

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1. Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/1680M, Stcrt. nr. 202

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1. Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/1680M, Stcrt. nr. 202 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven

Nadere informatie

ERFBELASTING IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2017)

ERFBELASTING IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2017) ERFBELASTING IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2017) Heering Associates 1 januari 2017 Heering Associates Gebouw De Koophandel Herengracht 141 1015 BH Amsterdam 020-7 222 111 www.heeringassociates.eu Heering

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst van

Informatiebijeenkomst van Welkom Informatiebijeenkomst van Fiscale- en administratieve dienstverlening: - verzorging financiële administraties - samenstellen jaarrekeningen - verzorging loonadministraties - verzorging aangifte

Nadere informatie

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Op 1 januari 2010 is de Successiewet 1956 gewijzigd. Er is veel gewijzigd. Hieronder zijn enkele wijzigingen vermeld welke ook voor

Nadere informatie

Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3

Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3 Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3 FFP Forum, 4 april 2019 Ferd Beukers Jan Vrusch Fiscaal Juridisch Adviesbureau Programma Fiscale aspecten onroerende zaken in box 3 Inleiding Particuliere verhuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

Echtscheiding en eigen woning

Echtscheiding en eigen woning Echtscheiding en eigen woning 25 april 2013 Echtscheiding is aan de orde van de dag. Ruim 36 % van alle huwelijken eindigt door echtscheiding. Onder ondernemers ligt dat percentage nog wat hoger. Bij een

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Financiële Planning. Nabestaandenpensioen in de SPMS regeling Erfrecht Successiewet, schenk- en erfbelasting Eigen bijdrage AWBZ

Financiële Planning. Nabestaandenpensioen in de SPMS regeling Erfrecht Successiewet, schenk- en erfbelasting Eigen bijdrage AWBZ Financiële Planning Nabestaandenpensioen in de SPMS regeling Erfrecht Successiewet, schenk- en erfbelasting Eigen bijdrage AWBZ Alisen Düzgün, financieel planner bestuursbureau SPMS advies@spms.nl 030-6937680

Nadere informatie

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES)

Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) Besluit van tot vaststelling van het besluit ter voorkoming van dubbele belasting voor de BES eilanden (Besluit ter voorkoming dubbele belasting BES) 2010/555; Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005 Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand 1 januari 2005 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer BIVO/2013/30024 Wettelijke grondslag: Wet werk en bijstand Beleidsregels krediethypotheek Wet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2 Inkomstenbelasting NW 2 programma Belastbare inkomsten uit eigen woning Eigen woning en eigenwoningforfait; Kapitaalverzekering eigen woning; Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve; Aftrekbare kosten;

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 De Staatssecretaris van Financiën; Handelende na overleg met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 633 Wet van 15 december 1995, houdende wijziging van de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting (belastingheffing in geval van tijdelijke

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2 Inkomstenbelasting NW 2 programma Belastbare inkomsten uit eigen woning Eigen woning en eigenwoningforfait; Kapitaalverzekering eigen woning; Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve; Aftrekbare kosten;

Nadere informatie

Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW

Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN 31 juli 2013 INLEIDING De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van

Nadere informatie

Variant 1 t/m 3: Wettelijke verdeling gelijke erfdelen

Variant 1 t/m 3: Wettelijke verdeling gelijke erfdelen Geachte heer X, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte van

Nadere informatie

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14-12-2011, nr. BLKB/2011/1803M, Staatscourant 2011, nr. 23104 De staatssecretaris

Nadere informatie

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop

Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop Checklist Eigen woning Van aankoop tot verkoop 1. Aankoop van de eigen woning De inkomstenbelasting heeft een speciale fiscale regeling voor eigenwoningbezitters (de zogenoemde eigenwoningregeling). Men

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015 Het college maakt altijd gebruik van haar bevoegdheid om ter zekerheid van terugbetaling van de door haar verstrekte bijstand in het geval

Nadere informatie

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB2011/137M, Staatscourant 7 juli 2011, nr. 12049 De staatssecretaris

Nadere informatie

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017 Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017 Maatregelen tegen box 2-beleggen in VBI s De belastingdruk op box 2-vermogen kan worden beperkt door vermogen waarop een abclaim rust onder te brengen in een vrijgestelde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor

Nadere informatie

Radartestament. En andere interessante fiscale en juridische varia

Radartestament. En andere interessante fiscale en juridische varia Radartestament En andere interessante fiscale en juridische varia Nut en noodzaak van een testament 70% van de Nederlanders heeft geen testament (Zelfs) bij 60+ rs heeft meer dan 50% geen testament 30%

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao Second Home oktober 2017 - Utrecht Maurice De Clercq Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012 Erf- en schenkbelasting - eindejaarstips Tijdelijk ruimere vrijstelling schenking voor eigen woning Vanaf 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt een verruimde schenkingsvrijstelling van 100.000 als het

Nadere informatie

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015 Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER 1. Voor welke schenking is een notariële akte verplicht? A. Voor de schenking van een effectenportefeuille. B. Voor de schuldigerkenning uit vrijgevigheid

Nadere informatie