Rapportage DR, Dierregistraties T.b.v. Directie Dierlijke Agroketen en Dierenwelzijn (DAD)

Transcriptie

1 Rapportage DR, Dierregistraties T.b.v. Directie Dierlijke Agroketen en Dierenwelzijn (DAD) 4e kwartaal Dienst Regelingen Gegevensmanagement I&R Dieren Mandemaat 3 Postbus AH ASSEN Contactpersoon Ton Huizinga Uitvoeringsspecialist T.K. Huizinga@dienstregelingen.nl Datum 13 februari 2014

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Managementsamenvatting...3 BRS / UBN registratie BRS registratie UBN registratie Kwaliteit en beschikbaarheid meldsystemen Kwaliteit en beschikbaarheid meldsystemen I&R Rund Opbouw runderen Oormerken Bestellingen Kwaliteit meldgedrag Meldgedrag Runderen zonder nieuwe verblijfsplaats Aansluiting data aan- en afvoer rundverblijfplaatsen Handhaving I&R Rund Registratie vlaggen Verbodsovertredingen Import / export Informatievoorziening I&R Schapen en Geiten Oormerken Bestellingen Kwaliteit meldgedrag Meldgedrag Aansluiting data aan- en afvoer schaap/geit verblijfplaatsen Handhaving I&R Schapen en geiten Import I&R Varkens Telefoon bij het DR-Loket en Dierregistraties Recht en rechtsbescherming Klachtenregistratie Facturatie Telefonie Bezwaren...40 Pagina 2 van 40

3 1 Managementsamenvatting Dienst Regelingen, afdeling Gegevensmanagement Alfanumeriek, maakt elk kwartaal een rapportage op over diverse onderwerpen met betrekking tot dierregistraties. Dit is de eerste versie die openbaar beschikbaar komt. Er is besloten om deze informatie breder te delen. In deze rapportage kunt u lezen wat de belangrijkste ontwikkelingen zijn geweest in het afgelopen kwartaal. Ook wordt informatie gegeven over de kwaliteit van het I&R systeem. In het vierde kwartaal en over het complete jaar zijn er een aantal zaken die opvallen. Deze worden hieronder in het kort beschreven. Het aantal geregistreerde runderen neemt nog steeds toe. Voor geiten geldt ten opzichte van het derde kwartaal een lichte daling. Bij schaap is er een sterke daling te zien. Ten opzichte van 2012 is er in een stijging van runderen en geiten en een daling van schapen. Het aantal rundermeldingen is in toegenomen. Voor schaap en geit is er een daling. Sinds 2 september is het Overzicht maatregelen uitgebreid met informatie over meldingen. Op dit overzicht staan nu ook meldingen die door Dienst Regelingen zijn geplaatst, ingetrokken of hersteld. Hierdoor is er een lichte toename van informatieproducten. Pagina 3 van 40

4 2 BRS / UBN registratie Dienst Regelingen, Dierregistraties houdt zich onder andere bezig met de uitgifte en het beheer van UBNregistraties. In dit hoofdstuk vindt u informatie over het aantal actieve UBN s en de registratie van houders bij Dierregistraties. 2.1 BRS registratie Alle houders van één of meerdere UBN s moeten worden geregistreerd met een BRS-nummer. Deze registratie is noodzakelijk voor het kunnen registreren van meldingen, het doen van aanvragen en het plaatsen van bestellingen. Wanneer houders niet zijn gekoppeld aan een BRS-nummer, dan kunnen zij de I&R registratie niet op orde houden. Per 1 januari 2014 staan er actieve UBN s geregistreerd. 2.2 UBN registratie Elke houder die runderen, varkens, schapen of geiten wil gaan houden moet zich melden bij Dienst Regelingen, Dierregistraties. Als een houder beschikt over een BRS-nummer en inloggegevens dan kan hij zelf via Mijn Dossier een UBN aanvragen voor de locatie waar hij één of meer van genoemde diersoort(en) wil gaan houden. UBN-mutaties kunnen houders ook zelf aan DR doorgeven in I&R Internet (Mijn Dossier). In onderstaande tabel 1 is aangegeven hoeveel UBN s per diersoort actief zijn. Eén UBN kan voor meerdere diersoorten actief zijn. Het totaal aantal actieve UBN s is dus niet gelijk aan de som van het aantal actieve UBN s per diersoort. Bij de diersoorten schaap en geit is er nog steeds een lichte stijging van UBN s. Bij het aantal varkens-ubn s was voor het eerst in geen daling zichtbaar. Pagina 4 van 40

5 Tabel 1: Aantal actieve UBN s per diersoort per kwartaal e k w. 2 e k w. 3e kw. 4 e kw. 1 e kw. 2e kw. 3e kw. 4 e kw. Sch apen over ig Sch apen m elk G eit o verig G eiten m elk Ru nde ren Var kens In onderstaande tabel 2 wordt het aantal UBN s getoond dat zowel voor de diersoorten schaap en geit actief is. Tabel 2: Aantal actieve gecombineerde schapen/geiten UBN s e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Schapen / geiten In tabel 3 is weergegeven de bedrijfsomvang van de UBN s met het type veehouderij. Deze informatie is voor diersoort varken niet beschikbaar omdat hier geen individuele dieren geregistreerd worden. Tabel 3: Aantal UBN s per dieraantal op 1 januari 2014 Diersoort 1e kw. Diersoort 2e kw. Diersoort 3e kw. Diersoort 4e kw. Aantal dieren Rund Schapen Geiten Totaal Rund Schapen Geiten Totaal Rund Schapen Geiten Totaal Rund Schapen Geiten Totaal > Totaal Pagina 5 van 40

6 De aantallen in tabel 3 komen niet overeen met die van tabel 1. Dit komt omdat bij tabel 3 wordt uitgegaan van een peildatum en tabel 1 is een gemiddelde van 3 maanden. Bij elk UBN dat geregistreerd wordt, moet het type vestiging gemeld worden. In tabel 4 is te zien welke typen vestigingen voor de verschillende diersoorten geregistreerd zijn. Als een UBN voor meerdere diersoorten actief is, dan wordt het type vestiging ook bij beide diersoorten geteld. Tabel4: Aantal UBN s opgesplitst naar type 4e kwartaal Schapen Geiten Runderen Varkens Totaal Destructor Evenemententerrein Slachtplaats Veehouder Verzamelplaats Merkleverancier Totaal Op een actief UBN hoeven niet daadwerkelijk dieren geregistreerd te staan. UBN s kunnen bijvoorbeeld geregistreerd staan als evenemententerrein. Alleen op de dagen van het evenement staan hier dieren geregistreerd, de rest van het jaar is het UBN leeg. In onderstaand tabel 5 is weergegeven op hoeveel UBN s ook daadwerkelijk dieren worden gehouden. Voor de diersoort varken is deze informatie niet beschikbaar omdat hier alleen verplaatsingen worden vermeld. Bij de diersoort rund is een daling van actieve UBN s met dieren zichtbaar, terwijl er een stijging is bij het aantal actieve UBN s. Dit houdt dus in dat er ook meer leegstaande UBN s voor de diersoort rund zijn. Tabel 5: Aantal actieve UBN s met dieren e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Toe-of afname (4e kw. 12-4e kw. 13 Schapen Geiten Schaap/Geit Rund Pagina 6 van 40

7 In onderstaande tabel 6 is te zien hoeveel dieren in het I&R-systeem geregistreerd staan. Hierbij gaat het om de dieren die op de verschillende typen UBN s geregistreerd staan, dus ook op de slachthuizen en verzamelplaatsen. Het gaat hier om het aantal dieren dat op de 1 e dag van het kwartaal geregistreerd staat. Als deze datum op in het weekend valt, dan is het aantal dieren waarschijnlijk lager (geen actie op bijvoorbeeld slachthuizen). Tabel 6: Aantal geregistreerde dieren op de 1 e dag van het kwartaal e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Schapen Geiten Rund Geregistreerde dieren in I&R Toe-of afname (4e kw. 13-4e kw. 12) Schapen Geiten Rund e kw e kw e kw e kw e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Toe-of afname (4e kw. 13-4e kw. 12) Pagina 7 van 40

8 3 Kwaliteit en beschikbaarheid meldsystemen Houders kunnen via verschillende meldkanalen meldingen aan het I&R-systeem aanbieden. In dit hoofdstuk is informatie opgenomen over de kwaliteit en de beschikbaarheid van deze verschillende meldkanalen. 3.1 Kwaliteit en beschikbaarheid meldsystemen Houders kunnen via onderstaande meldkanalen informatie aanbieden of opvragen bij het I&Rsysteem: - Internet (EZ): dit is het systeem dat via is te bereiken. Alle applicaties staan in Mijn Dossier. Voor dit meldkanaal hebben houders de inloggegevens van DR, DigiD of e- herkenning nodig. - Basis Systeem (EZ): dit is het I&R systeem dat door de medewerkers van de afdeling Dierregistraties wordt gebruikt. Hier wordt informatie in opdracht van de houders verwerkt. - VRS (EZ): via dit meldkanaal kunnen houders telefonisch mutaties doorvoeren en informatie opvragen. Hier zijn de inloggegevens van DR noodzakelijk. - Webservices (BMS): dit kanaal wordt gebruikt door bedrijfsmanagementsystemen. Hier kunnen houders gebruik van maken als er machtigingen zijn geregistreerd of als het pakket over de inloggegevens van de houder beschikt. - Ruim 97% van alle meldingen in het I&R-systeem worden geregistreerd via managementpakketten. Deze meldingen komen dan via de webservice binnen. In totaal zijn er circa houders die via BMS gegevens aanleveren. Hiervan zijn circa houders (14%) die zelf via BMS aanleveren en circa houders (ca. 86%) die via derden gegevens aanleveren. Totaal zijn er 182 derde partijen die webservices aanbieden. Het VRS-kanaal wordt voornamelijk gebruikt door houders die niet over internet beschikken. In 2012 waren er slechts 348 relaties die alleen maar VRS gebruiken, 0,76%. De I&R-applicatie moet onderhouden worden. Dit houdt in dat het systeem soms niet beschikbaar is omdat bijvoorbeeld nieuwe functionaliteiten beschikbaar gesteld moeten worden. In onderstaande tabel 6 is weergegeven welk onderhoud en welke storingen zich in hebben voorgedaan. Ook is aangegeven welke onderhoudsmomenten nog gepland staan. Dat een onderhoudsmoment ingepland is, wil niet zeggen dat het systeem op die datum daadwerkelijk niet beschikbaar is. Niet elk gepland onderhoudsmoment wordt ook daadwerkelijk gebruikt. Geplande onderhoudsmomenten met down time worden in het weekend ingepland. Doel van de afdeling Dierregistraties is om de sector zo goed mogelijk op de hoogte te stellen van deze onderhoudsmomenten. Daarom krijgen een aantal grote partijen voorafgaand aan elk onderhoudsmoment een met noodzakelijke informatie. Sectororganisaties kunnen zich aanmelden bij het adres DRienrus@rvo.nl Pagina 8 van 40

9 Tabel 7: Beschikbaarheid systemen Systeem Datum Internet (EL&I) Basis Systeem (EL&I) VRS (EL&I) Web-service (BMSinteractief) Aantal uren niet beschikbaar 8-1- x x x x 20 Netwerkknooppunt storing x x x x 4 Gepland technisch onderhoud 9 en x x x x 13,5 Groot technisch onderhoud x x x x 1,5 Extra technisch onderhoud x x x x 4 Gepland technisch onderhoud release x 4 storing in BMS x x x x 1 reparatie server x x x x 4 planning onderhoudsmoment x x x x 4 planning onderhoudsmoment x x x x 4 planning onderhoudsmoment x x x x 4 planning onderhoudsmoment x x x x 4 installeren release 11 Opmerkingen x x x x 4 planning onderhoudsmoment Op 8 januari is er een grote verstoring in het netwerk van Assen geweest. Er was een grote storing in het netwerknooppunt van Rijkswaterstaat. Deze storing heeft bijna 20 uur geduurd. Op 23 februari waren de systemen door technisch onderhoud niet beschikbaar van uur tot uur. Op 9 en 10 maart was er een groot technisch onderhoud van uur tot uur in verband met de verhuizing naar een andere Datacentrum. Op 30 maart was er een kort extra technisch onderhoud van uur tot uur, dit in verband met nazorg van de verhuizing naar een andere Datacentrum. Op 29 juni waren de systemen door technisch onderhoud en het installeren van release 10 niet beschikbaar van uur tot uur. Op 7 juli trad er een storing op in diverse bedrijfsapplicaties waardoor ook de webservice BMS niet goed functioneerde. Op 10 augustus was er een reparatie nodig van een server. Op 30 november is release 11 geplaatst. Er wordt geprobeerd om het aantal onderhoudsmomenten zo beperkt mogelijk te houden. Dit geld voor het aantal momenten, maar ook voor de doorlooptijd. Ook is er besloten om de onderhoudsmomenten altijd pas in de middag te starten. Hierdoor is er minder last voor de bedrijfsvoering. Pagina 9 van 40

10 4 I&R Rund De ontwikkelingen op het gebied van I&R rund worden in dit hoofdstuk toegelicht. Zo wordt ingegaan op de leeftijdsopbouw van de geregistreerde runderen en ook de meldingen die in het I&Rsysteem geregistreerd worden komen aan bod. 4.1 Opbouw runderen In onderstaande tabel 8 is de leeftijdsopbouw van de geregistreerde runderen in Nederland weergegeven. Het gaat hierbij uitsluitend om de nog levende runderen. Tabel 8: Opbouw leeftijd runderen op peildatum Leeftijd runderen Aantal mannelijk Aantal vrouwelijk Totaal per leeftijdscategorie Tussen 0 en 1 jaar Tussen 1 en 2 jaar Tussen 2 en 3 jaar Tussen 3 en 4 jaar Tussen 4 en 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Ouder dan 10 jaar Totaal Leeftijdsopbouw Tussen 0 en 1 jaar Tussen 1 en 2 jaar Tussen 2 en 3 jaar Tussen 3 en 4 jaar Tussen 4 en 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Ouder dan 10 jaar Totaal Aantal mannelijk Aantal vrouwelijk Totaal per leeftijdscategorie Pagina 10 van 40

11 4.2 Oormerken In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de oormerkbestellingen die zijn gedaan voor de diersoort rund Bestellingen Vrije oormerken (voor het identificeren van kalveren) kunnen zowel los als via een abonnement besteld worden in het I&R-systeem. Bij een abonnement geeft een houder op hoeveel en welke oormerken hij wil ontvangen als hij een bepaald minimum heeft bereikt in zijn vrije voorraad merken. Abonnementen kunnen uitsluitend via Mijn Dossier geregistreerd worden. Voor runderen die een oormerk verloren hebben moet een houder een vervangend oormerk bestellen. In onderstaande tabel 9 is weergegeven hoeveel orders voor runderoormerken zijn geregistreerd. Door middel van één order kunnen meerdere vrije merken besteld worden. Voor elk vervangend merk moet een aparte order geplaatst worden. Vanaf 1 juli is het niet meer mogelijk om via het VRS-systeem runderoormerken te bestellen. De houder krijgt nu de melding dat hij contact moet opnemen met zijn oormerkleverancier om nieuwe oormerken te bestellen. Tabel 9: Aantal verwerkte orders van oormerkbestellingen per periode 2012 Totaal 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Vervangende oormerken Vrije oormerkorders via abonnement Vrije oormerkorders zonder abonnement Totaal aantal orders Vervangende oormerken Vrije oormerkorders via abonnement Vrije oormerkorders zonder abonnement Pagina 11 van 40

12 Het aantal bestelde vrije oormerken is in onderstaande tabel 10 weergegeven. Tabel 10: Aantal sets bestelde vrije oormerken 2012 Totaal 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Aantal bestelde vrije oormerken e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Pagina 12 van 40

13 4.3 Kwaliteit meldgedrag Voor runderen moeten houders alle mutaties binnen drie werkdagen in het I&R-systeem registreren. In deze paragraaf wordt ingegaan op het meldgedrag van de rundveehouders. Het gaat hierbij niet alleen om de tijdigheid van de meldingen, maar ook om de kwaliteit van deze meldingen Meldgedrag In de hierna toegelichte tabellen wordt ingegaan op de tijdigheid van de registratie van de meldingen voor runderen. De afdeling Dierregistraties heeft met de opdrachtgever een norm afgesproken voor de tijdigheid van de registraties. Deze norm houdt in dat 95% van de meldingen binnen de wettelijke meldtermijn van drie werkdagen geregistreerd moet zijn. Wanneer het meldgedrag van de houders onder deze norm komt, dan moet geanalyseerd worden waardoor dit veroorzaakt wordt. Naar aanleiding van die analyse moeten acties worden ondernomen om de tijdigheid van de registraties te verbeteren. Ervaring heeft namelijk geleerd dat hoe later meldingen worden geregistreerd, hoe slechter de kwaliteit van deze meldingen is. Meldingen die buiten de wettelijke termijn geregistreerd worden, worden door middel van een retributie bij de houder in rekening gebracht. Dit geldt ook voor meldingen die door de medewerkers van de afdeling Dierregistraties (in opdracht van houders) geregistreerd of hersteld worden. In onderstaande tabel 11 is het meldgedrag van rundveehouder over weergegeven. Hierbij is zichtbaar gemaakt hoeveel meldingen op (0 dagen) of op welk aantal dagen na (1 of meer dagen) de datum van de gebeurtenis geregistreerd worden. Tabel 11: Meldgedrag per kwartaal Verschil in 2012 werkdagen Totaal Totaal 1e kw. 2e kw. 3e kw 4e kw Totaal Totaal % tijdig % tijdig % tijdig % tijdig % tijdig % tijdig ,49% ,38% ,19% ,15% ,19% ,22% % te laat % te laat % te laat % te laat % te laat % te laat ,51% ,62% ,81% ,85% ,81% ,78% > Totaal Pagina 13 van 40

14 Het meldgedrag per type melding is in onderstaande tabel 12 weergegeven. Tabel 12: Aantal meldingen 4 e kwartaal per soort melding, per verschil in werkdagen 2012 Binne n wettelijk e te rmijn Buiten we ttelijke term ijn % binne n Tota al Tota al 4e w ettelijke Totaal Soort melding meldingen >30 kw. term ijn meldingen Aanvoer ,77% Afvoer ,41% Geboorte rund ,46% Dood ,64% Doodgeboren kalf ,38% Export ,65% Import ,39% Combi impo rt/slacht ,99% Noodslacht ,85% 303 Slacht ,80% Ver m is sing ,0 0% 27 Totaal ,1 9% Vermissingsmeldingen en noodslacht worden regelmatig buiten de wettelijke termijnen geregistreerd. Vermissingsmeldingen komen nauwelijks voor. Alleen Dienst Regelingen kan deze meldingen (op basis van een proces verbaal van de politie) registreren. Deze procedure neemt hierdoor meer tijd in beslag. Noodslachtmeldingen zijn vaak laat omdat de houder vaak niet weet dat hij zelf een noodslachtmelding moet plaatsen. Pagina 14 van 40

15 In onderstaande tabel 13 is het meldgedrag voor de verschillende meldsystemen weergegeven. Wanneer houders meldingen zelf niet kunnen registreren, dan moeten ze hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de afdeling Dierregistraties. Deze meldingen worden dan door DR geregistreerd. Dit zijn voornamelijk meldingen die te laat ingediend zijn. Daarom is het percentage tijdige meldingen via het meldkanaal Basis Systeem erg laag. Het percentage tijdige meldingen via de webservices is het hoogst. Dit zijn veelal de professionele houders die dagelijks mutaties in hun managementpakket registreren. De kleinere houders maken meer gebruik van Mijn Dossier (Internet) en het VRS. Tabel 13: Aantal meldingen 4 e kwartaal per meldsysteem, per verschil in werkdagen 2012 Binnen wettelijke termijn Buiten wettelijke termijn Bron Totaal % binnen Totaal wettelijke meldingen per Totaal % per termijn meld systeem meldsysteem >30 Totaal 4e kw. % binnen wettelijke termijn 4e kw. Totaal meldingen per meldsysteem Totaal % per meldsystee m Internet (EZ) 92,40% ,79% ,57% ,86% Basis Systeem (EZ) 53,94% ,12% ,90% ,09% VRS (EZ) 92,53% ,02% ,84% ,01% Webservice (BMS-interact.) 98,67% ,08% ,56% ,03% Totaal 98,49% ,00% ,19% ,00% 4.4 Runderen zonder nieuwe verblijfsplaats De registratie van alle runderen moet op orde zijn. Het komt echter voor dat meldingen ontbreken in het I&R-systeem. Zo kan het voorkomen dat voor een rund wel een afvoermelding is geregistreerd, maar geen aanvoermelding. In dat geval is er sprake van een rund zonder een nieuwe verblijfsplaats, ook wel een zwevend rund genoemd. Op dat moment blijkt niet uit het I&R-systeem waar het rund verblijft. DR hanteert, zoals afgesproken met de opdrachtgever, een norm voor deze runderen. Slechts 0,2% van de geregistreerde afvoermeldingen mag leiden tot een rund zonder nieuwe verblijfplaats. Wanneer voor een rund geen aanvoermelding wordt geregistreerd, dan ontvangt de houder van het opgegeven bestemmings-ubn een Overzicht Maatregelen en Meldingen. Als de bestemming niet gemeld is dan ontvangt de afvoerende houder van DR een Overzicht Maatregelen en Meldingen. Op dit overzicht wordt aangegeven dat de afvoerende partij contact op kan nemen met de aanvoerende houder. Deze moet namelijk alsnog de aanvoermelding registreren. Als dit niet tot een aanvoermelding leidt, dan neemt de afdeling Dierregistraties nogmaals contact op met de afvoerende houder. Hij moet namelijk in zijn bedrijfsregister de bestemming van het rund opnemen. Als uiterste middel kan de NVWA het dossier overnemen om het rund op te sporen en registratie af te dwingen. Pagina 15 van 40

16 In onderstaande tabel 14 is weergegeven hoeveel runderen maandelijks worden afgevoerd, zonder dat door de nieuwe houder een aanvoermelding is geregistreerd. In de eerste kolom is informatie opgenomen over het aantal runderen die in de afgelopen maand zijn afgevoerd en waarbij geen aanvoermelding is geregistreerd. In de tweede kolom is het totaal aantal runderen zonder nieuwe verblijfsplaats weergegeven. Deze gegevens gaan 1,5 jaar terug. In de derde kolom is het aantal runderen zonder nieuwe verblijfsplaats ten opzichte van het aantal afvoermeldingen in die maand weergegeven. Tot slot is in kolom vier het aantal zwevende runderen op 15 januari 2014 weergegeven. In de verschillende rijen is te zien op welk moment deze runderen zijn afgevoerd. In september zat het percentage boven de 0.2%. Afdeling Dierregistraties heeft de bedrijven in beeld die dit hebben veroorzaakt en zijn telefonisch benaderd waarna de registratie op orde zijn gemaakt. Tabel 14: Gegevens runderen zonder nieuwe verblijfsplaats Aantal nieuwe runderen zonder aanvoermelding Aantal runderen zonder aanvoermelding over afgelopen 1,5 jaar Percentage nieuwe runderen zonder aanvoermelding t.o.v. aantal afvoermeldingen Aantal runderen zonder aanvoermelding op December ,08% 334 November ,13% 84 Oktober ,13% 51 September ,31% 20 Augustus ,08% 9 Juli ,12% 23 Juni ,08% 9 Mei ,09% 16 April ,17% 28 Maart ,07% 59 Februari ,10% 2 Januari ,07% 11 December ,09% 7 November ,10% 9 Oktober ,08% 5 September ,07% 1 Augustus ,10% 4 Juli ,09% 3 Juni ,08% 6 Mei ,10% 6 April ,08% 1 Maart ,08% 0 Februari ,08% 0 Januari ,10% 23 December ,09% 6 November ,11% 6 Oktober ,10% 7 Pagina 16 van 40

17 4.5 Aansluiting data aan- en afvoer rundverblijfplaatsen Bij een verplaatsing van een rund moet zowel een aanvoer- als een afvoermelding geregistreerd worden. De data van deze gebeurtenissen moeten op elkaar aansluiten. Dit houdt in dat er geen dagen tussen de afvoer en de aanvoer mogen zitten. Wanneer er sprake is van een aanvoer voor een afvoer, dan spreken we over een overlap in de verblijfsplaatsen. Volgens het I&R-systeem is het rund dan op twee locaties gelijk geregistreerd. Wanneer niet duidelijk is waar een rund zich heeft verbleven tussen een afvoer en een aanvoer, dan is er sprake van een gat tussen twee verblijfsplaatsen. Houders worden door middel van het Overzicht Maatregelen en Meldingen (per post) op de hoogte gebracht van gaten en overlappen die in het I&Rsysteem geregistreerd staan. Zij worden dan in de gelegenheid gesteld om het zelf te herstellen. De normen die door DR gehanteerd worden zijn als volgt. Het percentage gaten mag niet hoger zijn dan 2,5% van het totaal aantal geregistreerde meldingen. Het percentage overlap mag niet hoger zijn dan 1,0%. In onderstaande tabel 15 is te zien hoeveel gaten en overlappen zijn ontstaan in. Houders ontvangen van DR een Overzicht Maatregelen en Meldingen als de registratie van hun runderen niet op orde is. Wanneer een houder daarna de meldingen niet juist registreert, dan kan de artikel 22 procedure opgestart worden. De houder kan in dat geval nog eenmaal aangeschreven worden en daarna kan DR op kosten van de houder de registratie op orde maken. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de mate van onderzoek dat noodzakelijk is om de registratie op orde te maken. Simpele situaties worden op basis van een laag tarief verwerkt en voor de situaties waarbij nader onderzoek noodzakelijk is, wordt het hoge tarief in rekening gebracht. Tabel 15: Aansluiting dierverblijfplaatsen Verschil in dagen Totaal 2012 Totaal 2012 % 1e kw. % 2e kw. % 3e kw. % 4e kw. % Totaal % < > > > overlap 156 Overlap 122 Overlap 168 Overlap 142 Overlap 588 Overlap ,31% 56 0,38% 56 0,37% 32 0,49% 72 0,46% 216 0,43% sluitend Sluitend sluitend sluitend sluitend Sluitend ,60% ,54% ,56% ,46% ,49% ,51% Gat 80 Gat 54 Gat 20 Gat 28 Gat 182 Gat 6-> ,08% 216 0,08% 384 0,07% 240 0,05% 264 0,05% ,06% 11-> > Pagina 17 4 van > Totaal

18 Buiten de artikel 22 procedure om kan DR ook meldingen registreren of herstellen op basis van een schriftelijk verzoek van de houder. Hier is ook een vast tarief voor vastgesteld in de I&R-regelgeving. In onderstaande tabel 16 is weergegeven hoeveel meldingen door DR zijn geregistreerd of hersteld. Tabel 16: Registratie DR Soort herstel Totaal e k w. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Hers tel melding o.b.v. art. 22 zond er onderzoe k Plaatse n melding o.b.v. art. 22 zon der ond erzoek Hers tel melding o.b.v. art. 22 met aanvullend o nderzoek Plaatsen melding o.b.v. art. 22 met aanvullend onderzoek Plaatse n melding d oor DR (verzoek h ouder) Hers tel meldingen door DR (verzoek houder) Totaal Herstel melding o.b.v. art. 22 zonder onderzoek Plaatsen melding o.b.v. art. 22 zonder on derzoek Herstel melding o.b.v. art. 22 met aanvullen d onderzoek Registratie DR Plaatsen melding o.b.v. art. 22 met aanvullend onderzoek Plaats en melding door DR (verzoek houder) Herstel meldingen door DR (verzoek houder) Totaal Soort herstel Totaal e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal De cijfers laten zien dat DR steeds minder registraties op verzoek van de houder doet en ook het aantal herstelmeldingen op verzoek van de houder daalt. Echter het plaatsen van herstelmeldingen in kader van artikel 22 zonder onderzoek neemt toe. Pagina 18 van 40

19 4.6 Handhaving I&R Rund De registratie van meldingen in het I&R-systeem wordt op verschillende manieren gecontroleerd en gehandhaafd. DR voert zelf een aantal administratieve controles uit. Daarnaast voert de NVWA fysieke controles uit. Wanneer bij een fysieke controle een afwijking geconstateerd wordt, dan kan de controleur DR de opdracht geven om een blokkade van het bedrijf of het individuele rund in het I&R-systeem te registreren. Aan deze blokkade wordt een maatregel gekoppeld die gevolgen kan hebben voor het mogen verplaatsen van dieren Registratie vlaggen In onderstaande tabel 17 zijn alle geregistreerde blokkades over weergegeven. Tabel 17: Overzicht vlaggen NVWA en I&R systeem Geplaatst 2012 Geplaatst 1e kw. Geplaatst 2e kw. Geplaatst 3e kw. Geplaatst 4e kw. Geplaatst en beëindigd 4e kw. Totaal geplaatst Totaal nog open op Soort vlag Dierziekte- of I&R vlag Geen merk, wel ID-code Dier I&R NVWA Art. 4 vo. 494/98 (geen verplaatsingen doorgegeven) Bedrijf I&R NVWA % diverse afwijkingen Bedrijf I&R NVWA Art. 1 vo. 494/98 (voldoet niet aan I&R verplichtingen) Bedrijf I&R NVWA Rund niet in bedrijfsregister Dier I&R NVWA Rund onvolledig in bedrijfsregister Dier I&R NVWA Rund geboortedatum onjuist Dier I&R NVWA Geslacht onjuist Dier I&R NVWA Haarkleur onjuist Dier I&R NVWA Foutieve importdatum Dier I&R NVWA Niet identificeerbaar rund Dier I&R NVWA Subtotaal I&R AVWA Afvoermelding ontbreekt Dier I&R syst Aanvoermelding ontbreekt Dier I&R syst Gat in dierhistorie Dier I&R syst Overlap in dierhistorie Dier I&R syst Moeder ontbreekt Dier I&R syst Subtotaal I&R systeem Totaal Pagina 19 van 40

20 Onderstaande tabel 18 geeft een vervolgoverzicht van de vlaggen I&R en NVWA. Tabel 18: Overzicht vlaggen I&R en NVWA Geplaatst Soort vlag Dierziekte- of I&R-vlag Geplaatst 2012 Geplaatst 1e kw. Geplaatst 2e kw. Geplaatst 3e kw. Geplaatst 4e kw. en beëindigd 4e kw. Totaal geplaatst Totaal nog open op Bedrijf vlg vo. 644/05 alt merk (dierentuinen) Bedrijf I&R uitz Verlening max. termijn oormerken (natuurgebieden) Bedrijf I&R uitz Rund alt. Gemerkt vo. 644/05 (dierentuinen) Dier I&R uitz Subtotaal I&R uitz Brucellose Dier NVWA Brucellose Bedrijf NVWA BSE verdacht bedrijf Bedrijf NVWA Positief op blauw tong Dier NVWA Positief op blauw tong Bedrijf NVWA Cadmium Dier NVWA Bovine leucose Bedrijf NVWA Bovine leucose op UBN niveau Bedrijf NVWA Bovine leucose op rund niveau Dier NVWA Partiele ruiming BSE Dier NVWA TBC verdacht dier Dier NVWA TBC verdacht bedrijf Bedrijf NVWA Subtotaal NVWA Totaal Pagina 20 van 40

21 4.6.2 Verbodsovertredingen In onderstaande tabel 19 staan het aantal verbodsovertredingen. De NVWA kan dit informatieproduct opvragen in kader van handhavingdoeleinden. Dit zijn de overtredingen die geconstateerd zijn in het I&R systeem. Het is de verantwoordelijkheid van NVWA om hier onderzoek te doen en eventueel handhavend op te treden. Het is goed mogelijk dat de NVWA op de hoogte is van sommige verbodsovertredingen. In het kader van welzijnsproblemen kan bijvoorbeeld overwogen worden om dieren, ondanks een blokkade, toch te verplaatsen. Tabel 19: Aantal verbodsovertredingen Soort vlag Dier / bedrijf Totaal e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Art. 4 Vo. 494/98 (geen verplaatsingen doorgegeven) Bedrijf % diverse afwijkingen Bedrijf Art. 1 Vo. 494/98 (voldoet niet aan I&R-verplichtingen) Bedrijf Rund met 1 oormerk Dier Geen merk, wel ID-code Dier Rund niet in bedrijfsregister Dier Rund onvolledig in bedrijfsregister Dier Geslacht onjuist Dier Haarkleur onjuist Dier Niet identificeerbaar rund Dier Afvoermelding ontbreekt Dier Gat in dierhistorie Dier Overlap in dierhistorie Dier Moeder ontbreekt Dier Geen paspoort Dier Rund alt. Gemerkt Vo. 644/2006 (dierentuin) Dier Totaal Pagina 21 van 40

22 4.7 Import / export Bij elke importmelding moet de houder melden wat het land van herkomst is. Voordat een rund geëxporteerd kan worden, moet eerst digitaal bij DR een paspoort van het rund opgevraagd worden. In deze paragraaf is informatie opgenomen over de import en export van runderen. In onderstaande tabel 20 is weergegeven uit welke landen de importrunderen vandaan komen. Tabel 20: Herkomst import runderen 2012 Herkomst Totaal % 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal % België ,61% ,68% Bulgarije 29 0,00% ,01% Denemarken ,41% ,36% Duitsland ,11% ,79% Estland ,46% ,15% Finland 0 0,00% ,00% Frankrijk ,56% ,80% Groot Brittanië 34 0,00% ,01% Hongarije 468 0,05% ,04% Ierland ,65% ,57% Italië ,51% ,30% Letland ,61% ,55% Litouwen ,53% ,71% Luxemburg ,73% ,76% Oostenrijk 240 0,02% ,03% Polen ,52% ,94% Portugal 0 0,00% ,01% Roemenië ,30% ,08% Slowakije ,31% ,47% Spanje 201 0,02% ,01% Tsjechië ,60% ,73% Zweden 5 0,00% ,00% Zwitserland 2 0,00% ,00% Totaal % % Pagina 22 van 40

23 In onderstaande tabel 21 is weergegeven hoeveel runderpaspoorten zijn aangevraagd in het I&R-systeem. Een aangevraagd runderpaspoort wil niet per definitie zeggen dat het rund geëxporteerd is. Runderpaspoorten zijn slechts enkele dagen geldig. Wanneer een export niet doorgaat, dan zal een nieuw paspoort aangevraagd moeten worden als het rund later alsnog de grens over gaat. Het aantal aangevraagde paspoorten zal dus altijd hoger liggen dan het aantal geregistreerde exporten. In april zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd bij het runderpaspoort. Zo zijn bijvoorbeeld het aanvraagnummer en de bestandsnaam gelijk aan het levensnummer van het rund. Dit is op verzoek van de sector en de NVWA. Tabel 21: Aantal verwerkte runderpaspoortaanvragen Informatieproduct Totaal e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Runderpaspoort Runderpaspoort Totaal e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Pagina 23 van 40

24 4.8 Informatievoorziening DR stuurt regelmatig informatie naar houders over registraties in het I&R-systeem. Dit kan op verzoek van de houders, maar ook op eigen initiatief van DR. Het Overzicht Maatregelen en Meldingen wordt bijvoorbeeld automatisch verstuurd als de registratie van een rund in het I&R-systeem niet op orde is. Houders kunnen zelf in het I&R-systeem stallijsten of bedrijfsregisters opvragen. Ook worden er overzichten machtigingen verzonden. De houder krijgt dit overzicht omdat een andere relatie een machtiging heeft geregistreerd om namens de houder I&R-meldingen te doen, informatieproducten aan te vragen of runderoormerken te bestellen. Naast houders kan de NVWA ook informatieproducten opvragen ter voorbereiding op de fysieke controles die zij uitvoeren. In onderstaande tabel 22 is weergegeven hoeveel informatieproducten vanuit het I&R-systeem zijn verstuurd Sinds 2 september wordt er nu een overzicht maatregelen en meldingen naar de houder toegezonden en niet alleen meer een overzicht maatregelen. Op deze overzicht komen nu ook meldingen te staan die door Dienst Regelingen zijn geplaatst, ingetrokken of hersteld. Hierdoor is er een lichte toename van informatieproducten. Tabel 22: Aantal afgegeven informatieproducten Informatieproduct Medium Totaal e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Overzicht maatregelen en meldingen Post Overzicht machtigingen Post Bedrijfsregister Post Stallijst Post Bedrijfsregister Online Dierstatus Online Mutatieoverzicht Online Stallijst Online Bedrijfsregister Dierstatus Dierhistoriestatus Stallijst NVWA controleoverzichten Online Totaal Pagina 24 van 40

25 5 I&R Schapen en Geiten Sinds 1 januari 2010 is de individuele, elektronische identificatie en registratie van schapen en geiten verplicht. In dit hoofdstuk vindt u informatie over I&R schapen en geiten. 5.1 Oormerken De oormerkprocedure is bij de diersoorten schapen en geiten anders dan bij runderen. Leveranciers kunnen op verzoek een serie levensnummers toegekend krijgen. Houders kunnen daarna zelf merken bestellen bij de leverancier. De houder krijgt de merken op naam als er een overdrachtmelding is geregistreerd in het I&R-systeem. In deze paragraaf wordt informatie gegeven over de oormerkbestellingen voor schapen en geiten Bestellingen In onderstaande tabel 23 is zichtbaar gemaakt hoeveel levensnummers aan leveranciers zijn toegekend. Tabel 23: Aantal uitgegeven levensnummers aan leveranciers per periode 2012 Totaal 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal In onderstaande tabel 24 is weergegeven hoeveel merken zijn overgedragen van de leveranciers naar houders. Het aantal overgedragen merken kan hoger zijn dan het aantal uitgegeven levensnummers. Dit omdat levensnummers al in eerdere periodes aan leveranciers toegekend kunnen zijn. Tabel 24: Aantal overgedragen merken tussen leveranciers en houders 2012 Totaal 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Pagina 25 van 40

26 5.2 Kwaliteit meldgedrag Houders van schapen en geiten moeten alle verplaatsingen van hun dieren melden aan het I&R-systeem. Hiervoor geldt een wettelijke termijn van 7 dagen. Alleen voor het registreren van geboortemeldingen geldt een andere termijn (binnen 6 maanden na geboorte). In deze paragraaf wordt ingegaan op het meldgedrag van schapen- en geitenhouders Meldgedrag In onderstaande tabellen over het meldgedrag van schapen- en geitenhouders zijn de merkblokkade- en merkoverdrachtmeldingen en vermissingen niet meegenomen. Deze worden in grote aantallen nog door DR dierregistraties verwerkt. Dit zou een vertekend beeld geven over het meldgedrag van de sector. In onderstaande tabel 25 is weergegeven hoe snel meldingen van schaap in het I&R-systeem geregistreerd worden. Deze gegevens worden altijd kort na het sluiten van de maand verzameld. Over het jaar 2012 zijn alleen de totalen bekend. Tabel 25: Meldgedrag per kwartaal Schaap S c h a ap V ersch il in w e rk da ge n Totaa l Tota a l 1e k w. 2 e k w. 3e k w. 4e k w. Tota a l Tota a l % tijdig % tijdig % ti jdig % tijdig % tijdig % t ijdig 2 8 9,8 2 % ,3 1% ,0 7% ,69 % ,13 % ,11% < 14 % te laa t % t e la a t % te la a t % te la a t % te la a t % t e la a t 15 -< , ,6 9% ,9 3% ,31 % ,87 % ,89% 22 -< > T o ta a l In onderstaande tabel 26 is weergegeven hoe snel meldingen van geit in het I&R-systeem geregistreerd worden. Deze gegevens worden altijd kort na het sluiten van de maand verzameld. Over het jaar 2012 zijn alleen de totalen bekend. Pagina 26 van 40

27 Tabel 26: Meldgedrag per kwartaal Geit V erschil in werkd ag en 2012 Geit Totaal Totaal 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. Totaal Totaal % tijdig % tijd ig % tijd ig % tijdig % tijd ig % tijd ig 2 87,39% ,73% ,94% ,82% ,00% ,15% < 14 % te laat % te laat % te laat % te laat % te laat % te laat 15-<21 12,61% ,27% ,06% ,18% ,00% ,85% 22-< > T otaal Pagina 27 van 40

28 5.3 Aansluiting data aan- en afvoer schaap/geit verblijfplaatsen Bij een verplaatsing van een schaap/geit moet zowel een aanvoer- als een afvoermelding geregistreerd worden. De data van deze gebeurtenissen moeten op elkaar aansluiten. Wanneer er sprake is van een aanvoer voor een afvoer, dan spreken we over een overlap in de verblijfsplaatsen. Volgens het I&Rsysteem is het schaap/geit dan op twee locaties gelijk geregistreerd. Wanneer niet duidelijk is waar een schaap/geit zich heeft verbleven tussen een afvoer en een aanvoer, dan is er sprake van een gat tussen twee verblijfsplaatsen. In onderstaande tabellen 27 en 28 is te zien hoeveel gaten en overlappen zijn ontstaan in. Tabel 27: Aansluiting dierverblijfplaatsen schaap 2012 Schaap Verschil in dagen Totaal % 1e kw. % 2e kw. % 3e kw. % 4e kw. % Totaal % < > > > totaal overlap ,40% ,89% ,98% ,23% ,31% ,65% Sluitend Sluitend Sluitend Sluitend Sluitend Sluitend ,06% ,63% ,98% ,72% ,64% ,11% > > > > totaal gat ,54% ,47% ,04% ,05% ,06% ,24% Totaal ,00% ,00% ,00% ,00% ,00% ,00% Pagina 28 van 40

29 Tabel 28: Aansluiting dierverblijfplaatsen geit 2012 Geit Verschil in dagen Totaal % 1e kw. % 2e kw. % 3e kw. % 4e kw. % Totaal % < > > > totaal overlap ,34% ,00% ,48% 482 0,88% 474 0,94% ,08% Sluitend Sluitend Sluitend Sluitend Sluitend Sluitend ,52% ,17% ,88% ,84% ,23% ,28% > > > > totaal gat ,20% ,83% ,64% ,28% ,83% ,64% Totaal ,00% Pagina 29 van 40

30 In onderstaande tabel 29 is het meldgedrag schaap per soort melding weergegeven. Voor geboorte geldt een meldtermijn van 6 maanden, daarom is het percentage meldingen binnen 7 dagen lager. Tabel 29: Aantal meldingen 4e kwartaal per soort melding, per verschil in werkdagen Schaap Binnen wettelijke termijn Buiten wettelijke termijn gemiddelde Soort melding >14 15->21 22->28 >28 Totaal 4e kw. % binnen wettelijke termijn Totaal % binnen wettelijke termijn Aanvoer ,81% ,84% Afvoer ,05% ,82% Geboorte ,48% ,22% Dood ,30% ,76% Export ,01% ,54% Tijdelijk merk ,00% ,00% Vervang. merk ,29% ,22% Import ,03% ,35% Slacht ,33% ,87% Combi imp. Slach ,77% ,77% Vlagmelding ,09% ,98% Totaal ,39% ,26% In onderstaande tabel 30 is het meldgedrag geit per soort melding weergegeven. Voor geboorte geldt een meldtermijn van 6 maanden, daarom is het percentage meldingen binnen 7 dagen lager. Tabel 30: Aantal meldingen 4e kwartaal per soort melding, per verschil in werkdagen Geit Binnen wettelijke termijn Buiten wettelijke termijn Totaal 4e % binnen wettelijke gemiddelde % binnen wettelijke termijn Soort melding >14 15->21 22->28 >28 kw. termijn Totaal Aanvoer ,53% ,12% Afvoer ,75% ,20% Geboorte ,26% ,67% Dood ,38% ,50% Export ,31% ,38% Vervang. merk ,95% ,73% Import ,00% 36 0,00% Slacht ,79% ,91% Vlagmelding ,31% ,46% Totaal ,00% ,58% Pagina 30 van 40