Infobrochure. Varicectomie. Daghospitaal Tel: mensen zorgen voor mensen

Transcriptie

1 Infobrochure Varicectomie Daghospitaal Tel: mensen zorgen voor mensen

2 Inleiding Spataders of varices komen vaak voor. Je ziet ze voornamelijk op de benen verschijnen. De voornaamste oorzaak van spataders is nog steeds niet achterhaald. Het hart pompt het bloed door de slagaders naar de weefsels. Via de aders vloeit het daarna terug naar het hart. De pompwerking van het hart is echter niet krachtig genoeg om dit laatste alleen voor mekaar te krijgen. Ons lichaam gebruikt daarom hulppompjes: de spieren. Telkens wanneer we bijvoorbeeld onze voet bewegen duwt onze kuitspier het bloed mee door onze aders, in de richting van het hart. Die aders bestaan uit kleine kamertjes die worden afgesloten door éénrichtingsdeurtjes, ook vaatkleppen genoemd. Wanneer zo n vaatklep niet meer goed afsluit, kan het bloed naar het onderliggend kamertje terugvloeien. Daar verhoogt de druk op de vaatwand, die uitzet. De spatader is een feit. Voorbereiding op de operatiedag Beslissing tot operatieve behandeling spataders Tijdens de consultatie bij de vaatchirurg wordt beslist om de spataders operatief te verwijderen. De chirurg spreekt met u over de onderzoeken die nodig zijn voor de operatie, over de anesthesie (verdoving / pijnstilling) die u graag wenst, over het verloop van de operatie en over de controleafspraak de dag na de operatie. U krijgt na de consultatie een uitgebreide infomap. Hierin bevinden zich het opnameformulier, de preoperatieve vragenlijst en deze infobrochure. Met het opnameformulier gaat u naar de opnamedienst, links in de inkomhal van het ziekenhuis. Hier wordt uw kamerkeuze vastgelegd. De preoperatieve vragenlijst brengt u ingevuld mee bij uw opname. Als u moeite heeft met het invullen van deze vragenlijst kan uw huisarts u hiermee verder helpen. De infobrochure bevat belangrijke informatie over uw opname in het ziekenhuis. Neem ze grondig door. De afvinklijstjes zorgen dat je niets vergeet. 2 3

3 Voorbereiding op de ingreep Een aantal onderzoeken moet voor de operatie gebeuren: Bloedonderzoek en hartcardiogram (of EKG): Deze onderzoeken dienen voor de operatie te gebeuren bij de huisarts. Bij uw opname brengt u de resultaten mee naar het ziekenhuis. Rx-thorax: In enkele gevallen zal de arts aanraden om een RX-thorax te laten uitvoeren. Dat is een foto van de longen. U wendt zich hiervoor tot de dienst medische beeldvorming in het ziekenhuis ( ). Echografisch onderzoek: Tijdens dit onderzoek (ook wel duplexonderzoek genoemd) wordt met ultrageluidsgolven de doorgankelijkheid van de bloedvaten, de stroomrichting van het bloed en de functie van de vaatkleppen in beeld gebracht. Meestal gebeurt dit onderzoek vlak voor de operatie in het ziekenhuis. Bijkomende aandachtspunten: U moet voor de operatiedag bij een bandagist langsgaan voor steunkousen. De benen worden op verschillende plaatsen gemeten, waarna u de gepaste kousen mee naar huis krijgt. Als u thuis dagelijks medicatie neemt, overleg dan vooraf met uw huisarts welke medicatie u toch moet nemen. De absoluut noodzakelijke medicatie kan u dan nemen met een klein slokje water. Het te opereren been moet u thuis scheren. De chirurg vertelt welk deel van het been geschoren moet zijn. Meestal moet u het ganse been scheren, beginnende in de lies. Gebruik hiervoor een elektrisch scheerapparaat of een ontharingscrème. Het gebruik van gewone scheermesjes wordt afgeraden omwille van het gevaar op wondjes. Pijnstilling (anesthesie) Voor de pijnstilling tijdens de operatie heeft u de volgende keuzemogelijkheden: Algemene verdoving: Bij een algemene verdoving wordt u gedurende de ingreep in een lichte slaap gebracht. Na het beëindigen van de operatie zal u vanzelf langzaam wakker worden. Plaatselijke verdoving: Bij deze verdoving blijft u tijdens de ingreep wakker. Er wordt een kleine hoeveelheid verdovingsstof via een hele dunne naald in het ruggenmergvocht van de onderrug gebracht waardoor de beide benen ongevoelig worden voor pijnprikkels. Naast de gevoelloosheid zal u uw benen ook gedurende een drietal uur na de operatie niet kunnen bewegen. De ingreep zelf duurt gemiddeld een klein uurtje. U geeft zelf aan welk type van verdoving uw voorkeur uitdraagt. De anesthesist kan op grond van uw gezondheidstoestand samen met u de uiteindelijke vorm van verdoving bepalen (aan de hand van de door u ingevulde medische vragenlijst, de preoperatieve onderzoeken en uw medisch dossier). Er wordt uiteindelijk gekozen voor de verdoving die voor u het meest geschikt is. Patiënten die kiezen voor een (lichte) algemene verdoving zijn meestal het snelst terug op de been. Vaak verlaten zij het ziekenhuis al 2 tot 3 uren na de ingreep. Een algemene verdoving kan echter niet altijd. Misselijkheid na een vorige algemene verdoving of een uitgesproken angst voor een algemene verdoving zijn de belangrijkste redenen om voor een plaatselijke verdoving of ruggenprik te kiezen. De operatiedag Het is absoluut noodzakelijk dat u nuchter bent op de dag van de operatie. Dit betekent dat u vanaf middernacht niet meer eet, drinkt of rookt. De wijze van verdoving heeft geen invloed op deze regel. Enkel de noodzakelijke medicatie die besproken werd met uw arts kan u tot twee uur voor de operatie innemen met een slokje water. Als u niet nuchter bent is er een zeer grote kans dat uw operatie wordt uitgesteld. In het ziekenhuis wordt alles in gereedheid gebracht om u zo vlot mogelijk te helpen. Kunt u om één of andere reden niet aanwezig zijn? Verwittig dan het secretariaat vaatheelkunde, minstens 24 uur voor uw opname ( ). Als u pas de dag voor de operatie annuleert, zouden we het op prijs stellen als u ook het daghospitaal een seintje geeft ( ). Het niet annuleren of laattijdige annulering van uw opname-afspraak kan, tenzij ingeval van heirkracht, aanleiding geven tot het aanrekenen van kosten. Wat brengt u mee naar het ziekenhuis? Documenten SIS-kaart Uw paspoort Bloedgroepkaartje (als u dit heeft) Verzekeringsformulieren en attesten (indien van toepassing) Documenten van de voorbereidende onderzoeken (bloedonderzoek, EKG) Ingevulde preoperatieve vragenlijst 4 5

4 Uitrusting U hoeft geen speciale kleding mee te brengen. Aankomst in het ziekenhuis De dag van de opname meldt u zich tijdig bij de inschrijfbalie. Deze bevindt zich onmiddellijk links in de inkomhal van het ziekenhuis. Het tijdstip dat vermeld werd op uw opnameformulier is het tijdstip dat u verwacht wordt op het chirurgisch daghospitaal. Zorg er dus voor dat u steeds een kwartiertje vroeger in het ziekenhuis aanwezig bent. Opname in het chirurgisch dagziekenhuis Het chirurgisch dagziekenhuis bevindt zich in de B-blok op de eerste verdieping. U wordt er verwelkomd door een afdelingsverpleegkundige. Die brengt u naar uw kamer en geeft u de nodige informatie over uw verblijf. Voor de operatie gebeuren nog een aantal voorbereidingen: Controle van uw medische voorgeschiedenis aan de hand van de ingevulde preoperatieve vragenlijst. U krijgt een identificatiebandje rond de pols. Bloeddruk en pols worden genomen. Het te opereren been wordt gemarkeerd met een stempel yes. De door u gekozen anesthesie wordt gecheckt. U krijgt een operatiehemdje. Indien nodig helpt de verpleegkundige u bij het aantrekken ervan. Ondergoed, sierraden, make-up, nagellak, bril, lenzen en gebitsprothesen moet u uitdoen voor u naar het operatiekwartier wordt gebracht. De verpleegkundige beantwoordt eventuele vragen. U of uw partner gaan na opname best even langs het secretariaat vaatheelkunde op het niveau 0 in blok C. Hier kan u uw ziekenbriefjes, verzekeringspapieren, sociaal verlof en dergelijke meer laten invullen. Dit kan tussen 8.30 en 16 uur. Het operatiekwartier Een medewerker van de vervoerdienst brengt u naar de voorbereidingsruimte in het operatiekwartier. Hier zal u de vaatchirurg nog spreken net voor de operatie. De vaatchirurg komt op de benen de spataders aftekenen. De verpleegkundige plaatst een infuus om de nodige medicatie toe te dienen tijdens de operatie. U verblijft ongeveer tweeënhalf uur in het operatiekwartier. De operatie zelf duurt gemiddeld een uur, waarna u nog een uurtje in de ontwaakruimte van het operatiekwartier zal doorbrengen. Hier wordt u nauwlettend in het oog gehouden met behulp van monitors om de bloeddruk, pols, zuurstof in het bloed en ademhaling te controleren. Indien de gemeten waarden in orde zijn, kan u terug naar de kamer gebracht worden. En na de operatie Bij uw terugkomst in het daghospitaal helpt de verpleegkundige u om zich comfortabel te installeren in uw bed. De bloeddruk en pols worden nogmaals gecontroleerd. Het verband wordt nagekeken. Hierna krijgt u de tijd om even van de ingreep te bekomen. Wanneer u zich hiertoe in staat voelt zal de verpleegkundige u begeleiden naar het toilet. Wanneer u spontaan hebt gewaterd en de pijn onder controle is, wordt het infuus verwijderd. U krijgt pas iets om te eten en een glas water als u zich hiervoor helemaal klaar voelt. U mag dit gerust zelf aangeven. Ontslag In principe mag u het ziekenhuis verlaten wanneer er geen verwikkelingen optreden. De verpleegkundige geeft aan wanneer u klaar bent om veilig naar huis te gaan. Meestal gebeurt dit twee tot drie uren na de operatie, afhankelijk van de gekozen verdoving. U bent dan in staat zelf te stappen en heeft spontaan kunnen wateren. Bovendien heeft u gedronken en wat kunnen eten. Voor u vertrekt geeft de verpleegkundige u nog een spuitje in de buik. Dit geneesmiddel gaat de vorming van bloedklontertjes tegen. Deze spuitjes moeten ook thuis nog een aantal dagen toegediend worden door een thuisverpleegkundige. 6 7

5 Omdat het moment van ontslag niet op voorhand bepaald kan worden is het dan ook belangrijk dat er steeds iemand bereikbaar is om u naar huis te begeleiden. U mag namelijk niet zelf een auto besturen. Volgende zaken krijgt u mee bij ontslag: Verzekeringspapieren Pijnstillers voor de volgende 24 uur Een brief voor de huisarts Een voorschrift voor de thuiszorg Een controleafspraak bij de vaatchirurg Aandachtspunten na ontslag Bezoek aan huisarts of thuisverpleegkundige Het operatieverband wordt de dag na het ontslag verwijderd door de chirurg, de huisarts of de thuisverpleegkundige. Dit wordt afgesproken in het chirurgisch dagziekenhuis, voor u naar huis vertrekt. Na deze wondzorg moet u de steunkous vier tot zes weken dragen. De eerste twee weken moet u de kous dag en nacht dragen. U mag deze kous uitdoen om de benen te wassen. Hierna legt u de benen gedurende een half uur horizontaal vooraleer u de kousen weer aantrekt. De thuisverpleegkundige helpt u hier graag bij als dit problemen zou geven. Gedurende 10 dagen krijgt u dagelijks een inspuiting ter voorkoming van trombose (bloedklontervorming). Trombose kan immers leiden tot flebitis (ontsteking van de aderwand). De inspuiting gebeurt door de thuisverpleegkundige. Wat mag u wel en niet doen vanaf de dag na de operatie? Wat mag u doen? U mag gewone inspanningen leveren, zonder hierin te overdrijven. U mag wandelen, fietsen, met de wagen rijden, U mag vrijwel dadelijk lichte taken uitvoeren die stilaan naar een normaal functioneren mogen overgaan. Meestal lukt dit ten laatste binnen een week tot tien dagen na uw ontslag uit het ziekenhuis. Wat mag u niet doen? De eerste 2 tot 3 weken mag u niet baden. Douchen mag echter wel. U kan waterbestendige wondverbandjes kopen bij de apotheker. U mag niet onmiddellijk zeer zware inspanningen leveren (vb. zeer zware lasten tillen). De wondjes hebben nog minstens een week nodig om voldoende te genezen. U mag niet langdurig stilstaan. U moet dan een beetje trappelen. Na enkele weken hoeft dit niet meer. De wondjes mogen gedurende enkele maanden niet worden blootgesteld aan de zon. Gebruik een sunblock tot de wondjes niet meer verkleurd zijn. Verdere info Voor verdere informatie kan u terecht: Op de website waar u een link vindt naar de webpagina van de vaatchirurgen. U surft onder de rubriek patiënten naar specialismen en diensten. Daar kiest u voor vaat- en thoraxchirurgie. Bij het secretariaat vaatheelkunde ( ). Bij problemen kan u steeds terecht bij uw huisarts die u, indien nodig, ongetwijfeld zal doorverwijzen naar de behandelende chirurg. Bij pijn mag u Dafalgan innemen. Raadpleeg de bijsluiter voor de dosis die bij u van toepassing is. Als u geen Dafalgan in huis heeft mag u gerust andere pijnmedicatie gebruiken. Na een twaalftal dagen zal de huisarts de steristripverbandjes (plakkertjes op de wonde) verwijderen. En na ongeveer een maand komt u terug op controle bij de vaatchirurg. Deze afspraak wordt vastgelegd bij ontslag uit het ziekenhuis. 8 9

6 Checklist voor opname Waardevolle voorwerpen, juwelen, geld, blijven best thuis U bent vooraf al langs de opnamebalie geweest om uw kamerkeuze te bevestigen Het te opereren been werd thuis geschoren Steunkousen werden aangemeten bij de bandagist U heeft na uw ontslag uit het ziekenhuis vervoer naar huis. De chauffeur is steeds bereikbaar. U heeft vanaf middernacht niet meer gegeten, gedronken of gerookt. Enkel noodzakelijke medicatie die werd afgesproken met uw huisarts werd ingenomen met een slokje water, dit ten laatste twee uur voor uw opname in het ziekenhuis. Dit brengt u mee: Sis-kaart Uw paspoort Bloedgroepkaartje Verzekeringspapieren, ziektebriefjes, sociaal verlofaanvraag (indien nodig) Documenten van de voorbereidende onderzoeken (bloedonderzoek, EKG) ingevulde preoperatieve vragenlijst Indien mogelijk gaat u de dag van de operatie even langs het secretariaat vaatheelkunde om de verzekeringspapieren, ziektebriefjes, sociaal verlofaanvraag, te laten invullen. Nog vragen? Heeft u nog vragen na het lezen van deze brochure? Neem dan gerust contact op met een verpleegkundige van het daghospitaal

7 Versie: 21 mei 2014 Mariaziekenhuis vzw Maesensveld Overpelt Tel Fax info@mariaziekenhuis.be