Symbolen in de cursus. Inhoudsopgave. Plastische opvoeding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Symbolen in de cursus. Inhoudsopgave. Plastische opvoeding"

Transcriptie

1 Bijenhotel

2 Symbolen in de cursus Biologie Plastische opvoeding Fysica Techniek wiskunde I.C.T. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Bijen... 3 Hoofdstuk 2: Hoe leven bijen met elkaar? Hoofdstuk 3: Aanpassing van de lichaamsvorm aan de functie in de bijenkorf Hoofdstuk 4: Zoemende bijen Hoofdstuk 5: Bijen in nood Hoofdstuk 6: Bijensteek verzorgen Hoofdstuk 7: Bijenhotel ontwerpen Hoofdstuk 8: Bijenhotel maken Hoofdstuk 9: Bijenhotel ophangen Hoofdstuk 10: Bijenhotel evalueren Hoofdstuk 11: Bijlagen Hoofdstuk 12: Bronnen

3 Hoofdstuk 1: Bijen 1.1 Classificatie van bijen Tree of life Om orde te scheppen in de diversiteit, ging men de erfelijke code of DNA van verschillende soorten met elkaar vergelijken. Volgens de evolutietheorie ontstond al het leven uit één cel, de oercel. Tijdens de evolutie is de erfelijke code voor elke soort langzaamaan veranderd wat leidde tot verschillende kenmerken per soort. Organismen met een recente gemeenschappelijke voorouder zullen een erg gelijkende code vertonen, terwijl andere organismen een meer verschillende code zullen hebben en daarom veel verder van elkaar staan op de evolutionaire tijdsschaal. Na veel gepuzzel, konden wetenschappers de verwantschappen en de voorouders van een grote hoeveelheid soorten in één grote boomstructuur samenleggen. a) Neem de tree of life (bijlage) bij de hand. b) In de tree of life kan je drie hoofdtakken of domeinen terugvinden. Welke? 1. bacteriën 2. archaea 3. eukaryoten c) In welk domein situeer je de bij? De eukaryoten d) Welke kenmerken kan je toewijzen aan organismen van dit domein? Maak een woordspin met kenmerken aan de poot van de spin. Schrijf de naam van het domein in de kop van de spin. autotroof of heterotroof groter dan bacteriën en archaea eukaryoten dieren, planten, fungi celorganellen celkern eencellig of meercellig e) Waar ga je deze informatie zoeken? In een handboek biologie, op internet via een tablet of computer 3

4 1.1.2 Domein van de eukaryoten We weten al dat bijen horen in het domein van de eukaryoten. Daarmee sluiten we al een heleboel organismen uit. Wij willen verder onderzoeken hoe we de bij kunnen classificeren tot op het niveau van de soort. De driehoek stelt de verschillende classificatieniveaus in volgorde voor. a) Zet de begrippen op de juiste plaats in de driehoek: klasse, soort, rijk, stam. rijk stam klasse orde familie geslacht soort b) Neem opnieuw de tree of life naast je. Volg de takken tot je bij de bij uitkomt. In welk rijk vind je de bij? De dieren c) Tot welke stam behoort de bij? De stam van de geleedpotigen Deze stam kunnen we onderverdelen in vijf klassen, namelijk: duizendpoten - miljoenpoten - insecten - spinachtigen - schaaldieren. d) Hoe ga je opzoeken tot welke klasse de bij behoort? In een handboek biologie, in een encyclopedie, via internet op een tablet of pc e) Tot welke klasse behoort de bij? De klasse van de insecten. 4

5 1.1.3 Klasse van de insecten Al deze insecten kunnen huizen in het bijenhotel. Het kan dus goed zijn dan je naast bijen ook kevers, mieren en muggen aantreft in het hotel. Om de bij te onderscheiden van de andere insecten, gaan we de klasse van de insecten nog verder onderverdelen in lagere niveaus. De vraag die we gaan onderzoeken luidt dan ook: Hoe kan je de klasse van de insecten onderverdelen in de lagere taxonomische niveaus? a) Bekijk de afbeeldingen. Aardhommel Coloradokever Honingbij Huisvlieg Langpootmug Meikever Mier Regendaas Sluipwesp Steekmug Duitse wesp Halvemaanzweefvlieg b) Welke grote verschillen vind je tussen deze insecten? De vleugels verschillen sterk (aantal + structuur), de lengte van de poten, de grootte van de ogen, lichaamsbeharing, kleur, dikte van het lichaam 5

6 We kiezen er het verschil van vleugels uit om verder te classificeren. c) Vergelijk de voorvleugels en de achtervleugels. Kruis aan of het organisme de volgende delen bevat. Dier Criteria een paar vliezige voorvleugels een paar vliezige achtervleugels dekschilden Vereenvoudigde achtervleugels * Aardhommel x x Coloradokever x x Honingbij x x Huisvlieg x x Langpootmug x x Meikever x x Mier x x Regendaas Sluipwesp x x Steekmug x x Duitse wesp x x x Zweefvlieg x x * Bij vereenvoudigde achtervleugels zijn de achtervleugels zodanig gereduceerd dat het lijkt alsof het organisme maar één paar vleugels heeft. d) Duid alle organismen met dezelfde kenmerken aan in hetzelfde kleur. e) Groepeer de organismen in drie ordes volgens gemeenschappelijke kenmerken. Vul daarbij de onderstaande tabel aan met de criteria en twee voorbeelden van organismen. Criteria Vliesvleugeligen Tweevleugeligen Schildvleugeligen - Vliezige voorvleugels - vliezige achtervleugels - Vliezige voorvleugels - vereenvoudigede achtervleugels - vliezige achtervleugels - dekschilden organismen 1. honingbij 2. hommel (ook: Duitse wesp, sluipwesp, mier) 1. huisvlieg 2. steekmug (ook: langpootmug, halvemaanzweefvlieg) 1. meikever 2. coloradokever De klasse van de insecten wordt opgesplitst in de orde van de 1. Vliesvleugeligen 2. Tweevleugeligen 3. Schildvleugeligen f) In welke orde vinden we de bij terug? Bij de vliesvleugeligen. 6

7 We kijken verder naar de orde van de vliesvleugeligen. Hoe kan je de orde van de vliesvleugeligen verder onderverdelen? g) Bekijk de afbeeldingen. Wesp Hommel Bij Mier h) Omcirkel voor elke familie het juiste kenmerk en noteer het aantal vleugels. Kenmerk Wespen Hommels Bijen Mieren Aantal vleugels 2 paar 2 paar 2 paar meestal geen gesteeld / gesteeld / gesteeld / gesteeld / Achterlijf * niet gesteeld niet gesteeld niet gesteeld niet gesteeld verbreed / verbreed / verbreed / verbreed / Achterpoten niet verbreed niet verbreed niet verbreed niet verbreed geen/ weinig/ geen/ weinig/ geen/ weinig/ geen/ weinig/ borstelbekleding veel veel veel veel * Het achterlijf van een insect is gesteeld als het achterlijf precies met een steeltje vast hangt aan het borststuk. i) Welke organismen hebben dezelfde kenmerken? Hommels en bijen De orde van de vliesvleugeligen worden opgesplitst in drie families, namelijk: 1. Wespen 2. Hommels en bijen 3. Mieren 7

8 We bekijken de familie van de hommels en de bijen van dichterbij. j) Bekijk de afbeeldingen. Hommel Bij k) Omcirkel voor elk geslacht het juiste kenmerk en noteer het kleurpatroon van het achterlijf. kenmerk Hommel Bij lichaamsgrootte klein/ groot klein/ groot borstelbekleding korte/ lange borstels korte/ lange borstels kleurpatroon Gele of oranjerode dwarse strepen bruinzwart De familie van de hommels en bijen wordt opgesplitst in de geslachten 1. Hommels 2. Bijen Lijkt ook het DNA van bijen en hommels op elkaar? Van de zanglijster, het roodborstje, de hommel en de bij is de genenkaart opgesteld en voorgeteld door een streepjespatroon met een bepaalde kleurcode. Dat streepjespatroon hebben ze naast elkaar gelegd en zo zagen ze mooi de gelijkenissen (wit) en de verschillen (grijs) tussen de organismen. Daarmee stelden ze dan de tree of life op, waarbij organismen met dezelfde genetische kenmerken dicht bij elkaar liggen. Alle vier de organismen kunnen wel vliegen, maar toch verschillen de twee vogels sterk van de twee insecten. Bijen en hommels daarentegen lijken genetisch gezien erg op elkaar, want we zien veel witte strepen (gelijkenissen) en weinig grijze strepen (verschillen). 8

9 We bestuderen nu het geslacht van de bijen verder. l) Bekijk de afbeeldingen. Honingbij Dikkopbloedbij Gewone sachembij Rosse metselbij Gewone wespbij Vosje m) Waarin verschillen de organismen nog van elkaar? Ze verschillen in kleurpatroon. 9

10 1.1.4 Was het een bij, een hommel of een wesp? Een hommel, een bij en een wesp worden wel eens door elkaar gehaald. Het wordt al helemaal moeilijk om een wespbij te onderscheiden van een wesp. Ze zien er min of meer hetzelfde uit en ook genetisch lijken ze sterk op elkaar. Toch zijn het verschillende beestjes. Bijen zijn vegetariërs die hun larven voeden met stuifmeel en wespen doen dat met vlees. Ze vangen insecten, spinnen en andere kleine dieren. Bijen hebben vertakte haren, wespen onvertakte. Bijen hebben afgeplatte pootjes, wespen rolronde. Dat zie je dus niet in een eerste oogopslag. Het meest bruikbare kenmerk zijn de opvallende verzamelharen voor stuifmeel, die bijenvrouwtjes bezitten. Die kunnen op de poten staan, maar ook op de buik of de rug. Aardhommel Honingbij Duitse wesp 10

11 1.2 Macroscopische bouw van een bij a) Het lijf van de honingbij (= een insect) bestaat uit drie opvallende delen. Welke drie? 1. kop 2. kopborststuk 3. achterlijf b) Verdeel het lichaam van de honingbij in deze delen. Kop Kopborststuk Achterlijf c) Duid ook deze delen aan op de kop van de bij: voelsprieten, facetogen, zuigtong, kaken. Facetogen Voelsprieten Zuigtong Kaken 11

12 Hoofdstuk 2: Hoe leven bijen met elkaar? 2.1 Interactie tussen bijen onderling Bijen leven in een sociale staat, dat is een intense vorm van coöperatie. Ze vormen een samenleving van soortgenoten waarin elk individu een specifieke taak uitvoert in dienst van de hele gemeenschap. Er is m.a.w. sprake van een arbeidsverdeling. Elke bij behoort tot een kaste. Dat is een groep van individuen die binnen een staat in vorm en opdracht dezelfde zijn. a) Neem de bijlage over de bijenstaat erbij en beantwoord de vragen. b) Noteer boven elke bij tot welke kaste die behoort. Koningin Werkster Dar D A, C, E, F, G B c) Noteer de letter van de taak onder de juiste bij. A. Voedsel verzamelen B. Eicellen van de koningin bevruchten C. Bijenkorf verdedigen D. Eieren leggen E. Nest schoonmaken F. Larven voederen G. Koningin en sommige darren voederen Ook hommels, wespen, mieren en termieten vormen staten. Meestal wordt het leven van individuen geleid en georganiseerd door een koningin. Zij geeft feromonen af. Dat zijn vluchtige stoffen die de ontwikkeling en activiteiten de andere leden van de staat bepalen. 12

13 2.2 Interactie tussen de bij en de bloemplant Verschillende soorten planten, dieren, fungi en bacteriën in een levensgemeenschap beïnvloeden elkaar. Tussen de soorten, maar ook binnen eenzelfde soort zelf zijn er talloze interacties of relaties mogelijk, zoals predatie en voedselconcurrentie. Sommige organismen kunnen zelfs niet overleven zonder elkaar, dat noemen we symbiose. Voorbeelden van symbiose zijn: parasitisme, mutualisme, commensalisme. Deze begrippen ken je al vanuit biologie. In de bijlage vind je nog wat meer info over deze samenlevingsvormen. a) Welke interactie vindt er plaats tussen de bij en een bloemplant? Verklaar je antwoord. Mutualisme. Beide organismen ondervinden voordeel van de samenleving. De bij eet nectar door het bloembezoek, terwijl de bloem bestoven wordt door het insectenbezoek. 13

14 2.3 Hoe communiceren bijen? Sommige werksters hebben een speciale taak, ze zijn verkenner. Zij verlaten de bijenkorf om te zoeken naar voedsel. Daarna brengen ze verslag uit in de korf. De werksters die haalbij zijn, weten dan waar ze stuifmeel, nectar en honingdauw kunnen vinden Waarover communiceren bijen? De Oostenrijkse dierkundige Karl von Frisch ( ) onderzocht de communicatie bij honingbijen. Daarvoor stelde hij twee experimenten op. Experiment 1 Op 25 m van een bijenkorf wordt een schoteltje suikersiroop met een geurig muntextract geplaatst. Een verkennerbij ontdekt al snel het schoteltje en even later vliegen er haalbijen op en af naar het nest. Ze worden telkens gemerkt met een witte stip. Vervolgens worden op dezelfde afstand, maar in andere richtingen schoteltjes gezet met suikersiroop zonder geurextract. Deze voedselbronnen worden genegeerd door de gekenmerkte bijen. Wanneer er muntextract wordt toegevoegd aan de nieuwe schoteltjes, worden ze heel gauw ook druk bezocht. a) Wat kan je hieruit besluiten over de communicatie van bijen? Bijen wisselen informatie uit over de aard van het voedsel. Experiment 2 Op 750 m van de bijenkast wordt een schoteltje met suikerstroop geplaatst. De eerste 20 bijen die de voedselbron bezoeken, worden gemerkt. Alle volgende bijen worden gevangen en vastgehouden tot het einde van het experiment. Na de passage van de eerste 20 bijen wordt de schaal weggenomen en vervangen door een reeks gelijkaardige schalen, die precies in dezelfde richting, maar op een andere afstand geplaatst worden. De bezoeken aan de verschillende schalen worden gedurende 90 minuten geteld. a) Op welke afstand van de bijenkast werd het eerste schoteltje met suikerstroop gezet? Op 750 m. Afstand van de kast naar de schaal 75 m m m m m m 12 meer dan 1000 m 0 Aantal bezoeken op 90 minuten. b) Op welke drie afstanden tussen de bijenkast en de nieuwe schoteltjes vinden de meeste bijenbezoeken plaats? Op 700 m, op 800 m en op 1000 m. c) Wat kan je hieruit besluiten over de communicatie van bijen? Bijen wisselen ook informatie uit over de afstand tot het voedsel. 14

15 2.3.2 Hoe communiceren bijen met elkaar? Karl von Frisch stelde dus vast dat bijen wel degelijk communiceren met elkaar. Om te onderzoeken hoe ze dat concreet doen, bouwde hij een bijenkast met een glazen zijwand. Zo kon hij de beestjes nauwlettend in het oog houden en hij stelde drie zaken vast. Waarneming A Wanneer een bij een voedselbron vindt op minder dan 100 m van de korf, neemt ze nectar of het stuifmeel op en vliegt ermee terug naar de korf. Daar begint ze te dansen. Ze loopt in cirkeltjes rond, afwisselend links- en rechtsomdraaiend. Dat noemen we de cirkeldans. Een aantal bijen in de korf gaan de beweging volgen en raken met hun antennen de dansende bijen aan. Na een tijd verlaten deze bijen de korf en zoeken voedsel binnen een straal van 100 m. a) Hoe ver ligt het voedsel van de korf verwijderd? Minder dan 100 m. b) Waarover communiceert een bij die de cirkeldans doet? Over de straal waarbinnen het voedsel ligt, de afstand tot het voedsel. c) Welke communicatiemethode gebruikt de bij daarvoor? Kruis aan. O Optische signalen O Akoestische signalen X Tactiele signalen O Chemische signalen 15

16 Waarneming B Wanneer een bij een voedselbron vindt op meer dan 100 m van de korf, neemt ze het voedsel op, vliegt ermee naar de korf en begint ze te dansen in de vorm van het cijfer acht. Telkens wanneer ze de diameter van de figuur overloopt, schudt de bij hevig heen en weer met haar achterlijf. We noemen deze dans de kwispeldans. Andere bijen volgen de dansende bij en betasten haar met hun antennen. De bijen liegen nadien naar de voedselbron en blijken ook de richting te kennen. d) Bekijk het filmfragment over de kwispeldans. e) Hoe ver ligt het voedsel van de korf verwijderd? Meer dan 100 m. f) Waarover communiceert een bij die de kwispeldans doet? De afstand EN de richting tot het voedsel. g) Welke communicatiemethode gebruikt de bij daarvoor? Kruis aan. O Optische signalen O Akoestische signalen X Tactiele signalen O Chemische signalen Waarneming C Von Frisch bestudeerde ook de snelheid van de kwispeldans. Hoe dichter de voedselbron zich bevindt, hoe sneller de dans wordt uitgevoerd. h) Waarmee heeft de snelheid van de kwispeldans te maken? Met de afstand tot het voedsel. 16

17 2.4 Voortplanting De bevruchting De koningin is de enige bij de eitjes kan leggen en dus ook de enige bij de bevrucht kan worden. Toch zijn niet alle eieren die de koningin legt, bevrucht. Uit onbevruchte eicellen groeien darren. Uit bevruchte eicellen groeien werksters die eventueel kunnen uitgroeien tot een nieuwe koningin. Het is zover De darren bevruchten de koningin. Daarna sterft de dar, zijn taak zit erop. De koningin legt heel zorgvuldig de bevruchte eieren in de cellen van de raten. In die cellen ontwikkelen de eieren zich over larven tot volwassen bijen Na de bevruchting a) Noteer in de tabel welke stap op de afbeelding hoort bij welke beschrijving. 1. Na een week is de larve enorm gegroeid, dankzij al het voedsel dat het kreeg. De larve begint een kleverig spinsel te maken in klieren dichtbij de kop. Met dat kleverig spinsel spint het zichzelf een cocon. 2. De volwassen bij knaagt het dekseltje van zijn cel open en verlaat de cel. 3. Na 3 dagen komt een larve uit het eitje. De eerste 2 dagen voeden de werksters de larve met bijenmelk of koninginnepap dat wordt aangemaakt in de voedersapklieren van de werkster. De volgende 3 dagen wordt de larve gevoed met een mengsel van stuifmeel en honing. 4. De koningin zoekt een lege cel in de raat en legt er een eitje in. 5. Terwijl de larve in zijn cocon zit, verpopt hij zich. Dat wil zeggen dat de larve transformeert in een honingbij. Tijdens het verpoppen, ontwikkelt de larve dus alle belangrijke delen die een honingbij heeft, zoals de poten, ogen, voelsprieten en vleugels. 6. Een werkster verzegelt de cel met was, waardoor de cel volledig wordt afgesloten. A B C D E F b) Zet in de juiste volgorde: pop, bij, larve, eitje. Eitje - larve - pop - bij 17

18 Hoofdstuk 3: Aanpassing van de lichaamsvorm aan de functie in de bijenkorf De vorm van het lichaam van een bij is aangepast aan de functie van de bij in de bijenkorf. Een koningin zal bijvoorbeeld een ander lichaam hebben dan een werkster en een dar. We bekijken eerst hoe dat zit met de werksters. Hoe zijn werksters aangepast aan hun taak in de bijenstaat? a) Neem alle benodigdheden voor het practicum bij de hand en voer de stappen in de juiste volgorde uit. Benodigdheden - Dode werksterbij - Water - Microscoop - Binoculair - Potlood - Dekglaasje - Voorwerpglas - Pincet Werkwijze 1. Neem met een pincet de rechtervleugels weg. Leg ze op een voorwerpglaasje met wat water. Breng een dekglaasje aan. 2. Bekijk nu met een sterke vergroting de achterrand van de voorste vleugel (de grote) en de voorrand van de achterste (kleine) vleugel. 3. Beantwoord de vragen over de vleugels. 4. Neem met een pincet een voorpoot, een middenpoot en een achterpoot van een werksterbij (zo dicht mogelijk tegen het lichaam). 5. Maak een preparaat van de voorpoot zoals beschreven bij punt 1. Onderzoek elke poot met een zwakke vergroting. Vervolgens doe je hetzelfde met middenpoot en de achterpoot. Let goed op de naden tussen de verschillende geledingen. 6. Beantwoord vragen over de poten. 7. Bekijk de voelsprieten, de facetogen en de puntogen onder de binoculair. 8. Bekijk de monddelen onder de binoculair en beantwoord de vragen over de monddelen. 18

19 3.1 Vleugels a) Schets de vleugelranden van een voorvleugel en een achtervleugel. b) Waarvoor dient die speciale bouw van de vleugelranden? De haakjes van de achtervleugel haken vast rond de onderkant van de voorvleugel. Zo vormen de vleugels één groot vlies waardoor ze sneller kunnen vliegen. 19

20 3.2 Poten a) Noteer de volgende begrippen bij de juiste poot: voorpoot, middenpoot, achterpoot buitenkant, achterpoot binnenkant. Bij elke insectenpoot kan je van boven naar beneden de volgende delen onderscheiden: heup, dijring, dij, scheen, voet. Zoek die op het preparaat en op de tekening. b) Kleur de heup rood, de dijring oranje, de dij geel, de scheen groen en de voet blauw. c) Vul de legende aan. De poten van een werkster zijn bijzonder goed aangepast om het kleverige stuifmeel van hun lichaam te borstelen. d) Duid op de voorpoot de sprietenreiniger aan. Hiermee verwijdert de bij de stuifmeelkorrels van de voelsprieten. e) Verklaar de bouw van de sprietenreiniger. De sprietenreiniger is hol ingesneden en past perfect rond de voelsprieten. Met de stuifmeelborstels op de voor- en middenpoten worden stuifmeelkorrels van het behaarde lichaam geborsteld. Met de stuifmeelborstels op de achterpoten wordt het stuifmeel, dat aan het lichaam en de poten kleeft, verzameld. f) Zoek de stuifmeelborstels op de voor-, midden- en achterpoot. Benoem die ook op te tekening. Tussen de dij en de scheen van de achterpoot zit er een grote spleet. Dat dient om het verzamelde stuifmeel te persen tot stuifmeelklompjes en noemen we dan ook de stuifmeelpers. g) Duid de stuifmeelpers aan op de achterpoot. h) Welk lid van de achterpoot is opvallend groot? De scheen. i) De achterpoot noemen we ook wel de verzamelpoot. Leg uit waarom. Het grote lid, het korfje, dient om stuifmeel te verzamelen. j) De uitholling in het grote lid van de achterpoot noemen we het korfje. Duid dit aan op de achterpoot. Op de middenpoot zie je een naaldvormig uitsteeksel, de spoor. De spoor dient om het verzamelde stuifmeel uit de korfjes te lepelen. De korfjes worden leeggehaald en jonge werksters bergen het stuifmeel in de voorraadcellen op. k) Zoek de spoor op de middenpoot en duid de spoor aan op de tekening. Elke poot heeft een kleverig deel waardoor de bij in staat is om ondersteboven over het plafond van de bijenkorf te lopen. Aan het uiteinde van de poten zitten klauwtjes waarmee de bij zich aan de blaadjes van een bloem kan vasthouden. 20

21 Poot: middenpoot Poot: achterpoot buitenkant stuifmeelpers spoor korfje stuifmeelborstels Poot: achterpoot binnenkant Poot: voorpoot sprietenreiniger stuifmeelborstels stuifmeelborstels heup dijring dij scheen voet Legende 21

22 3.3 Monddelen De kaken van een honingbij zijn relatief klein, omdat bijen niet bijten. De bovenkaken hebben een lepelachtige vorm en worden voornamelijk gebruikt om was te kneden en te bewerken. De onderkaak draagt een zuigsnuit waaraan de tong vastzit. Daarmee zuigt de bij nectar op uit de bloem. De tong is voorzien van fijne haartjes en een groefje. Door het groefje loopt de nectar in de mondopening. a) Duid de delen aan op de schematische voorstelling van een bijenkop: bovenkaken, liptasters, zuigtong met lepeltje, bovenlip, kaaktasters. bovenlip bovenkaken kaaktasters liptasters bovenkaken zuigtong met lepeltje bovenkaken Basisbouwplan van de monddelen Algemeen hebben insecten min of meer hetzelfde bouwplan. Dat bouwplan verschilt naargelang de voedingswijze van het insect. 1. Bovenlip - 2. bovenkaken - 3. Onderkaken - 4. Kaaktasters - 5. Onderlip - 6. Liptasters 22

23 b) Bekijk de kop en de monddelen van de leden van een bijenvolk. werkster dar koningin c) Waarin verschillen de monddelen van een werkster, dar en koningin? De monddelen van een werkster zijn heel goed ontwikkeld, terwijl de monddelen van een dar slecht zijn ontwikkeld. De ontwikkeling van de monddelen van de koningin ligt er ergens tussenin. 3.4 Ogen Ook de ogen van de leden van het bijenvolk verschillen naargelang hun taak. a) Bekijk de kop en de ogen van de leden van een bijenvolk. werkster dar koningin b) Wie heeft opvallend grote ogen? De dar. c) Hoe verklaar je dat? Denk aan de functie van de dar. De dar moet goed kunnen zien waar de koningin zit om ze nadien te bevruchten. 23

24 Hoofdstuk 4: Zoemende bijen Wanneer de bloemen in bloei staan, hoor je overal gezoem van bijen en andere gevleugelden. Waar komt dat zoemende geluid vandaan? 4.1 Wat zijn geluiden? a) Leg een plastic lat op een tafel en laat een deel uitsteken over de rand. Duw op de lat om ze te doen trillen. Wat neem je waar? Geluid. De trillingen van de geluidsbron veroorzaken in de omringende lucht kleine schommelingen in de luchtdruk; de lucht wordt afwisselend samengedrukt en ontspannen. Die drukschommelingen planten zich voort in de vorm van golven. De lengte dat 1 golf inneemt, noemen we de golflengte. b) Door welke goniometrische functie worden geluidsgolven voorgesteld? Door de sinusfunctie Om een geluid te horen, hebben we dus trillingen nodig. c) Hoe kan een bij trillingen veroorzaken? Door zijn vleugels op en neer te slaan. d) Waar komt het zoemende geluid van een bij dus vandaan? Een bij zoemt omdat ze trillingen maakt met haar vleugels. 4.2 Waarom klinkt niet elk geluid hetzelfde? Experiment 1 a) Laat een lang stuk van de plastic lat trillen (situatie 1). Laat daarna een kort stuk van de lat trillen (situatie 2). b) Welk verschil in geluid merk je? Situatie 1 klinkt lager, terwijl situatie 2 hoger klinkt. c) Waarin verschilt de trilling van de lat in beide situaties? In situatie 1 trilt de lat traag, terwijl in situatie 2 de lat sneller trilt. 24

25 d) Schrap wat niet past. Geluiden met weinig trillingen per seconde (= lage frequentie) hebben een kortere / langere golflengte. Geluiden met veel trillingen per seconde (= hoge frequentie) hebben een kortere / langere golflengte. hoge tonen / lage tonen hoge tonen / lage tonen e) Duid in bovenstaande grafieken aan of het om hoge of om lage tonen gaat. Doorstreep daarvoor het foute antwoord. De slagfrequentie van de vleugels van een bij bedraagt ongeveer 200 slagen per seconde Experiment 2 a) Laat opnieuw een lat trillen door zachtjes op de lat te duwen (situatie 1). Doe dit opnieuw, maar duw nu hard op de lat (situatie 2). b) Welk verschil in geluid merk je op? In situatie 1 is het geluid stil, terwijl het geluid in situatie 2 luider is. f) Waarin verschilt de trilling van de lat in beide situaties? De trillingen van de lat zijn veel heviger in situatie 2. De uitwijking is daar groter. 25

26 g) Schrap wat niet past. Geluiden met een groot / klein volume, doen de lucht veel samendrukken en ontspannen. Daardoor heeft de geluidsgolf een grote uitwijking of amplitude. Geluiden met een groot / klein volume, doen de lucht weinig samendrukken en ontspannen. Daardoor heeft de geluidsgolf een kleine uitwijking of amplitude. 4.3 Waarom klinkt een mug anders dan een bij? a) Beschrijf het verschil in geluid tussen een mug en een bij. Het geluid van een zoemende mug is hoger dan die van een bij. b) Waarmee heeft het verschil in geluid dus te maken: volume of toonhoogte? Toonhoogte c) Verschillende de geluidsgolven dus in aantal per seconde (frequentie) of in uitwijking (amplitude)? Aantal per seconde (frequentie) d) Teken de grafiek met de geluidsgolven van een mug en van een bij. mug bij 26

27 e) Hoe komt dit verschil tot stand als je kijkt naar de bouw van een mug en een bij? Denk terug aan de experimenten met de lat. Een mug heeft kortere vleugels dan een bij. Steekmug Honingbij 4.4 Hoe krijgen bijen hun vleugels in beweging? Mensen en andere gewervelden bewegen hun lichaam dankzij spieren, meer bepaald skeletspieren. Deze spieren hangen dus vast aan een skelet. Insecten, waaronder de bij hebben helemaal geen spieren, dus hoe kunnen zij hun vleugels doen bewegen? Bijen slaan met hun vleugels door hun lichaamswand te vervormen. Dat klinkt wat vreemd, maar toch is het eenvoudig. Insecten, en dus ook bijen, hebben geen inwendig skelet, maar een exoskelet. Dat betekent dat spieren ook niet aan botten vastzitten, maar aan dat exoskelet. Als bijen hun vleugels willen bewegen, dan trekken ze spieren samen die het exoskelet als een ingedrukte pingpongbal naar binnen en weer naar buiten laten knakken. Ook dat geeft een licht zoemend geluid. a) Wanneer gaan de vleugels naar omhoog? Als de verticale spieren samentrekken en de lengtespieren ontspannen. b) Wanneer gaan de vleugels terug naar beneden? Als de verticale spieren ontspannen en de lengtespieren opspannen. 27

28 Hoofdstuk 5: Bijen in nood 5.1 Rol van de bijen a) Lees het korte artikel uit Bijen in nood van Natuurpunt. b) Verklaar de cartoon van het kaartenhuisje m.b.v. de inzichten uit het korte artikel. De bij is een belangrijke schakel in voedselketel. Zonder de bij worden de bloemen niet bestoven, zijn er geen planten en bomen en is er geen leven mogelijk. Het hele kaarthuis zou ineenstorten. 28

29 5.2 Achteruitgang van de bij Blader doorheen de brochure Waarom een bijenhotel van Natuurpunt om de antwoorden op de volgende vragen te vinden. Hiervan vind je een stukje in bijlage. a) Verbind elke groep bijen met de bijbehorende kenmerken. solitaire bijen kolonie parasitaire bijen zachtaardig sociale bijen steken niet b) Welk soort bij is de honingbij? Een sociale bij. leven alleen en hebben een eigen nest leggen eitjes in de nesten van andere bijensoorten agressiever c) Welk soort bijen willen wij aantrekken met het bijenhotel? Solitaire bijen. Zowel honingbijen als wilde bijen gaan de laatste jaren sterk achteruit. d) Wat zijn de drie belangrijkste oorzaken van deze achteruitgang? 1. Gebrek aan bloemen. Bloemen zijn voedselbronnen (nectar) en een nestplaats 2. Pesticiden. Vooral de nieuwste generatie pesticiden blijkt zeer schadelijk. De plant is van binnenuit beschermd tegen vraat waardoor ook de giftige stoffen in nectar en stuifmeel terechtkomen. 3. Ziekten. Als gevolg van stress, pesticiden en voedseltekort verzwakken de bijen. Om bijen een beschutting te geven, bouwen wij zelf een bijenhotel. Die kan je ophangen bij jou thuis of in de buurt. e) Bekijk dit filmpje van VTM over het nut en de werking van een bijenhotel. f) Wat kan je naast het bouwen van een insectenhotel nog doen om bijen te lokken? Wilde bloemen zaaien. 29

30 Hoofdstuk 6: Bijensteek verzorgen 6.1 Een bijensteek voor de mens Bijen en andere insecten kunnen steken en een kleine huidwonde achterlaten. Meestal is een bijensteek onschuldig en zorgt die enkel voor wat licht ongemak. In dit geval hoef je je geen zorgen te maken. Blijf rustig, haal eventueel de angel eruit en spoel het wondje onder lauw stromend water. Koel de wonde eventueel af door ijsblokjes in een handdoek te wikkelen en die tegen de huid te houden. Hoe haal je een angel uit de huid? Als de angel nog in de huid steekt, probeer die dan zo snel mogelijk te verwijderen. Doe dit door van onder de insteekplaats opwaarts te drukken en te glijden met eender welk voorwerp dat je dicht bij de hand hebt, bijvoorbeeld je vingernagel, een bankkaart of de botte kant van een mes. Het gedeelte van de angel dat uit de huid steekt, neem je best niet vast met je vingers of met een pincet. Daardoor zou je het achtergebleven gifzakje kunnen samendrukken en zo kan het resterende gif in de bloedsomloop terechtkomen. Als je de achtergebleven angel niet zelf kan verwijderen, contacteer dan de huisarts. In enkele gevallen kan een insectensteek toch ernstig zijn. Als het slachtoffer bijvoorbeeld verschillende keren gestoken wordt, kan de ingespoten hoeveelheid gif voldoende zijn om een ernstige reactie uit te lokken. Ook een steek in de keelholte kan levensbedreigend zijn, omdat de zwelling de luchtweg kan belemmeren. Bij iemand die overgevoelig is voor insectengif, kan zich na één steek al een allergische reactie voordoen die kan leiden tot shock en zelfs tot de dood. Als een van deze situaties zich voordoet, neem je toch het best voldoende maatregelen. Contacteer de huisarts of alarmeer 112. Zuig op ijs of koel je mond met water als je gestoken bent in de keelholte. Zo verminder je de zwelling. 30

31 6.2 Een bijensteek voor de bij Meestal is een bijensteek niet zo n pretje voor de mens, maar wat gebeurt er voor de bij als die gestoken heeft? Links zie je een angel in de huid en rechts zie je een sterk vergroot beeld van een angel. Beide foto s zijn angels van werksters. a) Wat is de witgele structuur dat samen met de angel losgekomen is? (zie bijlage: bouw bij) Het gifblaasje. b) Hoe verklaar je dat de angel blijft steken in de huid? Aan de angel hangen weerhaken. Wanneer de bij haar angel in de huid heeft geprikt en daarna wegvliegt, blijft de angel zitten. Steken alle bijen? Darren steken niet want ze hebben geen angel, maar werksters en koninginnen wel. Werksters sterven wanneer ze steken, terwijl koninginnen meerdere keren kunnen steken. Werksters zijn dus zonder twijfel bereid om hun eigen leven op te offeren om de groep te beschermen. Een andere werkster zal haar taak gewoon overnemen nadat ze gestorven is. c) Hoe is het mogelijk dat een koningin meerdere keren kan steken? Haar angel heeft geen weerhaken en blijft zo dus niet zitten in de huid. 31

32 Hoofdstuk 7: Bijenhotel ontwerpen 7.1 Vorm Je kan ontzettend veel vormen van bijenhotels kiezen. Het kan een vierkant, een rechthoek, een zeshoek, een cirkel, huisvormig worden. 7.2 Materiaal Wij willen graag materiaal hergebruiken. Zo verkleint de afvalberg en bovendien is dit gewoon ook leuk! Zoek thuis tussen de oude spullen of je materiaal kan hergebruiken. Ga ook eens rondkijken in het park of het bos om takken, dennenappels, stro Enkele voorbeelden van materiaal uit het rommelhok en uit de natuur zijn: een wijnkistje, een theepot, een blikken doos, bakstenen, een bloempot, plankjes, kippengaas, touw, bamboe, takken, houtblokken, holle stengels, leem Gebruik bij voorkeur geen hout die bewerkt is met verf of vernis, dat schrikt insecten af. 7.3 Voorbeeldontwerpen Verzamel een aantal ideeën om een bijenhotel te maken. Dat kan je bijvoorbeeld doen door op Pinterest allerlei voorbeelden te verzamelen, te pinnen, op een bord. 32

33 Hier vind je nog enkele voorbeelden van hoe jouw bijenhotel eruit zou kunnen zien. 7.4 Ontwerp a) Maak een schets van het bijenhotel dat jij graag zou maken. Teken het bijenhotel in verschillende aanzichten zoals vooraanzicht, zijaanzicht, achteraanzicht b) Denk ook na over de volgende vragen: - Welke vorm neem je? - Wat zijn de afmetingen van je bijenhotel? - Waar zal je nagels moeten inslaan? - Waar boor je gaatjes in? - Met welk materiaal vul je het bijenhotel op? - Hoe zal je jouw hotel versieren? 33

34 Vooraanzicht 34

35 Achteraanzicht 35

36 Zijaanzicht links Zijaanzicht rechts Onderaanzicht 36

37 Hoofdstuk 8: Bijenhotel maken a) Bekijk het filmpje van Natuurpunt over hoe je zelf een bijenhotel kunt maken Gereedschap Dit gereedschap kunnen jullie gebruiken: - boormachine - verlengkabel - boortjes van dikte 3 tot 8 mm (neem er genoeg van dikte 3 en 4 mm) - ijzerzaagje - snoeischaren - handschoenen - nagels - hamer - schaar - verf - penselen Stappenplan a) Schrijf voor jezelf een stappenplan van wat je allemaal zal doen om je bijenhotel te maken

38 Hoofdstuk 9: Bijenhotel ophangen Een bijenhotel zet je niet zomaar om het even waar. In de brochure Hoe bouw ik een bijenhotel van Natuurpunt staan de kenmerken voor een goeie plek beschreven. In de bijlage vind je hier een stukje uit. a) Omcirkel de kenmerken voor de ideale plaats van een bijenhotel. zonnig vochtig tussen de bladeren laag bij de grond noordelijk-oostelijk droog schaduwrijk zuidwestelijk hoog hangend aan een touw dicht bij bloemen stevig op een stok of aan de muur b) Waar ga jij jouw bijenhotel ophangen? Verschillende antwoorden mogelijk. 38

39 Hoofdstuk 10: Bijenhotel evalueren a) Ben je tevreden met het ontwerp van het bijenhotel? Leg uit. Verschillende antwoorden mogelijk. b) Wat zou er nog beter kunnen aan jouw bijenhotel? Verschillende antwoorden mogelijk. Houd de komende weken jouw bijenhotel nauwlettend in de gaten. Observeer hoeveel bezoekers jouw bijenhotel mag verwelkomen. c) Ben je tevreden met de werking van het bijenhotel? Leg uit. Verschillende antwoorden mogelijk. 39

40 Hoofdstuk 11: Bijlagen 11.1 Tree of life (Bron: BIOgenie 4.2) 40

41 11.2 Bouw van de bij 41

42 11.3 De bijenstaat (Bron: BIOgenie 4.2) 42

43 11.4 Begrippen samenlevingsvormen Predatie Voedselconcurrentie symbiose Parasitisme Mutualisme Commensalisme Voedselrelatie tussen roofdier (predator) en prooidier. Vb.: Uil en muis. Voedselrelatie die voor alle concurrenten nadelig is. Vb.: Zowel de boomklever als de grote bonte specht eten allebei spinnen en insecten uit de boomschors. Alle vormen van samenleven tussen twee organismen van een verschillende soort, waaronder parasitisme, mutualisme en commensalisme. Symbiose met nadeel voor de gastheer en voordeel voor de andere symbiont. Vb.: Een teek op de huid, groot warkruid op een boom, bloedzuiger op de huid Symbiose met wederzijds voordeel Vb.: Een zeeanemoon leeft op de schelp van een heremietkreeft en zorgt zo voor beschutte kleuren voor de kreeft, terwijl de zeeanemoon de restjes mee eet van de heremietkreeft. Symbiose waarbij een organisme van de ene soort voordeel heeft van de andere, zonder dat die laatste er voor- of nadeel van ondervindt. Vb.: Een koereiger en een koe. De koe ondervindt geen voordeel, terwijl de koereiger de koe volgt en zo voedsel kan vinden. 43

44 11.5 Waarom een bijenhotel? (Bron: Natuurpunt) 44

45 11.6 Waar zet ik mijn bijenhotel? (Bron: Natuurpunt) 45

46 Hoofdstuk 12: Bronnen Alliec2007. (sd). Miner Bee. Opgehaald van Flickr: Bartz, R. (2007, april 6). Honingbij. Opgehaald van Wikipedia: trance_3.jpg beesies.nl. (sd). Duizendpoten. Opgehaald van beesies: biovisie. (2011, september 4). Bijendans. Opgehaald van YouTube: Boender, E. (2014). Voedselrelaties. Opgehaald van Slideplayer: Börger, B., & Broekhuisen, M. (sd). Les 6 Het maken van een bijenhotel. Opgehaald van Scala Rietvelden Molenwatering: bijenhotel.pdf Creemers, L., Desloovere, K., Maes, B., Sleurs, W., Standaert, R., Vanheeswijck, H., & Van Woensel, C. (2010). Brussel: Ludy Van Buyten. Dalantech. (2016). Hungry Honeybee I. Opgehaald van Deviant Art: De bijen bestuivingstechniek. (2014). Nieuwsflits 3. Opgehaald van De bijen bestuivingstechniek: de Wilde, A. (2013, augustus 21). Dikkopbloedbij. Opgehaald van Overzicht van de Nederlandse biodiversiteit: 64&cat=&epi=1 Deltour, A., & Devoldere, L. ( ). Biologie vakstudie 3. Gent: Arteveldehogeschool. Denecker, J., Quaghebeur, A., & De Smedt, M. (2010). Bio Natuurlijk 4 Werkboek. Mechelen: Plantyn. D'Haeninck, L. (2007). BIOgenie 2 - leerboek. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck. D'Haeninck, L., & Dekeersmaeker, L. (2013). BIOgenie 3.2 leerboek. Berchem: Uitgeverij De Boeck. D'Haeninck, L., Cauwenberghs, P., & Van Werde, K. (2013). BIOgenie 4.2. Berchem: Uitgeverij De Boeck. Evens, L., Deltour, A., Gabriël, K., Valkeners, D., & Van Wynsberghe, H. (2004). BIO voor jou 1 leerboek. Wommelgem: Uitgeverij Van In. Evens, L., Deltour, A., Gabriël, K., Vanginderhuysen, C., Van Nevel, C., & Van Wynsberghe, H. (2005). Bio voor jou 2 - leerboek. Wommelgem: Uitgeverij Van In. Faasen, T. (2013, februari 15). Anthophora plumipes (gewone sachembij). Opgehaald van wildphoto.nl: Feoktistov, V. ( ). Bombus terrestris. Opgehaald van Gallery: Garvey, K. K. (2014, oktober 2). Why Do Honey Bees Die When They Sting. Opgehaald van Bug Squad: Graphic Resources LLC. ( ). Freepik Selection. Opgehaald van freepik: Greenpeace. (2014, november 13). Intratuin kiest voor blije bijen. Opgehaald van Greenpeace: 46

47 GroenLinks Groningen-Stad. (2014). Wilde Bijen. Opgehaald van Pinterest: Haasnoot, J. (2014, augustus 28). Wespen, hommels en bijen. Opgehaald van Uw kasteel keukenhof: Hyde, A. (sd). German Wasp {Vespula germanica}. Opgehaald van Alex Hyde Photography: Imkerij Erik. (2015). Koningin, darren en werksters. Opgehaald van Imkerij Erik: Imkervereniging Blaricum en omstreken. (sd). De honingbij algemeen. Opgehaald van De honingbij: Jarekji/Reuters, A. (2016, februari 1). A bee collects pollen from a flower in a park in Amman. Opgehaald van Tumblr: Kimbler, J. (2015, augustus 23). Bumblebee in Lavender II. Opgehaald van National Geographic: Know How. (2012, juli 1). Waarom zoemen bijen? Opgehaald van Wetenschap: Koster, A. (sd). Vosje. Opgehaald van De Nederlandse Bijen: M.E.E.R. Groen. (2012, mei 5). Wespbijen. Opgehaald van M.E.E.R. Groen: PAGE=23 Mortsel.be. (2015, mei 17). bijenhotels te koop. Opgehaald van Mortsel.be: Nationale hulpgids/nieuws. (sd). Home. Opgehaald van Nationale hulpgids/nieuws: Natuurpunt. (2014, mei 5). Wild Van Dieren - Aflevering 11 - Bijenhotel. Opgehaald van Youtube: Natuurpunt. (2015). Hoe bouw ik een bijenhotel. Opgehaald van Natuurpunt: Natuurpunt. (sd). Bijenfolder. Opgehaald van Natuurpunt: Natuurpunt. (sd). Bijenhotel. Opgehaald van Stad Sint-Niklaas: ntr: SchoolTv. (2014, april 14). Waarom zoemen bijen? Opgehaald van SchoolTv: Reddit inc. (2016). Needle vs. Bee stinger. Opgehaald van Woahdude: Rode Kruis-Vlaanderen. (2011). Help! Eerste hulp voor iedereen. Mechelen: Philippe Vandekerckhove. Stoter, A. (2009, april 7). Karl von Frisch. Opgehaald van Imkerpedia: Surf Sleutel. (sd). Dieren. Opgehaald van Surf Sleutel: Symbio 6. (2016). Zes denkhoeden. Opgehaald van Creatief Denken : 47

48 The Point with Ana Kasparian. (2014, februari 14). Raw Animal S-E-X - How Do the Birds and the Bees (and Other Animals) Do It? Opgehaald van YouTube: Torhout. (2007). Hommeltelling Opgehaald van Torhout: Tuinadvies. (sd). Insectenhotel 7 kamers. Opgehaald van Tuinadvies: Ugent. (2009, november 3). Solitaire bijen. Opgehaald van Ugent: Universiteit Gent. (2010, januari 6). Solitaire Bijen-Project. Opgehaald van Universiteit Gent: Vaccine News Reports. (2015, februari 19). Experimental approach to vaccines is needle-free. Opgehaald van Vaccine News: experimental-approach-to-vaccines-is-needle-free Vandenbussche, K., Vergaert, A., & Verreycken, W. (2012). Fysica Xpert 3.1 Leerwerkboek. Kalmthout: Pelckmans Uitgeverij. Vanopré, B., & D'Haeninck, L. (2013). BIOgenie+ 1 - leerwerkboek. Wommelgem: Uitgeverij De Boeck. Verenigingsinformatie. (2012). Bijen. Opgehaald van Sallandse Bijenvereniging St. Imelda,: Vivara Natuurbeschermingsproducten. (sd). Bijen en andere insecten. Opgehaald van Vivara Natuurbeschermingsproducten: VTM. (2014, februari 15). Bijenhotel chez Staf Wild van Dieren VTM. Opgehaald van YouTube: vvkso. (2002, september 1). Leerplan secundair onderwijs - Wiskunde - Tweede graad ASO. Opgehaald van vvkso: vvkso. (2004, september 1). Wiskunde - leerplan A - derder graad aso - studierichting met component wiskunde. Opgehaald van vvkso: VVKSO. (2010, september 1). Leerplan Natuurwetenschappen - eerste graad - eerste/tweede leerjaar. Opgehaald van VVKSO: pdf vvkso. (2010, september 1). Techniek - eerste graad A-stroom. Opgehaald van vvkso: vvkso. (2012, september 1). Leerplan secundair onderwijs - Aardrijkskunde - Tweede graad ASO. Opgehaald van vvkso: vvkso. (2012, september 1). Leerplan secundair onderwijs - Biologie - Tweede graad ASO. Opgehaald van vvkso: vvkso. (2012, september 1). Leerplan secundair onderwijs - Fysica - Tweede graad ASO. Opgehaald van vvkso: Walker, S. (2011, juni 9). B Honey bee wing. Opgehaald van Flickr: Waugsberg. (2016, mei 16). De werksters bouwen een moerdop, een koninginnecel. Opgehaald van Wikipedia: Door Waugsberg - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, 48

Bijenhotel Handleiding leerkracht

Bijenhotel Handleiding leerkracht Bijenhotel Handleiding leerkracht Aantal lestijden: ± 10 Graad: 2 e Jaar: 2 e Gelinkte vakken: Biologie, wiskunde, I.C.T., fysica, Techniek, Plastische opvoeding 1 Korte inhoud Bijenhotel is een bundel

Nadere informatie

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be

Nadere informatie

INSECTEN. werkboekje

INSECTEN. werkboekje INSECTEN werkboekje 20 maart 2009 Dag lieve kleine vlinder Waar vlieg je toch naartoe? Breng jij misschien de eitjes weg, ben jij nu al moe? Jouw eitjes worden rupsjes. die groeien heel erg vlug. ook krijgen

Nadere informatie

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin? Opdracht 1 Koningin 1. Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin? Zet een kring om de koningin. doosje bijen doosje met broedraat

Nadere informatie

INSECTEN EN SPINACHTIGEN

INSECTEN EN SPINACHTIGEN INSECTEN EN SPINACHTIGEN WERKBLAD BOUW EN ONTWIKKELING Bouw 1. Het aantal looppoten is een belangrijk criterium om vertegenwoordigers van de stam van de geleedpotigen (80% van de gekende diersoorten!)

Nadere informatie

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes Tijdens deze buitenopdracht komen jullie verschillende insecten tegen. Ook vind je andere kleine beestjes, die geen insecten zijn. De route is met een

Nadere informatie

Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij

Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij In deze les ga je leren hoe de honingbij is opgebouwd. Je gaat bijen vergelijken met andere dieren en je gaat drie mooie tekeningen maken van de

Nadere informatie

Opdrachtkaart Zwart: Hoe ziet de bij eruit?

Opdrachtkaart Zwart: Hoe ziet de bij eruit? Opdrachtkaart Zwart: Hoe ziet de bij eruit? Maak de houten puzzel van de bij. Opdracht 2: Bekijk de bij heel goed. Wat zie je allemaal? Zie je de kop, het borststuk en het achterlijf? Dit heb je nodig

Nadere informatie

De honingbij. Delen van een poot. Benoem volgende nummers: zie

De honingbij. Delen van een poot. Benoem volgende nummers: zie De honingbij Benoem volgende nummers: zie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Delen van een poot a = b = c = d = e = De Vroente Kennis- en vormingscentrum voor Natuur en Milieu Putsesteenweg

Nadere informatie

De kleine beestjesclub

De kleine beestjesclub Thema: mini Biologie Dieren Insecten en spinnen Moeilijkheid: * Tijdsduur: ** Juf Nelly De kleine beestjesclub Doel: Na deze opdracht weet je meer over verschillende insecten Uitleg opdracht Je luistert

Nadere informatie

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten. De hommel Hommels kunnen tot 60% van hun lichaamsgewicht aan stuifmeel meedragen. In de vroege lente ontwaakt de hommelkoningin en verlaat haar ondergrondse schuilplaats. Ze gaat op zoek naar een holletje

Nadere informatie

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten.

Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten. De hommel In de vroege lente ontwaakt de hommelkoningin en verlaat haar ondergrondse schuilplaats. Ze gaat op zoek naar een holletje onder de grond op een droge plaats om er een nest te starten. Hommels

Nadere informatie

De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma. Ecotreffen 2011

De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma. Ecotreffen 2011 De bij is de soort van het jaar 2011 Scholenprogramma Ecotreffen 2011 1 To bee or not to bee? Bij enhotels.nl Blauwe ertsbij Maskerbij Zweefvlieg 2 Wespbij 2 Soorten bijen In Vlaanderen leven meer dan

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Bijen Inleiding Als je over bijen praat dan denkt iedereen direct, oei dat zijn die zoemende beestjes die steken en dat doet pijn, maar bijen maken ook honing en hoe ze dat doen is heel interessant om

Nadere informatie

HOMMELS HOUDEN VAN BLOEMEN

HOMMELS HOUDEN VAN BLOEMEN HOMMELS ir HOUDEN VAN BLOEMEN 15.1. Kinderwerk. a. Tips, ideeën, mogelijkheden. 1. Natekenen met behulp van loep, stereomicroscoop (binoculair) en microscoop van onderdelen van Insekten, bijvoorbeeld poot,

Nadere informatie

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les

Waarom gonzen er minder bijen? Het is tijd om meer te leren over de wereld van de bijen, tijd voor bij-les B i B j O e E n K HET GONST! Er zijn al 100 miljoen jaar bijen op de planeet aarde. Dat is een stuk langer dan er mensen zijn en zelfs langer dan sommige dinosaurussen! Bijen zijn insecten die belangrijk

Nadere informatie

Dierenwelzijnslessen voor basisscholen. Honingbijen

Dierenwelzijnslessen voor basisscholen. Honingbijen Dierenwelzijnslessen voor basisscholen Honingbijen 1 Inleiding In Nederland worden bijen gehouden, omdat ze honing maken. Ze worden verzorgd door een imker. Er zijn in Nederland ongeveer 8000 imkers. Veel

Nadere informatie

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp

Angeldragers Honingbij Solitairebij Hommel Wesp Insecten Angeldragers Honingbij - Geel en bruin van kleur - Angel met weerhaakjes bij alle werkbijen - Koningin legt eitjes - Leven in kolonie (in de zomer: 30.000-70.000) in een kast of een korf - De

Nadere informatie

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel

Bijenhoudersvereniging St Ambrosius Boxtel januari In deze maand zijn de hommelkoninginnen nog in hun winterslaap. februari Op een warme dag komt een hommelkoningin uit haar schuilplaats en gaat op zoek naar voedsel. Als het kouder wordt moet ze

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Lieveheersbeestje Wie het het lieveheersbeestje? Veel mensen vinden insecten, en vooral kevers, maar griezelige beesten. Ze hebben van die rare sprieten op hun kop, van die enge dunne pootjes, En ook hun

Nadere informatie

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en Bijen inhoud 1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing 10 7. Was 12 8. Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en foto s 16 Colofon en voorwaarden 17 1. Bijen

Nadere informatie

Workshop. Bijenhotel

Workshop. Bijenhotel Workshop Bijenhotel 1 Blauwe ertsbij 2 Kleine roetbij Wespbij Zweefvlieg - grote ogen - 1 paar vleugels 3 - korte antennes 4 Bij of Wesp? Bijen - Stuifmeel en nectar (larvenvoedsel) - Verzamelapparaat

Nadere informatie

Bijen project boekje. Groep 4 - juni 2006

Bijen project boekje. Groep 4 - juni 2006 Bijen bestuiven de....... De imker houdt bijen voor de....... De bij haalt de...... uit de bloem. De... maakt honing van de nectar. De........ van de bijen legt de eitjes. Een mannetjesbij heet een...

Nadere informatie

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen Reflectiekaart 3.2.3.09 Dieren uit de hele wereld met elkaar vergelijken en classificeren: ongewervelde dieren (insecten) / gewervelde dieren(vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren). Omschrijf

Nadere informatie

Tekst en illustraties. Beestjesdeskundige. Zie jij in dit boek 15 keer deze vlieg? Pas op voor neppers!

Tekst en illustraties. Beestjesdeskundige. Zie jij in dit boek 15 keer deze vlieg? Pas op voor neppers! Tekst en illustraties Beestjesdeskundige Zie jij in dit boek 15 keer deze vlieg? Pas op voor neppers! LEMNISCAAT ROTTERDAM Allerlei beestjes 6 Bidsprinkhanen 38 Beestjesspeurders 8 Waterbeestjes 40 Beestjesstamboom

Nadere informatie

Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de koningin en de werksters

Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de koningin en de werksters Hoe ziet een bij er uit? 1 2 3 4 Koningin, Werkster & Dar Iedereen zijn taak Binnen de kast heeft elke bij haar eigen taken en verantwoordelijkheden: de koningin legt de eitjes, de darren vrijen met de

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april Beste natuurliefhebber/- ster, De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april 2014 Beste natuurliefhebber/- ster, Doordat we anderhalve week afwezig waren komt dit verslag later dan gebruikelijk. Intussen ben ik vergeten hoe de omstandigheden

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Insecten inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden 10 5. Meer insecten 11 6. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden 18

Nadere informatie

Help, een wesp! Hoe melden? INFOFOLDER

Help, een wesp! Hoe melden? INFOFOLDER Help, een wesp! INFOFOLDER Wespen hebben hun reputatie niet mee, maar weinig mensen weten dat ze erg nuttig zijn. Ze jagen op bladluizen, vliegen en muggen. Als je wespen met rust laat, laten ze jou ook

Nadere informatie

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel).

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel). 1. Samenleven Afb. 1 Ossenpikker op de kop van een buffel. In de basisstoffen heb je geleerd dat de verschillende populaties in een ecosysteem op veel manieren met elkaar te maken hebben. Ze leven immers

Nadere informatie

KiBO-ongedierte Kennisinstituut voor de bestrijding van ongedierte

KiBO-ongedierte Kennisinstituut voor de bestrijding van ongedierte Wespen 1. Plaats in het dierenrijk De Duitse en de gewone wesp de Duitse wesp (Vespula germanica F.) de gewone wesp (Vespula vulgaris L.) Dierenrijk Afdeling klasse Orde Familie Geleedpotigen insecten

Nadere informatie

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES KRIEBELENDE KRUIPERTJES Een insectenwandeling over het dreuzelpad door natuurtuin 't Loo voor kinderen van groep 4, 5 en 6. 2 Een tocht over insecten door de natuurtuin 't Loo over het dreuzelpad. Geschikt

Nadere informatie

Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers

Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers HOMMELS Hommel Bouw Levenscyclus Weetjes Bestuivers INDELING IN HET DIERENRIJK Rijk: Animalia dieren Stam: Arthropoda geleedpotigen Klasse: Insecta insecten Orde: Hymenoptera vliesvleugeligen Onderorde:

Nadere informatie

Werkboekje 2010. Boerderijles Groep 5/6. Naam..

Werkboekje 2010. Boerderijles Groep 5/6. Naam.. Werkboekje 2010 Boerderijles Groep 5/6 Naam.. 1 Inhoudsopgave 1 KIPPEN 3 1.1 SOORTEN VEREN. 3 1.2 VERENONDERZOEK. 4 1.3 HET GEDRAG VAN KIPPEN 4 1.4 WAT KIPPEN ETEN. 4 1.5 KAN EEN KIP KNIPOGEN? 4 2 SCHAPEN

Nadere informatie

Van eitje tot vlinder

Van eitje tot vlinder Werkblad Van eitje tot vlinder Wat is de goede volgorde van de plaatjes? Begin bij plaatje : de vlinder legt eieren. Schrijf de letter a in hokje. Welk plaatje is de volgende? Zet de letter ervan in hokje

Nadere informatie

Bijscholing compostmeesters Insectenhotel. Hotels bouwen voor

Bijscholing compostmeesters Insectenhotel. Hotels bouwen voor Bijscholing compostmeesters Insectenhotel Hotels bouwen voor Algemeenheden geen cursus entomologie : duur 15 minuten Nut (waarom)?? Waarvoor opletten?? tuinafval biedt nesthulp aan allerhande dieren Voorbeelden

Nadere informatie

Relaties tussen organismen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Relaties tussen organismen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 08 April 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63327 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon Kleine beestjes inhoud. De mier 2. De teek 4. De regenworm 5 4. De pissebed 6 5. De hoofdluis 7 6. De vlieg 8 7. De mug 9 8. De vlo 0 9. Filmpje Pluskaarten 2 Colofon 4 Bronnen en foto s 5 . De mier Een

Nadere informatie

5.1 Zes poten en vier vleugels

5.1 Zes poten en vier vleugels LB 68-70 5. Zes poten en vier vleugels > Kijk naar de afbeeldingen op blz. 68 in je boek. Lees Zes poten en Vleugels en voelsprieten. Trek een lijn van elk woord naar het juiste onderdeel van de wesp.

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bijen

Werkstuk Biologie Bijen Werkstuk Biologie Bijen Werkstuk door een scholier 2619 woorden 19 oktober 2005 6,4 309 keer beoordeeld Vak Biologie 1. Inleiding Dit werkstuk gaat over een geleedpotig dier. Een bij is een geleedpotig

Nadere informatie

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april 2012. Metselbijen

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april 2012. Metselbijen Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. Nieuwsbrief» nummer 2 april 2012 Het jaar 2012 is het jaar van de bever, van de das, van de historische buitenplaatsen, van de draak en van nog een

Nadere informatie

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Aftekenlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Werkblad 1 Schematisch

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: bijen

Auditieve oefeningen bij het thema: bijen Auditieve oefeningen bij het thema: bijen Boek van de week: 1; De imker 2; 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant Hoe zou het boek heten Waarom denk je

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Blije bijen ontdekkingsroute

Blije bijen ontdekkingsroute Blije bijen ontdekkingsroute Handleiding vragen 1. Het vertrekpunt: START Vragen over de honingbij 2. De wandeling Vragen over de drie bijencategorieën: honingbijen, wilde bijen en hommels. Wilde bij Hommel

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bijen

Werkstuk Biologie Bijen Werkstuk Biologie Bijen Werkstuk door een scholier 1330 woorden 13 december 2004 5,6 79 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave Wat is de functie van de koningin? Wat is de functie van darren Wat is

Nadere informatie

INSECTEN EN SPINACHTIGEN

INSECTEN EN SPINACHTIGEN INSECTEN EN SPINACHTIGEN WERKBLAD EEN WERELD OP 6 POTEN Inleiding 1. De stam ARTHROPODA, ongewervelde dieren met gelede poten (arthron: gewricht en podos: voet) en een uitwendig skelet (exoskelet), omvat

Nadere informatie

natuurboekje van zomer 2008

natuurboekje van zomer 2008 Kinderbijlage zomer 09-05-2008 12:17 Pagina 1 Limburgs Landschap natuurboekje van zomer 2008 Kinderbijlage zomer 09-05-2008 12:17 Pagina 2 Hoi! Hij lijkt op een mug, maar dan een maatje groter. De langpootmug.

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 17 juni 2014. Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 17 juni 2014. Beste natuurliefhebber/- ster, De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 17 juni 2014 Beste natuurliefhebber/- ster, Het was een mooie dag, meestal zonnig en soms bewolkt. Er stond wel een stevige wind, maar al met al was het een dag waarop

Nadere informatie

Kaartenset ongewervelde dieren

Kaartenset ongewervelde dieren Kaartenset ongewervelde dieren Deze set met plaatjes is het eerste deel van de kaartjes met gewervelde- en ongewervelde dieren op. Ieder kaartje bevat een afbeelding van het dier in kwestie, met daarbij

Nadere informatie

INHOUD. Schaaldieren, spinachtigen e.d. Kevers. Hoe moet je deze gids gebruiken 4 Kleine beestjes onder de loep 5 identificatievragen 6

INHOUD. Schaaldieren, spinachtigen e.d. Kevers. Hoe moet je deze gids gebruiken 4 Kleine beestjes onder de loep 5 identificatievragen 6 INHOUD Hoe moet je deze gids gebruiken 4 Kleine beestjes onder de loep 5 identificatievragen 6 Schaaldieren, spinachtigen e.d. 7 De hooiwagen 8 De huisspin 9 De strandvlo 10 De pissebed 11 De spinduizendpoot

Nadere informatie

7.4: Naar het Natuurwetenschappelijk museum

7.4: Naar het Natuurwetenschappelijk museum 7.4: Naar het Natuurwetenschappelijk museum De zender de ontvanger de boodschap Kies uit: geschreven, gesproken, de brief, de telefoon, luistert, leest, de luisteraar, de lezer BOODSCHAP BOODSCHAP Ik deel

Nadere informatie

Bijen en hun leefomgeving. Lezing door Arie Koster d.d

Bijen en hun leefomgeving. Lezing door Arie Koster d.d Bijen en hun leefomgeving Lezing door Arie Koster d.d. 14-11-2013 Inhoud presentatie - Wat zijn bijen - Indeling bijen - Herkenning wilde bijen - Wilde bijen in stedelijk gebied - Groenbeheer voor bijen

Nadere informatie

Leskist THEMA-handleiding Bezige Bijen Groep 5 en 6

Leskist THEMA-handleiding Bezige Bijen Groep 5 en 6 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Leskist THEMA-handleiding Bezige Bijen Groep 5 en 6 Dit is een

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De lichaamsbouw van bijen en wespen

Hoofdstuk 3 De lichaamsbouw van bijen en wespen Hoofdstuk 3 De lichaamsbouw van bijen en wespen Enkele basisbegrippen omtrent de lichaamsbouw van angeldragende vliesvleugelige insecten zijn noodzakelijk om de leesbaarheid van dit boek te vergroten.

Nadere informatie

Zie jij een bij? Docentenhandleiding Groep 1/2. TIJD: 45 min (exclusief knutselen)

Zie jij een bij? Docentenhandleiding Groep 1/2. TIJD: 45 min (exclusief knutselen) THEMA 6 bijen Dit materiaal is ontwikkeld in opdracht van IVN, in het kader van Gezonde Schoolpleinen. Tekst: Dieuwertje Smolenaars, NME Amsterdam-Noord. Vormgeving en illustraties: Paper & Pages. Docentenhandleiding

Nadere informatie

Bijen en hommels. Tijdstip: mei, juni, juli, augustus wanneer er veel bloemen in bloei staan

Bijen en hommels. Tijdstip: mei, juni, juli, augustus wanneer er veel bloemen in bloei staan KB6 Tijdsinvestering: 45 minuten 1/2 3/4 5/6 7/8 lente zomer herfst winter Bijen en hommels Tijdstip: mei, juni, juli, augustus wanneer er veel bloemen in bloei staan 1. Inleiding: hommels en bijen worden

Nadere informatie

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Als je naar de takken van de boom kijkt,

Nadere informatie

Info plus Ongewervelden

Info plus Ongewervelden Project Dieren F- verrijking week 7 Info plus Ongewervelden Lees de extra informatie in je boek op bladzijde 126 t/m 129 over spinnen. De opdrachten hoef je niet te maken. Ongewervelden De hoeveelheid

Nadere informatie

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:

Nadere informatie

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\)

,:,- ::s (\') ., - n. -==-. (\) ==} (\) (\) (ih. (\) (h. b,. (\) ë' - ::s r,:,- -+ o -+ (\') 0 lo., o_ 0 - n. ==} -==-. < (ih o= (h b,. =g ) Tuinwandeling voor groep 1 / 2 van het primair onderwijs HET LIEVEHEERSBEESTJESPAD Tuin: Landzigt Tijdsduur: cira 1 uur Eigen

Nadere informatie

1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat?

1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat? Antwoorden op veel gestelde vragen Tip: Gebruik Control-F om een zoekterm in te voeren. 1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat? Gewone Knuffelbijen

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een heerlijke, zonnige dag met niet teveel wind. Met een beetje sluierbewolking zou het een ideale dag zijn geweest

Nadere informatie

Een bovenbouwproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voorjaar 2015

Een bovenbouwproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voorjaar 2015 Een bovenbouwproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voorjaar 015 Doelgroep: groepen 5 t/m 8 Plaats: Rond de school, in de wijk, in een park, vlindertuin bij d n Aard, Ariespad 5, 550 EZ Veldhoven.

Nadere informatie

Levenscyclus. Raten zijn 6hoekige kamers waar stuifmeel en honing wordt opgeslagen.

Levenscyclus. Raten zijn 6hoekige kamers waar stuifmeel en honing wordt opgeslagen. [Honingbij] Algemene Naam: Honingbij Wetenschappelijke Naam: Apis mellifera Raten zijn 6hoekige kamers waar stuifmeel en honing wordt opgeslagen. Het lichaam van een bij bestaat uit drie onderdelen: een

Nadere informatie

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES KRIEBELENDE KRUIPERTJES Een insectenwandeling over het dreuzelpad door natuurtuin 't Loo voor kinderen van groep 1-4 onder leiding van een volwassene. 2 Een insectentocht over het dreuzelpad door natuurtuin

Nadere informatie

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES 13 Plattegrond dreuzelpad KRIEBELENDE KRUIPERTJES Dit boekje is onderdeel van het eindproject van de IVN natuurgidsencursus van Henriëtte Beers, Fred van Hoof en Afke Schoo. Maart 2003. IVN afd. Bergeijk-Eersel

Nadere informatie

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax De houten onderdelen van het insectenhotel zijn machinaal gemaakt door leerlingen van VTI Tielt. Hieronder beschrijven we de belangrijkste stappen bij het maken van de onder- en bovenplank en de zijplanken

Nadere informatie

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8. Vlinders inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8. Vlinders in Nederland 11 9. Filmpjes 15 Pluskaarten

Nadere informatie

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder Nachtvlinders Wist je dat er 2 groepen vlinders zijn? De ene groep noemen we dagvlinders, de andere groep noemen we nachtvlinders. Het verschil tussen dag- en nachtvlinders lijkt heel simpel: dagvlinders

Nadere informatie

Opdrachten thema. Veluwe

Opdrachten thema. Veluwe en thema Totaal materialen heide Materialen per groepje 1A Sporen van grazers 3 Witte bakken 3 Pincetten Zoekkaart bos- en heideplanten 1B Dennen trekken Handschoenen voor elk kind Zoekkaart bos- en heideplanten

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een zomerse dag met vrij veel zon en weinig wind. Dat laatste vind ik prettig, maar wat betreft de temperatuur ben

Nadere informatie

( Uitgave van de Imkersvereniging Regio Venray )

( Uitgave van de Imkersvereniging Regio Venray ) ( Uitgave van de Imkersvereniging Regio Venray ) Tekst: J.H. Kamps De Kievit 8 5864 BX Meerlo Afbeeldingen: Uit: 300 tips voor het houden van bijen door Claus Zeiler. Met toestemming van: Uitgeverij Thieme

Nadere informatie

Bloemen en hun bezoekers

Bloemen en hun bezoekers INSTRUCTIEBOEKJE Bloemen en hun bezoekers Scala College Rietvelden 2013 BLOEMEN EN HUN BEZOEKERS a. BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT In deze veldles ga je kijken naar bloemen en de insecten die op bloemen

Nadere informatie

Een verhaal over vliesvleugeligen

Een verhaal over vliesvleugeligen Een verhaal over vliesvleugeligen Soly en Bie v.u.: Provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven Illustraties: Jacques Debroux Bie is er klaar voor. Na een aantal weken hard werken in de bijenkast

Nadere informatie

natuurboekje van zomer 2017

natuurboekje van zomer 2017 natuurboekje van zomer 2017 HOI! HÉ, KIJK, IS DAT EEN WESP? Hij schiet van links naar rechts, omhoog, omlaag. Soms hangt hij stil in de lucht, als een helikopter. Maar vliegt een wesp op die manier? Nee!

Nadere informatie

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Lesduur: ± 45 minuten Werkvorm: Groepjes of alleen Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Doel van de opdracht: Het leren herkennen van een bij,

Nadere informatie

Een opzoekboekje voor insecten en ander klein grut!

Een opzoekboekje voor insecten en ander klein grut! Een opzoekboekje voor insecten en ander klein grut! Over dit zoekboekje Ze kruipen, sluipen, krinkelen en krioelen om ons heen. Onder boomschors verscholen, van de mooiste bloemen proevend, onder je bed

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, In de ochtend ging de zon schuil achter grijze wolken, gelukkig klaarde het later op en scheen de zon regelmatig. Dat

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 7-8

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 7-8 Voorbereiding post 5 Mmm... lekker snoepen! Groep 7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 5: Mmm... lekker snoepen!, voor groep 7 en 8. Inhoud: Algemeen Verhaal

Nadere informatie

NMEC De Helix Bezige bijen: 9-12 jaar (handleiding) 1

NMEC De Helix Bezige bijen: 9-12 jaar (handleiding) 1 NMEC De Helix Bezige bijen: 9-12 jaar (handleiding) 1 Handleiding: Bezige bijen Doelgroep Periode Duur van de activiteit 2.30 u. Kledij 9 12 jaar Mei tot en met oktober Materiaal voor de gids Foto s en

Nadere informatie

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1 Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1 Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Lesduur: Werkvorm: Leerstofgebied: ± 45 minuten Groepjes of zelfstandig Wereldoriëntatie Doel van de opdracht: Het leren herkennen van een bij,

Nadere informatie

Relaties tussen organismen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Relaties tussen organismen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73585 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 april Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 april 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Eindelijk was het weer eens een zonnige dinsdag, de temperatuur was aangenaam en er was redelijk veel te zien op de tuinen.

Nadere informatie

Tobi en. de wilde bijen

Tobi en. de wilde bijen Tobi en de wilde bijen Het is eindelijk paasvakantie en Tobi komt aan op de boerderij van zijn oom. Zijn nichtje Hanna wacht al op hem. Ze knuffelt Tobi en lacht: Kom, we gaan spelen! Lachend en pratend

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 6 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w.

Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be

Nadere informatie

Wilde bijen in nood. Hoe kan jij helpen?

Wilde bijen in nood. Hoe kan jij helpen? Wilde bijen in nood. Hoe kan jij helpen? EEN PLUSPUNT VOOR DE NATUUR Bijen in nood We horen steeds vaker dat bijen massaal verdwijnen. Bijenkast na bijenkast staat leeg. Niet alleen honingbijen boeren

Nadere informatie

Natuur & Milieu Educatie

Natuur & Milieu Educatie Natuur & Milieu Educatie Groep 4-5 Het kleine diertjes hotel Excursie Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16-04-2019 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was ruim een half jaar geleden dat ik op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin was, dus de hoogste tijd om

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus...

Inhoud Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus... Inhoudsopgave Inhoud Inleiding... 3 1. Doelgroep... 4 2. Relatieschema... 4 3. Opzet van de lescyclus... 5 3.1. Algemeen doel van de lescyclus... 5 3.2. De doelstellingen... 5 4. Relatie met de kerndoelen...

Nadere informatie

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op: infoblad vlinders Alle vlinders en motten op de wereld horen tot de orde van Lepidoptera, het Latijnse woord voor insecten met geschubde vleugels. Deze schubben (die je onder een microscoop moet bekijken

Nadere informatie

Nationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1

Nationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1 Nationale Bijentelling Onderzoeksactiviteit 1 1 Nationale BIJENTELLING Onderzoeksactiviteit 1 Hoe gaat het met de wilde bijen in Nederland? Vincent Kalkman, onderzoeker bij Naturalis en EIS Kenniscentrum

Nadere informatie

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Natuur en techniek Werkvorm: Klassikaal en deels alleen Duur: ± 45 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren over

Nadere informatie

Lesbrief groep 7 8. Inhoudsopgave. Insecten. Soorten. Knipblad. Vlinders lokken. Leefgebied van de vlinder. Stripverhaal

Lesbrief groep 7 8. Inhoudsopgave. Insecten. Soorten. Knipblad. Vlinders lokken. Leefgebied van de vlinder. Stripverhaal Lesbrief groep 7 8 Inhoudsopgave Insecten Soorten Knipblad Vlinders lokken Leefgebied van de vlinder Stripverhaal Maak van de tuin een vlindertuin Trek Eten en gegeten worden De verdelgers De voedselketen

Nadere informatie

Nee, dat is normaal. Het is te verwachten dat ongeveer 90% van de cocons uitkomt.

Nee, dat is normaal. Het is te verwachten dat ongeveer 90% van de cocons uitkomt. Antwoorden op veel gestelde vragen Tip: Gebruik Control-F om een zoekterm in te voeren. 1. De cocons komen nog niet uit. Hoe kan dat? Knuffelbijen komen meestal uit in de tweede helft van april. Het uitkomen

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep Voorbereiding post 5 Kleuren om (van) te snoepen Groep 5-6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 5: Kleuren om (van) te snoepen, voor groep 5 t/m 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

BIJEN 2 HONINGBIJEN GROEP

BIJEN 2 HONINGBIJEN GROEP GROEP 4-5 - 6 BIJEN 2 HONINGBIJEN ' k Zou best een bijtje willen zijn, een heel gewoon bruin bijtje. Natuurlijk niet mijn leven lang, maar toch wel voor een tijdje. Ik woonde in een bijenkorf en als de

Nadere informatie

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren Ordening Bacteriën Schimmels Planten Dieren Bacteriën Kenmerken cellen: celwand geen celkern geen bladgroenkorrels eencellig planten zich voort door deling voeden zich meestal met dode resten van organismen

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie