Over schijn en werkelijkheid
|
|
- Vincent van Dam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 I Artikelen RenéeKool Renée Kool is universitair docente strafrecht en criminologie aan de Juridisch Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het rapport wettelijke voorzieningen slachtoffers in het strafproces Over schijn en werkelijkheid Blijkens de beleidsrapporten van de laatste jaren baart het moreel van de burgerij de overheid ernstige zorgen. Het beeld dat uit de criminaliteitscijfers naar voren komt is er een van niet te tolereren normverval, gepaard gaande met ware minachting voor het strafrecht als handhavingsmechanisme. Naarstig wordt dan ook gezocht naar wegen om deze geloofscrisis te overwinnen. Een - op papier complementair - beleid dat berust op de pijler van bestuurlijke preventie en op die van het strafrecht (als middel tegen de zogenaamde zware criminaliteit) moet het schip der staat naar rustiger wateren loodsen. Vooralsnog resulteert het gevoerde beleid echter in een repressief getinte criminele politiek, waarin schijnbaar neutrale termen als 'consistentie' en 'rechtshandhaving' een toenemende expansie van het strafrechtelijk systeem dekken. Dit alles gelegitimeerd vanuit het geloof dat het strafrecht als maatschappelijk stuurmiddel in ere hersteld moet worden. In dit artikel bespreekt Renée Kooide betekenis van het rapport Wettelijke voorzieningen slachtoffers in het strafproces voor de positie van het slachtoffer van sexueel geweld. In het licht van het streven naar herwinning van legitimiteit moet ook het instellen van de commissie Terwee-van Hilten worden gezien.' Deze commissie kreeg de opdracht een studie te verrichten naar de positie van het slachtoffer in het strafproces en te komen met voorstellen tot verbetering daarvan. In dit artikel zullen de voorstellen als gedaan in het eindrapport worden besproken. De invalshoek daarbij is de betekenis van het rapport voor vrouwen, meer specifiek voor het slachtoffer van sexueel geweld. 2 Voorafgaand aan deze bespreking wil ik echter kort ingaan op de vraag of de vrouwenbeweging zich op strategisch niveau moet binden aan het strafrecht. 3 Een persoonlijke visie ter kleuring van het geheel. Vrouwen, sexueel geweld en strafrecht: een keuze in/voor gebondenheid? De vraag of de keuze voor het strafrecht als bondgenoot in de strijd tegen het sexueel geweld een juiste is, is er een waarover tot nog toe geen overeenstemming bestaat binnen de vrouwenbeweging. Verwonderlijk is dat niet: het vertalen van emoties, vernedering en machteloosheid naar een abstract niveau (doel-middel-relatie) lijkt welhaast een onmogelijke zaak. Toch is het zoeken naar antwoorden in deze van levensbelang voor de vrouwenbeweging: de kwetsbaarheid van vrouwen (zowel feitelijk als strategisch) geeft het strafrechtelijk apparaat tot nog toe voldoende excuus voor expansie. In naam van slachtoffers van delicten maakt de minister van Justitie goede sier in moeilijke tijden. De maatregelen die in naam van het slachtoffer worden getroffen zijn echter niet werkelijk ingegeven vanuit betrokkenheid bij de belangen van slachtoffers, de drijfveer is eerder gelegen in de gewenste handhaving van de vigerende maatschappelijke orde. Dit gegeven is terug te vinden in de wijze waarop bedoelde voorzieningen steeds weer worden ingebed in de bestaande regelgeving; van een werkelijke bezinning is geen sprake. Vooralsnog is dat een voorspelbare zaak: in de bestaande maatschappelijke verhoudingen zullen veranderingen alleen worden geaccepteerd voor zover ze het bestaande patroon van normen en waarden (lees: het krachtenveld) niet wezenlijk aantasten. 4 Dat deze orde niet in het belang is van vrouwen mag langzamerhand bekend worden verondersteld: ook Marie is (hopelijk) wijzer geworden. Waarom menen vrouwen dan toch zich steeds weer te moeten binden aan een systeem dat bij uitstek bedoeld is de huidige status quo te handhaven? Het antwoord is niet eenduidig. Enerzijds speelt het - door de overheid ondersteunde - gelijkheidsdenken een rol. Het streven hierin is gericht op het verwerven van gelijke rechten voor vrouwen, hetgeen dan synoniem is voor rechtvaardiger machtsverhoudingen. Een meer principiële verandering van normen en waarden wordt evenwel niet nagestreefd. Anderzijds zijn er ook de dagelijkse ervaringen, welke worden gesterkt door het aangeleerde geloof in de eigen machteloosheid als vrouw. Een beroep op het strafrecht is dan al snel gerechtvaardigd met het oog op gewenste bescherming van het slachtoffer. Een andere factor van belang is het geïnternaliseerde verbod op eigenrichting : een ieder van ons heeft immers geleerd dat individuele vergelding een verwerpelijke zaak is, het monopolie daarop is toebedacht aan de staat. NEMESIS
2 I Over schijn en werkelijkheid ReneéKool Door op het strafrecht te vertrouwen, conformeren vrouwen zich echter aan de illusie dat er binnen de bestaande machtsverhoudingen sprake zou kunnen zijn van een sexe-neutraal 'sociaal contract'. Onderschikking van het individueel belang wordt hierin gelegitimeerd vanuit de noodzaak tot behoud van het gemeenschappelijke. Degene die in opstand komt tegen deze orde bezorgt zichzelf een kwaad geweten en daarmee het systeem een 'legitieme' reden tot bestraffing van deze rebellie. Met name het strafrecht is meester in het verhullen van de ware aard door gebruik van neutralisatietechnieken. Middels het gebruik van rituelen, uitgeoefend door de afstandelijke 'dienaren' der wet, krijgt het verbod tot eigenrichting een welhaast sacrale betekenis. Het verband tussen 'recht' spreken en rechtvaardigheid schijnt logisch onaantastbaar. Toch zullen de zo verkregen schijnbare protectie en zekerheid op korte termijn mijns inziens op den duur voor vrouwen het wisselgeld vormen voor het verlies van keuzevrijheid en medezeggenschap op de invulling van het eigen leven. In dit model worden vrouwen namelijk in de rol van slachtoffer gedwongen, de bijwagen van het strafproces. Evenals mannen vertonen vrouwen een zekere ambivalentie in hun houding tegenover deze rolverdeling. Enerzijds hebben ze het gevoel de greep op het gebeuren kwijt te raken, anderzijds betekent dat ook dat ze als slachtoffer verder geen verantwoordelijkheid dragen voor het verder verloop van de zaak. Het 'onpartijdige' strafrechtelijke apparaat zorgt er immers voor dat de dader zijn 'verdiende straf krijgt. In eerste instantie zal dit veelal overeenstemmen met de eerste behoefte van het slachtoffer van sexueel geweld. Niemand van ons vraagt om een dergelijke schending van haar integriteit. Wanneer deze dan toch plaats vindt, wil de vrouw liefst met rust worden gelaten, tijd krijgen om de ervaring te verwerken. Afhankelijk van de individuele factoren van deze zaak (betreft het een onbekende dan wel bekende dader) kan de vrouw behoefte voelen een beroep te doen op Justitie. De redenen daarvoor zijn variabel en kunnen onder meer gelegen zijn in behoefte aan vergelding, herwinnen van het zelfrespect en/of de gedachte aan voorkoming van recidive. In het proces van verwerking zal het slachtoffer van sexueel geweld echter gaandeweg merken dat niet zij centraal staat in de afhandeling van het conflict, maar het geschonden gemeenschappelijk belang. 5 De onvrede die hiervan het gevolg is heeft de laatste jaren in toenemende mate geleid tot een zich afkeren van het strafrechtsysteem en het zoeken naar andere wegen door slachtoffers. 6 Dat dit vooralsnog een keerbare tendens betreft en geen principiële afwijzing van het strafrecht is Justitie zich maar al te goed bewust. Om haar imago op te vijzelen schijnt niets teveel: slachtoffer-enquêtes, slachtofferrichtlijnen, herziening van wetgeving en het ondersteunen van hulpverleningsinitiatieven, alles behalve een werkelijk recht op medezeggenschap of verandering van normen. 7 Het slachtoffer, kwetsbaar gehouden in de illusie van de eigen onmacht, weet veelal niets beters te doen dan terug te keren naar het vertrouwde patroon. Waar het het individuele slachtoffer betreft is dit een begrijpelijke zaak, waar het de vrouwenbeweging betreft zouden we beter moeten weten dan ons te laten misleiden door dit vertoon van dienstbaarheid. Vrouwen moeten niet zoveel geloof hechten aan de gepropageerde onmacht van het individu. Justitie is voor haar voortbestaan mede afhankelijk van vrouwen: als slachtoffers beheersen zij een deel van de door Justitie benodigde informatie. Wanneer vrouwen afzien van het inschakelen van het strafrechtelijk systeem komt er zand in de machine, met als gevolg dat een (nog groter) deel van de conflicten onbeheersbaar wordt. In de huidige gang van zaken heeft Justitie er 'levensbelang' bij het slachtoffer te bevestigen in de gevoelde machteloosheid. De toenemende sabotage van het strafrecht door vrouwen in de vorm van het gebruik maken van het civiele recht wordt door Justitie dan ook met argwaan bekeken. 8 Door de maatschappelijke posities waarin vrouwen zich al te lang bevinden laten zij zich steeds weer in de rol van het slachtoffer, de afhankelijke, drukken. 9 Het nastreven van speciale rechten voor vrouwen - zoals bij voorbeeld de erkenning als slachtoffer binnen het bestaande strafrechtbestel - levert dan ook geen wezenlijke veranderingen van het krachtenveld op: sexueel geweld is immers inherent aan de bestaande sociale verhoudingen. Om op langere termijn te komen tot een menswaardiger bestaan (zowel voor vrouwen als mannen) is het nodig normen en waarden fundamenteel te herzien, hetgeen alleen een reële kans van slagen heeft als dit streven zoveel mogelijk wordt losgekoppeld van de bestaande orde. 10 Dit betekent dat het strafrecht niet deugdelijk is als middel ter bestrijding van sexueel geweld. Dat, om pragmatische redenen, een kritisch 'dagelijks gebruik' vooralsnog onvermijdelijk is doet daaraan geen afbreuk. Het is voor de vrouwenbeweging zaak niet in de valkuil van haar eigen honger naar macht te vallen en dezelfde fouten te maken die zij nu bestrijdt. Het rapport wettelijke voorzieningen slachtoffers in het strafproces De voorstellen van de commissie-terwee zijn onder te verdelen in een viertal deelonderwerpen: 1. De verbetering van de bestaande voegingsprocedure (artt Sv); 2. Het invoeren van een nieuwe bijkomende straf: de schadevergoedingsstraf; 3. Het invoeren van een nieuwe bijzondere voorwaarde : het storten van een schadevergoeding in een fonds voor slachtofferhulp; 4. Wijzigingen betreffende de Voorlopige Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven. Hieronder wordt de inhoud van de voorstellen kort weergegeven en (incidenteel) becommentarieerd. Vervolgens wordt een meer principiëwewle kritiek geformuleerd aan de hand van een bespreking van de uitgangspunten van de commissie, waarna een vergelijking volgt van de (verbeterde) voegingsregeling en de (nieuwe) schadevergoedingsstraf. Het geheel wordt afgesloten met een korte conclusie. De voegingsprocedure In de bestaande regeling (artt Sv) kan iemand die rechtstreeks benadeeld is zich partij stellen in het straf geding middels het indienen van een civie nrl
3 I Overschijn en werkelijkheid RenéeKool Ie vordering. Deze wordt ingediend ter zitting en is gelimiteerd: ƒ 1500 voor rechtbankprocedures, ƒ 600 voor kantongerechtprocedures. De achterliggende gedachte is een verdubbeling van procedures betreffende eenzelfde feitencomplex te voorkomen, alsmede de primair belanghebbende een mogelijkheid tot verhaal te bieden. In het Voorontwerp van wet wordt voorgesteld de limieten te laten vervallen en de benadeelde het recht te geven een in principe onbeperkte vordering in te dienen. De ontvankelijkheid van de vordering wordt nu gebonden aan een kwalitatief criterium: zij moet eenvoudig van aard zijn. Het is de bedoeling dat dit criterium analoog aan de bepaling van 369 Sv (politierechter-procedure) wordt ingevuld. Het komt er min of meer op neer dat de vordering ondergeschikt moet blijven aan de strafzaak; het bewijs ten aanzien van de omvang van de schade en de veroorzaker daarvan moet gemakkelijk zijn te leveren. In hoeverre de hoogte van de vordering infiltreert in het 'eenvoud'-criterium is vooralsnog onduidelijk. De omvang van de vordering zou echter geen reden mogen zijn voor een niet-ontvankelijkheidsverklaring. 11 Volgt een dergelijke verklaring, dan staat de weg naar de civiele rechter alsnog open. Om risico's te spreiden is het de benadeelde eveneens toegestaan de schadevordering te splitsen en slechts een deel daarvan in te brengen in het strafproces. Voor het andere deel is de civiele rechter (art BW) bevoegd. Het verdient overigens - ter slechting van processuele drempels - aanbeveling om de bepaling dat de benadeelde in geval van niet-ontvankelijkheid moet worden veroordeeld in de proceskosten te laten vervallen. Daarnaast wordt het moment van interventie vervroegd : de benadeelde kan zich reeds tijdens het opsporingsonderzoek tot de Officier van Justitie wenden met een schadeclaim. Er worden echter geen dwingende gevolgen voor de vervolgingsbeslissing aan verbonden. 12 Evenmin wordt het mogelijk gemaakt om in ad informandum gevoegde zaken tot schadeverhaal te komen. Een andere wijziging betreft het inzagerecht. De rechtbank krijgt de bevoegdheid inzage te weigeren aan de benadeelde op gronden ontleend aan de privacy van de dader. Nu de benadeelde geen volledig overzicht meer kan krijgen van alle relevante informatie, betekent dit afbreuk aan de procesbewaking. 13 Overigens is ten aanzien van de privacy van het slachtoffer niet eenzelfde zorg in acht genomen: de ingediende vordering moet de personalia van de benadeelde bevatten. Het zou voldoende moeten zijn wanneer de benadeelde partij zich middels een advocaat stelt en diens kantooradres opgeeft als domicilie. Een laatste opmerking betreft het feit dat nabestaanden niet worden gezien als rechtstreeks belanghebbenden. Voeging is voor hen derhalve niet mogelijk. De schadevergoedingsstraf Voorgesteld wordt art. 9 van het Wetboek van Strafrecht uit te breiden met een nieuwe bijkomende straf: de schadevergoedingsstraf. Voor het kunnen opleggen van een schadevergoedingsstraf moet aan een tweetal voorwaarden worden voldaan: 1. De benadeelde moet zich middels het indienen van een vordering gesteld hebben als partij in het straf geding; 2. Er moet sprake zijn van civielrechtelijke aansprakelijkheid voor de schade (art BW). Indien een slachtoffer zich gesteld heeft, is het aan de strafrechter overgelaten in welke vorm hij de schadevergoeding wil toewijzen. De te maken keuze is afhankelijk gesteld van de mate van strafrechtelijk verwijt dat de verdachte ten aanzien van de schade kan worden gemaakt; de schadevergoedingsstraf is als bijkomende straf immers gebonden aan het schuldbeginsel. Overigens stelt de commissie dat het in een dergelijk geval voorkeur verdient in het requisitoir te kiezen voor een schadevergoedingsstraf. De hoogte van de schadevergoedingsstraf is gebonden aan het maximum van de op het delict staande geldboete en aan het algemene minimum (ƒ 5,-). De tenuitvoerlegging is opgedragen aan het Openbaar Ministerie. In geval de veroordeelde weigerachtig is te betalen staat hem vervangende hechtenis te wachten, hetgeen echter de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor het toegewezen schadebedrag niet doet vervallen. Het invoeren van de storting van een bedrag in een fonds als bijzondere voorwaarde De commissie acht het wenselijk dat artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht wordt uitgebreid met de voorwaarde van storting van een som gelds in een fonds voor slachtofferhulp. Niet ingezien kan worden waarom in een geval van een voorwaardelijke veroordeling, waarin immers voldaan is aan de schuldvraag, niet kan worden overgegaan tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde. Wijzigingen betreffende de Voorlopige Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven Met de invoering van de voorstellen van de commissie Terwee zal de naam van deze wet veranderen in de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven. Dit fonds dateert al van Wettelijk gezien is het slechts mogelijk voor zwaar lichamelijk letsel schadevergoeding toe te kennen. In de praktijk wordt echter ook schadevergoeding gegeven voor zwaar geestelijk letsel. Voorgesteld wordt daarom de wettelijke bepaling in die zin uit te breiden. In het voorstel is ook een bepaling opgenomen over het vaststellen van de schade; daarin kan het gedrag van het slachtoffer een rol spelen in de vorm van medeschuld. Het feit dat er in de vaststelling van de schade wordt gekeken naar hoe de feitelijke gang van zaken is verlopen mag dan welhaast niet te voorkomen zijn, het rechtvaardigt niet het wettelijk vastleggen daarvan op deze wijze. Het rapport van de commissie-terwee nader bekeken In het algemeen kan worden gesteld dat de commissie haar opdracht beperkt heeft opgevat. Van een wezenlijke mentaliteitsverandering ten gunste van het belang van het slachtoffer is geen sprake, de voorstellen worden keurig ingebed in de bestaande regelgeving. NEMESIS
4 I Over schijn en werkelijkheid Reneé Kool Vanuit een systeemgeoriënteerde visie wordt in naam van het slachtoffer een uitbouw voorgesteld van het bestaande strafrechtsysteem. 14 Het is volgens de commissie noodzakelijk om een 'objectieve' rechtsorde te garanderen waarin een gewaarborgde conflictoplossing kan plaatsvinden. Overmatige wraakgevoelens van het slachtoffer enerzijds en de onmacht om tot afdwingbare conflictoplossingen te komen anderzijds nopen de overheid tot het in eigen beheer houden van conflictafdoeningen. Een tweetal kanttekeningen daarbij. In de eerste plaats bestaat een dergelijke 'objectieve' rechtsorde niet. Criminaliteit is geen ontologische werkelijkheid, maar een resultaat van benoeming van gedragingen. 15 Waarden en normen worden, buiten de beginselen waarover de gemeenschap het in principe eens is, ingevuld onder invloed van machtsverhoudingen en daaraan verbonden posities. De invloed van vrouwen op deze invulling van normen is zoals bekend slechts gering. Bovendien bestaat er ook geen 'objectief opsporings- en vervolgingsorgaan. De overheid voert wel degelijk een criminele politiek waarin zij prioriteiten stelt tengevolge waarvan bepaalde gebeurtenissen eerder gecriminaliseerd worden dan andere. Vrouwen zijn voor de toegang tot de strafrechtelijke voorzieningen dan ook afhankelijk van de 'ogen' van de dienaren der wet, hetgeen voor slachtoffers van sexueel geweld weinig reden tot vreugde schept. Zo is bij voorbeeld uit onderzoek bekend dat sexueel geweld dat zich afspeelt binnen de relationele sfeer minder snel als strafbaar feit benoemd wordt dan wanneer dezelfde handelingen worden gepleegd door een onbekende. 16 Een tweede kanttekening betreft de overmatige wraakgevoelens van het slachtoffer en de onmacht om te komen tot een zinvolle conflictoplossing. Ten eerste is het de vraag, wanneer wraakgevoelens 'overmatig' zijn, of ze wel bestaan en zo ja, waardoor ze worden veroorzaakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat slachtoffers niet zozeer uit zijn op volledig herstel van schade (voor sexueel geweld is dat trouwens een onmogelijke zaak), als wel op de zekerheid dat zij serieus worden genomen en worden erkend als belanghebbende. 17 Het gegeven dat het slachtoffer niets kan 'doen' is evenzeer debet aan bestaande frustraties als het conflict zelf. Het feit dat het bestaande systeem geen mogelijkheid biedt tot communicatie tussen slachtoffer en dader versterkt deze gevoelens. 18 Ten tweede zijn het niet de vrouwen die onmachtig zijn te komen tot zinvolle conflictoplossingen, maar het strafrecht zelf. Sexueel geweld kan slechts werkelijk worden bestreden vanuit het respect voor de vrouw als volwaardig mens. Dit betekent dat het slachtoffer het recht moet hebben om, indien gewenst, in werkelijke zin betrokken te zijn bij de beslechting van het conflict. Zoals de vrouw het recht heeft op haar eigen lijf, heeft ze ook het recht mee te beslissen over de afhandeling van de schending daarvan. De ontzegging van een dergelijk recht met het argument dat alleen de overheid beschikt over de middelen om conflictoplossingen af te dwingen snijdt geen hout. De overheid confïsceert deze middelen ten behoeve van de door haar gewenste afhandelingswijzen en laat niet na het slachtoffer in de vermeende onmacht te bevestigen. Bovenstaand gegeven komt weer eens duidelijk naar voren als de commissie-terwee het heeft over de 'vredemakende' functie van het strafrecht. Gesteld wordt dat maatregelen, getroffen in het belang van het slachtoffer, niet in strijd hoeven te komen met de algemene strafdoelen (generale en speciale preventie). Integendeel, de commissie is van mening dat bedoelde maatregelen zelfs doelbevorderend kunnen werken. Immers, het herstel van de credietwaardigheid van het strafrecht in de ogen van het slachtoffer zal uiteindelijk leiden tot normherstel: het is zaak de afgedwaalde ooien terug te brengen naar de maatschappelijke kudde. Dit maakt al bij voorbaat duidelijk dat vrouwen als slachtoffer weinig wezenlijke verbeteringen hoeven te verwachten van de voorstellen van de commissie- Terwee: het blijft rommelen in de marge. Ook de Emancipatieraad komt in haar Advies over het Voorontwerp van wet tot een gelijk gestemde conclusie. 19 Vanuit de gedachte dat het huidige strafrecht voor slachtoffers geen afdoende oplossing kan bieden, meent de Emancipatieraad dat de voorstellen slechts van beperkte betekenis zijn voor het slachtoffer van sexueel geweld. Gesteld wordt dat de voorstellen te mager zijn om van werkelijke mogelijkheden tot participatie van het slachtoffer binnen het strafproces te kunnen spreken. In dit kader pleit de Emancipatieraad dan ook voor het invoeren van een totaal-pakket aan maatregelen (waarbij met name de voorfase van het strafproces herzien zou moeten worden) en voor een zekere 'civilisering' van het strafproces. In aansluiting op dit laatste bepleit zij schadevergoeding ook in andere vormen dan geld mogelijk te maken, waarbij onder meer gedacht wordt aan een straatverbod. Het feit dat de voorstellen geen principiële herziening van de positie van het slachtoffer in het strafproces inhouden was wellicht te verwachten. Een commissie ingesteld door de minister van Justitie zal daar in haar opdracht geen ruimte voor toegemeten krijgen; structurele verschuivingen in het machtenveld ten gunste van vrouwen worden immers niet 'echt' wenselijk gevonden. Voeging of schadevergoedingsstraf: over de waterscheiding tussen civielrecht en strafrecht De rode draad die door de voorstellen heen loopt, is die van het onderscheid tussen onrechtmatige daad en strafbaar feit. Daaraan worden argumenten ontleend om de voeging te laten voortbestaan naast de nieuw in te voeren schadevergoedingsstraf. De voeging betreft dan het inbouwen van een civiele vordering in het strafproces, waarbij de gevoegde partij ook strafprocessuele rechten heeft. 20 De aansprakelijkheid voor een onrechtmatige daad berust op een schending van het individuele belang; de verwijtbaarheid bestaat slechts in relatie tot een bepaald individu. De complicatie in het geheel ontstaat als mèt deze schending ook het algemeen belang geschonden wordt. Dit laatste rechtvaardigt in deze optiek een strafrechtelijke reactie. Zo gesteld lijkt het op het eerste gezicht inderdaad alsof er sprake zou zijn van principiële verschillen tussen de onrechtmatige daad (art BW) en het strafbaar feit (art. 1 Sr). Bij nader inzien blijkt dit ech nrl
5 I Over schijn en werkelijkheid RenéeKool ter een benoemingskwestie. Immers de vorm waarin op een concreet gebeuren wordt gereageerd is niet in alle gevallen gelijk, maar afhankelijk van een aantal variabelen, zoals: de ernst van het feit, de aard van de overschreden norm, de context van het gebeuren, de aan- of afwezigheid van een slachtoffer en diens behoeften en verwachtingen. Binnen deze variabelen is sprake van een zekere hiërarchie: sommige leggen meer gewicht in de schaal dan anderen. Naar gelang de mate waarin het algemeen belang geacht wordt te zijn geschaad zal de reactie al of niet strafrechtelijk van aard zijn. Sexueel geweld staat in deze niet echt hoog op de ranglijst, alhoewel er wel een zekere 'opwaardering' waarneembaar is. 21 Ook de commissie-terwee ontkomt niet aan deze waarderingskwestie. Ondanks het krampachtig vasthouden aan voornoemd onderscheid beïnvloeden strafrecht en civielrecht elkaar over en weer in het Voorontwerp van wet. Ten eerste wordt het opleggen van schadevergoedingsstraf afhankelijk gesteld van de civielrechtelijke aansprakelijkheid. Deze voorwaarde wordt zelfs 'karakteristiek' genoemd voor de schadevergoedingsstraf. Daarnaast geldt als voorwaarde dat het slachtoffer zich als benadeelde partij heeft gesteld in de strafprocedure; de schadevergoedingsstraf is niet ambtshalve op te leggen. Blijkbaar mag het slachtoffer pas profiteren van strafrechtelijke voorzieningen als daarvoor voldaan is aan civielrechtelijke eisen. Dit komt neer op het opwerpen van drempels voor het slachtoffer: daar waar Justitie welhaast vanzelfsprekend normherstel claimt, wordt het slachtoffer onder curatele gesteld. Ten tweede speelt de autonome keuze van de rechter hoe hij de schadevergoeding zal toewijzen een verwarrende rol. Het is voor het slachtoffer onduidelijk in welke vorm en omvang zij de schadevergoeding al dan niet toegewezen krijgt. Daarbij moet worden bedacht dat de rechter, in geval hij een schadevergoedingsstraf oplegt, zich gebonden ziet aan de mate van strafrechtelijke verwijtbaarheid. Daartoe heeft hij zich een oordeel te vormen over het concrete gebeuren, waarin begrepen het gedrag van het slachtoffer. De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de dader is in deze zin omgekeerd evenredig met de inbreng van het slachtoffer in het geheel. Dit brengt het gevaar voor secundaire victimisatie van het slachtoffer met zich mee, nu deze zich immers min of meer voor haar gedrag heeft te verantwoorden. 22 De directe lijn tussen het opleggen van een schadevergoedingsstraf en de beurs van het slachtoffer zal er voor zorgen dat de koppeling tussen het gedrag van de dader en dat van het slachtoffer sterker aanwezig zal zijn dan bij andere straffen. Een derde bezwaar vormt het feit dat de schadevergoedingsstraf als bijkomende straf gebonden is aan het draagkrachtbeginsel (art. 24 Sr). De mate waarin het algemeen belang is geschonden (lees: wordt gekozen voor de schadevergoedingsstraf) bepaalt zodoende direct welke omvang de schadeclaim naar het individu toe heeft. Een toewijzing van het restant in de vorm van een civiele voeging schijnt dan onvermijdelijk. Een vierde nadeel bestaat uit het gevaar voor infiltratie van de voorwaarden van de civiele vordering - met name het kwalitatief criterium - in de schadevergoedingsstraf. Verwacht kan worden dat deze in de praktijk slechts opgelegd zal worden voor 'eenvoudige' schade (zijnde materiële restschade). Voor vrouwen die slachtoffer zijn geworden van sexueel geweld valt er dan weinig te halen: immateriële schade zal al gauw niet aan dit criterium voldoen. Mutatis mutandis doen vrouwen er ook beter aan geen hooggespannen verwachtingen te koesteren van toewijzing van de civiele vordering. Langzamerhand vervaagt het onderscheid civielrecht/strafrecht, zeker als men daarbij nog bedenkt dat de rechter bij het opleggen van andere straffen rekening moet houden met de hoogte van het toegewezen schadebedrag. Sexueel geweld is blijkbaar 'af te kopen'. 23 De restvraag is of er voordelen zitten aan de invoering van de schadevergoedingsstraf. Daarvoor is het noodzakelijk te bezien hoe 'gebruikstersvriendelijk' deze is en welke de praktische betekenis ervan is. Positieve beantwoording van deze vraag zou tegenwicht kunnen bieden aan de principiële bezwaren die geformuleerd zijn. Daartoe moet eerst worden bezien hoe de gang van zaken als door de commissie voorgesteld globaal verloopt. De gang van het slachtoffer van sexueel geweld door het strafrechtelijk systeem Nadat een vrouw slachtoffer is geworden, meldt ze zich, indien gewenst, bij de politie met een aangifte. Als alles gaat zoals het hoort, maakt deze haar erop attent dat zij een mogelijkheid heeft tot schadeverhaal en op de hoogte kan worden gehouden van het verloop van de zaak. Het Openbaar Ministerie wordt geacht de schadeclaim bij haar beslissing over het al dan niet vervolgen te betrekken; zij neemt dan in haar requisitoir een vordering tot het opleggen van de schadevergoedingsstraf dan wel het toewijzen van de civiele vordering op. Zoals eerder gezegd behoort schadeverhaal in ad informandum gevoegde zaken juridisch gezien niet tot de mogelijkheden. De bewijslast terzake van de schade rust op de schouders van het Openbaar Ministerie. In de praktijk blijkt het voor het slachtoffer namelijk vaak moeilijk om binnen een strafprocedure het bewijs ten aanzien van de schade rond te krijgen. Op het eerste gezicht lijkt deze bewijslastherverdeling dus een voordeel. Bij nader inzien kan dat wel eens tegen vallen, wanneer men bedenkt dat het Openbaar Ministerie voor het vergaren van het bewijs afhankelijk is van politionele activiteiten als bedoeld in de richtlijnen Slachtofferhulp. Of de bewijslastvergaring met betrekking tot de schadeclaim net zoveel aandacht krijgt van politie en Justitie als van het slachtoffer zelf, valt nog te bezien. 24 In geval het bewijs slaagt en de schade wordt toegewezen, ligt de executie van de schadevergoedingsstraf in handen van het Openbaar Ministerie. Als dwangmiddelen staan haar verhoging van het bedrag en uiteindelijk over de vervangende hechtenis ter beschikking. Een voordeel voor het slachtoffer, maar slechts tot op zekere hoogte. Ten eerste vloeit de verhoging van het bedrag niet in de beurs van het slachtoffer, maar in de staatskas. Ten tweede moet het slachtoffer in geval van vervangende hechtenis zelf alsnog zorgen voor een executoriale titel. Met de vervangende hechtenis vervalt namelijk niet de civiel- 10 NEMESIS
6 I Over schijn en werkelijkheid Reneé Kool rechtelijke aansprakelijkheid. Het slachtoffer is dus terug bij af. Een groter bezwaar dan het bovenstaande - uiteindelijk staat immers ook Justitie met 'lege handen' - is het ontbreken van een rangorde tussen de verschillende 'financiële' straffen die mogelijk zijn. Wanneer naast een schadevergoedingsstraf, c.q. een civiele vordering ook een geldboete is opgelegd, is er niets geregeld over een mogelijk preferent karakter van de schadeclaim. Bij dit alles moet niet worden vergeten dat het slachtoffer van sexueel geweld voor de toewijzing van schade afhankelijk is van de prioriteitenstelling bij politie en Justitie. Deze beslissen immers of er een procesverbaal wordt opgemaakt en ingestuurd, en zo ja, of dat tot vervolging leidt. Een wankele positie voor het slachtoffer, zeker in een apparaat dat doordrenkt is van masculien denken. Conclusie: geen doodgeboren mus, maar een koekoeksjong 25 Afsluitend kan worden gesteld dat het rapport weinig wezenlijks bijdraagt aan de verbetering van de positie van slachtoffers van sexueel geweld in het strafproces. In feite is het niet eens die dode mus waarvoor zou worden gewaakt, het is eerder een koekoeksjong. Door de krampachtige manier waarop is vastgehouden aan een scheiding tussen civielrecht en strafrecht is een stuk ondoorzichtige regelgeving ontstaan, hetgeen niet bijdraagt tot het zo wenselijk geachte normherstel en zelfs haaks staat op elders geformuleerde beleidsuitgangspunten. 26 Van een werkelijk respect voor het slachtoffer, tot uiting komend in een meer cliëntgericht denken, is dan ook geen sprake: het slachtoffer wordt wederom onder curatele gesteld van het strafrechtelijk systeem. Alles in naam der vooruitgang, maar niet in naam van het slachtoffer. Van mijn bezwaren tegen het strafrecht als middel tegen sexueel geweld hoef ik wellicht niet eens meer te reppen, ware het niet dat daar de wortel van het kwaad ligt. Immers, zolang maatregelen zogenaamd in het belang van slachtoffers worden genomen vanuit het oogpunt van conservering van de bestaande maatschappelijke orde, is er weinig reden tot hoop voor vrouwen. Het strafrecht als bondgenoot lokt, maar schijn bedriegt. Noten 1. De commissie werd ingesteld op 20 augustus 1985, het eindrapport verscheen in maart De instelling van een dergelijke commissie vloeide overigens ook voort uit internationale verplichtingen uit hoofde van het Europees Verdrag inzake de schadeloosstelling van slachtoffers van geweldsmisdrijven (Raad van Europa, Straatsburg, 24 november Tractatenbladjrg. 84, nr. 2). Dit Verdrag is op 1 februari 1988 voor Nederland in werkinggetreden(trb. 1987,nr. 187). Genoemde verplichtingen zijn tevens terug te voeren op een tweetal aanbevelingen van de Raad van Europa in deze, namelijk Recommendation (77)27: On the compensationofvictimsofcrimeen(s5)l 1: Thepositionofthevictimin theframework ofcriminal law and procedure. 2. Het gebruik van de term 'slachtoffer' in deze betekent niet dat ik dit als synoniem voor het woord 'vrouw' gebruik. Ik kom daar later nog op terug. 3. Onder de term 'vrouwenbeweging' versta ik hier: een revolutionaire beweging die primair verandering van de maatschappelijke werkelijkheid beoogt welke voor mannen en vrouwen repressief wordt geacht. Vergelijk Dorien Pessers, Feminisme en gelijkheid, in: Nemesis 1984 nr Bell Hooks, Macht in een ander licht, in: Nemesis 1986 nr.6. 5: Jet Isarin, Justitie bondgenoot of tegenstander, in: Nemesis 1985 nr.6js)yce Hes/Karin van Ringen, Blijf uit mijn buurt, Amsterdam, VUGA Zo heeft de minister van Justitie onlangs aangekondigd om opportuniteitsredenen af te zien van integrale invoering van het wetsontwerp Herziening zedelijkheidswetgeving. De bestaande regelgeving zal nog slechts marginaal worden aangepast. 8. Hierbij moet bedacht worden dat een deel van de bezwaren die in te brengen zijn tegen het strafrecht mutatis mutandis voor het huidige civiele recht gelden. 9. Heikelien Verrijn Stuart, Vrouwen en strafrecht, in: Tort et a Travers, redactie R. van Swaaningen, e.a., Amsterdam, VU-uitgeverij Marjet Gunning, Liever gemarmerd, in: Recht en Kritiek 1985, Themanummer De dubbelzinnigheid van het recht, Nijmegen Ars Aequi Riki Holtmaat, Naar een onderrecht, Nemesis, 1988 nr Zie ook Emancipatieraad, Advies over het rapport van de commissie wettelijk voorzieningen slachtoffers in het strafproces, Den Haag november 1988, pag Hooguit speelt het beleid uitgezet in de richtlijnen Slachtofferhulp (Stcrt. 87) een rol. Hierin wordt gesteld dat de aanwezigheid van een benadeelde een van de redenen kan zijn om over te gaan tot vervolging. 13. Zie noot 11 pag De term systeemoriëntatie is ontleend aan L. Hulsman en staat tegenover cliëntoriëntatie. Zie L. Hulsman, Slachtoffers vandelicten, in: Delikt & Delinkwent E. Rood-Pijpers, Mensen over misdaad en straf, Arnhem, Gouda Quint O. Zoomer/C. Steinmetz, Vrouwelijke slachtoffers van misdrijven; hoe reageert hetjustitiële systeem daarop, Tijdschrift voor Criminologie 1979 nr J. Shapland, Ervaringen van slachtoffers met politie en justitie in Europa, in: Justitiële Verkenningen 1982, nr Ik heb hier met het woord 'communicatie' niet een soort therapeutische 'ronde-tafel-conferentie' op het oog. Wel ben ik van mening dat slachtoffers van sexueel geweld desgewenst de mogelijkheid zouden moeten krijgen de dader persoonlijk duidelijk te maken wat hen is aangedaan. 19. Emancipatieraad, Advies over het rapport van de commissie v/ettelijke voorzieningen slachtoffers in het strafproces, Den Haag, november M.S.Groenhuysen, Schadevergoeding voor slachtoffers van delicten in het strafgeding, Nijmegen, Ars Aequi De vraag is of je van 'opwaardering' kunt spreken. In ieder geval is het zo dat de strafmaat voor sexueel geweld in de gerechtelijke uitspraken is verzwaard. 22. P. de Beer, Schadevergoedingsstraf, in: Delikt en Delinkwent 1988, nr Hiermee is niet gezegd dat ik schadevergoeding als sanctie naar aanleiding van sexueel geweld niet zinvol acht. Ik maak alleen bezwaar tegen de quasi-serieuze wijze waarop dit in het voorstel van wet heeft vorm gekregen. Schadevergoeding dient als (nevenschikkende) hoofdzaak te worden gezien en niet als bijzaak. 24. Uit onderzoek is gebleken dat deze richtlijnen in de praktijk vooralsnog niet naar behoren in acht worden genomen. C.Hogenhuis/E. de Koning-de Jong, Slachtoffers en politioneel beleid, Vakgroep Strafrecht & Criminologie, Erasmus Universiteit T. Wesselius, Slachtofferhulp - hulp aan slachtoffers?, Delikt en Delinkwent 1986 nr Gerefereerd wordt aan de woorden van de voorzitster van de commissie, mevrouw Terwee-van Hilten, uitgesproken in haar installatiereden: 'Wij moeten er dan ook voor waken het slachtoffer structureel blij te maken met een dode mus'. 26. Vergelijk het laatste beleidsrapport van de WRR, Rechtshandhaving, SDU 's-gravenhage nrl 11
Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur
Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Nadere informatieVoegen in het strafproces
Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieRecht en bijstand bij juridische procedures
Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieBesluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit
SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van
Nadere informatieSlachtofferhulp. concept wetsvoorstel betreffende hétieggen van conservatoir beslag door de staat voor slachtoffers van misdrijven.
~,tl~ 3 / Nootailfafiltoor 7: ~.,1 e d 1ff 0 Postbus 14208 3508 SH Utrecht Pallas Athertedreef 27 3561 PE Utrecht 03023401 16 F 030 231 76 55 info@s~achtofferhuip.fli w www.s}achtofferhulp.ni / Ministerie
Nadere informatieDe positie van het slachtoffer in het strafproces. 3.2. De benadeelde. 3.3. Nabestaanden. 3.4. Splitsing van de vordering door de benadeelde
3. Schadevergoeding (voegen) 3.2. De benadeelde Degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade
Nadere informatiePROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VAK : : Maatschappijleer 2 METHODE : Essener Criminaliteit druk 4 KLAS: : 3 NIVEAU : BASIS CONTACTUREN PER WEEK 3 X MINUTEN PER WEEK UDIEJAAR : 205-206 EINDCIJFER KLAS
Nadere informatieU hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen
Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.7 U hebt een schadevergoeding toegewezen gekregen bronnen www.cjib.nl, januari 2011 Openbaar Ministerie, brochure: Hoe krijg ik mijn schade vergoed? januari 2011
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieRapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361
Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieSCHADEVERGOEDING VOOR SLACHTOFFERS, EEN SCHONE SCHIJN ZAADDONOR DEWUV, HET TAAIE ONBEGRIP
NEME ^ 1 januari/februari 1989 SCHADEVERGOEDING VOOR SLACHTOFFERS, EEN SCHONE SCHIJN ZAADDONOR DEWUV, HET TAAIE ONBEGRIP NEMESIS jaargang 5 januari/februari 1989 nummer 1 Verschijnt zes maal per jaar Redactie:
Nadere informatieHoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?
Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...
Nadere informatieVervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris
Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog
Nadere informatieRapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060
Rapport Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 2 Klacht Op 3 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Zeewolde met een klacht over een gedraging van het arrondissementsparket
Nadere informatieKale kikker of toch kale kip?
Kale kikker of toch kale kip? Martine Wouters Het slachtoffer is de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in de Nederlandse straf(proces)wetgeving. 1 Vanaf 1 januari 2014 is het mogelijk om conservatoir
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
Nadere informatieAanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao
Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden
Nadere informatie6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding
6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op
Nadere informatieDe concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.
Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk
Nadere informatieRichtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998
JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:
Nadere informatieFaculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieRapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/333
Rapport Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/333 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van mishandeling, klaagt erover dat de juridisch medewerker van het regionale politiekorps Twente verzoeker bij
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.
Nadere informatieDE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN
DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website. Naam Leerling: Klas:. 3.0 a.
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer
Opgave 3 Criminaliteit in Nederland tekst 1 2 30 3 40 4 In Nederland worden per jaar zo n vijf en een half miljoen misdrijven gepleegd. Ruim anderhalf miljoen daarvan komt ter kennis van de politie. Uiteindelijk
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 204 26 027 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en enkele andere wetten met betrekking tot het
Nadere informatieDe buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie
De buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie G.J.M. van den Biggelaar Gouda Quint bv (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 994 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de
Nadere informatie2014D36200 LIJST VAN VRAGEN
2014D36200 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft over de beleidsdoorlichting slachtofferzorg (Kamerstuk 33 199, nr. 4) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieRapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377
Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn
Nadere informatieRapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieHet wetsvoorstel is op 18 december 2007 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie Betreffende wetsvoorstel: 30143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering,
Nadere informatieAanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee)
Aanbevelingen behandeling civiele schadevordering in het strafproces (wet Terwee) Verantwoording... 1 Geen voegingsformulier... 1... 2 Afwijzen of niet ontvankelijk verklaren... 2... 2 Civiele vordering
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieDatum 18 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over bericht Mishandelde bejaarde moet zelf achter daders aan
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Staatssecretaris van Veiligheid en Schedeldoekshaven 100 2511 EX
Nadere informatieHoE krijg Ik mijn ScHADE vergoed?
Hoe krijg ik mijn schade vergoed? De schadevergoedingsmaatregel Heeft u als gevolg van een misdrijf schade geleden, dan is het strafproces een manier om uw schade vergoed te krijgen. Als de rechter vindt
Nadere informatieHet wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het wetsvoorstel Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade M.P.G. Schipper & I. van der Zalm Published in AV&S 2010/3, nr. 15,
Nadere informatieInterventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieAANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING
AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor
Nadere informatieSTRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1
STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieB 11 Buitenlandse werknemers 8
B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet
Nadere informatieDading in plaats van strafrecht
Dading in plaats van strafrecht Symposium Universiteit van Amsterdam gehouden op 9 april 1992 te Amsterdam Onder redactie van: P.G. Wiewel R.H. Stutterheim P. Ingelse FJ. Olde Rikkert Gouda Quint bv (S.
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieNieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates
Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster
Nadere informatieDEEL III. Het bestuursprocesrecht
DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieVoeging ad informandum in strafzaken
Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad
Nadere informatieDatum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'
> Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek
Nadere informatie15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.
Nadere informatieRapport. Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232
Rapport Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het arrondissementsparket te Rotterdam bij brief van 3 november 2004 heeft geweigerd om haar financieel tegemoet
Nadere informatieDe enkelvoudige kamer: de politierechter
3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.
Nadere informatieEindexamen maatschappijwetenschappen havo II
Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer
Nadere informatieDe gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren
De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:208
ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieDe civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven
Uitspraak De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven Zaaknummer: ****** Datum uitspraak: 7 augustus 2015 De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven
Nadere informatiethans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],
ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23
Nadere informatieVerkorte inhoudsopgave
Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige
Nadere informatieWijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten
Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 907 Voorkoming en bestrijding van geweld op straat Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieConflict en aangifte. module 3. Sport, dienstverlening en veiligheid
Conflict en aangifte module 3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...3 AANGIFTE DOEN...4 Hoe kan een aangifte worden gedaan?... 4 Wat gebeurt er met de aangifte?... 4 AMBTSHALVE VERVOLGBARE DELICTEN EN KLACHTDELICTEN...6
Nadere informatieECGR/U201300637 Lbr. 13/058
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 bijlage(n)
Nadere informatieDatum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieTitel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11
Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]
Nadere informatieGrondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17
Nadere informatieBont en Blauw Samenvatting
Bont en Blauw Samenvatting Ilse van Leiden Henk Ferwerda Samenvatting Politieagenten lopen het risico om tijdens de uitvoering van de taak zelf beledigd, bedreigd en soms ook mishandeld te worden. De
Nadere informatieDatum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt
Nadere informatieNEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K De Minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 18 juli 2016 Uw kenmerk 756867 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044
Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den
Nadere informatieSamenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever
Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10337
ECLI:NL:RBROT:2016:10337 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-11-2016 Datum publicatie 29-05-2017 Zaaknummer 10/996568-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieRapport. Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271
Rapport Datum: 7 september 2001 Rapportnummer: 2001/271 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de (hoofd-)officier van justitie van het arrondissementsparket te Zwolle zijn verzoek om een gesprek naar aanleiding
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8279 25 maart 2014 Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art.
Nadere informatie