PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2007 (26.11) (OR. en) 15485/07 LIMITE PE-QE 892

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 2007 (26.11) (OR. en) PUBLIC 15485/07 LIMITE PE-QE 892 VOORONTWERP VAN GECOMBINEERD ANTWOORD OP SCHRIFTELIJKE VRAGEN E-5314/07, E-5315/07, E-5316/07, E-5317/07, E-5318/07, E-5319/07, E-5322/07, E-5323/07, E-5325/07, E-5327/07, E-5329/07, E-5331/07, E-5333/07 en E-5335/07 van Agustín Díaz de Mera García Consuegra (PPE-DE) van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de permanente vertegenwoordigingen van de lidstaten - "In Afrika gedetacheerde immigratieverbindingsfunctionarissen" - "Samenwerking met Afrikaanse landen" - "Conclusies van het halfjaarlijkse rapport betreffende immigratieverbindingsfunctionarissen" - "Samenwerkingsovereenkomsten met Kaapverdië, Ghana en Mauritanië" - "Aziatische immigranten op de Afrikaanse kuststrook" - " Aan FRONTEX verstrekte middelen en de uitgaven van de landen die deze middelen verstrekken" - "Bijeenkomsten van het netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen" - "MEDSEA" - "FRONTEX: doorlopend toezicht" - "Visa- en overnameovereenkomsten" - "Bijdragen aan FRONTEX" - "CRATE" - "EUROSUR" - "HERA 2007" 1. De delegaties treffen hierbij aan: - de tekst van de schriftelijke vragen; - een door het secretariaat-generaal opgesteld voorontwerp van gecombineerd antwoord /07 ons/il/rl 1

2 2. Indien er uiterlijk op 7 december 2007 (12.00 uur) geen opmerkingen van de delegaties zijn ontvangen, wordt dit voorontwerp van antwoord ter goedkeuring voorgelegd aan het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) en. Zijn er wel opmerkingen ontvangen, dan worden die behandeld door de Groep algemene zaken /07 ons/il/rl 2

3 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5314/07 In Afrika gedetacheerde immigratieverbindingsfunctionarissen Krachtens Verordening (EG) nr. 377/2004 (EG) 1 van de Raad van 19 februari 2004 moet elke lidstaat een immigratieverbindingsfunctionaris bij zijn consulaire autoriteiten detacheren om contacten te onderhouden met de autoriteiten van het ontvangende land en informatie te verzamelen over de migratiestromen in dat land. De immigratieverbindingsfunctionarissen moeten op hun beurt een plaatselijk netwerk vormen met het doel gegevens uit te wisselen en acties te coördineren. Kan de Raad gegevens verschaffen omtrent het aantal immigratieverbindingsfunctionarissen dat gedetacheerd is in de landen van herkomst en de doorreis van immigranten op het Afrikaanse vasteland? In welke landen zijn deze immigratieverbindingsfunctionarissen gedetacheerd? 1 PB L 64 van , blz /07 ons/il/rl 3

4 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5315/07 Samenwerking met Afrikaanse landen Welke missies, naast die naar Kaapverdië, Ghana en Mauritanië, heeft de Raad uitgevoerd op het Afrikaanse vasteland met betrekking tot immigratie en samenwerking? Kan de Raad, indien er missies zijn geweest naar Senegal en Guinee, mededelen wat de resultaten daarvan waren en, meer in het bijzonder, welke overeenkomsten met deze landen zijn aangegaan? Indien er nog geen missies naar Senegal, Guinee Bissau en Guinee Conakry zijn geweest, kan de Raad dan aangeven wanneer deze zullen plaatsvinden en wat het doel van die missies zal zijn? Welke missies hebben in Libië plaatsgevonden? 15485/07 ons/il/rl 4

5 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5316/07 Conclusies van het halfjaarlijkse rapport betreffende immigratieverbindingsfunctionarissen In Verordening (EG) 377/2004 van de Raad van 19 februari betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen is bepaald dat de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad bekleedt halfjaarlijks een verslag moet opstellen over de activiteiten van de netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen. Kan de Raad mededelen wat de conclusies van het laatste halfjaarlijkse rapport waren? 1 PB L 64 van , blz /07 ons/il/rl 5

6 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5317/07 Samenwerkingsovereenkomsten met Kaapverdië, Ghana en Mauritanië Volgens verklaringen van de Raad moeten de betrekkingen tussen de EU en de Afrikaanse landen en de landen rond de Middellandse Zee worden geïntensiveerd door middel van een bredere dialoog en samenwerking. De samenwerking zal worden gebaseerd op de gezamenlijke verbintenissen die zijn aangegaan tijdens de ministeriële conferenties van Rabat en Tripoli, alsook op de werkzaamheden met betrekking tot de dialoog EU-Afrika over ontwikkeling en migratie. Naar Kaapverdië, Ghana en Mauritanië zijn speciale delegaties gezonden om de dialoog te bevorderen. Kan de Raad aangeven welk concreet resultaat deze missies hebben opgeleverd en informatie verstrekken over de overeenkomsten betreffende immigratie en samenwerking die tijdens deze missies tot stand zijn gebracht? 15485/07 ons/il/rl 6

7 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5318/07 Aziatische immigranten op de Afrikaanse kuststrook Heeft de Raad, in verband met de ruim illegale immigranten uit Sri Lanka, India en Pakistan die zich naar verluidt hebben verzameld op de stranden van Guinee Conakry in de hoop per boot de Canarische eilanden te bereiken, op enigerlei wijze contact opgenomen met de Guineese autoriteiten met het doel de stroom migranten te beheersen en, meer in het bijzonder, te voorkomen dat de bovengenoemde immigranten Guinee verlaten? 15485/07 ons/il/rl 7

8 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5319/07 Aan FRONTEX verstrekte middelen en de uitgaven van de landen die deze middelen verstrekken Kan de Raad ten aanzien van de middelen die de lidstaten FRONTEX verstrekken aangeven welk percentage van de totale kosten voor het onderhoud van zowel materieel als mankracht wordt gedragen door de lidstaten die de middelen verstrekken? 15485/07 ons/il/rl 8

9 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5322/07 Bijeenkomsten van het netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen Kan de Raad in verband met de bepalingen van Verordening (EG) nr. 377/ mededelen wanneer de laatste bijeenkomst van het netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen heeft plaatsgevonden? Kan de Raad, afgezien van de operationele details, die niet openbaar kunnen worden gemaakt zeggen wat de conclusies van die bijeenkomst waren? 1 PB L 64 van , blz /07 ons/il/rl 9

10 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5323/07 MEDSEA Kan de Raad mededelen wat de vorderingen zijn met betrekking tot het operationeel maken van MEDSEA? 15485/07 ons/il/rl 10

11 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5325/07 FRONTEX: doorlopend toezicht Kan de Raad, in het kader van de bestrijding van illegale immigratie en in verband met de taken van FRONTEX, mededelen wanneer hij doorlopend toezicht op de scheepvaart zal introduceren en in welke gebieden? 15485/07 ons/il/rl 11

12 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5327/07 Visa- en overnameovereenkomsten De EU heeft onlangs met Albanië, Bosnië en Montenegro overeenkomsten ondertekend over visumversoepelingen en de overname van illegale immigranten. Kan de Raad uitleggen wat de belemmeringen zijn voor de ondertekening van een soortgelijk akkoord tussen de EU en Marokko, Mauretanië of Senegal? Kan de Raad aangeven wanneer we het sluiten van dergelijke akkoorden mogen verwachten? 15485/07 ons/il/rl 12

13 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5329/07 Bijdragen aan FRONTEX Om op crisissituaties door massale immigratie te kunnen reageren, hebben de lidstaten Frontex materiële en personele middelen ter beschikking gesteld. Kan de Raad gedetailleerd aangeven welke landen steun hebben geboden en welke middelen ze onder welke voorwaarden beschikbaar hebben gesteld? 15485/07 ons/il/rl 13

14 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5331/07 CRATE Kan de Raad in verband met FRONTEX en de invoering van een centraal register van materieel en uitrusting (Centralised Record of Available Technical Equipment CRATE) meedelen welke lidstaten informatie over het beschikbare materieel hebben verstrekt? 15485/07 ons/il/rl 14

15 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5333/07 EUROSUR In haar mededeling over de versterking van het beheer van de zuidelijke maritieme grenzen van de Europese Unie stelt de Commissie voor een Europees toezichtssysteem voor de grenzen (Eurosur) op te zetten. De in de beschikking van de Commissie van 27 augustus gestelde prioriteiten, teneinde Beschikking nr. 574/2007/EG 2 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds uit te voeren, behelzen met het oog op de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode ook het voorstel van de Commissie om het accent te leggen op steun voor de opbouw en implementatie van de nationale componenten van een Europees bewakingssysteem voor de buitengrenzen. Kan de Raad in dit verband een voorlopige evaluatie geven van de door de lidstaten op dit gebied genomen maatregelen, en bij benadering aanduiden wanneer het Europees bewakingssysteem voor de buitengrenzen in werking zal treden? /599/EG PB L 233 van , blz. 3. PB L 144 van , blz /07 ons/il/rl 15

16 SCHRIFTELIJKE VRAAG E-5335/07 HERA 2007 Tot wanneer loopt de operatie HERA 2007? 15485/07 ons/il/rl 16

17 GECOMBINEERD ANTWOORD op de schriftelijke vragen E-5314/07, E-5315/07, E-5316/07, E-5317/07, E-5318/07, E-5319/07, E-5322/07, E-5323/07, E-5325/07, E-5327/07, E-5329/07, E-5331/07, E-5333/07 en E-5335/07 van Agustín Díaz de Mera García Consuegra (PPE-DE) A. Immigratieverbindingsfunctionarissen 5314/07, 5316/07, 5322/07 In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 377/2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen 1 staat dat de lidstaten elkaar, alsook de Raad en de Commissie, systematisch en onverwijld in kennis moeten stellen van de detachering van immigratieverbindingsfunctionarissen en van de taakomschrijving van deze functionarissen. De Commissie verstrekt de Raad en de lidstaten een overzicht van die gegevens. In Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode staan acties die de activiteiten van de netwerken van immigratieverbindingsfunctionarissen en de detachering en uitwisseling van personeel moeten versterken. Volgens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 377/2004 moeten de lidstaten er ook zorg voor dragen dat de immigratieverbindingsfunctionarissen die in hetzelfde derde land of dezelfde regio zijn gedetacheerd, onderling plaatselijke of regionale samenwerkingsnetwerken vormen. In het kader van zulke netwerken moeten de verbindingsfunctionarissen op gezette tijden bijeenkomen en, waar nodig, informatie uitwisselen en in een aantal aangelegenheden samenwerken. Er zijn verscheidene netwerken opgericht, andere worden verder uitgebreid en er wordt gewerkt aan nieuwe netwerken. De Raad is meegedeeld dat er op gezette tijden bijeenkomsten van verbindingsfunctionarissen worden belegd en dat er informatie wordt uitgewisseld. De Raad kent de nadere bijzonderheden van deze bijeenkomsten niet en verkeert dus niet in een positie om commentaar te geven over de mogelijke conclusies van deze vergaderingen. 1 PB L 64 van , blz /07 ons/il/rl 17

18 B. Samenwerking met Afrika op het gebied van migratie 5315/07, 5317/07, 5318/07 De EU heeft de samenwerking met Afrika op het gebied van migratie en daarmee samenhangende aangelegenheden geïntensiveerd naar aanleiding van de Totaalaanpak van migratie, zoals die door de Raad is omschreven in zijn conclusies van december 2005 en herhaald en verder uitgewerkt in zijn conclusies van december 2006 en juni Ook heeft de EU getracht de dialoog over migratie te versterken door in 2007 specifieke EUmissies te organiseren naar Afrikaanse landen die op dit gebied belangrijk zijn. Er zijn missies geweest naar Kaapverdië (24-25 mei), Ghana (13-14 juni), Mauritanië (27-28 juni) en Senegal (26-27 september). De missies hebben ertoe geleid dat er een brede dialoog op gang is gekomen over alle belangrijke migratiekwesties en daarmee samenhangende aangelegenheden, die beide partijen aangaan. De missies hebben ook geleid tot een betere wederzijds begrip van de standpunten van de EU en van de landen in kwestie, evenals van de problemen waarvoor beide partijen zich gesteld zien, en tot een intensivering van de samenwerking. Deze dialoog, die is toegesneden op de specifieke situatie en behoeften van ieder land, zal naar verwachting plaatselijk worden voortgezet door de vertegenwoordigingen van de lidstaten en van de Commissie. De Unie weet heel goed dat de migratieproblemen doeltreffender op regionaal niveau kunnen worden aangepakt, zoals de Afrikaanse landen in kwestie ook hebben benadrukt, en intensiveert daarom ook de dialoog met internationale organisaties zoals ECOWAS. C. Visum- en overnameovereenkomsten 5327/07 De Raad heeft de Commissie geen onderhandelingsrichtsnoeren verstrekt voor het onderhandelen over en het sluiten van communautaire visumfaciliterings- en overnameovereenkomsten met Mauritanië of Senegal /07 ons/il/rl 18

19 De Commissie onderhandelt momenteel met Marokko over een ontwerp van overnameovereenkomst aan de hand van de onderhandelingsrichtsnoeren die in 2002 door de Raad zijn verstrekt. De Raad heeft de Commissie geen onderhandelingsrichtsnoeren verstrekt voor het onderhandelen over een communautaire visumfaciliteringsovereenkomst met dit land. D. Frontex en grenscontrole 5319/07, 5323/07, 5325/07, 5329/07, 5331/07, 5333/07, 5335/07 FRONTEX is in 2004 opgericht en was bedoeld om het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrens van de lidstaten te verbeteren. In 2005 heeft de Europese Raad, in zijn "Algehele aanpak van migratie" 1, de Raad en de lidstaten verzocht na te gaan of het technisch haalbaar is om een bewakingssysteem voor de volledige zuidelijke zeegrens van de EU en de Middellandse Zee tot stand te brengen. Ook heeft de Europese Raad het Europees Buitengrenzenagentschap verzocht een haalbaarheidsstudie te verrichten naar de aanscherping van de controle en bewaking van de zuidelijke zeegrens van de EU, met name in het Middellandse Zeegebied, alsook naar een netwerk van kustpatrouilles in het Middellandse Zeegebied waaraan EU-lidstaten en landen uit Noord-Afrika deelnemen. In de studie MEDSEA over het netwerk van kustpatrouilles in het Middellandse Zeegebied 2, die in juli 2006 is gepresenteerd, wordt gesteld dat er een permanente organisatiestructuur moet komen voor de controle en het toezicht over de volle lengte van de zuidelijke zeegrenzen van de EU. De voorgestelde structuur kan worden gevormd door nationale coördinatiecentra (NCC's), die in een netwerk met FRONTEX zijn verbonden om operationele samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten en zo nodig, van de lidstaten en derde landen, mogelijk te maken. In de haalbaarheidsstudie BORTEC, die in december 2006 is gepresenteerd, wordt een toezichtssysteem geschetst dat de zuidelijke zeegrenzen zowel als de open zee omvat. 1 2 Conclusies van het voorzitterschap van december Gedeeltelijk gederubriceerde versie, 12049/06 Ext /07 ons/il/rl 19

20 In de conclusies van de Europese Raad van 14/15 december 2006 werd het Agentschap verzocht om, in samenwerking met de lidstaten, zo spoedig mogelijk aan de zuidelijke zeegrenzen een permanent netwerk van kustpatrouilles in het Middellandse Zeegebied te vormen. Voor dat doel is in 2007 het Europees patrouillenetwerk (EPN) van start gegaan. Het EPN is een concept van permanente regionale grensbeveiliging, die op nationaal en op EU-niveau de activiteiten van de lidstaten op het gebied van het toezicht op de zuidelijke zeegrenzen van de EU moet coördineren. Het EPN wordt in twee fases ingevoerd. De eerste fase is in mei 2007 begonnen en is gebaseerd op de patrouilleactiviteiten van de lidstaten. In de tweede fase wordt er een organisatorische structuur opgericht van nationale coördinatiecentra (NCC's), die moet zorgen voor de permanente activiteiten van het netwerk en ook de open zee bestrijkt. Het EPN zal later worden opgenomen in een permanent Europees bewakingssysteem dat moet zorgen voor voortdurende grenscontrole en -bewaking aan de buitengrens van de EU. De Commissie zal naar verwachting de komende maanden met mededelingen komen over de werking van FRONTEX en EUROSUR. De gezamenlijke operatie HERA 2007, die gericht was op de Canarische Eilanden, is op 30 september 2007 afgerond en heeft bijgedragen aan de onderschepping van een beduidend aantal illegale immigranten uit West-Afrikaanse landen. Wat technische middelen betreft wordt er in FRONTEX thans gewerkt aan het centraal register van de technische uitrusting (CRATE), dat de lidstaten op verzoek aan een andere lidstaat ter beschikking kunnen stellen, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2007/2004. Volgens de verordening moet CRATE worden opgezet en beheerd door het Agentschap. De Raad is meegedeeld dat de lidstaten actief bijdragen aan de oprichting van CRATE die in volle gang is, en wel door een uitgebreid scala aan technische uitrusting aan te bieden (schepen, hefschroefvliegtuigen, vliegtuigen enz.), en dat over dit onderwerp memoranda van overeenstemming tussen de lidstaten en FRONTEX tot stand zijn gekomen /07 ons/il/rl 20