NATUURKUNDIGE BBSCH&YPZNG OER ) 1 31 IL 3E $ Biet gecouletirde- Plaatcn,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NATUURKUNDIGE BBSCH&YPZNG OER ) 1 31 IL 3E $ Biet gecouletirde- Plaatcn,"

Transcriptie

1

2

3 NATUURKUNDIGE BBSCH&YPZNG OER ) 1 31 IL 3E $ Biet gecouletirde- Plaatcn,

4

5 NATUURKITÏÏ Dl GE VAB" BTZOSDÏKE TOOT de Beminnaars cleij^atxmrlylve Historie. ^J/ï. I V/V/ ^ ^) / /T/ V * ^ ïtet (recoxdeiia-tlc Tiaateu. Te 4JOT35ÏU>A3, W JiflccïCTini.

6

7 VOORBERICHT. DE Natuurlyke Hijlorie is thans het Voorwerp, waar op de algemeene aandagt fchynt te 'vallen; en de liefhebbery voor de zelve fchynt zelfs zich uit te Jlrekken tot de eenvouwdig- Jie Leezers, die noch gelegenheid noch tyd hebben em groote Werken van Geleerden over die ftoffs te koopen of te leezen. Om dan voornaamelyk den zodanigen te gemoet te komen, en hunnen lees- en weetluji eenigzins te voldoen, heeft men beflooten, dit Byvoegzel op te Jiellen uit Oude en Laatere Schryvers: In 't welke eenige Zeldzaame, en by weinige Schry veren voorkomende wreede Dieren $ Vijfchefi, en Geko^vene Diertjes hefchreven worden om 't zelve te doen dienen tot een vervolg op 't bekende Werk van C. Plinius van de Dieren. Alle de Dieren enz., die hier befcbreven worden, zyn in koperen Plaaten afgebeeld, en de Befchryvingcn der zeiven zyn naar de Plaaten afgedeeld en gefcbikt. Sommigen derzelven zyn reeds vermeld in 'i Werk van Plinius; doch al te kort en niet duidelyk genoeg befcbreven; waarom dezelve v hier breeder, en duidelyker in hunnen aart en hoedanigheden voorgefield worden; doch de meejien zyn van nieuws en zeer naauwkeurig met byvo:~ A 2 ging

8 VOORBERICHT. ging van merkwaardige omftandigheden en gebeur* teniffen befcbreven. Onder dezelven zyn eenfge zeer fraaije, en die niet daaglyks voorkomen f weshalven wy ons vleijen, dat ook meer geoeffenden en beleezenen hier nog wel iets zullen vinden, dat hunne aandacht waardig is, en hun vergenoegen zal. Om dit Werkje te fraaijer te doen voor dag komen f en naar den bedendaagfchen trant te fchikken, alzoo het toch ook een Werkje op zich zelfs en geheel nieuw is, heeft men het zelve geheel met een Romynfche Letter, en die wat grooter dan ij* Plinius is, gedrukt, en de Plaaten geheel buiten bet Boek doen uitflaan, op dat de Leezerdezelve, mder 't Leezen, des te beter onder zyn oog zoude kunnen hebben, en de Afbeeldingen der Dieren enz. met derzelver Befcbryvinge vergelyken ; 't welk wy oordeelden hem niet onaangenaam te zullen zyn. TH. v. B. BE*

9 ilcrvcutas.

10

11 BES CHRY VING D E R D I E R E N. PLAAT I. Nora. i. Van de Lucrocuta. E Lucrocuta, of Leocrocuta, en ook o- j-\ enkel Crocuta genaamd, is voorat A Ü oog geen onaangenaam, maar in Wi-iNs-p' zynen aart een zeer wreed en verflindend Dier. Het wordt in Moorenland gevonden, is uitneemend fnel in zynen loop, en wel zoo groot als een Woudezel. Het heeft beenen als en Hert, ftaert en borft als een Leeuw, eenen kop als 't Dier Melius, gefpleeten klaauwen, en eenen bek, die tot beide de Ooren reikt, en dus eene ysfelyke opfpalking vertoont. Het heeft boven en onder in den mond een zeer lcherp gebit; niet van tanden en met tandvleefch voorzien, maar van twee gantiche beenen, die zeer fcherp zyn; en die weet het zoo te bewaaren, dat ze beide niet te gelyk op elkander komen, en alzoo Homp worden; maar als ofze in eene Doos of Kiftje befloten lagen. Dit Dier wordt gezegd van cene Leeuwin voort te komen, als die zich met het Dier V e e l A 3 "

12 6 B E S C H R Y V I N G Veelvraat beloopt; Jonfton zegt van een Hyena en Leeuwin. Plinius, uit een Hyena en Ethiopifche Leeuwin. Mogelyk is dit gefchil wel te vereffenen; want het Dier Veelvraat, wordt in Lithauen, Mofcovien en andere noorder Landen gevonden, en van de Schryvers gebracht tot het geflacht der Wolven: Wanneer het zich volgevreeten heeft, Helt het zich in eene enge plaatfe tuflcben twee boomen, of twee klippen, en perft zyne overtolligheden dus met geweld onder en boven uit; dan gaat, het weder van nieuws aan 't vreeten van doode lichaamen, om zich weder op te vullen. Nu is 'er een gelykfoortig wild Dier in Africa, dat volgens Leo Africanus. 9. Boek, by de Arabieren Dabuh, en by de Afrikaners Sefef genaamd wordt; het welk in grootte en gedaante zeer naar den Wolf gelykt, mede doode lyken opgraaft en verflindt, en van fommigen niet onwaarfchynelyk voor de Hyena der Ouden genomen wordt; gelyk ook Gefnerus zulks toeflemt. Hoe 't daar ook mede zy, om tot de Lucrocuta weder te keeren; het is dan volgens gemeene toeltemming, een Dier van gemengden geflachte; en zal buiten twyffel ook niet voortteelen, even gelyk de Muilezels; waaruit ligtelyk te befiuiten is, dat ze zeldzaam zyn, en weinig gezien worden: geen wonder is 't dan ook, dat men weinig van deszelfs eigenfchappen en hoedanigheden aangetcekend vindfc Dit wordt 'er van gezegd,

13 DER DIEREN. f <zegd, dat het de ftemme van Menfchen en Dieren zoekt na te bootfen, even als de Hyeaa, en waarfchynelyk ook tot het zelfde eynde, als in de Befchryving van de Hyena ge- -,egd is; te weeten, omze daar door te mis- "eiden, en in zyne hinderlaagen te lokken; en dzoo te verflinden. Solinus zeidt 'er van, dat.git Dier de oogen nimmer toedoet. Nom. 2. Van de Mantichora. Het Wilde Dier Mantichora, wordt volgens het fchryven van Juba en Ctejïas mede in Moorenland gevonden ; volgens Plinius en JElianus, in India ; en heeft naar de Aanteeking van Albntus, meenigerly gelykenis: m?t het Aangezigt en de Ooren is het den Menfchen zeer gelyk, het heeft groene (volgens Ctefias), of (volgens Juba) geele brandende oogen in 't hoofdt; het heeft drie regels tanden in den bek, die ftraalwys op malkanderen i'chieten: het lyf is bloed rood van verwe, en van gedaante als een Leeuw; het heeft eenen fcherpfteekenden ftaert als een Schorpioen,eene heldere ftemme, als of men op de pype fpeelde, en is zeer begeerig naa Menfchèn-vleefch ; ook zegt men dat het der Menfchen ilemme en woorden kan nabootfen: en 't is zeer fnel in hen te vervolgen. De Griekfche Schryver Phües verhaalt nog iets wonderlyks van dit Dier, het welk Pau- A 4 fa-

14 S B E S C H R Y V I N G fanias ook uit Ctejias beveiligd; te weeten, dat zy fcherpe pylen aan hunnen ftaert hebben, waar mede zy naa de Jagers fchieten, en dieze treffen, fterven meeft daar van. Wanneer die pylen verfchoten zyn, waflên weder anderen in de plaatfe. Waarom de Indiaanen, als zy hunne Jongen vangen, eenen fteen neemen, en daar mede het achterfte deel van den ftaert verpletteren, op dat ze die pylen niet van zich zouden kunnen fchieten, en dus zonder gevaar gevangen, en tam gemaakt kunnen wordefi." Al het zelfde getuigt 'er ieüanus van, en voegt 'er by, dat het een onmeetelyk fherk Dier is, zoo "groot als een dei grootfte Leeuwen, en zoo ruig van haair, al«een Hond, dat zyne Ooren wel naar Menfchei Ooren gelyken, doch grooter en ruiger zyn dan die; dat z}-ne voeten en klaauwen naa die van een Leeuw gelyken, dat zyn ftaert aan 't einde met Angels gewapend is, die meer dan een elle,dat is anderhalf voet,lang zyn; dat het overige van zynen ftaert met fcherpe Angels aan wederzyden voorzien is; dat het veele Menfchen ombrengt, en niet alleen op enkele perlbonen aanvalt, maar zelfs veelen byeen alleenig kan ombrengen; en dat het daarom n de Indifche Taal, dien naam van Mantichora draagt, dat het zoo veele Menfchen verflint. Ml L. 7. C. 2. By de Latere Schryvers heb ik niets van dit Dier kunnen ontdekken dan de aanhaalïngcii dér Oude Schryvers. PLAAT

15 JY.JT.

16

17 DER D I E R E N. 9 PLAAT II. Nom. 3 en 4. Van den Pardel, ofte Pardus, ook genaamd Panthera en Leopardus. HEt Dier, dat in de tweede Plaat, op tweederly wyzc is afgebeeld, en nu ftaat befchreven te worden, is Pardus, ofte Pardel genoemd, van 't Giïekfche 'Woord, ardo, dat is ik befproeije; om dat zyne huid met zwarte vlekken als beiproeid is: ofte van ardaloö, dat is, ik befmette; om dat hy met dezelven als befmet is. Hy wordt ook Leopardus genoemd, en ook Pardalis ; hoewel lömmigen het Mannetje Pardalus, enhetwyfje Pardalis noemen: fommigen noemen het Mannetje ook met den naam van Pardus. Hy wordt ook Panthera (dat is Aldier,) genoemd; ofte om dat hy alle wilde Dieren in 't jaagen vangt; ofte omdat hy merde wreedheid van alle andere Dieren begaafd is ; en ook getemd zynde, zyne wreedheid niet vergeet; ofte omdat hy met de Verwe van allerlye wilde Die* ren gevlekt is. Hy wordt ook Thronon genoemd, om dat hy verfcheidenlyk gekleurd is. Zyn aangezigt is klein, de mond groot, de oogen zyn klein, witachtig en beweeglyk: het voorhoofdt is lang, de ooren meer rond als plat; dj hals is heel lang en dun, de borfl m:t kleine ribben voorzien, de rug lang, de A S bil-

18 tó B E S C H R Y V I N G billen en dyen vleezig. De deelen omtrent den buik en de heupen meer plat, dat is niet uitfteekende, nochte hol. De kleur is veelerly, het geheele lyf is ongeleed, en niet evenredig. Wottonus zeidt, dat hy vier fpeenen midden aan den Buik heeft; vyf klaauwen aan de voorfte voeten, en vier aan de achter- He, zeidt Gillius. Hy doet 'er by, dat de oogen van dit Dier in het donker vuuriger zyn, als van andere Dieren, en in de Zonne verdooven. De huid is met goudgeel op 't donker, en met zwart op wit gefprenkeld, gelyk Oppianus fchryft. Daarom zeidt Solinus, dat 'er veele Panthers in Hirkania waren, met kleine ronde plekken verfierd, zoo dat de rug met ronde kringen, als Oogen, uit den geele, blaauw en wit geteekend was. Plinius heeftze korte ronde op wit genoemd. Of hy een plek, als een waffende Maan, en die haare hoorens op dezelfde wyze kromt, op defchoften heeft; is bezwaarlyk te zeggen. Wat aangaat de inwendige deelen; hy heeft een gevlamde tong, fcherpe tanden en nagels; een hart, ten aanzien van andere Dieren van zyne grootte, ook groot; weinig vet, omdat het door de groote hitte verteerd wordt; en vafte beenderen. In Europa worden 'er geene gevonden, ia Africa niet weinigen; waar veele wilde Dieren, wegens gebrek van water, aan weinige Rivieren byeenkomcn om te drinken : waar van

19 D E K DIEREN. -li van daan 't is, dat aldaar zoo veele gedrochtelyke en vermengde genachten, voortkomen: want ofte de luft, of 't geweld vermengt verfcheidene Mannetjes met allerly geflacht van Wyfjes; waarom 't ook een gemeen fpreekwoord was in Griekenland; dat Africa altyd wat nieuws voortbrengt. Zy worden ook in Afia gevonden; Pamphilia heeft'er ook wel, gelyk Philoftratus verhaalt: ook het Landfchap Comeri, en het Ryk van Bengalen; zoo als Ferdinandus Lopez heeft nagelaaten. Datze op den Berg Caucafus zyn, om datze vermaak in welriekende kruiden hebben, fchryven fommigen. Op den Berg Hermon, die van de Amoriten Sanir genoemd wordt, zyn 'er niet weinigen; gelyk uit het Hooglied van Salomon te oordeelen is. De Pardel eet vleefch, voornaamelyk van Honden, en Lammeren, als hy hongerig is; en hy onthoudt zich niet van de Aapen, die hy met eenen geveinsden dood bedriegt; gelyk Mlianus verhaalt,en hier voor uithem,in 'twerk van Plinius zelve Cap. XXII: pag breder befchreven is. Datze door den reuk verlokt van zelve by hem komen, verhaalt Plutarchus. Dat hy de Menfchen aanvalt, heeft zeker Schryver van de Ooft-Indifche Gefcbiedenis fen nagelaaten, welken Ambrofius zeidt, den Tyger met den Panther te verwarren. Hy verfaamelt dikwils met de Leeuwin, cn ook 'fomtyds met de Honden; ook wel met den

20 12 B E S C H R Y V I N G den Wolf. Datze veele Jongen op eenmaal werpen, is uit de veelheid haarer fpeenen te befluiten. Dat de Jongen hunnen geboorte tyd verhaaften, en door ongeduld den buik van de Moeder opfcheuren, is de beuzeling van lfidorus. Van hunnen afkeer en toegenegenheid heeft men dit volgende aangemerkt: datze, naar't zeggen van fommigen, den Menfch zoo zeer haaten, datze voor een doodshoofdt van een Menfch wech vlugten: zoo anderen zeggen haat hy alleen het menfchelyk aangezigt; 't welk met het voorbeeld van den Beeftenhoeder des Konings van Vrankryk, die hem op de Jagt gezonden hebbende, niet als ruglings konde wederom leiden, by Gefnerus beveftigd wordt. Diergelyken afkeer heeft hy van den Haan, de Slangen, en den look: daarom zeidt Plinius, dat die met haanen fop beftreeken zyn, van den Panther niet aangeraakt worden; dat die met een Panther-vel bekleed is, van de Slangen niet befchadigd wordt, zeggen anderen; Calius, dat de Panthers de muuren, met look beftreken, niet aanroeren. Met de Hyena komt hy zoo kwaalyk overeen, zoo wy Plinius geloven, dat beider vellen regt over malkanderen gehangen zynde, dat van den Panther zyne haairen verlieze. Datze in Armenië over 't gebergte dwaalende,, naa den ftorax loopen, wanneer de wind van dat deel van den Boom, waar de Gom uit druipt, hun den

21 DER DIEREN.. 13 den reuk toedryft, hebben wy uit Philoftratus. De ftem van den Panther is brullen; 't welk de Latynen rugirï, de Grieken brucbeflai en Spartianus,riclare genoemd hebben. Hy gaat met de nagels als in eene fchede opgeflooten en. achterwaards gekromd, en fteekt die niet uit, dan in 't aanvatten. In reuk gaat hy alle andere Dieren te boven, uitgenomen de Civetkat, en de Muskusgeit: daar door lokt hy alle andere Dieren tot zich; 't zy altyd, ofte alleen door ouderdom verzwakt zynde; en aangelokt zynde wordenze hem tot eenen roof. En wy behoeven met Albertus niet te twyfelen, datze door den reuk aangelokt worden; want de katten hebben ook vermaak in haar kattenkruid, en wy zien, dat de Honden dikwils, door den reuk, van 't vervolgen der wilde Dieren afgewendt worden. Tot hunnen aart en verftand behoort, datze met eenige ziekten bevangen wordende, (want zy worden fomtyds dol) ofte van 't kruid Pardalianches.gegeeten hebbende, tot het bloed van wilde Geiten, ofte menfehsndrek hunne toevlugt neemen ; datze hunne Jongen altyd voorgaan, en tot den dood toe befchermen; dat de Wyfjes na heur werpen voor 't hol zitten; dat de Mannetjes haar voedfel verzorgen, en datze getemd zynde, byna nimmer hunne wreedheid afleggen. Droevig is 't geen Gefnerus verhaalt, dat na den dood van

22 U B E S C H R Y V I N G van Francois, Koning van Vrankryk, twee Luipards, Mannetje en Wyfje, uit hun kot gebroken zynde, veele Menfchen, omtrent Orleans, wreedelyk verfcheurd hebben; en dat 'er doode lichaamen van Vrouwen gevonden zyn, die zy alleen de borften hadden afgegeeten. De merkwaardige gebeurtenis, welke de Wysgeer Demetrius verhaalt, van een Panther-Dier is hier voor in 't werk van Plinius zelve aangeteekend, in 't XVII. Cap pag gelyk ook 't geene JElianus vertelt van eenen Bok, die met een' Panther was opgevoed. Zy hebben ook hun gebruik in de fpyze gehad by de wilde Dieren-Eeters, die zich tuffchen den Caucafus, en de Rivier Cophena onthouden ; gelyk Philoftratus verhaalt. De grooten zyn ook nog eetbaar in Indien; zy wierden eertyds tweemaal gekookt, om beter voor de maag te zyn; zy hebben ook eenig gebruik in de Geneeskunft. De huid gebruikten de oude Grieken voor kleederen; en dat doen nog heden de Mooren; en de ietbiopiers gebruiken die, als een wapen, om rheê te vechten. Eertyds wierden die beeften zelfs te Rome in de Schouwfpelen gehragt; 't welk door wien gefchied zy en wanneer, hier voor in 't werk van Plinius is aangeteekend, p Sommigen ftellen driederly onderfcbeid van Pardels; den Panther, den Pardel, en den Luipard: anderen vier; den Panther, den Par-

23 D E R D I E R E N. Pardel, den Luipard zonder maanen, die uit eenen Pardel en eene Leeuwin geteeld is, en den gevlekten Luipard, die uit een Leeuw en 't Wyfje van den Panther voortgekomen is; zoo als dit by Plinius gelezen wordt. Thans noemt men in al dat foort, dat in Africa en Syrien is, de gevlekten ook Pardels, dat eigentlyk de Mannetjes zyn. Sommigen onderscheiden de Panthers van deeze allen, door derzelver witheid; en is my tot nog toe ook geen ander onderfcheid voorgekomen. Hier toe behoort mogelyk ook dat Dier, 't welk de Spanjaards Dafypo de Pinuu, en de Indiaanen Thocotochtli noemen. Het is zoo groot als een Jagthond, langwerpig, laag, en dik van lyf, met kleine ooren, een Katten of Leeuwenmuil, en aangezigt, levendige oogen met roode kringen, dikke beenen en kromme nagels, met donker haair op den rug, en wit omtrent den buik; het overige lyf is asgraauw, overal met zwarte plekken gefprenkeld, met een korten fnuit, eene ruwetonge, fyn van Hem, en ongelooflyk fnel. Het leeft op de bergen van Tetrokokan, en jaagt op de Herten en andere Dieren van die grootte, en ook fomtyds op de Menfchen. Zyne tong is zoo vergiftig, dat hy de oogen van zynen roof likkende, ofte aanroerende, den zeiven ter- Hond blind maakt. De lichaamen van zynen roof bedekt hy met kruid, gras, hooi, enz* daar aa op de hoogfte boomen klimmende begint 1 "

24 26' B E S C H R Y V I N G gint hy te huilen; dan komen de. omliggende wilde Dieren, door eene verborgene leeringe Van de Natuur kennis hebbende van deeze noodiginge, terftond tot deeze maaltyd aanloopen, en worden met dien roof, die zy uit zyne teekenen kennen en weeten te vinden, verzadigd. Daarna klimt de Thocotochtli af, op dat de anderen onbefchadigd mogen gevoed worden; want als by eerft at, zouden de anderen, die 'er van aten, om den hals raaken, hy alles met zyne tonge bedorven en vergiftigd hebbende. Met zulk eene beleefdheid oefent hy de liefde, en met zulk eene voorzigtigheid zorgt hy voor de behoudenis van anderen. Dit wilde Dier befchaamt veele Menfchen ; want daar is niemand, of hy kan anderen voordeelig zyn, als hy wil; en de weldaad is niet zoo zeer in vermogen en rykdommen, als wel in den wil en de genegenheid gelegen. Veele ryken zyn onnut; maar ach! ofzyook niet fchadelyk waren: doch niemand is goedwillig of hy is ook weldaadig. VAN DEN T Y G E R. Naardien de Tyger, die veele overeenkomfl en gelykheid heeft met den Panther, hier voor in 't We?k van Plinius zelve ook afgebeeld is, in 'E XVIII. Cap. pag en aldaar maar weinig 'er van gemeld; zoo zal ik zyne Befchryvi "enige byzonderhcden van.dit zoo wreed

25 DER D I E R E N. 17 wreed en verflindend Dier, alhier ïaaten volgen. Wat zyn Naam betreft, dien wordt hy geoordeeld van de Perfen, om zyne fnclheid verkregen te hebben; want die noemen eenen pyl, die zeer fnel uit den Booge vliegt, Jigris. Varro heeft hem in 't mannclyk gcflacht genoemd; Plinius in 't vrouwelyke: ook vindt men in 't meervouwd Tigrides. Eenigen meenen dat hy zoo groot is, als een Haazewind-hond ; Noarchus, als een Paerd. 'Er is een huid gezien van meer dan vyf voeten lang. Hy heeft glinfterende oogen, als vuur, en eenen korten hals, gelyk die beeften doorgaans hebben, die hunnen hals niet naa de aarde buigen om te weiden; alzoo zy niet van gras en kruiden, maar van vleefch leven. Hy heeft kromme nagels, fcherpe tanden, en veelklovige voeten. Zy zyn in groote meenigte in 't Ooften en naar 't Zuiden toe, te weeten; in Indien, tulfehen de Rivieren den Ganges en Hipafus, op den berg Caucafus, by de Befingers, nabuuren van de Peninulers; zoo dat 'er ten onrechte van de Dichters gezegd Wordt, datze alleen by de Hyrkani'ers zyn. Zy worden ook in Java gevonden; al- Waar, uit vreeze voor de Tygers, te minder Gom Benjuin vergaaderd wordt: zy zyn ook in Bengalen en in Perü: datze in Taprobané het langer licht genieten, wordt ook van fommigen verhaald. Zy verflinden allerlye D:c- B ren;

26 i8 B E S C - H R Y V I N G ren; zy overmeefteren dikwils de Oliphanten, en fleepen de Muilezels by de pooten wech; zy verlcheuren Oflen, Schaapen, Honden, enz. nochte onthouden zich van de Menfchen; zy ecten voornaamelyk Bokken-vleefch. Zy v/orden door zulk eene vreetluft gedreven, datze het bloed van één Dier ziende, de geheele kudde trachten te verflinden, gelyk by Statius te leezen is. Zy verfaamclen van achteren, en werpen meer als een Jong teffens: zy verfaarhelen ook niet alleen onder malkanderen, maar ook, met de Honden: de wyze daar van verhaalt Ariftoteles (Hift. Anim. Lib. 8.Cap. 74.); de Honden zeidt hy, worden op eenzaame plaatfen vaftgebonden, waar de Tygers voorby komen, en, ten zy de Tyger geil wordt, zoo worden zy verfcheurd; maar als de Tyger begeerig is om te verfaamelen, wordt hy zagtmoedig; het welk Plinius, gelyk het by JKhamis ftaat, aldus verhaalt: De Indiaanen willen, dat de Honden uit Tygers ontvangen worden; en daarom binden zy de Teeven, ten tyde der teeling in de Boffchen. De eerfte en tweede vrugt houden zy al te wreed, en voeden maar alleen de derde. Datze in Weft-Indien de Spanjaards niet befchadigen, maar de Jndiaanen aanvallen; datze in 't Eyland Bamba de blanke Menfchen niet, maar wel de zwarten overvallen; ja datze een' blanken met een' zwarten, by malkander flaapende, den zwar-

27 DER DIEREN. i zwarten mede neemen, en den blanken niet aanraaken, verhaalt Linfcbooten. Of zulks tot eenige toegenegenheid moet gebragt worden, is twyfelachtig;maar datze de Oliphanten ziende zeer vergrimmen ; datze met den drek van Buffels verdreven worden; dat ze door 't geluid van een Trommel byna dul worden, en zich zeiven wonden, wordt onder de voorbeelden van afkeer gefield. Hunne Hem wordt eigentlyk door brullen uitgebeeld. Datze vergramd zynde grynen, zeidt Oppianus. Dat hy van groote en vreeslyke fnelheid is, voornaamelyk, als, hem zyne Jongen ontroofd worden, is vaftelyk by de Ouden geloofd : hoe dit gefchiedt, en men daartoe fnelle Paerden gebruikt, is hier voor in 't Werk zelve uit Plinius aangeteekend. (Plin. L. 8. Cap. 8.^ Doch de laatere Schryvers, en onder deezen Bontim, (de Medicina Indor. pag. 13.) ftelt dat onder de dwaalingen, 't geen van hunne fnelheid gezegd wordt; dewyl dit Dier traag van gang is, en naauwlyks een.menfch (veel min andere wilde Dieren) met loopen inhaalt: hierom is't, dat de wilde Zwynen, de wilde Stieren, en Herten, die dit Dier heel fchielyk ruiken, zyne klaauwen met den loop ligtelyk ontfnappen. Daarom verfchuilen zy zich onder de ruigte en 't riet omtrent de Rivieren, Waar andere wilde Dieren komen, om te drinken; en fpringen dan met eenen fcbuineri B % fprongy

28 ao B E S C H R Y V I N G fprong, een van die op 't lyf, niet anders als de Katten op de muizen en rotten doen. Alzoo vallen zy ook op den Menfch aan uit hunne hmderlaagen, en zoo hy ('t geen dikwils gebeurt) door grcote vuurigheid mift, wykt hy al brullende met een traagen gang van hem wech. Als hy ook verneemt, dat hy van den Menfch ontdekt is, gaat hy door, enz. dit fchryft Bontius. Voorts heeft dit Dier zyne Jongen zeer lief; daarom brengt hy ze, als hy een Menfch ziet, terftond in fchuilhoeken; en hen verborgen hebbende, valt hy wreedelyk aan op 't geen hem ontmoet, en met razernye bevangen zynde fterft hy van woede. Doch, al-* hoewel hy van eene ontembaare wreedheid is, echter laat hy zich fomtyds met zweepen flaan: en Ovidius zeidt, dat de gehoorzaamheid de Tygers tam maakt: en by Seneca leeft meny dat een Tyger van zynen Opziender werdt gekuft. 'Er zyn ook voorbeelden van zagtmoedigen: Auguftus heeft, onder 't Burgermeefterfchap van Tubcro en Fabius, in de maand van Mey, by 't toeeigenen van den Schouwburg van Marcellus, aïlereerft eenen Tyger vertoond, die in een hok tam gemaakt was; maar Claudius vier gelyk: onder Gordia^ rmszyn 'er te Rome tien, in de Zegepraal van Aurelius, vier gezien: Heliogabalus heeft ze voor den Wagen gefpannen. Nogthans leg. gen-

29 DER DIEREN. 21 genze hunne wreedheid nooit geheel af: zy gehoorzaamen, maar fomtyds barft hunne wreedheid, als men 't minft verwacht, weder uit. Abdiiis Babylonius verhaalt, en 't is ook anders bekend, datze door de Stad, om te laaten zien, geleid zynde, met bellen behangen worden, opdat de Toezienders zich voor «en onverwagt geval zouden hoeden. Zy worden meenigmaal niet genoeg met kectenen verzekerd ; zoo dat het noodig is, hen met het Sap van Mandragora, ofte Opium, loom en flaaperig te maaken, op dat zy, door de Stad geleid wordende, niet befchadigen. Dat de Indiaanen de achterfte deelen in fpyze gebruikt hebben en van de voorften, als der Zonne toegewyd, en die men zeidt, datze tegen de Zonne opheften, zich onthielden, fchryft Phüoftratus. En Linfcbooten verhaalt, dat die van Congo hen geheel opeeten, behalven de knevels; om datze daar door eenen raazenden dood fterven; en dat daarom door de Vorften verboden is, hen zonder huid te verkoopen. De Spanjaard Lcdijïnz heeft hen niet erger als offenvlecfch gevonden. De Inwoonders van Cerebari maaken kranfen van hunne klaauwen, en daar door meenenze te kloekmoediger te worden. Van de Soorten der Tygers komtnaauwlyks iets voor by de Ouden; maar Paufanias verhaalt uit Ktefias, dat 'er by de Indiaanen een B 3 Dier

30 22 B E S C H R Y V I N G Dier is, Mantikora genoemd, dat in beide de kaaken drie ryen tanden en uitfchietende angels in den ftaert heeft,- en dat meenen fommigen, dat de Tyger is; doch uit de Afbeelding en befchryving van 'tzelve, in de eerfte plaat, hier voor opgegeeven, blykt klaar genoeg, dat dit Dier zeer veel van den Tyger verfchilt. Sirabo heeft ook uit Megafienes nagelaaten, dat de Tygers, by de Prafiers, Dieren zyn byna eens zoo groot, als een Leeuw; doch wie zal geloven, dat dit van den Tyger moet verftaan worden? By de laatere Schryvers komt evenwel eenige verfcheidenheid voor, ten aanzien van hunne grootte, wreedheid, en gedaante. De gemeene zeidt Nieremberg, is grooter als de onzen; deezen is nog een andere gelyk, welke omdat hy kleiner is, by de Indiaanen Flaco-Ocelotl, dat is kleine Tyger genoemd wordt, en met donkere en zwarte plekken geteekend is, maar niet met bleeke en witte, gelyk de andere gemeenen. De Peruaanen noemen den Tyger Ururunht> naar de meening'van Garcüafus. Zy zyn daar wreeder dan de Leeuwen; zy zoeken vuurig naar de Indiaanen, ja tot in de hutten en huizen; en indien zy de deuren niet vaft geflooten vinden, komen zy daar heimelyk binnen, en vatten den een öf anderen Indiaan, en fleepen hem wech, niet anders als een Kat de

31 DER D I E R E N. 23 de muis: de Boomen zelfs zyn voor hun gee- Tie veilige toevlugt; want de Tygers klimmen : er op, werpen den Vlugter van boven af, en verfcheuren hem. In den tocht van Fedreman heeft één Tyger, een Rot Soldaaten aandoende, in 't midden van hun allen een' Spanjaard en drie Indiaanen verflonden, en is zelfs on- befchadigd ontkomen. Niet te min wordt de g-oote wreedheid ook gebroken, als hy met een ftok omtrent de nieren geflagen wordt. Geen Dier werdt voorheen meer gevreeft van de Indiaanen, dan de Tyger, en zelfs wierdt hy van hun aangebeden ; doch na het invoeren van Godts H. Woord, heeft dit Heidendom de vrees en eerbiedigheid voor den Tyger afgelegd. Hunne nagels zyn vergiftig, en de wonden, daar door gemaakt, worden nooit geneezen; hy wordt met ftrikken en elders met vallen gevangen. In Bengalen is hy allerwreedft en hardnekkigft; en vervolgt het Schip zynes beleedigers wel dertig mylen langs het ftrand. Hy is ook allen Menfchen en Dieren even bars. Maar de Natuur is zodanig een verderf, als hy zoude aanrichten, eenigzins voorgekomen; want hem vergezelfchapt altyd een ander klein Dier, dat hem, door geduurig blaffen, ontdekt, op welk geluid de andere Dieren ofte wederkeeren, ofte zich verfchuilen; nrar de Menfchen vlugten. b B 4 De

32 B E S C H R Y V I N G De Tygers zyn heel graag naa Menfchen vleefch, en nog 't meeft naa dat der Mooren, welker Schepen zy ziende, wel twintig mylen ver langs ftrand vervolgen; om iemand, die te lande kwam, te verfcheuren: 's nachts fpringen zy in de fchepen, om de fcheepsluiden onvoorziens te overvallen. Een gedenkwaardig voorbeeld hier van verhaalt Jonfton, dat gebeurd is, als ons volk (zegt^hy, verftaa d; Engelfchen) in Bengalen was. Als een zeker Moorfche Slaaf droomde, dat hy van een Tjj. ger wech gevoerd wierdt, heeft hy zich dei volgenden nacht onder de voorfteven van 't Schip verborgen. Hierom van zynen Heer naa de oorzaak gevraagd zynde, verhaalt ly zynen droom, wiens waarheid de uitkomft van den volgenden nacht beveiligd heeft; want als zy alle fliepen, heeft een Tyger, alle de anderen, die, meer als dertig flerk, in 'tschip lagen, onaangeroerd laatende, den Moor, die onder de voorfteven lag, by 't lyf gekregen en wech gefleept. Gelukkiger was 't geval vaa eenen anderen, die door Godts Voorzienigheid bewaard wierdt. Dees niet verre van 't ftrand in 't Schip zynde, werdt van achteren te lande van een Tyger, en van vooren te water van een Krokodil aangevallen; maar wat gebeurt 'er? een wonderlyk geval voorwaar; de Tyger fprong, door zyne groote fnelheid n vuurigheid, om zynen Vyand den roof te ont-

33 PER D I E R E N. 25 ontweldigen, over den Man heen, viel op 't boord van 't Schip, en voorts in de kaaken van den Krokodil; en alzoo is de Moor het gevaar ontkomen. Het is niet te zeggen, hoe zeer die van Bengalen den Tyger vreezen, en noemen hem daarom met verfcheiden naamen; vreezende, indienze hem altyd met zyn' eigen naam noemden, datze terftond zouden verfcheurd worden. In Brafiel zyn zy van groote kragten, en hongerig zynde, zeer fnel; maar verzaad, worden ze gezegd zoo lui en loom te zyn, datze van de Jagthonden op de vlugt gedreven worden. Zy eeten niet alleen Menfchen; maar in Nieuw Spanje klimmen zy op de boomen aan den oever der Rivieren, en loeren van daar op de Krokodillen; welken zy onvoorziens befpringen en ombrengen. Het Indiaanfche Darien, is eertyds niet minder van eenen Tyger befchadigd, als v/el eer Nemea van den' wreeden Leeuw, en Kaladonia van 't roofachtig wilde Zwyn; gelyk Petrus Martyr verhaalt: Want, zeidt hy, daar is in een half Jaar niet één nacht vry geweeft, ofte hy heeft een' Koe, of Paerd, een hond ofte varken, in zyne buurt wechgehaald; zoo dat\de Kudden daar door verminderden; ja men zeidt, dat niemand geruft buiten zyn huis dorft gaan, voornaamelyk als de Tyger jongen hadt; want dan viel hy ook, door den honger van zyne Jongen geperft, op de B 5 Men-

34 26 B E S C H K Y V I N G Menfchen aan, indien hy die eer ontmoette, dan een ander Dier. Door den nood is ten laatften de Kunft gevotnden, om ftraf van zoo veel bloeds te zoeken; Want de engten van de wegen, waar door hy 's nachts uit zyne fchuilhoekcn, om te rooven, heen kwam, doorfnuffe'd zynde, hebben de Indiaanen daar kuilen gegraven, en, vqn boven met aarde ligtelyk toegedekt, dat b?drog alzoo verborgen. Hy des nachts onvoorziens aankomende (want het was een Mannetje) viel in den kuil, en bleef op de fcherpe paaien, die onderin den kuil ftonden, hangen; en is alzoo met groote fteenen dood geworpen. De pylen, die van boven op hem gefchooten wierden, febeurde hy in duizend mikken; zoo dat hy reeds half dood en byna bloedeloos de toezienders nog met fchrik vervulde; wat zoude hy,los en gezond zynde in zyne kragt, niet gedaan hebben? Een zeker Spanjaard, Jehannes Ledefinci) de vriend van Vafchus en medehelper in zynen arbeid, bekende; dat hy van dien Tyger gegeeten hadt, en het vleefch niet erger vondt, als dat van een Os. Als het Mannetje gedood was, hebbenze zyne voedftappen op de bergen na gefpeurd, en in zyn hol of neft gekomen zynde, terwyl de Moer daar niet in was, hebbenze twee van haare zuigende Jongen mede genomen; doch daar na van meening veranderende, hebbenze die,

35 D ER DIEREN. 27 die, om groot geworden zynde naa Spanje te zenden, een yzeren keeten om den hals geworpen, en weder naar 't hol van de Moer gebragt. In 't vervolg weder aan den kuil komende, en de Jongen niet vindende, meenden zy, datze van de Moer uit dulheid verfcheurd, en wech gedragen waren, op dat niemand dezelven?oude wechneemen; want zy zeiden, datze niet levende van den keeten konden los gemaakt worden. De huid van den gedoodden is, met kruid en ftoppelcn gevuld, naa Spanjola aan den Overften en de Grooten gezonden. Zie breder hier van by den zeiven Nieremberg, en Markgraaf, Boek VI: Cap. 10. Tygers en Luiparden of Panthers worden ook aan de Kaap der goede Hoope gevonden, waar van ik een kort, doch merkwaardig bericht, uit Kolbe, hier nog zal by voegen. De Tyger, zegt hy, is veel grooter, en heeft fraaijer, ronder en geflootener vlekken, die donker bruin en in 't midden eenigzins geelhaairig zyn, dan eea Luipard of Panther ; wiens vlekken niet gefloten zyn, en de gedaante van een hoefyzer hebben. Anderszins zyn die beide Dieren malkanderen genoegzaam volkomen gelyk, en geeven eikanderen niets toe in lift en bloeddorftigheid. Hun vleefch is ongemeen malfch, aangenaam blank en gezond; zoo goed als 't befte Kalfsvlccfch, of nog

36 28 B E S C H R Y V I N G nog ;*ong zynde, als een hoen, doch wild van fmaak. Aan de Kaap zynze vry kleinder, dan in Bengale en in Amerika. De Paerden zyn, op hunnen reuk, als dol van angft; zy zullen dan naar geenen toom meer luifteren; gragten, heggen, noch fteiltens ontzien, om hun te ontkomen. Kaibe hadt dit zelfs ondervonden. Die Roofdieren zyn ongemeene Vyanden van den Menfch en van de Schaapen. Zy zullen geenen roof eeten, dien zy zelf niet gedood hebben. Dus is 't vrugteloos, hen met eenig aas te willen verftrikken. H. Bouwman, aanzienlyk Burger der Kaap, een fterk en ruftig Man, wierdt op ryze van eenen Tyger befprongen, die de Maauwen op zyn hoofdt floeg, en met den 'Muil naa zynen hals rykte, om hem 't bloed af te zuigen ; doch hy, fchoon doodelyk ontfteld, hieldt het Dier beet, zonder te weeten, wat het was ; viel worfteiende met het zelve ter Aarde, waar tegen hy deszelfs kop drukte; nam fluks zyn mes uit den zak, en fneedt het de keel af. Evenwel was hy zoo geteifterd, dat hy lang werk hadt, om geneezen te worden, en 't verlies van zyn bloed te herftellen. In braken twee Luiparden in een Schaapenhok, verwurgden zoo voort 80 of 90. Schaapen, zoogen 'er het bloed uit, en gingen elk, benevens hunne drie Jongen, met een dood Schaap afdrui-

37 DER D I E R E N. &9 druipen. De Slaaven des Eigenaars, maakten voort jagt cp hen, en fchootenze alle dood, behalven 't Mannetje, dat het alleen ontkwam. PLAAT

38 3o B E S C H R Y V I N G PLAAT III. Nom, 5. en 6*. Van de Hyena. DE Hyena wordt met recht betrokken tot het algemeene geflacht, welk de Wolven, Honden, Voffen, en diergelyke Dieren bevat. Het geflacht der Hyenen is veelerly; want volgens Herodotus in zyn IV. Boek, komt uit de Hyena en den Wolf de Thoës voort: naardien zy dan met de Wolven veréenigd worden, zoo moet 'er eenige overeenkomft van natuure zyn. De Hyena wordt van fommigen niet ongevoeglyk onderfcheiden in welruikende en nietwelruikendë: de welruikende Hyena is of de Oofterfche en Arabifche, ofte Welterfche en Americaanfche. De nietwelruikendë was de Hyena der Ouden, die mogelyk tweederly is; want in de Hyena van Busbekhis onibreeken veele teekenen van die der Ouden, en dezelve kan tot de Arabifche Bofchwolf gebragt worden. Van de Welruikende Hyena, die men voor de Civetkat houdt, en welke meer bekend is, zal ik thans niet fpreeken ; maar my bepaalen tot de eigentlyk gezegde Hyena der Ouden, van welke hier voor in 't Werk zelve van Plinius Cap.XXX. p reeds eenige byzonderheden zyn aangeteekend, doch het Dier zelve daar niet

39

40

41 DER D I E R E N. 3- niet befchreeven en eenige ongegronde dingen daar van gezegd zynde, zal ik het een en ander hier wat naader trachten op te helderen. De Hyena dan- der Ouden wordt, volgens Ariftoteles, befchrevth als een Dier den Wolf van verwe gelyk, en met een vlok ofte maan over den geheelen rüg voorzien :Hy heeft ook de grootte van den Wolf en is, op dezelve wyze, ruig; maar 't lyf is met zwarte plekken befproeid, en onder de oogen ftaan twee plekken : de voeten zyn met zwarte haairen bedekt, de beenen gevlekt, de ftaert is langwerpig, opwaards zwart, en onder met witte plekken bezaaid. Dat dit Dier beider kunne zoude deelachtig zyn, en 't eene Jaar Vrouwelyk, doch 't andere Mannelyk wezen, is van Plinius gezegd, en in 't algemeen geloofd; doch Ariftoteles fchryft, dat het zottelyk en met eene groote dwaalinge gezeid wordt, dat de Hyena een dubbeld teellid van beider kunne heeft. Arift. Lib. III. Cap. 6. de Generatione: en Lib. VI. Hifi. Anim. Cap, 32. zegt hy dat het verdicht is; maar dat de Hyena een mannelyk lid heeft, even als de Wolf of de Hond: doch dat het geene vrouwelyk aan hem fchynt, onder den ftaert gelegen is,' en wel een vrouwelyk teellid gelykt, maar zonder doorgang is; en waar' onder de doorgang van den drek ftaaf. Ook heeft het Wyfje dat mede, zoo wel als het Mannetje, behal-

42 32 B E S C H R Y V I N G halven haar eigentlyk vrouwelyk teellid: en ook onder den ftaert zonder doorgang, waar onder insgelyks de doorgang van den drek Haat; onder welken het rechte vrouwelyk teellid gelegen is. Ook heeft het Wyfje haare lyfmoeder even eens als alle andere Dieren. Verder fchryft hy, dat de Hyena, zowel het Mannetje, als 't Wyfje een kloof heeft, het vrouwelyke teellid gelykende; welk teeken, hoewel het beiden gemeen is, nogthans meer in de Mannetjes gezien wordt, om dat zy meer als de Wyfjes gevangen worden; en, voegt Ariftoteles 'er by, die hen niet naauwkeurig beziet, vervalt tot het gezegde valfche gevoelen. Inderdaad is hier uit ligtelyk op te maaken * dat de Ouden door dien fchyn bedrogen, zeer gemakkelyk tot dat verkeerd gevoelen hebben kunnen overhellen; naar dien zy zelden of nooit een Wyfje vangende, aan 't Mannetje zulk eene kloof befpeurden, die heel zeer naar 't vrouwelyk lid geleek; en zonder te onderzoeken, of het eenen doorgang hadt, dien voor vaft Hellende, hebbenze geoordeelt, dat het Dier beide geflachten hadde. De verfchillen der Geleerden, of de Civetkat de Hyena der Ouden zy, zal ik hier niet aanroeren; maar alleen nog laaten volgen het geene laatere Schryvers over den Hand dier kloove, van welke Ariftoteles fpreekt, uit de over-

43 D Ë R D I E R E N. 33 ï&vereenkornft met de Civetkat, hebben aangemerkt, te weeten: da: de woorden van Ariftoteles, in dien dn genomen (als of hy de ondoorgangkelyke kloove onmiddelyk onder den ftaert 5 den uitgang van den drek daar onder, en dus in 't midden; en onder den zeiven het rechte vrouwelyk lid geplaatft hadt) een ónmogelyk en öngerymd ding fchyhen te verdichten ; dewyl alle geftaerte Dieren den drekv/eg onmiddelyk onder den ftaert hebben; waarom Ariftoteles, of door kwaalyk aanbrengen bedrogen, of van anderen kwaalyk verflaag is; zoo dat hy zeidt, dat 'er onder den ftaert wel eene valfche lyfmoeder is, maar niet onmiddelyk; ofte dat de drekweg onder den ftaert is, en het vvaare teellid aan de overzyde, en 't ander iri 't midden: en dit is ook gevoegiyk met de reden eri den ftand, dien wy zien, dat van de Natuur, in de Civetkat, is onderhouden; maar dier. anderen ftand heeft men in geen ander Dier, ja in geen Wanfchepfels tot hier toe gezien. Derhalven moeten de woorden van Ariftoteles niet zoo eng genomen worden, maar overeënkomftig met dë reden en de ondervindinge. Busbekius, die zeidt dat hy de rechte Hydna der Ouden gezien heeft, zoude welgedaan hebben, indien hy de gedaante en ftand van die kloove verklaard hadt. Ondertu.Tchen zeggen wy, dat de Hyena zyne valfche lyf- C moe-

44 34 B E S C H R Y V I N G moeder niet wel anders hebben kan, dan ifl dien ftand, welke in de Civetkat gezien wordt, en in haare natuurlyke grootte, byna zodanig in 't achterover liggend Dier is, in welke de Civet verfaameld, en met kleine lepeltjes, daaruit gehaald wordt. Eindelyk voeg ik hier nog by de Befchryving der Hyena van Busbekius. Dees Schryver zegt twee Hyena's te Conftantinopolen gezien te hebben, en befchryft dit Dier wat laager als een Wolf, maar niet korter; dat hy een Wolfshuid heeft, maar barfer en grover van haair, en met zwarte plekken gefprenkeld; dat het hoofdt, 't welk heel groot is, zonder wervels aan den ruggraat is vaft gehecht; zoo dat hy in 't omkyken noodzaakelyk het gcheele lichaam moete omdraaijen; dat 'er veelcn in Galatia zyn; datze dikwlls de graven der doode Menfchen opkrabben, en de beenderen voor hunne holen vergaaderen, zoo van Menfchen als van andere Beeften; en dat de Hyena daarom h'gtelyk gevonden wordt; naamelyk uit het gezigt van den hoop beenderen voor hun hol. Voorts zeidt Job. Leo in zyne Befchryving van Africa, dat hy de gedaante van een' Wolf heeft, en handen, die van een Menfch gelyk; dat hy graag doode lichaamen, en voornaamelyk van Menfchen, eete; welken hy uit de graven opkrabt; dat het geen loos Dier is, en met zang

45 DER D I E R E N. 35 zang en trommelgeluid zeer vermaakt wordt s en dat de Jaagers hem, terwyl hy van den zang opgetoogen en verlokt is, een touw aan de beenen werpen, en alzoo uit zyn hol rukken en dooden. C 2 PLAAÏ

46 36 B E S C H R Y V I N G J PLAAT IV. Nom. 7. Van de Meerkat Sagovin. DE Meerkatten worden in verfcheidënê foorten verdeeld. Onder die is ook een foort, die men Leeuw-geiykende noemt; ert deezen zyn wederom twcederly; de eerften zyn die, welke by de Brafiliaanen Kagui, by die van Congo,, Pongi genoemd, en in grcote en kleine onderfchsiden worden: De andere wordt Sagopin genoemd; en deeze is 't, die hier ftaat afgebeeld, en ik nu naader befchryven zaf. Hy is van gedaante, ten aanzien van den hals, muil, en 't voorfte van 't lyf 3 als een Leeuw;- maar zcc teer, dar hy 't bev/eegen van de Schepen in Zee niet kan verdragen : En daarenboven^ zoo hovaardig, dat hy, om de minfte oorzaak, zich liever wil uithongeren, dan de minlte^moeijelykheden uitftaan. Die Niercmberg gezien en befchreven heeft, en van Rcderik Lincius overgebragt is, was kleiner als de Eekhoorn, en zoo teer, dat hy in een bonte lap moefte bewaard worden. De muil en 't voorfte deel van 't hoofdt was als een Leeuw, donker van kleur, met een weinig rood vermengd. De ooren Waren ruig met witte lokken, waar onder ook een roode kleur liep. De krop en borft waren

47

48

49 DER D I E R E N. 3/ ren ook met lange vlokken, ten deele donker, ten deele wit, bedekt. De overige haairen over 't lyf verfpreid waren wit en zwart, en met ftreepen, van den rug naa den buik loopends, beurtelings verdeeld. De ftaert was lang, en ook met haairen van 'gelyke verwe beurtelings bekleed, en de buik met zwarte haairen bedekt. De korte beenen waren met haairen, met eenig rood bevlekt, bezet. De ' voeten in vyf, niet heel lange klaauwtjes gefpleeten, en met witte nagels voorzien. Mogelyk is 'er geen fchooner, onder alle de Meerkatten, dan deeze. Nom. 8. Van den Tciou, ofte Brafiliaanfchen Egel, ofte het Schildvarke:-:. Den Tatou, of Erafilaanfchen Egel, die hier in de IV. PI. Nom. 8. verbeeld is, zal ik met de woorden van.nieretxberg befchryven. Ik bevinde, zeidt hy, dat dit geharnafte Indifche Dier verfcheidentlyk genoemd wordt. De Spanjaards noemen het Armiiilio, dat is gewapend; de Portugeefchen, Sneubertado; de Italiaanen, Bartado. Thevet noemt het met eenen Brafiliaanfchen naam Tatou; Maphteus, Tatzifia; Gefnenis, Tat'us. In Nieuw Spanje wordt hy Cbirqüin Chrim; elders, Kaf- C 3 ƒ«-

50 38 B E S C H R Y V I N G famin; en by andere Indiaanen, AjatochiU genoemd ; dat is, Kauvvoerds-konyn; want hy leeft in holen, als de Konynen. Hy graaft wel een vierde van een uur ver; zoo dat hy 3 niet gebonden zynde (want hy laat zich nergens influiten) tot buiten de Stad graaft. Daar zyn verfcheiden gedaanten van deeze Dieren; maar de wonderlykfte fchynt my de Ajatocbtli, en waar van 't minft gefproken is; waarom ik hem inzonderheid ('t zyn de woorden van Nierenberg) zal befchryven- Die befchryving nu luidt aldus : Hy is met harde plaaten, die ik zelf gezien heb, bedekt. Hy is zoo groot als een MalteefcheHond; hy heeft kleine voeten, en de fnuit is lang en dun, en beiden als die van een Varken. Hy is over al met eene fchors, als een gewapend krygsman, ofte geharnaft paerd gewapend, en met beweeglyke plaaten bedekt en 1 faamengevoegd, waarin hy rondom gefloten is. Zyne ooren zyn die van de Muizén gelyk, maar wat dikker; zyn ftaert is langwerpig rond, in leden verdeeld, en op dezelve wyze met plaaten bezet. De buik is wit en met een zagte huid bedekt, het menfchenvel niet ongelyk, met langachtige dunne, maar weinige, haairen bekleed. Hy vangt Mieren; op zynen rug liggende met den ftaert aan den 'mond, verraft hy de Mieren die 'er regt over loopen, en hem dus tot fpyze wordea.

51 D E R D I E R E N. 39 den. Antonius Herres doet 'er by, dat ze eene groeve, boven op den buik tuffchen de plaaten, met hunne eigene pis vullen, en dat alzoo de Mieren, het water fchuwende, langs den ftaert hun in den mond loopen. Als hy vlugt, buigt hy 't hoofdt en den ftaert nederwaards, befchermt zich met zyne fcbilden, en rolt zich tot eenen ronden bol Indien iemand hem hardnekkig vervolgt, draait hy zich naa den Vervolger, en zich dikmaals met den rug fterk tegen des Menfchen borft ftootendebrengt hy hem om 't leven. Hy verkeert in modderige poelen, eet wormen en viffchen, en de bezien en appelen van fommigeboomen. Zyn vleefch is heel wit, zoet, en van flymerig voedfel en veel uitwerpfel. De Ouden plagten zynen ftaert te gebruiken, om 'er hunne Zebratanen (gelyk zyze noemen) mede te wapenen; welken by hun in groot gebruik waren. By de Lukataners is tweederly foort van deeze Dieren: eenigen zyn onfchadelyk en van heel aangenaam voedfel; anderen fchadelyk en vergiftig; welken met braaken en ontroeringe van den buik, bezwywing verwekken, en ten lefte doen fterven: hun tegengift is de Olyfolie; ten ware het vergif te fterk geworden was; en dan zyn alle middelen te vergeefs: en indien eenigen mogelyk voordeel doen, zoo valt den Zieken 't haair uit, C 4 zyne

52 4o B E S C H R Y V I N G zyne kleur wordt bleek-, en zyne kragten verdwynen. Zy worden in getal van fcbilden, cf plaaten onderfcheidcn: de cnfchadelyke beftaan uit agt, de fcbadelyke uit zes. De onfchadelyke hebben ook geen heupbeen, en zyn met roode plekken aan den buik gefprenkeld. Di: Dier is der Adderfiangen, die eenig geluid maaken, zoo groot een vriend, dat ze. zich te gelyk in één hol, zonder eikanderen te benadeelen, meenigmaal verbergen. Het eerfte foort fchynt Gonzalvus Ferdiia::- dus Oviedus befchreven te hebben met deeze woorden: De Katafraélus, of dat Dier, welk met fchilden bedekt is, is een heel wonderlyk Dier van aanzien, heel verfchillende van die in Spanje, ofte andere Landen van 't Chriftcnryk gezien v/crden. Het is een viervoetig Dier; het geheele lyf en de ftaert is met eene huid gedekt. die van de Hagedis ^hy verftaat den Amerikaanfchen Krokodil - ) gelyk, van kleur ttuchen wit en asgraauw; maar die meer naar- 't witte helt. Hy is van gedaante als", een gehamaft paerd, zoo groot als een gemeene hond; het is geen fchadelyk Dier. Het houdt zyne woonplaats in de aarde, en die met de voeten uitgraavende, maalt hy holen, als de Konynen. Deeze Dieren worden met netten cfte den booge gevangen; (met eenen pyl geraakt zynde ftervenze;) maar sneeft in den zaairyd, als de ftoppelen gebrand,

53 DER DIEREN. 41 brand, ofte de aarde omgefpit wordt, cm het voedfel voor de Koeijen en andere beeften beter te doen voortkomejj. Ik heb fomtyds (voegt hy 'er by) van dit Dier gegeeten, en vondt, datze beter van finaal: waren ajs de bokken, en een' gezonde fpys. Voorts indien deeze Dieren waren in de Landen, waar men gewoon is de paerden in 't harnas te fluiten ; zoo zou men konnen denken, dat men het patroon hier van genomen hadt. Als andere Schryvers deezen Oviedus tegenfpreeken, hebben zy een ander foort van Schild-varken in hunne gedachten; want het geen van 't Schildvarken gezeid wordt, moet verfcheidentlyk, naar de verfcheideiiheid van de gedaante en Landen verftaan worden. Van de Schildvarkens hebben jacobus Plateau en Klufius ook twee foorten erkend; een heel kort van ftaert, dat Klufius dus befchryft: Dit dier was een voet en vier duim lang; maar de omtrek van 't lyf was veertien duimen, naamelyk twee minder, als de lengte van 't lyf. Zyn Schild is hard en fchorsacktig, roodverwig van kleur;! t welk by mogelyk door den ouderdom en 't veel handelen gekregen hadt; byna uit vierkante ftukken faamengefteli. Van den hals af was hy als van eene bolronde gedaante, en met verfcheiden geverfde fchilden verdeeld; maar midden op 't lyf was hy met drie ryen van vierkante C 5. plaa-

54 42 B E S C H R Y V I N G plaaten, verfcheidentlyk gekleurd, verfierd. Het laatfte deel van 't fchild, was met evengelyke kringen, als de voorgaanden, onderscheiden. Het geneele hoofdt was ook, tot de neusgaten toe, met diergelyke plaaten bedekt ; hy hadt wyde ooren, en niet heel fpits; de ftaert was kort, niet grooter als twee leden van een pink, en ook geheel met ronde plaaten bedekt. Dat de buik met geene korft is bedekt geweeft, maar alleenlyk met vlekken bezet, fcheen het afbeeldfel te vertoonen, gelyk ook van achteren het acbterfte deel van de beenen, de krop en de neusgaten. Dat de achterfle beenen, met drie klaauwen en eene fpoor voorzien zyn geweeft, fcheen het afbeeldfel ook te beveftigen; en de voorfte maar met twee en eene fpoor, ten ware die van den fchildcr verzuimd waren. Het teellid hadt hy ]ang en uitfteekende. Ik doe hier by de loosheid van de Chirquinchi; welke ik verftaan heb van die geenen, welken hem eerft by geruchte, en daarna door 't gezigt hebben leeren kennen. Die ooggetuigen vernaaien 'er dit van: by regenachtig weer legt hy zich op den rug; en vergaderd op den buik, die ongewapend is, water tuffchen de plaaten van zyne zyden, en zoo volhard hy den regen uit te ftaan byna een geheelen dag, tot dat 'er ten laatften een Hert onvoorziens op hem toeloopt, om zynen dorft te leffen, en zynen muil daar in fteekt; dan o fluit

55 DER D I E R E N. 43 fluit dit Schildvarken zich toe, en vat het Hert by de lippen en neusgaten: dit loopt dan ginds en herwaards, maar 't Schildvarken verlaat zynen roof niet, tot dat het denzelven, door 't opftoppen van den adem verflikt en doodt. Hy heeft ook de liftigheid van den Egel, dat hy, bevreefl wordende, zich in zyn fchild of fchors in een rolle; en niet ontlolfe dan by 't yuur. PLAAT

56 44 B E S C H R Y V I N G PLAAT V. Nom. 9. Eabi-Roefa, Varkens-Hert. TEt Dier, in deeze Plaat, door de Fig. Ï J. Nom. 9. verbeeld is een zeer vreemd en weinig bekend Beeft; het wordt alleen, zoo veel men weet, op het Eyland Boero, en eenige anderen daaromtrent gevondtn. De Heer frangois Valentyn die 't zelfs gezien, en naar 't leven doen afteekenen heeft, geeft 'er deeze befcbryving van: Het wordt in 't Maleytfch Babi-Roefa, dat is, Varkens-Hert, genaamd; om dat het als een Mengel-flag van die beiden is. Het is van Geftalte uiterlyk byna eveneens, als een ander Bofchvarken, doch hetmannetje heeft iets byzonders, dat andere Mannetjes van Bofchvarkens, of wilde Beeren niet hebben; want buiten de twee flagtanden, die onder in deszelfs onderkaaken uitfteeken, en die by alle andere wilde Varkens gevonden worden, heeft het nog twee anderen in zyne bovenkaaken, regt tegen over de anderen, naa achteren toe gebogen Z5*nde, even eens, als een halven ronden kring, en fommigen nog wel verder omgebogen; dat eene vry aardige gedaante aan dit Dier geeft. Zelfs waffen die boven tanden wel zoo verre krom om, dat-

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN BESCHRYVING VAN EENE ZELDZAAME AFRIKAANSCHE NOG NIET BESCHREEVEN ~ A T - S 0 0. R T, GENAAMD DE BIZAAM~KAT, OP DE I{AAP DE GOEDE HOOP VALLENDE, En bewaard wordende in het MusEuM VAN ZYNE DOORLUCHTIGSTE

Nadere informatie

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt op". d~ zy n g- - BESCHRYVING V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E n,,... n e-- NOG NIET BESCHREE VEN B 0 SC H- KAT, IN JApAN VALLENDE. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt p. h ole d 't.

Nadere informatie

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N BESCHRYVING VAN EEN GEHEEL NIEUWE OF ONBEK~NDE SOORT VAM AMERIKAANSCHE LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten Roofdieren inhoud blz. 1. Roofdieren 3 2. De leeuw 4 3. De tijger 6 4. De luipaard 8 5. De wolf 10 6. De ijsbeer 12 7. De bruine beer 14 8. Filmpjes 16 Pluskaarten 18 Bronnen en foto s 19 Colofon en voorwaarden

Nadere informatie

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word,"

J: DIBBETZ WESTERWOUT. Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word, B E K N O P T E B E S C H R Y V I N G ZEVENTIEN D E R NEDERLANDSCHE P R O V I N C I Ë N Waar in den Oorfprong en Opkomst deezer Landen aangetoonde word," mitsgaders De Geaardheid, Zeden, Godsdienst, Huwelyken

Nadere informatie

HISTORIE; HEDENDAAGSCHE OF H E T VERVOLG. Befchreeven door een Gezelfchap van ENGELAND. XIFdi. 2>E E L, LP** en II<K

HISTORIE; HEDENDAAGSCHE OF H E T VERVOLG. Befchreeven door een Gezelfchap van ENGELAND. XIFdi. 2>E E L, LP** en II<K HEDENDAAGSCHE HISTORIE OF H E T VERVOLG T A N ALGEMEENE DE HISTORIE; Befchreeven door een Gezelfchap van G E L E E R D E IN ENGELAND. M A N N E N UIT HET ENGELS CH VERTAALD, XIFdi. 2>E E L, LP** en II

Nadere informatie

,,PLATSTAART SLANG:EN,

,,PLATSTAART SLANG:EN, VAN TWEE VERSCHILLENDE EN VOOR ALS NOG ZEER WEINIG BEKENDE,,PLATSTAART SLANG:EN, I ZYNDE DE BRUIN-RUG' uit MEXICO,'~N DE GERINGDE UIT DE INDISCHE ZEEN. Beitie, met nog eene verfchi!lende foorte van de!aatflgemelde,

Nadere informatie

V A N WETENSCHAP, KONST EN SMAAK. I. WYSBEGEERTE EN ZEDEKUNDE. II. NATUURKUNDE EN NATUURLYKE HISTORIE.

V A N WETENSCHAP, KONST EN SMAAK. I. WYSBEGEERTE EN ZEDEKUNDE. II. NATUURKUNDE EN NATUURLYKE HISTORIE. N I E U W A L G E M E E N M A G A Z Y N, V A N WETENSCHAP, KONST EN SMAAK. B E H E L Z E N D E : I. WYSBEGEERTE EN ZEDEKUNDE. II. NATUURKUNDE EN NATUURLYKE HISTORIE. III. H I S T O R I E K U N D E. IV.

Nadere informatie

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde

Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde Een nieuw lied, Op de onverwagte wederkomst van een minnaar by zyn beminde bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 03050. Z.p. ca. 1810 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie040nieu01_01/colofon.htm

Nadere informatie

HEDENDAAGSCHE HISTORIE F H E T VERVOLG ALGEMEENE HISTORIE; Bejchreeven door een Gezelfchap van ENGELAND.

HEDENDAAGSCHE HISTORIE F H E T VERVOLG ALGEMEENE HISTORIE; Bejchreeven door een Gezelfchap van ENGELAND. HEDENDAAGSCHE HISTORIE F H E T VERVOLG V A N DE ALGEMEENE HISTORIE; Bejchreeven door een Gezelfchap van G E L E E R D E M A N N E N IN ENGELAND. UIT HET ENGELS CH VERTAALD, *NZ. Xim- DEEL, W> en ƒƒ*. S

Nadere informatie

VAN EENEN FRAAIEN. en bewaard wordende in het Mus Eu u VAN ZYNE

VAN EENEN FRAAIEN. en bewaard wordende in het Mus Eu u VAN ZYNE BESCHRYVING... VAN EENEN FRAAIEN AMERII{AANSCHEN L y S- T E R, Q, U ER EI PA genaamd, ln BRAs I L VAL~ENDE, en bewaard wordende in het Mus Eu u VAN ZYNE DOORLUCHTIGSTE HOOGHEI~ DEN HEERE PRINSE VAN ORANJE

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Nijlpaarden

Werkstuk Biologie Nijlpaarden Werkstuk Biologie Nijlpaarden Werkstuk door een scholier 1372 woorden 15 oktober 2004 6,5 194 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding: Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het onwijze coole dieren vind.

Nadere informatie

EK KAN LEES E. TISMEER, L. B. HOSKING, DEUR. Departementale lnstruktriese vir Kindertuin~Metodes. in die Kaapprovinsie

EK KAN LEES E. TISMEER, L. B. HOSKING, DEUR. Departementale lnstruktriese vir Kindertuin~Metodes. in die Kaapprovinsie EK KAN LEES DEUR E. TISMEER, Departementale lnstruktriese vir Kindertuin~Metodes in die Kaapprovinsie EN L. B. HOSKING, vroeer onderwyseres vir Kindertuin~Metodes aan die Opleidingskollege Wellington,

Nadere informatie

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde,

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde, 1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde, en ziet, hij stond aan de rivier. 2 En ziet, uit de rivier kwamen op zeven koeien, schoon van aanzien, en vet van vlees, en zij weidden

Nadere informatie

THE JOHN CIREI^A!^ ILJBIRABy CHI C AG 0=

THE JOHN CIREI^A!^ ILJBIRABy CHI C AG 0= ^a^ SM^'' THE JOHN CIREI^A!^ ILJBIRABy CHI C AG 0= CEYLONSCHEN BOSCH-HOND. 5 door een goede afbeelding opgehelderd, voegt wederom eene fchakel aan de kennis der natuurlyke weezens, welke men met verwonderinge

Nadere informatie

OEFENSCHOOLE K O N S T E N WEETENSCHAPPEN. V A N

OEFENSCHOOLE K O N S T E N WEETENSCHAPPEN. V A N A L G E M E E N E OEFENSCHOOLE V A N K O N S T E N N WEETENSCHAPPEN. EERSTE AFDEELING. BEHELZENDE DEWYSBEGEERTE VOOR JONGE HEEREN EN JUFFEREN, OF ACHTEREENVOLGENDE BESCHOU WINGEN VAN DE WERKEN DER NATUUR.

Nadere informatie

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7. De wolf inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 4 2. Ruiken, horen en zien 6 3. De roedel 7 4. De taal van de wolf 9 5. Wolf en hond 10 6. Soorten wolven 11 7. Sprookjes 12 8. Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen

Nadere informatie

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN Vul de benamingen van onderstaande dieren in rooster 1 in. 10 3 6 18 16 12 8 23 21 22 19 5 9 17 4 15 14 20 27 1 7 2 13 26 24 25 11 KRUISWOORDRAADSEL

Nadere informatie

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België Kijk je mee? Oerwoud 2006, Parasol N.V. België Pag. 2 Inhoudsopgave In het oerwoud 3 De luiaard 4 De toekan 5 De jaguar 6 De leguaan 7 De tapir 8 De papegaai 9 De aap 10 De adder 11 Lianen 12 Woordenlijst

Nadere informatie

Handwe?ken en Fabficqueft*

Handwe?ken en Fabficqueft* B E R I C H T WEGENS HET INZETTEN VAN EEN GLASRAAM IN LOOD, A A N D E N (ECONOMISCHEN V A N DE TAK H O L L A N D S C H E MAATSCHAPPYE DER W E E T E N S C H A P P E N, TE H A A R L E M, D O O R JOHAN WILHELM

Nadere informatie

WOLF. Huilend roofdier

WOLF. Huilend roofdier WOLF Huilend roofdier Wolven hebben vaak een hele slechte naam. Denk maar eens aan de wolf in het verhaal van Roodkapje, die haar oma heeft opgegeten. Of Midas de wolf, die tevergeefs op de drie biggetjes

Nadere informatie

VAN EENE FRAAIJE 0 0 S T-1 N D I S C H E DE GROOTE PURPER-ROODE LOERI GENAAMD, , en bewaard wordende in het MusEuM VAN ZYNE

VAN EENE FRAAIJE 0 0 S T-1 N D I S C H E DE GROOTE PURPER-ROODE LOERI GENAAMD, , en bewaard wordende in het MusEuM VAN ZYNE r enz. arte haairen oonen. De Rondom op den bek aan 't einin de zyden achtig. De oofd -veeren gedekt, de ~r. uit. in het naar derz~im eren zyn 'in~~ M j eden zwarten oven, di.cht... ~ept.... r J ctéll

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

Joke van Leeuwen mooi boek Amsterdam - Antwerpen Em. Querido s Uitgeverij bv 2015 www.queridokinderboeken.nl Een mooi woord, Toen ik er nog niet was en Ik lig in bed stonden in het niet in de handel gebrachte

Nadere informatie

15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)

15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40) Liturgisch bloemstuk bij de 40 dagen tijd en Pasen 2015 Elke week wordt één kaars gedoofd, van de kandelaar met 8 kaarsen. Er is elke week een boog bekleed met klimop, als beeld van het verbond van God

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Wilde Konijn Het wilde konijn: Wie is wie? Mannetje = rammelaar of ram Vrouwtje = voedster Waar komen konijnen voor: Ze leven in de vrije natuur, liefst op zandgronden.ze zitten graag in half open landschappen

Nadere informatie

Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht buigt voor Jezus en het volk weer bidden gaat.

Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht buigt voor Jezus en het volk weer bidden gaat. Hartelijk welkom Laat het feest zijn in de huizen Opwekking 553 Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht buigt voor Jezus en het volk weer bidden gaat. In de bergen,

Nadere informatie

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer KOMODOVARAAN Door: Jade Boezer 1 Voorwoord Mijn werkstuk gaat over Komodovaranen. Ik doe het erover omdat ik een onderwerp zocht voor mijn werkstuk en nog niets over Komodovaranen wist. Toen ik aan het

Nadere informatie

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland Vleermuizen inhoud blz. Inleiding 3 1. Twee hoofdsoorten 4 2. Echo 6 3. Huid en vleugels 7 4. Jonge vleermuizen 8 5. Vleermuizen in Nederland 9 6. Andere soorten vleermuizen 11 7. Vleermuisweetjes 13 8.

Nadere informatie

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen.

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen. B E R I C H T. txar het Etfen of vervaardigen Van Konstpïaatert door inbijting van fterk water, een der deelen van de algemeene beöeffening der Teken - en Schilderkunde is, welke tot een aangenaame en

Nadere informatie

B E S C H R Y V I N G

B E S C H R Y V I N G B E S C H R Y V I N G VAN EENE 'LELD'LAAME AMERII{AANSCHE LANGSTAARTIGE A:AP-SOORT, by den Inlander gewoonlyk genaamd QUA TT 0, en by de Hollanders BOSCH-DUIVEL, of SLINGER-AAP. Uit de Hollandfche Volkplanting

Nadere informatie

R 0 0 F ~ V 0 G E L, D E

R 0 0 F ~ V 0 G E L, D E BESCHRYVING VAN EENEN AFRIKAANSCHEN NOG GEHEEL ONBEKENDEN R 0 0 F ~ V 0 G E L, D E SAGITTARIUS GENAAMD, OP DE KAAP DE GOEDE HOOP VALLENDE. en overgebragt in de DIE a GAARDE r

Nadere informatie

Liturgie 7 augustus 2016 Morgendienst

Liturgie 7 augustus 2016 Morgendienst Liturgie 7 augustus 2016 Morgendienst Psalm 75 1. U alleen, U loven wij; ja wij loven U, o HEER; want Uw naam, zo rijk van eer, is tot onze vreugd nabij; dies [= dus] vertelt men in ons land, al de wond'ren

Nadere informatie

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten Slangen inhoud 1. Slangen. Een reptiel. Maten 6. Waar? 7 5. Ruiken 8 6. Gif 9 7. Wurgen 10 8. Hap, slik! 11 9. Een nieuwe jas 1 10. Weetjes 1 11. Filmpje 1 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en

Nadere informatie

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Thema dieren. Deze werkbundel is van: Deze werkbunl is van: DIEREN TELLEN Tel hoeveel je er ziet van elk dier. Noteer het aantal achter juiste benaming. hond: kat: het paard: hamster: slak: DIEREN TELLEN Oplossing Tel hoeveel je er ziet van

Nadere informatie

Laat geloof voor je werken door te spreken. Spreek niet wat je ziet maar wat je wilt zien

Laat geloof voor je werken door te spreken. Spreek niet wat je ziet maar wat je wilt zien Laat geloof voor je werken door te spreken Spreek niet wat je ziet maar wat je wilt zien Hebreeën 10:35-36 Leg die onbeschroomdheid dus niet af, u zult er ruim voor worden beloond. Blijf juist volharden,

Nadere informatie

S T I C H T E t Y K E HEILZAME RAAD AAN HET VERENIGDE NEDERLAND:

S T I C H T E t Y K E HEILZAME RAAD AAN HET VERENIGDE NEDERLAND: I5a S T I C H T E t Y K E HEILZAME RAAD AAN HET VERENIGDE NEDERLAND: Onder GODS drukkende OORDELEN. Ziet ^,de 'band des Heren is wiet verkort, dat isy niet zou de konnen verlojfèn, en zyne oor is niet

Nadere informatie

Dit is de dag. We gaan naar Psalm 118:24 waar staat: Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen.

Dit is de dag. We gaan naar Psalm 118:24 waar staat: Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. - 1 - Dit is de dag We gaan naar Psalm 118:24 waar staat: Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. We kunnen zeggen dat de Here elke dag in ons leven - met

Nadere informatie

INSECTEN; HISTORIE NATUURLYKE. jimsterd^m, VAN ROSENHOF, Miniatuur -Schilder. EERSTE DEELS, HdeSTUK.

INSECTEN; HISTORIE NATUURLYKE. jimsterd^m, VAN ROSENHOF, Miniatuur -Schilder. EERSTE DEELS, HdeSTUK. .-* ^ D NATUURLYKE HISTORIE E INSECTEN; Voorzien met naar 't Leven getekende en gekoleurde Plaaten. Folgens eigen ondervinding befchreeven y door den Heer AUGUST JOHAN RÖSEL, VAN ROSENHOF, Miniatuur -Schilder.

Nadere informatie

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5 Een hoort erbij! Over dieren uit een ei groepen 3-5 1. Een ei hoort erbij Veel dieren leggen eieren: vogels en vissen. Maar ook insecten leggen kleine eitjes. Uit dat eitje komt een klein diertje. Dat

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Neushoorn Inleiding De neushoorn is een groot en zwaar landdier en kan wel 60 jaar oud worden. De witte neushoorn is de grootste en weegt wel 3000 kilo. Alleen de olifant is groter. De neushoorn is één

Nadere informatie

!!! "# $ %!!!!! ( " %!!+!! " # +

!!! # $ %!!!!! (  %!!+!!  # + Dit boekje is van !!! "# "# $ %!!!!!!&!! ' " # ( " %!!)*!!!!+!! " # + #!!!!! &,!!!* %! Weetjes van giraffen Hoorntjes Een mannetje heeft midden op zijn kop nog een hoorntje. Hij heeft er dus drie. Een

Nadere informatie

16 Leg over een ander geen vals getuigenis af. Exodus 20

16 Leg over een ander geen vals getuigenis af. Exodus 20 1Toen sprak God deze woorden: 2 Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. 3Vereer naast mij geen andere goden. 4Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets

Nadere informatie

Start: Welk dier hoort bij...?

Start: Welk dier hoort bij...? Start: Welk dier hoort bij...? Druk op de deksel van het muziekdoosje. Luister naar het geluid. Welk dier is dit? (Cavia) Zoek ze in de stal. Kijk eens goed, hebben alle cavia s dezelfde jas (vacht) aan?

Nadere informatie

VERZAMELING VERLUS TI GING. HOORENSknSCHULPEN, AMSTERDAM, TE BydeErvenvan f. HOUTTUYN. M D C C L X X. EERSTE DEEL. VAN ALLEPvLEY BEKENDE

VERZAMELING VERLUS TI GING. HOORENSknSCHULPEN, AMSTERDAM, TE BydeErvenvan f. HOUTTUYN. M D C C L X X. EERSTE DEEL. VAN ALLEPvLEY BEKENDE G. TJ^, K N O R R S VERLUS TI GING DER OOGEN EN VAN DEN GEEST, VERZAMELING o F VAN ALLEPvLEY BEKENDE HOORENSknSCHULPEN, DIE IN HAAR EIGEN KLEUREN AFGEBEELD ZYN: EERSTE DEEL. THANS NAGEZIEN, VERBETERD,

Nadere informatie

De krokodil. voorbeeldles uit het thema egyptenaren

De krokodil. voorbeeldles uit het thema egyptenaren De krokodil voorbeeldles uit het thema egyptenaren DaVinci, Hengelo, 2013 www.demethodedavinci.nl www.uitgeverijdavinci.nl Met medewerking van: Michael de Wit Illustraties Werkblokken: Gertie van Nuenen

Nadere informatie

Panter. Ook wel luipaard genoemd

Panter. Ook wel luipaard genoemd Panter Ook wel luipaard genoemd Een katachtige die je niet moet verwarren met het jachtluipaard, ofwel de cheeta, want dat is weer een andere soort kat. Een grote, gevlekte kat Deze snelle kat is een stuk

Nadere informatie

Het einde van de tijden. God openbaart de loop van de tijden

Het einde van de tijden. God openbaart de loop van de tijden Het boek Daniël Droom van een beeld Visioen van vier dieren Daniël 2 Daniël 7 ZBSH Zaterdag Bijbel Studie Haaglanden Voorburg, 15 oktober 2016 Piet van Dijk Indeling van het boek Daniël Hoofdstuk 1 t/m

Nadere informatie

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen

Ons eerste boek. plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert. W.F. Oostveen Ons eerste boek plaatjes en bijschriften voor 't jonge volkje dat lezen leert W.F. Oostveen bron. A.W. Sijthoff, Leiden 1880-1890 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oost080onse01_01/colofon.php

Nadere informatie

D E R ELECTRICITEIT.

D E R ELECTRICITEIT. D E T H E O R I E D E R ELECTRICITEIT. D E l r - 9 *?^Zl ' T H E O R I E D E R ELECTRICITEIT, RUSTENDE OP PROEFONDERVIND- LYKE WAARHEDEN. DOOI H E N D R I K L U G T. T* WEST- ZAANDAM, By H E N D R I K

Nadere informatie

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8. Buideldieren inhoud blz. Buideldieren 3. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum 0 6. De numbat 7. De suikereekhoorn 8. De Tasmaanse duivel 3 9. Filmpjes 4 Pluskaarten 5 Bronnen en foto

Nadere informatie

DE WOLF. Huilend roofdier

DE WOLF. Huilend roofdier DE WOLF Huilend roofdier De wolf heeft vaak een hele slechte naam. Denk maar eens aan de wolf in het verhaal van Roodkapje, die oma heeft opgegeten. Of Midas de wolf, die tevergeefs op de drie biggetjes

Nadere informatie

Reptielen. Les 1 Kenmerken reptielen

Reptielen. Les 1 Kenmerken reptielen Reptielen Les 1 Kenmerken reptielen Inhoud 1. De leerkracht vraagt aan de leerlingen of zij thuis huisdieren hebben of dat zij iemand kennen die een huisdier thuis heeft. 2. De leerkracht vertelt dat er

Nadere informatie

Cornelia's dierenboek

Cornelia's dierenboek Cornelia's dierenboek Reinoudina de Goeje bron. S. Warendorf Jr., Amsterdam ca. 1889 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/goej001corn01_01/colofon.php 2011 dbnl 2 [Cornelia's dierenboek]

Nadere informatie

Opa Vogel in het land van de neushoorns

Opa Vogel in het land van de neushoorns Opa Vogel in het land van de neushoorns Opa Vogel, hebben jullie echt neushoorns gezien? Jazeker! Een heleboel zelfs, en nog héél veel andere dieren. En opa heeft veel foto s gemaakt, dus kijk maar gauw

Nadere informatie

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. Toon mijn liefde Aan de maaltijd wordt het stil, als de meester knielen wil, en vol liefde als een knecht, elk apart de voeten wast en zegt: Dit is wat Ik wil dat jullie doen, dit is waarom Ik bij jullie

Nadere informatie

Waarachtig verhaal van een gruwelyke moord

Waarachtig verhaal van een gruwelyke moord bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 06062. Z.p. ca. 1811 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_waa005waar01_01/colofon.htm 2010 dbnl 1 Waarachtig verhaal,

Nadere informatie

Zegen, aanbidding. Kracht, overwinning. Ere zij de eeuwige God. Laat elke natie, elke creatie, buigen voor de eeuwige God.

Zegen, aanbidding. Kracht, overwinning. Ere zij de eeuwige God. Laat elke natie, elke creatie, buigen voor de eeuwige God. Hartelijk welkom Zegen, aanbidding - Opwekking 454 Zegen, aanbidding. Kracht, overwinning. Ere zij de eeuwige God. Laat elke natie, elke creatie, buigen voor de eeuwige God. Opwekking 454 Elke tong in

Nadere informatie

Kort tafereel der nieuwe fransche tirannye gepleegd te Woerden, aan grysaards, vrouwen, mannen. mannen en kinderen, ja tot zwangere vrouwen toe

Kort tafereel der nieuwe fransche tirannye gepleegd te Woerden, aan grysaards, vrouwen, mannen. mannen en kinderen, ja tot zwangere vrouwen toe Kort tafereel der nieuwe fransche tirannye gepleegd te Woerden, aan grysaards, vrouwen, mannen en kinderen, ja tot zwangere vrouwen toe bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB

Nadere informatie

- 1 - Werkelijk vrij. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.

- 1 - Werkelijk vrij. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. - 1 - Werkelijk vrij Wij zijn, zoals Galaten 5:13 het noemt, tot vrijheid geroepen. We zullen achtereenvolgens behandelen: * Geen slaaf meer van de zonde. * Geen slaaf meer van mensen. * Geen slaaf meer

Nadere informatie

Evelien De Vlieger. met illustraties van. Wendy Panders

Evelien De Vlieger. met illustraties van. Wendy Panders Evelien De Vlieger met illustraties van Wendy Panders 3 4 1. Kriebels in de buik Dit is echt de allerlaatste keer, Felix! had de juf gezegd. Felix zit opgesloten. De deur van het wc-hok zit muurvast. Hij

Nadere informatie

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen Waarom? Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen manen? 6 4. Waarom slaapt je arm of been soms? 7

Nadere informatie

VAN DEN AMERII{AANSCHEN ROT_S-HAAN, Zynde een wonder- fchoone en nog weinig bekende. en zich beyinden de in het MusEuM VAN ZYNE

VAN DEN AMERII{AANSCHEN ROT_S-HAAN, Zynde een wonder- fchoone en nog weinig bekende. en zich beyinden de in het MusEuM VAN ZYNE , ' BESCHRYVING VAN DEN AMERII{AANSCHEN ROT_S-HAAN, Zynde een wonder- fchoone en nog weinig bekende V 0 G E L, overgebragt uit s u R I N A M E N; en zich beyinden de in het MusEuM VAN ZYNE DOORLUCHTIGSTE

Nadere informatie

In den naam Gods amen.

In den naam Gods amen. In den naam Gods amen. Albrecht, bij de gratie Gods, paltsgraaf op den Ryn, graaf van Henegouwen, Holland, Zeeland en heer van Friesland, allen die deze brief nu of in de toekomst zullen lezen saluut en

Nadere informatie

Wat doen als je Jezus mist

Wat doen als je Jezus mist Wat doen als je Jezus mist Het evangelie naar Johannes 20:1-18 Terugblik Na drie jaar dienen, genezen en preken wordt de Koning der Joden veroordeeld en gedood De Koning van het rijk van de waarheid wordt

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Vandaag is er kinderdienst voor groepen 1-8

Hartelijk welkom. Vandaag is er kinderdienst voor groepen 1-8 Hartelijk welkom Organiseer je een nieuwe (eenmalige of vaker terugkerende) activiteit binnen BOEI 90? Valt er een door jou georganiseerde activiteit uit of verandert er iets in de data hiervan? Laat het

Nadere informatie

Liedteksten groep 3 en

Liedteksten groep 3 en Liedteksten groep 3 en 4 2018-2019 Week 36: Psalm 121: 1a ( 04-09 ) 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Vanwaar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Week 37: Psalm 121: 1b (11-09) Mijn hulp is

Nadere informatie

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS Bijbel voor Kinderen presenteert DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door: Bible for

Nadere informatie

De Rivier - Opwekking 459

De Rivier - Opwekking 459 Hartelijk welkom De Rivier - Opwekking 459 Levend water, verfrissend, vrij; het stroomt de berg af tot in de vallei. 't Is Gods rivier die je vreugde geeft. Hij brengt vernieuwing aan alles wat leeft.

Nadere informatie

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon Kleine beestjes inhoud. De mier 2. De teek 4. De regenworm 5 4. De pissebed 6 5. De hoofdluis 7 6. De vlieg 8 7. De mug 9 8. De vlo 0 9. Filmpje Pluskaarten 2 Colofon 4 Bronnen en foto s 5 . De mier Een

Nadere informatie

15 min. 1-4. NL Spelregels. 17998_ikleer_naar groep1_guide.indd 1 25-09-15 08:39

15 min. 1-4. NL Spelregels. 17998_ikleer_naar groep1_guide.indd 1 25-09-15 08:39 15 min. 1-4 NL Spelregels 17998_ikleer_naar groep1_guide.indd 1 25-09-15 08:39 Voor de ouders Ik leer Op weg naar groep 1 is een compleet spel met duidelijke doelen: 1 Kleuren en vormen leren 2 Letters

Nadere informatie

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit Preekje - Gezinsdienst Jubilate - 22 april 2018-10.00 uur Ik ben de goede herder Voorganger: ds. Bert de Wit Schriftlezing: Johannes 10:11-16 (Bijbel in Gewone Taal) Gemeente van onze Heer, Jezus Christus,

Nadere informatie

DE SIBERISCHE TIJGER

DE SIBERISCHE TIJGER DE SIBERISCHE TIJGER In de sneeuw! Er zijn veel verschillende soorten katten op de wereld. Denk maar eens aan de huiskat, leeuw, sneeuwpanter of cheeta. Allemaal behoren ze tot de familie van de katachtigen.

Nadere informatie

- 1 - De Cusjiet en het luipaard. natuurlijke, gevallen mens, die in de bijbel: de oude mens wordt genoemd, in de dood heeft gebracht.

- 1 - De Cusjiet en het luipaard. natuurlijke, gevallen mens, die in de bijbel: de oude mens wordt genoemd, in de dood heeft gebracht. - 1 - De Cusjiet en het luipaard We lezen in Jeremia 13:23 de volgende merkwaardige tekst: Kan ook een Cusjiet zijn huid veranderen, of een luipaard zijn vlekken? Zou ook u dan goed kunnen gaan doen, gewend

Nadere informatie

Giraffe. Inhoud. Hoefachtigen. Hoefachtigen

Giraffe. Inhoud. Hoefachtigen. Hoefachtigen Giraffe Inhoud Hoefachtigen Waar komen giraffen veel voor? Eten en drinken van de giraffe? Gewicht, lengte en leeftijd De geboorte Verschillende Soorten Giraffen De gevechten Hazenslaapjes Schone oren

Nadere informatie

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS Bijbel voor Kinderen presenteert DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door: Bible for

Nadere informatie

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi

Moshi gaat met het vliegtuig naar Malawi Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi

Nadere informatie

Nieuw Oranje volks-lied

Nieuw Oranje volks-lied bron. Z.p., 1815 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie072nieu01_01/colofon.php 2011 dbnl 1 Nieuw Oranje volks - lied. Wys: Wilhelmus al van Nassauwen. 1. Wilhelmus al van Nassauwen, Dat

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Kangoeroe Inhoud De ontwikkeling van de kangoeroe De meeste bekende soorten De kenmerken van een kangoeroe De levensloop van de kangoeroe Hoe komt hij aan zijn naam? De ontwikkeling van de kangoeroe Toen

Nadere informatie

(Deel van) Zijn Lichaam

(Deel van) Zijn Lichaam (Deel van) Zijn Lichaam 1 December 2013 I. Wedergeboren Leven II. Levende stenen 1 Petrus 2:4-5 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn

Nadere informatie

De ezel. Ezels worden gehouden als :... Van ezelinnenmelk maakt men :...

De ezel. Ezels worden gehouden als :... Van ezelinnenmelk maakt men :... De ezel Dit weet ik over mijn dier Het mannetje: Een kruising tussen een ezelhengst en een paardenmerrie noemt men een. Een kruising tussen een paardenhengst en een ezelin noemt men een Er zijn 3 zichtbare

Nadere informatie

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1

Mondeling Nederlands. Cursus 2 Module 4. Dag 1 Mondeling Nederlands Cursus 2 Module 4 Dag 1 het gras het pad het park de boom de poep de vlieg rondkijken wegjagen wrijven dichtbij ver weg moe moe veel weinig iets - niets vallen wij/zij vallen hij/zij

Nadere informatie

ORDE VAN DIENST Diaconale zondag 25 oktober 2015 Dorpskerk

ORDE VAN DIENST Diaconale zondag 25 oktober 2015 Dorpskerk ORDE VAN DIENST Diaconale zondag 25 oktober 2015 Dorpskerk Voorganger: ds. Roelof van Dijk Organist: Hans Vis M.m.v.: Orchestre Partout - 12 - - 2 - - 11 - Welkom Aansteken van de kaarsen Zingen Intochtspsalm:

Nadere informatie

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^

FORMULIER. for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^ EVANG. LUTH. SEMINARIUM. No. FORMULIER for DEN H. DOOP DER ÏÖNfift 'KINDEREN, /^V: IH?}^ -Voor de Zitting. Latlu GetneeHte ^oï^^^pski p iwórdt ons, geliefde Medechristenen! eën kïncj gebracht, om door

Nadere informatie

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s Het konijn Het konijn inhoud. Bos en duin 3. Het hol 5 3. Keutels 6 4. Gevaar 7 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje 3 Pluskaarten 4 Bronnen en foto s 6 Colofon en voorwaarden 7 Het konijn Een konijn is

Nadere informatie

6,8. Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave:

6,8. Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Inhoudsopgave: Werkstuk door een scholier 1479 woorden 24 januari 2004 6,8 300 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inhoudsopgave: 2. Inhoudsopgave 3. Voorwoord 4. Probleemstelling 5. Historische inleiding 6. Hoofdstukken

Nadere informatie

Z A A M E N S P R A A K

Z A A M E N S P R A A K Z A A M E N S P R A A K T U S S C H E N D E L U C H T B O L V A N f> E N H E E R E D U I V E N E, En die van 't GENOOTSCHAP F EL IX ME RI T IS. Waar in verhaald word de wonderlyke ontmoetingen welke zy

Nadere informatie

Het Romeinse Rijk

Het Romeinse Rijk Europa hoe verder? Het Romeinse Rijk Het oude Rome Europa in 1600 Napoleon Waterloo 1940: het derde rijk dood en verderf 1945: de bevrijding na 1945 Europese Gemeenschap van Kolen en Staal 1952 6 landen

Nadere informatie

Auditieve oefeningen thema het bos

Auditieve oefeningen thema het bos Auditieve oefeningen thema het bos Boek van de week: 1; In het bos 2; 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant Hoe zou het boek heten Waarom denk je dat?

Nadere informatie

Niet bang zijn! God maakt je sterk!

Niet bang zijn! God maakt je sterk! Niet bang zijn! God maakt je sterk! Aangepaste dienst Zondag 22 november 2015 Br. Peter Zuidema Welkom Mededelingen Votum en groet Zingen:E & R 230 - Jezus is de goede Herder 1. Jezus is de goede herder

Nadere informatie

EURO 0 5CENT 1EURO EURO

EURO 0 5CENT 1EURO EURO 1 2 3 4 1 EURO 5 6 7 8 9 10 11 12 EURO 2 0 5CENT 5CENT 0 5CENT 1EURO 0 5CENT EURO 2 0 1EURO1CENT 13 14 15 16 17 18 20 19 21 22 23 24 25 26 27 28 30 29 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47

Nadere informatie

BATAVIA, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, DIEREN EN GEWASSEN,' B E S C H R E E V E N. HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, LUCHTSGESTELDHEID, ZIEKTEN,

BATAVIA, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, DIEREN EN GEWASSEN,' B E S C H R E E V E N. HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, LUCHTSGESTELDHEID, ZIEKTEN, BATAVIA, DE HOOFDSTAD VAN NEERLANDS O. INDIEN. IN G.ELEGENHEID, D E R Z E L V E R OPKOMST, VOORTREFFELYKE GEBOUWEN, HOOGE EN LAAGE REGEERING, GESCHIEDENISSEN, K E R K Z A A K E N, K O O P H A N D E L,

Nadere informatie

Eerst zien, dan geloven

Eerst zien, dan geloven Eerst zien, dan geloven Liturgie voor de jeugddienst op 11 februari 2018 om 10:00 uur in de Ichthuskerk in Tholen Voorganger: Ds. Peter Broere Muzikale medewerking: Jaap, Anke en Esmay Roggeband Jet Heijboer,

Nadere informatie

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek

De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3. Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek De leessleutel Begrijpend luisteren-lezen thema 5 verhaal 1 groep 3 Thema 5 Verhaal 1 bladzijde 2 t/m 5 van het leesboek Het wiel doet raar! 1 Naar wie gaat Daan? a Naar school b Naar Loes c Naar Rik 2

Nadere informatie

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had:

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: 1 Abraham nu was oud en wel bedaagd; en de HEERE had Abraham in alles gezegend. 2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn

Nadere informatie

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart. 108 1 Een lied van David. God geeft mij moed 2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart. 3 Ik wil mijn harp laten klinken, ik wil de zon wakker maken met mijn lied. 4 Heer,

Nadere informatie

Het leerzame prenteboekje voor kinderen. Vervolg of het tweede stukje

Het leerzame prenteboekje voor kinderen. Vervolg of het tweede stukje Het leerzame prenteboekje voor kinderen. Vervolg of het tweede stukje bron. Erve H. Rynders, Amsterdam ca. 1810 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_lee005leer01_01/colofon.php 2010 dbnl

Nadere informatie

het boek Openbaring enkele sleutels Amos 3 : 7 Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.

het boek Openbaring enkele sleutels Amos 3 : 7 Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. God Openbaring van Jezus Christus Amos 3 : 7 Voorzeker, de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. Zijn slaven God Openbaring van Jezus Christus Zijn engel

Nadere informatie

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer Bij verschillende gelegenheden in de afgelopen maanden heeft onze vereniging zich beijverd om te komen tot een verbetering van ommuring en terrein

Nadere informatie

De mens begon paarden te temmen rond 3000 voor Christus, en werden op grote schaal gebruikt voor diverse werkzaamheden.

De mens begon paarden te temmen rond 3000 voor Christus, en werden op grote schaal gebruikt voor diverse werkzaamheden. Naam: PAARDEN Het paard is een zoogdier en kan men in bijna alle delen van de wereld terugvinden. Een prachtig dier wat de wetenschappelijke naam '' Equus Caballus '' mee heeft gekregen. Paarden worden

Nadere informatie