Arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005"

Transcriptie

1 Arbeidspotentieel zonder inkomsten in Maaike Hersevoort Martine de Mooij Anouk de Rijk Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek

2 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen = 2007 tot en met /2008 = het gemiddelde over de jaren 2007 tot en met / 08 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2007 en eindigend in / / 08 = oogstjaar, boekjaar enz., 2005/ 06 tot en met 2007/ 08 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef JP Den Haag Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek - Grafi media Omslag TelDesign, Rotterdam Inlichtingen Tel. (088) Fax (070) Via contactformulier: Bestellingen verkoop@cbs.nl Fax (045) Internet ISSN: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld X-42

3 Samenvatting In 2005 waren er in Nederland 1,3 miljoen personen van jaar die geen inkomsten uit werk of uitkering hadden en geen onderwijs volgden dit is 12 procent van de totale bevolking van jaar. Deze personen vormen het arbeidspotentieel zonder (arbeidsgerelateerde) inkomsten. Over de samenstelling naar achtergrondkenmerken en het willen van en de kans op werk van het arbeidspotentieel zonder inkomsten is met name op wijkniveau nog weinig bekend. De Raad voor Werk en Inkomen heeft het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek gevraagd te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn het arbeidspotentieel zonder inkomsten op wijkniveau te karakteriseren en eerste uitkomsten te berekenen voor Nederland, de acht steden die deelnemen aan dit pilot onderzoek en de krachtwijken in die steden. Dit rapport bevat een beschrijving van deze eerste uitkomsten. Het arbeidspotentieel zonder inkomsten bestaat grotendeels uit vrouwen: ruim één derde is een autochtone vrouw van jaar met partner en in totaal is driekwart vrouw. Daarnaast is er een oververtegenwoordiging van jarige niet-westerse allochtone mannen: 15 procent van hen behoort tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten tegenover 3 procent van de autochtone mannen in die leeftijd. Ook allochtone vrouwen met partner zijn relatief gezien oververtegenwoordigd: 32 procent van alle niet-westerse allochtone vrouwen die samenwonen of getrouwd zijn behoort tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten tegen 23 procent van de autochtone vrouwen met partner. Het arbeidspotentieel zonder inkomsten is niet alleen divers in samenstelling maar ook in loopbaandynamiek. Als eerste aanzet voor het in kaart brengen van de loopbaandynamiek is een onderverdeling gemaakt naar personen met een baanverleden (wel een baan in de afgelopen vijf jaar) en personen zonder baanverleden (geen baan in de afgelopen vijf jaar). Landelijk gezien heeft één derde van het arbeidspotentieel zonder inkomsten een baanverleden. Personen met een baanverleden zijn relatief jonger en vaker man dan personen die in de afgelopen vijf jaar geen baan hebben gehad. In alle krachtwijken en deelnemende gemeenten in dit onderzoek heeft een groter deel van het arbeidspotentieel zonder inkomsten een baanverleden dan landelijk. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005

4

5 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding Onderzoeksopdracht Het arbeidspotentieel zonder inkomsten Aanleiding en doel van het onderzoek Inhoud van dit rapport Eerder onderzoek door het Centrum voor Beleidsstatistiek 9 2. Uitkomsten Inleiding De potentiële beroepsbevolking Van potentiële beroepsbevolking naar arbeidspotentieel zonder inkomsten Wie vormen het arbeidspotentieel zonder inkomsten? Loopbaandynamiek van het arbeidspotentieel zonder inkomsten Beschrijving van het onderzoek Onderzoekspopulatie Onderzoeksmethode Bronbestanden Kwaliteit van de uitkomsten Toelichting bij de gebruikte begrippen en literatuurlijst Begrippen Afkortingen Literatuurlijst 25 Tabellenset 30 Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

6

7 1. Inleiding 1.1 Onderzoeksopdracht De arbeidsmarkt is continu in beweging. Personen treden toe en verlaten (vrijwillig of onvrijwillig) de arbeidsmarkt weer. Het beleid van het kabinet is erop gericht de arbeidsparticipatie te verhogen. Niet alleen onder uitkeringsgerechtigden, maar onder alle personen die niet werken. De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) voert samen met het Nicis Institute (Nicis) een pilot uit om te bepalen welke gegevens gemeenten kunnen ondersteunen bij het vergroten van de arbeidsparticipatie van personen zonder werk of uitkering. De volgende gemeenten nemen aan de pilot deel: Alkmaar, Arnhem, Amsterdam, Dordrecht, Eindhoven, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De RWI en het Nicis hebben het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-CvB) gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is personen zonder werk of uitkering per wijk te karakteriseren naar achtergrondkenmerken en het willen van en de kans op werk. Belangrijke begrippen Potentiële beroepsbevolking Alle personen van 15 tot en met 64 jaar. Arbeidspotentieel zonder AO-, WW- of bijstandsuitkering Het arbeidspotentieel zonder AO-, WW- of bijstandsuitkering (hierna arbeidspotentieel zonder uitkering) bestaat uit alle personen van jaar die op het peilmoment: geen baan in loondienst hebben, en niet gevonden worden in de onderwijsregistraties van het voortgezet onderwijs, het mbo en het hoger onderwijs, en geen AO-, WW- of bijstandsuitkering ontvangen. Arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen Het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen bestaat uit dat deel van het arbeidspotentieel zonder uitkering dat in het peiljaar geen aangifte heeft gedaan van inkomsten als zelfstandige. Arbeidspotentieel zonder arbeidsgerelateerde inkomsten Het arbeidspotentieel zonder arbeidsgerelateerde inkomsten (hierna arbeidspotentieel zonder inkomsten) bestaat uit het deel van het arbeidspotentieel zonder uitkering dat: in het peiljaar geen aangifte heeft gedaan van inkomsten als zelfstandige, en in het peiljaar geen aangifte heeft gedaan van inkomsten uit overige arbeid (bijvoorbeeld als alfahulp) of arbeid in het buitenland, en op het peilmoment geen overige uitkering ontving (bijvoorbeeld een VUT-uitkering of ANW-uitkering). Personen in het arbeidspotentieel zonder inkomsten hebben mogelijk nog wel inkomsten die niet direct gerelateerd zijn aan arbeid, zoals alimentatie, kinderbijslag of inkomsten uit eigen vermogen. Arbeidspotentieel met baanverleden Het arbeidspotentieel met baanverleden is het deel van het arbeidspotentieel dat in de vijf jaar voorafgaand aan het peilmoment minstens één baan in loondienst had. Arbeidspotentieel zonder baanverleden Het arbeidspotentieel zonder baanverleden is het deel van het arbeidspotentieel dat in de vijf jaar voorafgaand aan het peilmoment geen baan in loondienst had. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

8 1.2 Het arbeidspotentieel zonder inkomsten In dit onderzoek wordt het arbeidspotentieel zonder arbeidsongeschiktheids(ao)-, werkloosheids(ww)- of bijstandsuitkering gedefinieerd als personen van 15 tot en met 64 jaar die op het peilmoment geen baan in loondienst hebben, geen AO-, WW- of bijstandsuitkering ontvangen en niet gevonden worden in de onderwijsregistraties van het voortgezet onderwijs (vo), het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het hoger onderwijs (ho). Dit wil niet zeggen dat deze personen geen inkomsten hebben. Een deel van het arbeidspotentieel zonder AO- WW- of bijstandsuitkering is bijvoorbeeld werkzaam als zelfstandige of freelancer of heeft inkomsten uit alimentatie, huurtoeslag of kinderbijslag. Bovendien ontvangt een deel van het arbeidspotentieel zonder AO-, WW- of bijstandsuitkering inkomsten uit een overige uitkering (bijvoorbeeld een VUT-uitkering of nabestaanden(anw)-uitkering). In dit onderzoek zijn over de volgende drie groepen uitkomsten berekend: het arbeidspotentieel zonder AO-, WW- of bijstandsuitkering (hierna arbeidspotentieel zonder uitkering); het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen; het arbeidspotentieel zonder arbeidsgerelateerde inkomsten (hierna arbeidspotentieel zonder inkomsten). Daarnaast is een eerste aanzet gemaakt tot het in kaart brengen van de loopbaandynamiek van het arbeidspotentieel. Personen zijn ingedeeld in een deel dat in de afgelopen vijf jaar geen baan in loondienst had (zonder baanverleden) en een deel dat in de afgelopen vijf jaar wel één of meerdere banen in loondienst had (met baanverleden). 1.3 Aanleiding en doel van het onderzoek Eerder onderzoek door CBS-CvB laat zien dat één op de vijf personen zonder werk of uitkering wel wil werken. In de krachtwijken is dit percentage hoger dan landelijk (Participatiepotentieel in de aandachtswijken, CBS 2007). Ook (of liever nog juist) in de krachtwijken liggen kansen om de arbeidsparticipatie van het arbeidspotentieel zonder uitkering te verhogen. De samenstelling van het arbeidspotentieel zonder uitkering is divers: er zijn grote verschillen in arbeidsverleden, het wel of niet willen van werk en de kans op het krijgen van werk. Over de kenmerken van het arbeidspotentieel zonder uitkering op wijkniveau is echter nog weinig bekend. Bovendien staan zij in tegenstelling tot personen met een uitkering over het algemeen niet geregistreerd bij een Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) 1), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) of de gemeente. Enerzijds is het arbeidspotentieel zonder uitkering in de krachtwijken dus voor gemeenten een relevante groep om beleid om de arbeidsparticipatie te verhogen voor te maken. Anderzijds is het lastig dit beleid specifiek te maken omdat de omvang en de samenstelling van het arbeidspotentieel zonder uitkering per wijk niet bekend is. In dit onderzoek is op verzoek van de RWI onderzocht of en op welke wijze per wijk gegevens over de omvang, samenstelling en het willen van en de kans op werk van het arbeidspotentieel zonder uitkering berekend kunnen worden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee fasen. De eerste fase is inmiddels afgerond en had twee doelen: 1. Het leveren van eerste uitkomsten per krachtwijk in de aan de pilot deelnemende gemeenten: de omvang, de samenstelling naar de demografische kenmerken en de loopbaandynamiek van het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen en het arbeidspotentieel zonder inkomsten. 2. Het verkennen van de mogelijkheden het arbeidspotentieel zonder uitkering per wijk te karakteriseren naar het willen van en de kans op werk. 1) Sinds 1 januari 2009 zijn CWI en UWV samengegaan in het UWV. Omdat dit onderzoek over 2005 en 2007 gaat, wordt nog gesproken over CWI en UWV afzonderlijk. 8 Centraal Bureau voor de Statistiek

9 In overleg met de RWI, het Nicis en de gemeenten wordt op basis van de resultaten van de eerste fase besloten hoe en op welke wijze fase twee van het onderzoek uitgevoerd kan worden. Het doel van de tweede fase is het arbeidspotentieel zonder inkomsten per krachtwijk te typeren naar het willen van en de kans op werk. 1.4 Inhoud van dit rapport Dit rapport bevat een beknopte beschrijving van de belangrijkste uitkomsten, een toelichting op de onderzoeksmethode en de tabellenset met eerste uitkomsten per krachtwijk. Hoofdstuk twee beschrijft de belangrijkste uitkomsten uit de tabellenset op landelijk niveau en gaat in op drie krachtwijken in het bijzonder. De bevolkingssamenstelling van deze drie krachtwijken verschilt sterk en samen zijn zij representatief voor de wijken in dit onderzoek. De focus in dit hoofdstuk ligt op het arbeidspotentieel zonder inkomsten en niet op het arbeidspotentieel zonder uitkering. Een groot deel van het arbeidspotentieel zonder uitkering is zelfstandige of heeft een VUT-uitkering of ontvangt (pre)pensioen in het arbeidspotentieel zonder inkomsten zijn deze personen niet opgenomen. De uitkomsten over het arbeidspotentieel zonder inkomsten zijn daardoor makkelijker te interpreteren. In hoofdstuk drie staat een toelichting op de gevolgde onderzoeksmethode en de kwaliteit van de uitkomsten. Hoofdstuk vier bevat de begrippenlijst, lijst van afkortingen en de literatuurlijst. De tabellenset is opgenomen als bijlage en hierin staan de uitkomsten per krachtwijk voor alle krachtwijken in de aan de pilot deelnemende gemeenten. Tabel 1 tot en met tabel 6 geeft informatie per wijk over de omvang en samenstelling van het arbeidspotentieel zonder uitkering en het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Tabel 1a en 1b zetten het arbeidspotentieel af tegen het aantal personen met een baan en met een uitkering in respectievelijk 2005 en In tabel 2 tot en met 6 heeft tabel a betrekking op het arbeidspotentieel zonder uitkering en tabel b op het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Tabel 2 geeft informatie over het baanverleden van het arbeidspotentieel dat wil zeggen welk deel van het arbeidspotentieel in de afgelopen vijf jaar een baan had. Tabel 3 tot en met 6 geven de samenstelling van het arbeidspotentieel naar demografische achtergrondkenmerken. Tabel 7 en 8 tonen welk deel van het arbeidspotentieel ingeschreven is bij het CWI als niet-werkende werkzoekende naar krachtwijk en naar diverse achtergrondkenmerken. 1.5 Eerder onderzoek door het Centrum voor Beleidsstatistiek CBS-CvB heeft eerder voor de RWI onderzoek gedaan naar het willen van werk van personen met en zonder uitkering (Wie willen er werk? Participatiepotentieel in 2005 en 2006 (CBS, 2007) en Participatiepotentieel in de aandachtswijken, (CBS, 2007)). De aantallen in dit eerdere onderzoek zijn echter niet vergelijkbaar met de aantallen in dit onderzoek vanwege verschillen in de onderzoeksmethode. In het eerdere onderzoek is op basis van een steekproef vastgesteld of personen werkten (betaalde arbeid verrichten) en of zij voltijd onderwijs volgden. In dit onderzoek is op basis van registraties bepaald of iemand een baan heeft (een dienstverband heeft) of onderwijs volgt. Bovendien werd in het eerdere onderzoek een jaargemiddelde berekend, terwijl in dit onderzoek aantallen op de laatste vrijdag van de maand september zijn bepaald. CBS-CvB berekent kenmerken van de krachtwijken in de Outcomemonitor Wijkenaanpak (CBS, 2007). Jaarlijks worden nieuwe uitkomsten toegevoegd. De gegevens uit de Outcomemonitor vullen de uitkomsten in deze rapportage aan en plaatsen de uitkomsten in perspectief. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

10 2. Uitkomsten 2.1 Inleiding In deze eerste fase van het onderzoek zijn per wijk gegevens berekend over de omvang van het arbeidspotentieel zonder uitkering, het arbeidspotentieel exclusief zelfstandigen en het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Bovendien is per wijk de samenstelling van het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen en het arbeidspotentieel zonder inkomsten naar geslacht, leeftijd, herkomstgroepering, baanverleden en CWI-inschrijving bepaald. Al deze gegevens staan in de tabellenset achter in dit rapport en geven de gemeenten een overzicht van de samenstelling van het arbeidspotentieel in hun krachtwijken. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek besproken. De focus van dit hoofdstuk ligt bij het arbeidspotentieel zonder inkomsten. In paragraaf 2.2 staat een beschrijving van de samenstelling van de potentiële beroepsbevolking. Paragraaf 2.3 laat zien welk deel van de potentiële beroepsbevolking wel arbeidsgerelateerde inkomsten heeft of onderwijs volgt en dus niet tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten behoort. Paragraaf 2.4 en 2.5 beschrijven het arbeidspotentieel zonder inkomsten naar respectievelijk demografische achtergrondkenmerken en baanverleden. Elke paragraaf begint met een beschrijving van de uitkomsten op landelijk niveau. Dan volgen de opvallende uitkomsten voor een drietal wijken: de Haagse Schilderswijk, de Bijlmer in Amsterdam en Vreewijk in Rotterdam. Deze wijken verschillen onderling sterk wat betreft de samenstelling van de potentiële beroepsbevolking en zijn gekozen omdat zij representanten zijn van drie verschillende groepen binnen het arbeidspotentieel zonder uitkomsten: de allochtone vrouw met partner, de allochtone man zonder partner en de autochtone vrouw met een partner. Allochtone vrouwen met partner vormen het grootste deel van het arbeidspotentieel zonder inkomsten in de Schilderswijk, de Bijlmer is de enige wijk in deze pilot waar het arbeidspotentieel zonder inkomsten in meerderheid uit mannen bestaat en autochtone vrouwen met een partner vormen het grootste deel van het arbeidspotentieel zonder inkomsten in Vreewijk. 2.2 De potentiële beroepsbevolking Deze paragraaf beschrijft de samenstelling van de potentiële beroepsbevolking. Wat zijn de achtergrondkenmerken van de jarigen in Nederland? Paragraaf 2.4 gebruikt deze gegevens om aan te geven of binnen het arbeidspotentieel zonder inkomsten groepen zijn oververtegenwoordigd. Ruim 11 miljoen jarigen in Nederland In 2005 telde Nederland ruim 11 miljoen personen in de leeftijd van jaar. Het aandeel mannen en vrouwen is in deze leeftijdsgroep gelijk. 18 procent is tussen de 15 en 25 jaar oud, 43 procent tussen de 25 en 45 jaar en 39 procent is tussen de 45 en 65 jaar. Het merendeel (63 procent) van de jarigen is samenwonend of getrouwd. Van de 20 procent alleenstaanden heeft één op de vijf één of meer inwonende kinderen. De potentiële beroepsbevolking bestaat voornamelijk uit autochtonen (80 procent) met daarnaast ongeveer evenveel westerse allochtonen als niet-westerse allochtonen (respectievelijk 9 en 11 procent). Potentiële beroepsbevolking in Den Haag Schilderswijk en jong In de Haagse Schilderswijk wonen vooral niet-westerse allochtonen. Eerder onderzoek laat zien dat dit voornamelijk allochtonen van Turkse afkomst zijn. Daarnaast wonen in de 10 Centraal Bureau voor de Statistiek

11 1. Personen van jaar naar demografische kenmerken (landelijk), 2005 Man Vrouw Samenwonend of getrouwd Alleenstaand met kinderen Alleenstaand zonder kinderen Overig jaar jaar jaar Autochtoon Westers Niet-westers % Schilderswijk ook veel Marokkanen en Surinamers. De Schilderswijk heeft in vergelijking met de rest van Nederland een relatief jonge bevolking. Het aandeel jarigen is 29 procent, terwijl in Nederland 39 procent van de jarigen tot deze leeftijdscategorie behoort. Ruim de helft van de jarigen is niet samenwonend of getrouwd. 22 procent is alleenstaand zonder kinderen. Dit is ruim boven het landelijk gemiddelde. Ook het aantal overige huishoudleden is met 22 procent hoog. Dit zijn voornamelijk bij hun ouders inwonende kinderen. In de Schilderswijk wonen relatief veel allochtone vrouwen van jaar met een partner en veel jonge mannen. Samen vormen deze groepen bijna een derde van de totale potentiële beroepsbevolking. Het aandeel allochtone vrouwen van jaar met partner in de totale potentiële beroepsbevolking is 19 procent. Het aandeel jonge mannen is 13 procent. In het vervolg van dit hoofdstuk worden deze groepen verder uitgelicht. Veel alleenstaanden onder jarigen in Amsterdam Bijlmer Bijna de helft van de jarigen in de Amsterdamse Bijlmer is alleenstaand. Dit is ruim twee keer zoveel als landelijk. Een kwart van de alleenstaanden heeft één of meerdere kinderen. Slechts één derde van de jarigen is samenwonend of getrouwd. Ook in de Bijlmer wonen, net als in de Schilderswijk, vooral niet-westerse allochtonen. De landen van herkomst verschillen echter van de Schilderswijk. In de Bijlmer zijn de allochtonen vaker van Antilliaanse en Arubaanse afkomst. De leeftijdsopbouw in de Bijlmer is vergelijkbaar met de Schilderswijk in Den Haag. In de Bijlmer wonen relatief veel niet-westerse allochtone mannen van jaar zonder partner. Het aandeel van deze groep is 17 procent. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt deze groep verder uitgelicht. Potentiële beroepsbevolking Rotterdam Vreewijk vaak autochtoon en relatief oud In Rotterdam Vreewijk wonen juist veel autochtonen. 71 procent autochtonen is nog steeds lager dan het landelijke gemiddelde, maar voor een krachtwijk in de vier grote steden is het aandeel autochtonen hoog. Bijna de helft van de inwoners van Vreewijk is 45 jaar of ouder en de inwoners van Vreewijk zijn hiermee ouder dan gemiddeld. Ruim de helft van de jarigen is samenwonend of getrouwd, dit is iets lager dan het landelijk gemiddelde. In Vreewijk wonen relatief veel autochtone vrouwen van jaar met partner. Zij vormen 12 procent van de potentiële beroepsbevolking in Vreewijk. Verderop in dit hoofdstuk wordt deze groep uitgelicht. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

12 2. Personen van jaar in Vreewijk, Schilderswijk en Bijlmer naar demografische kenmerken, 2005 Man Vrouw Samenwonend of getrouwd Alleenstaand met kinderen Alleenstaand zonder kinderen Overig jaar jaar jaar Autochtoon Westers Niet-westers % Vreewijk Bijlmer Schilderswijk Landelijk 2.3 Van potentiële beroepsbevolking naar arbeidspotentieel zonder inkomsten Onderwijsvolgenden, werknemers, personen met een AO-, WW- of bijstandsuitkering of overige inkomsten uit arbeid of uitkering behoren niet tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Deze paragraaf maakt zichtbaar hoe groot deze groepen zijn binnen de potentiële beroepsbevolking. Bijna 90 procent volgt onderwijs of heeft inkomsten uit werk of uitkering In 2005 had 79 procent (8,7 miljoen personen) van alle jarigen een baan in loondienst of een AO-, WW- of bijstandsuitkering of volgde onderwijs aan het vo, mbo of ho (op basis van de onderwijsregistraties). Daarnaast had 9 procent (1,0 miljoen personen) andere arbeidsgerelateerde inkomsten, bijvoorbeeld omdat zij werkzaam waren als zelfstandige of een VUT-uitkering ontvingen. In totaal had daarmee 88 procent van de potentiële beroepsbevolking inkomsten gerelateerd aan arbeid of uitkering of volgde onderwijs. Van de potentiële beroepsbevolking naar het arbeidspotentieel zonder inkomsten In 2005 had 63 procent van alle jarigen een baan in loondienst. 2 procent van de potentiële beroepsbevolking had een werkloosheidsuitkering, 8 procent een arbeidsonge- 3. Percentage werknemers, personen met WW-, AO- of bijstandsuitkering en onderwijsvolgenden (vo, mbo, ho) (landelijk), 2005 Werknemers Personen met WW uitkering Personen met AO uitkering Personen met Bijstandsuitkering Onderwijsvolgenden vo, mbo, ho % 12 Centraal Bureau voor de Statistiek

13 schiktheidsuitkering en 4 procent een bijstandsuitkering. 13 procent van alle jarigen volgde onderwijs aan het vo, mbo of ho (volgens de onderwijsregistraties). Deze percentages tellen niet op tot 79 procent omdat personen in meerdere categorieën voor kunnen komen. De overige 21 procent (2,3 miljoen personen) vormden het arbeidspotentieel zonder uitkering. Van het arbeidspotentieel zonder uitkering was 25 procent werkzaam als zelfstandige. Daarnaast had 21 procent overige arbeidsgerelateerde inkomsten, bijvoorbeeld uit arbeid in het buitenland of een VUT-uitkering. De overige 1,3 miljoen personen vormden het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Overige arbeid gerelateerde inkomsten voornamelijk bij jarigen De overige arbeidsgerelateerde inkomsten zijn voornamelijk VUT-uitkeringen en (pre)pensioenen. Vooral autochtonen van jaar hebben overige arbeidsgerelateerde inkomsten. Deze groep, personen met VUT en prepensioen, is overigens een interessante groep voor gemeenten. Met het oog op de vergrijzing wil de overheid deze personen behouden voor de arbeidsmarkt. De financiële noodzaak om te werken is voor deze groep echter kleiner. 4. Arbeidspotentieel exclusief zelfstandigen naar bron overige arbeidsgerelateerde inkomsten (landelijk), 2005 Overige arbeid Arbeid buitenland Overige pensioenen, lijfrenten ANW/AWW Ziektew et Overige uitkeringen Uitkering buitenland N.B. Personen met inkomsten uit meerdere bronnen zijn alleen geteld bij de bron met de hoogste inkomsten 2.4 Wie vormen het arbeidspotentieel zonder inkomsten? In de tabellenset achter in dit rapport staat per wijk de omvang en samenstelling van het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Deze paragraaf beschrijft de belangrijkste uitkomsten, eerst landelijk en vervolgens voor de Schilderswijk, de Bijlmer en Vreewijk. Driekwart arbeidspotentieel zonder inkomsten is vrouw In 2005 behoorden 1,3 miljoen personen tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Dit is 12 procent van alle jarigen. Ruim drie kwart is vrouw. Mannen hebben niet alleen vaker een baan, maar relatief ook vaker overige inkomsten zoals een (pre)pensioen. Relatief veel autochtone vrouwen met partner Het arbeidspotentieel zonder inkomsten bestaat voor een groot deel uit autochtone vrouwen in de leeftijd van jaar met partner. Landelijk gezien is dit 36 procent. 16 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten bestaat uit autochtone vrouwen van jaar met partner. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

14 5. Arbeidspotentieel zonder inkomsten naar demografische kenmerken (landelijk), 2005 Man Vrouw Samenwonend of getrouwd Alleenstaand met kinderen Alleenstaand zonder kinderen Overig jaar jaar jaar Autochtoon Westers Niet-westers % Allochtone vrouwen met partner oververtegenwoordigd Hoewel allochtone vrouwen met partner absoluut gezien geen grote groep vormen binnen het arbeidspotentieel zonder inkomsten, komen ze relatief wel veel voor. Van alle niet-westerse allochtone vrouwen die samenwonend of getrouwd zijn, behoort 32 procent tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Van alle westerse allochtone vrouwen met partner is dit 27 procent. Onder autochtone vrouwen met partner is dit 23 procent. 6. Percentage arbeidspotentieel zonder inkomsten binnen de potentiële beroepsbevolking van vrouwen met partner (landelijk), 2005 Vrouw, samenwonend of getrouwd, autochtoon Vrouw, samenwonend of getrouwd, westers Vrouw, samenwonend of getrouwd, niet-westers % Arbeidspotentieel zonder inkomsten Relatief veel jonge allochtone mannen Van alle niet-westerse allochtone mannen in de leeftijd van jaar behoort ruim 15 procent tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Bij westerse allochtonen van deze leeftijd is dit ook hoog met 13 procent. Hoewel deze groepen in aantallen niet zo heel groot zijn, zijn ze wel opvallend. Onder autochtone mannen van jaar is het percentage arbeidspotentieel zonder inkomsten namelijk veel lager met 3 procent. Bij de jarigen is dezelfde trend te zien: 18 procent van de niet-westerse allochtone mannen en 13 procent van de westerse allochtonen mannen behoort tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten tegen 3 procent van de autochtone mannen. Bij de jarigen zijn de percentages echter lastiger te interpreteren door een onderschatting van het aantal personen dat onderwijs volgt (zie paragraaf 3.4). 14 Centraal Bureau voor de Statistiek

15 7. Percentage arbeidspotentieel zonder inkomsten binnen de potentiële beroepsbevolking van mannen jaar (landelijk), 2005 Man, jaar, autochtoon Man, jaar, westers Man, jaar, niet-westers % Arbeidspotentieel zonder inkomsten In Schilderswijk niet-westerse allochtone vrouwen oververtegenwoordigd In 2005 bestond het arbeidspotentieel zonder inkomsten in de Schilderswijk uit 3,6 duizend personen. Dit is 18 procent van het totaal aantal inwoners van jaar. De Schilderswijk heeft daarmee het op één na hoogste aandeel arbeidspotentieel zonder inkomsten van alle wijken in de pilot. In de Schilderswijk bestaat het arbeidspotentieel zonder inkomsten voor 37 procent uit allochtone vrouwen in de leeftijd van jaar die samenwonend of getrouwd zijn. Deze groep is daarmee sterk oververtegenwoordigd. In de Schilderswijk beslaat deze groep namelijk maar 19 procent van de potentiële beroepsbevolking. Daarnaast zijn er in de Schilderswijk ook veel jonge mannen zonder inkomsten. Relatief gezien zijn het net zo vaak allochtone als autochtone mannen. Van de jonge mannen heeft ruim 20 procent geen inkomsten uit werk of uitkering en is ook niet schoolgaand. Dit percentage is veel hoger dan landelijk. Landelijk behoort slechts 8 procent van alle jonge mannen tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Veel alleenstaande mannen in de Bijlmer 2,3 duizend personen behoorden in 2005 tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten in de Bijlmer. Dit is 15 procent van alle jarigen in de Bijlmer. De Bijlmer heeft een hoger aandeel arbeidspotentieel zonder inkomsten dan landelijk (12 procent) en de gemeente Amsterdam (13 procent). De Bijlmer is de enige wijk binnen dit onderzoek waar meer mannen tot het arbeidspotentieel zonder inkomsten behoren dan vrouwen. Het gaat hierbij vooral om niet-westerse allochtone mannen. Zij zijn ofwel jaar en alleenstaand, of ze zijn jonger en nog inwonend bij hun ouders. Het aandeel alleenstaande of inwonende allochtone mannen in de leeftijd jaar is in de Bijlmer 19 procent van de potentiële beroepsbevolking en 23 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten. De vrouwen die geen inkomsten hebben, zijn vaak samenwonend of getrouwd. In Vreewijk vooral autochtone oudere vrouwen met partner zonder inkomsten In 2005 bestond het arbeidspotentieel zonder inkomsten in Vreewijk uit 1,1 duizend personen, 13 procent van de totale potentiële beroepsbevolking. Dit is vergelijkbaar met het landelijke percentage arbeidspotentieel zonder inkomsten (12 procent) en het percentage in heel Rotterdam (13 procent). Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

16 In Vreewijk bestaat driekwart van het arbeidspotentieel zonder inkomsten uit vrouwen. Bijna de helft van deze vrouwen is autochtoon, samenwonend of gehuwd en jaar oud. Ze zijn daarmee sterk oververtegenwoordigd vergeleken met hun aandeel in de potentiële beroepsbevolking in Vreewijk. Daarin hebben ze een aandeel van 12 procent, terwijl ze 37 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten vormen. 2.5 Loopbaandynamiek arbeidspotentieel zonder inkomsten Het arbeidspotentieel zonder inkomsten heeft geen inkomsten uit arbeid of uitkering en volgt geen onderwijs. Dat wil echter niet zeggen dat zij eerder geen baan of uitkering gehad hebben. Het in kaart brengen van de loopbaandynamiek van het arbeidspotentieel zonder inkomsten geeft inzicht in welke personen dichter of verder van de arbeidsmarkt af staan en dus ook welke groepen met welk beleid het best begeleid worden bij het vinden van werk. Als eerste aanzet tot het in kaart brengen van de loopbaandynamiek is gekeken wie van het arbeidspotentieel zonder inkomsten in de afgelopen vijf jaar ooit een baan in loondienst had het arbeidspotentieel met baanverleden. Alle banen zijn hierbij meegeteld, ook bijbanen van slechts enkele uren in de week. Personen die in de afgelopen vijf jaar geen baan hebben gehad vormen het arbeidspotentieel zonder baanverleden. Het vervolg van de paragraaf gaat over de omvang en de samenstelling van het arbeidspotentieel met en het arbeidspotentieel zonder baanverleden. Arbeidspotentieel in krachtwijken vaker een baan in afgelopen vijf jaar Van het arbeidspotentieel zonder inkomsten in 2005 had twee derde (830 duizend personen) niet alleen op dit moment geen arbeidsgerelateerde inkomsten, maar ook in de afgelopen vijf jaar geen baan. Zij vormden het arbeidspotentieel zonder baanverleden. 450 duizend personen hadden wel een baan in de afgelopen vijf jaar. Zij vormen het arbeidspotentieel met baanverleden. In de krachtwijken en gemeenten die in dit onderzoek zijn opgenomen heeft het arbeidspotentieel zonder inkomsten vaker een baanverleden dan landelijk, met uitzondering van de wijk Vreewijk in Rotterdam. In Utrecht en Amsterdam had zelfs bijna één op de twee personen in het arbeidspotentieel zonder inkomsten in de afgelopen vijf jaar een baan. 8. Arbeidspotentieel zonder inkomsten naar wel of geen baan in de afgelopen vijf jaar, 2005 Landelijk Wijken in pilot Den Haag Schilderswijk Amsterdam Bijlmer Rotterdam Vreewijk % Eén of meerdere banen in Geen baan in Centraal Bureau voor de Statistiek

17 Arbeidspotentieel met baanverleden relatief jong Het arbeidspotentieel met baanverleden is jonger dan het arbeidspotentieel zonder baanverleden. Binnen het arbeidspotentieel met baanverleden zijn de jarigen met 233 duizend (ongeveer 50 procent) de grootste groep. Binnen het arbeidspotentieel zonder baanverleden vormen juist de jarigen met 509 duizend (ongeveer 60 procent) het leeuwendeel. 20 procent van het arbeidspotentieel met baanverleden is tussen de 15 en 25 jaar dit is twee keer zoveel als van het totale arbeidspotentieel zonder inkomsten. Zowel bij het arbeidspotentieel met als zonder baanverleden zijn vrouwen in de meerderheid. Van het arbeidspotentieel met baanverleden is ruim 60 procent vrouw, bij het arbeidspotentieel zonder baanverleden 85 procent. 9. Samenstelling arbeidspotentieel zonder inkomsten naar baanverleden, geslacht en huishoudenspositie (landelijk), 2005 % Geen baan in Eén of meerder banen in Vrouw, samenwonend of getrouwd Man, niet samenwonend of getrouwd Vrouw, niet samenwonend of getrouwd Man, samenwonend of getrouwd Ouderen en vrouwen vaker geen baan in afgelopen vijf jaar Jongeren en mannen hadden in de afgelopen vijf jaar vaker een baan dan ouderen en vrouwen. Van alle jarigen hadden zes op de tien in de afgelopen vijf jaar een baan. Bij de jarigen was dit slechts twee op de tien. Het is te verwachten dat de banen van deze jongeren voor een groot deel kleine bijbanen of vakantiewerk zijn geweest dit is echter niet onderzocht in dit onderzoek. 10. Percentage personen met een baan in binnen arbeidspotentieel zonder inkomsten naar demografische kenmerken (landelijk), 2005 Totaal Autochtoon Niet-westers Westers jaar jaar jaar Man, niet samenwonend of getrouwd Man, samenwonend of getrouwd Vrouw, niet samenwonend of getrouwd Vrouw, samenwonend of getrouwd % Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

18 Samenwonende en getrouwde vrouwen hadden veel minder vaak een baan dan mannen. Van alle samenwonende of getrouwde vrouwen in het arbeidspotentieel zonder inkomsten had slechts een kwart in de afgelopen vijf jaar een baan. Bij de mannen was dit bijna 60 procent. Vrouwen zonder partner hadden vaker een baan dan vrouwen met partner. Mannen met en zonder partner hadden even vaak een baan. Arbeidspotentieel met baanverleden vaker ingeschreven bij CWI Van de 1,3 miljoen personen in het arbeidspotentieel zonder inkomsten stond op peilmoment landelijk 5 procent ingeschreven als niet-werkend werkzoekende bij het CWI. Het arbeidspotentieel zonder inkomsten heeft geen uitkering en daarmee ook geen verplichting om zich in te schrijven. De 63 duizend personen die toch ingeschreven staan bij het CWI zijn dus blijkbaar op zoek naar werk. In alle krachtwijken in dit onderzoek ligt het percentage ingeschrevenen fors hoger dan landelijk, met als uitschieter de Arnhemse wijk Het Arnhemse Broek waar 17 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten staat ingeschreven. Het arbeidspotentieel met baanverleden schrijft zich vaker in dan het arbeidspotentieel zonder baanverleden landelijk is 9 procent van het arbeidspotentieel met baanverleden ingeschreven tegen 3 procent van het arbeidspotentieel zonder baanverleden. Ook in alle gemeenten in dit onderzoek schrijft het arbeidspotentieel met baanverleden zich twee tot drie keer vaker in dan het arbeidspotentieel zonder baanverleden. Jongeren in Schilderswijk minder vaak een baan in afgelopen vijf jaar In Den Haag Schilderswijk heeft 44 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten een baanverleden. Net als landelijk hebben ook in de Schilderswijk mannen vaker een baan gehad dan vrouwen en jongeren vaker dan ouderen. Relatief gezien hebben de jongeren in de Schilderswijk minder vaak een baanverleden 50 procent van hen had in de afgelopen vijf jaar een baan tegen 60 procent landelijk. In de Schilderswijk staat 18 procent van het arbeidspotentieel met baanverleden ingeschreven bij het CWI in slechts drie wijken in dit onderzoek is het percentage ingeschrevenen in het arbeidspotentieel met baanverleden hoger. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in Bijlmer vaak een baan in afgelopen vijf jaar In de Amsterdam Bijlmer heeft 53 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten in de afgelopen vijf jaar een baan gehad dat is het hoogste percentage van alle wijken in dit onderzoek. Dat is niet verwonderlijk gezien de samenstelling van de Bijlmer relatief jong en veel alleenstaanden. Net als landelijk hebben ook in de Bijlmer mannen vaker een baan gehad dan vrouwen en jongeren vaker dan ouderen. Zowel samenwonende als niet samenwonende vrouwen in de Bijlmer hebben vaker een baanverleden dan landelijk. Opvallend zijn de ouderen in de Bijlmer vier op de tien van de jarigen had een baan in de afgelopen vijf jaar tegen twee op de tien landelijk. Het percentage ingeschreven bij het CWI is in de Bijlmer vergelijkbaar met het gemiddelde van de wijken in dit onderzoek. Vreewijk laagste percentage arbeidspotentieel met baanverleden Rotterdam Vreewijk heeft met 31 procent het laagste aandeel arbeidspotentieel met baanverleden van alle onderzochte wijken in dit onderzoek. Dat hangt samen met het hoge percentage samenwonende en getrouwde vrouwen in Vreewijk. Bovendien hadden deze vrouwen minder vaak dan gemiddeld een baan in de afgelopen vijf jaar. Landelijk heeft een kwart van de samenwonende vrouwen in het arbeidspotentieel zonder inkomsten een baanverleden, in Vreewijk is dit nog geen 20 procent. In Vreewijk staat 8 procent van het arbeidspotentieel zonder inkomsten ingeschreven bij het CWI dit is laag vergeleken met de overige krachtwijken in Rotterdam en vergelijkbaar met het gemiddelde van Rotterdam als geheel (9 procent ingeschrevenen). 18 Centraal Bureau voor de Statistiek

19 3. Beschrijving van het onderzoek 3.1 Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie bestaat uit alle personen van 15 tot en met 64 jaar die op het peilmoment in Nederland woonden, geen baan in loondienst hadden, geen AO-, WW- of bijstandsuitkering ontvingen en niet gevonden werden in de onderwijsregistratie van het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs. Dit is het arbeidspotentieel zonder uitkering. Een belangrijk deel van de tabellen gaan over het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen en het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Tabellen 1a en 1b tonen, naast het aantal personen in de onderzoekspopulatie, ook het aantal werknemers, het aantal personen met een WW-, AO- of bijstandsuitkering en het aantal onderwijsvolgenden in het vo, mbo en ho op basis van de onderwijsregistraties. In dit onderzoek zijn uitkomsten berekend voor twee peilmomenten: de laatste vrijdag van de maand september in 2005 en de laatste vrijdag van de maand september in Als peilmoment is gekozen voor de laatste vrijdag in september om enerzijds seizoensinvloeden te beperken en anderzijds het peilmoment voor het volgen van onderwijs bij de start van het schooljaar te leggen. 3.2 Onderzoeksmethode Om de uitkomsten te kunnen berekenen zijn verschillende bestanden gecombineerd. Basis vormt de gemeentelijke basisadministratie (GBA). De GBA bevat onder andere gegevens over demografische achtergrondkenmerken en woonwijk. Op persoonsniveau is aan het GBA informatie uit registraties toegevoegd op peilmoment of peiljaar over banen, uitkeringen, aangifte als zelfstandige of van inkomsten uit overige arbeid of uit arbeid in het buitenland en het volgen van onderwijs. Door combinatie van deze gegevens is de onderzoekspopulatie afgeleid. Voor banen en AO-, WW- en bijstandsuitkeringen is ook per persoon teruggekeken tot 2001 of een persoon in deze periode een baan had of een AO-, WW- of bijstandsuitkering heeft ontvangen en een onderverdeling gemaakt naar baanverleden. Op basis van deze gegevens zijn tabellen 1 6 berekend. Voor tabel 7 is naast bovenstaande gegevens ook informatie toegevoegd over het al dan niet ingeschreven staan als niet-werkend werkzoekende bij het CWI. Voor tabel 8 is informatie toegevoegd uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) 2005 over het opleidingsniveau en uit een combinatie van de GBA en het SSB over de inkomsten van de partner en inkomsten van het huishouden. De uitkomsten in deze tabel over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en huishoudenspositie zijn (net als de uitkomsten in de overige tabellen) alleen gebaseerd op registraties. De uitkomsten in deze tabel over opleidingsniveau en inkomsten van de partner en inkomsten van het huishouden zijn op steekproefbasis. Met behulp van de vaste ophooggewichten in de EBB zijn resultaten berekend die representatief zijn voor de onderzoekspopulatie. 3.3 Bronbestanden Gemeentelijke Basisadministratie De GBA is een geautomatiseerd persoonsregistratiesysteem van de gemeenten, in werking sinds 1 oktober In principe staan alle inwoners van een gemeente in de basisadministratie ingeschreven. Dit bestand bevat gegevens als geboortedatum, geslacht, herkomstgroepering en gegevens over huishoudenssamenstelling. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

20 SSB Banen 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 SSB Banen bevat gegevens over alle werknemers in Nederland in een jaar. De gegevens zijn voornamelijk afkomstig uit de verzekerdenadministratie werknemers (VZA), aangevuld met informatie uit de voorheffing loonbelasting (FIBASE) en de Enquête Werkgelegenheid en Lonen (EWL). Een record in het SSB Banen is de baan van een persoon in een aaneengesloten periode. Een persoon met meerdere banen heeft dus meerdere records in het bestand. SSB Zelfstandigen 2005 Het SSB Zelfstandigen bevat gegevens over personen met inkomen uit een eigen bedrijfsvoering. Voor het werken als zelfstandige binnen een jaar zijn geen aanvangs- en beëindigingsdatums bekend. De informatie is afkomstig van de Belastingdienst van circa twee jaar na het verslagjaar. Het aantal zelfstandigen wordt bijgeschat met behulp van het aangiftebestand van het voorgaande verslagjaar. Er wordt aangenomen dat personen met een aangifte als zelfstandige uit het voorgaande verslagjaar, waarvan geen gegevens in het aangiftebestand van het betreffende verslagjaar worden aangetroffen, ook in het verslagjaar als zelfstandige actief zullen zijn. Ten tweede wordt bijgeschat met behulp van het ZFW-indicatiebestand van de Belastingdienst (tot 2006), waarin door de Belastingdienst is aangegeven welke zelfstandigen voor de Ziekenfondswet in aanmerking komen. SSB Overige arbeid 2005 Het SSB Overige arbeid bevat gegevens over de jaarinkomsten van personen uit overige arbeid, zoals vermeld op de aangifte inkomstenbelasting. Personen met inkomsten uit overige arbeid werkten bijvoorbeeld als freelancer, alfahulp of hadden bijverdiensten. SSB Arbeid buitenland 2005 Het SSB Arbeid buitenland bevat gegevens over de jaarinkomsten van personen uit tegenwoordige arbeid in het buitenland, zoals vermeld op de aangifte inkomstenbelasting. SSB Uitkeringen buitenland 2005 Het SSB Uitkeringen buitenland bevat gegevens over de jaarinkomsten van personen uit vroegere arbeid in het buitenland, zoals vermeld op de aangifte inkomstenbelasting. SSB Overige uitkeringen 2005 Het SSB Overige uitkeringen bevat gegevens over uitkeringen die belast zijn via de groene tabel, dat wil zeggen dat het gaat om loon uit een vroegere dienstbetrekking. De bron voor deze uitkeringen is de Fibase (voorheffing loonbelasting). Het gaat, naast ANW-uitkeringen, onder andere om lijfrente-uitkeringen, uitkeringen in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW) en de ziektewet (ZW). Banenrug Dit bestand bevat een beperkte set aan informatie over banen in Nederland. De gegevens zijn afkomstig uit de Polisadministratie. De gegevens in dit bestand hebben een voorlopig karakter. 20 Centraal Bureau voor de Statistiek

21 ANW 2005 en 2007 Het bestand ANW 2005 bevat alle uitkeringen in het kader van de Algemene Nabestaanden Wet, uitgekeerd in Het bestand ANW 2007 bevat alle uitkeringen in het kader van de Algemene Nabestaanden Wet, uitgekeerd in De gegevens zijn afkomstig van de Sociale Verzekeringsbank. Basisbestand re-integratie uitkeringen werk Het basisbestand is een bestand dat is samengesteld uit (delen van) diverse bronbestanden op het gebied van banen, uitkeringen en re-integratie. Het basisbestand bestaat uit een eenduidig gedefinieerde samenhangende set van gegevens per persoon over uitkeringen, re-integratie en werk vanaf Per persoon zijn per maand indicatoren samengesteld die aangeven of er in die maand sprake was van een uitkering, CWIinschrijving, start re-integratie, lopende re-integratie, startende baan, lopende baan of eindigende baan. Het basisbestand is een dynamisch bestand bij het beschikbaar komen van nieuwe gegevens wordt het basisbestand bijgewerkt. Voortgezet Onderwijs en Het bestand Voortgezet Onderwijs bevat uitsluitend het door de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gesubsidieerd voltijd onderwijs. Het totale bekostigde onderwijs is opgenomen (dus niet de particuliere scholen), dat wil zeggen het vmbo (inclusief het leerwegondersteunend onderwijs lwoo ), havo en vwo. Het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zijn nog niet opgenomen in dit bestand. Peilmoment is 1 oktober 2005, respectievelijk Het bestand over schooljaar is vooralsnog een voorlopig bestand. Middelbaar Beroepsonderwijs inschrijvingen en De bestanden mbo-inschrijvingen en bevatten de inschrijvingen in het middelbaar beroepsonderwijs voor de studiejaren 2005/2006 en 2007/2008. De bestanden bevatten uitsluitend het door OCW en LNV gesubsidieerd voltijd onderwijs. Het particulier onderwijs is niet opgenomen in deze bestanden. De bestanden bevatten uitsluitend die leerlingen die op 1 oktober van het schooljaar stonden inschreven in het bekostigd middelbaar beroepsonderwijs en die onderwijsvolgend waren. Dat betekent dat leerlingen die alleen ingeschreven staan voor het doen van een examen niet zijn opgenomen. Hoger onderwijs Het bestand Hoger Onderwijs bevat gegevens over alle inschrijvingen en diploma s in het hoger onderwijs. Het bestand Hoger Onderwijs bevat uitsluitend het door de OCW en LNV gesubsidieerd onderwijs. Het particulier onderwijs is niet opgenomen in dit bestand. De gegevens zijn afkomstig uit het Centraal Register Inschrijvingen Hoger Onderwijs (CRIHO). Ook dit bestand heeft als peilmoment 1 oktober van het betreffende jaar. Enquête Beroepsbevolking 2005 De EBB is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder, die in Nederland wonen met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). De EBB is een steekproef waarop jaarlijks ongeveer 120 duizend personen responderen. Het doel van deze enquête is zicht te krijgen op de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hiertoe wordt informatie verzameld over de positie op de arbeidsmarkt van personen en worden demografische kenmerken van huishoudens vastgelegd. Gegevens worden vastgesteld op het moment van enquêteren. Arbeidspotentieel zonder inkomsten in

22 3.4 Kwaliteit van de uitkomsten Vergelijkbaarheid 2005 en 2007 De cijfers in tabel 1b over 2007 hebben een voorlopige status en zijn beperkt vergelijkbaar met de cijfers uit tabel 1a over Cijfers over zelfstandigen, overige uitkeringen (met uitzondering van ANW-uitkeringen), overige arbeid en arbeid verricht in het buitenland zijn nog niet beschikbaar voor Voor de vaststelling van het aantal personen dat in 2007 behoort tot het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen en het arbeidspotentieel zonder inkomsten is deels gebruik gemaakt van gegegevens uit Er is daarom in 2007 waarschijnlijk sprake van een overschatting van de omvang van het arbeidspotentieel zonder uitkering exclusief zelfstandigen en het arbeidspotentieel zonder inkomsten. Gegevens over banen De start- en einddata van banen in 2006 en 2007 zijn niet voldoende betrouwbaar om per wijk het arbeidspotentieel zonder uitkering vast te stellen. Daarom zijn gegevens over 2007 in dit onderzoek alleen berekend per gemeente en niet per wijk. De verwachting is dat eind 2009 de baangegevens over 2006 en 2007 voldoende betrouwbaar zijn om ook voor deze jaren gegevens over het arbeidspotentieel zonder uitkering op wijkniveau te bepalen. Het volgen van onderwijs Het volgen van onderwijs is in dit onderzoek gebaseerd op de registraties van het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs. In de onderwijsregistraties is alleen door OCW en LNV bekostigd onderwijs opgenomen - het particuliere onderwijs valt buiten de registraties. Ook gegevens over praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zijn nog niet opgenomen in deze registraties. Dat betekent dat het aantal onderwijsvolgenden onderschat wordt. Het CBS publiceert ook aantallen onderwijsvolgenden op basis van de EBB. De EBB is een steekproef waarbij personen onder andere wordt gevraagd of zij onderwijs volgen. Het kan hierbij ook gaan om particulier onderwijs, praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. De aantallen onderwijsvolgenden op basis van de EBB verschillen van de aantallen op basis van de onderwijsregistraties gebruikt in dit onderzoek. Opleidingsniveau en inkomsten van de partner en het huishouden De uitkomsten in tabel 8 over opleidingsniveau en inkomsten van de partner en het huishouden zijn gebaseerd op de EBB. Uitkomsten bepaald op basis van een steekproef hebben altijd een onnauwkeurigheidsmarge. Percentages berekend op randtotalen kleiner dan 30 duizend zijn niet weergegeven omdat de betrouwbaarheidsmarge op deze percentages erg groot is. 22 Centraal Bureau voor de Statistiek

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010 Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010 11 Martine de Mooij Vinodh Lalta Sita Tan Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 0i08 08 Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 Maaike Hersevoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 08 07 Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 Karin Hagoort, Kathleen Geertjes en Osman Baydar Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Henk van Maanen, Mathilda Copinga-Roest en Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen 2009 Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in e088 Voortijdig schoolverlaten 0c olverlaten vanuit het voortgezet et onderwijs in Nederland en 21 gemeenten naar herkomstgroepering en geslacht Antilianen- Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06 07 Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06 Maaike Hersevoort, Daniëlle ter Haar en Luuk Schreven Centrum voor Beleidsstatistiek (paper 08010) Den Haag/Heerlen Verklaring

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Mariëtte Goedhuys-van der

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Amersfoort 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07 08 Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07 06/ 07 Daniëlle ter Haar, Frank van der Linden, Alderina Dill-Fokkema Centrum voor Beleidsstatistiek Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Zesmeting, fase 3 21-11-2014 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal Economische Trends, januari 2014, 01 1 Inhoud Inleiding 4

Nadere informatie

Geen baan, geen school, geen uitkering. Analyse van het onbenut arbeidspotentieel onder niet-uitkeringsgerechtigden in aandachtswijken

Geen baan, geen school, geen uitkering. Analyse van het onbenut arbeidspotentieel onder niet-uitkeringsgerechtigden in aandachtswijken Geen baan, geen school, geen uitkering Analyse van het onbenut arbeidspotentieel onder niet-uitkeringsgerechtigden in aandachtswijken Juni 2009 1. Aanleiding In het Advies De wijk Inc.; Ondernemerschap

Nadere informatie

re-integratieondersteuning

re-integratieondersteuning s08 Eenmeting uitstroomdoelstelling, 0o oelstelling, re-integratieondersteuning eondersteuning (voorlopige cijfers) Henk van Maanen, Marleen Geerdinck en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek Den

Nadere informatie

Jongeren buiten beeld 2013

Jongeren buiten beeld 2013 Paper Jongeren buiten beeld 2013 November 2015 CBS Centrum voor Beleidsstatistiek 2014 1 Inhoud 1. Aanleiding en afbakening 3 2. Omvang van de groep jongeren buiten beeld 4 3. Jongeren buiten beeld verder

Nadere informatie

De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys

De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in 2004 Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der

Nadere informatie

Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek

Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek Maaike Hersevoort, Daniëlle ter Haar, Karin Hagoort en Mariëtte Goedhuys Centraal Bureau

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Geen kans of geen keuze?

Geen kans of geen keuze? Opdrachtgever RWI Geen kans of geen keuze? Doel en vraagstelling Opdrachtnemer CBS Centrum voor Beleidsstatistiek / A. de Rijk, D. ter Haar, T. König Onderzoek Onbenut arbeidspotentieel onder nietuitkeringsgerechtigden

Nadere informatie

Geen kans of geen keuze?

Geen kans of geen keuze? 109 Geen kans of geen keuze? Een typologie van het arbeidspotentieel zonder inkomsten Anouk de Rijk Daniëlle ter Haar Tirza König Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Vijfmeting, fase 3 29-11-2013 gepubliceerd op cbs.nl Inhoud Inleiding 5 1. Beschrijving van het onderzoek 6 1.1 Populatie 6 1.2 Onderzoeksmethode 7 1.3 Bronnen

Nadere informatie

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen Definitie: Voortijdig schoolverlaters zijn gedefinieerd als leerlingen die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een startkwalificatie

Nadere informatie

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005 0i07 07 Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005 Frank van der Linden en Anouk de Rijk Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Geen baan, geen school, geen uitkering. Analyse van het onbenut arbeidspotentieel onder niet-uitkeringsgerechtigden in aandachtswijken

Geen baan, geen school, geen uitkering. Analyse van het onbenut arbeidspotentieel onder niet-uitkeringsgerechtigden in aandachtswijken Geen baan, geen school, geen uitkering Analyse van het onbenut arbeidspotentieel onder niet-uitkeringsgerechtigden in aandachtswijken Juni 2009 1. Aanleiding In het Advies De wijk Inc.; Ondernemerschap

Nadere informatie

binnen Rotterdam

binnen Rotterdam 07 Inkomens en 0n verhuizingen binnen Rotterdam 1999 2005 Karin Hagoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (paper 08012) Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

SRG-uitstroom Conclusie

SRG-uitstroom Conclusie Opdrachtgever SZW SRG-uitstroom 2014 Conclusie Opdrachtnemer Centraal Bureau voor de Statistiek / W. van Andel, E. Ebenau, L. van Koperen, P. Molenaar-Cox, A. Redeman, M. Sterk-van Beelen, J. Weidum Onderzoek

Nadere informatie

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007 08 Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007 Harold Kroeze en Ivo Gorissen Centrum voor Beleidsstatistiek Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken

Nadere informatie

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning 09 Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2008 Harold Kroeze Martine de Mooij Esther Vieveen Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005

Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005 Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005 Uitkomsten en toelichting Centrum voor Beleidsstatistiek Maartje Rienstra en Osman Baydar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring

Nadere informatie

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt 2008-2011 Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt 2008-2011 Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt 2008-2011 Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek December 2012 Inhoud Stroomschema 1. Vluchtelingen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 20 20 mei 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt licht 3 Werkloze beroepsbevolking (17) 4 Verklaring van tekens 5 Colofon 5 Meer recente gegevens

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie van 20 64 jarigen

Arbeidsparticipatie van 20 64 jarigen Arbeidsparticipatie van 20 64 jarigen 09 Participatiepotentieel in 2006 en 2007 Daniëlle ter Haar Mariëtte Goedhuys Luuk Schreven Esther Vieveen Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring

Nadere informatie

Werkt begeleiding naar werk?

Werkt begeleiding naar werk? 08 07 Werkt begeleiding naar werk? Derde vervolgmeting voor de 25%-doelstelling Mariëtte Goedhuys, Kathleen Geertjes, Martine de Mooij, Linda Muller, Esther Vieveen Centrum voor Beleidsstatistiek (rapport

Nadere informatie

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts m0 Verschillen in cijfers over huisartscontacten tussen 0u sen POLS-Gezondheid en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts Publicatiedatum CBS-website: november 2009 Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

Einde in zicht voor de VUT

Einde in zicht voor de VUT Einde in zicht voor de VUT 11 0 Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 1 september 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** =

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007 Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007 Esther Vieveen, Mariëtte Goedhuys, Nicol Sluiter CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Maart 2010

Nadere informatie

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers,

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers, Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers, 17 Eddy van de Pol Publicatiedatum CBS-website: 1 april 9 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil =

Nadere informatie

Met re-integratieondersteuning 0g op weg naar werk

Met re-integratieondersteuning 0g op weg naar werk 07 t07 Met re-integratieondersteuning 0g eondersteuning op weg naar werk Nulmeting doelstelling elling uitstroom naar werk Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar, Marleen Geerdinck, Maaike Hersevoort

Nadere informatie

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Sociaaleconomische trends 213 Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Harry Bierings en Bart Loog juli 213, 2 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaaleconomische trends, juli 213, 2 1 De afgelopen

Nadere informatie

Titel Belemmerd bij het verkrijgen van werk

Titel Belemmerd bij het verkrijgen van werk Statistische Trends Titel Belemmerd bij het verkrijgen van werk Subtitel In samenwerking met Partner Linda Fernandez Beiro Auteur Hendrika Lautenbach Februari 2019 2019 CBS Statistische Trends, 1 Inhoud

Nadere informatie

Geen stagnatie in participatie

Geen stagnatie in participatie Geen stagnatie in participatie Het participatiepotentieel in crisisjaar 2009 Mathilda Copinga Tirza König Sita Tan Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

25 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

25 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 25 maart 2010 Statistisch Bulletin 10 12 no. Jaargang 66 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil 2009 2010 = 2009 tot en met

Nadere informatie

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken Binding met de arbeidsmarkt van 25 tot 65-jarigen in gemeenten met aandachtswijken Raad voor Werk en Inkomen Nicis Institute Juni 28 Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 51 22 december 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets minder dan een half miljoen werklozen 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (21) 4 Verklaring van tekens

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 27 september 2012 Statistisch Bulletin 12 39 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Driemeting uitstroom naar werk, voorlopige cijfers 11 Martine de Mooij Pascal van den Berg Mariëtte Goedhuys Jamie Graham Wilco de Jong Lotte Ooststrom Sita

Nadere informatie

Eenmeting uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning

Eenmeting uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning 09 Eenmeting uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2005 en 2006 Maaike Hersevoort Marleen Geerdinck Chantal Wagner Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. =

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 22 augustus 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Vergelijking huishoudenspositie op basis van AOW-registratie en Basisregistratie Personen, 2016 en Wouter van Andel en Thomas Slager

Vergelijking huishoudenspositie op basis van AOW-registratie en Basisregistratie Personen, 2016 en Wouter van Andel en Thomas Slager Vergelijking huishoudenspositie op basis van AOW-registratie en Basisregistratie Personen, 2016 en 2017 Wouter van Andel en Thomas Slager CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Januari 2019 Inhoud Tabel 1

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen

Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen 09 Arbeidsparticipatie 20 tot en met 64-jarigen Participatiepotentieel in 2008 Karin Hagoort Marleen Geerdinck Lotte Oostrom Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken *

Nadere informatie

De vergrijzing komt, de VUT gaat

De vergrijzing komt, de VUT gaat 0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

ESF monitor deelnemerskenmerken 2008

ESF monitor deelnemerskenmerken 2008 09 ESF monitor deelnemerskenmerken 2008 Kenmerken van deelnemers aan ESF-projecten (voorlopige uitkomsten) Mariëtte Goedhuys Osman Baydar Pascal van den Berg Linda Muller Centrum voor Beleidsstatistiek

Nadere informatie

Inkomens en verhuizingen Almelo,

Inkomens en verhuizingen Almelo, 109 Inkomens en verhuizingen Almelo, 2001 2007 Mathilda Copinga Mariëtte Goedhuys Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer

Nadere informatie

Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk

Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk 07 Aan het werk 0r met re-integratie Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk Wilco de Jong, Henk van Maanen, Frank van der Linden en Alderina Dill-Fokkema Centrum voor Beleidsstatistiek

Nadere informatie

Mobiliteit van universitair personeel 2003 2006

Mobiliteit van universitair personeel 2003 2006 109 Mobiliteit van universitair personeel 2003 2006 Karin Hagoort Martine de Mooij Anouk de Rijk Martje Roessingh Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Binnensteden en hun bewoners

Binnensteden en hun bewoners Binnensteden en hun bewoners 11 Bert Raets Publicatiedatum CBS-website: 23 september 211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x

Nadere informatie

Inkomen en vermogen van gewezen zelfstandigen

Inkomen en vermogen van gewezen zelfstandigen 12 1 Inkomen en vermogen van gewezen zelfstandigen Herziene versie Anouk de Rijk Ellen Daems Lydia Geijtenbeek Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

VUT-fondsen op weg naar het einde

VUT-fondsen op weg naar het einde Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende

Nadere informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden Antoinette van Poeijer en Caroline Bloemendal Centraal Bureau

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Banen en zelfstandigen

Banen en zelfstandigen 07 Banen en zelfstandigen Maatwerktabellen E,til0n E,til Anouk de Rijk en Harold Kroeze Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 35 27 augustus 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid verder gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumenten zijn

Nadere informatie

Dynamiek in de WW. Uitkomsten en toelichting. Centrum voor Beleidsstatistiek. Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill

Dynamiek in de WW. Uitkomsten en toelichting. Centrum voor Beleidsstatistiek. Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill Dynamiek in de WW Uitkomsten en toelichting 09 Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill Centrum voor Beleidsstatistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer

Nadere informatie

Inkomens en verhuizingen binnen Rotterdam 2001 2007

Inkomens en verhuizingen binnen Rotterdam 2001 2007 11 Inkomens en verhuizingen binnen Rotterdam 2001 2007 Kathleen Geertjes Martine de Mooij Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

VUT-fondsen kalven af

VUT-fondsen kalven af 132 VUT-fondsen kalven af Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Paff Publicatiedatum CBS-website: 03-07-2013 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer

Nadere informatie

Ouderen zonder baan, één jaar later

Ouderen zonder baan, één jaar later Ouderen zonder baan, één jaar later Arbeidsmarktkansen van werkloze ouderen van 45 tot 65 jaar, 2008 en inkomstenbronnen van alle ouderen van 45 tot 65 jaar in 2006 2008 11 Tirza König, Pascal van den

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (bekostigd) onderwijs verlaten zonder dat zij een

Nadere informatie

De Conjunctuurklok; 0t patronen in de Nederlandse e conjunctuur

De Conjunctuurklok; 0t patronen in de Nederlandse e conjunctuur 08 De Conjunctuurklok; 0t patronen in de Nederlandse e conjunctuur Floris van Ruth Publicatiedatum CBS-website: 4 december 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs 07 s07 Meer gemeentegeld 0e entegeld voor veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs Wouter Jonkers Publicatiedatum CBS-website: 7 april 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Emancipatiebenchmark voor gemeenten en werkgevers

Emancipatiebenchmark voor gemeenten en werkgevers Emancipatiebenchmark voor gemeenten en werkgevers Martine de Mooij Jamie Graham Marion Sterk Carlijn Verkleij Caroline van Weert CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek Maart 2012 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2.

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Jaarcijfers Sluitende aanpak 2008

Jaarcijfers Sluitende aanpak 2008 Jaarcijfers Sluitende aanpak 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

ESF monitor deelnemerskenmerken 0k

ESF monitor deelnemerskenmerken 0k 07 E07 ESF monitor deelnemerskenmerken 0k enmerken 2007 Voorlopige uitkomsten van kenmerken van deelnemers aan ESF-projecten Luuk Schreven, Osman Baydar, Wilco de Jong en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 17 28 april 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (12) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a 7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

Uitstroom naar Werk. Centrum voor Beleidsstatistiek Dennis Lanjouw, Frank van der Linden, May Hua Oei, Mathilda Copinga

Uitstroom naar Werk. Centrum voor Beleidsstatistiek Dennis Lanjouw, Frank van der Linden, May Hua Oei, Mathilda Copinga Uitstroom naar Werk Centrum voor Beleidsstatistiek 05004 Dennis Lanjouw, Frank van der Linden, May Hua Oei, Mathilda Copinga Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2005 Verklaring der tekens.

Nadere informatie

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services Documentatierapport Hackaton bestand 2011-2016 Datum:28 februari 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling

Nadere informatie

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten 07 Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten Michel van Veen Publicatiedatum CBS-website: 20 november 2008 Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Inkomsten uit werk en toch een. langdurig laag inkomen : kenmerken en verklaringen. Conclusie

Inkomsten uit werk en toch een. langdurig laag inkomen : kenmerken en verklaringen. Conclusie Opdrachtgever SZW Inkomsten uit werk en toch een langdurig laag inkomen : kenmerken en verklaringen Opdrachtnemer CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek / L. Muller, C. van Weert, J. van den Tillaart, M.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Aan het werk met re-integratieondersteuning Aan het werk met re-integratieondersteuning Driemeting uitstroom naar werk, definitieve cijfers 11 Lotte Oostrom Sander Dalm Jamie Graham Martine de Mooij Nicol Sluiter Sita Tan Carlijn Verkleij Centraal

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Kwartaalrapportage 1/08

Kwartaalrapportage 1/08 Kwartaalrapportage 1/08 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 1e kwartaal 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x

Nadere informatie