Dynamiek in de WW. Uitkomsten en toelichting. Centrum voor Beleidsstatistiek. Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill

Transcriptie

1 Dynamiek in de WW Uitkomsten en toelichting 09 Mathilda Coppinga Marleen Geerdinck Linda Muller Alderina Dill Centrum voor Beleidsstatistiek

2 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen = 2007 tot en met /2008 = het gemiddelde over de jaren 2007 tot en met / 08 = oogst, boek, school enz., beginnend in 2007 en eindigend in / / 08 = oogst, boek enz., 2005/ 06 tot en met 2007/ 08 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef JP Den Haag Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek - Grafi media Omslag TelDesign, Rotterdam Inlichtingen Tel. (088) Fax (070) Via contactformulier: Bestellingen verkoop@cbs.nl Fax (045) Internet ISSN: Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld X-42

3 1. Inleiding Voor de beleidsontwikkeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bestaat de behoefte aan inzicht in de stromen in en uit de WW en aan inzicht in het gebruik van overige uitkeringen rondom de WW-periode. Aanleiding hiervoor is de behoefte van SZW om te zien welke rol de WW vervult zowel wat betreft herhaald gebruik als wat betreft de relatie met andere uitkeringen binnen de sociale zekerheid. De focus van het onderzoek ligt daarom op degenen die in 2002 uitstromen uit de WW en hun verder gebruik van sociale zekerheid in de periode tot en met Omgekeerd wordt ook voor de instroom in de WW in 2007 bezien wat de historie van deze personen is in de sociale zekerheid vanaf Het ministerie van SZW heeft daarom het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-CvB) gevraagd om tabellen te berekenen over personen die instromen in de WW, dan wel uitstromen uit de WW naar achtergrondkenmerken. In februari 2009 heeft het CBS een tabellenset gepubliceerd over WW-uitkeringen van personen van 15 tot en met 64 die in de periode startten. Er is berekend hoe snel deze uitkeringen werden beëindigd en of er na afloop van de uitkeringsperiode een baan is gestart, alles uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en herkomstgroepering. In vervolg hierop zijn van de instroom in de WW in 2007 en van de uitstroom uit de WW in 2002 en 2004 tabellen berekend. Van instromers in de WW in 2007 is in de voorafgaande periode nagegaan hoe vaak en hoe lang ze gebruik maakten van een werkloosheids-, arbeidsongeschiktheids- en bijstandsuitkering. Op dezelfde manier is van de uitstromers in de WW in 2002 en 2004 de navolgende periode bekeken. Alle tabellen zijn uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, herkomstgroepering, bemiddelbaar werk- en denkniveau en positie voor of na de WW-periode. In hoofdstuk 2 worden de uitkomsten kort besproken, waarna in hoofdstuk 3 de onderzoeksopzet wordt toegelicht. Ook worden hier de gebruikte bronnen beschreven. In hoofdstuk 4 staan de gebruikte begrippen met een toelichting en de afkortingen. 3

4 2. Uitkomsten 2.1 Instroom De onderzoekspopulatie bestaat uit personen die instroomden in de WW in Van hen is de voorgaande periode tot 2001 bekeken. Van personen die in 2007 meerdere malen instroomden, is de meest recente instroom gekozen. Het aandeel mannen en vrouwen in de instroom in 2007 is nagenoeg gelijk. Onder de instromers waren weinig personen met een hoog bemiddelbaar werk- en denkniveau. Slechts 22 procent van de instroom had een hoog bemiddelbaar werk- en denkniveau, terwijl 42 procent van de instromers een middelbaar niveau had. In de verdeling naar positie direct voor instroom is het overgrote deel van de instroom afkomstig uit een baan. Dit kan zowel een baan als werknemer als een baan als zelfstandige zijn. Opvallend is dat 5 procent van de instromers afkomstig is uit de Ziektewet. Dit kunnen personen zijn tijdens hun WW-periode ziek zijn geworden, vervolgens uit de WW in de Ziektewet terecht zijn gekomen en bij betermelding weer in de WW terugkwamen. Bijna de helft van de instromers heeft in de periode van 2001 tot het instroommoment in 2007 al eerder een WW-uitkering ontvangen. Van de instromers heeft één op de acht Staat 1 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken Totaal aantal % Totaal Man Vrouw Laag Middelbaar Hoog Onbekend Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering Ziektewet Anders Onbekend Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en eerder WW-gebruik in 2007 % Totaal Autochtoon Westers Nietwesters allochtoon allochtoon Baan AOuitkering Ziektewet Onbekend Anders Eerder WW-gebruik in 2007 Niet eerder WW-gebruik in Centraal Bureau voor de Statistiek

5 2. Instromers in de WW in 2007 naar geslacht en aantal keer eerder WW-gebruik in % >5 aantal keer eerder WW-gebruik Man Vrouw eerder in 2007 al een WW-uitkering ontvangen. Allochtonen scoorden hierbij hetzelfde als autochtonen. Personen die vanuit de Ziektewet komen, ontvingen veel vaker een eerdere WW-uitkering in 2007, namelijk 28 procent. Personen met eerder een AO-uitkering doen het juist beter: 9 procent van hen had eerder in 2007 al een andere WWuitkering. Van de instromers in 2007 ontvingen mannen vaker dan vrouwen meerdere WW-uitkeringen in de periode Een deel van de verklaring is mogelijk het feit dat mannen meer dan vrouwen in bedrijfstakken werken met seizoenswerk of dat mannen een langere arbeidsgeschiedenis hebben. Van de instromers is ook onderzocht hoeveel zij gebruik maakten van de AO en de bijstand in de voorliggende periode vanaf In totaal maakte 62 procent eerder gebruik van WW, bijstand, AO of een combinatie hiervan. Van de instromers maakte 47 procent eerder gebruik van de WW al of niet in combinatie met bijstand of AO. Bijstand en AO volgen met respectievelijk 16 en 17 procent. Als gekeken wordt naar de totale duur van deze eerdere uitkeringsperioden, komt het karakter van de uitkeringen goed tot zijn recht. De WW is een overbruggingsuitkering: 36 procent van de personen met eerder WW had een totale duur van minder dan zes maanden en naarmate de duur toeneemt, neemt het aandeel af. In de AO had het over- 3. Instromers in de WW in 2007 naar duur van eerder WW-, Bijstands- en AO-gebruik in % WW Bijstand AO <6 maanden 6 11 maanden >3 5

6 grote deel van de personen een duur langer dan drie. De bijstand laat een evenwichtiger beeld zien, waar bijna alle categorieën even vaak voorkomen. 2.2 Uitstroom Personen die in 2002 uitstroomden uit de WW worden gevolgd tot en met Van de personen die meerdere keren in 2002 uitstroomden, is de eerste uitstroom in 2002 gekozen. Slechts 44 procent van de uitstromers is vrouw, terwijl de instroom in 2007 gelijk is verdeeld onder mannen en vrouwen. Het is opvallend dat van de uitstromers de helft de WW-uitkering beëindigde vanwege het vinden van een baan. Voor 14 procent van de uitstromers eindigde de WW-uitkering omdat het recht op de WW volledig was opgebruikt. Een iets kleiner aantal, 12 procent, stroomde uit naar de ziektewet. Van de personen die in 2002 uitstroomden uit de WW ontving één op de negen re-integratieondersteuning in de twaalf maanden voor de uitstroommaand. Deze ondersteuning werd in mindere mate gegeven aan jongeren en ouderen. Slechts 7 procent van de en jarigen kreeg hulp bij het vinden van een nieuwe baan. Mannen en vrouwen ontvingen beiden procentueel gezien even vaak re-integratieondersteuning. Staat 2 Uitstromers uit de WW in 2002 naar geslacht, re-integratieondersteuning en positie direct na uitstroom uit de WW Totaal aantal % Totaal Man Vrouw Nee Ja Baan AO-uitkering Ziektewet Bereiken maximum uitkeringsduur Emigratie Overlijden Onbekend Anders Voor de uitstromers is onderzocht hoe vaak zij in de periode vanaf uitstroommoment tot 2007 opnieuw gebruik maakten van de WW. Bijna de helft maakte gebruik van de WW en één op de tien zelfs opnieuw in Het maakte hierbij niet uit of voor uitstroom Staat 3 Uitstromers uit de WW in 2002 naar leeftijd en re-integratieondersteuning Totaal Re-integratieondersteuning in 12 maanden voor uitstroom aantal % Leeftijd (in klasssen) Centraal Bureau voor de Statistiek

7 Anders Onbekend Overlijden Emigratie Bereiken maximum uitkeringsduur Ziektewet AO-uitkering Baan Wel re-integratieondersteuning Geen re-integratieondersteuning Vrouw Man Totaal Niet-westers allochtoon Westers allochtoon Autochtoon re-integratieondersteuning is genoten of niet. Vrouwen scoorden hier beter dan mannen. Zij maakten minder vaak dan mannen opnieuw gebruik van de WW. Dit beeld is consistent met het beeld geschetst bij de instroom. 4. Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in % Wel later WW-gebruik Niet later WW-gebruik Opvallend is dat de personen die de maximale duur van de WW hebben bereikt, vrijwel niet meer terugkomen in de WW in de periode Personen die vanuit de WW in de ziektewet stroomden, zullen bij betermelding terug in de WW komen. Bij deze groep zie je dus ook dat één op de vijf personen inderdaad later weer gebruik maakte van de WW. Personen die ziek blijven, zullen uiteindelijk doorstromen naar de AO. De gemiddelde duur van het latere WW-gebruik was vijf maanden. Dit was voor mannen en vrouwen gelijk. De allochtonen deden het net iets slechter dan de autochtonen, maar de grote verschillen zijn te zien in de onderverdeling naar leeftijd. Naarmate de leeftijd toeneemt, en personen dus de mogelijkheid hebben gehad om meer WW-recht op te bouwen, neemt de duur van het latere WW-gebruik toe. Bij de groep jarigen nam dit drastisch af, omdat deze personen eerder met VUT of pre-pensioen van de arbeidsmarkt verdwijnen. 5. Gemiddelde duur later WW-gebruik in maanden van uitstromers uit de WW in 2002 naar geslacht, 5. leeftijd en herkomstgroepering % Totaal ManVrouw

8 Staat 4 Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later Bijstands en AO-gebruik in Totaal Later uitkeringsgebruik in Bijstand AO aantal % Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Baan AO-uitkering Ziektewet Bereiken maximum uitkeringsduur Emigratie Overlijden Onbekend Anders Uitstromers uit de WW in 2002 die in de periode gebruik maakten van de bijstand en de AO, laten een ander beeld zien dan personen die in deze periode uitsluitend gebruik maakten van de WW. Allochtonen maakten vaker gebruik van de bijstand, terwijl autochtonen juist vaker de AO instroomden. Mannen die uitstromen uit de WW in 2002 ontvingen relatief vaker een bijstandsuitkering in de navolgende periode dan vrouwen, terwijl in de totale populatie bijstandsontvangers juist vrouwen oververtegenwoordigd zijn. Hoe hoger het bemiddelbaar werk- en denkniveau, hoe minder vaak er in latere jaren na uitstroom een beroep gedaan werd op bijstand en AO. Eerder zagen we al dat personen die hun WW-recht geheel te gelde hadden gemaakt, vrijwel geen gebruik meer maakten van de WW in latere jaren. Maar liefst 44 procent van deze personen deed een beroep op de bijstand. Voor ruim de helft hiervan is dit bijstandsgebruik langer dan drie. Deze personen slaagden er dus niet in om succesvol terug te keren op de arbeidsmarkt. 3. Beschrijving van het onderzoek 3.1 Populatieafbakening De populatie bestaat in dit onderzoek uit 4 groepen: Instroom 2007: personen van 15 tot en met 64 die in 2007 zijn ingestroomd in de WW. Van deze groep wordt een aantal persoonskenmerken en de positie voor instroom beschreven. Voor de periode 2001 tot en met het instroommoment in 2007 wordt het gebruik van diverse uitkeringen beschreven. Uitstroom : personen van 15 tot en met 64 die in 2002 zijn uitgestroomd uit de WW. Van deze groep wordt een aantal persoonskenmerken en de positie na uitstroom beschreven. Voor de periode vanaf het uitstroommoment in 2002 tot en met 2007 wordt het gebruik van diverse uitkeringen beschreven. Uitstroom : personen van 15 tot en met 64 die in 2002 zijn uitgestroomd uit de WW. Van deze groep wordt een aantal persoonskenmerken en de positie voor instroom beschreven. Voor de periode vanaf het uitstroommoment in 2002 tot en met 2005 wordt het gebruik van diverse uitkeringen beschreven. 8 Centraal Bureau voor de Statistiek

9 Uitstroom : personen van 15 tot en met 64 die in 2004 zijn uitgestroomd uit de WW. Van deze groep wordt een aantal persoonskenmerken en de positie voor instroom beschreven. Voor de periode vanaf het uitstroommoment in 2004 tot en met 2007 wordt het gebruik van diverse uitkeringen beschreven. Samenvattend is er dus één populatie waarvan de instroom wordt onderzocht, namelijk die van Van de uitstroom wordt een populatie in 2002 en in 2004 bepaald. De populatie van 2002 wordt over een lange periode onderzocht ( ) en over een korte ( ) Onderzoeksopzet instroom De onderzoekspopulatie bestaat uit alle personen van 15 tot en met 64 die in 2007 zijn ingestroomd in de WW. Bij het vóórkomen van meerdere WW-perioden in 2007 bij een persoon is de instroom in de laatste periode in 2007 gekozen als instroommoment. Van de populatie zijn herkomstgroepering, geslacht en positie direct voor de instroom bepaald, en daarnaast het bemiddelbaar werk- en denkniveau en de leeftijd op het moment van de instroom (zie tabel 1). De positie op de arbeidsmarkt vóór instroom in de WW wordt bepaald met behulp van de WW-registratiebestanden. Als meerdere WWuitkeringen in dezelfde maand starten en er dus verschillende posities voor instroom mogelijk zijn, krijgt de positie baan voorrang. Gebruik van WW Van de personen in de onderzoekspopulatie is onderzocht of zij in de periode 2001 tot de instroommaand in 2007 eerder gebruik hebben gemaakt van WW. Van de personen die eerder gebruik hebben gemaakt van WW is onderzocht in welke jaren een WW-uitkering is ontvangen. In tabel 2 worden de resultaten hiervan getoond, waarbij de afzonderlijke categorieën niet optellen tot het totaal, omdat één persoon in meerdere jaren een WW-uitkering kan ontvangen. Iemand die van september 2004 tot mei 2005 een WWuitkering had, telt één keer in het totaal mee van Wel eerder WW-gebruik maar staat zowel bij 2004 als 2005 vermeld. Als volgende stap is onderzocht hoe vaak deze personen in de periode 2001 tot de instroommaand in 2007 eerder een WW-uitkering hebben gehad (zie tabel 3). Voor alle instromers is bepaald hoeveel maanden de totale voorgaande WW-perioden hebben geduurd. Bij diegenen die niet eerder een WW-uitkering hebben gehad is de voorgaande WW-uitkeringsduur gesteld op 0 maanden. Voor alle instromers (inclusief degenen met een uitkeringsduur van 0 maanden) is de gemiddelde duur van de WWuitkeringsperioden bepaald (zie tabel 4). In tabel 5 is deze verder onderverdeeld naar het aantal keer dat eerder gebruik is gemaakt van een WW-uitkering. Gebruik van WW, AO en bijstand Vervolgens is gekeken naar het eerdere gebruik van zowel WW als AO en bijstand. Allereerst is van de personen die instromen in 2007 bepaald of in de periode 2001 tot de instroommaand in 2007 gebruik is gemaakt van een WW-uitkering en/of een AO-uitkering en/of een bijstandsuitkering (zie tabel 6). Iemand die in 2001 AO heeft gehad en in 2003 een bijstandsuitkering wordt dan in de gecombineerde kolom AO en bijstand geteld, en niet in de afzonderlijke kolommen van AO en van bijstand. De vermelding in een combinatiegroep hoeft dus niet automatisch te betekenen dat er samenloop is geweest. Dit eerdere gebruik wordt bepaald met behulp van het Basisbestand 1), terwijl de positie voor instroom met behulp van de WW-registraties wordt vastgesteld. Dit kan leiden tot enkele onwaarschijnlijke combinaties in tabel 6. Ook is berekend hoeveel maanden gedurende de periode 2001 tot aan de instroommaand in 2007 gebruik is gemaakt van één of meerdere uitkeringen. In het geval dat er samenloop is geweest, is het aantal maanden dat gebruik is gemaakt van de uitkeringen dus lager dan de som van de uitkeringen afzonderlijk. 1) Zie paragraaf 3.4 Onderzoeksbestand en bronbestanden voor informatie over de opbouw en inhoud van het Basisbestand. 9

10 De totale duur van het uitkeringsgebruik in de periode 2001 tot de instroommaand in 2007 is vervolgens berekend naar verschillende persoonskenmerken, het bemiddelbare werk- en denkniveau en de positie voor instroom in de WW (zie tabel 7a). Daarnaast is de duur van het uitkeringsgebruik voor de afzonderlijke uitkeringen bepaald gedurende de periode 2001 tot de instroommaand in 2007 (tabel 7b). Bij samenloop van verschillende uitkeringen wordt de periode bij beide uitkeringen geteld. 3.3 Onderzoeksopzet uitstroom Voor de uitstroom is gekeken naar drie verschillende perioden om het gebruik van WW, AO en bijstand te bepalen. Voor de uitstroom in 2002 is gekeken naar de perioden en de periode en daarnaast is voor de uitstroom 2004 gekeken naar de periode De onderzoeksopzet voor deze drie perioden zijn identiek. Daarom wordt hier alleen de methode beschreven voor de uitstromers in 2002 waarin de periode wordt bekeken. De onderzoekspopulatie van de uitstroom bestaat uit alle personen van 15 tot en met 64 die in 2002 zijn uitgestroomd uit de WW. Bij het bepalen van de uitstroom in 2002 is bij het vóórkomen van meerdere WW-perioden in dat bij een persoon de eerste uitstroommaand in 2002 gekozen als uitstroommoment. Van de onderzoekspopulatie zijn herkomstgroepering, geslacht, en positie direct na de uitstroom bepaald, en is tevens het bemiddelbaar werk- en denkniveau en de leeftijd bepaald op het moment van de uitstroom (tabel 8). Met behulp van de GBA is vastgesteld of een persoon is overleden of geëmigreerd. Dit werd berekend op grond van de mutatiecode, de reden waarom een record in de GBA wordt afgesloten. De code overige afvoer is buiten beschouwing gelaten. Voor de personen die niet geëmigreerd of overleden zijn is vervolgens met behulp van de WW-registratiebestanden de situatie na uitstroom bepaald. Personen die de 65-jarige leeftijd bereiken zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten, aangezien de onderzoekspopulatie bestaat uit jarigen op moment van uitstroom. Als meerdere WW-uitkeringen in dezelfde maand eindigen met een verschillende positie na uitstroom, krijgt de positie baan voorrang. Bovendien is voor de uitstroom vastgesteld of er in de 12 maanden vóór uitstroom sprake is geweest van re-integratieondersteuning. Voor een toelichting hierover wordt verwezen naar paragraaf 3.4. Gebruik WW Van de onderzoekspopulatie is bepaald of en in welke latere jaren er na de uitstroom in 2002 tot en met eind 2007 een beroep is gedaan op WW, onderverdeeld naar de persoonskenmerken, re-integratie en positie direct na uitstroom uit de WW (tabel 9). Per persoon is het aantal WW-uitkeringperioden bepaald tot en met 2007 (tabel 10). Daarnaast is de gemiddelde duur van de WW-perioden bepaald naar persoonskenmerken (tabel 11) en naar het aantal keren dat later gebruik is gemaakt van een WW-uitkering (tabel 12). Gebruik WW, AO en bijstand Vervolgens is voor de onderzoekspopulatie gekeken naar het gebruik van zowel WW als AO en bijstand in de periode 2002 tot en met 2007 (zie tabel 13). Deze tabel toont ook het aantal maanden waarin gebruik is gemaakt van een WW-, AO- en bijstandsuitkering. In tabel 14 wordt het totale aantal maanden later uitkeringsgebruik gespecificeerd naar de verschillende persoonskenmerken. De totale uitkeringsduur is vervolgens uitgesplitst naar de verschillende uitkeringen WW, AO en bijstand (tabel 15). 3.4 Onderzoeksbestand en bronbestanden Basisbestand uitkering re-integratie werk Voor de berekening van de uitkomsten is het door het CBS samengestelde Basisbestand uitkering re-integratie werk (hierna te noemen Basisbestand) gebruikt. Het Basisbestand is een gecombineerd bestand, samengesteld op basis van diverse bestanden op het gebied van banen, uitkeringen en re-integratie. Het doel van het Basisbestand is het creëren van een eenduidige samenhangende set van gegevens per persoon over uit- 10 Centraal Bureau voor de Statistiek

11 keringen, re-integratie en werk in de periode vanaf Per persoon zijn per maand indicatoren samengesteld die aangeven of er in die maand sprake was van een uitkering, een CWI-inschrijving, startende of lopende re-integratie en/of werk. Het bronbestand voor de gegevens over uitkeringen en banen voor de jaren 2001 tot en met 2005 in het Basisbestand is het Sociaal Statistisch Bestand (SSB). Het SSB is een geïntegreerd bestand met gegevens over alle personen, hun banen en uitkeringen. Deze gegevens worden met elkaar en andere bronnen geconfronteerd en consistent gemaakt. SSB-bestanden waren nog niet beschikbaar voor de jaren 2006 en Daarom is voor de jaren 2006 en 2007 gebruik gemaakt van de originele registraties van uitkeringen en van de Polisadministratie voor banen. De uitkomsten die betrekking hebben op de jaren na 2005 zijn hierdoor van mindere kwaliteit en moeten als voorlopig beschouwd worden. Uitkeringen worden vastgesteld op betalingsbasis. Dat wil zeggen dat een uitkering meetelt als een persoon op de laatste vrijdag van de maand recht heeft op een uitkering én in die maand ook een betaling heeft ontvangen. Op basis van het Basisbestand zijn voor dit onderzoek registratieperioden samengesteld. Onder een registratieperiode verstaan we een aaneengesloten periode waarin de persoon een uitkering ontvangt. Hierbij worden onderbrekingen van een maand of minder gezien als administratieve vervuiling en gecorrigeerd door de situatie in de eraan voorafgaande maand aan deze maand toe te kennen. Per uitkeringstype wordt deze procedure toegepast. De informatie met betrekking tot re-integratie in het Basisbestand is afkomstig van registraties van gemeenten, het UWV en het CWI. CWI niet-werkend werkzoekenden Voor de toekenning van bemiddelbaar werk- en denkniveau is gebruik gemaakt van de registraties van niet-werkend werkzoekenden van het CWI. Het betreft inschrijvingen in de periode januari 2001 tot en met oktober WW-registratiebestanden De informatie die de situatie van een uitkeringsgerechtigde voor of na een WW-periode beschrijft is afkomstig uit de WW-registratie. De informatie over de herkomst van de WW-gerechtigde en de reden van uitstroom uit de WW wordt door de uitkeringsgerechtigde zelf opgegeven. GBA De Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is een geautomatiseerd persoons-registratiesysteem van de gemeenten en in werking sinds 1 oktober In principe staan alle inwoners van een gemeente in de basisadministratie ingeschreven. Informatie over geslacht, leeftijd en herkomstgroepering is ontleend aan de GBA. Bovendien is de GBA gebruikt om vast te stellen of emigratie of overlijden de reden is geweest van de uitstroom uit de WW. 4 Begrippen en afkortingen 4.1 Begrippen Aantal keren WW-uitkering Het aantal perioden waarin gebruik is gemaakt van een WW-uitkering. Zie ook Uitkeringsperiode. Aantal maanden uitkeringsgebruik Het aantal maanden waarin gebruik is gemaakt van een uitkering in de onderzoeksperiode. In dit onderzoek wordt dit voor het totaal aan uitkeringen en voor WW-, AO- en bijstandsuitkeringen afzonderlijk vastgesteld. AO-uitkering Een uitkering die wordt verstrekt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 11

12 (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) Allochtoon Zie. Autochtoon Zie. - Het niveau waarop de persoon, volgens het CWI, bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt. Bij de inschrijving van een persoon als werkzoekende bij het CWI wordt door het CWI een persoon ingedeeld op een werk- en denkniveau waarop deze persoon volgens het CWI bemiddelbaar is voor werk. In het geval dat in het CWI-bestand geen inschrijving wordt gevonden op het peilmoment wordt het hoogste bemiddelbare werk- en denkniveau in de periode 2001 tot en met 2008 hiervoor gebruikt. Betalingsbasis Er is sprake van een uitkering in een bepaalde maand als een persoon op de laatste vrijdag van de maand recht heeft op een uitkering én in die maand ook een betaling heeft ontvangen. Bijstandsuitkering Een uitkering die wordt verstrekt in het kader van de Algemene Bijstands Wet (ABW, tot 1 januari 2004), de Wet Werk en Bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). Gemiddelde duur WW-uitkeringsgebruik De gemiddelde duur van de verschillende perioden van WW-gebruik. In de CBS-indeling naar herkomstgroepering worden personen ingedeeld op grond van hun geboorteland en dat van hun ouders. Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland geboren zijn. Allochtonen zijn personen van wie minstens één ouder in het buitenland geboren is. De volgende categorieën van herkomstgroepering worden onderscheiden: autochtonen; westerse allochtonen. Het land van herkomst is gelegen in Europa (met uitzondering van Nederland en Turkije), Noord-Amerika, Indonesië, Japan en Oceanië; niet-westerse allochtonen. Het land van herkomst is Turkije of een land in Afrika, Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan) of Latijns-Amerika. Leeftijd - De leeftijd van een persoon wordt bepaald op het peilmoment. Voor de populatie instromers is dit de maand van instroom in 2007, en voor de uitstromers is dit de maand van uitstroom in 2002 of In de tabellen wordt de leeftijd uitgesplitst naar vijfsklassen van 15 tot en met 64. Peilmoment Voor de instromers is dat het moment van instroom in de WW in Als personen meerdere keren instromen in 2007 is de meest recente instroommaand gekozen als peilmoment. Voor de uitstromers is het peilmoment het moment van uitstroom uit de WW in 2002 of Als personen meerdere keren in 2002 of 2004 uitstromen uit de WW, is de eerste uitstroommaand in het betreffende gekozen als peilmoment. Re-integratieondersteuning Re-integratieondersteuning omvat: Verwijzingen en bemiddelingen door het CWI; Begeleiding door een casemanager van het CWI; Re-integratietrajecten door de gemeente, inclusief begeleiding door casemanagers bij gemeenten; Re-integratietrajecten aangeboden door het Uitvoeringsinstituut Werknemers-verzekeringen aan arbeidsgehandicapten of werklozen; Begeleiding door re-integratiecoach van het UWV; Banen in het kader van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) of de regeling In- en Doorstroombanen (ID-banen); Banen met een Loonkostensubsidie. 12 Centraal Bureau voor de Statistiek

13 Deze vormen van begeleiding hebben als doel te voorkomen dat personen langdurig werkloos worden of in een sociaal isolement terecht komen. In dit onderzoek wordt gekeken of een persoon re-integratieondersteuning heeft ontvangen in de 12 maanden voorafgaand aan uitstroom. Uitkeringsperiode Aaneengesloten periode van één of meer maanden waarin een persoon een uitkering ontvangt. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen eventueel gelijktijdig lopende uitkeringen volgens dezelfde wet. Wel kan onderscheid gemaakt worden tussen uitkeringsperioden van verschillende typen uitkeringen (WW, AO en Bijstand). Bij een uitkering die na één maand onderbreking wordt voortgezet wordt aangenomen dat dit door administratieve vervuiling wordt veroorzaakt. Hiervoor wordt gecorrigeerd. WW-uitkering Een uitkering die wordt verstrekt op grond van de Werkloosheidswet (WW). Ziektewet Wet die werknemers verzekert tegen financiële gevolgen van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte. De wet is van toepassing als er wettelijk geen loondoorbetaling hoeft plaats te vinden. 4.2 Afkortingen AO Arbeidsongeschiktheid ABW Algemene Bijstands Wet CWI Centrum voor Werk en Inkomen CvB Centrum voor Beleidsstatistiek GBA Gemeentelijke Basisadministratie IOAW Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen SSB Sociaal Statistisch Bestand SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen WAJONG Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering WAZ Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen WIW Wet inschakeling langdurig werkzoekenden WW Werkloosheidswet WWB Wet werk en bijstand 13

14

15 Tabellenset Tabellenoverzicht Tabel 1 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en positie direct voor instroom in de WW Tabel 2 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en eerder WW-gebruik in Tabel 3 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en aantal keer eerder WW-gebruik in Tabel 4 Gemiddelde duur van eerdere WW-perioden van instromers in 2007 naar persoonskenmerken Tabel 5 Gemiddelde duur van eerdere WW-perioden van instromers in 2007 naar persoonskenmerken en aantal keer eerder WW-gebruik in Tabel 6 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en eerder uitkeringsgebruik in Tabel 7a Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en aantal maanden eerder uitkeringsgebruik in Tabel 7b Instromers in de WW in 2007 met eerder uitkeringsgebruik naar persoonskenmerken en aantal maanden eerder WW-, Bijstands- en AO-gebruik in Tabel 8 Uitstromers uit de WW in 2002 en 2004 naar persoonskenmerken, re-integratieondersteuning en positie direct na uitstroom uit de WW Tabel 9a Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in Tabel 9b Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in Tabel 9c Uitstromers uit de WW in 2004 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in Tabel 10a Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en aantal keer later WW-gebruik in Tabel 10b Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en aantal keer later WW-gebruik in Tabel 10c Uitstromers uit de WW in 2004 naar persoonskenmerken en aantal keer later WW-gebruik in Tabel 11a Gemiddelde duur van later WW-gebruik in van uitstromers in 2002 naar persoonskenmerken Tabel 11b Gemiddelde duur van later WW-gebruik in van uitstromers in 2002 naar persoonskenmerken Tabel 11c Gemiddelde duur van later WW-gebruik in van uitstromers in 2004 naar persoonskenmerken Tabel 12a Gemiddelde duur van latere WW-periode van uitstromers in 2002 naar persoonskenmerken en aantal keer later WW-gebruik in Tabel 12b Gemiddelde duur van latere WW-periode van uitstromers in 2002 naar persoonskenmerken en aantal keer later WW-gebruik in Tabel 12c Gemiddelde duur van latere WW-periode van uitstromers in 2004 naar persoonskenmerken en aantal keer later WW-gebruik in Tabel 13a Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later uitkeringsgebruik in Tabel 13b Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later uitkeringsgebruik in Tabel 13c Uitstromers uit de WW in 2004 naar persoonskenmerken en later uitkeringsgebruik in Tabel 14a Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en aantal maanden later uitkeringsgebruik in Tabel 14b Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en aantal maanden later uitkeringsgebruik in Tabel 14c Uitstromers uit de WW in 2004 naar persoonskenmerken en aantal maanden later uitkeringsgebruik in Tabel 15a Uitstromers uit de WW in 2002 met later uitkeringsgebruik naar persoonskenmerken en aantal maanden later WW-, Bijstands- en AO-gebruik in Tabel 15b Uitstromers uit de WW in 2002 met later uitkeringsgebruik naar persoonskenmerken en aantal maanden later WW-, Bijstands- en AO-gebruik in Tabel 15c Uitstromers uit de WW in 2004 met later uitkeringsgebruik naar persoonskenmerken en aantal maanden later WW-, Bijstands- en AO-gebruik in

16 Tabel 1 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en positie direct voor instroom in de WW Totaal Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering Ziektewet Anders Onbekend Tabel 2 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en eerder WW-gebruik in Totaal Niet eerder Wel eerder WW-gebruik WWgebruik totaal ) Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering Ziektewet Onbekend Anders ) Hier zijn alleen de personen opgenomen die eerder in 2007 een WW-uitkering ontvingen. 16 Centraal Bureau voor de Statistiek

17 Tabel 3 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en aantal keer eerder WW-gebruik in Totaal Aantal keer eerder WW-uitkering in >5 Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering Ziektewet Onbekend Anders Tabel 4 Gemiddelde duur van eerdere WW-perioden van instromers in 2007 naar persoonskenmerken Gemiddelde duur eerder WW-gebruik in in maanden Totaal 4,2 Man 4,4 Vrouw 4, , , , , , , , , , ,0 Autochtoon 4,2 Westers allochtoon 4,5 Niet-westers allochtoon 4,1 Laag 4,0 Middelbaar 4,3 Hoog 4,6 Onbekend 1,9 Positie direct voor instroom in de WW Baan 3,7 AO-uitkering 9,7 Ziektewet 9,7 Onbekend 3,6 Anders 4,7 17

18 Tabel 5 Gemiddelde duur van eerdere WW-perioden van instromers in 2007 naar persoonskenmerken en aantal keer eerder WW-gebruik in Aantal keer eerder WW-gebruik in >5 gemiddelde duur eerder WW-gebruik in in maanden Totaal 9,8 7,5 6,2 5,2 4,3 3,7 Man 10,4 7,6 6,1 5,0 4,1 3,6 Vrouw 9,3 7,4 6,3 5,4 4,6 3, ,3 2,3 2, ,2 3,0 2,8 2,5 2,1 2, ,7 4,5 4,0 3,8 3,4 3, ,3 5,8 5,3 4,5 3,8 3, ,0 7,0 6,0 5,1 4,0 3, ,7 7,9 6,5 5,4 4,6 3, ,9 8,6 6,8 5,6 4,6 3, ,5 9,4 7,5 5,6 4,3 3, ,2 10,9 7,6 5,6 4,5 3, ,8 13,0 8,7 6,8 4,9 4,2 Autochtoon 10,0 7,5 6,1 5,0 4,1 3,6 Westers allochtoon 10,4 8,1 6,5 5,7 4,7 3,8 Niet-westers allochtoon 8,7 7,4 6,3 5,4 4,7 3,9 Laag 9,6 7,4 6,0 4,9 4,0 3,6 Middelbaar 9,3 7,4 6,1 5,2 4,2 3,7 Hoog 11,1 8,1 6,8 5,8 5,0 4,1 Onbekend 11,7 9,2 7,7 5,9 4,4 3,0 Positie direct voor instroom in de WW Baan 8,9 7,2 6,1 5,1 4,2 3,7 AO-uitkering 19,6 10,5 7,6 6,3 5,1 4,6 Ziektewet 12,1 9,1 7,0 5,8 4,8 4,1 Onbekend 8,5 7,1 5,4 4,8 4,1 3,3 Anders 11,2 8,6 8,2 5,9 5,4 4,1 Tabel 6 Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en eerder uitkeringsgebruik in Totaal Uitkeringsgebruik in AO Bijstand WW AO en bijstand AO en WW Bijstand en WW AO, bijstand en WW Geen uitkering Totaal Man Vrouw Leeftijd Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Totaal aantal maanden eerder uitkeringsgebruik Korter dan 6 maanden tot 12 maanden tot tot en langer Geen eerder uitkeringsgebruik Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering 1) Ziektewet Onbekend Anders ) De aantallen zijn vastgesteld op basis van de WW-registratie. Hierdoor kunnen onwaarschijnlijke combinaties voorkomen. 18 Centraal Bureau voor de Statistiek

19 Tabel 7a Instromers in de WW in 2007 naar persoonskenmerken en aantal maanden eerder uitkeringsgebruik in Totaal Geen eerder Totaal aantal maanden eerder uitkeringsgebruik in uitkeringsgebruik in Totaal uitkeringsgebruik Totaal <6 maanden 6 11 maanden >3 Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering Ziektewet Onbekend Anders Tabel 7b Instromers in de WW in 2007 met eerder uitkeringsgebruik naar persoonskenmerken en aantal maanden eerder WW-, Bijstands- en AO-gebruik in Totaal aantal maanden eerder uitkeringsgebruik in WW Bijstand AO Totaal < >3 Totaal < >3 Totaal < >3 Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Positie direct voor instroom in de WW Baan AO-uitkering Ziektewet Onbekend Anders

20 Tabel 8 Uitstromers uit de WW in 2002 en 2004 naar persoonskenmerken, re-integratieondersteuning en positie direct na uitstroom uit de WW Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Nee Ja Baan AO-uitkering Ziektewet Bereiken maximum uitkeringsduur Emigratie Overlijden Onbekend Anders Tabel 9a Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in Totaal Niet later Wel later WW-gebruik WW-gebruik Totaal ) Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Nee Ja Baan AO-uitkering Ziektewet Bereiken maximum uitkeringsduur Emigratie Overlijden Onbekend Anders ) Hier zijn alleen de personen opgenomen die later in 2002 een WW-uitkering ontvingen. 20 Centraal Bureau voor de Statistiek

21 Tabel 9b Uitstromers uit de WW in 2002 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in Totaal Niet later Wel later WW-gebruik WW-gebruik Totaal ) Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Nee Ja Baan AO-uitkering Ziektewet Bereiken maximum uitkeringsduur Emigratie Overlijden Onbekend Anders ) Hier zijn alleen de personen opgenomen die later in 2002 een WW-uitkering ontvingen. Tabel 9c Uitstromers uit de WW in 2004 naar persoonskenmerken en later WW-gebruik in Totaal Niet later Wel later WW-gebruik WW-gebruik Totaal ) Totaal Man Vrouw Autochtoon Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Laag Middelbaar Hoog Onbekend Nee Ja Baan AO-uitkering Ziektewet Bereiken maximum uitkeringsduur Emigratie Overlijden Onbekend Anders ) Hier zijn alleen de personen opgenomen die later in 2004 een WW-uitkering ontvingen. 21