Art. 3:1 Wro, artt lid 1, lid 2 en lid 1 sub f Bro, 1:2 Awb. Artt. 107 lid 1 en 108 lid 3 VWEU

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Art. 3:1 Wro, artt. 3.1.1 lid 1, 3.1.2 lid 2 en 3.1.6 lid 1 sub f Bro, 1:2 Awb. Artt. 107 lid 1 en 108 lid 3 VWEU"

Transcriptie

1 MEMO AAN GEMEENTESTEM VAN Gijs Heutink PUBLICATIE Gst. 2011/61 (afl. 7534) DATUM 13 JULI 2011 (KOPIJDATUM 23 MEI 2011) (Opmerking: in de uitgave Gst. 2011/61 (afl. 7354) is anders dan in deze drukproef (waar het lettertype Verdana is toegepast) het lettertype Garamond gebruikt. Ook de bladspiegel wijkt af van de publicatie). Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 27 april /1/R3 (mrs. Th. C. van Sloten, B.P. Vermeulen, J.A. Hagen) m. nt. G.H.J. Heutink 1 Art. 3:1 Wro, artt lid 1, lid 2 en lid 1 sub f Bro, 1:2 Awb. Artt. 107 lid 1 en 108 lid 3 VWEU Vernietiging vaststellingsbesluit bestemmingsplan. Planvoorschrift dat in de gemeente gevestigde bedrijven voorrang geeft boven nieuwkomers is niet aanvaardbaar, nu de bepaling is gemotiveerd uit een oogpunt van bescherming van in de gemeente gevestigde winkeliers. Belanghebbendenbegrip. Uitvoerbaarheid. In deze zaak oordeelt de Afdeling over een aantal planvoorschriften waarbij aan nieuwe detailhandelsontwikkelingen in het plangebied beperkingen zijn verbonden aan de omvang van de te vestigen winkels, aan de te voeren branches en assortimenten en de tot slot aan de herkomst van de bedrijven, in die zin dat in de gemeente gevestigde bedrijven (verplaatsers) boven nieuwkomers voorrang krijgen bij de beoordeling van vestigingsinitiatieven. De Afdeling beoordeelt de aan de omvang van de nieuwe winkels gestelde beperkingen aan de hand van de eisen van een goede ruimtelijke ordening, waarbij het risico van duurzame ontwrichting overeenkomstig het afstandscriterium (ABRvS 10 juni 2009, AB 2009, 252 en ABRvS 2 december 2009, AB 2010, 2) centraal staat. Omdat het beroep van klagers zich ertoe beperkt dat het risico van duurzame ontwrichting door de raad onvoldoende is onderkend - en dat verdergaande beperkingen in omvang hadden moeten worden opgelegd om dat risico te voorkomen - komt de Afdeling niet toe aan de vraag of de in het plan opgenomen maxima als zodanig berusten op een deugdelijke ruimtelijke motivering. Die vraag komt wel aan de orde bij de beoordeling van de branchebeperkingen die in het plan zijn opgenomen. De Afdeling stelt hier het in 2008 ingevoerde uitgangspunt in art lid 2 Bro dat een bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijk ordening regels kan bevatten met betrekking tot branches van detailhandel en horeca 1 Mr. G.H.J. Heutink is advocaat bij Gijs Heutink Advocaten in Amsterdam.

2 centraal. Het met het Aanpassingsbesluit Dienstenrichtlijn aan het besluit toegevoegde art Bro is in de uitspraak niet aan de orde gekomen (mogelijk omdat het vaststellingsbesluit (9 juli 2009) dateert van voor de invoering van het Aanpassingsbesluit van 2 december 2010). De Afdeling oordeelt dat de herkomstbepaling gegeven de toelichting van de raad dat die is opgenomen ter bescherming van in de gemeente gevestigde winkeliers - niet is opgenomen ten behoeve van bedrijven waarvan verplaatsing uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening gewenst is. De Afdeling vindt die bepaling daarom niet aanvaardbaar, maar overweegt ook dat bepalingen als deze wel aanvaardbaar kunnen zijn als die betrekking hebben op bedrijven waarvan verplaatsing op die grond wel gewenst is. De Afdeling is van oordeel dat de branche- of assortimentsbeperking tussen sportspeciaalzaken, sportwarenhuizen en bijzonder vormen van sportdetailhandel (r.o v.) aanvaardbaar is, omdat er in ruimtelijk opzichte verschil bestaat tussen deze winkels. Daarbij neemt de Afdeling het verschil in aangeboden assortiment en daarmee samenhangend het verzorgingsgebied van deze winkels in aanmerking. Omdat een deel van de gronden in het plangebied in 1997 voor een - naar het oordeel van klagers - te lage grondprijs aan de ontwikkelaar is verkocht is gesteld dat sprake is geweest van ongeoorloofde staatssteun (art. 87 lid 1 EG Verdrag (thans: art. 107 lid 1 VWEU), en dat de transactie bij de Europese Commissie had moeten worden aangemeld op de voet van art. 88 lid 3 EG Verdrag (thans: art. 108 lid 3 VWEU). De Afdeling overweegt allereerst dat het argument van ongeoorloofde staatsteun in ons bestuursrechtelijk bestel slechts aan de orde kan komen in het kader van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Ten tweede overweegt zij zonder in te gaan op de vraag of de grondprijs daadwerkelijk te laag is geweest of anderszins op de daartoe aangewezen wijze tot stand is gekomen dat niet aannemelijk is dat de drempel van de de minimis regeling (destijds de Mededeling van de Europese Commissie van 6 maart 1996, PB 1996, C068, thans: Verordening van 15 december 2006) gezien de beperkte omvang van de transactie is overschreden. De Afdeling vindt niet aannemelijk dat mogelijk ongeoorloofde staatssteun in de weg staat aan de uitvoerbaarheid van het plan. (tekst uitspraak) Naschrift: 1. Inleiding Een opvallende uitspraak over het bestemmingsplan bij het voetbalstadion waar de in zwaar weer verkerende club Fortuna Sittard speelt. Net als bij veel andere stadions is er gezorgd voor allerlei extra gebruiksfuncties, waaronder een supermarkt en detailhandel. Ik beperk mij in dit naschrift in hoofdzaak tot de overwegingen over duurzame ontwrichting, assortimentsbeperkingen en de hierna te bespreken herkomstbepaling, en sluit af met drie korte opmerkingen over het overleg ex art Bro en het belanghebbendenvraagstuk en het element vat staatssteun. In het bestemmingsplan zijn sportwinkels en een grote supermarkt toegestaan, met beperkingen aan winkelmetrages en assortimentsvoering. In de gemeente gevestigde bedrijven (verplaatsers) genieten voorrang bij het beoordelen van vestigingsinitiatieven 2

3 De Afdeling heeft het vaststellingsbesluit vernietigd op grond van het ontbreken van een ruimtelijke motivering voor deze herkomstbepaling. De uitspraak past in een lange reeks van Afdelingsjurisprudentie over de ruimtelijke motivering van detailhandelsbeperkingen in omvang, branche en assortiment, in veel gevallen met een verwijzing naar het risico van duurzame ontwrichting. Het landschap voor de beoordeling van zulke beperkingen en het begrip duurzame ontwrichting is ingrijpend geweest, in hoofdzaak door de uitspraken ABRvS 10 juni 2009, AB 2009, 252 (De Marne), ABRvS 24 juni 2009, LJN BI9713, (Winschoten), ABRvS 7 oktober 2009, LJN BJ9465, (Ooststellingwerf), ABRvS 2 december 2009, AB 2010, 2 (Halfweg), ABRvS 26 januari 2010, /2/R3 (Nijmegen) en ABRvS 27 januari 2010, /1/R1 (Losser), en door wijzigingen in het Bro, te weten de invoering van art Bro (Stb. 2008, 145), het Aanpassingsbesluit Dienstenrichtlijn en art Bro (blad 10, artikel VIII, Stb ). Aan de uitspraken inzake de Marne en Halfweg (Sugar Factory) is door de Afdeling gerefereerd. Ik verwijs naar de interessante noten van A.A.G. Nijmeijer bij deze uitspraken in AB 2009,252 en AB 2010, 2, waaraan ook aandacht is besteed in Gst. 7338, nr. 62, Nieuw licht op detailhandelsbeperkingen, duurzame ontwrichting en goede ruimtelijke ordening in rechtspraak en regelgeving (art Bro). In het licht van dat gewijzigde landschap loop ik de overwegingen van de Afdeling ten aanzien van deze beroepsgronden na een inleidende toelichting kort langs. 2. Bro en Dienstenrichtlijn Door de invoering van art Bro is art. 14 lid 5 van de Dienstrichtlijn (richtlijn 2006/123/EG) rechtstreeks van toepassing geworden in ons rechtsbestel. Mogelijk omdat het vaststellingsbesluit dateert van 9 juli 2009, is art Bro in de overwegingen van de Afdeling niet aan de orde gekomen (het Aanpassingsbesluit Dienstenrichtlijn is op 2 december 2009 ingevoerd). Ik meen toch dat het aanbeveling zou hebben verdiend daar aandacht aan te besteden, al was het maar omdat bij deze vernietiging van het vaststellingsbesluit niet kan worden uitgesloten dat partijen op het punt van branchering en assortiment in de tweede ronde voor dit bestemmingsplan weer bij de Afdeling aan de bel trekken, bijvoorbeeld als de in beroep aangevallen voorschriften met een verbeterde motivering in stand worden gelaten. 3. artikel en Bro in onderlinge samenhang bezien Artikel Bro moet worden beschouwd als een aanscherping van de opvatting die door het kabinet is neergelegd in de toelichting bij het in 2008 ingevoerde art Bro. Daarin staat dat branchering ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening is toegestaan. Beide bepalingen kunnen meen ik niet los van elkaar worden gelezen. In de nota van toelichting bij art Bro is vermeld dat regels met betrekking tot branchering moeten worden gemotiveerd vanuit overwegingen van ruimtelijke kwaliteit en niet louter kunnen zijn gegrond op argumenten van concurrentiebeperking. Daaraan is destijds door velen de conclusie verbonden dat art Bro is bedoel om - zoals de Afdeling nu ook overweegt - buiten twijfel te stellen dat branchering ( ) is toegestaan (zie r.o ). Ik vond dat wat kort door de bocht, zie ook Gst. 2009, 61 (Branchering in de detailhandel en art lid 2 Bro). In de nota van toelichting bij de invoering van art Bro in 2009 heeft de minster van EZ de opvatting over de toelaatbaarheid van branchering genuanceerd. Aan het hierboven geciteerde standpunt ten aanzien van art Bro is immers toegevoegd: Aangezien art. 14 lid 5 van de Dienstenrichtlijn niet toestaat dat de toegang tot de uitoefening van een dienstenactiviteit afhankelijk wordt gesteld van economische criteria, moet dit worden aangescherpt (nota 3

4 van toelichting t.a.p.). De nota vervolgt: Dat houdt in dat argumenten van concurrentiebeperking in het geheel geen rol mogen spelen bij het stellen van eisen aan de vestiging van bepaalde detailhandelsbranches. Dat is meen ik een duidelijke nuancering van de opvatting dat branchering toelaatbaar is ter bevordering van ruimtelijk economische kwaliteit (onderstrepingen van mij, GH), en dat had wat mij betreft wel een plaats verdiend in de overwegingen bij deze uitspraak. 4. de beperkingen in het plan Ik plaats een paar korte kanttekeningen bij de concrete beperkingen in het plan en de overwegingen die de Afdeling daaraan heeft gewijd. Allereerst de herkomstbepaling: Dat deze eis in het plan discriminatoir is lijkt mij zo klaar als een klontje. De Afdeling maakt met de herkomstbepaling ook korte metten, maar dat gaat langs een route die mij aanleiding geeft tot een enkele opmerking. De Afdeling overweegt dat een herkomsteis gerechtvaardigd kan zijn als verplaatsing van bedrijven uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening gewenst is. Ik heb moeite met dat signaal. Allereerst zou ik denken: als verplaatsing of verwijdering uit een plangebied gewenst is, dan is een planherziening het voor de hand liggende instrument dat de raad door de wetgever is aangereikt. De voor de raad minder welgevallige dat plangebied moeten herbestemmen, zo nodig met voor een gemeente minder welgevallige consequenties (zoals planschadevergoeding). Ten tweede lijkt het mij in de planwetgevingspraktijk nauwelijks doenlijk een aanvaardbare herkomsteis te formuleren, te weten één die ruimtelijk aanvaardbaar is en niet discriminatoir. Bestemmingsplannen mogen geen bepalingen bevatten die een ongelijke behandeling van individuele ondernemingen inhouden. De overweging van de Afdeling dat de herkomstbepaling niet deugt is meen ik geheel juist, maar ik ben niet geneigd de opvatting te delen dat zulke bepalingen binnen de eisen van een goede ruimtelijke ordening en de wet denkbaar zijn. Dan de bepalingen over de grootte van de winkels. Kan dat? In beginsel niet, tenzij er een planningeis - en dus: een dwingende reden van algemeen belang - aan ten grondslag ligt. In dit verband is het aardig te wijzen op een recente uitspraak van het HvJ EU 24 maart 2011, C-400/08 (grootwinkelbedrijven Catalonië, Spanje, TBR 2011, 5, met noot I.L. Haverkate) waarin voor hypermarkten vergunningeisen met voorgeschreven maxima voor bepaalde assortimenten in verband met economische effecten op de bestaande detailhandel in strijd zijn geacht met art. 49 VWEU. Het dwingend algemeen belang of de noodzaak voor zulke eisen kon in het licht van het stedelijk milieu niet worden aangetoond. Zeker met de aanscherping van de ruimtelijke relevantie bij het risico van duurzame ontwrichting in de Afdelingsuitspraken van 2009 en 2010 (r.o ) lijkt mij dat ook in Nederland de mogelijkheid beperkingen in omvang langs de weg van het risico van duurzame ontwrichting te motiveren praktisch is uitgesloten. Dat laat onverlet dat dit soort beperkingen op basis van (andere) ruimtelijke argumenten stedenbouw, mobiliteit en milieu (of, zoals het HvJ EU wil: dwingende redenen van algemeen belang ter bescherming van het milieu of het stedelijke milieu) natuurlijk wel mogelijk is. Tot slot het door de Afdeling gesanctioneerde onderscheid tussen sportwarenhuizen en sportspeciaalzaken. Dat is een vorm van branche- en assortimentsbeperking die al vaak onderwerp van dispuut bij de Afdeling is geweest, en die het al regent het zulke beperkingen in regionale en lokale planwetgeving en beleidsregels bij de rechterlijke toets door de Afdeling maar zelden haalt. Er is wel een enkel voorbeeld te noemen waarin beperkende voorschriften over branche of assortiment het hebben gered, maar die gevallen zijn toch wel erg zeldzaam. ABRvS 21 april 2004, /1, BR 2004, 668 (Alkmaar- AZ Stadion) is een voorbeeld, maar daarbij plaats ik de kanttekening de daarin 4

5 spelende conclusie in een deskundigenrapportage (te weten: dat thematisering van de detailhandel in het AZ stadion noodzakelijk is ter voorkoming van duurzame ontwrichting van de voorzieningenstructuur) niet in geschil was. Met het afstandcriterium uit de Marne en Halfweg zie r.o , ABRvS 10 juni 2009, AB 2009, 252 (De Marne), ABRvS 2 december 2009, AB 2010, 2 (Halfweg), zie ook: ABRvS 24 juni 2009, LJN BI9713, (Winschoten), ABRvS 7 oktober 2009, LJN BJ9465, (Ooststellingwerf),, ABRvS 26 januari 2010, /2/R3 (Nijmegen) en ABRvS 27 januari 2010, /1/R1 (Losser) - zou die conclusie denk ik niet overeind zijn gebleven. In ABRvS 6 juli /1, BR 2006, 1077 (Bathmen, met noot van J.M.H.F. Teunissen en P.C.M. Heinen) werd de raad door de Afdeling op de vingers getikt omdat hij juist had verzuimd het risico van ontwrichting te onderzoeken, waar klagers een DPO hadden geproduceerd dat zulk risico aannemelijk was. Met het nu door de Afdeling toelaatbaar geachte onderscheid heb ik wel enige moeite. Ik zou a prima vista denken dat zo n onderscheid nauwelijks ruimtelijk valt te motiveren. De Afdeling beperkt zich tot de overweging dat er bij beide soorten winkels een verschil is in assortiment, en daarmee samenhangend een verschil in verzorgingsgebied, maar onbeantwoord blijft de vraag wat nu in concreto de ruimtelijke relevantie is voor de toelaatbaarheid van deze beperking. Het meestal aangevoerde argument dat de beperking nodig is om ontwrichting van voorzieningenniveau te voorkomen was in deze zaak al afgekaart (met een terechte referentie aan de uitspraken inzake Halfweg en de Marne, zie hiervoor). Zou het dan gaan om stedenbouw? In aanmerking genomen de bouwmassa en bouwvoorschriften van het hele plan was dat hier kennelijk ook niet het probleem. Ook het argument van mobiliteit zou vereisen dat er onderscheidende mobiliteitseffecten door het verschil in assortiment bestaan, en een mobiliteitssituatie die noopt tot maatregelen. Dat lijkt me zeker gezien het betrekkelijke genuanceerde onderscheid tussen de assortimenten (ook nog eens binnen dezelfde branche) - moeilijk denkbaar. De uitspraak laat ons over het doorslaggevende ruimtelijke argument toch enigszins in het ongewisse. De vraag blijft voor mij waarom deze assortimentsbeperking het als eis of voorwaarde ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening heeft gehaald en niet is gekwalificeerd als verboden economisch eis. 5. overleg ex art Bro In dit verband nog een korte opmerking over de regionale en provinciale afstemming. De provinciale handreiking schrijft voor dat advies wordt ingewonnen als sprake is van gemeenteoverschrijdende effecten van detailhandelsfuncties. Er moet dan een zogenoemde economische effectenrapportage (EER) worden opgesteld. Over de aspecten van het overleg zelf valt weinig meer op te merken dan de Afdeling er van zegt, te weten dat de raad niet aan dit beleid is gebonden maar dat wel in de belangenafweging dient te betrekken. Waar het gaat om de inhoudelijke vraag die in de handreiking wordt gesteld de eis dat een EER moet worden gemaakt is zo te lezen door geen van de appellanten de stelling ingenomen dat dit een eis is waaraan een deugdelijke ruimtelijke motivering ontbreekt. De Afdeling komt niet aan die vraag toe, maar het lijkt mij dat een EER als onderdeel van een ruimtelijke toets niet kan worden verlangd, en in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. 6. belang De Afdeling stelt op consistente wijze het belanghebbendenbegrip aan de orde, zowel voor wat betreft de weging van concurrentiebelangen als die van de belangen van rechtspersonen in verband met de statutaire doelstellingen. Waar het gaat om het laatste 5

6 vindt de Afdeling in deze zaak de statutaire doelstelling van de vereniging Geleen Promotion gericht op het stimuleren van economische activiteit in het centrum van Geleen een rechtstreeks bij het besluit betrokken algemeen of collectief belang oplevert. De vereniging die de belangen van vastgoedeigenaren bij de herinrichting van de 2 kilometer verderop gelegen Salmstraat behartigt valt door de mand: dat collectief belang wordt door het vaststellingsbesluit niet geraakt. De verenging is niet ontvankelijk. De weging van het concurrentiebelang is in deze zaak al even bestendig (in feite behoort het belang van Geleen Promotion daar ook toe). Toch een opmerking in verband met de relativiteitseis in de Chw. Nu het vaststellingsbesluit is vernietigd, kan immers worden aangenomen dat de raad een stormrondje gaat draaien. Er komt waarschijnlijk een nieuw vaststellingsbesluit en een nieuwe procedure, natuurlijk met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling. Niet uitgesloten is dat omvang en aard van het plan de toepassing van de Chw bijvoorbeeld langs de weg van artikel 3.1 van bijlage I (herstructurering van woon- en werkgebieden) rechtvaardigt. Vergelijk hiervoor ondermeer Kamerstukken II, , 32127, nr. 7, p. 23, 27 en 106, Kamerstukken I, , 32127, nr. B, p. 46, Kamerstukken I, , 32127, nr. C, p. 8). Een nieuw vaststellingsbesluit zou dus wel eens onder vigeur van de Chw kunnen worden getoetst, en het zou ook zo kunnen zijn de uitspraak biedt daar ruimte voor dat de herkomstbepaling en andere beperkende bepalingen in stand wordt gelaten met een verbeterde motivering. Dat zou toch een merkwaardig gevolg hebben voor de beoordeling van de beroepsgronden in het stormrondje van de raad: het moet er voor worden gehouden dat een belangrijk deel van de beroepsgronden van de concurrenten het onder vigeur van art. 1.9 Chw niet zal halen. 7. staatssteun Eén van de beroepsgronden is er tegen gericht dat het financieel voordeel dat wordt behaald met de ontwikkeling van detailhandel in het plangebied ten goede komt aan de voetbalclub Fortuna Sittard, en dat de ontwikkelaar is bevoordeeld omdat die ruime detailhandelsmogelijkheden niet naar behoren in de door hem betaalde grondprijs zijn verdisconteerd. Er is zo menen klagers - sprake van ongeoorloofde staatssteun. Ik meen dat de Afdeling hier terecht tot de conclusie komt dat de vraag naar enige bevoordeling van Fortuna Sittard door de gebiedsontwikkeling niet aan de orde is. Dat ligt anders voor de vraag of de ontwikkelaar is bevoordeeld door een te lage transactieprijs voor de gronden in het gebied die van de gemeente zijn gekocht. Ingevolge art. 107 VWEU zijn steunmaatregelen die de mededinging vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten beïnvloeden in strijd met het verdrag. Men bedenke dat bestemmingsplan niet rechtstreeks aan art. 107 VWEU worden getoetst. Ongeoorloofde staatssteun kan alleen aan de orde komen bij de beoordeling van de (financiële) uitvoerbaarheid van het plan op de voet van art lid 1 sub f Bro. Kortom: vast zal moeten komen te staan dat het plan niet uitvoerbaar is zonder de bedoelde staatssteun, bijvoorbeeld als die staatssteun door de Europese Commissie zou worden teruggevorderd en als de ontvanger als gevolg daarvan afhaakt. Terzijde merk ik op dat het staatssteun argument ook is gevoerd in de al eerder genoemde Afdelingsuitspraak inzake de Marne: daar had de ontwikkelaar verklaard het plan ook te willen uitvoeren als de gemeentelijke bijdrage onverhoopt zou worden teruggevorderd. Kortom: de kern van de zaak is hier niet zo zeer de ongeoorloofdheid van de staatssteun, maar de vraag of het plan (zonder staatssteun) uitvoerbaar is, zoals de Afdeling ook juist overweegt in r.o v. In deze zaak overweegt de Afdeling voorts dat de beroepsgrond 6

7 reeds struikelt op de mededeling van de Commissie van 6 maart 1996 (de gewraakte grondtransactie vond in 1997 plaats) die de grens voor ongeoorloofdheid van staatssteun destijds legde bij de somma van ECU. Er is door de ontwikkelaar niet meer dan 100 m2 grond van de gemeente gekocht voor een (mogelijk) te lage prijs, maar a priori kan worden aangenomen dat die drempel daarmee niet zou worden overschreden. Wel staatssteun misschien, maar niet van een ongeoorloofd karakter. De drempel voor de toepassing van het Verdrag op de de-minimissteun die met enige regelmaat wordt geactualiseerd (zie Verordening van 15 december 2006: met ingang van 1 januari 2007 tot 31 december 2013 is de drempel in drie jaar. Ik laat hier overigens onbesproken wat de consequenties kunnen zijn van de status van de mededeling in 1996 en de verordening van 2006) zal anders dan in klaarblijkelijke gevallen niet zo snel worden overschreden. Overigens zou de ontwikkelaar er in dit toch wat marginale geval net als in de Marne - ook zonder de regeling vast wel in zijn geslaagd toe te zeggen dat bij een onverhoopte terugvordering van de staatssteun niettemin tot uitvoering van het plan zou worden overgegaan. G.H.J. Heutink 7

: Gemeente Hellevoetsluis : Royal HaskoningDHV : Dhr. A. van Rossum, Tuincentrum Groenrijk Aralia

: Gemeente Hellevoetsluis : Royal HaskoningDHV : Dhr. A. van Rossum, Tuincentrum Groenrijk Aralia HaskoningDHV Nederland B.V. Logo Ruimtelijke onderbouwing Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Gemeente Hellevoetsluis : Royal HaskoningDHV : Dhr. A. van Rossum, Tuincentrum Groenrijk Aralia : B6475-01-001

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2004:AQ5784

ECLI:NL:RVS:2004:AQ5784 ECLI:NL:RVS:2004:AQ5784 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-07-2004 Datum publicatie 28-07-2004 Zaaknummer 200307963/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77981

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200502262/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400)

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Mr. N.S.J. Koeman Wet ruimtelijk ordening: art. 3.1; Wet milieubescherming: art. 1.1; Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

BR 2012/164: Provinciale verordening (art. 4.1 Wro) is ook van toepassing op een. wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in een bestemmingsplan dat...

BR 2012/164: Provinciale verordening (art. 4.1 Wro) is ook van toepassing op een. wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in een bestemmingsplan dat... BR 2012/164: Provinciale verordening (art. 4.1 Wro) is ook van toepassing op een wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in een bestemmingsplan dat... Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 Uitspraak 201309151/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 12 februari 2014 TEGEN de raad van de gemeente Lelystad PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx pagina 1 van 5 LJN: BO4229, Raad van State, 200910277/1/R2 Datum 17-11-2010 uitspraak: Datum 17-11-2010 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3051

ECLI:NL:CRVB:2016:3051 ECLI:NL:CRVB:2016:3051 Instantie Datum uitspraak 12-08-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6172 WWAJ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/93387

Nadere informatie

Omgevingsflits nr. 36 5 maart 2015

Omgevingsflits nr. 36 5 maart 2015 Omgevingsflits nr. 36 5 maart 2015 Wabo Geen zienswijze, te laat beroep, gelet op onjuiste kennisgeving van het besluit toch ontvankelijk In de uitspraak van de AbRvS van 4 maart 2015, nr. 201403328/1/A1

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 Instantie Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-1813 WWB + 11-1953

Nadere informatie

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Introductie Plaats van de Ladder binnen het wettelijk kader Agenda Ladder duurzame verstedelijking Jurisprudentie

Nadere informatie

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht Plan van behandeling 1. Leegstand: detailhandel en kantoren 2. Milieunormen in bestemmingsplannen 3. Ontwikkelingen

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en

Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Actualiteiten Bouwrecht Nieuws Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Publicatiedatum: 24-11-2016 En weer

Nadere informatie

de deelraad van het stadsdeel Noord (thans: de raad van de gemeente Amsterdam), verweerder.

de deelraad van het stadsdeel Noord (thans: de raad van de gemeente Amsterdam), verweerder. Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat de deelraad niet onterecht een wijzigingsvoorwaarde wat de bouwhoogte betreft heeft gehanteerd. De Afdeling geeft aan dat de deelraad een groter gewicht aan

Nadere informatie

Supermarkt en ruimte

Supermarkt en ruimte Specialisten in vastgoed en gebiedsontwikkeling Supermarkt en ruimte Mr. Sascha Suarez-Stavenuiter 17 mei 2013 www.stijladvocaten.nl 1 Agenda Systematiek ruimtelijke ordeningswetgeving Supermarkten binnen

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37849

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Dienstenrichtlijn en ruimtelijke ordening. mr. A.R. Klijn en mr. I.J. Middel 11 oktober 2011

Dienstenrichtlijn en ruimtelijke ordening. mr. A.R. Klijn en mr. I.J. Middel 11 oktober 2011 Dienstenrichtlijn en ruimtelijke ordening mr. A.R. Klijn en mr. I.J. Middel 11 oktober 2011 Onderwerpen - Hoe werkt een richtlijn - Wat behelst de Dienstenrichtlijn - Dienstenrichtlijn en RO - Voorbeeld

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1463

ECLI:NL:RVS:2014:1463 ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

BR 2012/163: Gevolgen voor de luchtkwaliteit van een wijzigingsbevoegdheid; representatieve invulling van maximale planologische mogelijkheden.

BR 2012/163: Gevolgen voor de luchtkwaliteit van een wijzigingsbevoegdheid; representatieve invulling van maximale planologische mogelijkheden. BR 2012/163: Gevolgen voor de luchtkwaliteit van een wijzigingsbevoegdheid; representatieve invulling van maximale planologische mogelijkheden. Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Nadere informatie

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

Het relativiteitsvereiste bezien vanuit vier groepen belanghebbenden

Het relativiteitsvereiste bezien vanuit vier groepen belanghebbenden Mr. P.M.J.J. Swagemakers 1 Bestuursrecht Het relativiteitsvereiste bezien vanuit vier groepen belanghebbenden Sinds 1 januari 2013 kent ook het algemene bestuursrecht de relativiteitseis ( art. 8:69a Awb),

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1002

ECLI:NL:RVS:2015:1002 ECLI:NL:RVS:2015:1002 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-04-2015 Datum publicatie 01-04-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404451/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40)

Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40) Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40) Noot bij: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 14 mei 2014, 201303996/1/A3 en ECLI:NL:RVS:2014:1708 door: I.M. van der Heijden en E.E.

Nadere informatie

Gemeenteraad van Gouda Beantwoording technische vraag Gouda Positief inzake Europese Dienstenrichtlijn in relatie tot het Goudse detailhandelsbeleid

Gemeenteraad van Gouda Beantwoording technische vraag Gouda Positief inzake Europese Dienstenrichtlijn in relatie tot het Goudse detailhandelsbeleid memo aan onderwerp Gemeenteraad van Gouda Beantwoording technische vraag Gouda Positief inzake Europese Dienstenrichtlijn in relatie tot het Goudse detailhandelsbeleid van H.C. van den Akker dienst/proj.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845 Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201410290/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 28 oktober 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico.

Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. Noot van de commissie: Omdat een aantoonbaar conservatieve aanname

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-3338 WSF Bestuursrecht

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8 ~T~~'~~'~.~.~~~ ~ c~~l~n~ ~c~st~.lu~al~~ht~~~~a~z~ Raad van de gemeente Haaksbergen Postbus 102 7480 AC HAAKSBERGEN Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 april 2010 200905037/1 /R2 V.~~i~~;~~~ ~ ~' ~-tf~i~~é~:~~a-.r~~a~~r~

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-06-2013 Datum publicatie 19-06-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201939/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/161039

Nadere informatie

Detailhandelsbranchering voor en na Appingedam. Jan van Oosten 27 september 2018

Detailhandelsbranchering voor en na Appingedam. Jan van Oosten 27 september 2018 Detailhandelsbranchering voor en na Appingedam Jan van Oosten 27 september 2018 Visitekaartje Advocaat praktijkgroep bestuurs- en omgevingsrecht Stibbe Breed omgevingsrecht, bijzondere aandacht voor ruimtelijke

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Jurisprudentie I. Ruimtelijk ordeningsrecht

Jurisprudentie I. Ruimtelijk ordeningsrecht I. Ruimtelijk ordeningsrecht TBR 2014/133 Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 25 juni 2014, No. 201307133/1/A1, ECLI:NL:RVS:2014:2286 (Bestemmingsplanvoorschriften en Dienstenrichtlijn) Mr. J.H.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2005 Datum publicatie 21-12-2005 Zaaknummer 200502884/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BX2621

ECLI:NL:CRVB:2012:BX2621 ECLI:NL:CRVB:2012:BX2621 Instantie Datum uitspraak 06-07-2012 Datum publicatie 26-07-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-6816 WIA Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4099, (AB 2015/10) Mr. J.A. Hagen

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4099, (AB 2015/10) Mr. J.A. Hagen Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4099, (AB 2015/10) Mr. J.A. Hagen Wet milieurecht: art. 5.16, art. 5.16a; Besluit gevoelige bestemmingen: art. 2; Wet

Nadere informatie

Nota van B&W. Portefeuilehouder J.C.W. Nederstigt

Nota van B&W. Portefeuilehouder J.C.W. Nederstigt gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp instellen van (hoger) beroep tegen de beslissing (op bezwaar) van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland inzake de geweigerde ontheffing voor Windpark Haarlemmermeer

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u - ter informatie - kopieen van op de bovenvermelde zaak betrekking hebbende stukken.

Hierbij ontvangt u - ter informatie - kopieen van op de bovenvermelde zaak betrekking hebbende stukken. Blitiansitat6MEN 2 0 MARI 2013 Afile bestu echtsprdak GESCAND OP 2 0 MAART 2013 Gemeente Oostzaan Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 15 1510 AA OOSTZAAN Datum Ons nummer 1.1w kenmerk 18 maart 2013 201301865/1/A1

Nadere informatie

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie Titel:

Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie Titel: Mrs. D.A.C. Slump, C.M. Wissels, E.J. Daalder met noot van M.A.J. West AB Rechtspraak Bestuursrecht 2017/11 23 november 2016 Afdeling bestuursrechtspraak

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van: MigratieWeb ve12000597 LJN: BV7843 RAAD VAN STATE 201108659/1/V1. Datum uitspraak: 28 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Raad vanstate. Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 07/11/2013

Raad vanstate. Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 07/11/2013 Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 07/11/2013 113.49823 Raad van de gemeente Lansingerland Postbus 1 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS Datum Ons nummer Uw

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85454

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist. Niet op barcode schrijven!! Gemeente Bergen op Zoom de Rechtspraak Rechtbank Breda 106-027138 Reg. Datum: 19/10/2006 Eenheid: BJZ 4.06 datum doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) onderwerp AANTEKENEN

Nadere informatie

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak)

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak) LJN: BZ9358, Centrale Raad van Beroep, 11/7248 AWBZ-T Datum uitspraak: 01-05-2013 Datum publicatie: 03-05-2013 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Tussenuitspraak.

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 6 december 2017, /1/R3, ECLI:NL:RVS:2017:3350

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 6 december 2017, /1/R3, ECLI:NL:RVS:2017:3350 Uit: BR 2018/11 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 6 december 2017, 201700354/1/R3, ECLI:NL:RVS:2017:3350 Mrs. J.A.W. Scholten-Hinloopen, S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt en D.J.C. van den

Nadere informatie

Bijlagen Casus Nieuwediep

Bijlagen Casus Nieuwediep Bijlagen Casus Nieuwediep Gronden incidenteel hoger beroepen A A Roosien-Klok en L A Westers In uitspraken 15/1388 en 15/1389 heeft de Rechtbank ten onrechte niet onderkend dat de bezwaarcommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:715. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2015:715. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:RVS:2015:715 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-03-2015 Datum publicatie 11-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201400341/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110052/1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

MEMO. AAN Detailhandel Nederland VAN Iskander Haverkate DOSSIER DN / Advies DATUM 5 november Winkeltijdenwet BETREFT.

MEMO. AAN Detailhandel Nederland VAN Iskander Haverkate DOSSIER DN / Advies DATUM 5 november Winkeltijdenwet BETREFT. MEMO AAN Detailhandel Nederland VAN Iskander Haverkate DOSSIER DN / Advies DATUM 5 november 2009 BETREFT Winkeltijdenwet Inleiding In onderstaand memo wordt in hoofdlijnen stilgestaan bij de betekenis

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 Instantie Datum uitspraak 07-01-2003 Datum publicatie 04-02-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 01/2345 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2113

ECLI:NL:RBROT:2017:2113 ECLI:NL:RBROT:2017:2113 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/6887 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AU1806

ECLI:NL:CRVB:2005:AU1806 ECLI:NL:CRVB:2005:AU1806 Instantie Datum uitspraak 17-08-2005 Datum publicatie 01-09-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 03/5847 WW + 03/6026 WW

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL8738

ECLI:NL:RVS:2010:BL8738 ECLI:NL:RVS:2010:BL8738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-03-2010 Datum publicatie 24-03-2010 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200905302/1/H3 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 9 april 2008, 07/1916 (hierna: aangevallen uitspraak)

tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 9 april 2008, 07/1916 (hierna: aangevallen uitspraak) LJN: BI6832, Centrale Raad van Beroep, 08/2290 WMO + 08/2317 WMO Datum uitspraak: 29-04-2009 Datum publicatie: 08-06-2009 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201602929/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 2 november 2016 Tegen: de raad van de gemeente Lelystad Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie