Het relativiteitsvereiste bezien vanuit vier groepen belanghebbenden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het relativiteitsvereiste bezien vanuit vier groepen belanghebbenden"

Transcriptie

1 Mr. P.M.J.J. Swagemakers 1 Bestuursrecht Het relativiteitsvereiste bezien vanuit vier groepen belanghebbenden Sinds 1 januari 2013 kent ook het algemene bestuursrecht de relativiteitseis ( art. 8:69a Awb), nadat deze al eerder in de Crisis- en herstelwet was opgenomen. In deze bijdrage wordt aan de hand van een aantal recente Afdelingsuitspraken bezien welke consequenties dit nieuwe wetsartikel voor de rechtspraktijk heeft. Duidelijk is dat de beperking van het beroepsrecht van met name derde-belanghebbenden zijn uitwerking niet heeft gemist. 1. Inleiding Ruim een jaar geleden verscheen in dit tijdschrift een bijdrage van Heeremans en Baas over de belanghebbendheid van concurrenten en omwonenden in het bestuursrecht. 2 Aan de hand van met name jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling), maken zij inzichtelijk aan welke voorwaarden concurrenten en omwonenden moeten voldoen om als belanghebbende te worden aangemerkt. Het vereiste van belanghebbendheid fungeert als een slagboom. Een besluit van een bestuursorgaan kan niet door eenieder worden aangevochten. Dat kunnen slechts belanghebbenden; dat zijn de personen die kort gezegd rechtstreeks door een besluit in hun belangen worden geraakt. Sinds de introductie van het relativiteitsvereiste in het bestuursrecht is het niet meer vanzelfsprekend dat een beroep van een belanghebbende, aangenomen dat het beroep inhoudelijk succesvol is, leidt tot vernietiging van het bestreden besluit. Daarmee fungeert het relativiteitsvereiste als het ware als een zeef. De relativiteitseis houdt in dat het beroep van een appellant niet tot de vernietiging van een besluit leidt, als de norm waarop de appellant zich beroept hem kennelijk niet in zijn belang beoogt te beschermen. 3 Een illustratief voorbeeld is de casus waarin villabewoners zich niet kunnen verenigen met de komst van een woonwagencentrum. Zij gaan in beroep tegen het bestemmingsplan dat het woonwagencentrum mogelijk maakt. De villabewoners stellen dat de toekomstige woonwagenbewoners geluidsoverlast zullen ondervinden van een naastgelegen zwembad. Dat tast het goede woon- en leefklimaat van de woonwagenbewoners aan en daarom moet het besluit worden vernietigd. Wat er ook van dit argument zij, de geluidsnorm beschermt de villabewoners niet. Het relativiteitsvereiste staat er daarom 1 Pieter Swagemakers is advocaat bij Stibbe te Amsterdam. Hij dankt Valérie van 't Lam en Tijn Kortmann voor het becommentariëren van een eerdere versie van deze bijdrage. 2 D. Heeremans en R. Baas, De belanghebbende in het bestuursrecht concurrenten en omwonende, Bb 2013/73. 3 Art. 8:69a Awb. aan in de weg dat het woonwagencentrum wordt tegengehouden door het beroep van de villabewoners. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de bestuursrechtelijke relativiteitseis aan de hand van omgevingsrechtelijke jurisprudentie van de Afdeling. In de praktijk blijkt namelijk dat het relativiteitsvereiste met name een rol speelt in het omgevingsrecht. In de relativiteitsjurisprudentie van de Afdeling vallen vier groepen belanghebbenden te ontwaren. Voor iedere groep wordt het relativiteitsvereiste anders toegepast. De groepen zijn: de omwonende die zich door een besluit voelt aangetast in diens woon- en leefklimaat (paragraaf 3); het bedrijf dat meent dat een besluit zijn uitbreidingsmogelijkheden beperkt (paragraaf 4); het bedrijf dat meent door een besluit getroffen te zijn in zijn concurrentiebelangen (paragraaf 5); en de statutair belanghebbende (paragraaf 6). Deze bijdrage sluit ik af met een conclusie en enkele mogelijkheden om het relativiteitsvereiste te omzeilen (paragraaf 7). 2. Het relativiteitsvereiste In het burgerlijk recht heeft het relativiteitsvereiste al geruime tijd een plaats. Het bestuursrechtelijke relativiteitsvereiste is jonger. Tussen 31 maart 2010 en 1 januari 2013 gold een relativiteitseis in het bestuursrecht, maar slechts indien de Crisis- en herstelwet van toepassing was. Sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht op 1 januari 2013 kent het gehele bestuursrecht het relativiteitsvereiste. Het relativiteitsvereiste is opgenomen in art. 8:69a Awb. Dit artikel luidt als volgt: De bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. De volgende factoren spelen een rol bij de toepassing van het relativiteitsvereiste: - De relativiteitseis speelt alleen in de fase van beroep of hoger beroep en is niet van toepassing voor het maken van bezwaar of het indienen van zienswijzen. - De termen rechtsregel en rechtsbeginsel uit art. 8:69a Awb moeten ruim worden opgevat; het betreft niet alleen wettelijke voorschriften, maar ook buitenwettelijke regels die het bevoegd gezag gebruikt ter invulling van een bestuursbevoegdheid (bijvoorbeeld de VNG-afstandsnormen). 4 4 Zie voor een uitgebreidere behandeling: A.G.A. Nijmeijer, Dynamiek in relativiteit, Trema , 226 (par. 1.1). 9 T2_Bb_1501_bw_V02.indd 9

2 HET RELATIVITEITSVEREISTE BEZIEN VANUIT VIER GROEPEN BELANGHEBBENDEN Bestuursrecht - Het relativiteitsvereiste heeft niet alleen betrekking op materiële normen, maar ook op formele normen. Ter verduidelijking geef ik het volgende voorbeeld. Een appellant komt op tegen een besluit dat de vestiging van een concurrent mogelijk maakt. Hij stelt dat stukken met betrekking tot bodemvervuiling ten onrechte niet ter inzage zijn gelegd ( art. 3:11 lid 2 Awb). Appellant stelt dat hij inhoudelijke gronden op basis van de Wet bodembescherming (hierna: WBB) aan deze stukken zou kunnen ontlenen. De Afdeling volgt appellant niet in zijn beroep. De WBB beschermt een belanghebbende niet in zijn concurrentiebelangen. Daarom zou het beroep van appellant niet kunnen leiden tot vernietiging. Nu de relativiteitseis in de weg staat aan een succesvol beroep op materiële gronden, staat de relativiteitseis ook in de weg aan een beroep op formele gronden die met die materiële gronden samenhangen. 5 - Bij de toepassing van het relativiteitsvereiste spelen twee soorten belangen een rol: (i) het belang van de appellant waarin hij stelt te zijn geschonden; en (ii) het belang dat door de norm, waarop de appellant zich ber o ep t, wo r dt b e s c h er m d. Ad (i): Stel dat een buurtvereniging opkomt tegen een nieuw bestemmingsplan. De buurtvereniging meent dat de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, de leefbaarheid in de buurt niet ten goede komen. De gemeenteraad verweert zich met een beroep op het relativiteitsvereiste; de buurtvereniging stelt weliswaar dat zij de leefbaarheid in de buurt beschermt, maar het is de vereniging daadwerkelijk te doen om een zo hoog mogelijke financiële vergoeding te verkrijgen. Uit de jurisprudentie van de Afdeling over de relativiteitseis uit de Crisis- en herstelwet volgt dat het achterliggende motief voor de indiening van het beroep doorslaggevend is. De Afdeling heeft deze lijn inmiddels verlaten en geoordeeld dat niet het achterliggende motief van belang is, maar het belang waarin de appellant is getroffen. 6 Dat oordeel is goed te begrijpen. De bestuursrechter zou in het hoofd van de appellant moeten kijken om te weten wat de appellant drijft om in beroep te gaan. Ad (ii): De Afdeling moet onderzoeken of de norm waarop de appellant zich beroept, hem duidelijk in zijn belangen beschermt. Het is niet altijd eenvoudig om het beschermingsbereik van een norm vast te stellen. De regering heeft niet in iedere memorie van toelichting glashelder uiteengezet welke belangen worden beschermd en welke niet. Daarom is met het woord kennelijk in art. 8:69a Awb een ondergrens ingebouwd. 7 Slechts wanneer het duidelijk is dat een norm een appellant niet beschermt, staat het relativiteitsvereiste aan vernietiging van een besluit in de weg. Wanneer twijfel bestaat of een norm een appellant beschermt, dan krijgt de appellant het voordeel van de twijfel en kan zijn beroep leiden tot vernietiging van het beslu it. - Als het belang waarin de appellant stelt te zijn getroffen overeenkomt met het belang dat door de ingeroepen norm wordt beschermd, dan staat het relativiteitsvereiste niet aan vernietiging van het besluit in de weg. 3. Omwonende en het belang van een goed woon- en leefklimaat Indien een omwonende zich niet kan vinden in een ruimtelijke ontwikkeling, moet hij stellen dat hij door het besluit wordt getroffen in zijn belang van een goed woon- en leefklimaat. Voor de vraag of het relativiteitsvereiste aan vernietiging in de weg staat, moet worden bezien of de ingeroepen norm hem in zijn belang van een goed woon- en leefklimaat beschermt. Het verschilt per norm of dit eenvoudig kan worden vastgesteld. In de Wet milieubeheer (hierna: Wm) is bepaald dat voor bepaalde activiteiten en projecten moet worden beschreven welke gevolgen voor het milieu daarmee gepaard kunnen gaan. De onderzoeksresultaten worden gepubliceerd in een milieueffectrapport (hierna: MER). In een recente uitspraak laat de Afdeling zich uit over de verhouding tussen het relativiteitsvereiste en de verplichting uit de Wm om een MER (hierna: MER-plicht) op te stellen. In de uitspraak staat een bestemmingsplan centraal dat de uitbreiding van een veehouderij mogelijk maakt. Een omwonende vreest voor overlast en stelt dat ten onrechte geen MER is opgesteld. De gemeenteraad verweert zich door te stellen dat het relativiteitsvereiste in de weg staat aan vernietiging van het bestemmingsplan. De gemeenteraad stelt met andere woorden dat de MER-plicht de omwonende niet beschermt in zijn belang van een goed woon- en leefklimaat. De Afdeling moet bezien welk belang wordt beschermd door de MER-plicht. Een MER beschrijft de gevolgen voor het milieu van een ruimtelijke ontwikkeling. Gevolgen voor het milieu zijn volgens art. 1.1 lid 2 sub a Wm de gevolgen voor het fysieke milieu, gezien vanuit onder meer het belang van de bescherming van mensen. Daarmee strekt de MER-plicht onder andere tot de bescherming van mensen in hun goede woon- en leefklimaat en daarmee wordt de omwonende in zijn belang beschermd. Het relativiteitsvereiste staat in dit geval niet aan vernietiging van het bestemmingsplan in de weg. 8 Een ander voorbeeld treft men aan in de uitspraak van de Afdeling van 23 april In deze zaak beroept de appellant zich op art lid 2 Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). In dit artikel is de zogenoemde ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen. Het doel van deze bepaling is het bereiken van zorgvuldig ruimtegebruik en het voorkomen van leegstand. De Afdeling oordeelde dat deze bepaling het goede woon- en leefklimaat van appel- 5 ABRvS 30 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014: Voorbeeld ontleend aan: ABRvS 7 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014: Kamerstukken II 2009/10, 32127, nr. 7, p. 45 (nota n.a.v. het verslag). 8 ABRvS 1 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014: T2_Bb_1501_bw_V02.indd 10

3 Bestuursrecht HET RELATIVITEITSVEREISTE BEZIEN VANUIT VIER GROEPEN BELANGHEBBENDEN lant beschermt. Daarom staat het relativiteitsvereiste er niet aan in de weg dat het beroep van appellant leidt tot vernietiging van het besluit. Het vaststellen of een ingeroepen norm strekt tot de bescherming van een goed woon- en leefklimaat, kan moeilijker zijn als het normen betreft die het algemeen belang beschermen. Denk hierbij aan de Flora- en faunawet (hierna: Ffw) en de Natuurbeschermingswet (hierna: NB-wet). Men zou kunnen betogen dat, nu deze normen alleen een algemeen belang beschermen, individuele belangen per definitie niet door deze wet worden beschermd. De Afdeling volgt deze opvatting niet. Het relativiteitsvereiste staat niet aan de vernietiging van een besluit met een beroep op de Ffw in de weg, mits het individuele belang van een omwonende in voldoende mate samenvalt met het algemene belang dat door de wet wordt beschermd. Daar is sprake van als de belanghebbende in de directe nabijheid van het plangebied wonen. In dat geval is zijn belang bij het behoud van een goede kwaliteit van zijn leefomgeving verweven met de algemene belangen die de Ffw beoogt te beschermen. 10 Wanneer precies sprake is van directe nabijheid blijkt niet uit de jurisprudentie en moet dan ook van geval tot geval worden bezien. Gelijksoortige overwegingen zijn terug te vinden in de relativiteitsjurisprudentie over de NB-wet. Hierbij is van belang dat het vereiste van directe nabijheid uit de Ffw-jurisprudentie ziet op de afstand tussen de belanghebbende en het plangebied (het gebied waarin de ruimtelijke ontwikkeling is voorzien). In de NB-wet-jurisprudentie staat het criterium onmiddellijke nabijheid centraal. Daarbij gaat het om de afstand tussen de belanghebbende en het Natura 2000-gebied, en niet om de afstand tot het plangebied. De belanghebbende zal in het kader van de NB-wet aanvoeren dat de ruimtelijke ontwikkeling negatieve invloed heeft op een Natura 2000-gebied. Dit argument kan slechts slagen indien de belanghebbende in de onmiddellijke nabijheid van een Natura 2000-gebied woont. In de jurisprudentie vindt men geen harde aanknopingspunten voor wanneer een individueel belang voldoende samenvalt met het algemeen belang. Als de afstand tot het Natura 2000-gebied niet meer bedraagt dan 340 meter, staat de relativiteitseis niet aan vernietiging van het besluit in de weg. 11 Bij afstanden van 800, 3800 en 5000 meter staat het relativiteitsvereiste wel aan vernietiging in de weg. 12 Deze afstanden zijn slechts indicaties. Het is niet uitgesloten dat bij een afstand van 300 meter geen sprake is van onmiddellijke nabijheid en bij een afstand van 900 meter wel. 10 ABRvS 21 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 11 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2065 en ABRvS 11 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014: Respectievelijk: ABRvS 16 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1308; ABRvS 9 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1210; ABRvS 26 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014: Onderneming en het belang van ongehinderde uitbreidingsmogelijkheden Een onderneming kan worden geconfronteerd met ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van zijn bedrijf die zijn uitbreidingsmogelijkheden beperken of hem zelfs in het voortbestaan bedreigen. Een voorbeeld dat ik heb ontleend aan de jurisprudentie is het volgende. Een onderneming ziet zich geconfronteerd met een bestemmingsplan dat woningen en een basisschool mogelijk maakt in de buurt van zijn bedrijf. De onderneming voert aan dat het plan in strijd is met de eisen van een goede ruimtelijke ordening, omdat het volgens beleidsregels op rijksniveau niet verantwoord is om kinderen les te geven in de nabijheid van een hoogspanningslijn. De Afdeling volgt de onderneming niet in haar beroep. Wat er ook van zijn argument zij, de onderneming beroept zich op regels die de kinderen trachten te beschermen en niet de onderneming in haar bedrijfsbelangen. 13 O m die reden staat het relativiteitsvereiste in dit geval in de weg aan de vernietiging van het plan. Dit betekent niet dat een onderneming haar belangen niet kan verdedigen in een ruimtelijke procedure. Milieunormen over de afstand tot en immissie van bedrijven beogen omwonenden te beschermen in hun belang van een goed woon- en leefklimaat. Dit beschermingsbereik kent een reflexwerking. 14 Deze milieunormen beschermen namelijk ook ondernemingen in hun belang van een ongehinderde bedrijfsuitoefening. Als de afstand te klein is of de immissie te hoog, dan voldoet de onderneming niet meer aan de milieunormen. Dat beperkt de onderneming in haar uitbreidingsmogelijkheden. 15 Nemen wij nogmaals het voorbeeld van de onderneming en de school die in haar nabijheid wordt gebouwd. Het betreft een timmerfabriek die overdag geluid produceert. Een school wordt aangemerkt als een geluidgevoelig object volgens de WGH. Voor de school geldt een maximale geluidsbelasting. Stel dat de school wordt gebouwd en de onderneming een jaar later wil uitbreiden. Met de uitbreiding gaat een hogere geluidsimmissie gepaard. Dat mag niet, omdat dan de maximale geluidbelasting van de school wordt overtreden. Op die manier is de onderneming door de komst van de school in haar uitbreidingsmogelijkheden beperkt. Het relativiteitsvereiste verhindert dan niet dat het beroep van de onderneming leidt tot vernietiging van het besluit dat de school mogelijk maakt. Een onderneming die haar uitbreidingsmogelijkheden wil veiligstellen, kan zich met het oog op die belangen niet beroepen op bepalingen uit de Ffw of de NB-wet. In beginsel beschermen de Ffw en de NB-wet slechts een algemeen belang. De Afdeling heeft geoordeeld dat dit niet per definitie het enige belang is dat door de Ffw en de NB-wet wordt beschermd. Omwonenden kunnen zich ook op deze wetten beroepen, indien (i) zij zijn getroffen in het individuele belang van een goed woon- en leefklimaat; en (ii) dat belang in voldoende mate samenvalt met het algemeen belang. Het 13 ABRvS 2 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 1 juni 2011, Gst. 2011/127 (7363), m.nt. J.M.H.F. Teunissen. 15 ABRvS 14 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1745. Zie voor een soortgelijk oordeel met betrekking tot geur: ABRvS 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014: T2_Bb_1501_bw_V02.indd 11

4 HET RELATIVITEITSVEREISTE BEZIEN VANUIT VIER GROEPEN BELANGHEBBENDEN Bestuursrecht belang van een onderneming dat is gelegen in het voortzetten en uitbreiden van bedrijfsactiviteiten wordt echter niet door de Ffw 16 of de NB-wet 17 b e s c h er m d. Hierbij kan het volgende voorbeeld worden gegeven. 18 D e gemeenteraad stelt een bestemmingsplan vast ten behoeve van de herontwikkeling van het stadshart. Een van de appellanten huurt een loods waarin hij boten repareert. Door de herontwikkeling wordt de loods slechter bereikbaar en worden de uitbreidingsmogelijkheden beperkt. De Afdeling acht het niet onaannemelijk dat de appellant hierdoor in zijn bedrijfseconomische belangen wordt getroffen. Daarom merkt de Afdeling de appellant aan als belanghebbende. Een van de beroepsgronden houdt in dat de gemeenteraad volgens de appellant ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de invloed van de herontwikkeling op een nabij gelegen Natura 2000-gebied. Het bestemmingsplan is daarmee in strijd met de bepalingen uit de NB-wet. De Afdeling oordeelt dat de NB-wet niet beoogt een onderneming te beschermen in haar bedrijfseconomische belangen. Het beroep van de appellant op de NB-wet kan niet leiden tot de vernietiging van het vaststellingsbesluit. 5. Onderneming en het belang om gevrijwaard te blijven van een concurrent In de vorige paragraaf ben ik ingegaan op de vraag of het relativiteitsvereiste eraan in de weg staat dat een onderneming haar uitbreidingsmogelijkheden veilig stelt door te procederen tegen een ruimtelijke ontwikkeling. Onder omstandigheden staat het relativiteitsvereiste niet aan vernietiging van het besluit in de weg. Een ruimtelijke ontwikkeling kan ook betekenen dat een onderneming zich geconfronteerd ziet met de vestiging van een concurrent. In deze paragraaf ga ik in op de vraag of het relativiteitsvereiste in dat geval verhindert dat het beroep van de onderneming leidt tot de vernietiging van het besluit. Over het algemeen kan worden gesteld dat ruimtelijke en milieurechtelijke normen niet strekken tot de bescherming van de concurrentiebelangen van een onderneming. Zo oordeelt de Afdeling dat, als het belang van een appellant is gelegen in de vrijwaring van de vestiging van een concurrent, een bestemmingsplanregel hem niet in dat belang beschermt als de planregel tot doel heeft de geluidsruimte in het plangebied goed te verdelen. 19 Uit een uitspraak van de Afdeling van 28 mei 2014 volgt dat de Wet ruimtelijke ordening er niet toe strekt bedrijven tegen de vestiging van concurrerende bedrijven in hun verzorgingsgebied te beschermen. 20 Concurrentieverhoudingen vormen in beginsel geen belang dat moet worden meegenomen in een planologische belangenafweging, tenzij sprake is van een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau die niet door dwingende redenen wordt gerechtvaardigd. Van duur- 16 ABRvS 15 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:75 en ABRvS 28 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 29 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014: Voorbeeld ontleend aan: ABRvS 29 januari 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 9 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 28 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1884. zame ontwrichting van het voorzieningenniveau is sprake als inwoners van een bepaald gebied niet langer op een aanvaardbare afstand van hun woning kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften. 21 Duurzame ontwrichting kan ook leegstand tot gevolg hebben. Leegstand zal in de meeste gevallen leiden tot de verslechtering van het vestigingsklimaat, denk hierbij aan een onveilig imago van de buurt en een prijsdaling van het vastgoed ter plaatse. Art lid 2 Bro beoogt zorgvuldig ruimtegebruik te bereiken en leegstand te voorkomen. Bij een beroep op die bepaling staat het relativiteitsvereiste niet in de weg aan de vernietiging van een besluit, mits de onderneming stelt dat de vestiging van een concurrent leidt tot de verslechtering van het vestigingsklimaat Statutair belanghebbende en een collectief of algemeen belang In de voorgaande paragrafen was steeds sprake van een belanghebbende zoals bedoeld in art. 1:2 lid 1 Awb. Belanghebbendheid kan ook zijn gegrond op art. 1:2 lid 3 Awb. Dan is er sprake van een statutair belanghebbende; dit kan een vereniging zijn die opkomt voor het collectief belang van haar leden of een stichting die opkomt voor een algemeen belang. Een voorbeeld van een statutair belanghebbende is de buurtvereniging die in beroep gaat tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan om de leefbaarheid in de buurt te beschermen. De toets of de relativiteitseis er aan in de weg staat dat het beroep van een statutair belanghebbende leidt tot de vernietiging van een besluit, lijkt veel op de toets of een rechtspersoon kan worden aangemerkt als belanghebbende. Het relativiteitsvereiste staat aan de vernietiging van een besluit niet in de weg, mits het belang waarin de statutair belanghebbende is geschonden en het belang dat wordt beschermd door de ingeroepen norm beide voldoende duidelijk blijken uit de statuten van de statutair belanghebbende. De twee toetsen lijken weliswaar op elkaar; maar de statutair belanghebbende die de slagboom van art. 1:2 lid 3 Awb is gepasseerd, kan nog (per beroepsgrond) aanlopen tegen het relativiteitsvereiste. De statutair belanghebbende moet zich immers beroepen op een norm die het statutaire belang beoogt te beschermen. Een statutair belanghebbende kan, net als een omwonende, een woonwagencentrum niet tegenhouden met het argument dat de toekomstige woonwagenbewoners geluidsoverlast zullen ondervinden van een naastgelegen zwembad. De statutair belanghebbende moet daarom zélf zijn geraakt in het collectieve of algemene belang. Zo oordeelt de Afdeling dat het relativiteitsvereiste niet aan vernietiging van een besluit in de weg staat, indien (i) uit de statuten blijkt dat het belang van de stichting is gelegen in het behoud van bestaande natuurwaarden en het woon- en leefklimaat; en (ii) de stichting zich beroept op art lid 2 Bro ABRvS 18 september 2013, ECLI:NL:RVS:2013: ABRvS 25 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014: ABRvS 2 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2408. Voor een Ffw-uitspraak: ABRvS 16 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014: T2_Bb_1501_bw_V02.indd 12

5 Bestuursrecht HET RELATIVITEITSVEREISTE BEZIEN VANUIT VIER GROEPEN BELANGHEBBENDEN 7. Analyse en afsluiting De toepassing van de bestuursrechtelijke relativiteitsleer bij de verschillende groepen belanghebbenden kan als volgt schematisch worden weergegeven: Uit dit schema blijkt dat wanneer een appellant wordt aangemerkt als belanghebbende, zijn beroep niet per definitie leidt tot vernietiging van het besluit. De ruimte om ongeremd beroepsgronden aan te voeren is met name kleiner geworden voor derde-belanghebbenden. De praktijk leert dat het aantrekkelijk kan zijn om samen met een of meerdere omwonenden of een statutair belanghebbende op te trekken. Een onderneming die bijvoorbeeld de vestiging van een concurrent wil tegenhouden, is beperkt tot beroepsgronden die zien op het voorkomen van een verslechterd vestigingsklimaat als gevolg van de komst van de concurrent. Dan kan het aantrekkelijk zijn om de krachten te bundelen met een omwonende die stelt dat de voorziene ontwikkeling hem in h e t b el a n g va n e en g o e d wo o n - en le ef k l i m a at t r ef t. Soort belanghebbende Omwonende met het individuele belang van een goed woon- en leefklimaat Onderneming met het belang van ongehinderde uitbreidingsmogelijkheden Onderneming met het belang om gevrijwaard te blijven van een concurrent Statutair belanghebbende Wanneer staat het relativiteitsvereiste niet aan vernietiging van een besluit in de weg? a) D e i n g er o ep en n o r m beschermt het individuele belang van de ap p el l a nt; o f b) D e i n g er o ep en n o r m beschermt primair een algemeen belang, maar het individuele belang valt in voldoende mate daarmee samen. Milieurechtelijke afstandsen immissienormen beogen niet alleen omwonenden te beschermen in het belang van een goed woonen leefklimaat, maar ook de onderneming in diens belang van een ongehinderde bedrijfsuitoefening. Ruimtelijke normen beschermen in beginsel niet de concurrentiebelangen van een onderneming, behalve de normen die leegstand, en daarmee de verslechtering van het vestigingsklimaat, beogen tegen te gaan. De ingeroepen norm beschermt de vereniging of de stichting, die als belanghebbende is aangemerkt, in het belang zoals dat uit de statuten blijkt. 13 T2_Bb_1501_bw_V02.indd 13

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014 AKD Gemeentedag 2014 15 maanden Wet aanpassing bestuursprocesrecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht AKD Advocaten en notarissen Rotterdam Bijzonder hoogleraar milieurecht

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2014 1 VMR Actualiteitendag 2014 Bestuurs(proces)recht Mr. Kars J. de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl / 050 363 5787 Datum 20-03-2014 2 Incidenteel hoger beroep: regeling Ter bevordering van een

Nadere informatie

«JG» Appellanten A, B, C en D tegen het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum

«JG» Appellanten A, B, C en D tegen het algemeen bestuur van de bestuurscommissie Centrum Algemeen Juridisch, Bestuursprocesrecht Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 18 maart 2015, nr. 201403348/1/A1, ECLI:NL:RVS:2015:842 (mr. Hagen, mr. Hent, mr. Michiels) Noot mr. P.M.J.J. Swagemakers

Nadere informatie

[appellant A] en [appellant B], gevestigd onderscheidenlijk wonend te Kesteren, gemeente Neder- Betuwe, appellanten,

[appellant A] en [appellant B], gevestigd onderscheidenlijk wonend te Kesteren, gemeente Neder- Betuwe, appellanten, Essentie uitspraak: Appelant is in deze uitspraak aangemerkt als belanghebbende met betrekking tot het voorkomen van concurrentie voor zijn tankstation. De appelant heeft echter ook argumenten aangevoerd

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

Actuele jurisprudentie bestuursrecht en omgevingsrecht

Actuele jurisprudentie bestuursrecht en omgevingsrecht Actuele jurisprudentie bestuursrecht en omgevingsrecht Fleur Onrust ENVIR Advocaten woensdag 18 februari 2015 Bestuursrecht Bestuursorgaan (art. 1:1 Awb) 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. Een

Nadere informatie

Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken (Algemene wet bestuursrecht)

Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken (Algemene wet bestuursrecht) 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 3 juni 2015

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 3 juni 2015 TBR 2015 afl. 7 Belang appellant is het verkrijgen van een bestemming die de ontwikkeling van een woon-werkgebied op zijn gronden mogelijk maakt. De plan-m.e.r.-regeling, waaronder begrepen art. 7.2a Wm,

Nadere informatie

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter & de wijzigingen in de Awb Introductie Dit document is een bijlage bij de presentatie over Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. Hierin bespreek ik

Nadere informatie

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400)

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Mr. N.S.J. Koeman Wet ruimtelijk ordening: art. 3.1; Wet milieubescherming: art. 1.1; Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Uitspraak /5/R3

Uitspraak /5/R3 Uitspraak 201306630/5/R3 Datum van uitspraak: woensdag 4 februari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: de raad van de gemeente Weert Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50.

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50. M.G.O. de Lange Wet aanpassing bestuursprocesrecht In deze korte bijdrage een bespreking van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (hierna: Wab). Beoogd is een contourschets, waarin een aantal highlights

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 Uitspraak 201503114/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 27 januari 2016 Tegen: de raad van de gemeente Gemert-Bakel Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer -

Nadere informatie

Webinar jurisprudentie Omgevingsrecht AvdR 18 juni Mr. W.J. (Willem) Bosma

Webinar jurisprudentie Omgevingsrecht AvdR 18 juni Mr. W.J. (Willem) Bosma Webinar jurisprudentie Omgevingsrecht AvdR 18 juni 2015 Mr. W.J. (Willem) Bosma 1 1. ECLI:NL:RVS:2015:1655 (I) ABRvS 27 mei 2015, nr. 201404980/1/A1 Omgevingsvergunning aangevraagd voor bouw windturbine

Nadere informatie

Uitspraak /2/R3

Uitspraak /2/R3 pagina 1 van 6 Uitspraak 201506107/2/R3 Datum van uitspraak: woensdag 16 augustus 2017 Tegen: de raad van de gemeente Dordrecht Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Actualiteiten Crisis- en Herstelwet

Actualiteiten Crisis- en Herstelwet Actualiteitendag VMR 20 maart 2013 door Jochem Spaans Actualiteiten Crisis- en Herstelwet 1 Plan van aanpak Relativiteitseis (art. 1.9 (oud) / art. 8:69a Awb) Geen aanvulling van beroepsgronden (art. 1.6a)

Nadere informatie

Art. 8:69a (1) 328 Art. 8:69a Awb C. 8. Bijzondere bepalingen beroep bij rechtbank. Awb

Art. 8:69a (1) 328 Art. 8:69a Awb C. 8. Bijzondere bepalingen beroep bij rechtbank. Awb 328 Art. 8:69a Awb C Art. 8:69a (1) Awb De bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien

Nadere informatie

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht

Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht. Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht Actualiteitenseminar bestuursrecht en omgevingsrecht Actualiteiten ruimtelijke ordeningsrecht Plan van behandeling 1. Leegstand: detailhandel en kantoren 2. Milieunormen in bestemmingsplannen 3. Ontwikkelingen

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet)

Afdeling bestuursrechtspraak. Inkomende post 01 juni Uw kenmerk. herstelwet) ,t, Raad vanstate.................................. Afdeling bestuursrechtspraak Nr. 155673/Z -17-93371 Inkomende post 01 juni 2018 Omgeving Pagina 1 van 1.... AANTEKENEN 11111111111111111111111111111111111111111111111

Nadere informatie

Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: M en R 2014/67 Bijgewerkt tot: Auteur: Mr. N.M.C.H.

Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: M en R 2014/67 Bijgewerkt tot: Auteur: Mr. N.M.C.H. Milieu & Recht, Het relativiteitsvereiste: Eigen huis en tuin Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: M en R 2014/67 Bijgewerkt tot: 10-04-2014 Auteur: Mr. N.M.C.H. Crooijmans

Nadere informatie

Uitspraak 201403138/1/R6

Uitspraak 201403138/1/R6 Uitspraak 201403138/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 20 augustus 2014 TEGEN de raad van de gemeente Barneveld PROCEDURESOORT Eerste aanleg - enkelvoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1374

ECLI:NL:RVS:2017:1374 ECLI:NL:RVS:2017:1374 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601540/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Knowledge Portal. M en R 2015/123

Knowledge Portal. M en R 2015/123 Knowledge Portal M en R 2015/123 Aflevering M en R 2015, afl. 8 Publicatiedatum 16-09-2015 Rolnummer 201311005/1/R4 Instantie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 1 juli 2015 (Van Diepenbeek,

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 Uitspraak 201309151/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 12 februari 2014 TEGEN de raad van de gemeente Lelystad PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan "Recreatieve Poort 2015" Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 9 juni 2015 Mij bekend, De griffier Gemeente Goirle Afdeling Ontwikkeling

Nadere informatie

Evaluatie artikel 8:69a Awb en artikel 6:22 Awb Een onderzoek naar het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken in de (rechts)praktijk

Evaluatie artikel 8:69a Awb en artikel 6:22 Awb Een onderzoek naar het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken in de (rechts)praktijk Evaluatie artikel 8:69a Awb en artikel 6:22 Awb Een onderzoek naar het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken in de (rechts)praktijk A.G.A. Nijmeijer (RU) B.J. Schueler (UU) F.A.G. Groothuijse

Nadere informatie

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water 47 zitting betoogd dat deze stukken aldus mede namens haar dochtermaatschappijen, meer in het bijzonder namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cycleon Netherlands B.V. (hierna:

Nadere informatie

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Introductie Plaats van de Ladder binnen het wettelijk kader Agenda Ladder duurzame verstedelijking Jurisprudentie

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Deze planversie NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 is ambtelijk opgesteld om uitvoering te geven aan de uitspraak LJN 201400955/1/R4 en

Nadere informatie

En wat heeft uw belang daarmee van doen?

En wat heeft uw belang daarmee van doen? En wat heeft uw belang daarmee van doen? De gevolgen van het relativiteitsvereiste en de verruimde mogelijkheden om gebreken in besluiten te passeren voor de aan te voeren beroepsgronden. Mandy Jonkers

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201308924/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 10 september 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: de raad van de gemeente Houten Eerste aanleg - enkelvoudig 201308924/1/R2. Datum uitspraak:

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

Uitspraak. Partijen. Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie:

Uitspraak. Partijen. Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie: Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: mrs. M.A.J. West & D. Fejzović de Gemeentestem (Gst.), augustus 2018, Afl. 7476, Gst. 2018/116 augustus 2018 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201108094/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 16 januari 2013 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED de raad van de gemeente Doetinchem Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

We are Stibbe Tax specialists. Ladder voor Duurzame Verstedelijking Juridische update

We are Stibbe Tax specialists. Ladder voor Duurzame Verstedelijking Juridische update Ladder voor Duurzame Verstedelijking Juridische update Jan van Oosten 30 juni 2015 Opzet 1. Systematiek en strekking Ladder 2. Verdieping: detailhandel, ruimtelijke ordening en de ladder 3. De Ladder en

Nadere informatie

Wijziging van de ladder voor duurzame verstedelijking, hoeveel treden worden er werkelijk genomen? 2

Wijziging van de ladder voor duurzame verstedelijking, hoeveel treden worden er werkelijk genomen? 2 Mr. P.M.J.J. Swagemakers en mr. R. Bruijnsteen 1 Afl. 11juni 2018 Wijziging van de ladder voor duurzame verstedelijking, hoeveel treden worden er werkelijk genomen? 2 De realisatie van een bedrijf zal

Nadere informatie

Terugkomen van een eindbeslissing in een tussenuitspraak

Terugkomen van een eindbeslissing in een tussenuitspraak Page 1 of 5 Zoekterm: pommer Er is gezocht met juridische thesaurus op: pommer Er is gezocht op: _Auteur: pommer Gebruikte voorspecificaties: Inclusief woordvariaties en synoniemen Verfijnd op: 2016 Over

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155 M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011 VNG Juridische 2-daagse Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer Liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 11 oktober 2011 Programma Finale geschilbeslechting - toepassing 8:72 - bestuurlijke lus - zaaksdifferentiatie Wetsvoorstel

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3854

ECLI:NL:RVS:2014:3854 ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Knowledge Portal. M en R 2015/102

Knowledge Portal. M en R 2015/102 Knowledge Portal M en R 2015/102 Aflevering M en R 2015, afl. 7 Publicatiedatum 23-07-2015 Rolnummer 201403254/1/A4 Instantie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 14 januari 2015 (Scholten-Hinloopen,

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37849

Nadere informatie

Relativiteit in het bestuursrecht. Het bepalen van het beschermingsbereik van publiekrechtelijke normen

Relativiteit in het bestuursrecht. Het bepalen van het beschermingsbereik van publiekrechtelijke normen Relativiteit in het bestuursrecht Het bepalen van het beschermingsbereik van publiekrechtelijke normen Masterscriptie Rechtswetenschappen Open Universiteit Nederland Auteur: Mw. M. Wartena Studentnummer:

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Netwerkconferentie Wonen 2015 Provincie Noord-Holland. Jurisprudentie ladder voor duurzame verstedelijking. Jan van Oosten 26 november 2015

Netwerkconferentie Wonen 2015 Provincie Noord-Holland. Jurisprudentie ladder voor duurzame verstedelijking. Jan van Oosten 26 november 2015 Netwerkconferentie Wonen 2015 Provincie Noord-Holland Jurisprudentie ladder voor duurzame verstedelijking Jan van Oosten 26 november 2015 Opzet 1. De Ladder, een probleem? 2. Plaatsing en systematiek van

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer

Nadere informatie

Uitspraak 201402159/1/R4

Uitspraak 201402159/1/R4 pagina 1 van 8 Uitspraak 201402159/1/R4 Datum van uitspraak: woensdag 5 augustus 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: 201402159/1/R4. Datum uitspraak: 5 augustus 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

Actualiteiten Awb. Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan 29 oktober 2013

Actualiteiten Awb. Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan 29 oktober 2013 Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 29 oktober 2013 Programma Gewijzigde Awb aanpassing bestuursprocesrecht schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten

Nadere informatie

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

Rechtsbescherming in het omgevingsrecht

Rechtsbescherming in het omgevingsrecht Rechtsbescherming in het omgevingsrecht Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 37 095708_Deel_0_Voorwerk.indd 1 09-10-2009 11:50:53 095708_Deel_0_Voorwerk.indd 2 09-10-2009 11:50:53 Rechtsbescherming

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3137

ECLI:NL:RVS:2015:3137 ECLI:NL:RVS:2015:3137 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500510/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 201301997/1/R2

Uitspraak 201301997/1/R2 pagina 1 van 6 Uitspraak 201301997/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 4 september 2013 TEGEN de raad van de gemeente Soest PROCEDURESOORT Eerste aanleg - enkelvoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201700622/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 31 januari 2018 Tegen: de raad van de gemeente Boxtel Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: RO - Noord-Brabant ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:338

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3 Raad van State

Uitspraak /1/R3 Raad van State pagina 1 van 5 Uitspraak 201701469/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 17 januari 2018 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: de raad van de gemeente Den Haag Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100

ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening elektronische kennisgeving uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 bijlage(n)

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2690

ECLI:NL:RVS:2015:2690 ECLI:NL:RVS:2015:2690 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-08-2015 Datum publicatie 26-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201307679/2/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40)

Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40) Uit: Jurisprudentie Gemeente, 14 mei 2014 (JG. 2014/40) Noot bij: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 14 mei 2014, 201303996/1/A3 en ECLI:NL:RVS:2014:1708 door: I.M. van der Heijden en E.E.

Nadere informatie

Uitspraak. Partijen. Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Partijen. Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: mr. R. Olivier Bouwrecht (BR), juli 2018, Afl. 7, BR 2018/51 14 maart 2018 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Omwonenden die op een afstand

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201503620/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 18 november 2015 Tegen: de raad van de gemeente Staphorst Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, kan door een b

pagina 2 van 5 Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, kan door een b pagina 1 van 5 Uitspraak 201400358/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201400358/1/R3. Datum uitspraak: 14 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland, Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg

Nadere informatie

PB 2018(1) 55 Art. - Toepassing relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb: stand van zaken anno 2017

PB 2018(1) 55 Art. - Toepassing relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb: stand van zaken anno 2017 PB 2018(1) 55 Art. - Toepassing relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb: stand van zaken anno 2017 08-03-2018 Auteur(s): Benhadi, R.; Demirci, Y. Toepassing relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1951

ECLI:NL:RVS:2013:1951 ECLI:NL:RVS:2013:1951 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304593/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

Jurisprudentie Omgevingsrecht en Bestuursprocesrecht. Bart-Jan Walraven. Waardenburg, 6 mei 2014

Jurisprudentie Omgevingsrecht en Bestuursprocesrecht. Bart-Jan Walraven. Waardenburg, 6 mei 2014 Jurisprudentie Omgevingsrecht en Bestuursprocesrecht Bart-Jan Walraven Waardenburg, 6 mei 2014 ABRvS 4 maart 2015 ECLI:NL:RVS:2015:622 Regeling van alcoholslotprogramma onverbindend wegens onevenredige

Nadere informatie

«JM» Milieueffectrapportage. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. dat deze wet in de eerste helft van 2017 in werking zal treden.

«JM» Milieueffectrapportage. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. dat deze wet in de eerste helft van 2017 in werking zal treden. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (Stb. 2016, 180). Het is de verwachting dat deze wet in de eerste helft van 2017 in werking zal treden. R. Leijendekker-van Kaam Afdeling bestuursrechtspraak

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201310390/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 8 oktober 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201310390/1/R1. Datum uitspraak: 8 oktober 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het

Nadere informatie

De ladder Nu, straks en onder de Omgevingswet 22 september 2016

De ladder Nu, straks en onder de Omgevingswet 22 september 2016 De ladder Nu, straks en onder de Omgevingswet 22 september 2016 Opzet 1. De huidige ladder 2. De nieuwe ladder 3. De ladder onder de Omgevingswet Doel en functie van de ladder (3.1.6 lid 2 Bro) Doel: zorgvuldig

Nadere informatie

Rechtbank Oost-Brabant Datum 2 juni 2015 ECLI:NL:RBOBR:2015:3318. M.A.A. Soppe

Rechtbank Oost-Brabant Datum 2 juni 2015 ECLI:NL:RBOBR:2015:3318. M.A.A. Soppe M&R 2015 afl. 8 Relativiteitsvereiste ex art. 8:69a Awb staat in de weg aan vernietiging van de omgevingsvergunning beperkte milieutoets. Er bestaat geen duidelijke verwevenheid tussen de individuele belangen

Nadere informatie

We are Stibbe Tax specialists. Ladder voor Duurzame Verstedelijking Juridische update

We are Stibbe Tax specialists. Ladder voor Duurzame Verstedelijking Juridische update Ladder voor Duurzame Verstedelijking Juridische update Jan van Oosten 10 maart 2015 Opzet 1. Planologische overcapaciteit en ruimtelijke ordening 2. De Ladder begrippen en jurisprudentie 3. Wrap up Planologische

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Uitspraak 201301737/1/R4

Uitspraak 201301737/1/R4 Page 1 of 5 Uitspraak 201301737/1/R4 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 20 november 2013 TEGEN de raad van de gemeente Coevorden PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad 4-11-2013 Onderwerp Tussenuitspraak Raad van State bestemmingsplan De Laren Beleidsveld Beheer en Leefomgeving Portefeuillehouder E. Anker Vragen bij E. Weijnen en L. Baan Dienst Dienst Stedelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

57. Het relativiteitsvereiste en de voorlopige voorziening hangende bezwaar

57. Het relativiteitsvereiste en de voorlopige voorziening hangende bezwaar BEROEP 57. Het relativiteitsvereiste en de voorlopige voorziening hangende bezwaar MR. R.J. BOOGERS Met de invoering van artikel 8:69a Awb, waarin het relativiteitsvereiste is vervat, vernietigt de bestuursrechter

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF BESTUURSRECHT - NR. 92

NIEUWSBRIEF BESTUURSRECHT - NR. 92 NIEUWSBRIEF BESTUURSRECHT - NR. 92 Ten onrechte in stand laten rechtsgevolgen bij handhaving: hierdoor blijft mogelijke overtreding voortbestaan In een uitspraak van 29 april 2015 (ABRvS 29 april 2015,

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

Afde1ing besruursrechtspraak. 9 \--1 S t_lv\ 3 1~u:. P. Slappendel

Afde1ing besruursrechtspraak. 9 \--1 S t_lv\ 3 1~u:. P. Slappendel Raad vangtate........................11... Afde1ing besruursrechtspraak....... I ~.0'............ ~. INGE.(DMEN 2 6 FEB 2015 9 \--1 S t_lv\ 3 1~u:. GE;;nGOn.~ Hcu::::cen Raad van de gemeente Heusden Postbus

Nadere informatie

[appellant sub 1] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling he

[appellant sub 1] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling he ECLI:NL:RVS:2015:82 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-01-2015 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden 201407302/1/R6 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288 Raad vanstate Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: INGEK. - 8 MEI ZOU DOC NR.: Raad van de gemeente Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA SINT OEDENRODE Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 mei 2014 201 301 984/3/R3

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 pagina 1 van 5 Uitspraak 201502350/1/R6 Datum van uitspraak: woensdag 16 september 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie