Master Thesis. Formatted: Centered

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Master Thesis. Formatted: Centered"

Transcriptie

1 Master Thesis Is een proportioneel tarief een alternatief voor het huidige tarief in de Wet inkomstenbelasting 2001, dat te rechtvaardigen is ten op zichte van de maatschappij? Formatted: Centered Naam: Bart Schijns Studierichting: Fiscale Economie ANR: Datum: 29 oktober 2010 Examencommissie: Prof. dr. A.C. Rijkers Mr. dr. R. Russo

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Pag. Paragraaf 1.1 Aanleiding tot het schrijven 3 Paragraaf 1.2 De probleemstelling 3 Paragraaf 1.3 Het doel van de scriptie 3 Paragraaf 1.4 De opzet van de scriptie 4 Hoofdstuk 2: Wat houden belastingen in? Paragraaf 2.1 Het doel van belastingen 5 Paragraaf 2.2 Belastingsystemen 6 Paragraaf 2.3 Ter afsluiting 11 Hoofdstuk 3: Rechtvaardiging van een belastingstelsel Paragraaf 3.1 Wat is rechtvaardig? 12 Paragraaf 3.2 Het Gelijkheidsbeginsel 14 Paragraaf 3.3 Het Draagkrachtbeginsel 15 Paragraaf 3.4 Ter afsluiting 18 Hoofdstuk 4: Het huidige systeem, wat zijn de knelpunten? Paragraaf 4.1 Tariefsarbitrage 19 Paragraaf 4.2 Progressievoordeel bij instrumentalisme 21 Paragraaf 4.3 De hypotheekrenteaftrek 22 Paragraaf 4.4 Ter afsluiting 23 Hoofdstuk 5: Hoe zou ons belastingsysteem beter functioneren? Paragraaf 5.1 Het wegnemen van de knelpunten 25 Paragraaf 5.2 Verdere voordelen van een proportioneel tarief 26 Paragraaf 5.3 De haalbaarheid van een proportioneel tarief 28 Paragraaf 5.4 De route naar een proportioneel tarief 34 Paragraaf 5.5 Ter afsluiting 36 Hoofdstuk 6: Conclusies en aanbevelingen 387 Literatuurlijst

3 Paragraaf 1.1 Aanleiding tot het schrijven Hoofdstuk 1: Inleiding Deze scriptie gaat over een vlaktaks als alternatief op het tarief van de huidige Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna Wet IB 2001). Ik heb dit onderwerp gekozen vanwege de actualiteit van deze discussie. Het alternatief van een vlaktaks in plaats van de huidige wijze van heffing, wordt al jaren genoemd. Vorige zomer werd de discussie weer boven water gehaald door het Wetenschappelijk Instituut CDA, dat een nieuw rapport uitbracht dat pleit voor invoering van een vlaktaks. Ook andere stemmen beweren, dat een vlaktaks nu invoeren ons uit de recessie zou kunnen helpen, indien er voor een vlaktaks met een lager tarief wordt gekozen. Arbeid wordt zo goedkoper en de werkloosheid kan beperkt worden. Daarnaast zou de inbreng van een vlaktaks wellicht de administratieve lasten voor ondernemers kunnen beperken, wat in deze tijd van crisis zeer welkom is. Ook boeiend aan dit onderwerp vind ik de veelzijdigheid. De openbare financiën en belastingen hebben invloed op alle huishoudens in Nederland en is een van de laatste instrumenten die politici nog hebben om de economie naar hun idee in te richten. Paragraaf 1.2 De probleemstelling De discussie welk belastingtarief het beste zou zijn voor Nederland duurt inmiddels al jaren. Nu de regering op het punt staat belangrijke keuzes te gaan maken omtrent de AOW-leeftijd en hypotheekrenteaftrek, lijkt dit het juiste moment om ook definitief te kiezen voor een vlaktaks of de huidige tariefstructuur te handhaven. Zo kwam ik op de probleemstelling die centraal in deze scriptie staat: Is een proportioneel tarief een alternatief voor het huidige tarief in de Wet inkomstenbelasting 2001, dat te rechtvaardigen is ten op zichte van de maatschappij? Paragraaf 1.3 Doel van de scriptie Het doel van deze scriptie is het beantwoorden van de probleemstelling: Is een proportioneel tarief een alternatief voor het huidige tarief in de Wet inkomstenbelasting 2001, dat te rechtvaardigen is ten op zichte van de maatschappij? Om deze vraag goed te beantwoorden zal eerst gekeken worden naar de rechtvaardigingsgronden voor een belastingsysteem. Daarna wordt bekeken welke problemen er binnen het huidige belastingsysteem zijn. Vervolgens wordt uiteengezet wat een goed systeem zou zijn en hoe dit bereikt kan worden. Als geanalyseerd is wat er mankeert aan het huidige systeem en hoe dit verbeterd kan worden, wordt gekeken of een vlaktaks een alternatief is om dichter bij een beter belastingsysteem te komen. 3

4 Paragraaf 1.4 De opzet van de scriptie Om het belang van een juist belastingsysteem aan te geven, zal ik eerst het doel van belastingen behandelen in hoofdstuk twee. Daarnaast zal ik in dit hoofdstuk de werking van verschillende belastingsystemen behandelen en daarbij ook de vlaktaks toelichten. In het derde hoofdstuk zal ik de rechtvaardigheidsgronden bespreken waarop een belastingsysteem gebaseerd zou moeten worden. Met name wordt gekeken of het draagkrachtbeginsel en het gelijkheidsbeginsel voldoende tot uiting komen in de huidige Wet IB Daarnaast zal worden gekeken of deze beginselen terug komen in een proportionele tariefsopbouw. Vervolgens zullen in hoofdstuk 4 de problemen in de huidige Wet IB 2001, die volgen uit de progressieve tariefsopbouw, besproken worden. Hier zullen niet de specifieke problemen bij enkele wetsartikelen bekeken worden, maar problemen die in de gehele Wet IB 2001 spelen. In hoofdstuk 5 wordt gekeken of de knelpunten uit hoofdstuk 4 worden weggenomen door een proportioneel tarief. Daarnaast wordt gekeken of een proportioneel tarief budgettair haalbaar is en te verantwoorden is ten opzichte van verschillende inkomensgroepen. Ook zal in hoofdstuk 5 worden bekeken op welke termijn een proportioneel tarief ingevoerd zou kunnen worden. Tot slot zal de probleemstelling beantwoord worden in hoofdstuk 6. Hier zal bekeken worden of de vlaktaks als een alternatief gezien mag worden voor de huidige Wet IB 2001 om de huidige problemen, zij het misschien maar ten dele, op te lossen. Daarbij wordt ook gekeken of de vlaktaks voldoet aan de vereiste rechtsgronden. 4

5 Paragraaf 2.1 Het doel van belastingen Hoofdstuk 2: Wat houden belastingen in? Om het doel van belastingen te kunnen definiëren, moet er eerst beschreven worden wat een belasting is. Belastingen zijn gedwongen overdrachten aan de overheid om niet. 1 Dit wil zeggen dat de overheid een belasting mag heffen, wanneer dit in een wet geregeld is. Dit wordt het legaliteitsbeginsel genoemd en staat in artikel 104 van de Grondwet. Belastingen zijn verplichte overdrachten aan de overheid, die meestal bestaan uit een inkomensoverdracht. Bij een inkomensoverdracht draagt de belastingplichtige een deel van zijn inkomen af middels de loonbelasting of wanneer hij een aankoop doet waar omzetbelasting op zit. Een ander moment van belastingheffing vindt plaats bij vermogensoverdracht op grond van de Schenk- en Erfbelasting. Wanneer je een belasting betaalt, krijg je hier geen concrete individuele tegenprestatie voor terug. Je betaalt om niet. Dit verklaart waarschijnlijk ook waarom mensen soms een aversie hebben tegen belasting betalen. Men ziet geen direct effect van hun betaling, die gericht is op het algemeen belang. Men streeft op dat moment meer naar eigenbelang dan naar algemeen belang. Er wordt op dat moment geen rekening gehouden met het feit, dat we allemaal in een rechtstaat leven en deze betaald dient te worden. Daarnaast blijft door belastingheffing ook zorg en onderwijs voor iedereen toegankelijk. Ondanks dat het merendeel van de bevolking het belang van belastingen inziet, dient heffing plaats te vinden op grond van duidelijke en algemeen geaccepteerde beginselen. De premies volksverzekeringen staan in nauw verband met de belastingen. Zo worden ze geïnd door de Belastingdienst en zijn ze meegenomen in het schijvensysteem in de Wet IB De premies volksverzekeringen kunnen echter niet als belasting worden beschouwd. De betaalde premies zijn immers niet om niet. Je mag immers een tegenprestatie verwachten wanneer je arbeidsongeschikt raakt of de AOW-leeftijd hebt bereikt. Het feit dat de sociale verzekeringen geheven worden als een belasting wordt fiscalisering genoemd. Ook de toeslagen voor kinderopvang, zorg, huur en het kindgebonden budget worden tegenwoordig door de fiscus geregeld. De doelen van de belastingheffing zijn heel divers. Het hangt van het politieke klimaat af, aan welke doelen op dat moment de meeste aandacht uit gaat. In grote lijnen gaat het belastinggeld naar de aanschaf en onderhoud van publieke goederen, het corrigeren van market failures, het herverdelen van inkomen en het betalen van overheidsinstellingen zoals het onderwijs en de zorg. In deze scriptie is vooral de herverdelingsfunctie van belastingen van belang. De huidige tarief - structuur heeft als doel mensen met een hoger inkomen zwaarder te belasten en de lagere inkomens te ontzien. Zo tracht men de inkomens te nivelleren. Als rechtvaardigheidsgrond hiervoor wordt het draagkrachtbeginsel gebruikt. 1 Koopmans, Wellink, De Kam, Sterks, Overheidsfinanciën, elfde druk, , Blz

6 Al ziet niet ieder een direct effect van het af te dragen inkomen, toch profiteert een ieder in meer of mindere mate van de publieke uitgaven. Door belastingheffing blijven zaken als onderwijs en zorg voor iedereen toegankelijk en wordt eigendom beschermd. Ook het bedrijfsleven profiteert volop van de publieke goederen. Er wordt wel eens geklaagd over te veel belasting moeten betalen, maar zonder die belasting zou er ook geen goede infrastructuur zijn of goed opgeleid personeel. Kortom: Tax is the price we pay for a civilized society zo omschreef Oliver Wendell Holmes Jr. het nut van belastingen al aan het einde van de 19e eeuw. Het is van belang, dat bij het streven naar winst, ook de kostenpost belasting niet wordt omzeild. De bedrijven hebben immers een sociale verantwoordelijkheid. Men dient zijn deel van de belastingen af te dragen aan de maatschappij, waarin ze hun winsten behalen. Wanneer particulieren en bedrijven niets bij willen dragen aan de maatschappij kunnen de gevolgen groot zijn. Nederland staat immers aan de vooravond van een vergrijzingsgolf. Deze zal in komende decennia leiden tot een toenemend beroep op de publieke middelen voor de oudedagsvoorziening en de zorg. Tegelijkertijd maken internationalisering van onze economie en flexibilisering van de arbeidsmarkt het moeilijker deze publieke middelen op te brengen. Hoge belastingen en een grote marginale druk gaan immers in toenemende mate gepaard met ontwijken vluchtgedrag en remmen economische activiteit. 2 Om bovenstaande problemen het hoofd te bieden, dient het belastingsysteem aan te sporen tot arbeidsparticipatie en tevens ontwijkgedrag te ontmoedigen, zonder dat daarbij het budgettaire aspect uit het oog verloren wordt. Paragraaf 2.2 Belastingsystemen Belastingheffing kan op verschillende gronden plaatsvinden. Of deze gronden rechtvaardig zijn zal besproken worden in hoofdstuk 3. Belasting wordt op diverse momenten geheven: bij het verkrijgen van inkomen, bij consumptie of bij vermogensoverdracht. Op elk belastbaar moment wordt op een verschillende manier belasting geheven. Aangezien deze manieren niet van belang zijn voor mijn probleemstelling, zal ik hier niet verder op ingaan. Wat hier mee samenhangt en wel van belang is voor deze scriptie, is de hoogte en de opbouw van de tarieven van de belasting. In deze paragraaf zal ik eerst de 3 hoofdstromingen van tariefsopbouw benoemen. Al deze hoofdstromingen komen voor in onze huidige Wet IB Vervolgens zal ik hiervan 7 varianten bespreken. 2 R.A. de Mooij; Sociaal-economische uitdagingen voor de inkomstenbelasting 6

7 -Proportionele belasting: De proportionele opbouw van een belastingsysteem is de meest eenvoudige variant. Deze tariefsopbouw is in de huidige Wet IB 2001 terug te vinden in box 2. In dit systeem wordt over al hetgeen wordt verdiend, evenveel belasting betaald. De marginale druk is dus constant. Een extra inspanning om inkomen te genereren kost altijd evenveel belasting en levert evenveel inkomen op. Deze tariefsopbouw is kenmerkend voor de Vlaktaks. Voordeel van deze tariefsopbouw is de eenvoud. Het is voor iedereen eenvoudig te berekenen wat een extra inspanning zal opleveren. In de media wordt dit systeem echter wel eens als onrechtvaardig bestempeld. Het systeem zou niet tegemoetkomen aan het draagkrachtbeginsel. En het draagkrachtbeginsel wordt door velen als toonaangevend gezien, wanneer het gaat om de rechtvaardigingsgronden van belastingheffing. Het draagkrachtbeginsel laat zich echter geen tariefsopbouw voorschrijven. Het draagkrachtbeginsel houdt in dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Hieraan zou niet voldaan zijn bij een proportionele belasting, omdat als men meer verdient er (marginaal) evenveel belasting betaald moet worden over de inkomsten. Men gaat voorbij aan het feit, dat er absoluut wel degelijk meer wordt betaald door de hogere inkomens. De proportionele belasting is dus een rechtvaardig en eenvoudig systeem. Er moet echter wel rekening gehouden worden met het bestaansminimum. Een belastingvrije som voor de tariefsopbouw is dan ook goed te verdedigen. Een dergelijke tariefsopbouw wordt een tarief a la Bentham genoemd. Vanwege deze eigenschappen zou een dergelijke tariefsopbouw in de vorm van een Vlaktaks, wellicht een alternatief zijn voor de huidige Wet IB Degressieve belasting: De degressieve manier van belasten is ook terug te vinden in onze huidige inkomstenbelasting, en wel in box 3. Bij een degressief tarief wordt het inkomen, naar mate er meer van verdiend wordt, relatief minder zwaar belast. In box 3 uit zich dat doordat er een forfaitair rendement van 4% wordt verondersteld. Hoe hoger het werkelijke rendement bedraagt, des te lager is de belastingdruk op het verkregen inkomen. Naar mate het inkomen stijgt, neemt de marginale druk af. Dit kan een stimulans tot ondernemen of tot hogere arbeidsparticipatie zijn, maar in zijn algemeenheid wordt het eerder als onrechtvaardig ervaren. Dit wordt veroorzaakt doordat vooral de hoogste inkomens voordeel hebben bij een degressief tarief en dat gaat regelrecht tegen het draagkrachtbeginsel in. Hierbij wordt voorbijgegaan aan het feit, dat net als bij het proportionele tarief, de hogere inkomens nog steeds absoluut meer belasting betalen. Ondanks de bovengenoemde voordelen van een degressieve belasting, is deze tariefsopbouw geen alternatief voor de huidige Wet IB Het feit dat het niet gebaseerd is op het draagkrachtbeginsel weegt zwaarder dan de voordelen. Het is immers belangrijker dat er op een rechtvaardige grond belasting geheven wordt, dan dat we een tariefsopbouw hebben die economisch gezien het grootste nut creëert. -Progressieve belasting: 7

8 De progressieve belasting is een belasting die door velen als meest rechtvaardig wordt gezien. Dit wordt veroorzaakt doordat dit een systeem is waarin het draagkrachtbeginsel sterk naar voren lijkt te komen. In dit systeem betaal je namelijk naarmate je meer inkomen verdient, relatief meer belasting. Dit systeem is terug te vinden in box 1 van de Wet IB De progressieve belasting wordt gecreëerd door het schijvensysteem. Naarmate je meer verdient, kom je in een hogere schijf, waarin een hoger percentage belasting is verschuldigd. De sterke schouders betalen dan niet alleen absoluut meer belasting, maar ook relatief. Ook al wordt dit door velen als rechtvaardig beschouwd, is dit niet erg wenselijk. Doordat de marginale belasting steeds toeneemt, wordt het steeds minder aantrekkelijk om extra arbeid te verrichten of om meer te ondernemen. Hoge tarieven gaan ten koste van de arbeidsparticipatie en kunnen zelfs leiden tot belastingvlucht naar een land met een vriendelijker tarief. In Nederland wordt het belastingsysteem progressief genoemd. Echter zoals in grafiek wordt getoond, is dit maar zeer zwak progressief. De progressie vindt vooral plaats in de eerste twee schijven. Vanaf een modaal inkomen neemt de gemiddelde belastingdruk niet meer progressief toe. Grafiek Nu de hoofdlijnen van de tariefsystemen besproken zijn, zal ik deze uitsplitsen in 7 manieren van tariefopbouw. Ik begin met de meest progressieve vorm en zal met elk systeem een beetje meer naar politiek rechts gaan. Extreem progressief Extreem degressief Gelijke netto inkomens Graai Tax Schijven systeem Vlaktaks/ Tarief a la Bentham Kopbelasting 1. Gelijke netto inkomens Het meest extreme belastingsysteem is dat van gelijke netto inkomens. Dit systeem klinkt heel sociaal, maar is voor de economische groei fataal. Mensen vinden geen stimulans meer in harder werken of een hogere opleiding volgen. Extra inspanning levert immers geen extra inkomen op. Dit is dan ook geen verbetering ten opzichte van het huidige belastingsysteem. 2. De Graaitax Een vorm van een graaitax is aan het begin van de financiële crisis vaak in de media aan bod gekomen. Dit zou de manier zijn om de extreme bonussen en beloningsstructuren te bestrijden. Een graaitax is bijvoorbeeld nog een toptarief boven de hoogste schijf (van een schijvensysteem). Nog extremer is het om boven een bepaald inkomen alles weg te belasten. Dit is echter geen goed belastingsysteem. Het bestrijdt de bonussen niet, want door de bestuurders kan worden geregeld dat ze hetzelfde nettobedrag ontvangen als voor de graaitax. Daarnaast wordt het een gigantisch marginaal tarief boven een bepaald inkomen. Dit stimuleert niet meer tot arbeid of ondernemerschap. En juist de mensen, die zoveel verdienen, hebben over het algemeen een bijzondere capaciteit die hun enerzijds een mooi salaris oplevert en ons anderzijds ook een behoorlijke inbreng in de economische groei en werkgelegenheid. Ook zou een graaitax kunnen 3 Continuïteit en Vernieuwing, studiecommissie belastingstelsel, pag. 30 8

9 leiden tot belastingvlucht naar een ander land. Dit lijkt me dan ook geen alternatief voor het huidige belastingsysteem. 3. Het schijvensysteem Het schijvensysteem is terug te vinden in box 1 Wet IB Elke inkomenscategorie kent zijn eigen belastingtarief. Hoe meer je verdient, des te meer belasting ga je betalen. Niet alleen absoluut, maar ook relatief. Deze progressieve opbouw wordt door velen als rechtvaardig beschouwd, maar levert ook problemen op. Zo zorgt het overgaan van de ene schijf naar de volgende telkens voor een stijging van de marginale druk. Daarnaast lokt het ook belastingarbitrage uit. Men wil zo min mogelijk belasting betalen en probeert in een lagere schijf terecht te komen door een ander etiket op het inkomen te plakken. Door het systeem zelf en de antimisbruikwetgeving wordt dit systeem al snel erg ingewikkeld. Dit is een nachtmerrie voor alle werkgevers. In het vervolg van deze scriptie zal er gekeken worden of het huidige systeem niet beter vervangen kan worden door een vlaktaks of door een tarief a la Bentham. 4. Vlaktaks/Een tarief a la Bentham Bij een Vlaktaks geldt voor iedereen hetzelfde tarief. Het is een volledig proportionele belasting. Deze vorm van belasting komt terug in box 2 van de Wet IB De Vlaktaks is niet in strijd met het draagkrachtbeginsel, omdat de inwoners met een hoger inkomen absoluut gezien meer belasting betalen naar evenredigheid. Een Vlaktaks heeft meerdere voordelen. Vooral de eenvoud spreekt tot de verbeelding. Door de eenvoudige tariefsopbouw hebben de werkgevers minder administratieve lasten met betrekking tot de loonstrook van de werknemer. Daarnaast zijn er ook minder mogelijkheden tot belastingarbitrage en kan een vlaktaks de arbeidsmarkt stimuleren. Wellicht kunnen de elementen, die aan een proportioneel tarief gebonden zijn, ons huidige systeem verbeteren. Wanneer een vlaktaks ingevoerd zou worden, zal het tarief waarschijnlijk hoger komen te liggen dan de huidige eerste schijf van box 1 Wet IB Dat komt doordat de hoogste schijven verlaagd worden en dit levert minder belasting op. Aangezien de staat toch het belastinggeld nodig heeft om de publieke middelen te financieren zal het geld ergens anders vandaan moeten komen. Het tarief van de eerste schijf verhogen behoort tot de mogelijkheden. Dit kan echter problemen opleveren voor de laagste inkomens. Een tarief a la Bentham zou een alternatief kunnen zijn. Bij het tarief van Bentham hebben alle inkomens een belastingvrije som of heffingskorting voordat het tarief van de vlaktaks aanvangt. De laagste inkomens hebben duidelijk baat bij deze tariefstructuur. Echter wanneer men met het inkomen net over de belastingvrije som of heffingskorting komt krijgt men wel te maken met een grote stijging van de marginale druk in absolute zin. De gemiddelde belastingdruk is echter nog steeds laag. Het tarief a la Bentham zou een alternatief kunnen zijn voor de huidige Wet IB De Kopbelasting De Kopbelasting of Polltax wordt als zeer onrechtvaardig gezien, omdat deze belasting zeer degressief is. Elke burger moet ongeacht zijn inkomen hetzelfde belastingbedrag afdragen. Er 4 Artikel 2.10 Wet inkomstenbelasting 01 9

10 wordt geen rekening gehouden met het draagkrachtbeginsel. Zowel de sterke als de zwakke schouders dragen even veel lasten. Paragraaf 2.3 Ter afsluiting Bovenstaande tariefsystemen kunnen elk op hun eigen manier ingevuld worden. Zo is er bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan de hoogte van de tarieven, eventuele vrijstellingen of toeslagen, etc. Uiteindelijk beslist de politiek hoe het belastingstelsel eruit gaat zien. Daarbij spelen politieke ideologieën en de gunst van de stemmer een voorname rol. Daarnaast dient de politiek zijn keuzes wel te rechtvaardigen. Hier zal in het volgende hoofdstuk op in worden gegaan. Van de bovengenoemde belastingsystemen komen enkel de drie meest centrale stelsels in aanmerking om daadwerkelijk ingevoerd te worden of behouden te blijven. De meer extremere varianten vallen niet te rechtvaardigen ten opzichte van de hoge of juist de lagere inkomens. In het vervolg van deze scriptie zal naar voren komen welke van deze stelsels of een combinatie hiervan het meest gewenst is. 10

11 Hoofdstuk 3: Rechtvaardiging van een belastingstelsel Paragraaf 3.1 Wat is rechtvaardig? In het vorige hoofdstuk is besproken dat de overheid belastingen gebruikt om haar uitgaven te financieren en als instrument om diverse zaken te stimuleren of onaantrekkelijk te maken. De overheid mag niet zomaar belasting heffen. Hiervoor moet een wettelijke grondslag zijn volgens het legaliteitsbeginsel. Dit is om de inbreuk op het recht van eigendom te rechtvaardigen. Naast de legaliteit van belastingen zouden deze ook legitiem moeten zijn. Om belastingen legitiem te kunnen noemen, dienen de rechtsbeginselen gerespecteerd te worden. Deze beginselen vormen een rechtvaardiging waarom je belasting bij iemand mag heffen of waarom je bij de een meer heft dan bij de ander. De wettelijke regels zouden de beginselen niet mogen schenden. Waarom je bij iemand belasting mag heffen op grond van het territorialiteitsbeginsel of het nationaliteitsbeginsel is een scriptie op zichzelf waard dus hier zal verder geen aandacht aan besteed worden. In dit hoofdstuk zal vooral gekeken worden naar het draagkrachtbeginsel en het gelijkheidbeginsel. Deze beginselen zouden centraal moeten staan in de huidige Wet IB In deze paragraaf zal ik ingaan op de vraag Wat is rechtvaardig? Het begrip rechtvaardig is erg breed en deels subjectief. Rechtvaardig is dan ook niet identiek aan gelijkheid, dit laatste is slechts een element van rechtvaardigheid, net als draagkracht ook een element van rechtvaardigheid is. Er zijn twee verschillende gelijkheden te onderscheiden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de horizontale gelijkheid en de verticale gelijkheid. Verticale gelijkheid houdt in dat belastingplichtigen met een verschillende omvang van inkomen anders belast worden. Dit is te rechtvaardigen door het draagkrachtbeginsel of het profijtbeginsel. 5 Kamerstuk Wet Inkomstenbelasting 2001, nr. 3 Memorie van toelichting,

12 Het draagkrachtbeginsel wordt vaak omschreven als de sterkste schouders dienen de zwaarste lasten te dragen. De hogere inkomens betalen in dit geval meer belasting dan de lagere. Dit hoeft niet te betekenen dat er een progressief tarief moet zijn. Bij een proportioneel tarief dragen de hogere inkomens immers ook meer bij dan de lage. Volgens het profijtbeginsel zouden belastingplichtigen die meer voordeel hebben van de overheid of van de gemeenschap in het algemeen meer moeten bijdragen. Dit levert echter enkele problemen op. Het is niet te meten hoeveel profijt ieder precies heeft. Daardoor is het niet mogelijk een inkomstenbelasting te ontwerpen op basis van profijt. Daarnaast is het profijtbeginsel niet toepasbaar bij inkomensherverdeling, terwijl belastingen als instrument wel voor dit doel gebruikt worden. 6 De lage inkomens hebben immers meer voordeel van een grote overheid dan de hogere inkomens. De lage inkomens zijn meer afhankelijk van subsidies, de rechtstaat, etc. De hoge inkomens hebben de mogelijkheid rechtsbescherming privé te financieren en zijn in staat de zorgkosten zelf op te brengen. 7 In de paragraaf 3.3 zal verder op het draagkrachtbeginsel worden ingegaan, aangezien dit een belangrijk beginsel is voor de inkomstenbelasting. Op het profijtbeginsel zal niet verder worden ingegaan. Dit beginsel is immers ongeschikt voor de inkomstenbelasting, omdat het profijt van de overheid niet voor een afzonderlijke belastingplichtige te meten is. Horizontale gelijkheid houdt in dat belastingplichtigen met hetzelfde inkomen even zwaar worden belast. Op basis van het gelijkheidsbeginsel dienen belastingplichtigen naar mate van gelijkheid te worden belast. In de praktijk is dit echter niet het geval. In de huidige Wet inkomstenbelasting 01 wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende leefvormen ( alleenstaand of gezin met kinderen), er wordt onderscheid gemaakt tussen ondernemers en werknemers en daarnaast wordt ook onderscheid gemaakt tussen jongeren en 65-plussers. Het onderscheid in leefverband is weergegeven in grafiek Hofstra, `Het einde van de draagkrachttheorie', Weekblad 1939/ Slemrod en Bakija,Taxing Ourselves,derde druk, hoofdstuk 3 12

13 Grafiek Uit deze grafiek blijkt, dat er aanmerkelijke verschillen zijn in de gemiddelde belastingdruk tussen verschillende levensvormen. Dit valt te verklaren uit politieke keuzes waarbij de overheid een gezin stichten en ondernemen belangrijk vindt. Dit kan echter de keuzevrijheid inperken of de keuze wordt sterk bepaald door fiscale motieven. Dit is vooral het geval tussen werknemer en ondernemer. Ga ik voor mezelf beginnen of blijf ik in loondienst? Een aspect kan daarbij zijn wat de belastingplichtige netto overhoudt. Het verschil tussen de alleenstaande en tweeverdieners is toe te rekenen aan het progressievoordeel dat de tweeverdieners genieten en de dubbel genoten heffingskortingen. Dit is te rechtvaardigen als je inkomen individueel toerekent, maar wanneer je inkomen op gezinsniveau bekijkt, betaalt het gezin met de kostwinner meer belasting dan de tweeverdieners. Bij een vlaktaks zou deze discussie naar de achtergrond verdwijnen. Voor een vlaktaks maakt het immers niet uit op welk niveau je het inkomen bekijkt, het tarief blijft voor ieder gelijk. De vraag is echter of het wel rechtvaardig is, dat de overheid verschillende levensvormen anders belast, terwijl het inkomen gelijk is. Hier zal verder op ingegaan worden in de volgende paragraaf wanneer het gelijkheidbeginsel besproken wordt. Paragraaf 3.2 Het gelijkheidsbeginsel Het gelijkheidsbeginsel is vastgelegd in artikel 14 EVRM oftewel het verbod op discriminatie. In beginsel zouden alle belastingplichtigen hetzelfde behandeld moeten worden. Er worden echter onderscheidingen in de wet gemaakt. Door de wet wordt bepaald wie materieel gelijk is. De maatschappij kan door de geldende democratie zelf stemmen wie haar wetgever is. Het materiële onderscheid dat gemaakt wordt door de wetgever zou dan ook door een groot deel van de bevolking gedragen moeten worden. Echter hoe ver mag men gaan in het maken van onderscheid? 8 Continuïteit en Vernieuwing, studiecommissie belastingstelsel, pag

14 Het antwoord hierop is: alle gelijke gevallen dienen gelijk behandeld te worden, en de ongelijke naar mate van ongelijkheid. Er mag dus onderscheid gemaakt worden in formele wetten tussen belastingplichtigen wanneer de beide belastingplichtigen materieel ongelijk zijn. Hiervoor moet wel een rechtvaardiging zijn en mag geen sprake zijn van willekeur. De vraag is dan ook hoe groot het onderscheid mag zijn dat gemaakt wordt, dat nog valt te rechtvaardigen. Deze vraag kan niet met het gelijkheidsbeginsel worden beantwoord. Tipke koppelde het gelijkheidsbeginsel aan het draagkrachtbeginsel, omdat het gelijkheidsbeginsel slechts een leeg beginsel is. Er is een norm nodig om te bepalen hoe ver er gegaan kan worden in het onderscheid maken tussen belastingplichtigen. Deze norm is het draagkrachtbeginsel. 9 De in paragraaf 3.1 opgesomde verschillen tussen verschillende belastingplichtigen zullen waarschijnlijk ook aanwezig blijven. Er zijn immers rechtvaardigheidsgronden voor de stimuleringsmaatregelen, waardoor de ene groep belastingplichtigen anders wordt belast dan de andere. Zo hebben gezinnen extra aftrekposten en toeslagen, omdat het hebben van kinderen gestimuleerd wordt en hoeven ouderen geen premies AOW te betalen. Het feit dat ouderen geen premies AOW hoeven te betalen is echter niet gekoppeld aan draagkracht, maar aan de verzekeringsgedachte waarop de AOW is gestoeld. Deze rechtvaardigingsgronden voor deze stimulering hebben een verband met het draagkrachtbeginsel, maar zeker ook met instrumentalisme. Er wordt immers gekeken naar wat mensen aan het eind van de maand overhouden. Dit is subjectieve draagkracht. Gezinnen hebben meer kosten vanwege de kinderen. Ze hebben extra aftrekposten omdat het hebben van kinderen gestimuleerd wordt door de wetgever. Daardoor houden gezinnen en alleenstaanden toch een vergelijkbaar netto inkomen over. Om te kijken of belastingplichtigen ongelijk mogen worden belast, wordt gekeken naar het inkomen en de uitgaven die belastingplichtigen hebben. Paragraaf 3.3 Het draagkrachtbeginsel Grondlegger van het draagkrachtbeginsel is de filosoof, econoom en belastingkundige Adam Smith. In zijn boek Wealth of nations omschrijft hij hoe een correct belastingsysteem er uit zou moeten zien. Hierbij speelt het ability to pay,of te wel het draagkrachtbeginsel, een centrale rol. Smith legde het draagkrachtbeginsel echter in engere zin uit dan thans gebruikelijk is. Smith heeft ability to pay per opbrengstcategorie toegepast en niet op inkomen als geheel. Volgens Smith moet een belastingsysteem aan vier eisen voldoen. Het systeem moet: - Zekerheid bieden. Rechtszekerheid is voor de belastingplichtige van groot belang. Hij weet waar hij aan toe is. Dit kan bijvoorbeeld van groot belang zijn wanneer een ondernemer investeert in duurzame productiemiddelen of wanneer er sprake is van een 9 Tipke, Die Steuerrechtsordnung, Band II, 2003, p

15 bedrijfsoverdracht. Daarnaast voorkomt het vastleggen van de regels willekeur bij belastingambtenaren. - Belasting moet geheven worden op het voor de belastingplichtige zo gunstig mogelijke moment. Hierbij wordt aangesloten bij het liquiditeitsbeginsel. De belasting zou pas betaald moeten worden wanneer de belastingplichtige daarvoor het geld heeft. Dit is bijvoorbeeld terug te vinden in de Wet IB 2001 bij het fictieve aanmerkelijkbelang. Wanneer een belastingplichtige niet meer het vereiste percentage aandelen bezit om als aanmerkelijkbelanghouder te worden aangemerkt, zou deze moeten afrekenen over het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer en de verkrijgingsprijs. De wetgever biedt de belastingplichtige de mogelijkheid om fictief aanmerkelijkbelanghouder te blijven en op een voor hem gunstig tijdstip af te rekenen over de vermogenswinst. - De belasting moet zo economisch mogelijk geheven worden. Dit betekent dat er niet te veel ambtenaren nodig moeten zijn om de belasting te innen. De belastingwetgeving mag niet te ingewikkeld zijn. Kortom: niet te veel regeldruk. De belasting moet het gedrag zo min mogelijk beïnvloeden en het ondernemen zo min mogelijk belemmeren. - De belasting moet geheven worden volgens het ability to pay principe. Mensen mogen slechts belast worden voor het inkomen dat zij genieten onder de bescherming van de staat. 10 Volgens het huidige draagkrachtbeginsel dient de belastingplichtige belast te worden naar het inkomen. Dit lijkt op het profijtbeginsel, waar ook gekeken wordt hoeveel voordeel de belastingplichtige heeft. Echter volgens het draagkrachtbeginsel dienen de hogere inkomens meer bij te dragen, terwijl de hogere inkomens niet altijd het meeste voordeel hebben. Het draagkrachtbeginsel wordt door velen erkend als het ultieme verdelingsbeginsel en geldt als leidend beginsel in de huidige Wet IB Richt men de aandacht op inkomen dan wijst het beginsel theoretisch als grondslag aan: de koopkrachttoename van een individu. Het inkomen in een bepaald jaar bestaat dan bijvoorbeeld uit het loon minus arbeidskosten plus vermogenswinsten minus vermogensverliezen. Zover is onze inkomstenbelasting echter nooit gekomen. De wetgever heeft immers voor een `empirisch' inkomensbegrip gekozen. Hij wilde niet aan handen en voeten gebonden zijn aan een theoretisch inkomensbegrip. De term `empirisch' was kennelijk indrukwekkend genoeg om te verhullen dat politici hun handen vrij wilden houden. Gevolg is dat door de jaarlijks wisselende 10 Smith, Wealth of nations, Boek 5, hoofdstuk 2 11 Kamerstuk Wet Inkomstenbelasting 2001, nr. 3 Memorie van toelichting,

16 regelgeving en opportunistische antimisbruik-regelgeving, het door de wetgever aangegeven inkomen wazig is en niet het door het draagkrachtbeginsel aangewezen inkomen. 12 Zegt het draagkrachtbeginsel verder iets over het gewenste tarief? Bij de beantwoording van deze vraag kunnen twee zaken onderscheiden worden. In de eerste plaats is er een onderscheid tussen heffing naar draagkracht en inkomensherverdeling via het belastingstelsel. In de tweede plaats is het verstandig om onderscheid te maken tussen draagkracht in relatie tot het objectieve inkomen en draagkracht in relatie tot subjectieve omstandigheden zoals ziekte. Wanneer er gekeken wordt naar het objectieve inkomen, rijst de vraag of uit het draagkrachtbeginsel een progressief tarief voortvloeit. Cohen Stuart, een wiskundige, koppelde aan de economische grensnuttheorie het concept van het evenredige genotsoffer. Ieder zou zoveel belasting moeten betalen dat het totale genot voor allen in dezelfde verhouding, evenredig dus, verminderd zou worden. Vooropgesteld zij dat in de norm `ability to pay' van Adam Smith niet méér ligt opgesloten dan eenvoudig meetbare betaalkracht. Deze econoom heeft niet de termen `ability to suffer' of `ability to sacrifice' gebruikt. Men zou raar opkijken bij de bewering dat de fiscus de psychische pijngrens van mensen moet opzoeken. De idee van het evenredige genotsoffer komt daar niettemin op neer. Zij is terug te voeren tot de neiging van economen alles te willen herleiden tot nutsfuncties. De offertheorie is daarom geen theorie meer maar een politieke fictie: ieder wordt geacht op gelijke wijze minder lol te beleven van de laatst toegevoegde eenheid aan het inkomen. Daar komt bij dat, althans Cohen Stuart, zelfs gegeven een dalende nuttigheidslijn van het inkomen, geen mogelijkheid zag tot een progressief tarief: `Uit die algemene wet, uit het afnemen van den nuttigheidsgraad, volgt dus nog niet de progressie.' Daar komt bij dat er in het licht van de plaats van de overheid in ons economisch bestel geen plaats is voor een op het draagkrachtbeginsel terug te voeren tariefstelling. Hofstra stelde al in 1939 dat de offertheorie van Cohen Stuart is terug te voeren tot de zogenoemde Edinburgerregel `leave them as you find them'. 13 Volgens Hofstra was dat in de 20e eeuw niet langer het uitgangspunt van het overheidsbeleid. Dat beleid was, integendeel, gericht op veranderen van de welvaartsverhoudingen voortgevloeid uit de primaire inkomensvorming. Wanneer daarbij de progressie wordt gehanteerd als middel tot inkomensherverdeling is er geen plaats meer voor de offertheorie. 14 Het inkomen kan uiteindelijk niet als enige maatstaf worden gezien. Draagkracht in ruime zin is de resultante van een groot aantal factoren van uiteenlopende aard. Zo speelt naast de objectieve draagkracht ook subjectieve draagkracht een rol. Deels zijn deze factoren meetbaar, deels praktisch onmeetbaar. Subjectieve draagkracht wordt door elke belastingplichtige anders ervaren. 12 Rijkers,Een proportioneel inkomstenbelastingtarief in de 21e eeuw Inkomstenbelasting, oratie Hofstra, `Het einde van de draagkrachttheorie', Weekblad 1939/3495, blz Rijkers,Een proportioneel inkomstenbelastingtarief in de 21e eeuw Inkomstenbelasting, oratie

17 Een discussie over welke kosten de draagkracht daadwerkelijk aantasten (bijv. ziektekosten of uitgaven wegens kinderen), zal nooit tot een eenduidig antwoord leiden. De conclusie moet zijn dat het progressieve tarief niets van doen heeft met rechtvaardigheid die is terug te voeren op het draagkrachtbeginsel. Omdat het progressieve tarief tot nu toe is blijven bestaan, menen velen dat er een connectie is met draagkracht. Welnu, met het oog op de gedachtenvorming over de vlaktaks: die is er niet en zij is er nooit geweest. 15 In de literatuur zijn hierover de meningen wel verdeeld. Zo menen diverse auteurs dat er herverdeeld dient te worden en dit het beste geschiedt door een progressief tarief. Anderen, zoals Jacobs, pleiten voor een progressief tarief, omdat dit de meest effectieve marginale belastingdruk oplevert 16 en zo voor de meest gunstige economische effecten zorgt. Jacobs bekijkt de welvaart dan ook op macro economisch niveau. Jacobs: De maatschappelijke welvaart is een gewogen som van de welvaart van individuen. In zijn essay Een economische analyse van een optimaal belastingstelsel voor Nederland pleit Jacobs voor een maximalisatie van de brede welvaart 17 door sterk wisselende progressieve tarieven. Het is echter lastig deze welvaart te maximaliseren, omdat immateriële zaken (zoals profijt van een rechtstaat) lastig of niet te meten zijn, maar wel tot de brede welvaart behoren. Daarnaast zorgtdeze maximalisatie zorgt wel voor een grotere verdeling van de micro economische welvaart. Jacobs pleit immers voor zwaardere belasting van inkomen uit arbeid en verminderde heffing op kapitaalinkomen. Naast het feit dat dit een denivellerend effect heeft op de inkomens, is er ook geen rechtvaardigheidsgrond om inkomen uit arbeid zwaarder te belasten dan dat op kapitaalinkomen. Het argument dat kapitaal wegvlucht als dit zwaarder belast wordt, is lastig te bewijzennooit bewezen. Bovendien is elk tarief te hoog voor de echte belastingvluchter. Men zal moeten accepteren dat er altijd fraudeurs zullen blijven. Ons huidige tarief van 30% is niet echt laag te noemen, toch vlucht het kapitaal niet massaal weg.r. Ook is het moeilijk te verdedigen ten opzichte van een werknemerarbeider, dat zijn werkzaamheden zwaarder worden belast dan het rendement van mensen met enig vermogeneen miljonair op hunzijn spaarrekening, terwijl dit misschien wel dezelfde objectieve draagkracht oplevert. Het is dan ook rechtvaardig te kijken naar de objectieve draagkracht en niet de herkomst van deze draagkracht. Een vlaktaks over alle boxen van de inkomstenbelasting is dan ook verdedigbaar. Paragraaf 3.4 Ter afsluiting 15 Rijkers, Een proportioneel inkomstenbelastingtarief in de 21e eeuw Inkomstenbelasting, oratie Jacobs, Een economische analyse van een optimaal belastingstelsel voor Nederland, 1.1, Met brede welvaart bedoelt Jacobs de maatschappelijke welvaart in ruime zin, (inclusief de waarde van vrije tijd en het milieu) Formatted: Dutch (Netherlands) Formatted: Dutch (Netherlands) 17

18 In dit hoofdstuk is duidelijk geworden dat er naast de legaliteit en de inkomensherverdelende functie van belastingen ook gekeken moet worden naar de legitimiteit van belastingen. Het draagkrachtbeginsel en gelijkheidsbeginsel moeten de basis zijn van het belastingsysteem, zonder daarbij iets over het tarief of de tariefsopbouw te zeggen. Mijn conclusie is dat het draagkrachtbeginsel de norm van het belastingsysteem zou moeten zijn en op basis van die norm zouden alle belastingplichtigen, die materieel vergelijkbaar zijn, gelijk behandeld dienen te worden. Dat de ene inkomensgroep zwaarder wordt belast dan de ander is geen bezwaar, mits er voldoende rechtvaardigheidsgronden aanwezig zijn. Hierbij moet wel worden aangetekend dat er altijd balans moet blijven tussen de rechtvaardigheidsgrond om af te wijken en de mate waarin de ene groep belastingplichtigen anders wordt belast dan de ander. Hoofdstuk 4: Het huidige systeem, wat zijn de knelpunten? 18

19 Paragraaf 4.1 Tariefsarbitrage De huidige Wet IB 2001 kent enkele knelpunten. In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste knelpunten, die volgen uit de systematiek, progressie en tariefsverschillen tussen de verschillende boxen, besproken worden. Het eerste knelpunt dat speelt in de Wet IB 2001 is de tariefsarbitrage. Er is sprake van horizontale en verticale tariefsarbitrage. De verschillende tarieven van de boxen nodigen uit tot horizontale tariefsarbitrage. Dit uit zich door herverdelen of herkwalificeren van inkomen. De verticale tariefsarbitrage is inkomen herverdelen binnen box 1 om de progressie te beperken. Een bekend voorbeeld hiervan is de man-vrouw firma. De reparatiewetgeving die is ingevoerd om deze arbitrage te corrigeren maakt de wet een stuk ingewikkelder en minder overzichtelijk. Een goed voorbeeld van ingewikkelde reparatiewetgeving is de TBS regeling (artikel 3.91 en 3.92 Wet IB 2001). De ratio van deze regeling is het voorkomen van arbitrage tussen box 3 en boxen 1 en 2 in de kostensfeer 18. Dit zal worden getoond in het volgende voorbeeld. Een aanmerkelijkbelanghouder leent een miljoen euro tegen vijf procent rente aan zijn B.V. - De aanmerkelijkbelanghouder ontvangt jaarlijks Box 3 heffing 30% x 4% x 1 miljoen = Netto voordeel Box 1 heffing 52% x = Netto voordeel De BV brengt in aftrek en vermindert zo de AB-heffing met circa 44%. De kosten van de BV en de aanmerkelijkbelanghouder 56% x = Box 3 TBS De aanmerkelijkbelanghouder ontvangt netto Netto kosten BV/AB Voordeel Indien er geen TBS-regeling was, zou de Nederlandse schatkist meebetalen aan de schuld/vordering verhouding tussen BV en aandeelhouder, hetgeen zeer onwenselijk is. Een ander voorbeeld van antimisbruikwetgeving is de lucratiefbelang-regeling uit artikel 3.92b Wet IB Door middel van dit artikel wordt voorkomen dat een beloning voor arbeid, in de vorm van waardestijging van aandelen, in box 3 belast wordt, terwijl deze beloning belast moet worden tegen het progressieve tarief in box Naast antimisbruik wetgeving om tariefsarbitrage tussen verschillende boxen tegen te gaan, maken ook diverse regelingen in box 1, vanwege de progressie, het systeem ingewikkeld. Hierbij 18 MvT, Kamerstukken II 1998/99, , nr. 3, blz MvT, Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3, p. 2 19

20 kan gedacht worden aan de middeling-regeling uit artikel Wet IB Op grond van artikel Wet IB 2001 kan een belastingteruggaaf worden berekend ter grote van het verschil van de belasting op inkomen uit werk en woning, dat over de jaren van het middelingstijdvak ( drie aaneengesloten kalenderjaren, lid 1) is geheven en de belasting op inkomen uit werk en woning die verschuldigd zou zijn indien het belastbare inkomen uit werk en woning in elk van die jaren een derde gedeelte zou bedragen van het totaal van de - ten minste op nihil te stellen - belastbare inkomens uit werk en woning in die jaren, voorzover dit verschil meer bedraagt dan 545,-. (artikel lid 3 Wet IB 2001) Dergelijke regelingen zorgen voor extra administratieve last bij de Belastingdienst en maken de inkomstenbelasting extra ingewikkeld. Uit de tabel 20 hierboven blijkt dat de kosten voor de Belastingdienst aanzienlijk zijn. De kosten van belastingheffing bestaan uit inningskosten, de nalevingskosten en de economische kosten. In verschillende studies, waaronder de tabel hierboven, worden de inningskosten op 1-3% van de opbrengst geschat en de (gemiddelde) nalevingskosten op 3-5% en de (marginale) economische kosten op 25-30%. 21 Door vereenvoudiging van het tarief van het belastingstelsel zouden de maatschappelijke kosten die verband houden met het doen van aangifte omlaag kunnen en daarmee ook het tarief voor de belastingen. Paragraaf 4.2 Progressievoordeel bij instrumentalisme 20 Continuïteit en Vernieuwing, studiecommissie belastingstelsel, pag S. Cnossen, Enkele gedachten over de toekomst van het Nederlandse belastingstelsel,

21 De belastingen zijn primair bedoeld om de overheidsuitgaven te financieren. Daarnaast gebruikt de wetgever de belastingen om diverse doelstellingen te behalen 22. Zo wordt het belastingstelsel ingezet om inkomens te nivelleren en de economie, werkgelegenheid en de milieukwaliteit te bevorderen. Het gebruik van fiscale faciliteiten, zoals bepaalde heffingskortingen en vrijstellingen, als sturingsmiddel leidt echter wel tot economische verstoringen 23. Een nadeel van dit instrumentalisme is in veel gevallen het beperkte effect. Zo is in tabel te zien dat er slechts een beperkt aantal belastingplichtigen gebruik maakt van de geboden faciliteiten, afgezien van de specifieke zorgkosten. Daarnaast dient ook te worden gekeken of het gedrag daadwerkelijk wordt beïnvloed door de fiscale faciliteit. Bijvoorbeeld de giftenaftrek, geven belastingplichtigen meer aan goede doelen vanwege de belastingaftrek of vanwege de ratio achter de schenking zelf? Werkt iemand langer door vanwege een hogere heffingskorting of wordt hij ook door andere zaken bewogen? Het blijkt dat deze keuzes niet worden bepaald door de fiscale instrumenten 25. De belastingplichtige wordt niet alleen bewogen door fiscale faciliteiten. Uit de tabel 26 hieronder kan worden afgeleid dat de hoge inkomens meer profiteren van de giftenaftrek. Vanwege de progressie in box 1 kunnen hogere inkomens de giften aftrekken tegen een hoger tarief dan de lagere inkomens. Dit geldt ook voor de ziektekosten. Bij de hogere inkomens kunnen de kosten tegen een hoger tarief in aftrek worden gebracht. Vanaf 2009 zijn er echter veel minder ziektekosten aftrekbaar en zijn de drempels, welke de kostenaftrek verminderen, fors gestegen. Deze maatregelen beperken het progressievoordeel bij de hogere inkomens. De tabel hieronder laat zien dat de hogere inkomens bijna bij alle faciliteiten het grootste voordeel genieten of dat het voordeel oploopt naarmate het inkomen hoger wordt. De enige systematische korting in het geheel is de algemene heffingskorting. De overige aftrekposten en kortingen hebben een instrumenteel karakter. Voorbeeld hierbij zijn bijvoorbeeld de aftrek 22 Kamerstuk Wet Inkomstenbelasting 2001, nr. 3 Memorie van toelichting, C.A. de Kam, C.L.J. Caminada, Belastingen als instrument voor inkomenspolitiek 24 Continuïteit en Vernieuwing, studiecommissie belastingstelsel, pag C.A. de Kam, C.L.J. Caminada, Belastingen als instrument voor inkomenspolitiek 26 Continuïteit en Vernieuwing, studiecommissie belastingstelsel, pag

22 wegens uitgaven levensonderhoud kind <27 jaar en korting op maatschappelijk en groen beleggen. Wanneer er gekozen zou worden voor een proportioneel tarief zouden alle belastingplichtigen de aftrekposten tegen hetzelfde tarief kunnen benutten. Dit zorgt ervoor dat er geen denivellering optreedt. Paragraaf 4.3 De hypotheekrenteaftrek In de huidige Wet IB 2001 is het financieren door middel van vreemd vermogen soms fiscaal aantrekkelijker dan een financiering met eigen vermogen. Dit is vooral terug te vinden in de winstsfeer en bij de eigen woning. Financiering met vreemd vermogen brengt echter risico s met zich mee. De afgelopen economische crisis heeft ons geleerd dat dergelijke risico s onwenselijk zijn. Om de economische risico s te beperken zou eigen vermogen hetzelfde behandeld moeten worden als vreemd vermogen. Dit heeft echter aanzienlijke gevolgen voor de huidige fiscale wetgeving en is te uitgebreid om in deze scriptie te bespreken. Wat wel van belang is voor deze scriptie is het progressievoordeel dat de hogere inkomens hebben bij de hypotheekrenteaftrek. Net als bij de giftenaftrek, is de hypotheekrenteaftrek te verzilveren tegen een hoger tarief dan bij de lagere inkomens. Dit is moeilijk te rechtvaardigen en heeft een denivellerend effect op de inkomensverdeling. Daarnaast neemt de hogere hypotheekrenteaftrek een drempel weg voor een hogere schuldfinanciering bij de hogere inkomens, wat in maatschappelijk opzicht onwenselijk is. Door de eigen woning te defiscaliseren, wordt het minder aantrekkelijk een woning te financieren door een lening. 22

23 Er zijn nog meer redenen om de eigen woning te defiscaliseren. De eigen woning creëert geen inkomen vanwege het eigen gebruik. Dit betekent dat de koopkracht van de belastingplichtige niet toeneemt. De belasting die volgt uit het fictieve huurwaarde-inkomen wordt dan ook betaald door andere vormen van inkomen. Wanneer er geen koopkracht toename is, is inkomstenbelasting niet op zijn plaats, aangezien de draagkracht niet toeneemt. Dit betekent ook dat aftrek van leningen aangegaan voor de aanschaf van de eigen woning niet in de inkomstenbelasting thuis hoort 27. Wanneer er een verkoopwinst wordt behaald bij de verkoop van de eigen woning zou dit wel als een belastbaar feit voor de inkomstenbelasting kunnen worden gezien. Hier is immers wel sprake van een reële koopkrachttoename. Toch is dit geen argument om de eigen woning in de inkomstenbelasting te belasten. Een verkoopwinst wordt namelijk over een zeer lange periode gerealiseerd. Om de juiste verkoopwinst te bepalen dient over een tijdsbestek van vele jaren de onderhoudskosten en een inflatiecorrectie te worden bijgehouden 28. Vanwege de behoorlijke administratieve lasten lijkt dit onwenselijk. Daarnaast wordt een verkoopwinst op onroerend goed of overige vermogensbestanddelen, die zich in box 3 bevinden ook niet belast. In het volgende hoofdstuk zal verder op de mogelijkheden, die de huidige nadelen van de hypotheekrente (deels) wegnemen, worden ingegaan. Paragraaf 4.4 Ter afsluiting In dit hoofdstuk zijn de grootste knelpunten, met betrekking tot het tarief, van de huidige inkomstenbelasting ter sprake gekomen. In paragraaf 4.1 hebben we kunnen zien dat de verschillende tarieven in de verschillende boxen ingewikkelde antimisbruikwetgeving opleveren. Wanneer de verschillen in tarief tussen de verschillende boxen oplopen, wordt het voor de belastingplichtige steeds aantrekkelijker zijn of haar inkomen te herkwalificeren. De huidige Wet inkomstenbelasting is gebaseerd op het bronnenstelsel. Dat wil zeggen dat de voordelen uit een bron belast worden. Door de naam of vorm van de bron te veranderen kan het inkomen in een andere box belast worden dan oorspronkelijk de bedoeling was. Om dit misbruik te voorkomen heeft de wetgever antimisbruikwetgeving ingevoerd, wat over het algemeen regelingen zijn die het systeem ingewikkelder maken en de administratieve lasten verhogen. Naast de verschillende tarieven tussen de boxen (horizontale tariefsarbitrage) zorgt ook de progressie binnen box 1 voor extra wetgeving vanwege de verticale tariefsarbitrage. Als voorbeeld is de middelingsregeling uit artikel Wet IB 2001 besproken. In de tweede paragraaf hebben we kunnen zien dat de fiscale maatregelen slechts een beperkt effect hebben. Daarnaast profiteren de hogere inkomens meer van enkele aftrekposten vanwege het progressievoordeel. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is de giftenafrek. In de afgelopen economische crisis hebben we kunnen zien dat financieringen met vreemd vermogen grote risico s met zich meebrengen. Een prikkel voor een schuldfinanciering is de hypotheekrenteafrek. In de laatste paragraaf hebben we kunnen zien dat, deze aftrekpost meer waarde heeft voor de hogere inkomens. Zij kunnen deze aftrekpost tegen een hoger tarief 27 A.C. Rijkers, I.J.F.A. van Vijfeijken, Fiscaliteit en vermogensvorming in een inkomstenbelasting. 28 A.C. Rijkers, I.J.F.A. van Vijfeijken, Fiscaliteit en vermogensvorming in een inkomstenbelasting. 23

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Grootverdiener zwaarder belast

Grootverdiener zwaarder belast 4 september 2009 Grootverdiener zwaarder belast AMSTERDAM - De PvdA zint op de terugkeer van een toptarief van 60 procent in de inkomstenbelasting. Het toptarief is nu 52 procent. Acht jaar geleden was

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

UIT inkomstenbelasting

UIT inkomstenbelasting De inkomstenbelasting, box 1. De inkomstenbelasting box 1, is het systeem van belasten van inkomen uit arbeid. Ook het huis waar men woont wordt in dit systeem belast. Box 1 bestaat uit drie onderdelen:

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2

Inkomstenbelasting. Module 7 hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting Module 7 hoofdstuk 2 Verschillende vormen inkomen, verschillende vormen belasting Verschillende boxen Box 1 Bruto inkomen uit arbeid (denk aan brutoloon) Inkomen uit koophuis Aftrekposten

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd. Eindejaarstips 2018 Algemeen: Ondernemers en rechtspersonen 1. Verhoging BTW- tarief Per 1 januari 2019 gaat het lage BTW- tarief van 6% omhoog naar 9%. Deze verhoging heeft betrekking op onder meer de

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

17-4-2014. Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001 Onderwerpen: Korte uitleg heffingssysteem inkomstenbelasting Korte uitleg heffingssysteem vennootschapsbelasting Vrijstellingen en heffingskortingen Aflossen eigenwoningschuld Familielening eigen woning

Nadere informatie

BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten

BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten BIJLAGE 2: Bruto-nettotrajecten Aan de heer Groot is toegezegd om informatie te verstrekken over verschillen tussen het brutonettotraject van ondernemers en werknemers. 1 Aannames Een vergelijking van

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten? Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

De werkkostenregeling internationaal belicht.

De werkkostenregeling internationaal belicht. De werkkostenregeling internationaal belicht. Over de werkkostenregeling (hierna: WKR) is al veel geschreven en gesproken. De internationale aspecten van de werkkostenregeling zijn echter onderbelicht

Nadere informatie

Bachelorwerkstuk. De vlaktaks een goed alternatief

Bachelorwerkstuk. De vlaktaks een goed alternatief Bachelorwerkstuk De vlaktaks een goed alternatief Naam: M.A. Broekman Begeleider: drs. M.J. Smid Collegekaart: 0116610 Afrondingsdatum: september 2006 Telefoon: 06-2375 1817 Studiejaar: 2006-2007 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen

Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen Druk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen Tineke de Jonge, Peter Meuwissen en Reinder Lok Het CBS ontwikkelt een nieuwe belastingsstatistiek. Als eerste zijn daarin de inkomstenbelasting

Nadere informatie

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier 15 september 2015 Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier Op 15 september 2015 is het Belastingplan 2016 aangeboden aan de Tweede Kamer. De voor dga en particuliere vermogensbezitter

Nadere informatie

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING (Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord mr. B. (Bas) Opmeer Programma 2 Politieke werkelijkheid Tarieven en vrijstellingen Box 3 Schenkbelasting

Nadere informatie

Hoe zit het met op 31-12-2012 al bestaande hypotheken vanaf 1-1-2013?

Hoe zit het met op 31-12-2012 al bestaande hypotheken vanaf 1-1-2013? Hoe zit het met op 31-12-2012 al bestaande hypotheken vanaf 1-1-2013? Voor alle op 31 december 2012 bestaande hypotheken blijven de oude hypotheekregels van kracht. Oversluiten van een bestaande schuld

Nadere informatie

DGA uit de loonheffing

DGA uit de loonheffing DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao Second Home oktober 2017 - Utrecht Maurice De Clercq Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

Bachelorscriptie. De vlaktaks een goed idee

Bachelorscriptie. De vlaktaks een goed idee Bachelorscriptie De vlaktaks een goed idee Naam: A. Gueriguer Begeleider: R. Cornelisse Collegekaart: 0135054 Studiejaar: 2007-2008 1 1.0 Inleiding Voor het inzamelen van middelen ter financiering van

Nadere informatie

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Inleiding Deze bijlage bevat de effecten van een mogelijke verhoging van de energiebelasting (EB) op aardgas in de

Nadere informatie

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp. Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom

Nadere informatie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Eindterm: het noemen van de relevante belastingen bij de diverse rechtsvormen Je kunt - de relevante

Nadere informatie

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt:

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt: De bijleenregeling: Deze regeling is in werking getreden per 1 januari 2004. Door deze regeling wordt het voor huiseigenaren ongunstig om de overwaarde te gaan gebruiken voor andere zaken dan de financiering

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

2009Z Heeft u kennisgenomen van het artikel «Pakezels van de staat»?1. 1. Ja.

2009Z Heeft u kennisgenomen van het artikel «Pakezels van de staat»?1. 1. Ja. 2009Z13090 Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Jeugd en Gezin over het gegeven dat kostwinnersgezinnen de pakezels van de staat zijn (ingezonden

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Belastingrecht in Hoofdlijnen Belastingrecht in Hoofdlijnen Prof. dr. CA. de Kam (eindredactie) Mr. P.M. van Schie Prof. dr. I.J.J. Burgers Mr. drs. F.J.P.M. Haas Mr.J. Lamens Dr. mr. A.M. van Amsterdam RA Mr. C.M. Ettema Mr. dr. D.V.E.M.

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Wonen in Duitsland 2016

Wonen in Duitsland 2016 Wonen in Duitsland 2016 Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (GWO) Nicole Janssen Inhoud presentatie Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting NL-D: Uitkeringen in belastingverdrag tot en met

Nadere informatie

WEA Deltaland Accountants & Adviseurs

WEA Deltaland Accountants & Adviseurs WEA Deltaland Accountants & Adviseurs Welkom in de wondere wereld van fiscalisten Algemeen / Particulier Ondernemer DGA Eigen woning Los een klein (rest) hypotheek af Haal het maximale uit uw hypotheek

Nadere informatie

Bijlage bij de brief van de Vice-President van de Raad van State van 8 oktober 2007.

Bijlage bij de brief van de Vice-President van de Raad van State van 8 oktober 2007. Bijlage bij de brief van de Vice-President van de Raad van State van 8 oktober 2007. Voorlichting overeenkomstig artikel 18, tweede lid, van de Wet op de Raad van State inzake de proeve van wetgeving betreffende

Nadere informatie

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6.

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6. Inleiding Onderstaand treft een overzicht van de belangrijkste tarieven of drempels voor het jaar 2017 en, daar waar nodig 2016. Het overzicht biedt overigens geen volledige weergave van alle voorgestelde

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning Second Home juni 2015 - Antwerpen Maurice De Clercq - Niek Op den Kamp - Harjit Singh ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Een tweede woning

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Compex Vragen 12 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK

NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK NIEUWE NIVELLERINGS- POLITIEK Jesse Klaver november 2014 NIEUWE NIVELLERINGSPOLITIEK De kloof tussen arm en rijk in Nederland neemt toe. GroenLinks pleit daarom bij het bezoek van Thomas Piketty aan Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 205 206 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2849 Vragen van de leden

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het beheren van vermogen in Nederland en België Juni 2013 Maurice de Clercq Programma 1. Inleiding 2. Nederland 3. België 4. Synthese Nederland/ België 5. Conclusie

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Wijzigingen op privégebied

Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Deze whitepaper bevat een samenvatting van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen op privégebied. De informatie in dit onderdeel heeft betrekking

Nadere informatie

Fiscaal memo (aangifte 2017)

Fiscaal memo (aangifte 2017) Fiscaal memo (aangifte 2017) 1. Inleiding AmsterdamGold heeft het genoegen u hierbij een memorandum te verstrekken waarin enkele fiscale aspecten worden behandeld, die bij aanschaf, bezit en verkoop van

Nadere informatie

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015 Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015 Nicole MSH Janssen Team GWO Inhoud presentatie Belastingverdrag tot en met 2015 Werken in Nederland Uitkering uit Nederland Fiscaal partnerschap (fp)

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties

Nadere informatie

18 slimme belastingtips. om dit jaar nog je voordeel mee te doen

18 slimme belastingtips. om dit jaar nog je voordeel mee te doen om dit jaar nog je voordeel mee te doen Inhoud Tip 1: Betaal je zorgverzekering in één keer... 2 Tip 2: Levensloopregeling voordelig afkopen... 2 Tip 3: Eigenwoninglening registreren bij fiscus... 2 Tip

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

VvAA belastingworkshop. Februari/maart 2014

VvAA belastingworkshop. Februari/maart 2014 VvAA belastingworkshop Februari/maart 2014 Inhoud Hoofdlijnen belastingstelsel Boxenstelsel Fiscaal partnerschap Eigen woning Inkomensvoorzieningen Persoonsgebonden aftrek Heffingskortingen Middeling Aftrekmogelijkheden

Nadere informatie

Belastingveranderingen 2016. Alex van Scherpenzeel Manager afdeling Belangenbehartiging

Belastingveranderingen 2016. Alex van Scherpenzeel Manager afdeling Belangenbehartiging Belastingveranderingen 2016 Alex van Scherpenzeel Manager afdeling Belangenbehartiging Geschiedenis - Wet op de Inkomstenbelasting 1964-1990: wijziging i.v.m. rapport Commissie Oort - Wet op de inkomstenbelasting

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie Inhoud 1. Digitalisering van de overheid en de belastingdienst 2. Herziening box 3 per 01-01-2017 3. Belastingplan 2016:

Nadere informatie

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017 Wijzigingen per 1 januari 2017 Wijzigingen per 1 januari 2017 Op 1 januari 2017 zijn enkele wetten aangepast, die van invloed zijn op het geven van een passend financieel advies. In dit bericht geven we,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni 2010 6,1 13 keer beoordeeld Vak Economie De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 De rijksoverheid is onderdeel van de collectieve sector. Om de uitgaven

Nadere informatie

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013 Lorette Ford Inleiding Belastingen worden gezien als de belangrijkste inkomstenbron voor de overheid, mede ter financiering van de

Nadere informatie

Algemene informatie hypotheken (starter)

Algemene informatie hypotheken (starter) Algemene informatie hypotheken (starter) Wij zetten de belangrijkste begrippen voor u op een rijtje: Hypotheekvormen... 2 Annuïteitenhypotheek... 2 Lineaire hypotheek... 2 Leningvormen... 2 Doorlopend

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4

6,9. Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus keer beoordeeld. Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1342 woorden 12 augustus 2006 6,9 52 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4 De collectieve sector = overheid - mogen geweld uitoefenen - mogen regels maken -> publiek rechtelijke

Nadere informatie

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije Fiscale aspecten van uw tweede woning in Turkije Second Home maart 2017 - Utrecht ESJ Accountants & Belastingadviseurs Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland 3. Niet-inwonerschap

Nadere informatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie Nieuwe richtlijn kinderalimentatie maart 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven Kerncijfers 2008 voor de adviespraktijk Algemeen Schijventarief box 1 Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van

Nadere informatie

Informatieblad 03-10-14. Uw positie als dga

Informatieblad 03-10-14. Uw positie als dga Informatieblad 03-10-14 Uw positie als dga Als dga heeft u verschillende petten op. U bent bestuurder en aandeelhouder, maar ook werknemer en mogelijk stelt u ook nog vermogensbestanddelen ter beschikking

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I Tijdens dit examen werk je in Excel. Door in het openingsscherm op Excel werkbladen te klikken start Excel automatisch op. Je komt dan meteen in het eerste werkblad dat hoort bij het eerste deel van de

Nadere informatie

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN Algemene informatie Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN Hypotheekvormen Er zijn verschillende vormen van hypotheken. Welke hypotheek het beste bij u past, is afhankelijk

Nadere informatie

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting. De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, veelal vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1 Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel

Nadere informatie

Persoonlijk Financieel Advies

Persoonlijk Financieel Advies Persoonlijk Financieel Advies Suzan van Lierop Inhoudsopgave Basisgegevens Inkomens- en vermogensplanning Specificatie vaste lasten Grafiek inkomens- en vermogensplanning Onderneming B.V. Toelichting Basisgegevens

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.

de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder. Uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/6388 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2013 in de zaak tussen [X], wonende te [Z],

Nadere informatie

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie