S48112-Inleiding in de psychologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "S48112-Inleiding in de psychologie"

Transcriptie

1 S48112-Inleiding in de psychologie Inhoudsopgave 1. Wat is psychologie? Een definitie van psychologie ontwikkelingen die de psychologie mogelijk hebben gemaakt De beginjaren van de psychologie De hedendaagse psychologie Onderzoeksmethoden in de psychologie Verscheidenheid aan psychologen De biologie van het gedrag De bouwstenen van het zenuwstelsel Overzicht van het zenuwstelsel De hersenen Het endocriene systeem Evolutie, erfelijkheid en gedrag Gewaarwording Gewaarwording en waarneming Het gezichtsvermogen Het gehoor De reukzin De smaakzin De zintuigen van de huid Kinesthesie en het evenwichtsgevoel Psychofysica Waarneming Van gewaarwording naar waarneming Van de retina naar de hersenen: bottom-up processen Perceptie verbeteren door de informatieopname te sturen: top-down processen Waarneming van diepte en beweging Waarneming en actie Hoe belangrijk is leren bij de waarneming? Aandacht en bewustzijn Selectieve aandacht: Hoe goed kunnen we ons concentrereren? Verdeelde aandacht: hoe goed kunnen we twee taken tegelijk uitvoeren? Aandachtsstoornissen Bewuste en onbewuste processen Slapen en dromen Hypnose Psychoactieve middelen Conditionering en leren Klassieke conditionering...49 versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 1

2 6.2 Operante conditionering Observerend leren Onthouden en vergeten Achtergrond Het geheugenmodel van Atkinson en Shiffrin Verdere ontwikkelingen in de geheugentheorieën Informatie verwerven Informatie opslaan en bewaren Informatie oproepen Herinnering is reconstructie Amnesie en het impliciete geheugen Denken Problemen oplossen Redeneren Beslissingen nemen In hoeverre wordt het denken beïnvloed door de taal? Motivatie en emotie Soorten motivatie Honger Seks Prestatiemotivatie Wat is emotie? De lichamelijke component van emotie Staan emoties onder cognitieve controle? De neurowetenschap van emoties Veranderingen in de loop van het leven Cognitieve ontwikkeling Persoonlijke en sociale ontwikkeling Intelligentie Wat verstaan mensen onder intelligentie? Analytische intelligentie Praktische intelligentie Sociale en emotionele intelligentie Abnormale intelligentie De persoonlijkheid Drie klassieke visies op de persoonlijkheid Het meten van persoonlijkheidsverschillen en de trekbenadering Huidig onderzoek naar persoonlijkheidsverschillen Persoonlijkheidsstoornissen Psychopathologie Wat zijn mentale stoornissen? Stoornissen in de kindertijd Aan een middel gebonden stoornissen Psychotische stoornissen versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 2

3 14.5 Stemmingsstoornissen Angststoornissen Preoccupatie met somatische symptomen Dissociatieve stoornissen De prevalentie van mentale stoornissen Therapieën De behandeling van mentale stoornissen Biologische therapiebenaderingen Psychologische therapiebenaderingen Psychoanalytische therapieën Humanistische therapieën Gedragstherapieën Cognitieve therapieën Huwelijks- en gezinstherapie, groepstherapie en gemeenschapsvoorzieningen De doeltreffendheid van psychotherapieën Gedrag en gezondheid Stress en gezondheid Veel voorkomende gezondheidsproblemen Gezondheidspsychologie Positieve psychologie Sociale psychologie Sociale beïnvloeding Aantrekking en hechte relaties Het gedrag van anderen beïnvloeden Persoonsperceptie Groepsperceptie Zelfperceptie versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 3

4 S48112-Inleiding in de psychologie 1. Wat is psychologie? 1.1 Een definitie van psychologie psychologie - probeert menselijk gedrag te begrijpen - observeren/meten van gedrag, kijken hoe het wordt beïnvloed door gebeurtenissen in de omgeving - theorieën opstellen over onzichtbare processen/motieven die ten grondslag liggen aan dit gedrag Herman Ebbinghaus - één van de pioneers van de psychologie - Über das Gedächtnis (1885): "Van het oudste onderwerp zullen wij de nieuwste wetenschap maken" geschiedenis - lange tijd werden psychologische vragen beantwoord door intuïties en inzichten van de denker - men was er van overtuigd dat mensen niet begrepen konden worden door observatie van gedrag - de ziel was niet verbonden met rest van wereld, dus niet onderworpen aan aardse wetmatigheden 1.2 ontwikkelingen die de psychologie mogelijk hebben gemaakt filosofie - Nicolaus Copernicus ( ): aarde staat niet in het centrum van het universum, mensen zijn wel onderworpen aan de natuurwetten - René Descartes ( ): rationalisme (om een mens te begrijpen moet men hem niet observeren maar over hem nadenken), nativisme (sommige kennis is aangeboren), dualisme (de menselijke machine: het lichaam kan onderzocht worden zonder afbreuk te doen aan de ziel) - Thomas Hobbes ( ), John Locke ( ): empirisme (inhoud van de geest komt niet tot stand op basis van aangeboren ideeën, maar via zintuigelijke waarnemingen) - David Hume ( ): associationisme (als twee dingen tegelijk ervaren worden hebben ze veel kans om mentaal met elkaar geassocieerd te worden) evolutietheorie - Charles Darwin (1859, 'The origin of species'): wanneer de omgeving verandert, bieden sommige eigenschappen van een organisme meer voordeel dan andere (selectieproces) - omdat mensen geëvolueerd zijn uit dieren, kan hun gedrag bestudeerd worden zoals men dierlijk gedrag bestudeert en is het zinvol om gelijkenissen en verschillen te onderzoeken versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 4

5 versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 5

6 1.3 De beginjaren van de psychologie structuralisme: waaruit bestaat het bewustzijn? - Wilhelm Wundt ( ): publicatie boek dat voor het eerst de wetenschappelijke psychologie definieerde (1874); startpunt psychologie, oprichting psychologisch laboratorium in Leipzig (1879) - introspectie: het kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit - Edward Titchener ( ): structuralisme: elk complex proces kan met behulp van introspectie worden gereduceerd tot een combinatie van elementaire componenten die behoren tot het gebied van de sensaties (waarnemingen met de zintuigen), de beelden, of de gevoelens - Oswald Külpe ( ): kritiek, onenigheid over elementaire delen van eenzelfde ervaring gestaltpsychologie: de perceptie van het geheel - Max Wertheimer ( ), Wolfgang Kohler ( ), Kurt Koffka ( ): mensen nemen de wereld waar in gehelen (gestalt: geheel, patroon, organisatie) - vb.: men kan de schoonheid van een melodie niet begrijpen door ze uiteen te trekken in de samenstellende muzieknoten, men moet de melodie als geheel ervaren - gebruikt illusies als argument tegen het structuralisme - psychologisch veld: een mens bestaat uit een voortdurende interactie met de omgeving; elk psychisch proces is afhankelijk van het veld van krachten waarin het plaatsvindt functionalisme: wat is de functie van het bewustzijn? - John Dewey ( ), William James ( ): het nut van het bewustzijn: hoe is het tot stand gekomen,wat doet het, is het bij iedereen gelijk, kan het verbeterd worden? - sterk beïnvloed door de evolutietheorie: psychologie bestaat uit onderzoek naar aanpassing - interesse voor verschillen tussen mensen, en verschillen en overeenkomsten tussen mensen/dieren behaviorisme: hoe kunnen we de mens wetenschappelijk bestuderen? - John Watson ( ): enkel observeerbaar, meetbaar gedrag kan het onderwerp vormen van psychologisch onderzoek en theorievorming - geïnspireerd door het logisch positivisme: een beweging uit de filosofie die stelt dat wetenschap de meest succesvolle manier is gebleken om de wereld te begrijpen en kennis te genereren - operationele definitie: men moet theorieën baseren op directe observaties die door anderen herhaald kunnen worden (kwantificeren van begrippen) - onderscheid maken tussen onafhankelijke variabelen (karakteristieken van situatie die op persoon inwerken en die de onderzoeker kan manipuleren) en afhankelijke variabelen (gedragingen van persoon die onderzoeker kan meten om na te gaan of onafhankelijke variabele effect heeft gehad) - de studie van de invloed van een stimulus (onafhankelijke variabele) op de reactie van een persoon (afhankelijke variabele); Burrhus Frederic Skinner ( ): verdedigde zeer radicale behavoristische visie: mentale processen bestaan niet, de stimulus lokt de reactie automatisch uit psychoanalyse: Sigmund Freud en het onderbewuste - Sigmund Freud ( ): bewustzijn en gedrag zijn oppervlakkige fenomenen; ware oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheid en mentale stoornissen ligt bij onbewuste krachten versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 6

7 - verdrongen herinneringen in bewustzijn brengen om er op een rationele manier mee af te rekenen - staat steeds meer los van de rest van de psychologie: weigert af te stappen van introspectie, voelt zich niet goed bij de benadering dat een theorie pas goed is als ze voorspellingen maakt die door empirische evidentie bevestigd of weerlegd kunnen worden 1.4 De hedendaagse psychologie hedendaagse psychologie - natuurwetenschappelijke methode (zoals behaviorisme) superieur aan overige benaderingen - trekt onderzoekers aan uit alle gebieden behalve uit de psychoanalyse - Johan Linschoten (1961, 'Idolen van de psycholoog'): aanzet tot hedendaagse NL-psychologie cognitieve psychologie - men kan menselijk gedrag niet begrijpen en voorspellen zonder een beroep te doen op informatieverwerkende (cognitieve) processen die zich afspelen in de hersenen - het psychische staat niet los van het lichamelijke - mensen zijn sociale wezens, die bijna constant de nabijheid opzoeken van andere mensen en zich door hen laten beïnvloeden (onderschat in traditionele filosofie, vroegere psychologie) het belang van biologische processen - dualisme: geest kan het lichaam beïnvloeden, maar niet andersom; psychische problemen worden eerder veroorzaakt door externe geesten (duivels) dan door interne biologische onevenwichten - 1: vrijwel alle gedrag verloopt via het centrale zenuwstelsel dat bestaat uit de hersenen en het ruggemerg; een stoornis in deze structuren kan gevolgen hebben voor psychologisch functioneren - 2: de genen die kinderen van hun ouders erven bepalen naast lichamelijk kenmerken ook in zekere mate hun intelligentie, hun persoonlijkheid en de problemen die ze zullen ondervinden - 3: sommige genetische eigenschappen verhogen de kans op nakomelingen en worden doorgegeven aan volgende generaties (inprenting); andere verminderen de kans op nakomelingen en sterven uit - 4: processen die zich in het lichaam afspelen en belangrijke drijfveren zijn om gedragingen wel of niet te vertonen (honger, dorst, seksualiteit); conditie van het lichaam heeft effecten op de geest - cognitieve neurowetenschap: onderzoeksgebied dat het psychologische en het neurobiologische onderzoek naar de cognitieve functies combineert het belang van cognitieve processen - mensen en dieren leren constant en veranderen hun gedrag op basis van vroegere ervaringen - spelen een rol bij nagenoeg alles wat de mens doet - behavioristen dachten dit leren te kunnen verklaren met automatische stimuli-respons connecties, maar hun eigen proeven toonden de tekortkomingen van deze benadering aan (vb. rattendoolhof) het belang van sociale processen - mensen vormen groepen waarmee ze contacten onderhouden en waardoor ze beïnvloed worden - dimensies waarop culturen verschillen: individualisme vs. collectivisme, afstand o.b.v. macht, vermijding van onzekerheid, masculiniteit versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 7

8 - sociaal-culturele verschillen zijn een onderschatte invloed bij verschillen tussen mannen en vrouwen; het is tekenend dat veel geslachtsverschillen door de tijd kleiner worden 1.5 Onderzoeksmethoden in de psychologie objectieve registratie - mensen die geen psychologie hebben gestudeerd denken geen feiten nodig te hebben om over psychologische onderwerpen mee te praten: eigen waarnemingen, intuïtities en ervaringen volstaan - veel menselijke intuïtities zijn beperkt, ook wanneer ze over het eigen functioneren gaan - de intuïtitie van de ene persoon hoeft niet noodzakelijk overeen te stemmen met die van een ander, zelfs al zijn beide personen overtuigd van hun eigen gelijk - door deze beperkingen aan subjectieve ervaringen zal het beginpunt van een psychologisch onderzoek steeds een objectieve registratie van de feiten zijn, uitgevoerd op een manier die nauwkeurig genoeg beschreven wordt, zodat een andere wetenschappelijk gevormde psycholoog die op exact dezelfde manier kan herhalen (eis van repliceerbaarheid van onderzoeksresultaten) theorie - samenhangend geheel van ideeën dat gebruikt wordt om een fenomeen te verklaren - literatuurstudie: onderzoek om te kijken wat er al bekend is over de problematiek beschrijvend onderzoek naturalistische observatie - gedrag wordt systematisch geobserveerd in een natuurlijke context - onderzoekers noteren hoe vaak, wanneer en in welke context gedragingen worden vertoond - wordt ook veel gebruikt door antropologen - nadeel: mensen hebben de neiging zich anders te gedragen als ze weten dat ze geobserveerd worden (reactief gedrag) - vaak nuttig als eerste stap, kan aanwijzingen bieden voor meer gericht onderzoek vragenlijst - beantwoording in eigen tempo, gewoonlijk zonder dat de onderzoeker aanwezig is interviews - voordeel: geïnterviewde motiveren om gedetailleerder antwoorden te geven dan bij een vragenlijst - gestructureerd interview: ondervrager heeft vaste vragenlijst die in bepaalde volgorde aan bod komt - ongestructureerd interview: vragen liggen niet vast, inhaken op wat de ondervraagde zegt - worden dikwijls gebruikt wanneer onderzoekers een nieuw onderwerp aansnijden - nadeel: antwoorden bepaald door de perceptie van de geïnterviewde (niet noodzakelijk de realiteit) - resultaten kunnen vertekend worden door sociale wenselijkheid opiniepeilingen - vragen zijn kort, men wil vooral een brede steekproef van de bevolking ondervragen versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 8

9 - op basis van de resultaten trekt men conclusies over de hele populatie - cruciaal is om een zuivere steekproef te hebben, zodat resultaten veralgemeend kunnen worden psychologische tests - gestandaardiseerde tests: procedures voor het meten van vaardigheden of eigenschappen, die aan een zorgvuldig en uitgebreid vooronderzoek onderworpen worden zodat de onderzoeker een duidelijk beeld heeft van de scores die verwacht kunnen worden, en voldoende waarborgen heeft dat de test op een betrouwbare manier de vaardigheid of eigenschap meet die men wil meten archiefdata - maakt het mogelijk om analyse op bestaande data uit te voeren gevalsstudies - intensief, gedetailleerd onderzoek over één persoon of één gebeurtenis, in de hoop principes te vinden die gelden voor het fenomeen in het algemeen correlatie-onderzoek variabele - elk kenmerk dat kan veranderen en dat gemeten kan worden (in een getal uitgedrukt) correlatie - de mate waarin twee variabelen met elkaar samenhangen, naar de mate waarin wijzigingen in de ene variabele gepaard gaan met wijzigingen in de andere variabele - correlatiecoëfficient: een getal tussen +1,00 en -1,00 dat de mate en de richting van het verband tussen twee variabelen uitdrukt - positieve correlatie: treedt op wanneer twee variabelen in dezelfde richting variëren - een correlatiecoëfficient van 0,00 betekent dat de variabelen niet met elkaar verbonden zijn causaal verband - de ene variabele wordt gezien als de oorzaak van de andere - het is verleidelijk om een correlationeel verband als een causuaal verband te interpreteren (A is oorzaak van B of v.v.), vaak wordt het verband echter verklaard door een derde variabele (A en B zijn dan beide oorzaak van die variabele) - de enige manier om er zeker van te zijn dat een verandering in A de oorzaak is van de verandering in B is gebruik te maken van een experimenteel onderzoek experimenteel onderzoek - onderzoekers grijpen actief in: zij manipuleren één of meerdere variabelen en kijken of dit effect heeft op een andere variabele - het is essentieel dat alleen de geplande manipulatie een verschil teweegbrengt tussen de condities en dat al de rest constant blijft (dit wordt gecontroleerd) - daarna gaat men na wat effect van de manipulatie was op gedrag waarvoor men zich interesseert versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 9

10 hypothese - een voorspelling op basis van een theorie die in een proef getoetst wordt - vormt kern van natuurwetenschappelijke methode, naast uitvoeren van nauwkeurige observaties - is een veel strikter criterium dan het kunnen verklaren achteraf - wegens deze moeilijkheid zien wetenschappers het formuleren en succesvol toetsen van hypothesen als dé uitdaging van hun werk, omdat dit aantoont of ze de materie volledig begrijpen of niet onafhankelijke variabele - variabele die onderzoeker manipuleert tijdens experiment om effect ervan op gedrag te achterhalen - heeft verschillende niveau's afhankelijke variabele - variabele die de onderzoeker meet als deel van het experiment - is afhankelijk van de onafhankelijke variabele controle variabelen - zijn de aspecten van een experiment die een onderzoeker constant wil houden - door alle variabelen, behalve de experimentele variabele, onder controle te houden kan de onderzoeker er relatief zeker van zijn dat een geobserveerd effect te wijten is aan de onafhankelijke variabele en niet aan een andere variabele operationaliseren van variabelen - afhankelijke en onafhankelijke variabele omzetten in concrete en meetbare handelingen - anders de hypothese niet kan worden getoetst, en dit stelt andere onderzoekers in staat om de proef op exact dezelfde manier te herhalen indien zij dit zouden wensen convergerende evidentie - geen enkele vraag kan afdoende beantwoord worden op basis van één enkele studie interne validiteit - getrokken conclusies over de oorzaak-gevolgrelaties tussen de variabelen zijn gerechtvaardigd - gevalsstudies en correlationele studies hebben vaak weinig interne validiteit wegens de mogelijkheid tot storende variabelen externe validiteit - verwijst naar veralgemeenbaarheid van onderzoeksresultaten buiten gebruikte onderzoekssetting - binnen welk bereik van condities blijft de conclusie gelden? kan ze veralgemeend worden tot andere populaties? geldt ze ook voor andere gedragsmaten? kan men bevindingen uit één studie repliceren met een andere methode? - tot op zekere hoogte zijn interne en externe validiteit elkaars tegenpolen: hoe meer controle men over de omstandigheden probeert uit te oefenen, hoe meer kans men maakt om te eindigen met een artificiële laboratoriumsituatie die nog weinig uit te staan heeft met het werkelijke leven versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 10

11 veldexperiment - onderzoekers proberen controle aan te brengen in een natuurlijke situatie en daarna bepaalde factoren te variëren om te zien hoe deze het gedrag beïnvloeden ethiek bij psychologisch onderzoek gebruik van mensen bij onderzoek - proefpersonen mogen geen lichamelijke of psychische schade ondervinden van hun deelname - proefpersonen moeten toestemming geven voor hun deelname aan het onderzoek; ze moeten worden geïnformeerd over wat de proef in algemene termen zal inhouden (informed consent) - proefpersonen hebben het recht op elk moment te stoppen als ze er zich niet goed bij voelen - de gegevens van de proef zullen anoniem opgeslagen en gerapporteerd worden - na de proef worden de proefpersonen bij voorkeur ingelicht over het doel van de proef en wat men hoopt ervan te leren (debriefing); dit moet zeker gebeuren als de proefpersoon misleid werd - in elke instelling waarin onderzoek plaatsvindt, bestaat een commissie waarbij proefpersonen terechtkunnen als zij de indruk hebben dat een proefleider de grenzen overschrijdt gebruik van dieren bij onderzoek - moeten gehuisvest worden in een schone omgeving - mogen geen onnodige pijn of ander leed ondergaan gedurende de proef - leed van het dier moet in verhouding staan tot het belang van het onderzoek 1.6 Verscheidenheid aan psychologen functies die psychologen uitoefenen - klinische psychologen: diagnosticeren en behandelen mentale, emotionele en gedragsproblemen - cognitieve psychologen (psychonomen): bestuderen hoe mensen omgaan met informatie, hoe zij de werkelijkheid om hen heen waarnemen, interpreteren en onthouden - ontwikkelingspsychologen: bestuderen de ontwikkeling in de loop van het leven; dit betreft zowel de kindertijd en adolescentie als ook onderzoek bij ouderen - onderwijspsychologen: onderzoeken hoe ze het onderwijs kunnen optimaliseren - ergonomen: gaan na hoe ze apparaten en de werkomgeving zo gebruikersvriendelijk mogelijk kunnen maken - forensische psychologen: passen de psychologische kennis toe bij rechtzaken - gezondheidspsychologen: gaan na hoe het gedrag van mensen hun gezondheid beïnvloedt en hoe men voorlichtingscampagnes het best opzet, zodat ze effectief zijn - arbeids- en organisatiepsychologen: selecteren de beste kandidaat voor een baan en streven ernaar om de arbeidsvreugde van de werknemers te verhogen - neuropsychologen: bestuderen de relatie tussen de hersenen en het gedrag - testpsychologen: ontwerpen gestandaardiseerde tests, zodat psychologen beter in staat zijn om op een betrouwbare en valide manier een eigenschap te meten die hun interesseert - schoolpsychologen: nemen tests af die de geschiktheid, intelligentie en persoonlijkheid peilen versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 11

12 - sociaal psychologen: bestuderen hoe de gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloed worden worden door hun interacties met anderen (zowel individueel als in groepen) - sportpsychologen: begeleiden atleten om gemotiveerd te blijven en om te leren omgaan met de druk tijdens wedstrijden (sterk groeiend gebied) - niet met psychologie geassocieerde banen: werkgevers hebben gemerkt dat een combinatie van mensenkennis met een wetenschappelijke opleiding ideaal is voor beroepen waarin herhaaldelijk belangrijke beslissingen moeten worden genomen versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 12

13 2. De biologie van het gedrag 2.1 De bouwstenen van het zenuwstelsel neuronen (=zenuwcellen, netwerk van neuronen=zenuwstelsel) - voornaamste functie is communiceren met andere cellen, op basis hiervan kunnen wij handelingen uitvoeren; problemen met de communicatie geven aanleiding tot ernstige aandoeningen -meeste neuronen zitten in de hersenen (100 miljard) en het ruggemerg - ontstaan ook tijdens het leven op een beperkt aantal plaatsen in de hersenen uit stamcellen typen neuronen - sensorische neuronen: ontvangen informatie van het lichaamsweefsel en de waarnemingsorganen, sturen deze informatie naar de hersenen of het ruggemerg - motorneuronen: vervoeren signalen vanuit hersenen en ruggemerg naar spieren, organen, klieren - interneuronen: dragen informatie over van sensorische naar motorneuronen onderdelen van een neuron - cellichaam: bevat structuren die ook in andere lichaamscellen aangetroffen worden, zoals de celkern die de genetische informatie van een organisme bevat, en de mitochondria die zorgen voor het metabolisme van de cel - dendrieten: netwerk van smalle vezels, lijkend op takken van een boom, die vanuit het cellichaam komen; ontvangen signalen van andere cellen - axon: lange, dunne vezel die eveneens vanuit het cellichaam komt en zich aan het einde splitst in een waaier van uiteinden; vormen de zenuwen communicatie binnen een neuron - rustpotentiaal: neuron ontvangt of verstuurt geen signalen; binnenkant van het celmembraan is negatiever geladen (kalium) dan de buitenkant (natrium), het potentiaalverschil - excitatorische signalen: stimuli die leiden tot vermindering van het potentiaalverschil - inhibitorische signalen: stimuli die leiden tot vergroting van het potentiaalverschil - drempelwaarde: het membraanpotentiaal waarbij de natriumpoorten zich zover openen dat er massaal natrium naar binnen stroomt; uiteindelijk stroomt er zoveel natrium naar binnen dat de polariteit van de membraan omslaat van negatief naar positief - actiepotentiaal: signaal dat informatie overdraagt in het zenuwstelsel; vindt plaats als de polariteit van membraan omslaat van negatief naar positief; hierna wordt het rustpotentiaal hersteld; lokale verdovingsmiddelen voorkomen het bereiken van deze status en blokkeren daarmee pijnsignalen - refractaire periode: minimale tijd tussen twee actiepotentialen (1-2 milliseconden) - de communicatie binnen een neuron verloopt elektrisch, tussen neuronen chemisch stimulusintensiteit - afhankelijk van het aantal neuronen en de snelheid waarmee ze vuren versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 13

14 - bij een sterke stimulus (bv. luid lawaai) vuren meer neuronen dan bij een zwakke stimulus; de actiepotentialen volgen ook sneller op elkaar totdat het tempo te hoog wordt en een verder verhoging niet meer mogelijk is vanwege de refractaire periode myelineschede - dun vetlaagje rond het axon met op regelmatige afstand een inkeping (knoop van Ranvier) - door deze isolatie beïnvloedt het signaal naburige neuronen niet - actiepotentiaal springt van knoop naar knoop, waardoor de snelheid drastisch toeneemt - daarnaast: hoe dikker de axon, hoe sneller het actiepotentiaal wordt doorgegeven - is pas voltooid op volwassen leeftijd en brokkelt af bij het ouder worden - pijnsignalen hebben meer tijd nodig dan visuele signalen om de hersenen te bereiken synaps - de plaats waar een zenuwimpuls van het ene neuron aan het andere doorgegeven wordt - synaptische spleet: opening van 0,02-0,05 micrometer tussen twee neuronen neurotransmitter - de chemische stof die in de synaptische spleet wordt losgelaten bij de aankomst van het actiepotentiaal aan een uiteinde van een axon - verspreidt zich en hecht zich tijdelijk vast aan gespecialiseerde receptoren in de membraan van het ontvangende neuron waardoor een plaatselijke verandering van het rustpotentiaal plaatsvindt - door de verschillende receptoren kan de cel reageren op een groot aantal neurotransmitters - de neurotransmitter verandert de doorlaatbaarheid van het membraan; afhankelijk van de neurotransmitter en het type receptor zal de verandering van deze doorlaatbaarheid de kans op een actiepotentiaal in de ontvangende cel verhogen (excitatie) of verlagen (inhibitie) - een neuron in de hersenen kan synapsen hebben met duizenden andere neuronen, en kan tegelijkertijd excitatorische signalen ontvangen van sommige neuronen en inhibitorische van anderen; of een ontvangende neuron zal vuren of niet hangt af van de som van al deze signalen; deze worden samengevoegd in de axonheuvel waar deze som wordt bepaald - neurotransmissie: het proces van communicatie door middel van neurotransmitters deactivering van de neurotransmitter - vindt plaats kort nadat deze in de synaps werd losgelaten, hiervoor zijn drie mogelijkheden: (1) het ontvangende neuron neemt hem op, (2) doordat de verzendende neuron hem weer absorbeert, (3) doordat hij in de synaptische spleet wordt afgebroken door enzymen die daar aanwezig zijn - indien de nerotransmitter te lang in de synaps blijft zou de communicatie tussen cellen worden verstoord; verschillende geneesmiddelen en drugs beïnvloeden deze processen soorten neurotransmitters - dopamine: is betrokken bij drie grote communicatieroutes in de hersenen; (1) bewegingscontrole; tekort: ziekte van Parkinson, (2) planning denkprocessen en doelgericht handelen; overgevoeligheid: schizofrenie, (3) regelen emoties en motivaties, tevredenheid na beloning (betrokken bij verslaving drugs en alcohol); overschot: agressie; zowel een teveel als een tekort kan problemen veroorzaken versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 14

15 - noradrenaline en serotonine: verhoging heeft een positief effect op de gemoedsgesteldheid, verlaging kan ernstige depressie veroorzaken (ontwikkeling van antidepressiva) - acetylcholine: betrokken bij bewegingscontrole en geheugen (ziekte van Alzheimer); is actief bij motorneuronen en zorgt ervoor dat de skeletspieren samentrekken - GABA: belangrijkste inhibitorische neutrotransmitter (vermindert de kans op een actiepotentiaal) in de hersenen; komt vooral voor bij de interneuronen; biedt mogelijkheden bij het behandelen van slapeloosheid, angst en epilepsie - endorfines: plaatsen in de hersenen waar neuronen receptoren voor morfine hebben; hebben pijnreducerende effecten; het vrijgeven ervan is een reactie van het lichaam om bij pijn te blijven vechten of te vluchten; speelt ook een rol bij het voelen van verzadiging en bij het versterken van de smaak van voedsel gliacellen - dienen voor de stevigheid van de hersenen, leveren van voedingsstoffen aan de neuronen, voor opruimen van afgestorven neuronen en ongewenste organismen zoals virussen en schimmels - maken contact met de synaptische spleten van verschillende neuronen en beïnvloeden de werking van neurotransmitters door die eerst op te nemen en daarna weer los te laten; spelen waarschijnlijk een rol bij het synchroniseren van van groepen van neuronen zodat ze gelijktijdig vuren - spelen ook een rol bij het vormen van nieuwe synaptische connecties tussen neuronen (nodig voor het leren van nieuwe informatie) en bij de myelinisatie van neuronen - er zijn ongeveer 10x zoveel gliacellen als neuronen; volume is ongeveer 1/10 van dat van een neuron 2.2 Overzicht van het zenuwstelsel zenuwstelsel - het geheel aan neuronen in een lichaam centrale zenuwstelsel - bestaat uit de hersenen en ruggemerg, deze drijven in hersenvocht ter bescherming tegen schokken ruggemerg - smalle buis die zich over de lengte van de rug uitstrekt, van onderkant van schedel tot aan de heup - hier worden eenvoudige reflexen gecontroleerd (bv. voet terugtrekken als je in iets scherps trapt) perifere zenuwstelsel - bestaat uit alles wat buiten de hersenen en het ruggemerg valt - bevat voornamelijk sensorische neuronen en motorneuronen somatische zenuwstelsel -controleert interacties van lichaam met de buitenwereld - sensorische neuronen brengen boodschappen aan vanuit de waarnemingsorganen, motorische neuronen activeren de skeletspieren - mensen kunnen bewust controle uitoefenen over dit zenuwstelsel versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 15

16 autonome zenuwstelsel -controleert het inwendige van het lichaam - sensorische neuronen voeren informatie van inwendige organen naar centrale zenuwstelsel, motorische neuronen activeren spieren van inwendige organen en regelen werking van de klieren - sympatisch zenuwstelsel: regelt de activiteiten die energie verbruiken - parasympatisch zenuwstelsel: regelt de activiteiten die energie herstellen en bewaren 2.3 De hersenen gebied naam functie hersenstam medulla oblongata - controleert hartslag en ademhaling (verlengde ruggemerg) pons - bestaat uit vezels die lichaam en hersenen verbinden - hier kruisen de vezels de middenlijn zodat linkerzijde van het lichaam verbonden is met rechterhelft van de hersenen en v.v. formatio reticularis - speelt een belangrijke rol bij het slapen en het waken mesencefalon (middenhersenen) - coördineert de bewegingen - degeneratie van dit gebied kan leiden tot ziekte van Parkinson kleine hersenen (cerebellum) - zorgt voor coördinatie van bewegingen - helpt bij correct uitvoeren van taal-, denk- en geheugentaken thalamus thalamus - coördineert de informatiestroom tussen het perifere zenuwstelsel en de hogere hersenlagen corpus geniculatum - zorgt voor overbrengen informatie van ogen naar hersenen hypothalamus - controleert autonome zenuwstelsel en het endocriene systeem (= klieren die hormonen afscheiden in het lichaam; deze worden opgenomen door het bloed of door weefselvloeistof) - zorgt voor de organisatie van gedragingen die zorgen voor de overleving van individu en soort: eten, vechten, vluchten, paren - zorgt voor de temperatuurregeling - bevat een gebied wat wordt aanduid als het 'genotscentrum' limbische systeem grote hersenen (cerebrum) amygdala septum hippocampus cerebrale cortex (hersenschors) sensorische cortex somatosensorische cortex primaire visuele cortex primaire auditieve cortex motorische cortex primaire motorische cortex - zorgt voor regelen van emoties en bij opslaan van geheugensporen - speelt een rol bij schrikreacties - speelt een rol bij emoties - wordt geactiveerd na toediening van drugs - speelt een rol bij het geheugen - hier worden na geboorte nog nieuwe neuronen gemaakt - bestaan uit twee helften (hemisferen) - bestaat voornamelijk uit cellichamen en ongemyeliniseerde axonen - ontvangt gewaarwording van aanraking, pijn, druk en temperatuur - ontvangt signalen van de receptoren in de ogen - hier komen gehoorsignalen aan - controleert bewegingen in tegenovergelegen deel van het lichaam versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 16

17 associatiezones - zijn verantwoordelijk voor verwerking en interpretatie van informatie naam functie bij schade frontale lob - zorgt voor het plannen, superviseren en evalueren van het gedrag - patiënten zullen minder geneigd zijn om aan activiteiten te beginnen, problemen hebben om hun aandacht te richten of om van de ene activiteit naar de andere over te schakelen (m.n. bij de overgang van routine naar een minder frequent gedragspatroon) - lange termijnplanning is gestoord waardoor patiënten moeite hebben om geld te beheren - sommige patiënten hebben last met controleren van emoties waardoor ze ongepast gedrag vertonen pariëtale lob occipitale lob temporale lob - speelt een rol bij het integreren van verschillende soorten informatie - speelt een rol bij het zich oriënteren in de ruimte en het richten van de aandacht - uitsluitend gewijd aan verwerken van visuele stimuli die binnenkomen via de primaire visuele cortex - verantwoordelijk voor het verwerken en herkennen van de stimuli, bv. herkennen van voorwerpen - speelt waarschijnlijk ook een rol bij het regelen van emoties - gebied rond de primaire auditieve cortex: verantwoordelijk voor verwerking van auditieve infomatie - herkenningsproblemen, rekenproblemen (acalculie), leesproblemen (alexie) - alleen nog richten op links of rechts (vb.: lichaamverzorging, het eten van een stuk taart) - geen aandacht meer besteden aan de wereld rondom de persoon - nog wel lijnen, kleuren en bewegingen kunnen zien maar dit niet meer kunnen samenvoegen tot een waarneming, geen letters meer kunnen overnemen (apperceptieve agnosie) - individuele elementen van figuur nog wel kunnen samenvoegen tot een geheel maar dit niet meer kunnen benoemen, geen figuur uit het geheugen kunnen oproepen (associatieve agnosie) - nog wel geluiden kunnen horen maar deze niet meer herkennen (auditieve agnosie) technieken om de werking van de hersenen te bestuderen - letselstudies: onderzoek onder mensen die op 'natuurlijke' manier hersenletsel hebben opgelopen - elektrische activiteit: het meten van de elektrische hersenactiviteit: EEG (elektro-encefalogram), ERP (event-related potential); MEG (magnetische encefalograaf), verbeterde EEG - elektrische stimulatie: stimuleren deel van hersenen om te kijken wat effect is; TMS (transcraniale magnetische stimulatie), zeer kortstondig hersenletsel aanbrengen om effect te bestuderen - hersenscans: meet welke delen van de hersenen extra bloed krijgen tijdens uitvoeren van een taak; vroeger: PET (positron emissie tomografie), m.b.v. licht radiactief geladen stof; tegenwoordig: fmri (functional magnetic resonance imaging), meten kernspinresonantie rode bloedlichamen, deze blijkt te verschillen tussen rode bloedcellen met en rode bloedcellen zonder zuurstof hersenlateralisatie - ondanks de symmetrie van de hersenen zijn beide helften niet even goed in het verwerken van verschillende soorten informatie; de functies zijn gelateraliseerd (duidelijker aanwezig aan één kant) spraak en taal - gebied van Broca: gebied in de frontale lob van de linkerhemisfeer dat cruciaal is voor het spreken versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 17

18 - gebied van Wernicke: grensgebied tussen de pariëtale, temporale en occipale lob; bij schade: patienten kunnen nog normaal spreken, maar geen taal meer verstaan linkshandigen - 95% rechtshandigen heeft spraakvermogens gelokaliseerd in de linkerhersenhelft (5% in beide) - voor linkshandigen is dat 70% (15% rechts, 15% in beide) split-brain patienten - corpus callosum: bundel van zenuwvezels, grootste verbinding tussen de twee hemisferen - epilepsiepatiënten waarbij deze is doorgesneden omdat epileptische aanval van de ene hersenhelft via de corpus callosum overging naar de andere helft en daar de grootste problemen veroorzaakte - bij de patienten wordt informatie in één hersenhelft onbereikbaar voor de andere rechterhersenhelft - richten aandacht, gezichtsherkenning - kijken naar een complexe visuele stimulus waarmee mensen veel ervaring hebben hersenplasticiteit - het vermogen van de hersenen om hun organisatie en functies te herschikken afhankelijk van veranderende omstandigheden - spontaan herstel: herstel van schade in de hersenen door het afsterven en opruimen van gewonde neuronen en doordat functies worden overgenomen door het overblijvende weefsel - wanneer een hersengebied heel veel wordt gebruikt breidt het gebied dat aan deze functie gewijd is zich uit door naburig weefsel in te palmen en zijn er meer synaptische verbindingen in dit gebied 2.4 Het endocriene systeem endocriene systeem - bestaat uit een aantal klieren die hormonen afscheiden, chemische boodschappers die door het bloed naar andere lichaamsorganen gebracht worden - het zenuwstelsel stuurt elektrische en chemische signalen, het endocriene systeem stuurt alleen chemische signalen door hormonen vrij te laten in de bloedsomloop hypofyse - een structuur vlak onder de hypothalamus - de hersenen voeren controle uit op het endocriene stelsel doordat de hypothalamus stoffen afscheidt die de hypofyse bereiken; deze stoffen beïnvloeden de activiteit van de hypofyse, zodat deze op haar beurt hormonen afscheidt in de bloedbaan - sommige van deze hormonen werken direct, maar de meeste werken indirect omdat ze de aanmaak en secretie van hormonen in andere klieren stimuleren of onderdrukken bijnieren - liggen juist boven de nieren versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 18

19 - het bijniermerg is een belangrijke structuur bij een reactie op stress; bij stress-situaties scheidt zij de hormonen adrenaline en noradrenaline af in de bloedbaan - bijnierschors: buitenste gedeelte van de bijnieren, produceert o.a. mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen; een stoornis kan leiden tot mannelijke kenmerken bij een vrouw en v.v. geslachtsklieren - synthetiseren geslachtshormonen o.i.v. de hypothalamus met tussenkomst van de hypofyse - bij vrouwen: eierstokken scheiden oestrogeen en progesteron af; regelen de vrouwelijke cyclus - bij mannen: wordt vooral testosteron geproduceerd - geslachtshormonen zijn verantwoordelijk voor geslachtsverschillen in prestaties op cognitieve taken: vrouwelijke scores hoger tijdens menstruatie, mannelijke scores hoger in middag en tijdens de lente pijnappelklier - een klier die zich tussen de thalamus en de kleine hersenen bevindt - melatonine: een hormoon dat door de pijnappelklier wordt afgescheiden - is volgens sommige psychologen de oorzaak van een probleem dat seizoensgebonden gemoedsstoornis wordt genoemd: sommige mensen worden depressief tijdens herfst en winter: zij voelen zich slaperig, eten meer, en zijn constant vermoeid naarmate de dagen korten - zonlicht vermindert de productie van melatonine - toediening van melatonine vlak voor bedtijd kan gebruikt worden ter behandeling van slapeloosheid - seizoensgebonden gemoedsstoornis kan worden behandeld door kunstlicht te gebruiken dat op z'n minst 12x zo sterk is als gewoon binnenlicht; blootstelling aan helder licht 's ochtends (maar niet 's avonds) vermindert de depressie - een behandeling met helder licht kan ook het dagritme verschuiven (bij aanpassing aan een jetlag of een andere drastische tijdsverandering) 2.5 Evolutie, erfelijkheid en gedrag genen - dominant gen: komt tot uitdrukking zodra het aanwezig is - recessief gen: komt tot uitdrukking als het aanwezig is in het erfelijke materiaal dat zowel van de vader als van de moeder gekregen werd (bv. gen dat taai-slijmziekte veroorzaakt) - onderzoek Gregor Mendel ( ), 1909: term 'gen' fundamentele eenheid van erfelijkheid chromosomen - bevatten erfelijke informatie; komen voor in nagenoeg alle cellen van ons lichaam - een mens heeft 46 chromosomen, verdeeld over 23 paren; voor elk paar geldt dat één chromosoon van de vader komt en één van de moeder - geslachtschromosomen: laatste paar chromosomen; vrouw = XX, man = XY; Y-chromosoom wordt alleen in mannelijke lijn doorgegeven (gebruik voor stamboomonderzoek) - autosomen: alle andere chromosomenparen, hiervoor geldt het principe van gendominantie versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 19

20 - X-chromosoom bevat 1000 genen meer dan Y-chromosoom; daarom zullen meeste genen op het X- chromosoom bij mannen voorkomen ook als ze recessief zijn, en komen bepaalde stoornissen zoals kleurenblindheid vaker bij mannen dan bij vrouwen voor DNA (desoxyribonucleïnezuur) - bestaat uit een dubbele helix met een lange sequentie van 4 basenparen in het midden - basen: adenine (A), cytosine (C), guanine (G), en thymine (T); zijn altijd gepaard met hun complement op de andere ketting: A tegenover T en C tegenover G - genoom: het menselijke DNA, bestaande uit iets meer dan 3 miljard basenparen - uit de genetische code in het DNA worden eiwitten gekopieerd, die verantwoordelijk zijn voor de meeste functies van de cellen; hiervoor wordt een klein stukje van het DNA (3%) gebruikt, dit zijn de genen; de mens heeft ongeveer genen - X-chromosoom: 1098 genen; Y-chromosoom: 69, waarvan 54 gedeeld met het X-chromosoom - stukken van het resterende DNA spelen een rol bij de regulatie van de genen, het aan- en uitschakelen van genen; invloeden uit de omgeving kunnen genen ook aan- en uitschakelen, wat zal resulteren in lichaams- en gedragsveranderingen realisatie van genetische code - genotype: staat voor de chemische samenstelling van een individu - fenotype: verwijst naar de zichtbare, meetbare kenmerken, trekken en gedrag van een individu resultaten van dieronderzoek - leervermogen is gedeeltelijk aangeboren - enkel als omgeving voldoende rijk is, kan genetisch verschil in intelligentie tot uitdrukking komen concordantiegraad - het percentage verwanten dat een kenmerk ook vertoont - wordt gebruikt bij duidelijk identificeerbare eigenschappen (o.m. bij tweelingenonderzoek) versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 20

21 3. Gewaarwording versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 21

22 3.1 Gewaarwording en waarneming gewaarwording (=sensatie) - de opname van stimulatie uit de omgeving en het vertalen hiervan in elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd kunnen worden en daar omgezet in beelden, klanken, geuren, smaken etc. waarneming (=perceptie) - het organiseren, interpreteren en begrijpen van de gewaarwordingen 3.2 Het gezichtsvermogen licht - bestaat uit elekromagnetische stralingen - komt voort uit snelle trillingen (oscillaties) van elektrisch geladen materiaal - beweegt zich voort in opeenvolgingen van pieken en dalen (golven) - golflengte: de afstand tussen twee pieken, uitgedrukt in nanometers (miljardste meters) zichtbare spectrum - het zichtbare segment van het totale bereik van elektromagnetische straling (400 tot 700 nm) lichtintensiteit - de hoeveelheid energiepakketjes (fotonen) die per tijdseenheid een oppervlak bereiken mogelijk gedrag van een foton als ze een oppervlak bereikt - het foton wordt teruggekaatst (gereflecteerd) - het foton gaat door het oppervlak heen (waardoor het voorwerp transparant is); de lichtgolf verandert daardoor dikwijls van richting (refractie) - het foton wordt geabsorbeerd (en daarmee ook de energie ervan wat tot chemische reacties leidt) convergentie van licht op de retina - lichtgolven die op een voorwerp schijnen komen uit vele richtingen en worden dus ook in vele richtingen weerkaatst; deze divergerende lichtstralen zorgen ervoor dat het onmogelijk is om een scherp beeld te krijgen van het voorwerp - de retina zorgt ervoor dat alle lichtstralen opnieuw worden geconvergeerd tot één punt blinde vlek - alle zenuwvezels verlaten de oogbol door één enkel gat, dat ongeveer zo dik is als een potlood - op deze plek bevinden zich geen receptorcellen: dit deel van visuele veld wordt niet waargenomen - deze vlek wordt gecompenseerd door het andere oog - wanneer je één oog sluit zie je geen zwarte vlek omdat de hersenen het ontbrekende gedeelte actief aanvullen met omringende informatie (vb. kruis en papegaai in de kooi) versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 22

23 - dit treedt ook op bij patienten die scotomen hebben (delen van retina die niet meer functioneren); daardoor gebeurt het wel eens dat zij tegen een stoel lopen waarvan ze 'zagen' dat die er niet was problemen met scherp zien - myopie (bijziend oog): de lens kan niet meer uitgerekt worden waardoor het brandpunt van een ver verwijderd voorwerp voor de retina ligt; moeilijk verre voorwerpen te zien => bril met concave lenzen - hypermetropie (verziend oog, presbyopie): de lens kan niet bol genoeg meer worden gemaakt waardoor het brandpunt van een nabij voorwerp achter de retina ligt; moeilijk onderwerpen dichtbij te zien => bril met convexe lenzen - astigmatisme: cornea is niet perfect bolvormig => bril met correcties voor verschillende richtingen - behandeling van de cornea met laserstralen maakt deze platter (myopie) of boller (hypermetropie) helderheid - wordt bepaald door de intensiteit van de lichtbron - wanneer er veel licht is zullen onze pupillen kleiner worden zodat minder lichtgolven op de retina convergeren; omgekeerd zal de pupil groter worden bij zwakker licht - de staafjes worden actief bij zwak licht, de kegeltjes bij sterk licht licht-duisternisadaptatie - de aanpassing van de ogen aan het licht en de duisternis, kan een half uur duren lichtheid - wordt bepaald door de relatieve helderheid van een voorwerp t.o.v. de omliggende voorwerpen - een voorwerp dat helderder is dan de omgeving zal als licht worden gezien - een voorwerp dat veel licht reflecteert (bv. 80%) wordt gewoonlijk als wit gezien, behalve als het voor een achtergrond met een nog grotere reflectiecoëfficient staat, dan ziet het er ineens lichtgrijs uit (v.v. met weinig licht (20%), zwart, en donker grijs) gelijktijdig contrast - het feit dat gepercipieerde lichtheid van een voorwerp afhangt van de helderheid van de omringende voorwerpen lichtheidsconstante - het feit dat de lichtheid van een voorwerp gelijk blijft bij verschillende belichtingen golflengte - bepaalt de kleur (tint) die wij aan het licht toeschrijven trichromatische theorie (Thomas Young, 1802) - het is mogelijk om alle kleurtinten te genereren door de drie primaire kleuren (rood, groen, blauw) met een verschillende intensiteit op elkaar te schijnen versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 23

24 - de mens heeft drie soorten kegeltjes met een verschillend fotopigment: de kegeltjes van korte (blauw, 435nm), middellange (groen, 535nm) en lange golflengte (rood, 565nm); deze reageren het sterkst op licht van een bepaalde golflengte maar ook in mindere mate op golflengten rond deze waarden; elke kleur lokt activiteit uit in alle drie de kegeltjessystemen, maar de specifieke combinatie van activiteitsniveau's definieert de kleur van het licht dat in de ogen schijnt complementaire kleuren (kleurnabeelden) - kleuren die elkaar lijken uit te sluiten: rood vs. groen, geel vs. blauw en wit vs. zwart - signalen van deze drie typen van kegeltjes worden gehercodeerd door drie kanalen - wanneer je gedurende een minuut of meer naar een groen oppervlak kijkt, raakt de groene component van het rood-groene systeem uitgeput; wanneer je je ogen vervolgens op een wit oppervlak richt zullen de beide componenten van het rood-groene systeem gestimuleerd worden (want wit stimuleert alles), maar omdat het groene systeem is afgemat kan het niet even sterk reageren als het rode systeem waardoor je een rood nabeeld krijgt kleurconstantie - het streven van de hersenen om kleuren als gelijk te blijven zien ondanks verschillen in belichting - ze doen dat ondermeer door kleuren van naast elkaar liggende voorwerpen met elkaar te vergelijken kleurmenging - additieve kleurmenging: de golflengten van twee lichten worden bijelkaar gevoegd en stimuleren samen dezelfde plek op je retina - subtractieve kleurenmenging: hoe langer hoe minder golflengten bereiken het oog (bv. bij verf) verzadiging van kleur - hangt af van hoeveelheid archromatisch licht (wit, grijs, zwart) die bij chromatisch licht is gemengd kleurendeficiëntie (=kleurenblindheid) - te wijten aan het niet goed functioneren van rood- of groengevoelige kegeltjes - vinden hun oorsprong in een recessief gen op het X-chromosoom (komt vaker voor bij mannen) - mensen met kleurendeficiëntie kunnen vaak wel kleur waarnemen o.b.v. de lichtheid van voorwerp - op hoge leeftijd hebben velen moeite om blauw en groen te onderscheiden omdat de lens van het oog geler wordt waardoor meer blauw wordt geabsorbeerd - Ishihara-test: stippenpatronen om kleurendeficiëntie te kunnen vaststellen 3.3 Het gehoor geluid - is het gevolg van trillingen - wanneer een voorwerp trilt, zet het luchtpartikels in beweging; de trilling perst lucht herhaaldelijk samen, zodat er golven van hoge en lage druk ontstaan, die zich van de geluidsbron verwijderen - geluid kan zich niet voortbewegen in het luchtledige, er is geen geluid in het heelal of op de maan - zuivere toon bestaat uit sinusgolf en heeft twee belangrijke eigenschappen: amplitude en frequentie versie 1.2 december 2014 door Jasper Verkroost 24

S48112-Inleiding in de psychologie

S48112-Inleiding in de psychologie S48112-Inleiding in de psychologie Inhoudsopgave 1. Wat is psychologie?... 2 1.1 Een definitie van psychologie... 2 1.2 ontwikkelingen die de psychologie mogelijk hebben gemaakt... 2 1.3 De beginjaren

Nadere informatie

Auteurs SlimStuderen is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt!

Auteurs SlimStuderen is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt! Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof voor het vak Functieleer. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Hoofdstuk A tot en met I behoren tot de verplichte literatuur van

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen

Nadere informatie

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68.

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68. 1 Elke gedachte/ gevoel/ actie komt op de één of andere manier door het zenuwstelsel. Ze kunnen niet voorkomen zonder het zenuwstelsel. is een complexe combinatie van cellen (functie: zorgen dat organismen

Nadere informatie

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. Soorten zenuw cellen Neuronen H2 Bouw en functie Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. De informatie stroom kan maar in een richting vloeien, van dendriet naar het axon. Dendrieten

Nadere informatie

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel 14.1 Centraal zenuwstelsel Zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: - centraal zenuwstelsel

Nadere informatie

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel acetylcholine Vaak voorkomende neurotransmitter, bindt aan receptoren en verandert de permeabiliteit van het postsynaptische membraan voor specifieke ionen. animatie synaps

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51 Inhoud Woord vooraf 11 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13 1.1 Een definitie van de psychologie 14 1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis 16 1.2.1 Verschillen in het verzamelen

Nadere informatie

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest.

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest. Biologie SE4 Hoofdstuk 14 Paragraaf 1 Het zenuwstelsel kent twee delen: 1. Het centraal zenuwstelsel bevindt zich in het centrum van het lichaam en bestaat uit de neuronen van de hersenen en het ruggenmerg

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

A. De wetenschap van psychologie

A. De wetenschap van psychologie A. De wetenschap van psychologie Psychologische wetenschap Psychologie is de studie naar mentale activiteiten en gedrag. Psychologen proberen het mentale leven te begrijpen en gedrag te voorspellen. Alle

Nadere informatie

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen.

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen. Samenvatting door R. 1795 woorden 30 maart 2016 6,7 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting hoofdstuk 14 zenuwstelsel 14.1 centraal zenuwstelsel het zenuwstelsel bestaat uit

Nadere informatie

Carol Dweck en andere knappe koppen

Carol Dweck en andere knappe koppen Carol Dweck en andere knappe koppen in de (plus)klas 2011 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com 2 http://hoogbegaafdheid.slo.nl/hoogbegaafdheid/ theorie/heller/ 3 http://www.youtube.com/watch?v=dg5lamqotok

Nadere informatie

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie

Nadere informatie

Lens plat of lens bol?

Lens plat of lens bol? Lens plat of lens bol? Lens plat of lens bol? In de verte kijken: plat Spannen kringspieren of radiale spieren in iris? Spannen kringspieren of radiale spieren in iris? Van donker naar licht: pupil wordt

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie November 2016 OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie 1 waarneming

Nadere informatie

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? De Hersenen Oriëntatie, september 2002 Esther Wiersinga-Post Inhoud college de Hersenen historisch overzicht (ideeën vanaf 1800) van de video PAUZE neurofysiologie - opbouw van neuronen - actie potentialen

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

Fysiologie / zenuwstelsel

Fysiologie / zenuwstelsel Fysiologie / zenuwstelsel Zenuwcel/neuron. 5 1. Korte uitlopers dendrieten 2. Lange uitloper neuriet of axon 3. Myelineschede/schede van Schwann 4. Motorische eindplaat of synaps 5. Kern of nucleus Zenuwcel/neuron.

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1 Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 FHV2009 / Cxx56 1+2 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 1 1 Zenuwstelsel overzicht Encephalon = hersenen Spinalis = wervelkolom Medulla = merg perifeer centraal

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting door P. 1319 woorden 20 maart 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Regeling SE2 Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel

Nadere informatie

Wie ben ik? Planning Welkom bij. bijeenkomst. Astrid van Hertum OS-MINPSYCHB1-15_2016

Wie ben ik? Planning Welkom bij. bijeenkomst. Astrid van Hertum OS-MINPSYCHB1-15_2016 r Welkom bij bijeenkomst 1 Astrid van Hertum astrid.vanhertum@hu.nl OS-MINPSYCHB1-15_2016 Wie ben ik? Planning 7 bijeenkomsten: Teach to learn Woensdag 7 september Woensdag 14 september H1: Woensdag 21

Nadere informatie

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL Om de werking van psychopharmaca, de pharmaca die op onze hersenen inwerken en daarmee onze geest beïnvloeden, te begrijpen is enig inzicht in de werking en de bouw van hersenen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel Samenvatting door Elin 1218 woorden 9 april 2018 7,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 14 14.1 * Het zenuwstelsel bestaat

Nadere informatie

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige Paragraaf 7.1 prikkel Signalen die een zintuigcel uit de omgeving opvangt actiepotentiaal Verschil in elektrische lading over de membraan van een zenuwcel op het moment van een impuls adequate prikkel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel Samenvatting door een scholier 1962 woorden 5 oktober 2016 7,1 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie hoofdstuk 14 Zenuwstelsel 14.1 Centraal

Nadere informatie

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie.

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie. De ultieme uitdaging in het veld van neurowetenschappelijk onderzoek is om te begrijpen wat de biologische basis is van emoties, cognitie en, uiteindelijk, van bewustzijn. Het verkennen van de menselijke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex De prefrontale cortex (PFC) is een hersengebied betrokken bij cognitieve functies als planning, attentie en het maken van beslissingen.

Nadere informatie

Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie

Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie Spectrum elektromagnetisch: licht met een kortere golflengte dan 400nm en licht met een langere golflengte dan 700

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35174 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Diepen, Hester Catharina van Title: Retinal and neuronal mechanisms of circadian

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Dit proefschrift behandelt moleculaire veranderingen die plaatsvinden in de hersenen van de rat na blootstelling aan morfine, een verslavende stof. Dit type onderzoek is zowel

Nadere informatie

Zintuigelijke waarneming

Zintuigelijke waarneming Zintuigelijke waarneming Biologie Havo klasse 5 HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet de verschillende typen zintuigen kunnen opnoemen

Nadere informatie

MELATONINE. Het natuurlijke slaapmiddel

MELATONINE. Het natuurlijke slaapmiddel MELATONINE Het natuurlijke slaapmiddel Wat is Melatonine Melatonine is een hormoon dat in de pijnappelklier (epifyse) geproduceerd wordt uit serotonine (neurotransmitter betrokken bij stemming en pijn)

Nadere informatie

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 Het zenuwstelsel De hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen in je lichaam vormen samen het zenuwstelsel.

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag

antidepressivum, rat, overerfbaar, mechanismen, gedrag 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van het antidepressivum vortioxetine op hersenmechanismen in genetische diermodellen voor depressie 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Psychologie bestudeert menselijk gedrag en probeert hiervoor een verklaring te vinden.

Psychologie bestudeert menselijk gedrag en probeert hiervoor een verklaring te vinden. Algemeen Psychologie bestudeert menselijk gedrag en probeert hiervoor een verklaring te vinden. Functieleer (of ook wel cognitieve psychologie) is een basisdiscipline en bestudeert cognitieve functies

Nadere informatie

Het brein maakt deel uit van een groter geheel, het zenuwstelsel. Schematisch kan het zenuwstelsel als volgt in kaart worden gebracht:

Het brein maakt deel uit van een groter geheel, het zenuwstelsel. Schematisch kan het zenuwstelsel als volgt in kaart worden gebracht: Ons brein Het brein maakt deel uit van een groter geheel, het zenuwstelsel. Schematisch kan het zenuwstelsel als volgt in kaart worden gebracht: De hersenen zijn onderdeel van het zogenoemde centrale zenuwstelsel.

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Examen Medische Vakken

Examen Medische Vakken Examen Medische Vakken Neurologie, psychiatrie, dermatologie AGN 4e jaar, cohort 07-11 1. Het aantal paren hersenzenuwen is a. 4 b. 12 c. 6 d. 8 2. Met het begrip Centraal Motorisch Neuron (CMN) wordt

Nadere informatie

Hormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse

Hormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse Hormoon onderzoek Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Welke hormonen zijn getest?...3 2. Cortisol...4 2.1. Wat is cortisol?...4 2.2. Oorzaken...4 2.3 Symptomen...4 2.4 Uitslag Cortisol...5 3. Testosteron...6

Nadere informatie

Samenvatting NLT Hersenen en leren H2 en H3

Samenvatting NLT Hersenen en leren H2 en H3 Samenvatting NLT Hersenen en leren H2 en H3 Samenvatting door L. 2204 woorden 11 januari 2017 4,7 7 keer beoordeeld Vak NLT NLT Hersenen en Leren Neuronen en gliacellen Neuronen: neuronen zijn cellen die

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom Nathalie Vanderbruggen Psychoneurologisch functioneren in KS ( Verri et al. 2010) Cognitief functioneren: Psychopathologische kwetsbaarheid:

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen 1

Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen 1 Het chemische brein: antwoorden bij de lesbladen 1 Inleiding Beste leerkracht, De voornaamste doelstellingen van de les over het chemische brein, zijn: De leerlingen - kunnen omschrijven wat hormonen en

Nadere informatie

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P.

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Willems Regulatie van neuronale activiteit in het brein Verwerking van verspreidende

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

InFoP 2. Inhoud. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Psychose begrijpen Kwetsbaarheid-Stress model

InFoP 2. Inhoud. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Psychose begrijpen Kwetsbaarheid-Stress model Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Met dit proefschrift ga ik promoveren in de biochemie. In dit vakgebied wordt de biologie bestudeerd vanuit chemisch perspectief. Het

Nadere informatie

Zenuwcellen met Nissl-substantie

Zenuwcellen met Nissl-substantie Zenuwcellen met Nissl-substantie Download deze pagina als.pdf, klik hier Bronvermelding: 1 Theorie: Junqueira L.C. en Carneiro J. (2004, tiende druk), Functionele histologie, Maarssen. Uitgeverij Elsevier.

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Examenprogramma natuurkunde vwo

Examenprogramma natuurkunde vwo Examenprogramma natuurkunde vwo Ingangsdatum: schooljaar 2013-2014 (klas 4) Eerste examenjaar: 2016 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma

Nadere informatie

De overeenkomsten tussen de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington

De overeenkomsten tussen de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Succesvolle gentherapiestudie bij de ziekte van Parkinson geeft

Nadere informatie

Docent: A. Sewsahai Thema: Zintuigelijke waarneming

Docent: A. Sewsahai Thema: Zintuigelijke waarneming HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Thema: Zintuigelijke waarneming De student moet de verschillende typen

Nadere informatie

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen?

1. Welke rol heeft Cajal gespeeld in de geschiedenis van de Neurowetenschappen? Tentamen Neurobiologie 29 juni 2007 9.00 12.00 hr Naam: Student nr: Het tentamen bestaat uit 28 korte vragen. Het is de bedoeling dat u de vragen beantwoordt in de daarvoor gereserveerde ruimte tussen

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 13 25

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 13 25 De beginselen van de moderne psychologie: de introspectiepsychologie 2 verschillende beginjaren van de psychologie Wundt (1876) Eerste psychologische laboratorium voor onderzoek William James (1879) Eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11699 8 juni 2012 Rectificatie Examenprogramma natuurkunde vwo van 28 april 2012, kenmerk VO2012/389632 In de regeling

Nadere informatie

1. De Nernst potentiaal vertegenwoordigt een evenwichtssituatie in de zenuwcel. Welk statement beschrijft deze situatie het beste? 1: De elektrische en de diffusiekrachten houden elkaar precies in evenwicht.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting door C. 1469 woorden 27 september 2016 4,5 6 keer beoordeeld Vak Biologie H1 - Inleiding in de Biologie 1. Wat is Biologie? Doel Je moet in een

Nadere informatie

De psychologische aspecten van pijn. Au! Marian Rikkert, GZ-psycholoog, Afdeling Medische Psychologie, Ziekenhuis Rivierenland Tiel

De psychologische aspecten van pijn. Au! Marian Rikkert, GZ-psycholoog, Afdeling Medische Psychologie, Ziekenhuis Rivierenland Tiel De psychologische aspecten van pijn Au! Marian Rikkert, GZ-psycholoog, Afdeling Medische Psychologie, Ziekenhuis Rivierenland Tiel Wat is pijn? Definitie: pijnis eenonplezierige, zintuiglijkeen emotioneleervaring

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkeling Ontwikkelingsgebieden A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie. 7 Boekverslag door H. 1590 woorden 3 keer beoordeeld 15 maart 2016 Vak Biologie Methode Biologie voor jou Biologie Thema 6 Bassisstof 1 Regelkringen en homeostase Een sensor à Normwaarde: De afgestelde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De menselijke hersenen bestaan uit ongeveer 100 miljard zenuwcellen (neuronen). Neuronen zijn de basis elementen die bijvoorbeeld gedrag en geheugen mogelijk maken. Neuronen hebben

Nadere informatie

Interview RTL Late Night Bataclan Paris. Met dank aan: RTL Late Night!

Interview RTL Late Night Bataclan Paris. Met dank aan: RTL Late Night! 1 Interview RTL Late Night Bataclan Paris Met dank aan: RTL Late Night! 2 Neurocoach Gerard van Dooren 06-49368344 Info@brainresult.nl www.brainresult.nl 3 Kijkwijzer - Limbisch systeem - Associaties -

Nadere informatie

Biologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie 255 256 De twee hersenhelften, de hemisferen, van het menselijke brein verschillen zowel in vorm als in functie. In sommige hersenfuncties, zoals

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen: Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels

Nadere informatie

Methoden hersenonderzoek

Methoden hersenonderzoek Methoden hersenonderzoek Beschadigingen Meting van individuele neuronen Elektrische stimulatie Imaging technieken (Pet, fmri) EEG Psychofarmaca/drugs TMS Localisatie Voorbeeld: Het brein van Broca s patient

Nadere informatie

Medische technieken. Maar dat is toch niet nieuw? Wat is. gebruiken voor verbetering. Mensverbetering

Medische technieken. Maar dat is toch niet nieuw? Wat is. gebruiken voor verbetering. Mensverbetering A1 Van verandering van de natuur naar verandering van het lichaam Wat is mens? A2 Medische technieken A3 gebruiken voor Maar dat is toch niet nieuw? A4 Sinds mensenheugenis zijn wij bezig de wereld om

Nadere informatie

filosofie Het IK en de vrije wil zin en onzin

filosofie Het IK en de vrije wil zin en onzin filosofie Het IK en de vrije wil zin en onzin Het bewustzijn Fasen van het bewustzijn Fysieke sector Mentale sector Verbeeldingen sector Zintuiglijke waarnemingen en impulsen. De ervaren werkelijkheid

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Samenvatting Nederlandse samenvatting Oorsuizen zit tussen de oren Tussen de oren Behalve fysiek tastbaar weefsel zoals bot, vloeistof en hersenen zit er veel meer tussen de oren, althans zo leert een

Nadere informatie

OEFENVRAGEN PSYCHOLOGIE

OEFENVRAGEN PSYCHOLOGIE OEFENVRGEN PSYCHOLOGIE MEERKEUZEVRGEN Een invloedrijke psychologische stroming, ontstaan in het Duitsland van de 20-ste eeuw staat bekend als de Gestaltpsychologie. Wat is een ander woord voor Gestalt?.

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkelingsgebieden Ontwikkeling A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

Samenvatting De kleurverandering van bladeren is een van de opvallendste kenmerken van de herfst voordat ze afsterven en afvallen. Tijdens de herfst worden de bouwstoffen die aanwezig zijn in het blad

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken Inhoud leerwerkboeken e leerplandoelstellingen voor 2015-2016 D/2015/7841/015 EUREKA!1A Thema 1 Zintuigen 1 Inleiding 1.1 Prikkel, reactie en zintuig B52 Uit waarnemingen afleiden of illustreren dat spierbewegingen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

het lerende puberbrein

het lerende puberbrein het lerende puberbrein MRI / fmri onbalans hersenstam of reptielenbrein automatische processen, reflexen, autonoom het limbisch systeem of zoogdierenbrein cortex emotie, gevoel, instinct, primaire behoeften

Nadere informatie

Les 18 Zenuwstelsel 1

Les 18 Zenuwstelsel 1 Les 18 Zenuwstelsel 1 Zenuwweefsel, neuron, depolarisatie, neurotransmitters, CZS, vegatatief, sensorisch, motorisch ANZN 1e leerjaar - Les 18 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Zenuwweefsel Cellen met

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

Proefexamen PsBK1. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg

Proefexamen PsBK1. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Proefexamen PsBK1 Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Dit proefexamen PsBK1 bestaat uit 15 meerkeuzevragen. Het werkelijke examen PsBK1 bestaat uit 60 meerkeuzevragen. Duur van het examen PsBK1

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

Psychosociale Basiskennis PLATO

Psychosociale Basiskennis PLATO INHOUD MEDISCHE BASISKENNIS ALGEMEEN -begripskennis -diagnostisch proces -reguliere medische en psychosociale behandelwijzen -organisatie gezondheidszorg nl incl. soc. kaart. -wetgeving/gezondheidsethiek

Nadere informatie

Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen?

Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen? Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen? Anw Sarah Bastiaans, Robin Schlechtriem, Anne Soede V5B 21 3 2014 Dhr. Verstappen Inhoudsopgave Inleiding 3 Probleemstelling & onderzoeksvraag 5 Hypothese

Nadere informatie

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel. Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag Samenvatting door R. 858 woorden 19 juni 2014 7 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels

Nadere informatie