MEDISCHE BASISKENNIS ADEMHALING HOOFDSTUK /2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MEDISCHE BASISKENNIS ADEMHALING HOOFDSTUK 8 2015/2016"

Transcriptie

1 MEDISCHE BASISKENNIS HOOFDSTUK 8 ADEMHALING 2015/2016

2 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 8 ADEMHALINGSSTELSEL Inhoud: 8:1 Ademhalingsstelsel: 8:1.1 luchtwegen; 8:1.2 longen; 8:1.3 ademhaling. 8:2: Pathologie: 8:2:1 kenmerken en onderzoeksmethoden; 8:2:2 aandoeningen aan de luchtwegen; 8:2.2.1 neus en larynx; 8:2.2.2 trachea en bronchiën. 8:2:3 aandoeningen aan de longen: 8:2.3.1 stoornissen in de longcirculatie; 8:2.3.2 overige longaandoeningen; 8:2.3.3 longemfyseem; 8:2.3.4 longtumoren. 8:2.4 extrapulmonale aandoeningen.

3 3 8:1 HET ADEMHALINGSSTELSEL Het ademhalingsstelsel heeft twee belangrijke taken. Dit zijn: opname van zuurstof uit de buitenlucht, dit gaat via het bloed naar de cellen: o zuurstof is nodig voor de verbranding van stoffen: dit proces maakt energie en warmte vrij; er ontstaat koolzuurgas of kooldioxide genoemd. afgifte koolzuurgas via bloed aan de buitenlucht. Het ademhalingsstelsel bestaat uit: luchtwegen: o deze zorgen voor de doorstroom van lucht van en naar de longen via: bovenste luchtwegen: neus, mond, keelholte en strottenhoofd. onderste luchtwegen: luchtpijp, luchtpijpvertakkingen. longen: o diep in de longen vindt in de longblaasjes de gaswisseling plaats dit is: opname van zuurstof; afgifte van koolzuurgas.

4 4 8:1.1 De luchtwegen Bovenste luchtwegen: cavitas nasi (cavitas = holte), de neusholte: dit is het begin van de luchtwegen; pharynx de keelholte; larynx het strottenhoofd. Cavitas nasi de neusholte, bestaat uit: het neusgat, wordt omgeven door de neusvleugels. Deze zijn bekleed met: o trilhaarepitheel: dit is een grof filter voor de ingeademde lucht. maxilla de bovenkaak, vormt de onderkant en zijkant van de neusholte; os ethmoidale het zeefbeen (ethmos = zeef), is een onderdeel van de schedelbasis, het vormt het dak: o bevat gaatjes (vandaar zeefbeen); o hier lopen de reukzenuwen door van en naar de hersenen. septum nasi het neustussenschot, verdeelt de neus in twee helften. Dit is deels benig en deels kraakbeen. o Links en rechts zitten kluwentjes bloedvaten. Deze liggen nogal aan de oppervlakte en zijn daardoor verantwoordelijk voor de meeste neusbloedingen. de neusschelpen conchae nasale (concha = schelp), zijn drie uitstulpingen in de zijwand van de beide neusholtes. o Deze zorgen voor vergroting van het slijmvliesoppervlak van het neusslijmvlies. neusgangen meati nasi (meatus = doorgang) drie stuks. Ze lopen onder de bovenste, de middelste, en de onderste neusschelp. o Hier monden afvoergangen van de bijholten en de traanbuizen in uit. Traanbuizen (canalis lacrimalis, lacrima = traan) zijn twee buisvormige verbindingen tussen elk oog en de neus. Ze vervoeren het traanvocht uit de traanzakjes, via de twee traanbuizen links en rechts en monden uit in de onderste neusgang. Het neusslijmvlies bekleedt de neusholte en bestaat uit eenlagig trilhaarepitheel. Op de trilharen bevindt zich een slijmlaag, die deze vochtig houdt. De trilharen bewegen de slijmlaag in één richting van de neus naar de pharynx (keelholte). Dit is de trilhaarslag. Slijm met vuiltjes en ziektekiemen worden in de pharynx (keelholte) doorgeslikt en in de maag onschadelijk gemaakt door het maagzuur. Door uitdroging (zoals in oververhitte woningen of werkplaatsen met weinig vocht in de lucht), afkoeling en roken neemt de trilhaarfunctie af of verdwijnt. Roken van drie sigaretten achter elkaar legt de trilhaarfunctie stil. Teveel gebruik van neusdruppels is ook slecht voor de trilharen, fysiologisch zout niet. Het oppervlak van het neusslijmvlies is door het oppervlak van de drie neusschelpen 80cm2. trilhaarepitheel Functies van de neus: filteren van de ingeademde lucht: o Eén van de belangrijkste functies is het opvangen van stofdeeltjes en ziektekiemen, zodat deze de longen niet bereiken. bevochtigen van de ingeademde lucht:

5 5 o Het vochtgehalte moet een bepaald peil bereiken, voordat de lucht in de longen komt. De neus produceert hiervoor ongeveer 1000 ml vocht. verwarmen neusvocht: o Dit gebeurt door de enorme vaatrijkdom van het neusslijmvlies. o De mond kan aan al deze eisen niet voldoen. ruiken, de reukzin: o Gebeurt door het reukzintuig in het slijmvlies van de beide bovenste neusschelpen. o De uiteinden van de reukzenuwen vangen de geursignalen op. afvoer slijm uit de neusbijholten. afvoer inhoud van de traanbuizen. resonantiefunctie, dit is het weerklinken van de neusspraak: o De letter m en n kunnen alleen uitgesproken worden door de resonantie in de neus. afweer voor bacteriën in lymffollikels, de ring van Waldeyer: o de keeltonsillen, de neusamandelen en de tongamandel. Neusbijholten Deze staan via een afvoergang in verbinding met de neus en bestaan uit: sinus maxillaris de bovenkaakholten, ze liggen in de bovenkaak en bestaan uit een linker- en een rechterholte: o Afvoergang begint boven in de kaakholte en mondt uit in de middelste neusgang. o Doordat de kaakholte laag ligt ten opzichte van de middelste neusgang wordt de afvoer van slijm bemoeilijkt. Afvoer van de inhoud moet naar boven afgevoerd worden. Hierdoor ontstaat eerder kans op ontstekingen. sinus frontalis de voorhoofdsholten, bestaande uit een linker- en een rechter holte: o Deze liggen in het os frontale, het voorhoofdsbeen. o Afvoergang mondt uit in de middelste neusgang aan de onderzijde van de holte. sinus sphenoidalis (sphen = wig) de wiggenbeensholte, bevindt zich in het os sphenoidale (het wiggenbeen): o De uitmonding van de afvoergang ligt achter in de neus. cellulae ethmoidales (ethmos = zeef) de zeefbeencellen liggen in het os sphenoidale: o Het zijn zeer kleine cellen of holten die gedeeltelijk uitmonden in de middelste en gedeeltelijk in de bovenste neusgang. Functie van de bijholten is niet helemaal bekend. Mogelijk omdat de schedel anders te zwaar wordt. Ze bevatten lucht en helpen zo ook mee aan stemvorming door resonantie. Alle neusbijholten ontstaan als uitstulpingen van de laterale neuswand en ontwikkelen zich met name vanuit het complex van cellulae ethmoidales (sinus ethmoidales, zeefbeenholte) in respectievelijk de maxilla, het os frontale en het os sphenoidale. Het os sphenoidale ligt in het midden ingewigd tussen ethmoid en occipitale en aan weerszijden tussen temporale en frontale, vandaar zijn naam: "wiggenbeen".

6 6 afvoergang sinus frontalis Vooraanzicht van de neusbijholten: De neusbijholten worden genoemd naar de botten waar ze in zitten. Aan de voorkant van de schedel zitten de voorhoofds- en kaakholten. 1. voorhoofdsholte sinus frontalis; 2. zeefbeencellen cellulae ethmoidales; 3. holte in wiggenbeen sinus sphenoidalis 4. kaakholte sinus maxillaris Zijaanzicht van de neusbijholten: De twee holten in het wiggenbeen liggen diep in de schedel. Daarvoor liggen talrijke holten in het zeefbeen. 1. holten in zeefbeen; 2. holte in wiggenbeen; 3. kaakholte; voorhoofdsholte hier afvoergang sinus maxillaris, die hoog ligt t.o.v. kaakholte Pharynx de keelholte Dit is de ruimte achter de mondholte en de neusholte. Deze gaat naar beneden over in de larynx, (strottenhoofd) en de luchtpijp. Hier kruisen de luchtweg en spijsweg elkaar. Het voedsel gaat van de mond naar de slokdarm en de ingeademde lucht vanuit de keel- of mondholte naar de luchtpijp, de trachea. De keelholte bestaat uit drie in elkaar overgaande ruimten: nasopharynx neus-keelholte, ligt achter de neusholte. Deze bevat: o de uitmonding, links en rechts, van de buis van Eustachius; o de neusamandel adenoïd. oropharynx mondkeelholte (os = mond), ligt achter de mondholte. Deze bevat: o de keelamandelen tonsillen; o het achterste gedeelte van de huig. laryngopharynx, ligt tussen de naso- en oropharynx enerzijds en larynx anderzijds; o Dit is de overgang naar strottenhoofd en slokdarm. De neus-keelholte en de mond-keelholte zijn deels van elkaar gescheiden door het zachte gehemelte. De buizen van Eustachius verbinden de keelholte met het middenoor. De keel heeft een stevige wand van willekeurige spieren. Hierdoor helpt de keel bij: spreken, zingen, blazen, slikken, hoesten, niezen en braken. Het slijmvlies van de keelholte bestaat uit meerlagig plaveisel epitheel en zeer veel slijmkliertjes. Deze produceren een beschermende slijmlaag. Amandelen N: adenoïd: neusamandel K: tonsillen: keelamandelen T: tongamandel

7 7 nr. 8 is buis v Eustachius Achter in de keel bevindt zich lymfatisch weefsel. Dit speelt een belangrijke rol bij de afweer tegen ziektekiemen. Dit zijn de tonsillen, amandelen: keelamandelen, liggen tussen gehemeltebogen, bij kinderen vaak vergroot; (tonsilla palatina) tongamandel een rand lymfatisch weefsel aan de achterrand van de tong, is ook bij kinderen duidelijk aanwezig; (tonsilla lingualis). adenoïd de neusamandel, ligt aan de achterwand van de keel. Dit is ook ophoping van lymfatisch weefsel. (adeno = klier). Amandelen staan met elkaar in verbinding, ze vormen een ringvormig geheel. Dit is de ring van Waldeyer. De functie hiervan is de afweer tegen ziektekiemen, die mond en neusholte binnendringen. Larynx het strottenhoofd Deze ligt tussen de pharynx (keelholte) en de trachea (luchtpijp) en heeft twee belangrijke functies: 1. het belemmeren dat voedsel in de luchtpijp terechtkomt; 2. vormen van de stem. Larynx bestaat uit een aantal stukjes kraakbeen, die door spieren en banden met elkaar verbonden zijn. De bovenzijde, het schildkraakbeen, is verbonden met het tongbeen (os hyoideum). Het hangt aan het tongbeen en ligt onder de tong. Tongbeen is door middel van kleine spiertjes verbonden met de onderkaak, de schedelbasis, het sternum (borstbeen) en scapula (schouderblad). De larynx zelf wordt door de diepe halsspieren op zijn plaats gehouden. Aan de onderzijde gaat de larynx over in de trachea (luchtpijp). tongbeen De kraakbeenstukjes van de larynx zijn: cartilago thyroidea het schildkraakbeen (cartilago = kraakbeen thyros = schild), vormt het bovenste deel van de larynx en hangt aan het tongbeen. o Dit is het grootste kraakbeenstuk. o Vormt de voorzijde en zijkanten van de larynx. o Voorste punt is de adamsappel, is de hoek van 90 0, gevormd door de zijkanten.

8 8 o Is aan de achterzijde open. o In puberteit neemt larynx bij jongens sterk toe, dit is van invloed op de stemhoogte. cartilago cricoidea het ringkraakbeen (circulair =ringvormig), ringvormig kraakbeenstuk tussen het schildkraakbeen en bovenste kraakbeenring van de trachea. cartilago arytenoideae de bekerkraakbeentjes (arytenoid = waterkan), zijn piramidevormige kraakbeenstukjes, die op het ringkraakbeen rusten. o De naam stelkraakbeen wordt ook vaak gebruikt, omdat de positie van deze kraakbeenstukjes de instelling van de stembanden verandert. o Aan elk kraakbeenstukje is het ene uiteinde van de stemband bevestigd, het andere uiteinde zit aan de binnenzijde van het schildkraakbeen. epiglottis het strotklepje (epi = op glottis = mondstuk v fluit), zit aan de ingang van het strottenhoofd. o Het is een driehoekig, zeer veerkrachtig, kraakbeenplaatje. Het smalle uiteinde is bevestigd aan het schildkraakbeen. o Tijdens het slikken sluit het strotklepje de toegang naar het strottenhoofd af, zodat er geen voedsel of vloeistof in trachea komt.

9 9 Stembanden plica vocalis (plicare vouw of plooi, vox = stem) Deze zorgen voor het stemgeluid stemvorming. Er zijn twee paar stembanden: 1. de valse stembanden, dit zijn de bovenste stembanden; a. Deze zijn niet meer dan een plooi in de wand. b. Ze dragen niet bij aan de stemvorming. 2. de ware stembanden, dit zijn de onderste stembanden. Zungenbein tongbeen Schild-korpel schildkraakbeen Ring-korpel ringvormig kraakbeen Ze worden gevormd door een dunne weefselplooi waarin een spiertje ligt (de musculus vocalis) en worden gespannen door een aantal kleine spiertjes in de larynx, waarvan de musculus vocalis de belangrijkste is. De stembanden worden in trilling gebracht door lucht uit de longen. Door het trillen van de stembanden ontstaat een geluidstoon. De spanning van de stembanden kan variëren, doordat het ringkraakbeen en de bekerkraakbeentjes kunnen bewegen ten opzichte van elkaar. Bij strakker spannen van de stembanden verhoogt de grondtoon hiervan. Vermindering van spanning verlaagt deze, net als bij snaren muziekinstrument. De toonhoogte wordt bepaalt door lengte, dikte, en elasticiteit van de stembanden. Bij de man zijn de stembanden langer en dikker, waardoor de stem lager is. In de puberteit wordt bij jongens het strottenhoofd groter en worden de stembanden langer. Dit verlaagt de stem baard in de keel. Stem wordt gevormd door resonantie en articulatie. Resonantie meetrillen van de lucht in keelholte, neusholte, neusbijholten en de mondholte. Articulatie vormen van spraakklanken, klinkers medeklinkers en woorden met behulp van de tong, de lippen en de tanden.

10 10 Er zijn stemloze en stemhebbende spraakklanken. Bij stemloze klanken worden bijvoorbeeld plofgeluiden gemaakt door de lippen (bijvoorbeeld een p), ruis tussen tong en verhemelte (een s) of ruis in de keelholte (een h). Klanken zijn stemhebbend wanneer de stembanden in trilling worden gebracht. De stembanden lopen van binnen-voorkant van een kraakbeenring boven aan de luchtpijp naar twee kleine stukjes kraakbeen. Deze beentjes kunnen door verschillende spieren van elkaar af of naar elkaar toe worden bewogen. Door de stembanden dicht bij elkaar te brengen en hier lucht langs te persen vanuit de longen ontstaat een trillend geluid, dat als basis dient voor stemhebbende klanken. De lengte en de weefselmassa van de stembanden en de grootte van de luchtdruk achter de stembanden bepalen met welk tempo de trillingen (stemfrequentie) elkaar opvolgen. Een tak van de 10e hersenzenuw, de nervus vagus, innerveert alle spieren van de larynx. Er is ook een tak die de stembanden innerveert. Dit is de nervus laryngeus recurrens de terugkerende strottenhoofdzenuw. Deze tak ontspringt links en rechts in de borstholte en loopt dan terug omhoog door de hals naar het strottenhoofd. N. vagus Ramus internus N. laryngeus superior Ramus externus N. laryngeus superior N. laryngeus inferior (Endast des N. recurrens) M. cricothyreoideus N. (laryngeus) recurrens mit Ästen zur Trachea und zum Ösophagus Onderste luchtwegen Deze liggen onder de stembanden. Het is de luchtpijp met vertakkingen, die doorlopen naar de longen. Luchtpijp trachea Trachea (tracheia = ruwe arterie) is de verbinding tussen het strottenhoofd en de longen. Het is een holle pijp van ongeveer 15 cm lang en met een doorsnede van 2 cm. Aan de voorzijde wordt hij in de hals bedekt door de schildklier. In de borstkas wordt hij bedekt door het sternum (borstbeen), de thymus, (zwezerik) en de aortaboog. Achter de trachea ligt de slokdarm en wervelkolom. carina Loopt vanaf cartilago cricoidea (ringkraakbeen) recht naar beneden door de borstkas en splitst bij 5 e borstwervel in de twee hoofdbronchiën: o De splitsing is de bifurcatie. (bi = 2 of dubbel, furca = vork, dus vorkachtige splitsing). Naar elke long gaat één bifurcatie tak van de hoofdbronchus. o Carina is de kraakbeenrichel, die deze splitsing aan de binnenzijde markeert. De wand bestaat uit hoefijzervormige kraakbeenstukken met de opening aan achterzijde, waar de slokdarm ligt. Dit deel van de wand bestaat uit bindweefsel met glad spierweefsel. De binnenzijde is slijmvlies met trilhaarepitheel: o scheidt slijm af sputum; Trilharen voor de afvoer van slijm in de richting van de keelholte.

11 11 8:1.2 Longen pulmones of pulmo (ev.) De beide longen bestaan uit longkwabben lobi pulmones: Rechter long heeft drie kwabben: o bovenkwab, lobus superior dexter (dexter = rechts); o middenkwab, lobus medius dexter; o onderkwab, lobus inferior dexter. Linker long heeft twee kwabben: o bovenkwab, lobus superior sinister (sinister = links); onderkwab, lobus inferior sinister. De kwabben kunnen worden verdeeld in segmenten. Elke kwab is een compleet stuk long met een eigen tak van de luchtpijp, een bronchi, en een eigen tak van de arteria- en vena pulmonalis. In de segmenten zijn deze vertakkingen er ook, maar dan op kleinere schaal. De plaats waar de luchtpijpvertakkingen de longen binnen gaan is de hilus (ingang of poort). Ook de bloedvaten gaan via de hilus in de long. In de longen vertakt de hoofdbronchus zich als takken van een omgekeerde boom. Naar rechts in drie- en naar links in twee takken. Deze vertakken zich verder in segmenttakken. Hoe fijner de vertakkingen, des te minder kraakbeen. De kleinste vertakkingen zijn de bronchioli (of bronchiolus mv.). Deze hebben geen kraakbeen meer. De wanden bestaan uit stevig elastisch weefsel, met gladde spiercellen (onwillekeurig spierweefsel). Aan de binnenzijde van de luchtwegen bevindt zich slijmvlies met trilhaarepitheel. Op het slijm vormt zich een slijmtapijt op de trilhaartjes. Deze slaan met een snelle slag tegen de onderkant van de slijmlaag in de richting van de mond gevolgd door een langzame slag terug en opnieuw een snelle slag. Dit gaat dag en nacht door. A trachea en bronchiën. B alveolen C bronchioli D capillairnet dat alveolen omspoelt. E aanvoerende slagader zuurstofarm. G afvoerende ader zuurstofrijk. O alveole omgeven door elastische vezels. hilus longkwab Aan het eind van de bronchioli bevinden zich de longtrechtertjes (de ductus alveolares), waarin de longblaasjes, de alveolen, uitmonden. Deze zitten als druiven aan een druiventros aan de longtrechtertjes vast. Ze worden door een dicht en fijn haarvatennet omgeven. In de alveolen vindt de gaswisseling (diffusie) plaats: Het bloed neemt zuurstof op en geeft koolzuurgas af aan de ingeademde lucht. Zuurstofarm bloed bereikt via de longslagaders de alveolen en de longaders voeren zuurstofrijk bloed af naar het linkeratrium.

12 12 Het aantal alveolen is gigantisch, ongeveer 300 miljoen, en de oppervlak 55 tot 70 m 2. Bij de geboorte is er nog maar een klein longvolume en tot circa 6 à 8 jaar komt dit tot vooral tot stand door toename van het aantal alveolen van ongeveer 17 miljoen tot ongeveer 300 miljoen. En daarna vooral door de groei van de alveolen zelf. ook neemt in deze periode het aantal luchtwegen nog toe. De zuurstof voorziening van de longen zelf gebeurt via de grote bloedsomloop. Dit zijn takken van de arteria bronchialis. Deze ontspringt links en rechts uit het eerste gedeelte van de aorta descendens (dalend deel). De takken zijn de de rami bronchiales. Het zijn kleine slagadertjes. Het zuurstofarme bloed wordt afgevoerd door de venae bronchialis, die uitmonden in de grote venen aan de binnenzijde van de borstkaswand. Arteria pulmonalis en venae pulmonalis zijn de bloedvaten van de kleine bloedsomloop voor de gasuitwisseling. De arteria pulmonalis stroomt vanuit het rechterventrikel naar de longen en splitst zich in twee taken, één naar elke long, met zuurstofarm en koolzuurrijk bloed. o Vertakt zich in de longen naar de kwabben en segmenten, tot een capillairnet rondom de alveolen. Deze hebben een dunne wand, waardoor de gaswisseling plaats kan vinden. Het capillairnet en de capillairen vloeien hierna weer samen in de venulen. Via de venae pulmonalis (vier stuks) komt het zuurstofrijke en koolzuurarme bloed in het linkeratrium. o Gaat vandaar uit naar het linkerventrikel en via de aorta naar het lichaam. Bekleding longen: Pleura visceralis, (pleura = vlies visceralis = ribzijde) longvlies, is een glad vlies aan de buitenzijde van de long. Het bekleedt de longkwabben en gaat via een omslagplooi over in: Pleura parietalis, (paries = wand, dus wandstandig) het borstvlies, dat tegen de binnenkant van de gehele borstholte ligt.

13 13 Deze twee vliezen liggen tegen elkaar aan, maar zijn niet met elkaar vergroeid. Tussen de vliezen is een kleine ruimte, de pleuraholte. Hierin bevindt zich wat vocht, waardoor de longen ten opzichte van de borstkas kunnen verschuiven. Het mediastinum Dit is de centrale ruimte in de borstkas: Wordt aan voorzijde begrensd door het sternum (borstbeen). Aan onderzijde door diafragma (middenrif). Aan de achterzijde door de columna vertebralis (wervelkolom). Aan de zijkanten door de longen. 8:1.3 De Ademhaling De lucht in de longen wordt steeds vervangen door de ademhaling. Door de gaswisseling verandert samenstelling van de lucht. Samenstelling lucht: Buitenlucht Lucht in longblaasjes Uitgeademde lucht Stikstof Zuurstof Koolzuurgas Water 78 % 21 % 0.05 % 0.5% 75 % 14 % 5.5 % 6 % 74 % 16 % 3.5% 6 % Door de dunne wanden van de alveolen heen vindt de uitwisseling van zuurstof en koolzuurgas plaats. Dit is diffusie. Koolzuurgas wordt door het bloed aan de lucht afgestaan en zuurstof, uit de lucht, wordt opgenomen. Bloed in capillairen wordt voortdurend vernieuwd, door de aanvoer van zuurstofarm bloed uit arteria pulmonalis en door afvoer van zuurstofrijk bloed door vena pulmonalis. Lucht in de longen wordt door de adembewegingen steeds vervangen. Adembewegingen bestaan uit een in- en uitademing. Inspiratie de inademing: vergroting van de borstkas door de ademhalingsspieren: o De tussenribspieren en het diafragma. borstkas neemt de pleura parietalis (longvliezen) mee: o Omdat pleura parietalis is vastgegroeid met de ribben. ruimte tussen pleura parietalis en visceralis is luchtledig en daarom gaat pleura visceralis mee: o Hierdoor worden de longen uitgerekt en de inhoud van de longen neemt toe. lucht wordt aangezogen via de trachea.

14 14 Diafragma (= scheiding) het middenrif, is de belangrijkste inademingspier. Deze scheidt de buikholte van de borstholte. In ontspannen toestand is het diafragma bol. Bij samentrekking van het diafragma: wordt het diafragma platter; de buikinhoud wordt naar beneden en naar buiten gedrukt; leidt tot toename van de ruimte in de borstkas; dus toename van longvolume. Als er extra lucht nodig is dan zijn: musculi intercostales (costa = rib) tussenribspieren actief: o Ribben gaan omhoog, krijgen een horizontale stand. o Sternum (borstbeen) gaat naar voren. dit geeft een vergroting van de longen. musculi scaleni (scalenos = scheef) de touwladderspieren of scheve spieren genoemd. Deze zijn actief in de nek als er nog meer lucht nodig is. o o Ze zitten vast aan de eerste twee ribben en de wervelkolom. Ze tillen de ribben extra omhoog voor extra vergroting van borstholte en longen. m. intercostales m. m. scaleni Musculi intercostales tussenribspieren verbinden twee ribben met elkaar ze lopen van de onderzijde van een rib naar de bovenzijde van de hieronder liggende rib.. M. intercostales externus de uitwendige tussenribspieren. Dit zijn de buitenste tussenribspieren voor de inademing: o Deze heffen de ribben, zo wordt de borstkas groter. o Ze nemen de longvliezen mee en zo worden de longen als een soort accordeon uitgerekt. o Hierdoor wordt de lucht aangezogen. M. intercostales internus de inwendige tussenribspieren. Dit zijn de binnenste tussenribspieren voor de uitademing: o De spieren voor de inademing (m. intercostales) verslappen. o Ze laten door de verslapping de borstkas dalen. Deze verkleint hierdoor. o Dit is de uitademing, normaal een passief proces. Expiratie uitademing: alle inademingspieren verslappen. diafragma weer bolvormig. ribben zakken terug in uitgangspositie. longen in oorspronkelijke vorm. is een passief proces, kost geen energie, gebeurt door elasticiteit longen. Bij sommige ziekten zijn de luchtwegen vernauwd. De buikwandspieren helpen dan mee. Deze spannen aan, drukken de buikinhoud en daarmee het diafragma omhoog en persen zo de longen leeg. De inwendige tussenribspieren helpen ook mee de borstkas te verkleinen om zo de lucht uit de longen te persen.

15 15 Verschillende soorten ademhaling: Door de activiteit van het diafragma buikademhaling. Als vooral borstbeen en ribben bewegen borstademhaling. Vaak een combinatie van deze twee, in rust het meest de buikademhaling, bij inspanning borstademhaling (ook bij benauwdheid). 1: inademing 2: uitademing Regulatie van de ademhaling De ademhaling wordt aangestuurd door het ademcentrum. Dit bestaat uit een groep zenuwcellen in de hersenen. Het ademcentrum, dat de ademhalingsbewegingen reguleert, is gelegen in de medulla oblongata (verlengde merg), in de formatio reticularis. Vanuit het ademcentrum lopen zenuwbanen naar de ademhalingsspieren. Het ademcentrum bepaalt hoe diep en hoe vaak er geademd wordt. Pasgeborenen ademen ongeveer 30 x per min. volwassenen 16 à 20 x per min. Het ademcentrum wordt beïnvloed door: het koolzuurgas; de zuurgraad (ph); zuurstofgehalte in het bloed. De lichaamscellen produceren koolzuurgas, (of koolstofdioxide, CO 2 ) als afvalproduct van de stofwisseling. Extra inspanning levert extra koolzuurgas op, dat via het bloed wordt afgevoerd. De toename van koolzuurgas in het bloed verhoogt de zuurgraad (verlaagt de ph, die door het lichaam nauwkeurig tussen de 7.35 en 7.45 wordt gehouden). Als iemand suf is en slecht ademt stijgt dus het koolzuurgehalte in het bloed. Als de zuurgraad verder stijgt grijpt het ademhalingscentrum in de hersenen in door het versnellen en verdiepen van de ademhaling. Ademhalingscentrum reageert in eerste instantie op: te hoog koolzuurgas: o Dit geeft een hoge zuurgraad, dus een daling van ph o Chemoreceptoren sturen prikkels naar het ademcentrum: Hierdoor gaat ademhaling versnellen en verdiepen. Er wordt meer koolzuurgas uitgeademd. De zuurgraad verlaagt, dus de ph stijgt. Deze prikkels om te ademen zijn zeer sterk. Je kunt deze maar beperkt onderdrukken. Onder normale omstandigheden is het koolzuurgasgehalte de bepalende factor voor de ademhaling. Het zuurstofgehalte is alleen in bijzondere gevallen de belangrijkste factor, zoals bij een chronisch verhoogd koolzuurgasgehalte, bij ernstige longaandoeningen. In deze gevallen ontstaat, bij een zuurstof (O2) tekort in het bloed, een prikkeling van de chemoreceptoren in de aorta en hersenslagaders. Deze stimuleren via autonome zenuwen het ademcentrum. Bijzondere ademhalingsbewegingen: hikken: is krampachtige inademing door plotseling samen trekken van het diafragma. Tegelijkertijd wordt de stemband gesloten typisch hikgeluid. o Meestal door plotselinge uitzetting van de maag, door in korte tijd te veel eten of drinken.

16 16 o Of door neurologische aandoeningen. In de hersenen of van de zenuw die het diafragma doet samentrekken (nervus phrenicus). hoesten: is een reflexmatige explosieve uitademing, die iets uit de luchtwegen verwijdert, zoals slijm of een vreemd voorwerp. o Na een diepe inademing sluit de stemspleet en de epiglottis (strotklepje). Alle ademhalingsspieren spannen aan. Dit geeft een verhoogde druk in de longen. Als de stemspleet en de epiglottis opengaan, schiet de lucht naar buiten met snelheid van 100 tot 150 km per uur. Hierdoor worden de luchtwegen schoon geblazen. niezen: vergelijkbaar met hoesten, maar ontstaat door prikkeling van de neusholte. Bij de prikkeling wordt er een signaal naar het reflexcentrum in de hersenen gestuurd. Hierdoor worden reflexmatig spieren in beweging gezet die een krachtige samentrekking van de borstkast en longen teweeg brengen. o Lucht wordt nu niet door de mond, maar door de neusholte naar buiten geperst. o Prikkelende stoffen, die het niezen veroorzaken kunnen allerlei stoffen zijn: Heeft ook te maken met een (over)gevoeligheid voor een bepaalde stof. geeuwen of gapen: is een reflexmatig gebeuren, welke samengaat met het ademhalingssysteem. o Men geeuwt bij slaperig zijn, te laag bloedsuiker en als men een ander ziet geeuwen. o Er vindt een inademing plaats, waarbij de mond wijd open gaat door het reflectorisch aanspannen van bepaalde spieren. o De buizen van Eustachius openen zich, hierdoor is de druk in het middenoor gelijk aan de omgevingsdruk. slikken: wordt bepaald door het slikreflex en is de beweging waarbij de inhoud van de mond via de keelholte naar de slokdarm wordt gebracht. o Hierbij sluit de epiglottis (strotklepje) de trachea (luchtpijp) af en de huig de neusholte. braken: is het met kracht naar buiten werken van de maaginhoud, een gevoel dat in de maag, maar soms ook in de keel wordt waargenomen. o Het braakreflex wordt aangestuurd door het braakcentrum in de hersenen. Manuele prikkeling kan worden aangestuurd door aanraken van de zenuwen achterste deel van de tong en keelholte. o Het diafragma (middenrif) wordt geprikkeld tot samentrekking, waardoor er diep wordt ingeademd. De maaginhoud wordt naar beneden gedrukt, en gehele buikinhoud staat onder druk. o Het strotklepje en de achterste neusgaten zijn gesloten. o Door de opgebouwde druk wordt de maaginhoud naar buiten geperst.

17 17 8:2 PATHOLOGIE ADEMHALINGSSTELSEL Bij aandoeningen, aan de luchtwegen en longen is het heel belangrijk pluis en nietpluis, PNP, te herkennen en zo nodig daar naar te handelen. Dit zijn de rode vlaggen: acute dyspnoe; hemoptoë; plotselinge duizeligheid en/of flauwte; onverklaarbare heesheid en stemverlies; 8:2:1 Kenmerken en onderzoeksmethoden Kenmerken van de ademhaling: frequentie: is afhankelijk van leeftijd. Pasgeborenen ademen ongeveer 30x per minuut en volwassenen ongeveer 16 tot 20x per minuut. Dit is één ademhaling op 4 hartslagen. o Tachypnoe (tachy = snel pnoia = adem) is een toename van de frequentie. Komt voor bij: spierarbeid, koorts en hartziekten. o Bradypnoe (brady = langzaam) een afname van de frequentie. Komt voor bij: verhoogde druk in schedel, zoals bij hersentumoren, bloedingen in de schedel en hersenvliesontsteking; beschadiging van het ademcentrum. in en uitademing: deze kunnen normaal verlopen of bemoeilijkt zijn. Dyspnoe is kortademigheid (dys = moeilijk, of slecht). Dit kan veroorzaakt worden door long- en hartaandoeningen. Deze is verdeelt in: o dyspnoe d`effort, (effort = inspanning) dit is kortademigheid bij (geringe) inspanning. o dyspnoe de repos, (= rust) dan treedt de kortademigheid ook bij rust op. In deze gevallen is de patiënt niet meer in staat inspanning te leveren. Dit is dus een zeer ernstige vorm van kortademigheid. De patiënt kan dan alleen nog rechtop zittend met behulp van alle ademhalingsspieren in- en uitademen, orthopnoe genoemd (ortho = rechtop). Dyspneu is verder onder te verdelen in: o inspiratoire dyspnoe, deze betreft de inademing. De aangezogen lucht kan de grote luchtwegen niet, of onvoldoende passeren. Gaat gepaard met gierend geluid tijdens inademing stridor (= gesis). Ontstaat bij een oorzaak in de bovenste luchtwegen: een tumor in de larynx of trachea; een vreemd voorwerp in de luchtwegen; pseudokroep, dit is een virus infectie van de bovenste luchtwegen. Bij een oorzaak buiten de luchtwegen: een tumor die luchtwegen dichtdrukt, bijvoorbeeld in de schildklier. o expiratoire dyspnoe, dit ontstaat vooral als de kleinere luchtwegen vernauwd zijn zoals bij: astma (astma bronchiale), (astma = benauwdheid), het kost moeite de ingeademde lucht weer uit te ademen; stridor: is geluid tijdens de ademhaling. Deze geluiden zijn bijna altijd afkomstig van de luchtwegen. Als er sprake is van een vernauwing, moet de lucht door een nauwe

18 18 opening worden gezogen of geperst. Dit geeft aanleiding voor bijgeluiden. Deze kunnen zowel bij de in- als bij de uitademing voor komen: o inspiratoire stridor: geluid bij de inademing. Hierbij moet de oorzaak gezocht worden in het bovenste deel van de onderste luchtwegen, de: trachea,( luchtpijp) en larynx, (strottenhoofd). o Tijdens de inademing wordt de lucht hier snel langs gezogen, door de werking van het diafragma, (middenrif). Dit gaat bij een vernauwing gepaard met geluid. o De uitademing is een passief gebeuren, de spieren ontspannen en dan is er geen geluid. Een voorbeeld hiervan is: pseudokroep, dit is een virale ontsteking in de buurt van de stembanden: Komt meest voor bij kinderen ze blaffen als een zeehond. Door de ontsteking zwellen de slijmvliezen in de larynx op. (Gewone kroep is vorming van een wit beslag in de luchtwegen. Dit kan tot verstikking leiden.) vergrote schildklier die uitbocht in de luchtpijp. o expiratoire stridor: geluid bij de uitademing. Hierbij moet de oorzaak gezocht worden in de kleine luchtpijpvertakkingen, diep in de longen. Meest bekende voorbeeld hiervan is astma bronchiale. Door de vernauwingen van de spiertjes om de bronchioli kan de lucht zich slecht naar buiten verplaatsen. Normaal zijn de spiertjes tijdens de inademing iets wijder dan tijdens de uitademing, samen met de ziekelijke vernauwing van deze spiertjes kan de lucht uit de alveolen heel slecht naar buiten. Dit veroorzaakt een piepende en fluitende uitademing. Op den duur kan bij een astma aanval ook een inspiratoire stridor ontstaan. gelijkmatigheid en diepte: o Ademhaling van Kussmaul, dit is een zeer ernstige diepe ademhaling veroorzaakt door een coma diabeticum (bij een te hoog bloedsuiker, dus te weinig insuline). Dit is een zeer diepe gelijkmatige ademhaling. Ontstaat door stijging van de zuurgraad van het bloed (daling ph), het lichaam probeert door extra koolzuurgas af te voeren de zuurgraad te laten dalen. o Ademhaling van Cheyne Stokes, deze bestaat uit een vlugge in frequentie toenemende ademhaling afgewisseld met adempauzes van een halve tot driekwart minuut. Ontstaat bij: slecht functionerend ademcentrum, als dit te weinig zuurstof krijgt: Treedt vaak op in het stervensproces. bij kleine kinderen door onrijpheid van ademcentrum. ademstilstand, apnoe genoemd. Dit is een zeer ernstige toestand en als er niet snel ingegrepen wordt volgt de dood. Voor een goede longfunctie zijn ventilatie, diffusie en circulatie van belang. Ventilatie wordt aangepast aan behoefte. Dit is het zich kunnen vullen van de longen met lucht. Diffusie is de uitwisseling van stoffen. Circulatie is de bloedsomloop in de longen. Een alveoli functioneert optimaal wanneer ventilatie, circulatie en diffusie op elkaar zijn afgestemd.

19 19 Onderzoeksmethoden Door middel van: bloedgasanalyse; sputum onderzoek; bepaling van de capaciteit van de longen; bepaling van de functie van de longen; radiodiagnostiek; endoscopisch onderzoek: Dit is met een flexibele slang in een orgaan kijken; invasief onderzoek: Hierbij onderzoekt men door de huid of de slijmvliezen een orgaan. Bloedgasanalyse Bepaling van zuurstof en koolzuurgehalte van het arteriële bloed: zuurgraad, ph: o Daling ph: bij een hoog kooldioxidegehalte: Door onvoldoende diepte van de ademhaling. o Stijging ph: te laag kooldioxidegehalte: Bij een overmatige afvoer van koolzuur, zoals bij hyperventilatie. kooldioxidegehalte CO 2: o maakt duidelijk of ademhaling adequaat is: bij sufheid is er een verminderde ademhaling; veroorzaakt stijging van het kooldioxidegehalte in het bloed. zuurstofgehalte O 2: o te laag zuurstofgehalte, meestal gevolg van stoornis in de longwerking: bijvoorbeeld in de diffusie van zuurstof vanuit alveolen naar de longcapillairen. zuurstofsaturatie: dit is het percentage hemoglobine dat met O 2 beladen is: o normaal 95 tot 100%, te laag % kan ontstaan door: inadequate ademhaling; inadequate bloedsomloop en/of hartwerking; stoornis in overdracht O 2 uit alveolen aan bloed. Sputum Een gezond persoon produceert in de luchtwegen voortdurend slijm, dat voor 90% uit water bestaat. Dit slijm wordt met de micro-organismen afgevoerd door de trilharen en in de keel doorgeslikt. Als dit slijm door verschillende ziekte veranderingen ondergaat spreekt men van sputum. Dit wordt opgehoest. Dit gebeurt bij een luchtweginfectie, zoals longontsteking of bronchitis. Met het blote oog kan men onderscheid maken in de samenstelling van het sputum, zoals waterig, slijmerig, slijmerig-etterig en bloederig sputum. Het kan taai of schuimachtig van samenstelling zijn. Het heeft kenmerkende kleur- en samenstellingsaspecten behorende bij de specifieke luchtwegaandoeningen, zoals bij: astma is het taai; longoedeem schuimachtig, bloederig; helderrood bij een longinfarct; een bacteriële infectie geel/groen; een longontsteking, roestkleurig, door fijne bloedbijmenging; bronchitis kan het wit zijn maar ook geel/groen gekleurd, als er sprake is van een bacteriële infectie. Bij verder onderzoek met een microscoop zijn bacteriën, schimmels, parasieten en tumorcellen zichtbaar. Leukocyten (witte bloedcellen) in het sputum geven informatie over het eventueel bestaan van een allergie, of ontsteking.

20 20 Meting longcapaciteit en longfunctie Spirometer is een hulpmiddel om de ademhaling te meten, het is een apparaat waar iemand in blaast. Totale in en uitgeademde lucht wordt gemeten en ook de snelheid hiervan. Kan ook van elke long afzonderlijk gemeten worden. Normale ademhaling in rust wordt ongeveer 0.5 liter lucht per ademhaling in geademd: o Ademvolume AV: circa 0.15 liter blijft in grotere luchtwegen achter; 0.35 liter komt in alveolen terecht Een extra diepe ademhaling geeft 2.5 liter extra lucht: o inspiratoir reserve lucht IRV: dit geeft dus totaal 3 liter lucht, deze wordt bij volgende ademhaling weer uitgeademd. Een extra diepe uitademing na gewone uitademing, is 1.5 liter extra: o expiratoir reserve volume ERV: longen zijn dan nog niet leeg, dit is het residuaal volume RV. Maximale hoeveelheid lucht die iemand kan gebruiken om te ademen is: o vitale capaciteit VC: dit is reservelucht bij inademing; en reservelucht bij uitademing; plus de normaal in en uit geademde lucht; AV + ERV + IRV = VC ongeveer 3.5 tot 5 liter, is bij een man meer dan bij een vrouw. Lucht die achter blijft na de maximale uitademing rest of: o residuaal volume RV ongeveer 1 liter: Dit is niet direct te meten door spirometer maar door een speciaal gas te laten inademen, gemeten wordt hoe dit gas zich verdunt in de longen. Totale hoeveelheid lucht die de longen kunnen bevatten is: o totale longcapaciteit TLC: o Dit is de lucht die je maximaal kunt gebruiken per ademhaling. o Plus de lucht die achter blijft in de longen. VC + RV = TLC ongeveer 4.5 tot 6 liter.

21 21 Naast bepalen van de longfunctie kan ook worden onderzocht of de longen voldoende functioneren. Hiervoor is van belang de FEV forced expiratory volume. Dit is de maximale hoeveelheid lucht die in 1 seconde kan worden uitgeblazen. o FEV is verminderd bij allerlei ziekten van de longen zoals bij emfyseem; tijdens een astma aanval is deze tijdelijk verminderd. Diffusie capaciteit hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid zuurstof, die vanuit de lucht in de alveolen, in het bloed en in de capillairen rond de alveolen, terecht komt. o Bij te lage zuurstofspanning wordt zuivere zuurstof toegediend en gekeken hoe de zuurstofspanning stijgt. o Hieruit kan worden afgeleid hoe het met de diffusie gesteld is. Radiodiagnostiek Dit is beeldvormend onderzoek door: Röntgenstralen, thoraxfoto; CT scanning: o Met computer bewerkte foto`s n dunne dwarsdoorsneden van de thorax. Bronchografie: o Onderzoek na inspuiten van contrastvloeistof. MRI, magnetic resonance imaging: o Door gebruik van zeer sterk magneetveld worden zeer sterk gedetailleerde afbeeldingen gemaakt. Endoscopie Dit is het aan de binnenkant bekijken van een orgaan of lichaamsholte met een flexibele, of starre buis. Bij de longen is het een bronchoscopie. Er kan dan ook een biopt genomen worden, dit is het weghalen van een stukje weefsel voor microscopisch onderzoek. Invasief onderzoek Invasief is door een opening in de huid. Belangrijkste is thoracoscopie, hierbij wordt door een dunne buis in de longen gekeken en kan een biopt genomen worden. 8:2.2 Aandoeningen aan de luchtwegen Hoesten Hoesten is bijna altijd reflectorisch, maar kan door de wil worden gecontroleerd. Er wordt onderscheid gemaakt in een: productieve hoest: o Het doel van deze hoest is prikkelende stoffen, schadelijke voorwerpen, overtollig slijm en andere ontstekingsproducten uit de luchtweg te krijgen. niet productieve hoest: o Hierbij is sprake van een prikkelhoest, waarbij de luchtwegen gevoeliger zijn dan normaal en het inademen van lucht al tot hoesten kan leiden. o o Hierbij wordt (meestal) geen sputum geproduceerd. Deze hoest komt nogal eens voor als door een virusinfectie het trilhaarepitheel is beschadigd.

22 22 8:2.2.1 Neus en larynx Neus Rhinitis (rhinos = neus itis is een achtervoegsel met betrekking tot een ontsteking) is een acute ontsteking het neusslijmvlies, het ontstaat meestal door een verkoudheid. De bekendste rhinitis is de gewone neusverkoudheid. Deze wordt meestal door het rhinovirus veroorzaakt. Het beschadigt het slijmvlies van de neus, waardoor ontstekingsverschijnselen optreden. Dit veroorzaakt zwelling, de verstopte neus. De slijmproducerende klieren worden nog eens extra aangezet tot met aanmaken van vocht, de loopneus. Prikkeling door dit vocht veroorzaakt het niezen. Meestal neemt de verkoudheid na één of meer dagen af, maar dan kan er ook een gelige of groene afscheiding ontstaan. Dit is het gevolg van een secondaire bacteriële infectie, die gemakkelijk kan ontstaan omdat het trilhaarepitheel door het virus beschadigd is. Vanuit de neus kan als complicatie een infectie optreden, zoals: faryngitis ontsteking van de keelholte; sinusitis ontsteking van de bijholten: o sinus maxillaris; o sinus frontalis; o sinus ethmoidalis. otitis media een middenoorontsteking (ot = woordverbinding mbt oor) deze kan via de buis van Eustachius ontstaan. 1: Uitwendig oor 2: Buis v Eustachius 3: Neusholte 4: Keelholte 5: Luchtpijp 6: Slokdarm Ontsteking neusslijmvlies kan ook op een allergische reactie berusten, zoals bij hooikoorts. De verschijnselen lijken op een infectie maar er komt geen virus aan te pas. Kenmerken zijn ook een loopneus door slijmvorming. Neuspoliepen zijn week gesteelde zwellingen van het slijmvlies in de neus. Allergische reactie neuspoliepen

23 23 Larynx Acute of chronische laryngitis Meestal veroorzaakt door een virus, vaak in combinatie met een verkoudheid. Komt ook veel voor bij de mensen die veel roken of hun stem overmatig gebruiken. Een aandoening aan de stembanden veroorzaakt heesheid. Een tumor op stembanden en in de larynx Deze kan goed- of kwaadaardig zijn. Een papilloom is een goedaardige (benigne) tumor van het epitheel van de stembanden. (Een papilloom is meestal een goedaardig gezwel van de huid of de slijmvliezen). Er kunnen ook poliepen op de stembanden voorkomen. Een kwaadaardige tumor, een carcinoom, van de larynx komt voor namelijk voor bij mannen en is gewoonlijk op de stembanden gelokaliseerd, meestal is heesheid het eerste verschijnsel. Op den duur groeit het carcinoom infiltratief (is het doordringen van weefsel) in de larynxwand en ontstaan er metastasen (uitzaaiingen) in de halsklieren. Therapie is bestralen of verwijderen, dit laatste vooral bij een groter Carcinoom larynx tracheacanule carcinoom. De ademhaling vindt dan plaats door een tracheotomieopening. Een verlamming van de stembanden is het gevolg van beschadiging van de zenuw de nervus laryngus recurrens. Dit kan één, of beide stembanden betreffen. 8:2.2.2 Aandoeningen aan trachea en bronchiën Tracheïtis Dit is een ontsteking van de trachea, als deze ook in de bronchiën voorkomt is het een tracheobronchitis. Wordt meestal veroorzaakt door micro-organismen, zoals virussen en bacteriën en komt vooral voor bij kinderen. Verschijnselen zijn hoesten en pijnlijke keel er kan ook een vernauwing optreden waardoor ze bij de ademhaling een hoog piepend geluid geven, een stridor (= gesis). Bij volwassenen is de ziekte minder ernstig. Bronchitis Bronchitis is een algemene term voor ontsteking van de luchtwegen, de bronchiën. Er is een acute- en een chronische vorm. Acute bronchitis Acute bronchitis is een ontsteking van de grote luchtpijpvertakkingen, de bronchi en treedt vaak op als gevolg van een infectieziekte. Bekende voorbeelden zijn influenza (griep) en verkoudheden. Het verschil met een gewone verkoudheid en bronchitis is het verschil in gradatie en locatie. Bronchitis wordt, net als verkoudheid en griep, bijna uitsluitend door virussen veroorzaakt. De kinkhoestbacil is de voornaamste bacteriële verwekker. Doordat het opgenomen is in het vaccinatieprogramma, komt dit nog maar zelden voor. Ook rook en schadelijke dampen kunnen een acute bronchitis veroorzaken. Dergelijke gevallen doen zich bijvoorbeeld voor bij een explosie of het drinken van schadelijke stoffen, zoals terpentine, petroleum of lampolie.

24 24 COPD Chronisch obstructive pulmonary disease COPD is een chronische voortdurende vernauwing van de luchtwegen. Het is een chronische aandoening waarbij de longfunctie achteruit gaat, veelal als gevolg van roken. De ziektebeelden die hieronder vallen zijn chronische bronchitis en longemfyseem. Lange tijd werd het begrip CARA (Chronische Aspecifieke Respiratoire Aandoeningen) gehanteerd om de ziektebeelden Astma en COPD aan te duiden. Het is echter de laatste jaren steeds duidelijker geworden dat het gaat om twee aandoeningen, die verschillende kenmerken hebben en die ook verschillende ontstaanswijze hebben. Ook voor de behandeling is het van belang onderscheid te maken tussen beide aandoeningen. De drie chronische aandoeningen van de luchtwegen zijn: astma; chronische bronchitis; longemfyseem. De laatste twee vallen onder de term COPD. De drie aandoeningen hebben als gezamenlijk kenmerk dat de luchtwegen vernauwd zijn. Bij astma kan dat sterk wisselen, terwijl bij chronische bronchitis en emfyseem de vernauwing meer een chronisch karakter heeft. De klachten treden bij deze aandoeningen, dagelijks of zeer regelmatig op, afhankelijk van de ernst van de aandoening. Naast de gezamenlijke kenmerken veroorzaakt elk van deze aandoeningen een specifiek klachten patroon: Zo is de benauwdheid bij astma sterk wisselend. Chronische bronchitis kenmerkt zich vooral door hoesten en slijm opgeven, maar ook benauwdheid kan voorkomen, maar deze zijn minder wisselend dan bij astma. En vooral longemfyseempatiënten kampen bij de geringste inspanning met een tekort aan lucht. Chronische bronchitis Chronische bronchitis is een aandoening van de luchtwegen die vaak dagelijks klachten geeft in de vorm van, hoesten, slijm opgeven en benauwdheid. De klachten zijn het gevolg van afwijkingen in de luchtwegen, die vaak ontstaan na het roken van sigaretten. Soms uiten de eerste klachten zich als een hoestje dat is blijven hangen na een verkoudheid of griep. Geleidelijk, meestal na het 40 e jaar, wordt er meer gehoest en bovendien wordt er ook slijm opgeven. Eerst alleen `s morgens, echter geleidelijk verandert dat in een hardnekkige ochtendhoest, die meteen na het opstaan begint en meestal gepaard gaat met het opgeven van taai, helder slijm. Na dit ochtendtoilet zijn er aanvankelijk overdag weinig problemen. Na verloop van tijd gaat dit veranderen, dan treden de hoestbuien en het opgeven van slijm ook overdag op. Bij sommige mensen zijn en blijven dit de enige symptomen van chronisch bronchitis. Behalve het hoesten en slijm opgeven hebben ze verder weinig klachten. Als ze het slijm uitgehoest hebben, kunnen ze weer vrij ademhalen. Anderen hebben naast deze klachten meerdere keren per jaar luchtweg infecties. Chronische bronchitis kan echter ook ander vormen aannemen, naast de gebruikelijke hoest en slijmproblemen kan er ook kortademigheid optreden.

25 25 Bij mensen die alleen hoesten en slijm opgeven spelen de problemen zich vooral af in de grote luchtwegen, zoals de luchtpijp en de hoofdvertakkingen daarvan. De klachten worden voornamelijk veroorzaakt, doordat de slijmvormende klieren in aantal en grootte toenemen. Daardoor wordt meer slijm gemaakt dan normaal. De trilhaartjes, die er voor moeten zorgen dat het slijm afgevoerd wordt richting keelholte, raken door het roken sterk beschadigd of zijn soms helemaal verdwenen. Waar ze nog overgebleven zijn kunnen ze door het taaie slijm nauwelijks bewegen. Het normale slijmafvoer schiet dus tekort en het hoesten is dan nog de enige manier om het slijm uit de longen te krijgen. Door het overtollige slijm kunnen benauwdheidklachten ontstaan, maar is het slijm eenmaal opgehoest zijn deze klachten meestal verdwenen. Als de chronische bronchitispatiënt naast het hoesten en slijm opgeven ook benauwd is heeft de sigarettenrook ook de kleine luchtwegen aangetast. Deze zijn daardoor gevoeliger voor gassen, dampen, temperatuursinvloeden enz. De luchtwegen zien er vaak door ontstekingen rood en gezwollen uit. Ze zijn vaak sterk beschadigd en sommige vernauwd of afgesloten door littekenweefsel. Een deel van de trilharen is vervangen door slijmvormende cellen, metaplastisch plaveiselepitheel, (meta = verandering, plastisch = vormen, denk aan metamorfose), dus het omvormen van dit epitheel, zodat het beter bestand is tegen deze prikkels. Dit proces is reversibel, als de prikkel ophoudt kan het normale epitheel weer terug komen. Bij aanhouden van de prikkel kan hieruit een precarcinomateuze afwijking ontstaan. Bronchiëctasieën Dit zijn uitgerekte bronchi, die gelijkmatige of onregelmatige verwijdingen kunnen vertonen. In verreweg de meeste gevallen ontstaan ze na ontstekingen, hierbij verslapt de bronchuswand. Verwijding treedt op door tractie (= trekken) van het bindweefsel, dat bij de genezing van het ontstekingsproces gevormd wordt. Longemfyseem Longemfyseem is een aandoening van de longen waarbij zowel, de luchtwegen, de longblaasjes, als het steunweefsel, waarin de luchtwegen en de longblaasjes zijn opgehangen, zijn aangetast. Het steunweefsel vormt als het ware het raamwerk of geraamte van de long. (Wordt verder behandeld bij de longen). Dit alles heeft tot gevolg dat de lucht in de kleine luchtwegen minder gemakkelijk in en uit stroomt. Het ademhalen kost dan ook aanmerkelijk meer moeite. Bij één op de twee rokers ontwikkelen zich in meer of mindere mate chronische bronchitis klachten.

26 26 Dit is niet allen een kwestie van het aantal sigaretten per dag, maar ook van de aanleg die daar voor aanwezig is. Zo blijken de luchtwegen van kinderen, die passief meeroken en vrouwen, gevoeliger te zijn dan die van mannen. Het wonen in een industrieel gebied vergroot bovendien de kans om deze aandoening te krijgen. Daarnaast lopen mensen met gevoelige luchtwegen, zoals bij astmapatiënten het geval is, extra risico om chronische bronchitis en longemfyseem te krijgen, als ze gaan roken. De longfunctie daalt sterk in de loop der jaren. Astma Het belangrijkste kenmerk van astma zijn aanvallen van benauwdheid. Deze worden veroorzaakt door een overmatige sterke reactie van de kleine luchtwegen, voor een groot aantal stofjes, prikkels en invloeden. Dit is hyperactiviteit. Mensen met dergelijke overgevoelige luchtwegen reageren veel sterker op chemische luchtjes, zoals verflucht, sigarettenrook, parfum en dergelijke dan normaal. Maar ook inspanningen, wisselingen van het weer, griepinfecties, temperatuursveranderingen, emoties en spanningen kunnen tot luchtwegproblemen aanleiding geven. Mensen met chronische bronchitis en longemfyseem kunnen ook last hebben van overgevoelige luchtwegen, maar meestal niet zo uitgesproken als bij astma. Overgevoeligheid voor de luchtwegen is vaak aangeboren, de genen bevatten dan kleine schoonheidsfoutjes. Hierdoor trekken de luchtwegen wat eerder samen, als ze met bepaalde stoffen etc. worden geconfronteerd.

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.

Nadere informatie

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte 16-9-2014. Bouw algemeen Van binnen naar buiten

Ademhalingsorganen/luchtwegen. Ademhaling. De neus. De neus. De keelholte. De keelholte 16-9-2014. Bouw algemeen Van binnen naar buiten Ademhaling Lesstof Beauty Level Basics 2 Blz. 132-141 Ademhalingsorganen/luchtwegen algemeen Van binnen naar buiten Slijmvlies en trilhaarepitheel Circulair verlopend glad spierweefsel Bindweefsel De neus

Nadere informatie

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden 1 gaswisseling bij dieren Ademhaling: opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Een ander woord voor ademhaling is gaswisseling. Zuurstof is nodig voor de verbranding. Koolstofdioxide komt bij

Nadere informatie

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina

Les 14 Ademhaling 1. Functie luchtwegen / neus. Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina Les 14 Ademhaling 1 Ademhaling, luchtwegen, longen, inspiratie, expiratie, effectiviteit, Va/Q ratio, ademvolumina ANZN 1e leerjaar - Les 14 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 1 cavum nasi (neusholte)

Nadere informatie

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof

> waterdamp < zuurstof Aan ingeademde lucht = stikstof Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding? Brandstof: Stof die verbrandt Energie: Komt vrij tijdens verbranding --> Beweging, Warmte, Licht Verbrandingsproducten: De stoffen die ontstaan

Nadere informatie

Respiratie 1. Wat is respiratie. Respiratie bij de cel Functie en bouw van de luchtwegen

Respiratie 1. Wat is respiratie. Respiratie bij de cel Functie en bouw van de luchtwegen Respiratie 1 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 1+2 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Wat is respiratie Het proces van gasuitwisseling tussen een organisme en zijn omgeving.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door Y. 1221 woorden 23 oktober 2014 5,9 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1 De verbranding van een kaars Brandstof: stof

Nadere informatie

HET ADEMHALINGSSTELSEL

HET ADEMHALINGSSTELSEL HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken

Nadere informatie

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie)

Verbranding bij een kaars: kaarsvet + zuurstof --> water+ koolstofdioxide (+ energie) Samenvatting door S. 894 woorden 27 januari 2014 9,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zie bijlage (rechts) voor de afbeeldingen. Biologie Samenvatting Hoofdstuk 1 1. Wat is verbranding?

Nadere informatie

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling Gaswisseling Ademhaling Het lichaam heeft energie nodig, die door de aerobe dissimilatie wordt geleverd. Voor verbranding hebben de cellen zuurstof nodig. Na de verbranding geven de cellen koolstofdioxide

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Antwoorden door een scholier 1481 woorden 26 februari 2005 6 79 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 practicum 1 de vlam die gaat uit als ik het potje over de kaars heen zet

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling Samenvatting door een scholier 1370 woorden 8 juni 2011 5,6 79 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3.1 Wat is verbranding? Bij

Nadere informatie

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld

5,2. bs.1 Verbranding. bs 2 Ingeademde en uitgeademde lucht. Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1756 woorden 7 november 2009 5,2 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Hoofdstuk 2 Verbranding en ademhaling bs.1 Verbranding Wat is verbranding?

Nadere informatie

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets Gaswisseling Samenvatting voor de toets Inhoudsopgave Gaswisseling bij verschillende diergroepen Ademhalingsstelsel Route van ingeademde lucht Longblaasjes en haarvaten Huig en strotklepje Ribademhaling

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting door Babette 935 woorden 2 november 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1 Brandstof : de stof die verbrandt Verbrandingsproducten:

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld

5,9. Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2073 woorden 16 juli 2001 5,9 68 keer beoordeeld Vak Biologie Dit biologiewerkstuk gaat over longziekten en speciaal over taaislijmziekte. Dit is naar aanleiding van de video

Nadere informatie

Les 15 Ademhaling 2. Ademhalingsstimulatie

Les 15 Ademhaling 2. Ademhalingsstimulatie Les 15 Ademhaling 2 Ademhalingstimulatie,cyanose, stridor, dyspnoe, hoesten, hyperventilatie ANZN 1e leerjaar - Les 15 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Ademhalingsstimulatie Ventilatiebehoefte wordt

Nadere informatie

1. Anatomie en fysiologie van de neus

1. Anatomie en fysiologie van de neus 1. Anatomie en fysiologie van de neus Anatomie De neus bestaat uit bot, kraakbeen en vet. Het septum scheidt beide neusgaten. De buis van Eustachius verbindt de neus met de oren. Het gehemelte scheidt

Nadere informatie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven

Nadere informatie

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning COPD en longproblematiek Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning De luchtwegen Hogere luchtwegen (Mond, keel, neus) Slijmvlies zorgt voor bevochtiging v/d lucht en het binden van stofdeeltjes Lagere

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Ademhaling

Samenvatting Biologie Ademhaling Samenvatting Biologie Ademhaling Samenvatting door een scholier 2295 woorden 14 februari 2005 5,7 251 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie H2 ademhalen. Het begrip ademhalen heeft 2 betekenissen: het

Nadere informatie

HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO

HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL Docent: A. Sewsahai HAVO Doelsstellingen De student moet de verschillen kunnen noemen tussen gaswisseling in de lucht en gaswisseling in het water

Nadere informatie

Astma / COPD-dienst Geldrop

Astma / COPD-dienst Geldrop Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,

Nadere informatie

5,5. Verslag door A woorden 2 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1 : Wat is verbranding?

5,5. Verslag door A woorden 2 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1 : Wat is verbranding? Verslag door A. 2709 woorden 2 maart 2014 5,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 : Wat is verbranding? Een auto kan rijden doordat er in de motor benzine wordt verbrand,

Nadere informatie

Astma/COPD Dienst Geldrop

Astma/COPD Dienst Geldrop Astma/COPD Dienst Geldrop Wat is astma en COPD? Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. Wanneer de luchtwegen overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels reageren door het samentrekken

Nadere informatie

Wat is COPD? 1 van

Wat is COPD? 1 van Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen

Nadere informatie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2, Verbranding en ademhaling

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2, Verbranding en ademhaling Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2, Verbranding en ademhaling Antwoorden door een scholier 2415 woorden 16 juni 2004 7 1179 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou De opdrachten van de basisstoffen.

Nadere informatie

ASTMA,COPD, ADEMHALING TREFWOORDEN:

ASTMA,COPD, ADEMHALING TREFWOORDEN: ASTMA,COPD, ADEMHALING TREFWOORDEN: ZUURSTOFSPANNING, KOOLZUURSPANNING, ZUURGRAAD EN DE ONDERLINGE RELATIE In het bloed zijn zuurstof en koolzuurgas opgelost. De hoeveelheid opgeloste zuurstof in het bloed

Nadere informatie

vwo gaswisseling en ademhaling 2010

vwo gaswisseling en ademhaling 2010 vwo gaswisseling en ademhaling 2010 Machinale kunstmatige beademing Machinale kunstmatige beademing wordt toegepast als een patiënt, bijvoorbeeld tijdens of na narcose, niet zelf kan ademhalen. De principes

Nadere informatie

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Respiratie NExCOB scholing 15 16 december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist Ton.Haans@radboudumc.nl Inhoud Bouw en functie van de longen; Diffusie Ventilatie Perfusie Doderuimte ventilatie en shunting

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 1512 woorden 3 mei 2005 5,8 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1 Het

Nadere informatie

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer?

Luchtwegen en. ademhaling: hoe zit het ook alweer? Luchtwegen en En bij het kind? ademhaling: hoe zit het ook alweer? Drs. Corine Vollbehr Docent anatomie/fysiologie bij de UMCUtrecht Academie 1 Aan de orde komen: Korte herhaling van - anatomie van luchtwegen

Nadere informatie

Maatschap Keel-, Neus-, en Oorheelkunde. Brok in de keel

Maatschap Keel-, Neus-, en Oorheelkunde. Brok in de keel Maatschap Keel-, Neus-, en Oorheelkunde Algemeen Deze folder geeft u informatie over een brok in de keel. Diaconessenhuis Leiden Klachten Een brokgevoel in de keel komt vaak voor. Veel mensen zijn hierover

Nadere informatie

Astma / COPD-dienst Geldrop

Astma / COPD-dienst Geldrop Astma / COPD-dienst Geldrop Wat is astma en COPD Astma is een ontsteking aan de luchtwegen. De luchtwegen reageren overgevoelig op (allergische of niet-allergische) prikkels door het samentrekken van luchtwegspiertjes,

Nadere informatie

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1

Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1 Samenvatting door een scholier 2022 woorden 18 maart 2007 6.5 100 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Ademhaling Hier boven zie je het ademhalingsstelsel van de mens. Bij

Nadere informatie

brok in de keel patiënteninformatie Mogelijke klachten

brok in de keel patiënteninformatie Mogelijke klachten patiënteninformatie brok in de keel Vanwege het gevoel van een brok in de keel bent u bij de KNO-arts geweest. Wat kunnen oorzaken zijn van dit gevoel? Welke onderzoeken zijn mogelijk? Dat en meer leest

Nadere informatie

Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog

Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog -Art Humero-ulnaris: scharnier Flexie-extensie -Art Humero-radialis: anatomische kogel Flexie-extensie, rotatie, ab-ad niet door ulna -Art Radio-ulnaris proximalis:

Nadere informatie

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder

Nadere informatie

1. We ademen om te leven

1. We ademen om te leven 1. We ademen om te leven Net als alle levende wezens hebben wij energie nodig om te leven. De spijsvertering zorgt ervoor dat ons lichaam de voedingsstoffen opneemt. De bloedsomloop brengt die stoffen

Nadere informatie

HET ADEMHALINGSSTELSEL

HET ADEMHALINGSSTELSEL HET ADEMHALINGSSTELSEL INLEIDING Gasgeleidingsstelsel Gasuitwisselingsstelsel Tractus respiratorius Fibrose Tracheostomie Mucoviscidose Immobiele cilla syndroom I. ALGEMENE BOUW A. Epitheel Respiratoir

Nadere informatie

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ademhalingsstelsel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73603 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Ademhalingsstelsel vmbo-b34

Ademhalingsstelsel vmbo-b34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 july 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/73603 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Brokgevoel in de keel

Brokgevoel in de keel Keel-, Neus- en Oorheelkunde Patiënteninformatie Brokgevoel in de keel U ontvangt deze informatie, omdat u last heeft van een brokgevoel in uw keel. Hierin kunt u lezen wat de oorzaken hiervan kunnen zijn

Nadere informatie

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak. Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO

Nadere informatie

Snurken Oorzaken en behandeling. Maatschap KNO IJsselland Ziekenhuis

Snurken Oorzaken en behandeling. Maatschap KNO IJsselland Ziekenhuis Snurken Oorzaken en behandeling Maatschap KNO IJsselland Ziekenhuis Inleiding Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over oorzaken en behandeling van snurken. Als u recent voor deze aandoening

Nadere informatie

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een Infectieuze tracheobronchitis is de medische term die een groep van besmettelijke, respiratoire (luchtweg) aandoeningen

Nadere informatie

Wat bevordert het snurken

Wat bevordert het snurken Snurken Inleiding Deze folder geeft u informatie over oorzaken en behandeling van snurken. Als u recent voor deze aandoening bij een keel-, neus- en oorarts (kno-arts) bent geweest, dan kunt u in deze

Nadere informatie

Logopedie bij stemproblemen: wat nu?

Logopedie bij stemproblemen: wat nu? Logopedie bij stemproblemen: wat nu? Inleiding U bent verwezen naar de logopedist in verband met stemproblemen. Deze leert u een juiste spreek- en ademtechniek aan zodat de stemklachten verminderen. Deze

Nadere informatie

maakt uw luchtwegen van binnenuit vrij

maakt uw luchtwegen van binnenuit vrij maakt uw luchtwegen van binnenuit vrij bij problemen met hoesten met vastzittend slijm Nieuw! U heeft het flink te pakken: last van een verkoudheid, vastzittend slijm en problemen met ophoesten? Wilt u

Nadere informatie

De longverpleegkundige

De longverpleegkundige De longverpleegkundige Algemeen U bent door uw longarts verwezen naar de longverpleegkundige. Een longverpleegkundige is een verpleegkundige, die zich heeft gespecialiseerd in astma en COPD (chronische

Nadere informatie

Wat is astma? Longgeneeskunde

Wat is astma? Longgeneeskunde Wat is astma? Longgeneeskunde Inhoudsopgave WAT IS ASTMA? 4 Een nieuwe naam 4 Hoe werken de luchtwegen? 5 Ontsteking van de luchtwegen 7 Verschil met longontsteking 7 Soorten klachten 8 Aanvallen en periodes

Nadere informatie

Longvolumes en capaciteit

Longvolumes en capaciteit Longvolumes en capaciteit Meten van het longvolume is een instrument om de functie van de longen te controleren en onderzoek bij longziekten te doen. De ademhalingscyclus begint bij het uitzetten van de

Nadere informatie

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk K. Cové BDM Ventilation & Respiratory Care Agenda COPD in het kort MyAivo

Nadere informatie

Inleiding Symptomen Werking van de neus

Inleiding Symptomen Werking van de neus VERKOUDHEID 202 Inleiding U komt op de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde, omdat u last heeft van verkoudheid. Verkoudheid is een ontsteking van het slijmvlies in uw neus, bijholten en uw keel. Verkoudheid

Nadere informatie

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Bij mensen kan slechts 1 w h i p l a s h a c c i d e n t langdurige pijn en lijden veroorzaken. De anatomie van de hond is fundamenteel gelijk aan

Nadere informatie

Thoracoscopie/ thoracotomie bij kinderen

Thoracoscopie/ thoracotomie bij kinderen Thoracoscopie/ thoracotomie bij kinderen I In overleg met uw behandelend specialist is besloten tot opname van uw kind op een van de verpleegafdelingen van het Radboudumc Amalia kinderziekenhuis.. Op deze

Nadere informatie

Fysiologie les 7. Herhalen Lymfestelsel:

Fysiologie les 7. Herhalen Lymfestelsel: Herhalen Lymfestelsel: Fysiologie les 7 Lymfe ontstaat in het weefsel, weefselvocht (plasma zonder plasmaeiwitten) lekt de lymfecapillairen in. Deze komen samen in grotere lymfe vaten. Meerdere lymfevaten

Nadere informatie

THEMA 6 Gaswisseling EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk

THEMA 6 Gaswisseling EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Uitademing meten Bij een onderzoek naar de conditie van een aantal leerlingen wordt gemeten hoeveel lucht ze kunnen uitademen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een spirometer.

Nadere informatie

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN BENAUWDHEID BIJ KINDEREN 1009 Inleiding Uw kind heeft last van terugkomende benauwdheidaanvallen. Dit kan astma genoemd worden of, als uw kind nog erg jong is, bronchiale hyperreactiviteit. Wij kunnen

Nadere informatie

Respiratie 3. Functie en bouw van de luchtwegen

Respiratie 3. Functie en bouw van de luchtwegen Respiratie 3 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 5+6 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 De totale dode ruimte is in rust kleiner dan bij inspanning. De anatomische dode

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team zondag, 31 oktober 2010 00:00 - Laatst aangepast zondag, 31 oktober 2010 14:56

Geschreven door Diernet Team zondag, 31 oktober 2010 00:00 - Laatst aangepast zondag, 31 oktober 2010 14:56 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Rhinitis is een ontsteking van de slijmvliezen van de neus. Sinusitis is een ontsteking van de sinussen (de bijholten) of de

Nadere informatie

Inleiding... 1. De longen... 1. Waarom een longoperatie?... 1. Mediastinoscopie... 2. Mediastinotomie... 2. Thoracoscopie... 2

Inleiding... 1. De longen... 1. Waarom een longoperatie?... 1. Mediastinoscopie... 2. Mediastinotomie... 2. Thoracoscopie... 2 Longoperatie Inhoudsopgave Inleiding... 1 De longen... 1 Waarom een longoperatie?... 1 Mediastinoscopie... 2 Mediastinotomie... 2 Thoracoscopie... 2 Zijn er alternatieve behandelingen?... 3 Wat u voor

Nadere informatie

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN BENAUWDHEID BIJ KINDEREN 1009 Inleiding Uw kind heeft last van terugkomende benauwdheidaanvallen. Dit wordt astma genoemd of, als uw kind nog erg jong is, bronchiale hyperreactiviteit. Wij kunnen ons voorstellen

Nadere informatie

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop Welke drie functies zijn van direct levensbelang en hoe noemen we deze functies? Hersenfunctie

Nadere informatie

Snurken. Hinderlijk snurken en pauzes in de slaap van de ademhaling (slaapapneu), de oorzaken en wat ertegen gedaan kan worden

Snurken. Hinderlijk snurken en pauzes in de slaap van de ademhaling (slaapapneu), de oorzaken en wat ertegen gedaan kan worden Snurken Hinderlijk snurken en pauzes in de slaap van de ademhaling (slaapapneu), de oorzaken en wat ertegen gedaan kan worden 2 Uw behandelend arts heeft voorgesteld om vanwege uw snurkklachten een onderzoek

Nadere informatie

Ademhaling: Noorderpoort School voor Gezondheidszorg en Welzijn Opleiding Tandartsassistent Cohort 2017

Ademhaling: Noorderpoort School voor Gezondheidszorg en Welzijn Opleiding Tandartsassistent Cohort 2017 Ademhaling: Noorderpoort School voor Gezondheidszorg en Welzijn Opleiding Tandartsassistent Cohort 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Historie... 3 De luchtwegen... 4 Neusholte... 4 Functies van de neusholte...

Nadere informatie

Antwoordvel Longquiz. Dat geldt zowel iedereen (ongeachte je gezondheid of conditie voor je met oefenen begon)

Antwoordvel Longquiz. Dat geldt zowel iedereen (ongeachte je gezondheid of conditie voor je met oefenen begon) Antwoordvel Longquiz 1. Uit welke onderdelen bestaan de luchtwegen? a. Neus, mond, luchtpijp, bronchiën, luchtblaasjes b. neus, mond, luchtpijp, bronchiën, luchtblaartjes c. neus, mond, luchtpijp, bronchiën,

Nadere informatie

Pseudokroep bij kinderen

Pseudokroep bij kinderen Pseudokroep bij kinderen Pseudokroep (laryngitis subglottica) is een virale ontsteking van de bovenste luchtwegen. Rond de stembanden en bovenste luchtwegen raken de slijmvliezen ontstoken en zwellen op.

Nadere informatie

Snurken en het Slaapapneusyndroom

Snurken en het Slaapapneusyndroom Slaap Waak Centrum Snurken en het Slaapapneusyndroom Afspraak op het Slaap Waak Centrum Een slaapprobleem of een slaapgerelateerd probleem heeft vaak een brede aanpak nodig. In het Slaap Waak Centrum werken

Nadere informatie

Inleiding De longen Waarom een longoperatie?

Inleiding De longen Waarom een longoperatie? LONGOPERATIE 17815 Inleiding Deze folder geeft u een overzicht over de gebruikelijke gang van zaken bij een longoperatie. Het is goed dat u zich realiseert dat uw situatie kan verschillen van de in deze

Nadere informatie

LONGOPERATIE. Inleiding

LONGOPERATIE. Inleiding LONGOPERATIE Inleiding Deze folder geeft u informatie over de gebruikelijke gang van zaken rond een longoperatie. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Nadere informatie

K.N.O. Stemproblemen bij volwassenen

K.N.O. Stemproblemen bij volwassenen K.N.O. Stemproblemen bij volwassenen Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over stemproblemen bij volwassen personen. Als u recent bij de KNO-arts bent geweest wegens moeilijkheden met uw stem,

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen KNO-heelkunde Stemproblemen bij volwassenen Oorzaken en behandeling van een hese stem U bent bij de KNO-arts geweest i.v.m. stemproblemen. In deze folder informeren wij u over stemproblemen bij volwassen

Nadere informatie

Neusbijholte operatie

Neusbijholte operatie Neusbijholte operatie Inhoudsopgave Inleiding... 1 Neusbijholten... 1 Waarom een operatie aan de neusbijholten... 2 De operatie... 2 Na de operatie... 3 Mogelijke complicaties... 3 Leefregels thuis...

Nadere informatie

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03 Woensdag 3 april 2013 8.45-10.30 Faculteit Biomedische Technologie BSc opleiding Medische Wetenschappen en Technologie Verantwoordelijk docent: C. Bouten Coördinator

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Stemproblemen bij volwassenen 2 Uw behandelend arts heeft voorgesteld om vanwege uw stemklachten een onderzoek en of behandeling door de KNO-arts te laten verrichten. Deze folder geeft u informatie over

Nadere informatie

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan. Herhalingsles Het lichaam Ademhaling Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan. Als we ademen, stroomt er lucht binnen in ons lichaam. Welke weg legt deze lucht af? Vul het schema aan.

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

Wat gebeurt er als je door de mond ademt

Wat gebeurt er als je door de mond ademt KNO Mondademhaling Mondademhaling Veel kinderen met keel-, neus- of oorproblemen ademen constant door de mond. Er zijn zelfs redenen om aan te nemen, dat die KNO-problemen door de mondademhaling worden

Nadere informatie

Brok in de keel. Havenziekenhuis

Brok in de keel. Havenziekenhuis Brok in de keel In deze folder staat beschreven wat een brok in de keel inhoudt en wat hiervan de oorzaak kan zijn. Uw KNO-arts kan de brok in de keel op verschillende manieren onderzoeken. Welke manieren

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen? Fysiotherapie kan u helpen uw conditie op peil te brengen door inspanningstraining

Nadere informatie

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting door K. 1464 woorden 10 december 2012 5,6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 8.1 Het werkt! Hoe werkt je lichaam? Organen: delen van het lichaam

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Keel-, Neus- en Oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe maakt u geluid?... 3 Stemstoornissen... 3 Oorzaken... 3 Ontsteking van de stembanden... 3 Irritatie van

Nadere informatie

Bronchiolitis bij kinderen. Ontsteking van de kleine luchtwegen

Bronchiolitis bij kinderen. Ontsteking van de kleine luchtwegen Bronchiolitis bij kinderen Ontsteking van de kleine luchtwegen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uw kind is opgenomen in het ziekenhuis, omdat het een ontsteking

Nadere informatie

Neusbijholte operatie

Neusbijholte operatie Neusbijholte operatie Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Neusbijholten... 2 3 Waarom een operatie aan de neusbijholten... 3 4 De operatie... 3 5 Na de operatie... 4 6 Nazorg... 4 7 Mogelijke complicaties...

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN

PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN Algemeen Door middel van deze informatiefolder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over logopedie bij stemproblemen. Wij adviseren

Nadere informatie

KNO. Stemproblemen bij volwassenen

KNO. Stemproblemen bij volwassenen KNO Stemproblemen bij volwassenen Stemproblemen bij volwassenen In deze folder vindt u informatie over stemproblemen bij volwassenen. U kunt lezen hoe een stem functioneert en welke stoornissen er zijn.

Nadere informatie

Wat gebeurt er als je door de mond ademt

Wat gebeurt er als je door de mond ademt KNO Mondademhaling Mondademhaling Veel kinderen met keel-, neus- of oorproblemen ademen constant door de mond. Er zijn zelfs redenen om aan te nemen, dat die KNO-problemen door de mondademhaling worden

Nadere informatie

Stemproblemen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Stemproblemen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Stemproblemen U heeft last van stemproblemen en bent verwezen naar het stemspreekuur. In deze folder leest u meer hierover. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Hoe belangrijk

Nadere informatie

OPERATIE AAN DE AMANDELEN Volwassenen FRANCISCUS VLIETLAND

OPERATIE AAN DE AMANDELEN Volwassenen FRANCISCUS VLIETLAND OPERATIE AAN DE AMANDELEN Volwassenen FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding In deze folder staat informatie over ontstekingen aan de amandelen en de behandeling daarvan bij volwassenen. De amandelen Het lichaam

Nadere informatie

LONGGENEESKUNDE. Longontsteking BEHANDELING

LONGGENEESKUNDE. Longontsteking BEHANDELING LONGGENEESKUNDE Longontsteking BEHANDELING Longontsteking U bent in het ziekenhuis opgenomen vanwege een longontsteking. Maar wat is dat precies en wat kunnen we ertegen doen? In deze folder vindt u de

Nadere informatie

Hart anatomie en fysiologie

Hart anatomie en fysiologie Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de

Nadere informatie

De longverpleegkundige

De longverpleegkundige De longverpleegkundige De longverpleegkundige Van uw longarts heeft u de eerste informatie gekregen over uw aandoening en de klachten die daarmee gepaard gaan. Vervolgens heeft de longarts u verwezen naar

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Keel-, Neus- en Oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe maakt u geluid?... 3 Stemstoornissen... 3 Oorzaken... 3 Ontsteking van de stembanden... 3 Irritatie van

Nadere informatie

Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA. Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst

Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA. Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst U krijgt een tracheostoma. In deze folder leest u wat een tracheostoma is en hoe deze wordt

Nadere informatie

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2

Gunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2 Samenvatting door Jacomijn 1410 woorden 20 maart 2018 6,2 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H13 Gaswisseling en uitscheiding 13.1 Ademen Ingeademde lucht bestaat uit:

Nadere informatie

kno specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen

kno specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen kno haarlemmermeer specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen Hoe belangrijk is spreken? Spreken is bij mensen het meest gebruikte communicatiemiddel. In veel beroepen moeten

Nadere informatie

Brokgevoel in de keel

Brokgevoel in de keel Brokgevoel in de keel Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0737 Inleiding U bent bij de kno-arts onder behandeling omdat u een brokgevoel in uw keel heeft. In deze folder leest u algemene informatie

Nadere informatie

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel BOTTUMOREN Om beter te kunnen begrijpen wat een bottumor juist is, wordt er in deze brochure meer uitleg gegeven over de normale structuur van het bot. Op die manier krijgt u een beter zicht op wat abnormaal

Nadere informatie