Goed bestuur in de zorg Informatie over de transparantie-eisen Wet toelating zorginstellingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Goed bestuur in de zorg Informatie over de transparantie-eisen Wet toelating zorginstellingen"

Transcriptie

1 Goed bestuur in de zorg Informatie over de transparantie-eisen Wet toelating zorginstellingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 Goed bestuur in de zorg Informatie over de transparantie-eisen Wet toelating zorginstellingen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Den Haag, februari 2006

3 Voorwoord Beste lezer, Bent u een bestuurder of toezichthouder van een zorginstelling? Dan bevat dit boekje belangrijke informatie voor u. Op 1 januari 2006 is namelijk het Uitvoeringsbesluit Wet toelating zorginstellingen (WTZi) in werking getreden. Dit besluit stelt nieuwe regels voor een transparante bestuursstructuur en een ordelijke bedrijfsvoering van zorginstellingen die verzekerde zorg (Zorgverzekeringswet, AWBZ) leveren. De informatie in deze voorlichtingsbrochure is ook nuttig voor alle anderen die met het bestuur van een zorginstelling te maken hebben, zoals samenwerkende instellingen of cliëntenorganisaties. Een nieuwe wet roept vragen op. Vragen als Voor wie gelden de wettelijke transparantie-eisen WTZi en Wat is het enquêterecht?. De informatie in dit boekje is bedoeld om u zo goed mogelijk antwoord te geven op deze en andere vragen. Want het doel van de WTZi - meer openheid en verantwoording en beter bestuur in de zorg - gaat ons allen aan het hart. Deze voorlichtingsbrochure is gemaakt vanuit vragen die in de praktijk leven. Daarom zijn bestuurders en toezichthouders bij de totstandkoming betrokken. Het ministerie van VWS hoopt dat deze voorlichtingsbrochure mede daardoor de juiste vragen én antwoorden op een handzame wijze verwoordt. Mocht iets niet duidelijk zijn, laat het ons dan weten. Dan kunnen we daar bij een volgende editie rekening mee houden. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst 3 Goed bestuur in de zorg

4 1 Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Wet toelating zorginstellingen van kracht geworden. Deze wet stelt transparantie-eisen aan het bestuur van instellingen in de zorg. I Wat zijn de wettelijke eisen voor goed controleerbaar bestuur? Eisen voor het bestuur: - Zorginstellingen moeten een toezichthoudend orgaan hebben dat de dagelijkse leiding controleert en advies geeft. - Iemand kan niet tegelijk in het toezichthoudend orgaan en de dagelijkse leiding zitten. - Leden van het toezichthoudend orgaan hebben geen directe belangen bij de instelling, bijvoorbeeld als directeur, werknemer, of beroepsbeoefenaar die daar praktijk voert. - De instelling legt schriftelijk en inzichtelijk vast waar het toezichthoudend orgaan over gaat en waar de dagelijkse leiding over gaat. - Is de instelling een stichting of vereniging 1? Dan moet er in de statuten staan dat een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt een enquêteverzoek mag indienen bij de Ondernemingskamer. De instelling kan die bevoegdheid ook aan anderen geven. Eisen voor de bedrijfsvoering: - De instelling heeft op papier staan welke organen welke bevoegdheden hebben voor welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering. - De instelling heeft op papier staan hoe de zorgverlening georganiseerd is, welke andere organisatorische verbanden daarbij helpen en hoe de relatie is met die andere verbanden. Bij wie liggen de verschillende verantwoordelijkheden, taken en beslissingsbevoegdheden? - De zorgactiviteiten van de instelling zijn financieel te onderscheiden van andere activiteiten van de instelling. - In de financiële administratie van de zorginstelling zijn (de bestemming van) de ontvangsten en betalingen goed terug te vinden. Ook is duidelijk wie op welk moment welke verplichtingen voor of namens de instelling is aangegaan. 1 Artikel 344 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek 4 Goed bestuur in de zorg

5 II Voor wie gelden deze wettelijke transparantie-eisen? De transparantie-eisen voor de bestuursstructuur en voor de bedrijfsvoering gelden voor alle organisatorische verbanden die een toelating van de minister van VWS nodig hebben voor de levering van zorg op grond van de Zorgverzekeringswet of AWBZ en voor alle instellingen die op grond van de WTZi als toegelaten zijn aangemerkt: - medisch-specialistische zorg (instellingen in categorie 1 zoals ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra of bepaalde categorale instellingen). - huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding of behandeling (instellingen in de categorieën 16 tot en met 21, dit zijn de meeste AWBZinstellingen, zoals verpleeghuizen en thuiszorginstellingen). - andere organisatorische verbanden die één of meerdere vormen van verzekerde zorg aanbieden (categorieën 2 tot en met 15 en categorieën 23 en 24 WTZi. In afwijking van het bovenstaande geldt: - dat de organisatorische verbanden (categorieën 2 tot en met 15 en categorieën 23 en 24 WTZi) die één of meerdere vormen van verzekerde zorg aanbieden én een onderneming in stand houden waarin minder dan 50 personen werkzaam zijn, wel de transparantie-eisen bedrijfsvoering moeten naleven, maar niet hoeven te voldoen aan de transparantie-eisen bestuursstructuur. 2 - dat de academische ziekenhuizen zijn uitgezonderd voor de transparantie-eisen bestuursstructuur. - dat de militaire instellingen zijn uitgezonderd voor de transparantie-eisen bestuursstructuur en bedrijfsvoering. 2 Dit wordt in de eerstvolgende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi geregeld 5 Goed bestuur in de zorg

6 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Samenvatting 4 2 De betekenis van goed bestuur (governance) Wie is aan zet? Zorginstellingen zijn private organisaties Recente ontwikkelingen Rapport commissie-meurs Eigen code voor goed bestuur in de zorg 10 3 Wet toelating zorginstellingen Waarom stelt de overheid transparantie-eisen aan zorginstellingen? Voor wie gelden deze wettelijke transparantie-eisen WTZi? Moeten bestaande zorginstellingen ook aan de transparantie-eisen voldoen? Voor welke instellingen gelden de transparantie-eisen niet? Transparantie-eisen als toelatingsvoorwaarden! 14 4 Transparantie-eisen voor goed bestuur Welke eisen stelt de wetgever aan de bestuursstructuur van zorginstellingen? Waarom stelt de overheid nadere eisen over de bestuursstructuur? Moet iedere zorginstelling nu een raad van toezicht hebben? Waar moet de zorginstelling deze transparantie-eisen bestuursstructuur vastleggen? Wanneer gaan voor zorginstellingen de transparantie-eisen in? Wat kan er worden vastgelegd over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen bestuur en toezicht? Zijn deze transparantie-eisen eenmalig? Hoe wordt op deze transparantie-eisen toegezien? Zijn statuten en de jaarverslagen van zorginstellingen openbaar? Goed bestuur prioriteit in het verslagjaar Het enquêterecht bij mogelijk wanbeleid Wat regelt de WTZi voor belanghebbenden bij mogelijk wanbeleid en wat moet u als zorginstelling doen? Waarom de ondernemingskamer? Wat is het enquêterecht? Hoe beoordeelt de ondernemingskamer een verzoek voor een enquête? Wie moeten stichtingen en verenigingen de bevoegdheid tot verzoek van enquêteonderzoek (in ieder geval) geven? 21 6 Goed bestuur in de zorg

7 5.6 Waar kan ik als cliënt of als cliëntenorganisatie met vragen over het enquêterecht terecht? Welke andere organen kunnen van stichtingen en verenigingen de bevoegdheid tot verzoek van enquêteonderzoek krijgen? Welke kosten kunnen gepaard gaan met het enquêterecht? 23 6 Transparantie-eisen bedrijfsvoering Wat zijn de wettelijke regels over de bedrijfsvoering? Betekent dit extra werk? Wat betekent de transparantie-eis bedrijfsvoering voor de bevoegdheidsregeling? Welke eisen gelden voor de organisatie van de bedrijfsvoering? Betekent de transparantie-eis bedrijfsvoering dat geen zorggeld geïnvesteerd mag worden in een parkeergarage? Hoe moet de financiële administratie eruitzien onder de WTZi? Hoe worden de eisen voor de bedrijfsvoering bij nieuwe instellingen beoordeeld? 26 Bijlage 1 Tekst van artikelen 6.1 tot en met 6.5 Uitvoeringsbesluit WTZi 27 Adressen 28 7 Goed bestuur in de zorg

8 2 De betekenis van goed bestuur (governance) Governance is een stelsel van spelregels en omgangsvormen voor goed bestuur van en goed toezicht op zorgorganisaties, en van adequate verantwoording aan en beïnvloeding door belanghebbenden van de wijze waarop de zorgorganisatie haar doelen realiseert en kwalitatief verantwoorde en doelmatige zorg levert (commissie-meurs). Zorgorganisaties staan sterk in de belangstelling. Zeker als het gaat om goed bestuur en goed toezicht. Er zijn al vele initiatieven om het interne bestuur en toezicht van zorginstellingen verder te professionaliseren. Maar het kan beter. Het nieuwe zorgstelsel verandert ook de rol van de spelers en de spelregels. Zorginstellingen moeten zelf meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit en doelmatigheid van zorg. De overheid stuurt op hoofdlijnen en let er vooral op dat de publieke belangen (de kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg) goed gediend worden. Zorgaanbieders dienen zich als maatschappelijk ondernemer te gedragen en zorgverzekeraars moeten goede zorg inkopen. Patiënten en consumenten moeten voor hun rechten opkomen én meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gezondheid(szorg). Deze maatschappelijke veranderingen vragen om aandacht voor de verantwoordelijkheidsverdeling. Wie wordt waarop aangesproken? Welke instrumenten zijn er? Hoe groot is de speelruimte van zorgaanbieders? En wat zijn goede vormen van sturing door de overheid? Deze vragen zijn de kern van de veranderingen in het denken over goed bestuur in de zorg. 2.1 Wie is aan zet? Zorginstellingen zijn zelf als eerste verantwoordelijk voor goed bestuur en goed intern toezicht en niet de overheid. Cliënten en patiënten hebben onder andere een stem via de cliëntenraden en de zorgmedewerkers via de ondernemingraden. Zij kunnen ook de raad van bestuur en de raad van toezicht aanspreken op hun functioneren. Daarnaast dienen zorgverzekeraars actief na te gaan of een zorginstelling de gemaakte afspraken over de zorgverlening en de kwaliteit daarvan naleeft. 2.2 Zorginstellingen zijn private organisaties De meeste zorginstellingen zijn stichtingen. Het Burgerlijk Wetboek (Boek 2) stelt basiseisen aan een dergelijke rechtspersoon en aan zijn bestuur. Daarnaast kunnen zorginstellingen eigen keuzes maken. De statuten van zorginstellingen bevatten de nadere regels over taken en bevoegdheden van bestuurders en toezichthouders 8 Goed bestuur in de zorg

9 van instellingen, bijvoorbeeld hoe de zorginstelling wordt bestuurd en hoe het interne toezicht is geregeld. Het bestuur is volgens de wet en de statuten verantwoordelijk voor het bestuurlijk en bedrijfsmatig functioneren van een zorginstelling. Dat houdt onder meer in zowel binnen de instelling als daarbuiten op een juiste en volledige wijze verslag doen over het functioneren van de zorginstelling. Dat gebeurt bijvoorbeeld door: het opstellen van een jaarrekening, jaarverslag, herzien van de financiële uitkomsten als gevolg van andere tariefbeslissingen, het naleven van een controleprotocol en het kwaliteitsverslag. De raad van toezicht gaat over het interne toezicht: de raad controleert het doen en laten van het bestuur. 2.3 Recente ontwikkelingen Goed bestuur bij zorginstellingen is, zoals gezegd, een actueel onderwerp. Een aantal ontwikkelingen hebben dit onderwerp de afgelopen jaren in een stroomversnelling gebracht. Twee ontwikkelingen springen eruit: het rapport Health care governance van de commissie-meurs (november 1999) en de zorgbrede code voor goed bestuur van een aantal brancheorganisaties in de zorg (juni 2005) Rapport commissie-meurs De aanbevelingen van de commissie-meurs worden in de zorg als een gouden standaard beschouwd. Meer dan in het verleden zijn raden van toezicht zich bewust van hun taak, positie en verantwoordelijkheid. Hun positie ten opzichte van de raad van bestuur is de afgelopen jaren geleidelijk aangepast en verbeterd. Een onderzoek in onder ruim 230 raden van toezicht in de zorg beschrijft deze ontwikkeling treffend: van ontluikend toezicht naar geformaliseerd toezicht. De meeste raden van toezicht zijn professioneler geworden. Veel zaken zijn aangepast: procedures, werkwijzen, reglementen op het gebied van functioneringsgesprekken met bestuurders, profielschetsen voor nieuwe leden, procedures voor (her)benoeming en regelingen tegen belangenverstrengeling. Het onderzoek laat zien dat grote instellingen het goed besturen in het algemeen beter op orde hebben dan kleine instellingen. Dat geldt voor alle sectoren in de zorg. Het onderzoek stelt vast dat de raden van toezicht in de zorg steeds beter functioneren, maar het kan nog wel beter met: - de eisen en procedures voor (her)benoeming van toezichthouders - het tegengaan van belangenverstrengeling - de openbare verantwoording - de ontwikkeling van een inhoudelijk en geëxpliciteerd beoordelingskader - het toepassen van integraal toezicht 3 Langs de Meetlat een onderzoek naar het functioneren van raden van toezicht in de zorg, Pauline Meurs en Theo Schraven, december Goed bestuur in de zorg

10 Het onderzoek is in 2005 nog eens gedaan (met een respons van 200 raden van toezicht in de zorg) en toen bleek dat raden van toezicht in de zorg: - veel professioneler via geformaliseerd toezicht werken - meer werken met resultaatgericht toezicht - in procent van de gevallen de huidige normen (commissie-meurs en zorgbrede governancecode) nog niet structureel naleven Eigen code voor goed bestuur in de zorg De brancheorganisaties in de zorg hebben de handschoen opgepakt en zelf regels opgesteld voor goed bestuur en toezicht voor zorginstellingen. De leden van de brancheorganisaties (Arcares, Z-org, VGN, NVZ, NFU en GGZ Nederland) hebben met deze zorgbrede governancecode ingestemd. De wettelijke transparantie-eisen WTZi vormen samen met de code van het veld vanaf 1 januari 2006 de eisen voor goed bestuur en toezicht van zorginstellingen. Dit is een belangrijke impuls voor verdere professionalisering van de bestuurders en toezichthouders in de zorg. Met de eigen code laat de zorgsector zien aanspreekbaar te zijn op professioneel bestuur en toezicht van hun zorginstellingen. De code is het antwoord op de aanbevelingen van de commissie-meurs. De zorgsector maakt er serieus werk van. De normen in de eigen code stellen hogere eisen aan goed bestuur van zorginstellingen dan de wetgeving voorschrijft. De code stelt bijvoorbeeld dat werving, selectie en benoeming van nieuwe leden van de raad van toezicht openbaar moet plaatsvinden aan de hand van een individueel opgestelde profielschets. Hiermee doorbreekt de zorgsector de gesloten coöptatiecultuur (onderling voordragen) en streeft ze naar een maatschappelijk opener samenstelling van de raden van toezicht. De governancecode sluit ook aan op actuele ontwikkelingen, zoals het feit dat de bestuurders een systeem van risicobeheersing/controle met de toezichthouders moeten bespreken. De brancheorganisaties in de zorg willen deze governancecode als voorwaarde voor het lidmaatschap stellen. De zorgsector bekijkt ook of een onafhankelijk extern orgaan is in te schakelen bij bemiddeling van conflicten over de code. De code werkt natuurlijk alleen wanneer de sector er ook goed op let dat de eigen leden de regels naleven. 10 Goed bestuur in de zorg

11 3 Wet toelating zorginstellingen 3.1 Waarom stelt de overheid transparantie-eisen aan zorginstellingen? De zorg verandert. Zo is een omslag gaande van een (centraal) aanbodgestuurd zorgstelsel naar een decentraal stelsel dat de vraag van de klant meer centraal stelt. De overheid moet bij deze omslag publieke belangen veiligstellen als toegankelijkheid, doelmatigheid en kwaliteit. De nieuwe Wet toelating zorginstellingen (WTZi) heeft daarom naast een aantal deregulerende effecten, ook regulerende aspecten. Zo stelt het Uitvoeringsbesluit eisen aan de bestuursstructuur en de ordelijke en controleerbare bedrijfsvoering van zorginstellingen die toegelaten willen worden. De minister van VWS wil met de WTZi verantwoordelijkheden verschuiven van de overheid naar het veld. Maar zorginstellingen die zorg verlenen met collectief geld moeten wel verantwoording afleggen over hun doen en laten. Dat gebeurt langs twee wegen: achteraf met jaarverslaglegging en vooraf (bij het vragen van een toelating) door te voldoen aan zogenoemde transparantie-eisen. Dat zijn eisen die iets zeggen over voorwaarden voor goed bestuur van de instelling. Het Nederlandse stelsel van gezondheidszorgvoorzieningen is gebaseerd op particulier initiatief. De instellingen die er actief zijn, hebben op enkele uitzonderingen na een private rechtsvorm. Het is een publiek belang om een evenwichtig stelsel voor gezondheidszorg in stand te houden dat betaalbaar en voor iedereen toegankelijk is. Daarom stelt de overheid eisen aan het exploiteren van instellingen. De transparantie-eisen moeten de kracht van het particuliere initiatief niet aantasten en de administratieve lasten zo laag mogelijk laten. Een instelling die een toelating vraagt, moet meteen duidelijk maken hoe de instelling is georganiseerd, welk doel hij heeft en hoe dat doel verwezenlijkt gaat worden. Deze eisen gaan over de inzichtelijkheid (controleerbaarheid) van de bedrijfsvoering, niet over de kwaliteit van de zorg. De kwaliteit van de zorg wordt geregeld door de Kwaliteitswet zorginstellingen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg waakt daar over. Een instelling die de eisen van de WTZi goed naleeft en voldoet aan de regels voor de jaarverslaggeving, is optimaal open over de bestuursstructuur en bedrijfsvoering. Deze openheid wordt belangrijker nu de leiding van instellingen steeds meer eigen verantwoordelijkheden krijgt. 3.2 Voor wie gelden deze wettelijke transparantie-eisen WTZi? De WTZi geldt ten eerste voor alle instellingen die zorg verlenen als aanspraak volgens de Zorgverzekeringswet of de AWBZ. De toelating voor de WTZi werkt als toegang tot (de poort van) het overeenkomstenstelsel. Alleen toegelaten instellingen kunnen een contract sluiten met een zorgverzekeraar of zorgkantoor. Met de Zorgverzekeringswet vervalt het onderscheid tussen ziekenfonds en 11 Goed bestuur in de zorg

12 particulier verzekerden. Daardoor kunnen zorginstellingen zich niet meer richten op één van deze groepen verzekerden. De WTZi kent afzonderlijke eisen voor transparantie bij zorginstellingen. Die transparantie-eisen WTZi gelden voor het organisatorische verband dat valt onder een categorie van instellingen die verzekerde zorg verlenen en die in het Uitvoeringsbesluit is aangewezen. Organisatorisch verband klinkt wat vaag maar dat komt omdat er ook zorginstellingen zijn die geen rechtspersoon zijn, zoals maatschappen. Ook de Kwaliteitswet zorginstellingen hanteert deze term, die alle verschijningsvormen van instellingen omvat. Het Uitvoeringsbesluit kent ter verduidelijking en om problemen te voorkomen in artikel 1.2 een lijst van categorieën van instellingen. De minister van VWS verklaart de wettelijke transparantie-eisen voor de bestuursstructuur en bedrijfsvoering van toepassing voor alle organisatorische verbanden die een toelating van de minister van VWS nodig hebben voor de levering van zorg op grond van de Zorgverzekeringswet of AWBZ én voor alle instellingen die op grond van de WTZi als toegelaten zijn aangemerkt: - medisch-specialistische zorg (instellingen in categorie 1 zoals ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra of bepaalde categorale instellingen) - huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding of behandeling (instellingen in de categorieën 16 tot en met 21, dit zijn de meeste AWBZinstellingen, zoals verpleeghuizen en thuiszorginstellingen) - andere organisatorische verbanden die één of meerdere vormen van verzekerde zorg aanbieden (categorieën 2 tot en met 15 en categorieën 23 en 24 WTZi In afwijking van het bovenstaande geldt: - dat de organisatorische verbanden (categorieën 2 tot en met 15 en categorieën 23 en 24 WTZi) die één of meerdere vormen van verzekerde zorg aanbieden én een onderneming in stand houden waarin minder dan 50 personen werkzaam zijn, wel de transparantie-eisen bedrijfsvoering moeten naleven, maar hoeven niet te voldoen aan de transparantie-eisen bestuursstructuur 4 - dat de academische ziekenhuizen zijn uitgezonderd voor de transparantie-eisen bestuursstructuur - dat de militaire instellingen zijn uitgezonderd van de transparantie-eisen bestuursstructuur en bedrijfsvoering 4 Dit wordt in de eerstvolgende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi geregeld. 12 Goed bestuur in de zorg

13 Artikel 1.2 van het Uitvoeringsbesluit WTZi Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid, van de wet worden de volgende categorieën van instellingen aangewezen: 1. instellingen voor medisch-specialistische zorg 2. audiologische centra 3. trombosedienst alsmede instellingen voor: 4. niet-klinische revalidatie 5. huisartsenzorg 6. verloskundige zor 7. kraamzorg 8. tandheelkundige zorg 9. paramedische zorg; 10. het verstrekken van hulpmiddelen 11. het verlenen van farmaceutische zorg 12. ziekenvervoer 13. erfelijkheidsadvisering 14. niet-klinische hemodialyse 15. chronisch intermitterende beademing 16. huishoudelijke verzorging 17. persoonlijke verzorging 18. verplegin 19. ondersteunende begeleiding 20. activerende begeleiding 21. behandeling 23. prenatale zorg 24. de uitleen van verpleegartikelen 3.3 Moeten bestaande zorginstellingen ook aan de transparantie-eisen voldoen? Ja, maar niet meteen. De algemene wettelijke transparantie-eisen voor de zorginstellingen die verzekerde zorg leveren gelden per 1 januari De reeds toegelaten zorginstellingen krijgen een jaar de tijd, van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006, om aan de wettelijke transparantie-eisen voor een transparante bestuursstructuur en een ordelijke bedrijfsvoering te voldoen. Nieuwe zorginstellingen daarentegen moeten bij hun toelating direct aan de wettelijke transparantie-eisen voldoen. 3.4 Voor welke instellingen gelden de transparantie-eisen niet? De WTZi geldt ten eerste niet voor de zorginstellingen die zich louter richten op zorg in het derde compartiment (zorg vallend buiten de verzekerde aanspraken). Dit komt doordat deze vorm van zorg niet wordt vergoed in het kader van de Zorgverzekeringswet of de AWBZ. Ten tweede gelden de eisen niet voor de militaire zorginstellingen. Ook de academisch ziekenhuizen vallen buiten de transparantie-eisen voor de bestuursstructuur. Die liggen namelijk al vast in de Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek. De academisch ziekenhuizen dienen wel te voldoen aan de transparantie-eisen voor de bedrijfsvoering. Een organisatorisch verband dat niet in het bovengenoemde artikel 1.2 staat, valt niet onder de WTZi en dus ook niet onder de transparantie-eisen WTZi. Een specialistenmaatschap die geen instelling is voor medisch-specialistische zorg, heeft bijvoorbeeld geen toelating nodig. Meestal zijn dit maatschappen die in een ziekenhuis werken op basis van een contract. Het ziekenhuis valt als instelling voor 13 Goed bestuur in de zorg

14 medisch-specialistische zorg met verblijf wel onder het toelatingsvereiste; de in het ziekenhuis werkzame specialistenmaatschap valt dus onder de toelating van het ziekenhuis. Het maakt voor de werkzaamheden in dit ziekenhuis geen verschil of die in het ziekenhuis werkende specialisten zich in een bv hebben georganiseerd; zij horen nog steeds niet tot een aangewezen categorie, maar vallen ook dan onder de toelating van het ziekenhuis. Het toegelaten ziekenhuis dient aan de transparantie-eisen te voldoen. Voor de duidelijkheid: de toegelaten zorginstelling is én blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorgverlening en het naleven van wetgeving die te maken heeft met het leveren van verzekerde zorg (zoals AWBZ, Zorgverzekeringswet, Kwaliteitswet Zorginstellingen, WTG/WMG en het Burgerlijk Wetboek). Deze verantwoordelijkheid blijft gelden, ook al is de feitelijke zorgverlening uitbesteed aan een andere organisatie. 3.5 Transparantie-eisen als toelatingsvoorwaarden! Alle instellingen die verzekerde zorg willen leveren op basis van de AWBZ of de Zorgverzekeringswet, moeten een toelating hebben. De zorginstelling moet bij de toelating duidelijk maken hoe de instelling is georganiseerd, welk doel zij heeft en hoe dat doel verwezenlijkt gaat worden. Het voldoen aan de transparantie-eisen is een voorwaarde voor de toelating van de zorginstelling. De zorginstellingen moeten aantonen dat ze beschikken over een transparante bestuursstructuur en een ordelijke bedrijfsvoering. Bij rechtspersonen vormen de statuten hiervoor de toetssteen. Zorginstellingen moeten in het jaarverslag publiekelijk verantwoording afleggen of ze voldoen aan de transparantie-eisen. Deze transparantie-eisen blijven geldig na de afgegeven toelating. Zorginstellingen moeten wijzigingen van de bestuursstructuur en de bedrijfsvoering die substantieel relevant zijn voor de afgegeven toelating melden aan de minister van VWS zodat die kan beoordelen of de toelating voor het verlenen van verzekerde zorg gehandhaafd kan blijven. 14 Goed bestuur in de zorg

15 4 Transparantie-eisen voor goed bestuur 4.1 Welke eisen stelt de wetgever aan de bestuursstructuur van zorginstellingen? De overheid stelt een aantal basiseisen aan de bestuursstructuur van instellingen. Dat gebeurt op grond van de WTZi. Deze eisen zorgen ervoor dat partijen die met de zorginstelling te maken hebben duidelijk weten welke keuzes de zorginstelling heeft gemaakt en of de instelling eventueel als onderdeel van een groter organisatorisch verband opereert. De nieuwe wettelijke eisen voor de bestuursstructuur zijn: a. Een (intern) orgaan houdt toezicht op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en staat deze met raad ter zijde. Een persoon kan niet tegelijk lid zijn van het toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding. b. De leden van het toezichthoudend orgaan hebben geen directe belangen bij de instelling, bijvoorbeeld als directeur, werknemer of beroepsbeoefenaar die zijn praktijk voert in de instelling. c. De instelling legt schriftelijk en inzichtelijk de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding vast. Dat geldt ook voor de wijze waarop interne conflicten tussen beide organen worden geregeld. 4.2 Waarom stelt de overheid nadere eisen over de bestuursstructuur? De zorg wordt steeds professioneler en zorginstellingen steeds groter. Hiervoor voldoet het klassieke besturingsmodel van een stichting niet meer. De transparantie-eisen WTZi bepalen dat een zorginstelling die verzekerde zorg wil leveren over een dagelijkse leiding én een toezichthoudend orgaan dient te beschikken. Dit heet het raad van toezicht-model. Een instelling die volgens het klassieke bestuursmodel is ingericht (het raad van beheer-model of het instructie-model) is volgens de nieuwe wet niet meer toereikend. De organisatiestructuur en de statuten/reglementen zullen dan aangepast moeten worden aan de transparantie-eisen WTZi. 4.3 Moet iedere zorginstelling nu een raad van toezicht hebben? Nee. De WTZi verplicht iedere instelling die verzekerde zorg wil leveren om een toezichthoudend orgaan te hebben. Dat hoeft niet altijd precies volgens het raad van toezicht-model te zijn. Vooral in de sector verpleging en verzorging zijn kleinere organisatorische verbanden actief. Zij kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om een toezichthoudend orgaan in te stellen (bestaande uit twee of drie personen) naast bestuur en directeur. Dat is toegestaan. Er ontstaan dan wel een drielagen structuur. 15 Goed bestuur in de zorg

16 4.4 Waar moet de zorginstelling deze transparantie-eisen bestuursstructuur vastleggen? De statuten geven bij rechtspersonen duidelijkheid over de bestuursstructuur van de zorginstelling. Een zorginstelling die geen rechtspersoon is, zal de bestuursstructuur anders moeten uitwerken, bijvoorbeeld in een bestuursreglement en/of reglement raad van toezicht. De instelling moet de desbetreffende documenten bij de aanvraag voor toelating tonen. De externe toezichthouders, zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de minister van VWS, kunnen deze documenten (desgewenst) altijd opvragen. 4.5 Wanneer gaan voor zorginstellingen de transparantie-eisen in? Nieuwe instellingen worden hierop beoordeeld bij de aanvraag om toelating. Dat gebeurt aan de hand van de statuten of reglementen van instellingen die, ook nu al, overgelegd moeten worden bij een aanvraag om toelating voor de AWBZ of de Zorgverzekeringswet. De instelling moet duidelijk maken hoe ze is georganiseerd, welk doel ze heeft en hoe dat doel verwezenlijkt gaat worden. Bestaande instellingen krijgen een jaar de tijd om aan de transparantie-eisen te voldoen. Blijkt de instelling dan niet, of niet volledig, aan de eisen te voldoen, dan worden (nadere) voorschriften aan de toelating verbonden. 4.6 Wat kan er worden vastgelegd over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen bestuur en toezicht? Het beste is dat de statuten of reglementen in ieder geval laten zien dat het integrale toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang in de zorginstelling bij het toezichthoudend orgaan ligt. Het toezichthoudend orgaan kan de volgende bevoegdheden hebben: a. zorgen dat het bestuur goed functioneert: door benoeming, beoordeling en ontslag van de leden van de raad van bestuur b. zorgen dat het intern toezicht goed functioneert: door benoeming, beoordeling en ontslag van - leden van - de raad van toezicht c. functioneren als adviseur en klankbord voor de raad van bestuur d. houden van integraal toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de instelling e. goedkeuren van strategische beslissingen van de raad van bestuur f. Vaststellen jaardocument (jaarverslag en jaarrekening) 16 Goed bestuur in de zorg

17 De taken en bevoegdheden van het bestuur zouden in de statuten het best omschreven kunnen worden als: a. Ervoor zorgen dat de activiteiten van de zorgorganisatie met verschillende doelen en verschillende financiering, bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel goed geregeld zijn. Die activiteiten moeten inzichtelijk zijn en verantwoord kunnen worden, en in de eerste plaats voldoen aan het statutaire doel van de instelling. b. Regelmatig rapporteren aan het toezichthoudend orgaan over: - het realiseren van de maatschappelijke functie, de strategie - inclusief de daaraan verbonden risico s en de mechanismen tot beheersing ervan-, de kwaliteit van zorg en de omgang met ethische vraagstukken; - de beoordeling van de interne beheersystemen, waaronder de bestuurlijke informatievoorziening, in relatie tot de doelstellingen van de zorginstelling. Als laatste is het verstandig in de statuten of reglementen het samenspel van het bestuur en het toezichthoudend orgaan vast te leggen en de wijze waarop interne conflicten tussen beide organen worden geregeld. 4.7 Zijn deze transparantie-eisen eenmalig? Nee, de transparantie-eisen zijn permanent. Na toelating kan een instelling de statuten natuurlijk wel veranderen. Ook dan moet een instelling aan de transparantie-eisen blijven voldoen. Dat geldt ook na een omvangrijke fusie, het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst of het uitbreiden van zorgvoorzieningen. Dit zijn tevens aangelegenheden die een instelling verantwoord in het jaardocument. Zorginstellingen moeten wijzigingen die substantieel relevant zijn met betrekking tot de afgegeven toelating melden aan het ministerie van VWS. Dit is nodig omdat, hoe de instelling ook wordt ge(re)organiseerd, te allen tijde documenten beschikbaar moeten zijn waaruit blijkt dat de instelling ook in de nieuwe opzet de transparantie-eisen naleeft. De instantie die de toelating heeft verleend, kan dan ook beoordelen of de toelating nog geldig is of gewijzigd moet worden. 4.8 Hoe wordt op deze transparantie-eisen toegezien? De minister van VWS houdt in de gaten of instellingen de transparantie-eisen WTZi, evenals eventuele andere aan de toelating verbonden voorschriften, goed naleven. Juiste naleving moet blijken uit onderzoek door de toezichthouder die daarvoor relevante documenten kan opvragen. De minister van VWS kan zo nodig voorschriften aan de toelating verbinden en in het uiterste geval de toelating intrekken als niet (meer) aan de transparantie-eisen wordt voldaan. Zo dwingt de overheid duidelijkheid af over de keuzes van een instelling, in het belang van derden die met die instelling van doen hebben. Intrekking kan aan de orde zijn als 17 Goed bestuur in de zorg

18 de wettelijke eisen onvoldoende zijn nageleefd, bijvoorbeeld als een instelling een ondoorzichtige bestuursstructuur heeft met onduidelijke scheiding tussen bestuur en het toezichthoudende orgaan. De transparantie moet verder blijken uit de beschikbare en gebruikelijke documenten van zorginstellingen, zoals het jaardocument en de accountantsverklaring. Zorginstellingen moeten, zoals gezegd, in hun jaardocument melden of er, en zo ja welke, veranderingen in de bestuursstructuur of bedrijfsvoering zijn geweest. De eigen accountant van de instelling beoordeelt de inhoud van het jaardocument. Zorgverzekeraars hebben - als contractpartij - in hun contracteerbeleid met instellingen ook een verantwoordelijkheid. Dit speelt nadrukkelijker wanneer in de toekomst de contracteerplicht vervalt. De verzekeraars hebben dan met transparante documenten - zoals het jaardocument - meer inzicht in de bestuursstructuur en de bedrijfsvoering van zorginstellingen en kunnen zij daar rekening mee houden alvorens zij een contract sluiten met een zorginstelling. 4.9 Zijn statuten en de jaarverslagen van zorginstellingen openbaar? Ja. Het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:298 BW juncto artikel 15 Handelsregisterwet 1996) schrijft voor dat iedereen statuten kan inzien bij het Handelsregister. De jaardocumenten van zorginstellingen zijn openbaar en worden onder meer gepubliceerd op: Deze wijze van openbaarmaking van de jaardocumenten maakt het gemakkelijker om te zien hoe het geld in de zorg wordt besteed Goed bestuur prioriteit in het verslagjaar 2006 Het nieuwe overheidstoezicht in de zorg moet modern en sober zijn. In navolging van de Belastingdienst staat elk jaar een specifiek thema in het toezicht centraal. Voor het verslagjaar 2006 zijn dat de nieuwe regels over goed bestuur in de zorg. De minister van VWS zal de jaarverslagen van 2006 van de zorginstellingen - steekproefsgewijs - beoordelen op het juist invullen en naleven van de transparantie-eisen WTZi. Daaruit moet ook blijken of het Uitvoeringsbesluit de gewenste impuls heeft gegeven; zonodig worden de eisen aangescherpt. 18 Goed bestuur in de zorg

19 5 Het enquêterecht bij mogelijk wanbeleid 5.1 Wat regelt de WTZi voor belanghebbenden bij mogelijk wanbeleid en wat moet u als zorginstelling doen? Zorginstellingen met de rechtsvorm van stichting of vereniging moeten voor klachten over mogelijk wanbeleid een bepaling in hun statuten opnemen. Die bepaling geeft belanghebbenden de kans de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam te vragen een onderzoek te doen. In het Burgerlijk Wetboek heet dit het enquêterecht. De WTZi verplicht de bestaande zorginstellingen om op dit punt de statuten aan te passen; die aanpassing moet voor 1 januari 2007 plaatsvinden. Nieuwe instellingen moeten er van het begin af aan aan voldoen. Het Uitvoeringsbesluit WTZi luidt: Artikel 6.2 Uitvoeringsbesluit Indien de instelling de rechtsvorm van stichting of vereniging als bedoeld in artikel 344 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek heeft, kent zij in de statuten aan een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt, de in artikel 346, onder c, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde bevoegdheid toe tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De instelling kan die bevoegdheid daarnaast ook aan anderen toekennen. Dit artikel volgt de tekst van het Burgerlijk Wetboek, titel 8, afdeling 2 over het recht van enquête. Die bepalingen gelden voor de stichting en de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, zijnde een onderneming die wettelijk verplicht is een ondernemingsraad te hebben (artikel 2: 344 BW). Die verplichting geldt voor ondernemingen waarbij tenminste vijftig mensen werken (art. 2 WOR). Een verzoek tot enquête moet voldoen aan de eisen van het Burgerlijk Wetboek. 5.2 Waarom de Ondernemingskamer? Een raad van toezicht wordt geacht toezicht uit te oefenen op het bestuur van een instelling. Het kan voorkomen dat een raad van toezicht zodanig tekort schiet in de controlerende taak dat dit het functioneren van de organisatie en de belangen van cliënten, medewerkers of anderen ernstig en duurzaam schaadt. Een raad van toezicht bij een stichting legt, anders dan bij een vennootschap, formeel aan niemand verantwoording af. Er zijn immers geen aandeelhouders. De commissie- Meurs wilde daarom, naar analogie van de Ondernemingskamer, een speciale kamer voor de zorg bij het Amsterdamse Gerechtshof. Die zorgkamer zou op verzoek van belanghebbenden voorzieningen kunnen treffen bij een falende raad van toezicht. De zorgsector is het eens over het nut van een dergelijke voorziening. De verplichting om de statuten op het punt van het enquêterecht aan te passen, is daarom ook al onderdeel van de governancecode van de Brancheorganisaties Zorg. 19 Goed bestuur in de zorg

20 De WTZi regelt dit wettelijk. Stichtingen en verenigingen in de zorg kunnen nu gemakkelijker een beroep doen op de Ondernemingskamer. Artikel 6.2 van het Uitvoeringsbesluit WTZi regelt dat een zorginstelling die een stichting of vereniging is (waarbij tenminste vijftig mensen werken), in haar statuten moet aangeven wie zij de bevoegdheid geeft een enquêteverzoek bij de Ondernemingskamer in te dienen. Dat moet in ieder geval (ook) een orgaan zijn dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt. 5.3 Wat is het enquêterecht? Het enquêterecht is een middel om extern en objectief in te grijpen bij falend beleid van een onderneming of bij ernstige problemen bij de interne gang van zaken van een rechtspersoon. De enquêteprocedure kent twee fasen. De eerste fase is het onderzoek dat de Ondernemingskamer kan laten doen naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon. Er moeten gegronde redenen zijn om aan een juist beleid te twijfelen of er moet sprake zijn van mogelijk wanbeleid. Vaak gaat het ook om grote financiële problemen die intern te lang op hun beloop zijn gelaten. De eerste fase eindigt met een verslag van de rapporteurs. De Ondernemingskamer kan - indien sprake is van wanbeleid - in de tweede fase voorzieningen treffen die zij op grond van het onderzoek nodig acht. Deze voorzieningen zijn: a. schorsen of vernietigen van een besluit van de bestuurders, van commissarissen of enig ander orgaan van de rechtspersoon. b. schorsen of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen. c. tijdelijk aanstellen van een of meer bestuurders of commissarissen. d. tijdelijk afwijken van de door de Ondernemingskamer aangegeven bepalingen van de statuten. e. tijdelijk overdragen van het beheer van de aandelen. f. ontbinden van de rechtspersoon. Onder commissarissen wordt bij stichtingen en verenigingen de raad van toezicht begrepen. Het recht van enquête is niet bedoeld voor arbeidsrechtelijke conflicten: daarvoor gelden andere rechtsgangen en wetten. 5.4 Hoe beoordeelt de Ondernemingskamer een verzoek voor een enquête? De Ondernemingskamer beoordeelt altijd of de verzoeker zijn enquêteverzoek voldoende van gronden heeft voorzien voordat ze besluit tot een enquête. Een onderzoek is immers ingrijpend van karakter en kostbaar. De Ondernemingskamer bekijkt ook of de verzoeker wel bevoegd is én ook is wie hij of zij zegt te zijn. De aangesproken (aangeklaagde) zorginstelling kan zich 20 Goed bestuur in de zorg

21 verweren en kan de bevoegdheid van de vragende partij betwisten. De Ondernemingskamer onderzoekt en beoordeelt het verweer van de zorginstelling over de bevoegdheid. De Ondernemingskamer honoreert lichtvaardig ingediende verzoeken niet. 5.5 Wie moeten stichtingen en verenigingen de bevoegdheid tot verzoek van enquêteonderzoek (in ieder geval) geven? Het enquêterecht is een aparte rechtsgang bij een speciale bevoegde rechtelijke instantie. Op grond van het Burgerlijk Wetboek zijn de advocaat-generaal en de (een) vereniging van werknemers (namelijk de vakbonden) bevoegd zich met een verzoek tot de Ondernemingskamer wenden. Het enquêterecht geldt ook voor wie in de statuten van de rechtspersoon die bevoegdheid heeft gekregen. Volgens de WTZi zijn zorginstellingen vanaf 1 januari 2006 verplicht om nader te benoemen belanghebbenden die bevoegdheid te geven. De instelling bepaalt zelf aan wie ze - op grond van de statuten - toegang verleent tot de Ondernemingskamer. Deze keuze is echter wettelijk aan de volgende voorwaarde gebonden. In ieder geval moet een orgaan dat opkomt voor de belangen van de cliënten statutair de bevoegdheid krijgen een verzoek in te dienen voor onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon. De Tweede Kamer heeft nadrukkelijk gevraagd dit in het Uitvoeringsbesluit WTZi op te nemen. De minister van VWS beveelt aan na overleg met de voorzitter van de Ondernemingskamer en de vertegenwoordiging van landelijke cliëntenorganisaties om de volgende bepaling in de statuten van zorginstellingen op te nemen: Voorbeeldstatuut (dat uitwerking geeft aan de wettelijke verplichting) Bevoegd tot het indienen van een verzoek tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam op grond van artikel 345 lid 2 Boek 2 BW is een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt. De Ondernemingskamer beslist dan bij elk concreet verzoek (tot onderzoek) of de verzoekende partij voldoende representatief is voor een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt, zoals het Uitvoeringsbesluit WTZi vereist. Bij mogelijk wanbeleid kunnen dus meerdere representatieve organisaties namens de cliënten optreden. Het kan een intern orgaan zijn (zoals de cliëntenraad of de ouder/verwantenraad) of een extern orgaan, zoals een RPCP (regionaal), de NPCF (landelijk), de LOC (landelijk) of een categorale patiëntenvereniging (bijvoorbeeld 21 Goed bestuur in de zorg

22 voor een categoraal ziekenhuis). Deze explicitering hoeft niet in de statuten te worden vastgelegd: de formulering orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt is voldoende. Er is ook de mogelijkheid om specifiek één of meerdere, interne of externe, lokale, regionale of landelijke organen die de cliënten vertegenwoordigen in de statuten met naam en toenaam te noemen. Het spreekt vanzelf dat als de zorginstelling kiest voor deze optie de statutaire uitwerking niet zó restrictief mag worden toegepast dat feitelijk en formeel er nauwelijks toegang is voor cliëntenbelanghebbenden om naar de Ondernemingskamer te gaan. De organen of organisaties die in de statuten met naam en toenaam worden genoemd, dienen er ook mee in stemmen. Overleg en instemming vooraf is dus zeer gewenst. 5.6 Waar kan ik als cliënt of als cliëntenorganisatie met vragen over het enquêterecht terecht? Organisaties van cliënten zullen in de loop van 2006 een gezamenlijk informatiepunt over het enquêterecht opzetten. Cliëntenraden en (regionale) patiëntenorganisaties kunnen voor nadere vragen contact opnemen met dit centrale informatiepunt. Nadere informatie hierover kan worden verkregen via: en telefoonnummer: Dit informatiepunt geeft ook juridisch advies of bijvoorbeeld het gebruik maken van het enquêterecht in een concreet geval passend is. Zorginstellingen kunnen advies vragen aan hun brancheorganisatie. 5.7 Welke andere organen kunnen van stichtingen en verenigingen de bevoegdheid tot verzoek van enquêteonderzoek krijgen? Het Burgerlijk Wetboek maakt het nu al mogelijk dat stichtingen en verenigingen in de statuten regelen wie bevoegd zijn om een enquêteverzoek bij de Ondernemingskamer in te dienen. De WTZi stelt dit nu verplicht voor toegelaten stichtingen en verenigingen. Het wordt, in lijn met de werking van het BW, aan de instelling overgelaten te bepalen wie het enquêterecht mag hanteren. Een zorginstelling mag dit niet willekeurig doen, maar moet kijken naar organen met een bijzondere binding met de instelling. Een aantal overwegingen speelt daarbij een rol. Het enquêterecht is ingevoerd om in te grijpen als er door mogelijk wanbeleid evident maatschappelijke belangen op het spel staan. Welke organen staan dan onder omstandigheden voor dit maatschappelijke belang? Als eerste kan gedacht worden aan de rijksoverheid. De minister van VWS staat onder directe politieke controle van de Tweede Kamer en dus ligt het niet voor de 22 Goed bestuur in de zorg

23 hand hem die bevoegdheid te geven. Een - weliswaar ernstige - maar incidentele en lokale situatie zou zo onderwerp kunnen worden van een landelijk politiek debat. Dit is niet wenselijk. De zorginstelling kan vanwege het publiek belang het enquêterecht wel toekennen aan een onafhankelijk overheidsorgaan, bijvoorbeeld de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De werknemers van een zorginstelling - vertegenwoordigd in de ondernemingsraad - hebben via de Wet op de ondernemingsraden al een regeling. De vakbond heeft het enquêterecht rechtstreeks uit het Burgerlijk Wetboek. Professionele zorgverleners die geen werknemer zijn - zoals medisch specialisten die contractueel verbonden zijn aan het ziekenhuis - hebben in het algemeen dat recht niet. Dat kan voor een zorginstelling een reden zijn om het recht van enquête ook toe te kennen aan het orgaan dat de medisch specialisten met een toelatingscontract vertegenwoordigt. Gezamenlijke medisch specialisten mogen dit recht alleen gebruiken wanneer evident maatschappelijke belangen op het spel staan, in combinatie met mogelijk wanbeleid. Voorbeeldstatuut Bevoegd tot het indienen van een verzoek tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam op grond van artikel 345 lid 2 Boek 2 BW is: een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt en... (optie voor duiding van andere belanghebbenden)... de inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg en de medische staf van de instelling onderscheidenlijk de vereniging van in de instelling werkzame medisch specialisten. 5.8 Welke kosten kunnen gepaard gaan met het enquêterecht? Het verzoek tot enquête kan kosten met zich meebrengen voor de verzoekende partij. Het is goed daar vooraf bij stil te staan. Zo kan de Ondernemingskamer het enquêteverzoek afwijzen, omdat ze vindt dat het verzoek niet op redelijke grond is gedaan. De (aangeklaagde) rechtspersoon kan bij de Ondernemingskamer een eis tot schadevergoeding indienen tegen de verzoeker vanwege mogelijke schade (art. 2:350 lid 2 BW). Bij toewijzing van de enquête (tweede fase) kan indien de conclusie van de enquête is dat er juist beleid is gevoerd, de rechtspersoon kosten verhalen op de verzoeker. 23 Goed bestuur in de zorg

24 6 Transparantie-eisen bedrijfsvoering 6.1 Wat zijn de wettelijke regels over de bedrijfsvoering? Zorginstellingen moeten een ordelijke en controleerbare bedrijfsvoering hebben. Dat betekent dat degene die de zorginstelling controleert snel de nodige documenten moet kunnen vinden en op basis daarvan besluitvorming kan reconstrueren en beoordelen. De minister van VWS stelt in de WTZi hiervoor vier eisen. Een zorginstelling moet onder meer regelen dat: - de samenwerkingsrelaties met andere rechtspersonen duidelijk is - de financiële administratie adequaat (goed) is - de beslissingen over de bedrijfsvoering voldoen aan interne regels en aan wettelijke, statutaire en contractuele juridische verplichtingen - de zorgactiviteiten van de instelling bedrijfsmatig apart staan van de overige activiteiten van de instelling 6.2 Betekent dit extra werk? Nee, meestal niet. Instellingen kunnen vaak gebruikmaken van de financiële en niet-financiële informatie die ze toch al moeten verzamelen op basis van de bestaande wetgeving zoals de Wet tarieven gezondheidszorg/wet marktordening gezondheidszorg, de Regeling verslaglegging zorginstellingen, de Kwaliteitswet zorginstellingen, de Zorgverzekeringswet en de AWBZ. Een zorginstelling bestaat, zeker met de mogelijkheden die het nieuwe stelsel biedt, steeds vaker uit meerdere (vormen van) rechtspersonen. In dat geval leveren de nieuwe eisen voor de inzichtelijkheid van de bedrijfsvoering wel eenmalig wat extra werk op, maar dat werk kan ook al eerder gedaan zijn. 6.3 Wat betekent de transparantie-eis bedrijfsvoering voor de bevoegdheidsregeling? Het bestuur van de zorginstelling moet taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de bedrijfsvoering goed en duidelijk verdelen en dit goed vastleggen in regels. Deze verdeling geldt voor alle niveaus en onderdelen van de organisatie. Intern uitvoerende taken en toetsings- of toezichtfuncties moeten ook goed uit elkaar worden gehouden. Artikel 6.3 Uitvoeringsbesluit De instelling heeft schriftelijk vastgelegd welk orgaan of welke organen van de instelling welke bevoegdheden heeft onderscheidenlijk hebben ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering. 24 Goed bestuur in de zorg

25 6.4 Welke eisen gelden voor de organisatie van de bedrijfsvoering? De WTZi bepaalt dat de zorginstelling de organisatie en de uitvoering van de zorg nader uitwerkt in heldere documenten. De zorginstelling houdt wijzigingen goed bij en informeert het toezichthoudend orgaan tijdig over deze wijzigingen. Een zorginstelling kan in de uitvoering van de zorg samenwerken met andere rechtspersonen of organisaties. In dat geval dient de zorg zo op elkaar aan te sluiten dat het samenwerken geen afbreuk doet aan een beheerste en kwalitatief goede zorguitvoering. Daarbij leeft de zorginstelling de wet- en regelgeving na en houdt rekening met maatschappelijke normen voor integer handelen. De zorginstelling legt de afspraken over de relatie met een andere rechtspersoon/organisatie vast in een schriftelijke overeenkomst. Artikel 6.4 Uitvoeringsbesluit 1. De instelling heeft schriftelijk en inzichtelijk vastgelegd hoe de zorgverlening georganiseerd wordt, van welke organisatorische verbanden daarbij gebruik wordt gemaakt en wat de aard is van de relaties met die andere verbanden, waaronder begrepen verantwoordelijkheden, taken en beslissingsbevoegdheden. 2. De activiteiten van de instelling waarvoor de toelating geldt, worden in ieder geval financieel onderscheiden van andere activiteiten van de instelling. 6.5 Betekent de transparantie-eis bedrijfsvoering dat geen zorggeld geïnvesteerd mag worden in een parkeergarage? De zorginstelling mag zelf bepalen of ze naast activiteiten die samenhangen met de zorgverlening van verzekerde zorg (waarvoor ze een toelating heeft), ook andere activiteiten verricht. De overheid toetst dit aan de hand van het bij de toelating opgegeven doel van de instelling. Denkbaar zijn het exploiteren van winkels binnen een zorginstelling, een maaltijddienst voor derden, een restaurant, parkeergarage, en dergelijke. De financiële verliezen van deze andere activiteiten mogen echter niet drukken op de zorggerelateerde activiteiten. Daarom moeten de verschillende activiteiten tenminste financieel gescheiden zijn. Hiervoor geldt ook de beleidsregel aanvullende inkomsten van het CTG/Zaio die aan deze inkomsten een aantal voorwaarden stelt. Een voorwaarde is dat de niet-zorggerelateerde activiteiten zichzelf moeten bedruipen: de totale kosten moeten minimaal gedekt worden uit de opbrengsten. Een zorginstelling kan als stichting een niet-zorggerelateerde activiteit onderbrengen in een afzonderlijke rechtspersoon. 25 Goed bestuur in de zorg

Informatieprotocol. Datum: 27 april 2010 Raad van toezicht Raad van bestuur

Informatieprotocol. Datum: 27 april 2010 Raad van toezicht Raad van bestuur Informatieprotocol Datum: 27 april 2010 Aan: Raad van toezicht Van: Raad van bestuur Kenmerk: II-1.1/10.78.1n 1. Inleiding De RvT en de RvB van de St. Anna Zorggroep achten het van belang dat de RvT tijdig

Nadere informatie

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september) TAKEN EN BEVOEGDHEDEN RAAD VAN TOEZICHT ALERIMUS 1. Taak en werkwijze: De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in

Nadere informatie

Datum Contactpersoon Ons Kenmerk Telefoonnummer Bijlage(n) adres Onderwerp Wat is het enquêterecht en wat betekent het voor instellingen?

Datum Contactpersoon Ons Kenmerk Telefoonnummer Bijlage(n)  adres Onderwerp Wat is het enquêterecht en wat betekent het voor instellingen? Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 13 juni 2006 Ons Kenmerk B60606ABA1416 Bijlage(n) 1 Onderwerp enquêterecht cliënten

Nadere informatie

Governance Code 2018

Governance Code 2018 Governance Code 2018 Stichting Federatie van Zorginstellingen ALGEMEEN 1. De Governance Code 2018, kortweg de code, is tot stand gekomen op initiatief van Stichting Federatie van Zorginstellingen. De code

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 27 659 Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen) Nr. 55 BRIEF

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur. Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid

Reglement Raad van Bestuur. Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid Reglement Raad van Bestuur Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid De Raad van Bestuur van de Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid heeft overeenkomstig de statuten, de Zorgbrede Governance Code 2010,

Nadere informatie

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding. Toezichtkader RSV Breda VO 3003. Inleiding. In het toezichtkader van de Inspectie voor het Onderwijs is onder kwaliteitsaspect management en organisatie de indicator 2.6. als volgt beschreven: Het samenwerkingsverband

Nadere informatie

REGLEMENT EENHOOFDIGE RAAD VAN BESTUUR STICHTING AMERPOORT

REGLEMENT EENHOOFDIGE RAAD VAN BESTUUR STICHTING AMERPOORT REGLEMENT EENHOOFDIGE RAAD VAN BESTUUR STICHTING AMERPOORT 1. Taken en verantwoordelijkheden 1. Ingevolge de statuten bestuurt de Raad van Bestuur de Stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bestuursreglement College sanering zorginstellingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bestuursreglement College sanering zorginstellingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67902 4 december 2018 Bestuursreglement College sanering zorginstellingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre

Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre Versie 12 december 2017 Versieblad Versie 1.0 2.0 3.0 3.1 4 Status Definitief Datum 24-11-2014 4-12-2014 9-12-2014 15-11-2017 12-12-2017 Wijzigingen

Nadere informatie

Bestuursreglement Zadkine

Bestuursreglement Zadkine Bestuursreglement Zadkine Dit reglement dient tot nadere uitwerking van artikel 6 lid 5 van de statuten van de Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine Algemeen Artikel 1 In dit reglement wordt

Nadere informatie

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ

Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ Memorandum bij reglementen Raad van Toezicht en Directie WFZ 1. Formele inbedding toezicht en verantwoording WFZ De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (hierna aangeduid als: 'WFZ') is het garantie-instituut

Nadere informatie

Toezicht- en toetsingskader

Toezicht- en toetsingskader Toezicht- en toetsingskader Woonstichting Hulst hecht veel waarde aan goed bestuur (governance). Het doel van governance is het scheppen van waarborgen voor realisatie van de (maatschappelijke) doelstellingen,

Nadere informatie

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis. BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten

Nadere informatie

Profielschets Raad van Toezicht

Profielschets Raad van Toezicht Inleiding De Raad van Toezicht van de Stichting Sherpa, hierna Sherpa, werkt voor het bepalen van zijn samenstelling met een profielschets. Wanneer zich een vacature in de Raad van Toezicht voordoet, stelt

Nadere informatie

1. Positionering Raad van Toezicht in de stichting

1. Positionering Raad van Toezicht in de stichting Reglement Raad van Toezicht Stichting GGNet, opgemaakt op grond van artikel 24 van de statuten van GGNet en in onderstaande vorm vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht d.d. 9 september

Nadere informatie

Reglement Raad van toezicht

Reglement Raad van toezicht Reglement Raad van toezicht Meerwegen scholengroep Stichting PCVOE Versie 1.1 Vastgesteld door de Raad van Toezicht op: 18 december 2017 Preambule Dit Reglement Raad van Toezicht is opgesteld conform de

Nadere informatie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 2680 3500 GR Utrecht OMS, NVZ St. Jacobsstraat 16 3511 OS Utrecht Postbus 2680 3500 GR Utrecht T

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Vastgesteld op 27 september 2016

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Vastgesteld op 27 september 2016 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Vastgesteld op 27 september 2016 Positionering Raad van Toezicht in de stichting Artikel 1 De statuten van de stichting voorzien in de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT. Expertisecentrum DBA - Almere. 1. Begripsomschrijvingen. 1.1 Instelling De instelling is in deze DBA te Almere.

KLACHTENREGLEMENT. Expertisecentrum DBA - Almere. 1. Begripsomschrijvingen. 1.1 Instelling De instelling is in deze DBA te Almere. KLACHTENREGLEMENT 1. Begripsomschrijvingen 1.1 Instelling De instelling is in deze DBA te Almere. 1.2 Cliënt Degene die gebruik wil maken, gebruik maakt of gebruik heeft gemaakt van het zorgaanbod van

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT DE WAALBOOG

BESTUURSREGLEMENT DE WAALBOOG BESTUURSREGLEMENT DE WAALBOOG De raad van bestuur van de Stichting De Waalboog, zorg, welzijn en wonen, gevestigd te Nijmegen, in aanmerking nemend de in het rapport Zorgbrede Governancecode 2010 opgenomen

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING ARTIKEL 1 DEFINITIES In dit reglement wordt verstaan onder: - Bestuur : het bestuur van de Stichting, zijnde het orgaan dat de dagelijkse en algemene leiding

Nadere informatie

Aan de Koningin. 1. Transparantie-eisen

Aan de Koningin. 1. Transparantie-eisen Kenmerk MC/MO-2547681 22 december 2004 Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende uitvo e- ring van enige bepalingen van de Wet toelating zorginstellingen (Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht. 6. Raad van Toezicht 14-04-2014 Versie 6.02 Huishoudelijk reglement Raad van Toezicht Status Definitief Artikel 1: Positionering Raad van Toezicht Ingevolge de statuten bestuurt het College van Bestuur

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE Vastgesteld door het bestuur op: 4 juni 2014 Goedgekeurd door de raad van toezicht op: 4 juni 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen

Nadere informatie

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten Uitkomst van overleg De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ overwegende dat zij gehoor hebben gegeven aan het verzoek

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur

Reglement Raad van Bestuur Reglement Raad van Bestuur De Riethorst Stromenland, Raamsdonksveer, Juli 2015 INLEIDING Het reglement van de Raad van Bestuur is opgesteld op grond van de statuten van de Stichting De Riethorst Stromenland.

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur RSZK

Reglement Raad van Bestuur RSZK Reglement Raad van Bestuur RSZK Pagina 1 van 6 REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR REGIONALE STICHTING ZORGCENTRA DE KEMPEN De Raad van Toezicht van de Regionale Stichting Zorgcentra de Kempen, afgekort RSZK, verder

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg. REGELING Controle en Administratie Wlz-uitvoerders Gelet op artikel 31, sub a, artikel 31, sub c, en artikel 36, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant.

als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant. stichting Thuiszorg West-Brabant. als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 6 lid 6 van de statuten van Thuiszorg West-Brabant. 1. Doel, reikwijdte en vaststelling reglement 1.1 Door middel van dit reglement

Nadere informatie

Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep

Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep Preambule Conflicten tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht kunnen verlammend werken op de governance van een zorgorganisatie. De kwaliteit van de

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van de Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Omzetting van een stichting naar een BV

Omzetting van een stichting naar een BV Omzetting van een stichting naar een BV 1. Voorwaarden voor omzetting naar een BV In onderstaande tabel zijn belangrijke risico's en aandachtspunten weergegeven die verband houden met de omzetting van

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING AMERPOORT

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING AMERPOORT REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING AMERPOORT 1. Taken en verantwoordelijkheden De Raad van Toezicht houdt ondermeer toezicht op het besturen door de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken

Nadere informatie

STATUTEN Stichting Adelante Zorg met ingang van 28-7-2015

STATUTEN Stichting Adelante Zorg met ingang van 28-7-2015 21500421 sr / 59065 STATUTEN Stichting Adelante Zorg met ingang van 28-7-2015 STATUTEN: NAAM EN ZETEL Artikel 1. De stichting is genaamd: Stichting Adelante Zorg. Zij heeft haar zetel te Heerlen. DOEL

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Preambule De Gruitpoort werkt volgens de Code Cultural Governance. De Governance Code biedt een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele organisaties. Met

Nadere informatie

Profielschets voorzitter Raad van Toezicht

Profielschets voorzitter Raad van Toezicht Profielschets voorzitter Raad van Toezicht Ieder lid van de Raad van Toezicht beschikt over specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn specifieke taak, binnen de Raad van

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA Cultural Governance in Theater Dakota Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Cultuuranker Escamp op: 26 november 2012 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

Reglement van Toezicht 21 december 2017

Reglement van Toezicht 21 december 2017 Stichting MVO Nederland REGLEMENT VAN TOEZICHT 1. Vaststelling van het Reglement van Toezicht. 1.1. Dit reglement van Toezicht is conform het bepaalde in artikel 11.6 juncto 17.2 van de Statuten van Stichting

Nadere informatie

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ZORG GROEP BEEK B.V.

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ZORG GROEP BEEK B.V. REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ZORG GROEP BEEK B.V. Artikel 1. Definities - Governancecode: de Zorgbrede Governancecode 2010 of een daarvoor in de plaats tredende regeling; - Raad van Bestuur: de

Nadere informatie

VERTROUWELIJK. Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre

VERTROUWELIJK. Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre VERTROUWELIJK Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre Versieblad Versie Status Datum Wijzigingen 0.1 Concept 24-11-2014 startnotitie 0.2 Concept 4-12-2014 Review bestuurder 0.3 Concept

Nadere informatie

Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN

Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN Dit reglement is op grond van artikel 8.3 het reglement van de Raad van Commissarissen vastgesteld door middel van een besluit van de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht. Directiereglement Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld door de directeur en vastgesteld door de raad van toezicht ingevolge artikel 19 van de statuten van Stichting Wemos (de

Nadere informatie

KENNISBANK - ORGANISATIE

KENNISBANK - ORGANISATIE KENNISBANK - ORGANISATIE MODEL DIRECTIEREGLEMENT STICHTING MEER DAN VOETBAL Samenvatting Het bestuur stelt een profiel voor de directie op, waarin de omvang van de directie en de vereiste kwaliteiten van

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte reglement 1. Dit reglement is vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Commissarissen d.d.

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR STICHTING DE ZORGBOOG

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR STICHTING DE ZORGBOOG REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR STICHTING DE ZORGBOOG 1. Algemeen 1.1 De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de zorgorganisatie en de daarmee statutair verbonden rechtspersonen

Nadere informatie

Dit reglement is vastgesteld door de Raad van Toezicht van stichting Bibliotheek Kerkrade e.o. en treedt in de plaats van alle voorgaande reglementen.

Dit reglement is vastgesteld door de Raad van Toezicht van stichting Bibliotheek Kerkrade e.o. en treedt in de plaats van alle voorgaande reglementen. Reglement Raad van Bestuur Stichting Bibliotheek Kerkrade e.o. Dit reglement is vastgesteld door de Raad van Toezicht van stichting Bibliotheek Kerkrade e.o. en treedt in de plaats van alle voorgaande

Nadere informatie

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018 DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM Reglement Raad van Toezicht november 2018 Vastgesteld door de RvT in de vergadering van 19 november 2018 Inleiding Binnen de Stichting Dierenopvangcentrum Amsterdam II (Stichting)

Nadere informatie

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 14 juni 2006 Ons Kenmerk B140606PVE1458 Onderwerp wijziging wet toelating

Nadere informatie

Best Practice-bepalingen 0.1 Met enige regelmaat wordt een zorgvuldige analyse gemaakt van het gewenste besturingsmodel.

Best Practice-bepalingen 0.1 Met enige regelmaat wordt een zorgvuldige analyse gemaakt van het gewenste besturingsmodel. Bijlage Code Cultural Goverance: Principes en uitwerkingen Nummer Principe De organen van de culturele instelling zijn verantwoordelijk voor de keuze van het besturingsmodel en de naleving van deze code.

Nadere informatie

Artikel 1 Begripsbepalingen De stichting: de Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen;

Artikel 1 Begripsbepalingen De stichting: de Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen; Betreft: Bestuursstatuut SOOOG Artikel 1 Begripsbepalingen De stichting: de Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen; De raden: de gemeenteraden Raad van Toezicht: het intern toezichthoudend orgaan

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Vastgesteld door de Raad van Toezicht van SGR op 14 april 2015 Inleiding Vanaf 2011 zijn bij de SGR de functies van bestuur en intern toezicht gescheiden. Deze functiescheiding

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008.

Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008. Bestuursreglement Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008. Artikel 1 Status en inhoud van het reglement 1. Dit reglement is opgesteld

Nadere informatie

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 - begrippen Bestuur : bestuur van de RPO zoals bedoeld in artikel 2.60b van de Mediawet; Bestuurder : lid en tevens voorzitter van het Bestuur; Raad van

Nadere informatie

in aanmerking nemende het volgende:

in aanmerking nemende het volgende: VAN DOORNE N.V. SL/fvh/60006842 Vastgesteld de dato 24 juni 2008 REGLEMENT BESTUUR Het bestuur van de stichting: Stichting CARE Nederland, statutair gevestigd te Den Haag (hierna te noemen: de "stichting");

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR Opgesteld door de Raad van Toezicht van de Stichting SWZ, statutair gevestigd te Son (gemeente Son en Breugel) en vastgesteld bij besluit van de Raad van Toezicht van 08-09-2016

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap]

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap] BESTUURSREGLEMENT Voor [naam betreffende stichting/vennootschap] 1 Inleiding 1.1 Dit bestuursreglement is een reglement in de zin van art. [...] van de statuten van [naam betreffende stichting/vennootschap]

Nadere informatie

De Zorgbrede Governancecode 2010 in vogelvlucht

De Zorgbrede Governancecode 2010 in vogelvlucht forum De Zorgbrede Governancecode 2010 in vogelvlucht Mr. R.P.F. van der Mark 1 1 inleiding Per 1 januari 2010 is de vernieuwde Zorgbrede Governancecode, verder te noemen: de Code, van kracht geworden.

Nadere informatie

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VERENIGING VAN TOEZICHTHOUDERS IN ONDERWIJSINSTELLINGEN VTOI januari 2016 Checklist verantwoording RvT in het jaarverslag Pagina

Nadere informatie

1 Inleiding en leeswijzer

1 Inleiding en leeswijzer 1 Inleiding en leeswijzer 1.1 INLEIDING Zorginstellingen spelen een belangrijke rol in ons maatschappelijk bestel. Actuele kennis op het gebied van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi), het Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018 Januari 2018 1 Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit reglement. Daarnaast gelden de volgende

Nadere informatie

Check code goed bestuur VO

Check code goed bestuur VO Check code goed bestuur VO E. (Edward) Moolenburgh Directeur emoolenburgh@vbs.nl VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD 1. Check code goed bestuur VO 3 VBS Verbindend

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht Begrippenlijst en definities: - Belanghebbenden: de personen die betrokken zijn bij de interne organisatie van de stichting, waaronder de interne belanghebbenden zoals cliënten

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR DOKTERSZORG FRIESLAND HOLDING B.V.

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR DOKTERSZORG FRIESLAND HOLDING B.V. 1 REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR DOKTERSZORG FRIESLAND HOLDING B.V. 1. Doel en reikwijdte reglement 1.1 Door middel van dit reglement wordt nadere invulling gegeven aan de taken, bevoegdheden, en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

Raad van Toezicht Quickscan en checklist

Raad van Toezicht Quickscan en checklist Raad van Toezicht Quickscan en checklist Stade Advies BV Kwaliteit van samenleven Quickscan Raad van Toezicht (0 = onbekend; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed; 5 = uitstekend) 1. Hoe

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR INSTITUUT VERBEETEN

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR INSTITUUT VERBEETEN REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR INSTITUUT VERBEETEN 1 Positionering raad van bestuur 1.1 De raad van bestuur van de stichting bestuurt de stichting onder integraal toezicht van de raad van toezicht. 1.2 De

Nadere informatie

Profielschets Raad van Toezicht

Profielschets Raad van Toezicht Profielschets Raad van Toezicht Stichting Philadelphia Zorg Het beste uit jezelf Inleiding De Raad van Toezicht van de Stichting Philadelphia Zorg en de daaraan gelieerde organisatie en organisatie-onderdelen,

Nadere informatie

Model conflictregeling Brancheorganisaties Zorg

Model conflictregeling Brancheorganisaties Zorg Model conflictregeling Brancheorganisaties Zorg Preambule Conflicten tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht kunnen verlammend werken op de governance van een zorgorganisatie. De kwaliteit van

Nadere informatie

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN Inhoudsopgave Preambule 2 0. Definities 3 1. Status en werkingsduur 3 DEEL A 2. Voorzitter College van Bestuur 4 DEEL B 3. Taakverdeling 5 4. Portefeuille 5

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 780 15 januari 2015 Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015 Vastgesteld op 16 december 2014 REGELING NR/CU-731

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Dit formulier is bedoeld om te checken of een

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Pagina 1 van 5 Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Artikel 1. Algemeen De Raad van Toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep,

Nadere informatie

Visie op toezicht houden bij De Rijnhoven

Visie op toezicht houden bij De Rijnhoven 26 mei 2017 Visie op toezicht houden bij De Rijnhoven ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Inleiding Wet- en regelgeving,

Nadere informatie

Reglement raad van toezicht Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Reglement raad van toezicht Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Reglement raad van toezicht Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld ingevolge artikel 14 en 15 van de

Nadere informatie

Reglement Raad van Commissarissen Focus op Zorg B.V.

Reglement Raad van Commissarissen Focus op Zorg B.V. Reglement Raad van Commissarissen Artikel 1 Inleiding 1. Dit reglement is, ter aanvulling van de statuten van, opgesteld voor de Raad van Commissarissen Focus Op Zorg BV en is gebaseerd op de uitgangspunten

Nadere informatie

Naar een Raad van Toezicht. Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland

Naar een Raad van Toezicht. Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland Naar een Raad van Toezicht Vereniging voor Gereformeerd Voortgezet Onderwijs voor Westelijk Nederland April 2011 0 Inhoud Naar een Raad van Toezicht... 0 1. Waarom een Raad van Toezicht- model?... 2 2.

Nadere informatie

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06 MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06 Artikel 1 - Definitiebepaling In dit managementstatuut wordt verstaan onder: Vereniging: de Vereniging Samenwerkingsverband PO 30.06; Algemene vergadering:

Nadere informatie

MANAGEMENTSTATUUT JOHANNES FONTANUS COLLEGE

MANAGEMENTSTATUUT JOHANNES FONTANUS COLLEGE MANAGEMENTSTATUUT JOHANNES FONTANUS COLLEGE 1 PREAMBULE De Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) bepaalt dat (algemeen) bijzondere scholen onder het bestuur staan van een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid

Nadere informatie

Reglement van Toezicht 12 september 2014

Reglement van Toezicht 12 september 2014 Stichting MVO Nederland REGLEMENT VAN TOEZICHT 1. Vaststelling van het Reglement van Toezicht. 1.1. Dit reglement van Toezicht is conform het bepaalde in artikel 11.6 juncto 16.2 van de statuten van Stichting

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 11 december 2014 INLEIDING Dit reglement is opgesteld ingevolge artikel 12 lid 5 en 12 van

Nadere informatie

Reglement College van Bestuur IJsselgroep

Reglement College van Bestuur IJsselgroep Reglement College van Bestuur IJsselgroep Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. 12 maart 2014 0. Inleiding In de statuten d.d. 19 december 2009 van de Stichting IJsselgroep Educatieve Dienstverlening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Governancestructuur WonenBreburg. januari 2012, geactualiseerd augustus 2015

Governancestructuur WonenBreburg. januari 2012, geactualiseerd augustus 2015 Governancestructuur WonenBreburg januari 2012, geactualiseerd augustus 2015 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Bestuur 3 2.1 Taak en werkwijze 3 2.2 Rechtspositie en bezoldiging bestuur 4 2.3 Tegenstrijdige belangen

Nadere informatie

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. REGELING Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 en 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur

Reglement Raad van Bestuur Reglement Raad van Bestuur De Riethorst Stromenland, Raamsdonksveer, januari 2017 Inleiding Het reglement van de Raad van Bestuur is opgesteld op grond van de statuten van de Stichting De Riethorst Stromenland.

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur RSZK

Reglement Raad van Bestuur RSZK Reglement Raad van Bestuur RSZK Pagina 1 van 5 REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR REGIONALE STICHTING ZORGCENTRA DE KEMPEN Inleiding De raad van bestuur RSZK volgt in het besturen de Governancecode Zorg 2017.

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur Stichting Santé Partners

Reglement Raad van Bestuur Stichting Santé Partners Reglement Raad van Bestuur Stichting Santé Partners 1. Doel, reikwijdte en vaststelling reglement 1.1 Door middel van dit reglement wordt nadere invulling gegeven aan de taken, de verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Voorbeeld directiereglement bij het BV met Raad van Commissarissen-model

Voorbeeld directiereglement bij het BV met Raad van Commissarissen-model Voorbeeld directiereglement bij het BV met Raad van Commissarissen-model Begripsbepaling Artikel 0 In dit reglement wordt verstaan onder: 0.1 De vennootschap : De vennootschap voor XX in XX; 0.2 De statuten

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement

Huishoudelijk Reglement STICHTING UP WITH DOWN Huishoudelijk Reglement Stichting Up with Down Stichting Up with Down biedt directe hulp aan kinderen met Down-syndroom in Oost- Europa. Zie voor meer informatie onze website http://www.upwithdown.nl.

Nadere informatie

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT In de zelfevaluatie Raad van Toezicht worden de volgende onderwerpen besproken, met behulp van een vragenlijst: De mate waarin de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers

Huishoudelijk reglement. Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Huishoudelijk reglement Van het verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers Versie 27 maart 2014 Artikel 1; Definities Voor dit reglement zijn de definities zoals opgenomen in de

Nadere informatie