Wet Tegengaan Huwelijksdwang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet Tegengaan Huwelijksdwang"

Transcriptie

1 Wet Tegengaan Huwelijksdwang Een papieren tijger? Demet Özkurt S [Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht] In het openbaar te verdedigen ten overstaan van de Examencommissie van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van Tilburg University op 17 december 2013, om 10:00 uur te Tilburg Scriptiebegeleider Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Tweede lezer Mw. Mr. V.M. Smits

2 1

3 VOORWOORD Het heeft lang geduurd, maar eindelijk is het zo ver. Voor u ligt mijn afstudeerscriptie ter afsluiting van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht. Het tot stand komen van deze scriptie is een lang en zwaar proces geweest. Na een veel te lange, maar wel nodige scriptiedip ben ik halverwege het schrijven aangenomen als juridisch adviseur arbeidsrecht waarbij de eerste maanden van mijn loopbaan een vrij hectische periode is geweest. Na een moeizame start, is het mij uiteindelijk toch gelukt om het voorwoord te schrijven. Door omstandigheden en mede door mijn eigen nalatigheid is het contact met mijn scriptiebegeleider, de heer Vlaardingerbroek, minder intensief geweest dan gebruikelijk. Ondanks het beperkte contact, heeft de heer Vlaardingerbroek veel begrip en geduld getoond. In de eerste plaatst, gaat mijn dank dan ook aan niemand anders uit, dan de heer Vlaardingerbroek zelf. Zonder zijn hulp, inbreng, kritische op- en aanmerkingen zou het onmogelijk zijn geweest deze scriptie af te ronden. Ik waardeer zijn inzet enorm! In de tweede plaats wil ik mijn tweede lezer, mevrouw Mr. V.M. Smits, bedanken voor haar bijdrage. Als laatste gaat mijn grote dank uit naar familie, in het bijzonder mijn ouders, broers, (schoon)zussen en natuurlijk mijn vrienden voor hun ondersteuning tijdens het gehele proces. Ik hoop dat ik met deze scriptie een verhelderend licht heb kunnen laten schijnen over de voorgenomen civielrechtelijke maatregelen om huwelijksdwang tegen te gaan. Ten slotte wens ik iedereen die deze scriptie leest net zoveel plezier toe als ik dat heb gehad met het tot stand brengen ervan. Demet Özkurt Veghel, december

4 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 2 INHOUDSOPGAVE... 3 AFKORTINGEN INLEIDING Inleiding Probleemstelling en methode van het onderzoek Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Leeswijzer DE JURIDISCHE KADERS VAN HUWELIJKSDWANG Inleiding Definitie van huwelijksdwang Reikwijdte van het begrip "dwang" Het huwelijk. Gedwongen, gearrangeerd of schijn? Conclusie HET WETSVOORSTEL TEGENGAAN HUWELIJKSDWANG Inleiding Civielrechtelijke maatregelen ten behoeve van gedwongen huwelijken Het tegengaan van dwanghuwelijken Het tegengaan van kinderhuwelijken Het tegengaan van neef/nicht huwelijken Erkennen van buitenlandse huwelijken Het openbare orde beginsel Erkenning van polygame huwelijken Binnen- en buiten grenscriterium Conclusie HET PARTNERKEUZEPROCES VAN TURKSE EN MAROKKAANSE JONGEREN

5 4.1. Inleiding Motieven om te gaan trouwen Het proces van partnerkeuze onder de Turken en de Marokkanen Relevante factoren bij het proces van partnerkeuze Wijdere omgeving Directe omgeving Conclusie KRITIEK OP DE WETSWIJZIGING Inleiding Argumenten voor en tegen wetswijziging Het bemoeilijken van neef-nicht huwelijken Het afschaffen van de mogelijkheid voor minderjarigen om te kunnen trouwen Erkennen van in het buitenland gesloten huwelijken Kritiek vanuit het veld Conclusie CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Inleiding Conclusies Onderzoeksvraag beantwoord Aanbevelingen Voorlichting en bewustwording door de overheid en particuliere organisaties Imams Integratiebeleid LITERATUURLIJST BIJLAGEN Bijlage 1: Soorten huwelijken

6 AFKORTINGEN BUPO BW EHRM EVRM FJR GW Verdrag geldigheid Huwelijken Hof IVDV IVESCR IVRK jo. Kamerstukken I Kamerstukken II LJN MvA MvT NIPR NJB Parl. St. VHML WCH Wet AB WPNR Het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten Burgerlijk Wetboek Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht Grondwet Het Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken Gerechtshof Het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen Het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Juncto Kamerstukken (Eerste Kamer) Kamerstukken (Tweede Kamer) Landelijk Jurisprudentie Nummer Memorie van Antwoord Memorie van Toelichting Tijdschrift voor Nederlands Internationaal Privaatrecht Nederlands Juristenblad Parlementaire Stukken Verdrag inzake de huwelijkstoestemming, de minimum-leeftijd waarop een huwelijk mag worden aangegaan en de registratie van huwelijken Wet conflictenrecht huwelijk Wet Algemene Bepalingen Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie 5

7 INLEIDING 1.1 Inleiding H et behoeft geen betoog dat de absolute en onmogelijke liefde van Romeo en Julia, in de periode van rond 1591 tot 1596, het meest bekende liefdesverhaal aller tijden is. In het verhaal verzetten zowel het meisje als de jongen zich tegen de traditie waarbij getrouwd wordt met een door de familie uitgezochte partner. Deze liefdesstrijd voor het huwelijk werd echter verloren en eindigde met de dood voor beiden. 1 Dat de botsing tussen het gedwongen huwelijk en het romantische huwelijk niet enkel een geliefd thema is in de kunst uit het verre verleden, blijkt uit het feit dat we vandaag de dag zowel in de politiek als in de media niet meer ontkomen aan het thema huwelijksdwang. Het afgelopen decennium is er in Nederland toenemende aandacht geweest voor huwelijksdwang, zoals blijkt uit de diverse rapporten en onderzoeken. 2 Opmerkelijk aan deze onderzoeken is dat de aandacht zich daarbij telkens heeft geconcentreerd op een aantal moslim migrantengemeenschappen, omdat het verschijnsel huwelijksdwang voornamelijk onder diverse etnische en religieuze gemeenschappen voorkomt. Aan de hand van deze onderzoeken is het echter niet mogelijk een volledig beeld over huwelijksdwang in kaart te brengen, omdat er in Nederland geen centrale instantie is die over deze problematiek waakt. Ondanks het ontbreken van een landelijke registratie over huwelijksdwang is het op basis van cijfers uit een aantal andere landen aannemelijk dat Nederland zowel ten aanzien van Nederlandse huwelijkssluitingen als ten aanzien van de erkenning van rechtsgeldig in het buitenland gesloten huwelijken te maken heeft met huwelijksdwang (zoek op huwelijksdwang). 2 In beginsel is in 2005 naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Drs. M.C.F. Verdonk, de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een advies uitgebracht door ACVZ, genaamd: Tot het huwelijk gedwongen. Een Advies over Preventieve, correctieve en repressieve maatregelen ter voorkoming van huwelijksdwang. In de jaren daaropvolgend zijn er diverse andere onderzoeken gedaan, welke verder ook aan bod zullen komen in dit onderzoek. 3 Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p. 2. Andere literatuur over dit onderwerp: Aanpak huwelijksdwang en achterlating, Kamerbrief van Minister Asscher, 6 juni 2013, p. 1. Eindrapportage Verkennersgroep: Versterking aanpak huwelijksdwang en achterlating, 7 juni 2013, p.1. Plan van aanpak preventie van huwelijksdwang, Brief van Minister Leers, 3 juli 2012, p. 3. Raadpleeg bronnen via (zoek op huwelijksdwang). 6

8 Huwelijksdwang is een ingewikkeld en moeilijk toegankelijk cultuurverschijnsel, dat lijnrecht tegenover de Nederlandse cultuur staat en waar veel belangen mee gemoeid zijn. Huwelijksdwang doet zich voornamelijk voor in eerculturen. Dit zijn culturen waarin veel waarde wordt gehecht aan eer en waar het belang van de groep (familiebanden) prevaleert boven dat van het individu. 4 Er zijn verschillende redenen om een huwelijk af te dwingen. Doorgaans kan een onderscheid gemaakt worden tussen economische belangen en niet-materiële motieven. Onder economische belangen valt bijvoorbeeld te denken aan het behouden of vergroten van het familiekapitaal, het vergroten van het sociaal-economisch netwerk of het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor de partner door migratie naar Nederland. Niet-materiële motieven kunnen onder andere betrekking hebben op het behouden of versterken van familiebanden (neef-nichthuwelijken bijvoorbeeld) dan wel het voorkomen dat de dochter of zoon het slechte pad op gaat of een verkeerde partnerkeuze maakt. Vasthouden aan tradities zoals het tegen elke prijs beschermen van de familie-eer kan ook een motief zijn. Een ander niet-materiële belang bij vooral niet-westerse gemeenschappen kan komen door een afkeuring van het hedendaagse westerse model van vrije partnerkeuze, of het willen voorkomen van seks voor het huwelijk of homoseksualiteit. 5 Dat het fenomeen huwelijksdwang veel beroering heeft gewekt in de politiek is echter niet geheel onbegrijpelijk wanneer dit bezien wordt vanuit een ander optiek. Voornamelijk gedurende kabinet- Rutte I hebben gevoelde culturele tegenstellingen ertoe geleid dat een perspectief van nationaal burgerschap opgeld deed. 6 Dit heeft niet enkel geleid tot meer onrust in de samenleving, maar tevens ontstond de behoefte om op wetgevingsterrein beleid te ontwikkelen. In het kader hiervan is door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 26 november 2012 het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring van een huwelijk en de erkenning van in het buitenland gesloten huwelijken (Wet tegengaan huwelijksdwang) bij de Tweede Kamer ingediend. Het doel van het voorstel is om de huwelijksvrijheid te vergroten door huwelijksdwang verder te beteugelen en de erkenning van in het buitenland gesloten huwelijken te beperken tot hetgeen in overeenstemming is met het in Nederland meer algemeen ervaren karakter van het huwelijk. 7 4 J. Cornelissens e.a., Huwelijksdwang. Een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland. Den Haag: WODC, Ministerie van Justitie, 2009, p M. de Boer e.a., Huwelijksdwang in Noord-Holland, i.o.v. ACB Kenniscentrum, januari 2010, p 'Vrijheid en verantwoordelijkheid' is het motto van het regeerakkoord, dat als leidraad dient voor het beleid van het kabinet-rutte I. Het was een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV. Na ruim anderhalf jaar geregeerd te hebben is het kabinet-rutte per 23 april 2012 gevallen. 7 Kamerstukken II 2012/13, , nrs

9 Getracht wordt om dit te bewerkstelligen door middel van maatregelen die samengevat neerkomen op de volgende wijzigingen in Boek 1 en Boek 10 van het BW: 8 1 het tegengaan van huwelijken die onder invloed van dwang gesloten worden; 2 een verbod op het sluiten van een huwelijk met een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt (ook wel aan te duiden als een kind huwelijk); 3 het verbod op het sluiten van een huwelijk met een persoon met wie bloedverwantschap in de derde of vierde graad bestaat (aangeduid als neef/nichthuwelijk), tenzij een beëdigde verklaring wordt afgelegd dat er geen dwang is; 4 het verder inperken van de mogelijkheden van erkenning in Nederland van rechtsgeldig in het buitenland gesloten polygame huwelijken. 1.2 Probleemstelling en methode van het onderzoek Het recht van huwen is zowel op nationaal als internationaal niveau bezien gekoppeld aan diverse soorten wet- en regelgeving. Daarnaast vervult de rechtspraak ook een fundamentele rol. Naar aanleiding van de in het privaatrechtelijke wetsvoorstel genoemde maatregelen rijst er echter de vraag of deze maatregelen niet indruisen tegen het recht van huwen en het recht van vrije partnerkeuze? Betwijfeld moet worden of partijen die direct betrokken zijn bij de gevolgen van de wetswijzigingen, wel zo verheugd moeten zijn met de komst van de civielrechtelijke maatregelen. Een kritische lezing van het wetsvoorstel leert immers dat onder het sociale en maatschappelijke argument om huwelijksvrijheid te vergroten een minder fraai motief schuilt, namelijk de wens om gevoelde culturele tegenstellingen te weren en etnische minderheden ertoe aan te zetten de Nederlandse cultuur over te nemen. 9 De vraag is echter of dergelijke politieke aanpassingen niet een dreigend averechts effect zullen hebben, daar het in de kern gaat om bestrijding van traditionele gebruiken onder moslim-migrantengroepen. Om te komen tot een advies over de gevolgen van het wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang heb ik onderzoek gedaan naar het verschijnsel huwelijksdwang, in het bijzonder onder de moslimmigranten in Nederland. De hoofdvraag gedurende het onderzoek zal zijn: Wat zijn de gevolgen van de wetswijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek voor burgers en gemeenten, met het oog op het tegengaan van huwelijksdwang en wat is de juridische houdbaarheid van deze gevolgen getoetst aan (inter)nationale regelgeving op het gebied van huwelijksdwang? 8 Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p R. Kool, Drassige grondslagen voor strafbaarstelling. Het wetsvoorstel ter verruiming van de strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, Delikt en Delinkwent; Tijdschrift voor Strafrecht, 28 februari

10 Om de hoofdvraag inhoudelijk te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen geformuleerd. 1. Wanneer is er sprake van een gedwongen huwelijk c.q. huwelijksdwang? Welke factoren, al dan niet juridisch, zijn in deze relevant? 2. Wat houden de wetswijzigingen in het kader van het wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang in? 3. Hoe ziet het partnerkeuzeproces er voor de moslimmigranten van Turkse en Marokkaanse afkomst uit en hoe ervaren zij dit? 4. Wat zijn de kritiekpunten op het wetsvoorstel? Bij de beantwoording van de voorgaande deelvragen is het noodzakelijk de voorgenomen private maatregelen te toetsen aan de geldende wet- en regelgeving. Slechts in dat geval kan in kaart worden gebracht of de kabinetsplannen strijd opleveren. Voor dit onderzoek is zoals gebruikelijk informatie geput uit onder meer wetteksten, wetshistorische bronnen, jurisprudentie en literatuur, waaronder in ieder geval moet worden verstaan wetenschappelijke bijdragen, beleidsnota s, parlementaire stukken en eveneens verschillende onderzoeken die hierover de laatste jaren zijn verschenen. 1.3 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Momenteel wordt er in de Nederlandse politiek en media veel aandacht besteed aan diverse beschermingsacties. Dit blijkt onder meer uit het feit dat jeugdzorg en kinderbescherming naar de gemeenten gaan en onderwijs- en zorgorganisaties met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moeten gaan werken. Verder wordt er gesleuteld aan het wetsvoorstel over meerderjarigenbescherming en ten slotte zijn er pogingen om huwelijksdwang civielrechtelijk aan te pakken door het wijzigen van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek. 10 Huwelijksdwang is naar westerse en zo ook Nederlandse maatschappelijke normen onaanvaardbaar. De publiciteit die momenteel aan huwelijksdwang wordt gegeven heeft in de samenleving geleid tot belangstelling in het bijzonder naar de aard en omvang van gevallen waarin huwelijksdwang voorkomt. Er is in Nederland geen centrale organisatie die over deze problematiek waakt en evenmin zijn er cijfers waaruit blijkt of en zo ja in welke omvang huwelijksdwang voorkomt. De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek is dat er inzicht wordt verkregen in het fenomeen huwelijksdwang en in de gevolgen van de voorgenomen wijzigingen voor indirect betrokkenen. 10 Prof. dr. C.J. Forder, Mr. dr. M.J. Vonk, Kroniek van het Personen en Familierecht, NJB 2013/2115, 8 oktober

11 Naast de maatschappelijke relevantie zal dit onderzoek ook een beleidsrelevante, wetenschappelijke bijdrage leveren door inzichtelijk te maken of de wetgever er goed aan doet civielrechtelijke maatregelen in te zetten ten aanzien van het bestrijden van een cultuurverschijnsel, wat oorspronkelijk ziet op een integratievraagstuk. 1.4 Leeswijzer De deelvragen zullen achtereenvolgens besproken worden in de hoofdstukken van het onderzoek. Hoofdstuk 1 bestaat uit een inleidend deel, waarbij wordt ingegaan op het voornemen van de overheid om huwelijksdwang te bestrijden. Na het inleidende deel wordt in hoofdstuk 2 uitvoerig aandacht besteed aan deelvraag 1 oftewel de juridische kaders van het begrip dwang. Onderzocht wordt wat er onder het begrip dwang dient te worden verstaan en welke juridische definitie van gedwongen huwelijken gangbaar is. Hoofdstuk 3 wordt gewijd aan de inhoud van het wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang. Deelvraag 2 komt in dit hoofdstuk aan bod. Er wordt een verkenning gegeven van het recht van huwen conform het Burgerlijk Wetboek en worden de door het kabinet voorgestelde maatregelen en de inhoud van de wijzigingen in Boek 1 en Boek 10 van het BW in kaart gebracht. In het kader van het erkennen van buitenlandse huwelijken wordt tevens het beginsel van openbare orde nader toegelicht. In hoofdstuk 4 komt de in deelvraag 3 geformuleerde vraag aan bod. Er wordt een beeld geschetst van het recht van gezinshereniging en van het partnerkeuzeproces onder diverse moslimmigranten, die indirect geraakt worden door de voorgenomen wetswijzigingen. Ook wordt bekeken of er wel voldoende rekening is gehouden met de cultuur van de betreffende gemeenschappen. In hoofdstuk 5 wordt de kritiek op het wetsvoorstel nader uiteengezet. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 een conclusie uit voorgaand onderzoek getrokken en aanbevelingen gedaan. Beoordeeld wordt of het wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang in haar huidige vorm doorgezet kan worden dan wel dat de voorgenomen maatregelen strijdig zijn met wet- en regelgeving en zodoende aangepast moeten worden. 10

12 HUWELIJKSDWANG DE JURIDISCHE KADERS VAN 2.1. Inleiding E en huwelijk kan slechts met de vrije en volledige toestemming van beide echtgenoten gesloten worden. Dit blijkt niet alleen uit het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, maar tevens uit artikel 16 lid 2 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (hierna UVRM) en diverse andere mensenrechtelijke verdragen waarbij Nederland partij is. 11 Zie hiervoor onder meer de volgende bepalingen: - artikel 1 Verdrag inzake de huwelijkstoestemming, de minimum-leeftijd waarop een huwelijk mag worden aangegaan en de registratie van huwelijken (hierna VHML); - artikel 23 lid 3 Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna BUPO); - artikel 10 lid 1 Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (hierna IVESC); - artikel 16 lid 1 (b) Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (hierna IVDV); - artikel 12 Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna EVRM). Wanneer echtgenoten onder psychische druk van buitenstaanders of fysiek geweld een huwelijk aangaan kan er sprake zijn van huwelijksdwang, welk verschijnsel net als gedwongen achterlating en huwelijkse gevangenschap beschouwd wordt als een (vermeend) cultureel delict in huiselijke kring. 12 Om een beter beeld te krijgen van welke vrijheid in het geding is bij huwelijksdwang, moet men zich eerst afvragen wat er onder het paraplubegrip huwelijksdwang dient te worden verstaan. In dit hoofdstuk wordt onderzocht welke juridische definitie van gedwongen huwelijken gangbaar is, wat de juridische kaders zijn van het begrip dwang en wanneer iemand in zijn of haar vrijheid wordt beperkt. Tevens wordt toegelicht in welke vormen huwelijksdwang kan voorkomen. 11 Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Kamerstukken II 2011/12, , nr

13 2.2. Definitie van huwelijksdwang Op grond van artikel 1:71 BW levert een "onrechtmatige ernstige bedreiging" een grond op voor nietigverklaring van een onder dwang gesloten huwelijk. Buiten artikel 1:71 BW biedt het Nederlandse recht geen specifieke bepaling gericht op gedwongen huwelijken. Vast staat dat het begrip gedwongen huwelijk noch in de relevante mensenrechtenverdragen, noch in de Nederlandse wetgeving expliciet is verankerd. 13 Ondanks de variërende resultaten in diverse onderzoeken, wordt vooralsnog een beroep gedaan op de werkdefinitie van huwelijksdwang, zoals de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken deze in 2005 in haar onderzoek: Tot het huwelijk gedwongen. Een advies over Preventieve, correctieve en repressieve maatregelen ter voorkoming van huwelijksdwang. formuleerde. Het begrip huwelijksdwang wordt in genoemd onderzoek gedefinieerd als: Een huwelijk waarbij een of beide huwelijkspartner(s) geen eigen zeggenschap heeft (hebben) over de sluiting van de huwelijksverbintenis en daarmee (liever) niet instemt. Onder deze situatie wordt mede begrepen het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen doch onder lichamelijke of geestelijke bedreiging. 14 Op grond van deze definitie kan sprake zijn van een gedwongen huwelijk, ondanks dat beide partijen, in overeenstemming met artikel 1:67 lid 1 BW, elkaar ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand het ja-woord hebben gegeven. 15 De volgende aspecten komen in de werkdefinitie duidelijk naar voren en worden toegelicht: Eigen zeggenschap hebben. Het aspect eigen zeggenschap hebben heeft betrekking op het recht om zelf over iets te beslissen en ziet in deze op de sluiting van de huwelijksverbintenis. Bij een gedwongen huwelijk is er een gebrek aan dit recht, doordat een of beide personen geen eigen zeggenschap hebben op bijvoorbeeld de partnerkeuze, het tijdstip of de plaats van de huwelijkssluiting. Dit aspect is van secundair belang, omdat zonder eigen zeggenschap nog niet betekent dat er sprake is van een gedwongen huwelijk. Ook zonder eigen zeggenschap kan iemand vrijwillig met een ander trouwen, zoals bij een gearrangeerd huwelijk het geval is. Er is echter wel sprake van dwang wanneer iemand wel eigen zeggenschap heeft gehad, maar niet met het huwelijk instemt E. Schmidt e.a., Juridische aspecten van gedwongen huwelijken, een onderzoek voor de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, Den Haag: Asser-instituut 2005, p J. Cornelissens e.a., Huwelijksdwang. Een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland. Den Haag: WODC, Ministerie van Justitie, 2009, p Tot het huwelijk gedwongen. Een Advies over Preventieve, correctieve en repressieve maatregelen ter voorkoming van huwelijksdwang, Adviescommissie voor vreemdelingenzaken, juli 2005, p Cornelissens 2009, p

14 (Liever) niet instemmen. Een ander belangrijk aspect van gedwongen huwelijken is de wijze waarop het huwelijk tot stand komt of is gekomen. Bij de totstandkoming van een huwelijk is de vrije wil van beide partners cruciaal. Een gedwongen huwelijk gebeurt doorgaans tegen de vrije wil van een of beide partners. Deze onvrijwilligheid kan betrekking hebben op de partnerkeuze, maar bijvoorbeeld ook op de beslissing om al dan niet te trouwen. Het aspect (liever) niet instemmen impliceert in de werkdefinitie dat iemand er bij voorkeur niet mee akkoord gaat, maar het onvrijwillige karakter van een gedwongen huwelijk komt niet expliciet naar voren. Dit is echter wel het geval in het tweede deel van de werkdefinitie. De onvrijwilligheid komt duidelijk naar voren via onder deze situatie wordt mede begrepen het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen doch onder lichamelijke of geestelijke bedreiging. 17 De sluiting van de huwelijksverbintenis. In het rapport Huwelijksdwang? Een verbintenis voor het leven is de werkdefinitie van gedwongen huwelijk uitgebreid door ook religieuze huwelijken onder het bereik te laten vallen. Volgens dit rapport is er bij huwelijksdwang sprake van: Een religieus of wettelijk huwelijk waarbij de (voorbereidende) huwelijkshandelingen tegen de vrije wil van minstens een van de huwelijkskandidaten hebben plaatsgevonden en waar onder een bepaalde vorm van dwang mee is ingestemd. Onder een huwelijk wordt dus zowel een burgerlijk huwelijk als een religieus huwelijk verstaan. Het religieus huwelijk is voor veel culturen belangrijker dan het burgerlijk huwelijk. Het voorgaande geldt niet voor Turkije. Volgens artikel 110 van het Turkse BW is een kerkelijk (religieus) huwelijk rechtsgeldig, indien dit is voorafgegaan door een civiel huwelijk. Desondanks wordt er binnen eerculturen meer waarde gehecht aan (religieuze) tradities en wordt men als gehuwd beschouwd als het religieus huwelijk gesloten is. 18 Lichamelijke of geestelijke bedreiging. Een ander aspect van gedwongen huwelijken is dat er op één of beide huwelijkskandidaten een vorm van psychische druk en/of fysiek geweld, ook wel bedreiging wordt uitgeoefend. Het betreft niet alleen bedreiging in juridische zin, maar ook de overige dwangvormen, zoals psychologische druk, affectieve chantage of een grote sociale en familiale druk. 19 Volgens Femmes For Freedom (hierna FFF) zouden eerdere definities onvoldoende bescherming bieden aan vrouwen die leven in huwelijkse gevangenschap als gevolg waarvan FFF de Tweede Kamer om uitbreiding van de definitie huwelijksdwang heeft verzocht. 20 Aanleiding hiervoor was de 17 Cornelissens e.a. 2009, p Cornelissens e.a. 2009, p Cornelissens e.a. 2009, p Mr. S.C. Brau, Gevangen in het huwelijk, in: Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, FJR 2012/71 en Kamerstukken II 2012/13, A. 13

15 zaak van de Pakistaanse vrouw Shirin Musa, die via de rechter haar ex-man dwong een einde te maken aan het huwelijk dat ze ten overstaan van een imam in Nederland hadden gesloten. 21 In 2002 was zij in Nederland in het huwelijk getreden, maar pas in 2005 ging zij samenwonen met haar exman nadat er ook een religieus huwelijk op Islamitische grondslag was aangegaan. Omdat haar exman weigerde medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een Islamitische echtscheiding, werd Shirin Musa naar haar beleving, gevangen gehouden in een religieus huwelijk. De vordering om haar ex-man te veroordelen medewerking te verlenen aan een religieuze echtscheiding werd door de Voorzieningenrechter toegewezen, omdat de Voorzieningenrechter van oordeel was dat zijn gedragingen in strijd zijn met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer van hem kon worden gevergd. 22 In het voetspoor van de veelbesproken zaak van Shirin Musa, heeft recentelijk ook de Voorzieningenrechter van de Rechtbank s-gravenhage de vordering van een vrouw van Islamitische afkomst om de man op straffe van verbeurte van een dwangsom te veroordelen mee te werken aan de Iraanse echtscheiding toegewezen. 23 In laatstgenoemde zaak waren de partijen naar Nederlands recht gescheiden, maar werd de Nederlandse echtscheidingsbeschikking in Iran niet erkend, omdat volgens het Iraanse recht de echtscheiding allereerst door een mullah (Iraanse geestelijke) dient te worden uitgesproken. Doordat de man weigerde medewerking te verlenen aan de ontbinding van het religieuze huwelijk werd de vrouw ondanks bij aanvang van het huwelijk gegeven volmacht aan de vrouw om de (Iraanse) rechtbank eenzijdig te verzoeken van hem te mogen scheiden gevangen gehouden in het religieuze huwelijk. Dat het verzoek van FFF de nodige steun heeft gehad van de Kamerleden blijkt uit het feit dat het wetsvoorstel op 5 maart 2013 als hamerstuk is afgedaan. 24 Het wetsvoorstel heeft geleid tot de recentelijke wetswijziging per 1 juli 2013 van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking. 25 De wetswijziging strekt niet alleen tot verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, maar ziet ook op de aanpak van gedwongen voortzetting van huwelijken en minstens zo belangrijk zijn de maatregelen om huwelijksdwang te voorkomen Rb. Rotterdam (vzr.) 8 december 2010, LJN BP8396 (de zaak werd besproken in onder meer Trouw op 14 april 2012 onder het kopje Zij wil scheiden, hij ligt dwars ). 22 R.S.D. Boele-Woelki, Internationaal privaatrecht, in KwartaalSignaal , Ars Aequi, september Rb. s-gravenhage (vzr.) 8 juni 2012, /KG ZA Kamerstukken I 2012/13, , nr. A 26 Kamerstuk nr. 6, Nota naar aanleiding van het verslag, 21 februari

16 2.3. Reikwijdte van het begrip "dwang" Uit de vorige paragraaf bleek dat er op de werkdefinitie na, geen expliciete juridische definitie voorhanden is van het begrip huwelijksdwang. Voorts dient men voor ogen te houden dat het begrip huwelijksdwang geen theoretisch of empirisch begrip is. De begrippen dwang en dwingen hangen samen met de begrippen vrijheid en vrijheidsbeperking. Over de invulling van genoemde begrippen bestaat echter veel onenigheid, aangezien het afhankelijk is van de juridische context, de cultuur en sociaal-maatschappelijke gedachtegang van het specifieke land. Dit doet de vraag rijzen of de genoemde werkdefinitie voldoende dekking biedt ten aanzien van huwelijksdwang en zo ja, hoe deze bepalingen geïnterpreteerd en toegepast dienen te worden wil men huwelijksdwang vaststellen. Volgens artikel 1:71 BW levert een onrechtmatige ernstige bedreiging een grond op voor nietigverklaring van een onder dwang gesloten huwelijk. Uit de Memorie van Toelichting (hierna MvT) blijkt niet voldoende hoe ver de zinsnede onder invloed van dwang reikt. 27 Mijns inziens kan hiervoor aanknoping worden gezocht bij de algemene strafbaarstelling van het misdrijf dwang ex artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht (hierna Sr.), omdat het doel van artikel 284 Sr. het bieden van bescherming tegen inbreuken op de persoonlijke vrijheid is. Het staat vast dat huwelijksdwang op gespannen voet staat met het zelfbeschikkingsrecht, de persoonlijke vrijheid van het individu. Op grond van laatstgenoemd artikel begaat degene die een ander dwingt wederrechtelijk iets te doen, waaronder tevens het dwingen van een ander tot een huwelijkssluiting valt, een misdrijf. 28 Zodoende kan huwelijksdwang thans strafrechtelijk worden aangepakt via artikel 284 Sr. In het proefschrift van Linderberg over strafbare dwang wordt duidelijk gemaakt dat er geen eenduidige definities bestaan van het begrip dwang, waardoor het vrij lastig is om dwang vast te stellen. 29 Volgens de MvT kan het bij huwelijksdwang gaan om fysiek geweld, maar ook om psychische druk door im- of expliciete bedreiging met geweld. 30 In het kader van huwelijksdwang wordt met dwang in feite gedoeld op fysieke daden en met bedreiging wordt de morele, psychische dwang bedoeld. In het geval van huwelijksdwang gaat het vaak om psychische druk. Een voorbeeld van hiervan kan zich voordoen indien de familie van de betrokkene dreigt met verstoting uit de familie, als de betrokkene afziet van het huwelijk. 31 De MvT spreekt over een ongeoorloofde vorm van dwang. Daarvan is volgens de MvT sprake wanneer de handelingen om betrokkene te dwingen 27 Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Mr. S.C. Brau, Gevangen in het huwelijk, in: Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, FJR 2012/ K. Linderberg, Strafbare dwang: over het bestanddeel: dwingen' en strafbaarstellingen van dwang, in het bijzonder art. 284 Sr, Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p

17 tot het huwelijk van zodanige aard zijn, dat zij in de gegeven omstandigheden leiden tot een druk waaraan betrokkene geen weerstand kan bieden. 32 Of er daadwerkelijk sprake is van zodanige dreiging of enkel van een blote waarschuwing is lastig vast te stellen, omdat het meestal niet gaat om een objectief vast te stellen vorm van dwang. Vast staat dat een duidelijke invulling van het begrip dwang en de daaraan gelieerde begrippen geweld of bedreiging ontbreekt. Bij het voltrekken van een huwelijk is de volle en vrije instemming van beide toekomstige echtgenoten van doorslaggevend belang. Bij een gedwongen huwelijk ontbreekt de vrije wil bij één of beide toekomstige echtgenoten, dan wel wordt één of beiden in hun vrijheid beperkt. Het begrip vrijheid kan volgens de Britse filosoof Isaiah Berlin onderverdeeld worden in twee categorieën, te weten negatieve en positieve vrijheid. Volgens Berlin bestaat de negatieve vrijheid uit iemands mogelijkheden zijn wensen te realiseren of kort gezegd het vrij zijn van externe belemmeringen. Hoe groter het gebied van niet-inmenging door anderen, des te groter de individuele vrijheid. Wanneer wensen en/of behoeften van iemand door een ander worden ingegeven, gemanipuleerd of geïndoctrineerd ontbreekt de positieve vrijheid, wat volgens Berlin neerkomt op de vrijheid een autonoom individu te zijn en vrij te zijn tot rationeel handelen. 33 Van belang is dus dat er bij de individuele vrijheid geen inbreuken van buitenaf plaatsvinden en voldoende ruimte is een autonoom persoon te zijn. Wanneer sociale dwang kan worden herleid tot de situatie dat iemand wordt gedwongen iets te doen (trouwen) of juist niet te doen (niet trouwen) is er sprake van een inbreuk op de handelingsvrijheid. De dwang kan daarbij plaatsgrijpen bij de wilsvorming of de wilsuiting. Wanneer de sociale dwang inhoudt dat iemand wordt gedwongen iets te dulden, is er (ook) sprake van inbreuk op de autonome sfeer. 34 Er is in ieder geval geen sprake van psychische dwang wanneer de beïnvloede persoon zijn medewerking volkomen vrijwillig verleent. De graad van de beïnvloeding speelt ook een belangrijke rol bij het bepalen of er al dan niet sprake is van dwang. Naarmate de wilsvorming van de beïnvloede persoon meer betrokken is bij de situatie, betekent dit dat er keuzeruimte is. Deze vorm van psychische dwang zou men rationale dwang kunnen noemen. 35 Voor het huwelijk betekent dit dat elementen van dwang of van gebondenheid aan iedere relatie onherroepelijk vast kleven, aangezien elke relatie zowel goede als slechte tijden kent. Dat impliceert echter niet dat men in zijn of haar vrijheid wordt beperkt of ergens toe gedwongen wordt. 32 Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p K. Linderberg, Strafbare dwang: over het bestanddeel: dwingen' en strafbaarstellingen van dwang, in het bijzonder art. 284 Sr, Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 2007, p K. Linderberg, Strafbare dwang: over het bestanddeel: dwingen' en strafbaarstellingen van dwang, in het bijzonder art. 284 Sr, Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 2007, p K. Linderberg, Strafbare dwang: over het bestanddeel: dwingen' en strafbaarstellingen van dwang, in het bijzonder art. 284 Sr, Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 2007, p

18 2.4. Het huwelijk. Gedwongen, gearrangeerd of schijn? Volgens het rapport Internationale verkenning gedwongen huwelijken uit 2009 is het huwelijk een sociaal cultureel instituut en tevens een wettelijke overeenkomst waarbij de sociaal-culturele en juridische dimensie elkaar enigszins overlappen. 36 Hierbij is het van belang te weten dat het huwelijk wereldwijd zowel sociaal als cultureel beschouwd vele vormen kent, die niet eenduidig definieerbaar zijn als gedwongen of vrij, omdat binnen bepaalde culturen vaak sprake is van een vorm van impliciete dan wel expliciete instemming. De vrijheid van partnerkeuze en levensinrichting betekent echter niet dat er op huwelijkskandidaten geen enkele druk kan worden uitgeoefend. Familieleden, vrienden of andere personen uit de sociale omgeving van de aanstaande echtgenoten kunnen zich immers uit belangstelling of bezorgdheid met de partnerkeuze bemoeien. Die bemoeienis mag echter niet zover gaan dat de aanstaande echtgenoten zich niet meer voldoende vrij voelen om zelf hun keuze te bepalen. 37 Volgens het rapport van Cornelissens e.a. komen in Nederland de volgende vormen van gedwongen huwelijken voor Neef-nicht-huwelijk: Een huwelijk tussen familieleden, waarbij het niet altijd gaat om neef of nicht uit de eerste lijn, maar in ieder geval wel om familieleden. 2. Schakingshuwelijk: huwelijk na een onvrijwillige schaking. 3. Schijnhuwelijk: huwelijk met als doel een verblijfsvergunning, dan wel andere zakelijke en of financiële motieven. 4. Gearrangeerd huwelijk: huwelijk opgelegd door vader (soms moeder) en meestal andere familie(leden). Doorgaans wordt er door de ouders beslist met wie hun kind gaat trouwen. 5. Geboortehuwelijk: een gearrangeerd huwelijk dat al bij de geboorte geregeld is. 6. Het moetje : bijvoorbeeld omwille van herstel van de seksuele familie-eer na een zogenaamde fysieke bevlekking (ontmaagding, verkrachting, buitenechtelijke zwangerschap, incest etc.). 7. Ruilhuwelijk: bijvoorbeeld om wederzijds de bruidsprijs oftewel koopprijs te kunnen omzeilen. 8. Verzoeningshuwelijk: als onderdeel van het beslechten van een bloedvete. 9. Zwagerhuwelijk (leviraat): de weduwe moet trouwen met de broer van haar overleden man. 10. Economisch huwelijk: huwelijk uit geldzucht of geldnood waarbij een dochter (soms op jonge leeftijd) door haar vader aan de latere echtgenoot verkocht wordt. 11. Kindhuwelijk: huwelijk waarbij een minderjarige betrokken is, vaak door toedoen van de ouders geïnitieerd. 36 E. Ratia e.a., Internationale verkenning gedwongen huwelijken, Nijmegen, RU 2009.Ratia e.a. 2009, p Kamerstukken II 2012/13, , Nr. 3 (MvT) p Cornelissens e.a., Huwelijksdwang. Een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland Den Haag: WODC, Ministerie van Justitie, 2009, p.31. Volgens dit onderzoek kennen de eerste vier genoemde vormen ook een vrijwillige variant. Zie bijlage 1 voor een volledige lijst met alle soorten huwelijken waarbij ook de vrijwillige varianten zijn weergegeven. 17

19 Volgens het onderzoek van De Koning voldoet een simplistisch onderscheid tussen eigen keuze en geen keuze niet, omdat er in de werkelijkheid vaak sprake is van een groot grijs gebied van zachte dwang, waarbinnen de verschillende partijen strategieën hanteren om een huwelijk doorgang te verlenen dan wel te verhinderen. In het onderzoek worden de volgende vier gradaties van gearrangeerde huwelijken onderscheiden waarbij de ouders een doorslaggevende rol spelen. 39 a. Het geplande type: de ouders plannen het gehele proces op basis van voor hen relevante familiale en gemeenschapsfactoren. Er is nauwelijks interactie tussen ouders en kind. b. Het gedelegeerde type: kinderen maken hun voorkeuren duidelijk aan hun ouders met betrekking tot het type partner dat zij prefereren en de ouders proberen met deze voorkeuren rekening te houden. c. Het gezamenlijke type: ouders en kinderen zijn gezamenlijk actief bij de partnerkeuze. d. Het eigen initiatief type: kinderen nemen zelf het initiatief tot het uitzoeken van een geschikte partner en vragen uiteindelijk hun ouders om toestemming. De eerste drie vormen van gearrangeerde huwelijken kunnen ook op vrijwillige basis tot stand komen. Dit neemt niet weg dat een deel van de gearrangeerde huwelijken tot stand komt door dwang of druk, die zo groot is dat deze door de potentiële partner(s) als onaanvaardbaar wordt ervaren. Bij type a en b kan dit het geval zijn als bijvoorbeeld de ouders niet de voorkeur van de kinderen volgen. Volgens het onderzoek van De Koning dienen beide potentiële partners minimaal de mogelijkheid te hebben hun instemming of afkeuring te geven en van belang is dat ouders de keus van de kinderen dienen te accepteren. Er is pas sprake van dwang wanneer de kinderen, ondanks hun afkeuring, gedwongen worden de voorkeur van hun ouders of andere familieleden te volgen. 40 Ook het verschijnsel schijnhuwelijk kreeg veel aandacht in de politiek en media. Naar buiten toe ziet een schijnhuwelijk er uit als een gewoon huwelijk en is het gewoon een verbintenis tussen twee personen, met als enig verschil dat de partners afkomstig zijn uit verschillende herkomstlanden. Bij het aangaan van het huwelijk heeft een, en soms zelfs beide partners geen permanent gemeenschappelijk leven beoogd, maar is het doel om staatsburger te worden zonder een asiel of migratie procedure te doorlopen. Financiële of economische redenen kunnen uiteraard ook een rol spelen. Hierdoor is de term schijnhuwelijk voornamelijk een probleem van de staat, omdat het intrinsiek verbonden is aan het migratiebeleid. Ingevolge artikel 1:50 BW zijn schijnhuwelijken strafbaar en worden ze ontbonden zodra ze bewezen zijn. De vraag rijst of dit echter wel rechtvaardig is, aangezien schijnhuwelijken evenals gedwongen en/of gearrangeerde huwelijken niet 39 M. de Koning, Over het huwelijk gesproken: partnerkeuze en gedwongen huwelijken bij Marokkaanse, Turkse en Hindoestaanse Nederlanders, Amsterdam: VU 2005, p De Koning 2005, p

20 enkel om praktische redenen onaantoonbaar zijn, maar eveneens om principiële redenen. D Oliveira 41 heeft reeds in 1999 betoogd dat een schijnhuwelijk naar burgerlijk recht niet bestaat, omdat de overheid niet kan weten wanneer er sprake is van een echt of schijnhuwelijk. 42 Het niet samenwonen van de partners vóór het huwelijk, bijvoorbeeld, is nietszeggend omdat ongehuwd samenwonen in verschillende culturen, zoals onder de moslimmigranten niet acceptabel is. Ook bij Nederlanders was dit tot enige decennia geleden het geval Conclusie In dit hoofdstuk is gezocht naar de gangbare definitie van huwelijksdwang en de mogelijke vormen van gedwongen huwelijken. Thans levert een onrechtmatige ernstige bedreiging een grond op voor nietigverklaring van een onder dwang gesloten huwelijk. Vast staat dat het begrip huwelijksdwang geen expliciete wettelijke inhoud geniet, al kan er m.i. wel aanknoping worden gezocht bij de algemene strafbaarstelling van het misdrijf dwang conform artikel 284 Sr., omdat het doel van artikel 284 Sr. het bieden van bescherming tegen inbreuken op de persoonlijke vrijheid is. Een duidelijke invulling van het begrip dwang en de daaraan gelieerde begrippen geweld of bedreiging ontbreekt echter. Een cruciaal kenmerk van huwelijksdwang is, dat er op één of beide huwelijkskandidaten een vorm van psychische druk, ook wel bedreiging en/of fysiek geweld wordt uitgeoefend. Het gebruik van geweld is echter een kwestie van perceptie. Mogelijk wordt bepaald gedrag van ouders door hun kind gezien als geweld of bedreiging, terwijl de ouders zelf het een onderdeel van ouderschap vinden en niets anders dan het beste met hun kinderen voor hebben. Vrijheid van partnerkeuze en levensinrichting betekent doorgaans niet dat op de huwelijkskandidaten geen enkele druk kan worden uitgeoefend door buitenstaanders, zoals in het geval van een gearrangeerd huwelijk. De bemoeienis van anderen is toegestaan, mits de huwelijkskandidaten voldoende vrij zijn om zelf hun keuze te bepalen. Enige bemoeienis van buitenaf hoeft nog geen consequenties te hebben voor de eigen keuze dan wel impliceert nog niet dat er sprake is van geen keuze, omdat er in de werkelijkheid vaak sprake is van een groot grijs gebied van zachte dwang, waarbinnen de verschillende partijen strategieën hanteren om een huwelijk doorgang te verlenen dan wel te verhinderen. 41 Jessurun d'oliveira is een Nederlands jurist en letterkundige. 42 Het artikel van D Oliveira is te raadplegen onder kopje, Schijnhuwelijk blijkt schijnprobleem, in de Volkskrant van 20 januari

21 HUWELIJKSDWANG HET WETSVOORSTEL TEGENGAAN 3.1. Inleiding De overheid is al enige tijd bezig om maatregelen te treffen om huwelijksdwang zowel civielrechtelijk tegen te gaan, als strafrechtelijk aan te pakken. Het civielrechtelijke wetsvoorstel is momenteel nog in behandeling bij de Tweede Kamer. 43 Om huwelijksdwang strafrechtelijk aan te pakken is tegelijk met het civielrechtelijke wetsvoorstel Tegengaan Huwelijksdwang een voorstel van wet tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES (32 840) in behandeling genomen door het parlement. De Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (verruiming mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking) is recentelijk op 1 juli jl. in werking getreden, Stb. 2013, 187. Dit hoofdstuk is gericht op nationale wetgeving met betrekking tot het huwelijk conform het Burgerlijk Wetboek en beleid tegen gedwongen huwelijken. Het doel van dit hoofdstuk is het verschaffen van een zo breed mogelijk overzicht van de voorgenomen civielrechtelijke maatregelen om gedwongen huwelijken tegen te gaan. De strafrechtelijke maatregelen neergelegd in de Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (verruiming mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking) beïnvloeden uiteraard ook de status van gedwongen huwelijken. Deze maatregelen zou ik ook graag willen toelichten in dit hoofdstuk, maar deze vallen buiten het bereik van deze privaatrechtelijke studie geraadpleegd op 13 november Het wetsvoorstel staat op de lange termijn agenda van de Tweede Kamer en wordt vermoedelijk op 11, 12 of 13 december a.s., in week 50 behandeld. zie hiervoor de volgende link: 08.html?zoekcriteria=%3fzkt%3dEenvoudig%26pst%3d%26vrt%3d33%2b488%26zkd%3dInDeGeheleText%26dp r%3dafgelopendag%26sdt%3ddatumbrief%26ap%3d%26pnr%3d1%26rpp%3d10&resultindex=3&sorttype=1& sortorder=4 20

22 3.2. Civielrechtelijke maatregelen ten behoeve van gedwongen huwelijken Het probleem rondom gedwongen huwelijken heeft de wetgever indirect behandeld in het Nederlandse privaatrecht. Het interne recht voorziet niet in een verificatie vooraf van een vrijelijk te geven toestemming, maar kent op grond van artikel 1:71 BW slechts de nietigverklaring voor het geval het huwelijk is gesloten onder invloed van onrechtmatige ernstige bedreiging of dwaling van een der partijen. 44 De bevoegdheid om nietigverklaring te verzoeken vervalt wanneer de echtgenoten zes maanden hebben samengewoond sinds het ophouden van de bedreiging. De Nederlandse rechter kan een in het buitenland gesloten huwelijk alleen dan nietig verklaren als het op het huwelijk toepasselijke recht daartoe gronden biedt. De nietigverklaring werkt ingevolge artikel 1:77 BW terug tot het tijdstip van de huwelijksvoltrekking. Dit heeft onder meer tot gevolg dat een eventuele huwelijksgemeenschap niet bij helfte behoeft te worden verdeeld. De terugwerkende kracht van de nietigverklaring geldt evenwel niet ten aanzien van eventuele kinderen van de echtgenoten en ten aanzien van de te goeder trouw zijnde echtgenoot. De nietigverklaring heeft dan dezelfde gevolgen als een echtscheiding, wat inhoudt dat uit het huwelijk voortvloeiende onderhoudsverplichtingen jegens de ex-echtgenoot en de eventuele kinderen, ondanks een nietigverklaring blijven voortduren. Als bij de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (hierna ABS) bekend is dat er ten tijde van het sluiten van het huwelijk sprake is geweest van dwang, kan hij op grond van artikel 37 lid 2 Wet Gemeentelijke Basisadministratie (hierna Wet GBA) weigeren het huwelijk in de gemeentelijke basisadministratie te registreren. De huwelijksakte wordt dan niet erkend wegens strijd met de openbare orde. 45 Volgens zowel Movisie als de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG) is de toetsing van het bestaan van vrije toestemming voor de ABS een moeilijk tot onmogelijk te volbrengen opdracht, omdat enerzijds het dwanggedrag in de beslotenheid van gezin en/of familie plaatsvindt en anderzijds de meeste slachtoffers er niet mee naar buiten durven of willen komen uit angst voor of uit loyaliteit met de ouders en de familie. 46 Naast de ABS is het Openbaar Ministerie bevoegd een huwelijk te stuiten op grond van artikel 1:53 BW indien het bekend is met het bestaan van een van de in het BW opgenomen huwelijksbeletselen of indien er sprake is van een schijnhuwelijk op grond van artikel 1:71a BW. 44 Deze maatregelen gelden via de schakelbepaling van artikel 1:80a lid 7 BW tevens voor het geregistreerd partnerschap. 45 Kamerstukken II 2010/11, , nr Advies van Movisie aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, 23 december 2011, alsook het advies van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), 21 december

23 Het tegengaan van dwanghuwelijken Om adequaat op te kunnen treden tegen huwelijksdwang heeft de wetgever ten eerste voorgesteld het Openbaar Ministerie te verplichten een voorgenomen huwelijk dat onder invloed van dwang dreigt te worden gesloten te stuiten. 47 Naar huidig recht kan dit op grond van artikel 1:71 BW alleen als het onder invloed van ernstige onrechtmatige bedreiging is gesloten. Voorgesteld is om de nietigverklaring te versoepelen door ernstige onrechtmatige bedreiging te vervangen door dwang. Treedt het wetsvoorstel in werking dan komen lid 1 en lid 3 van artikel 71 als volgt te luiden Een echtgenoot kan de nietigverklaring van zijn huwelijk verzoeken, wanneer hij dit onder invloed van dwang heeft gesloten. Tevens is het openbaar ministerie, na de echtgenoten in de gelegenheid te hebben gesteld hun mening omtrent de wenselijkheid van het indienen van het verzoek tot nietigverklaring kenbaar te maken, althans na deze daartoe behoorlijk te hebben opgeroepen, bevoegd tot het doen van het verzoek. 3. De bevoegdheid de nietigverklaring wegens dwaling te verzoeken vervalt, wanneer de echtgenoten zes maanden hebben samengewoond sedert de ontdekking van de dwaling zonder dat het verzoek is gedaan. De bevoegdheid de nietigverklaring wegens dwang te verzoeken vervalt, wanneer de echtgenoten drie jaar hebben samengewoond zonder dwang gericht op instandhouding van het huwelijk, zonder dat het verzoek is gedaan. Het wordt makkelijker om een onder dwang gesloten huwelijken nietig te verklaren. Uit de rechtspraak blijkt echter dat een verzoek tot nietigverklaring van een gedwongen huwelijk zelden wordt ingediend. 49 De Hoge Raad neemt onrechtmatige ernstige bedreiging niet snel aan, zoals blijkt uit het oordeel van de Hoge Raad in Het ging in deze procedure om een verzoek tot nietigverklaring van een in 1996 in Pakistan gesloten huwelijk tussen de partijen. De vrouw, van Pakistaanse afkomst, woonde vanaf haar zesde jaar in Nederland. Ze was in het bezit van de Nederlandse nationaliteit en volgde tevens een HBO-opleiding. De man had enkel de Pakistaanse nationaliteit en woonde in Pakistan. De vrouw heeft op 27 november 1995 te Amsterdam een huwelijksovereenkomst ondertekend, ingevolge welke overeenkomst zij met de man in het huwelijk zou treden. Vervolgens hebben de terzake bevoegde autoriteiten te Pakistan een huwelijkscertificaat opgemaakt, waardoor het huwelijk is geformaliseerd. De vrouw heeft zich vervolgens gewend tot de Rechtbank te Maastricht met het verzoek het huwelijk nietig te verklaren, nu dit onder invloed van 47 J. Kok en G. Cardol, Wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang ingediend bij Tweede Kamer, 19 februari 2013, te raadplegen op Scherp in familierecht, via 48 Kamerstukken II , , nr. 2 Voorstel van wet p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p HR 16 oktober 1998, LJN ZC

24 een onrechtmatige ernstige bedreiging was gesloten. Zij voerde aan dat zij ernstig onder druk is gezet om de huwelijksovereenkomst te ondertekenen. Haar vader zou haar hebben gedreigd met het terugzenden naar Pakistan, alwaar zij alsnog zou worden uitgehuwelijkt. De Rechtbank Maastricht heeft bij beschikking van 3 januari 1997 het verzochte afgewezen. Naar het oordeel van de Rechtbank had de vrouw onvoldoende aangetoond dat er sprake is geweest van een onrechtmatige ernstige bedreiging door haar vader en familieleden van de man om de huwelijksovereenkomst te ondertekenen. De Rechtbank stelde voorop dat het huwelijk van partijen op grond van het bepaalde in artikel 5 lid 4 van de Wet Conflictenrecht Huwelijk (hierna WCH) naar Pakistaans recht als een geldig huwelijk kon worden aangemerkt. Er was geen grond om erkenning aan het op 12 februari 1996 te Pakistan geformaliseerde huwelijk van partijen te onthouden, daar er geen sprake was van onverenigbaarheid met de Nederlandse openbare orde. 51 De vrouw is vervolgens in hoger beroep gegaan bij het Gerechtshof te 's-hertogenbosch. Evenals de Rechtbank, stelde het Hof bij beschikking van 24 september 1997 voorop dat op grond van artikel 5 lid 4 van de WCH het huwelijk tussen partijen naar Pakistaans recht als een rechtsgeldig huwelijk moet worden aangemerkt, nu door de terzake bevoegde autoriteit te Pakistan een huwelijksverklaring is afgegeven. Ten aanzien van de vraag of het huwelijk onder invloed van een onrechtmatige ernstige bedreiging is gesloten, oordeelde het Hof dat de omstandigheden waaronder de vrouw tot het plaatsen van haar handtekening onder de huwelijksovereenkomst is gekomen, niet zijn aan te merken als een onaanvaardbare onrechtmatige bedreiging op grond waarvan nietigverklaring van het huwelijk tussen partijen als in strijd met de Nederlandse openbare orde zou kunnen worden uitgesproken. Tegen de beschikking van het Hof is de vrouw in cassatie gekomen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de vrouw, omdat het verzoek van de vrouw er niet toe strekt voor recht te verklaren dat het huwelijk niet voor erkenning in aanmerking komt, doch strekt tot nietigverklaring van het huwelijk op de grond dat het onder invloed van een ernstige onrechtmatige bedreiging is gesloten. De omstandigheid dat het huwelijk mogelijk hier te lande niet kan worden erkend wegens het ontbreken van de vereiste legislatie en verificatie van de huwelijksakte levert geen grond op voor toewijzing van een verzoek. Dit baseerde de Hoge Raad op het feit dat de vrouw vanaf haar zesde jaar in Nederland woont en in Nederland een HBO-opleiding volgt en dat zij haar toevlucht tot een blijf-van-mijn-lijfhuis had weten te zoeken. Hieruit heeft de Hoge Raad kennelijk afgeleid dat de vrouw in staat is voldoende weerstand te bieden aan een dergelijke druk. 52 Het kabinet acht een gedwongen huwelijk echter zodanig in strijd met de Nederlandse rechtsorde, dat de mate van dwang 51 FJR 1998, p HR 16 oktober 1998, LJN ZC

25 of de mate waarin weerstand had mogen worden verwacht niet bepalend mag zijn voor de vraag of het verzoek tot nietigverklaring kan worden toegewezen. Het Kabinet heeft daarom het voornemen geformuleerd om naast de echtgenoot zelf het Openbaar Ministerie de bevoegdheid te verlenen zelfstandig bij de rechter de nietigverklaring van het huwelijk te verzoeken. 53 Uit het kritische advies van de Raad van State blijkt dat in geval van huwelijksdwang niet enkel rekening dient te worden gehouden met de Nederlandse rechtsorde, maar mede met het belang van de echtgenoten die in een dwangpositie verkeren. Nietigverklaringen kunnen immers voor de direct betrokken echtgenoten verstrekkende sociale of financiële gevolgen hebben. Onder omstandigheden kan nietigverklaring ook leiden tot onwenselijke gevolgen op het gebied van het Vreemdelingenrecht Het tegengaan van kinderhuwelijken Als hoofdregel voor het rechtsgeldig sluiten van een huwelijk geldt thans dat beide aanstaande echtgenoten de leeftijd van achttien jaar moeten hebben bereikt, tenzij er sprake is van een van de in artikel 1:31 leden 2 en 3 BW genoemde uitzonderingsgronden. De eerste uitzonderingsgrond doet zich voor als de aanstaande echtgenoten de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt en de vrouw een verklaring van een arts overlegt dat zij zwanger is of haar kind reeds ter wereld heeft gebracht. De tweede uitzondering bestaat hierin dat de Minister voor Veiligheid en Justitie ontheffing van het leeftijdsvereiste kan verlenen. Als een minderjarige een huwelijk heeft gesloten, is hij op grond van artikel 1:233 BW van rechtswege meerderjarig geworden. Het belangrijkste gevolg van het bereiken van de meerderjarigheid is de handelingsbekwaamheid. Een minderjarige is handelingsbekwaam mits hij of zij handelt met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger, voor zover de wet niet anders bepaalt. De toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger wordt verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zekere leeftijd deze zelfstandig verrichten, artikel 1:234 BW. Rechtshandelingen waarvan het niet gebruikelijk is dat minderjarigen van die leeftijd deze zelfstandig verrichten zijn vernietigbaar. Deze regeling dient ter bescherming van de kwetsbare positie van minderjarigen, die kwetsbaar is omdat zij niet altijd ten volle de reikwijdte van hun handelingen kunnen overzien. De huidige regeling, waarin minderjarigen onder de hiervoor weergegeven voorwaarden in het huwelijk kunnen treden, laat minderjarigen hun wettelijk beschermde status op dit punt verliezen. Zij staan namelijk niet meer onder gezag van een wettelijk vertegenwoordiger en derhalve kan er ten aanzien van hen geen kinderbeschermingsmaatregel meer worden genomen Civielrechtelijke maatregelen tegen huwelijksdwang, in Nederlands Juristenblad: NJB 2011, 1078, p Raad van State inzake het Wetsvoorstel Tegengaan Huwelijksdwang, 22 mei 2012, p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p

26 In het kader van het wetsvoorstel wordt ten tweede voorgesteld de minimum-huwelijksleeftijd voor iedereen in Nederland te bepalen op achttien jaren en de uitzonderingen op het vereiste minimum neergelegd in artikel 1:31 lid 2 en 3 BW te laten vervallen. 56 Uit de MvT blijkt dat deze maatregel bedoeld is om de kwetsbare positie van jongeren in een samenleving die steeds hogere eisen stelt aan hun beoordelingsvermogen en gelet op het feit dat het op zestien- of zeventienjarige leeftijd meerderjarig worden nog geenszins tot gevolg heeft dat daaraan alle rechten verbonden zijn die meerderjarigen vanaf achttien jaar kunnen uitoefenen. In de praktijk zijn er echter weinig gevallen bekend waarbij jongeren van zestien jaar in het huwelijk treden als gevolg van ontheffing of zwangerschap. 57 Het gaat om ongeveer tien meisjes per jaar, in tegenstelling tot nul jongens. Jongeren van zeventien jaar treden iets vaker in het huwelijk, namelijk jaarlijks één à twee jongens en rond de dertig meisjes. In vrijwel alle gevallen is sprake van zwangerschap of een reeds ter wereld gebracht kind. Opmerkelijk is dat er jaarlijks vijf tot tien verzoeken om ontheffing van het leeftijdsvereiste worden ingediend, maar deze worden sinds 2007 alle afgewezen. 58 Voor Boek 10 BW houden de wijzigingen het volgende in. 59 Op grond van artikel 10:28 sub b BW jo. 10:29 BW kan het huwelijk naast toepassing van het Nederlandse recht ook met toepassing van het nationale recht van partijen worden gesloten. Aan vreemdelingen die in Nederland willen trouwen wordt op grond van genoemde bepalingen de mogelijkheid geboden om niet gebonden te zijn aan het in Nederland geldende minimum leeftijdsvereiste van achttien jaar, indien hij volgens het recht van het land waar hij onderdaan van is, wel huwelijksbevoegd zou zijn geweest op de leeftijd van vijftien, zestien of zeventien jaar. Gelet op het voorstel om de uitzonderingsbepalingen ten aanzien van de minimumleeftijd in artikel 1:31 leden 2 en 3 BW te doen vervallen, is het niet wenselijk om aan vreemdelingen wel de mogelijkheid te blijven bieden om als minderjarige een huwelijk te sluiten. Voorgesteld wordt derhalve het thans geldende alternatief om voor ieder der echtgenoten zijn/haar nationale recht in acht te nemen op grond van artikel 10:28 sub b te laten vervallen. Na de wijziging kan op grond van artikel 10:28 BW een huwelijk in Nederland alleen worden voltrokken indien ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk naar Nederlands recht en een van hen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit of in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft. 60 Indien de kabinetsplannen daadwerkelijk worden ingevoerd, ligt het voor de hand dat deze wijziging ook in artikel 10:29 BW wordt doorgevoerd Kamerstukken II , , nr. 2 Voorstel van wet, p Kamerstukken II 2010/11, , Nr. 17 (MvT) p Kamerstukken II , , nr. 5, p R.S.D. Boele-Woelki, Internationaal privaatrecht, in KwartaalSignaal , Ars Aequi, september Kamerstukken II , , nr. 2 Voorstel van wet, p S. Rutten, Huwelijk en burgerlijke stand (Praktijkreeks IPR deel 2), Apeldoorn/Antwerpen: Maklu 2011, p

27 Het tegengaan van neef/nicht huwelijken Als relatief vereiste voor het mogen huwen geldt dat beide echtgenoten niet een te nauwe bloedverwantschap mogen hebben en ook geen adoptie-zus of broer van elkaar mogen zijn op grond van artikel 1:41 BW. Bloedverwantschap in de derde of vierde graad, bijvoorbeeld tussen een oom en een nicht (derde graad) of een neef en een nicht (vierde graad), vormt thans in Nederland geen huwelijksbeletsel. Het artikel spreekt van van nature bestaan en niet van het bestaan van familierechtelijke betrekkingen. Het is dus de biologische verwantschap en niet de juridische verwantschap, die een weigeringsgrond vormt. Wanneer verwantschap bestaat door adoptie is een huwelijk slechts onmogelijk tussen hen die elkaar in rechte linie bestaan. 62 Het verbod van een huwelijk tussen hen die via adoptie elkaars broer of zus zijn, is in Nederland niet van openbare orde. 63 Sinds 1970 is het sluiten van een huwelijk met een verwant in de derde of vierde graad niet meer verboden in Nederland. Dit geldt voor alle westerse landen. In ongeveer de helft van de staten in de USA is een huwelijk met een verwant in derde of vierde graad wel verboden. Dit is in het bijzonder om medische argumenten, zoals de kans op inteelt. 64 In het kader van het voorstel wordt een dergelijk verbod als derde maatregel ook in Nederland geïntroduceerd, zij het wel met andere argumenten. Volgens het kabinet is het, ook al ontbreken er harde cijfers, aannemelijk dat er bij neef-nicht huwelijken vaker dan in geval van huwelijken zonder bloedverwantschap sprake is van dwang uit de familiale omgeving, waaraan moeilijk weerstand geboden kan worden door de toekomstige echtgenoten. 65 Voorgesteld wordt dat bloedverwantschap tussen de aanstaande echtgenoten in de derde of vierde graad in de zijlinie voortaan een huwelijksbeletsel vormt voor het sluiten van een huwelijk. Ingevolge het wetsvoorstel moeten aanstaande echtgenoten bij de huwelijksaangifte verklaren of zij al dan niet bloedverwanten (van nature of familierechtelijk) van elkaar zijn in de derde of vierde graad in de zijlinie, ontwerpartikel 1:44 lid 1 sub a BW. Indien de aanstaande echtgenoten in de genoemde categorie bloedverwanten vallen, mogen ze in beginsel niet met elkaar trouwen, tenzij zij ieder afzonderlijk een beëdigde verklaring afleggen inhoudende dat zij hun vrije toestemming tot het huwelijk geven, zie hiervoor ontwerpartikel 1:41a BW. 66 Mocht later blijken dat een huwelijk tussen bedoelde bloedverwanten is gesloten zonder dat de beëdigde verklaring is afgelegd of dat een valse verklaring is afgelegd, kan het huwelijk nietig worden verklaard op de in artikel 1:69 lid 1 BW genoemde grond dat de echtgenoten niet de vereisten in zich verenigden om een huwelijk aan te gaan. 62 S. Rutten, Huwelijk en burgerlijke stand (Praktijkreeks IPR deel 2), Apeldoorn/Antwerpen: Maklu 2011, p S. Rutten, Huwelijk en burgerlijke stand (Praktijkreeks IPR deel 2), Apeldoorn/Antwerpen: Maklu 2011, p E. Bartels en O. Storms, Huwelijksdwang Migratie, Discriminatie en Symboolwetgeving, onder meer te raadplegen via 14 oktober Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Kamerstukken II , , nr. 2 Voorstel van wet p

28 Erkennen van buitenlandse huwelijken In het kader van erkenning wordt in de MvT verwezen naar het Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken (hierna Verdrag geldigheid Huwelijken). De hoofdregel voor erkenning in Nederland van rechtsgeldig in het buitenland gesloten huwelijken is neergelegd in artikel 9 Verdrag geldigheid Huwelijken. Op grond van artikel 14 Verdrag geldigheid Huwelijken kan erkenning van een huwelijk worden geweigerd wegens strijd met fundamentele beginselen van het Nederlandse huwelijksrecht, de zogenaamde openbare orde exceptie, ook al is dat huwelijk volgens het rechtsstelsel van betreffende Staat rechtsgeldig tot stand gekomen. Omgekeerd kan een huwelijk volgens het toepasselijke buitenlandse recht blootstaan aan vernietiging, zonder dat de Nederlandse openbare orde zich tegen erkenning van dat huwelijk verzet. Een voorbeeld hiervan kan zich voordoen bij een homohuwelijk, gesloten in een land dat deze huwelijksvorm niet kent. 67 Van huwelijken of huwelijksvormen die in meer of mindere mate in strijd zijn met de Nederlandse openbare orde is op grond van artikel 11 van Verdrag geldigheid Huwelijken in ieder geval sprake bij een polygaam huwelijk, huwelijken tussen of met kinderen beneden de leeftijd van vijftien jaar en als een der echtgenoten op het tijdstip van dat huwelijk niet vrijelijk zijn toestemming daartoe heeft gegeven of hiertoe geestelijk niet in staat was. 68 Deze opsomming, die overeenkomt met de opsomming in artikel 10:29 lid 1 BW, is niet limitatief, aangezien ex artikel 1:71a BW het sluiten van een schijnhuwelijk ook strijd oplevert met de openbare orde. De geëxpliceerde opsomming van artikel 11 Verdrag geldigheid Huwelijken is destijds niet overgenomen in artikel 10:32 BW, terwijl de hoofdregel conform artikel 9 van Verdrag geldigheid Huwelijken voor erkenning wel overgenomen is in de artikelen 10:31 en 32 BW. Conform artikel 10:31 lid 1 BW wordt een buitenlands huwelijk in Nederland als rechtsgeldig erkend, indien het rechtsgeldig is volgens het recht van de Staat waar het huwelijk is voltrokken of wanneer het nadien rechtsgeldig is geworden. De erkenning wordt zowel volgens het interne recht als het internationaal privaatrecht van dat rechtsstelsel beoordeeld. 69 Indien erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde, wordt aan een buitenlands huwelijk erkenning onthouden, artikel 10:32 BW. Reeds is vermeld dat artikel 28 sub b BW komt te vervallen. Teneinde de wetstoepasser behulpzaam te zijn en de rechtszekerheid te bevorderen wordt daarom voorgesteld om artikel 10:29 BW, waarin is bepaald dat een huwelijk wordt geweigerd wegens beperkingen ontleend aan de openbare orde, te laten vervallen. 70 Een aantal van deze beperkingen is nader geëxpliciteerd in artikel 10:32 BW Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p S. Rutten, Huwelijk en burgerlijke stand (Praktijkreeks IPR deel 2), Apeldoorn/Antwerpen: Maklu 2011, p P. Vlas, Hoofdlijnen Boek 10 BW, (Internationaal Privaatrecht), SDU Uitgevers, 2011, p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Kamerstukken II , , nr. 2 Voorstel van wet p

29 3.3. Het openbare orde beginsel Als buitenlandse familierechtelijke regels in strijd komen met de in Nederland te respecteren fundamentele waarden en beginselen, komt het begrip openbare orde, neergelegd in artikel 10:6 BW in beeld. 72 Buitenlands recht wordt niet toegepast, voor zover de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. De betekenis van het begrip 'openbare orde' behoeft niet steeds dezelfde te zijn, zie bijvoorbeeld de artikelen 1:71a BW voor een schijnhuwelijk en 3:40 BW dat luidt dat een rechtshandeling nietig is als het naar inhoud of strekking in strijd is met de openbare orde. De wetgever heeft bewust een opsomming van gevallen waarin sprake is of kan zijn van strijd met de openbare orde achterwege gelaten, omdat anders bij een huwelijkssluiting die in Nederland plaatsvindt, bij een huwelijk dat buiten Nederland is voltrokken de openbare orde minder sterk betrokken kan zijn Erkenning van polygame huwelijken Het sluiten van een polygaam huwelijk is in Nederland op grond van artikel 1:33 BW jo. artikel 237 Sr. verboden. Het voorgaande geldt ook voor vreemdelingen die zich in Nederland hebben gevestigd, omdat ook van hen verwacht mag worden dat zij zich conformeren aan de Nederlandse beginselen van het huwelijksrecht. 74 Toch blijkt dat er in 2010 ca mensen waren die een polygaam huwelijk hadden, zij het dat zich hieronder ook personen bevonden wier eerste huwelijk al wel ontbonden was, maar de echtscheiding nog niet ambtelijk verwerkt was. 75 Volgens een in 2009 verschenen rapport inzake polygame huwelijken, is het aannemelijk dat een deel van de in Nederland gesloten dan wel erkende polygame huwelijken een tijdelijk polygaam karakter heeft. Het gevolg hiervan is dat er na beëindiging van het eerste huwelijk achteraf alsnog sprake is van een rechtsgeldig gesloten huwelijk, waardoor de getalsmatige omvang van het probleem bijzonder klein is, namelijk minder dan 0.01 procent van de Nederlandse bevolking. Uit het rapport blijkt tevens dat bij een deel van de polygame huwelijken geen sprake is geweest van een bewuste keus, maar een tijdelijke situatie, terwijl een ander deel weer wordt veroorzaakt door een hinkende rechtsverhouding. 76 Hiervan is sprake indien een rechtsfeit in het ene land wel rechtsgeldig is en in een ander land niet. Zo kan bijvoorbeeld in land A de burgerlijke staat van een persoon getrouwd zijn, maar in land B is dezelfde persoon ongehuwd. Een dergelijke ongewenste situatie levert strijd op met het klassieke favor matrimonii beginsel, een beginsel dat ten doel heeft aan de 72 P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p S. Rutten, Huwelijk en burgerlijke stand (Praktijkreeks IPR deel 2), Apeldoorn/Antwerpen: Maklu 2011, p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p P. Vlaardingerbroek, Twee nationaliteiten op één kussen, daar slaapt de (Nederlandse) overheid tussen?!, Tijdschrift voor familie- en jeugdrecht, 2011, vol. 3, nr. 27, p Prof. dr. K. Boele-Woelki e.a. De juridische status van polygame huwelijken in rechtsvergelijkend perspectief, UCERF, Utrecht, december 2009, p

30 totstandkoming en de erkenning van huwelijken zo min mogelijk belemmeringen in de weg te leggen. 77 Uit de MvT blijkt dat de vierde maatregel, het erkennen van buitenlandse huwelijken, in het bijzonder is voorgesteld om erkenning van polygame huwelijken verder in te perken. Conform artikel 11 van Verdrag geldigheid Huwelijken komen in het buitenland gesloten polygame huwelijken niet in aanmerking voor erkenning als zij zijn gesloten op een moment dat een relevant raakpunt met de Nederlandse rechtsorde bestond. Hiervan is volgens de regering in de eerste plaats sprake als zowel het eerste of een volgend in het buitenland gesloten huwelijk is gesloten met een Nederlands onderdaan of iemand die zijn gewone verblijfplaats in Nederland gevestigd heeft. 78 Ook is overwogen om het moment van een aanvraag tot voorlopig verblijf in Nederland als ijkpunt te hanteren om verbondenheid met de Nederlandse rechtssfeer vast te kunnen stellen. 79 Hiervan is echter op advies van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (hierna NVVB) van afgezien, omdat niet voor eenieder die voor de vraag komt te staan of een polygaam huwelijk in Nederland erkend moet worden is na te gaan op welk moment een machtiging voorlopig verblijf is aangevraagd Binnen- en buiten grenscriterium Bij het leerstuk van de openbare orde geldt in beginsel een absolute en onaantastbare maatstaf. Dit wordt ook wel het buitengrenscriterium van de openbare orde genoemd en houdt in dat buitenlands recht waarvan de inhoud strijdig is met grondrechten of met beginselen van rechtsstatelijkheid, in alle gevallen buiten toepassing blijft. Het voorgaande geldt ook indien de Nederlandse rechtssfeer niet of nauwelijks bij het concrete geval betrokken is of indien toepassing van het onaanvaardbare recht op zich genomen niet in strijd met de openbare orde zou zijn. Wanneer de inhoud van het toepasselijk verklaarde recht op zichzelf niet onaanvaardbaar is, zoals bij het buitengrenscriterium, speelt de mate van betrokkenheid van Nederland een rol. Hier geldt het zogenaamde binnengrenscriterium. Vreemd recht dat op grond van haar inhoud op zich aanvaardbaar is, kan niettemin buiten toepassing worden gelaten indien toepassing in het concrete geval zou leiden tot een gevolg dat naar Nederlandse opvattingen niet mag worden geduld. 81 Het verschil tussen het binnen- en buitengrenscriterium komt goed naar voren in de volgende twee voorbeelden uit de rechtspraak. 77 P. Vlas, Hoofdlijnen Boek 10 BW, (Internationaal Privaatrecht), SDU Uitgevers, 2011, p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT) p Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB), Brief inzake het concept-wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang, 23 december 2011, p Th.M. de Boer e.a., Nederlands internationaal personen en familierecht Wegwijzer voor de rechtspraktijk, Serie Recht en Praktijk Personen en Familierecht, deel PFR3, Kluwer 2012, p

31 De absolute werking van de openbare orde blijkt uit een uitspraak van het Hof Den Haag. Volgens het Hof leverde een regel van Iraans recht strijd op met het in Nederland geldende beginsel van seksegelijkheid, omdat volgens die regel een gehuwde vrouw geen recht zou hebben op partneralimentatie wanneer zij ongehoorzaam is geweest aan haar man. De toepassing van betreffende Iraanse regel dient volgens het Hof op grond van de Nederlandse openbare orde te worden gecorrigeerd. 82 De relatieve werking laat zich onder meer verduidelijken door een uitspraak van de Rb. Utrecht betreffende het polygame huwelijk. Gesteld voor de vraag of het in Marokko gesloten tweede huwelijk van een Marokkaanse man vatbaar was voor erkenning in Nederland, overwoog de Rechtbank dat polygame huwelijken in Nederland kunnen worden erkend, tenzij er daadwerkelijk strijd is met fundamentele beginselen van het Nederlandse huwelijksrecht en als er voldoende betrokkenheid is met de Nederlandse rechtssfeer. 83 Het verzoek tot echtscheiding werd niet toegewezen, omdat naar het oordeel van de Rechtbank een echtscheiding alleen uitgesproken kon worden indien het buitenlandse huwelijk in Nederland kon worden erkend als een rechtsgeldig huwelijk. Zonder erkenning is een buitenlands huwelijk in Nederland niet vatbaar voor nietigverklaring en kan het niet ontbonden worden. Kortom, er dient eerst geconcludeerd te worden of er volgens Nederlands recht überhaupt wel sprake is van een huwelijk. Is er geen sprake van een huwelijk, of zoals in deze kwestie een ongeldig huwelijk dan is een echtscheiding niet nodig, omdat het huwelijk niet ontbonden kan worden. Het gaat immers om een nietig huwelijk. Volgens de Rechtbank was het huwelijk in kwestie hier in Nederland niet rechtsgeldig, omdat de vrouw ten tijde van de huwelijkssluiting naast de Marokkaanse tevens de Nederlandse nationaliteit bezat en zij gedurende haar hele huwelijk in Nederland hadden gewoond. De Rechtbank achtte hun maatschappelijke banden met Nederland zodanig sterk, dat de Nederlandse rechtssfeer en daarmee de fundamentele beginselen onaanvaardbaar in het geding kwamen. 84 Met het onthouden van erkenning dient de rechter terughoudend om te gaan. Immers, hoe minder banden een stel heeft met Nederland, hoe minder snel hun polygame huwelijk strijd oplevert met de Nederlandse openbare orde. Of hiervan sprake is, hangt af van de omstandigheden. Vooral de nationaliteit van de partners speelt hierbij een rol. 85 Dat het voorgaande niet onverkort gelding vindt in de rechtspraak, blijkt uit de uitspraak van de Rb. Den Haag. In deze ging het om een polygaam huwelijk dat een Nederlandse man in Kenia had gesloten. Beide echtgenoten van de man hadden de Keniaanse nationaliteit en geen van hen drieën had ooit in Nederland gewoond. In tegenstelling tot 82 Hof s-gravenhage 11 mei 2011, LJN BQ5061, NIPR 2011, Rb. Utrecht 21 januari 2009, LJN BH3029, NIPR 2009, Th.M. de Boer e.a., Nederlands internationaal personen en familierecht Wegwijzer voor de rechtspraktijk, Serie Recht en Praktijk Personen en Familierecht, deel PFR3, Kluwer 2012, p Artikel Hoe gaat de rechter bij scheiding om met polygamie? Te raadplegen via 19 november 2009, (zoek op polygamie). 30

32 het huwelijk van het Marokkaanse echtpaar was naar het oordeel van de Rb. Den Haag het huwelijk naar Keniaans recht een rechtsgeldig huwelijk. Het polygame huwelijk kon als zodanig in Nederland worden erkend nu de openbare orde slechts in zeer beperkte mate betrokken is geweest bij het huwelijk Conclusie Er is in Nederland geen centrale instantie die over de problematiek van gedwongen huwelijken waakt. Mede hierdoor vindt er geen registratie plaats en ontbreken er harde cijfers waaruit blijkt dat polygame, kinder- of dwanghuwelijken voorkomen. Desondanks acht het Kabinet het aannemelijk dat er in Nederland gedwongen huwelijken voorkomen. Vast staat dat het een ernstige problematiek betreft, die zich niet verdraagt met de Nederlandse openbare orde. Om huwelijksdwang te bestrijden heeft het kabinet ingestemd met een tweetal wetsvoorstellen. Het betreft een civielrechtelijk en een strafrechtelijk wetsvoorstel. De strafrechtelijke maatregelen zijn neergelegd in de Wet tot verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking en zijn reeds in werking getreden per 1 juli De civielrechtelijke maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel Tegengaan Huwelijksdwang, die nog in behandeling is bij de Tweede Kamer. Aan de hand van het civielrechtelijke wetsvoorstel wordt door wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het BW het sluiten van gedwongen huwelijken bemoeilijkt. Op grond van het wetsvoorstel is het niet meer mogelijk om te trouwen onder de 18 jaar. Een huwelijk tussen bloedverwanten in de derde of vierde graad wordt ook bemoeilijkt. Volgens de MvT is er bij neef-nicht huwelijken vaker sprake van dwang uit de familiale omgeving, al wordt dit niet onderbouwd met cijfers. Met de nieuwe maatregelen moet in geval van huwelijken tussen neef en nicht bewezen worden dat het niet gaat om dwang, terwijl dat in geval van huwelijken tussen niet-verwanten niet bewezen of apart verklaard hoeft te worden. Uit de beperkte hoeveelheid rechtspraak blijkt echter dat de aanwezigheid van dwang niet snel wordt aangenomen. Daarnaast krijgt het Openbaar Ministerie de mogelijkheid om het voorgenomen huwelijk te stuiten en komen er ook meer mogelijkheden om een onder dwang gesloten huwelijk nietig te verklaren. Verder wordt de erkenning van in het buitenland gesloten polygame huwelijken beperkt. Buitenlands recht wordt niet toegepast, voor zover de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. Hiervan is in ieder geval sprake bij een polygaam huwelijk, huwelijken tussen of met kinderen beneden de leeftijd van vijftien jaar en als een der echtgenoten op het tijdstip van dat huwelijk niet vrijelijk zijn toestemming daartoe heeft gegeven of hiertoe geestelijk niet in staat was. 86 Rechtbank s-gravenhage 23 november 2009, LJN BL8020, NIPR 2010,

33 HET PARTNERKEUZEPROCES VAN TURKSE EN MAROKKAANSE JONGEREN 4.1. Inleiding V "Geluk in het huwelijk is volledig een kwestie van kans." - Jane Austen ( )- anaf de jaren zeventig hebben groepen van mensen uit landen rondom de Middellandse Zee, zoals Marokko en Turkije zich blijvend in Nederland gevestigd als (moslim-)migranten. Tot op zekere hoogte wordt een gedwongen huwelijk beschouwd als een ongewenst element in de cultuur van deze migranten. Hun cultuur en religie wordt vaak beschouwd als tegenovergesteld aan die van Nederlanders. Zodoende is het gerechtvaardigd te zeggen dat gedwongen huwelijken beschouwd wordt als een zaak van migranten en zowel vanuit politiek oogpunt als beleidsmatig gezien intrinsiek verbonden wordt aan migratiebeleid. Het gedwongen huwelijk is echter geen culturele praktijk die als recht wordt opgeëist door deze gemeenschappen. 87 Hoewel het hedendaagse personen- en familierecht en daardoor ook het huwelijk in beide landen sterk worden beïnvloed door de Islam, hebben beide landen hun eigen familierechtelijke regels. In beide landen geldt dat er naast de Islam ook sprake is van andere invloeden, zoals normen en waarden en ideeën uit het land van herkomst. Bovendien wordt de (religieuze) cultuur van de samenleving minstens zo belangrijk geacht voor het proces van partnerkeuze van Turkse en Marokkaanse jongeren. Dit hoofdstuk zal inzicht geven in de aard, omvang en achtergronden van het partnerkeuzeproces van Turkse en Marokkaanse jongeren. Hiertoe worden resultaten uit onlangs verrichte onderzoeken geput. Aan de hand hiervan zal duidelijk worden dat huwelijksdwang niet enkel juridische aspecten heeft, maar ook morele, ethische, culturele en religieuze vraagstukken raakt. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de verschillende verschijningsvormen van gedwongen huwelijken. 87 F. Caestecker, Huwelijksmigratie, een zaak voor de overheid?, Leuven 2005, p

InHoud Voorwoord 5 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur deel I. Burgerlijke stand en gemeentelijke basisadministratie (GBA)

InHoud Voorwoord 5 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur deel I. Burgerlijke stand en gemeentelijke basisadministratie (GBA) Inhoud Voorwoord 5 Lijst van afkortingen 11 Verkort geciteerde literatuur 13 Inleiding 15 Deel I. Burgerlijke stand en gemeentelijke basisadministratie (GBA) 17 Inleiding 19 Hoofdstuk 1. Registratiesystemen

Nadere informatie

Workshop Huwelijksdwang en achterlating

Workshop Huwelijksdwang en achterlating Workshop Huwelijksdwang en achterlating Kennis maken Moviera is er voor mensen die thuis met geweld te maken hebben. Nuray Kanik Preventie functionaris Expert Eergerelateerd geweld 14 juni 2016 Opzet workshop

Nadere informatie

Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland HUWELIJKSDWANG. Een verbintenis voor het leven?

Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland HUWELIJKSDWANG. Een verbintenis voor het leven? Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland HUWELIJKSDWANG Een verbintenis voor het leven? sammenvatting Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel Wet Tegengaan Huwelijksdwang?

Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel Wet Tegengaan Huwelijksdwang? Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel Wet Tegengaan Huwelijksdwang? 29 April 2015 Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 175 Huwelijks- en gezinsmigratie Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN DE MINISTERS VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL

Nadere informatie

3.5.4 Crimes against humanity Conclusie 62

3.5.4 Crimes against humanity Conclusie 62 Masterscriptie: De recente wetswijziging tot uitbreiding van de extraterritoriale rechtsmacht ter zake van het feit huwelijksdwang in relatie tot het nulla poenabeginsel van artikel 7 EVRM Auteur: Hanneke

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

S.A. Blok. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

S.A. Blok. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek (tegengaan huwelijkse gevangenschap)

Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek (tegengaan huwelijkse gevangenschap) Ontvangen op 16-11-2018 Verwerkt op 16-11-2018 Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Den Haag, 16 november 2018 dossiernummer: 106213 uw kenmerk:

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring van een huwelijk en de erkenning van in het buitenland gesloten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 444 Wet van 6 november 2013 tot implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken Katharina Boele-Woelki De Irakese tolk Terugtrekking van Deense troepen uit Irak Irakese tolk

Nadere informatie

Den Haag, 3 december Betreft: Adviesaanvraag ter uitvoering van de motie-dijkstra (34 102, nr. 5) Excellentie,

Den Haag, 3 december Betreft: Adviesaanvraag ter uitvoering van de motie-dijkstra (34 102, nr. 5) Excellentie, COMMISSIE VAN ADVIES voor de za ken betreffende DE BURGERLIJKE STAAT en de NATIONALITEIT Aan de Minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Directie Wetgeving en Juridische Zaken Sector

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 675 Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming) Nr.

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1)

1 Kent u het bericht Hof Antillen: erkenning homohuwelijk niet verplicht? Is dit bericht waar? 1) 2009Z12644 Vragen van de leden Brinkman en Bosma (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de rechter in hoger beroep op de Nederlandse Antillen

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring van een huwelijk en de erkenning van in het buitenland gesloten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2010:BP8396

ECLI:NL:RBROT:2010:BP8396 ECLI:NL:RBROT:2010:BP8396 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08-12-2010 Datum publicatie 21-03-2011 Zaaknummer 364739 / KG ZA 10-1018 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25196 7 december 2012 Advies Raad van State betreffende voorstel van wet tot wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Voorkoming schijnhuwelijken

Voorkoming schijnhuwelijken JU Voorkoming schijnhuwelijken Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2000/24 Onderdeel: Directie Beleid/Afdeling Uitvoeringsbeleid Datum: 15 november 2000 Ons kenmerk: 5044970/00/ind Code: TBV

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 153 Wet van 14 maart 2002, houdende regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 175 Huwelijks- en gezinsmigratie Nr. 50 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld

Nadere informatie

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBDHA:2016:14425

Prejudiciële beslissing op vraag van: ECLI:NL:RBDHA:2016:14425 ECLI:NL:HR:2017:942 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 16/05572 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:104

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 22 mei 2012

No.W /II 's-gravenhage, 22 mei 2012 ... No.W03.12.0107/II 's-gravenhage, 22 mei 2012 Bij Kabinetsmissive van 4 april 2012, no.12.000808, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling

Nadere informatie

Initiatiefnotitie. Iedere vrouw in Rotterdam leeft in vrijheid

Initiatiefnotitie. Iedere vrouw in Rotterdam leeft in vrijheid Initiatiefnotitie Iedere vrouw in Rotterdam leeft in vrijheid Gemeenteraadsfractie Rotterdam Antoinette Laan 19 februari 2015 Inleiding In Rotterdam vinden we het belangrijk iedereen daadwerkelijk basale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 9 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

2016D18267 LIJST VAN VRAGEN

2016D18267 LIJST VAN VRAGEN 2016D18267 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief inzake de Uitvoering van de motie van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 157 23 761 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met opneming daarin

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Het afdwingen van een islamitische verstoting

Het afdwingen van een islamitische verstoting JURISPRUDENTIE EN WETGEVING Het afdwingen van een islamitische verstoting Arrest Rechtbank Rotterdam, kort geding, 8 december 2010, LJN BP8396 Andere arresten 1 Hoge Raad 22 januari 1982, NJ 1982, 489

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 348 26 672 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 175 Huwelijks- en gezinsmigratie Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 Instantie Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 20-01-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 027-D-03 Personen- en

Nadere informatie

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,

Nadere informatie

De nieuwe reglementering inzake schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning

De nieuwe reglementering inzake schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning De nieuwe reglementering inzake schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoning Wetgeving Wet van 2 juni 2013 (B.S. 23/09/2013) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 924 Regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap) B ADVIES

Nadere informatie

DE JURIDISCHE STATUS VAN POLYGAME HUWELIJKEN BV RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF. Prof. dr. Katharina Boele-Woelki. Dr.

DE JURIDISCHE STATUS VAN POLYGAME HUWELIJKEN BV RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF. Prof. dr. Katharina Boele-Woelki. Dr. DE JURIDISCHE STATUS VAN POLYGAME HUWELIJKEN BV RECHTSVERGELIJKEND PERSPECTIEF Prof. dr. Katharina Boele-Woelki Dr. Ian Curry-Sumner Dr. Wendy Schrama Met medewerking van Dr. Bente Braat Dr. Christine

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Het concept-wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang

Het concept-wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang 1 Het concept-wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang In hoeverre zal het concept-wetsvoorstel Tegengaan huwelijksdwang invloed hebben op de erkenning van de in het buitenland gesloten huwelijken en welke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 33 488 Wijziging van Boek en Boek 0 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring van een huwelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 174 Besluit van 4 mei 2015 tot vaststelling van het tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 980 Uitvoering van het op 19 oktober 1996 te s-gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

HUWELIJK MET INTERNATIONALE ASPECTEN HUWELIJK OVER DE GRENZEN

HUWELIJK MET INTERNATIONALE ASPECTEN HUWELIJK OVER DE GRENZEN HUWELIJK MET INTERNATIONALE ASPECTEN HUWELIJK OVER DE GRENZEN Dit gedeelte van de site gaat over het huwelijksvermogensrecht in internationaal verband. De belangrijkste regels van het hiermee samenhangende

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2709

ECLI:NL:CRVB:2017:2709 ECLI:NL:CRVB:2017:2709 Instantie Datum uitspraak 02-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1541 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie = POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer Aanpak Eergerelateerd Geweld Jenny Van Eyma 1. Eer 1 Betekenis eer afhankelijk van o.a.: De tijdgeest: verschil vroeger, nu, toekomst Generatie (leeftijd) Sekse Klasse / SES Interpretatie en waardering

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2001/8

Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2001/8 JU Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2001/8 Aan: De korpschefs van de Politieregio s De Staf van de Koninklijke Marechaussee i.a.a.: De Procureurs-Generaal Onderdeel: Directie Beleid, Afdeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008 Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie