3.5.4 Crimes against humanity Conclusie 62

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3.5.4 Crimes against humanity Conclusie 62"

Transcriptie

1 Masterscriptie: De recente wetswijziging tot uitbreiding van de extraterritoriale rechtsmacht ter zake van het feit huwelijksdwang in relatie tot het nulla poenabeginsel van artikel 7 EVRM Auteur: Hanneke Siepman Studentnummer: ANR: Begeleidster: dr. mr. A.L.M. de Brouwer Tweede beoordelaar: mr. I.E.M.M. Haenen Opleiding: Master Rechtsgeleerdheid, Tilburg University Accent: Strafrecht Datum: 29 oktober 2013

2 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 6 Hoofdstuk 1: Het begrip huwelijksdwang Het begrip huwelijksdwang volgens de Adviescommissie 11 voor Vreemdelingenzaken Geen eigen zeggenschap (Liever) niet instemmen De sluiting van de huwelijksverbintenis Lichamelijk of geestelijke bedreiging Aangepaste werkdefinitie Overige definities van huwelijksdwang Wetgeving die van toepassing is op huwelijksdwang Strafbaarstelling van artikel 284 van het Wetboek van 17 Strafrecht (WvSr) Verdragsbepalingen Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 18 (UVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van 19 discriminatie van vrouwen Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van 19 geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 21 (EVRM) Overige wetgeving De verschillende vormen van huwelijksdwang Conclusie 24 Hoofdstuk 2: Wetswijzigingen die strekken verruiming van de strafrechtelijke 26 mogelijkheden in de aanpak van huwelijksdwang 2.1 Uitbreiding van de rechtsmacht De Nederlandse rechtsmachtregeling 26 2

3 Territorialiteitsbeginsel Personaliteitsbeginsel Actieve personaliteitsbeginsel Passieve personaliteitsbeginsel Universaliteitsbeginsel Beschermingsbeginsel Veranderingen van de huidige Nederlandse rechtsmacht ten 31 aanzien van huwelijksdwang na invoering van het wetsvoorstel Gronden voor uitbreiding van de Nederlandse rechtsmacht ten 33 aanzien van huwelijksdwang 2.2 Wijziging van artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht Verruiming van de strafvorderlijke maatregelen Verlenging van de verjaringstermijn Conclusie 37 Hoofdstuk 3: Het legaliteitsbeginsel uit het Wetboek van Strafrecht in relatie tot het 39 nulla poenabeginsel van het EVRM 3.1 Betekenis van het legaliteitsbeginsel c.q. het nulla poenabeginsel Artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 1 van 39 het Wetboek van Strafrecht Het nulla poenabeginsel van artikel 7 EVRM Het wetsbegrip Aspecten van het legaliteitsbeginsel Het verbod van terugwerkende kracht Uitzondering op het verbod van terugwerkende kracht Lex-certabeginsel/Bestimmtheitsgebot Bestimmtheitsgebot met betrekking tot artikel 7 EVRM Verbod van analogische interpretatie Verbod van gewoonterecht (lex-scripta) Legaliteitsbeginsel/nulla poenabeginsel van artikel 16 GW Uitzondering op het nulla poenabeginsel van artikel 7 EVRM Geschiedenis De Neurenberg-principes De algemene rechtsbeginselen door beschaafde volken erkend 56 3

4 3.5.4 Crimes against humanity Conclusie 62 Hoofdstuk 4: De toetsing van de uitgebreide rechtsmachtregeling ter zake van 64 huwelijksdwang aan het nulla poenabeginsel van artikel 7 EVRM 4.1 Het nulla poenabeginsel in relatie tot het uitoefenen van rechtsmacht Rechtsmacht als voorwaarde voor vervolging Uitbreiding van de Nederlandse rechtsmachtregeling in relatie tot 66 de vereisten van accessibility en foreseeability De wijziging van artikel 5 en 5a van het Wetboek van 67 Strafrecht De wijziging van artikel 5b van het Wetboek van 67 Strafrecht 4.2 Huwelijksdwang als misdrijf overeenkomstig de algemene 68 rechtsbeginselen door beschaafde volken erkend Huwelijksdwang als crime against humanity Het Sierra Leone-tribunaal De AFRC-zaak De RUF-zaak Het ontbreken van een oorlogssituatie bij het plegen 76 van huwelijksdwang De zaak Charles Taylor Conclusie 79 Conclusie 81 Bronnen 85 Bijlagen: 96 1: De Nuremberg-principles (1950) 96 2: Engelse vertaling van artikel 7 EVRM 98 3: Artikelen uit het Statuut van Rome 99 4: Statute Special Court for Sierra Leone 101 5: Artikel 7 van de Elements of Crimes 102 6: Artikel 6 IMT Charter 104 7: Artikel Draft Code of Crimes against the Peace and Security of Mankind 105 4

5 Voorwoord In deze persoonlijke noot wil ik graag een aantal personen bedanken die mij geholpen en gesteund hebben in het schrijven van deze masterscriptie. Allereerst wil ik graag mijn begeleidster A.L.M. de Brouwer bedanken voor haar vlotte feedback, de vrijheid die ze mij heeft gegeven in het schrijven van deze scriptie en de prettige communicatie tijdens dit gehele proces. Voorts wil ik mijn ouders en zusje bedanken, zij hebben mij de laatste weken vooral in de privésfeer enorm gesteund en mij er doorheen gesleept in een niet al te gemakkelijke tijd. Ook mijn vrienden en huisgenoten mogen wat dat betreft niet ongenoemd blijven. Naast de dankbetuigingen wil ik benadrukken dat het verrichten van dit onderzoek op het gebied van het onderwerp huwelijksdwang en alle straf- en internationaalrechtelijke aspecten die daarbij kwamen kijken, mij enorm geïnteresseerd hebben en waarover ik eigenlijk nog niet uitgelezen ben. Dit fenomeen staat qua strafwaardigheid globaal gezien naar mijn gevoel nog echt in de kinderschoenen. Het ontwikkelende recht op dit gebied wil ik dan ook blijven volgen. Tot slot wil ik deze scriptie opdragen aan mijn opa. Hij heeft mijn afstuderen helaas net niet meer mogen meemaken. Nijmegen, 29 oktober

6 Inleiding Huwelijksdwang is een fenomeen dat in Nederland in verschillende vormen voorkomt. Echter, de precieze omvang van deze verschillende vormen van gedwongen huwelijken is tot op heden nog onbekend, omdat deze vaak verborgen blijven in de familiesfeer 1 en omdat professionele instanties dit niet apart registreren. 2 Daarbij is het moeilijk vast te stellen of een huwelijk daadwerkelijk onder dwang gesloten is, maar ook de opsporing en vervolging zijn vaak lastige zaken. Deze huwelijken worden namelijk vaak in het buitenland gesloten, bijvoorbeeld tijdens een vakantie. Het fenomeen gedwongen huwelijken is dus een ernstige aangelegenheid dat veel leed veroorzaakt en daarom waar mogelijk bestreden dient te worden. Slachtoffers van huwelijksdwang zitten vaak opgesloten in deze huwelijken en durven of willen vaak geen aangifte doen, uit schaamte, loyaliteit met de familie of vrees voor uitstoting of geweld. 3 Kabinet Rutte I heeft gekozen voor een intensivering van de aanpak van huwelijksdwang. In juli 2011 is daarom een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer welke de mogelijkheden van de strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang (en polygamie en vrouwelijke genitale verminking) verruimt. 4 Het wetsvoorstel is tijdens dit scriptieonderzoek op 1 juli 2013 in werking getreden. Aanleiding Het lezen van een kritisch artikel van Kool, 5 ten aanzien van de grondslagen voor strafbaarstelling in het wetsvoorstel, riep bij mij enkele vragen op aangaande de achterliggende motieven voor dit wetsvoorstel. 6 Het wetsvoorstel strekt tot verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, een repressieve maatregel die zou moeten leiden tot een effectievere bestrijding van huwelijksdwang, maar leidt deze wetgeving daar ook daadwerkelijk toe? Zal de rechtspositie van slachtoffers van 1 Kamerstukken II 2011/12, , nr. 35, p Plan van aanpak preventie huwelijksdwang, (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-Generaal Wonen, Bouwen en Integratie Directie Integratie en Samenleving) bijlage bij een brief van G.B.M. Leers, oud-minister van Immigratie, Integratie en Asiel, 3 juli 2012, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p.2. 4 Wetsvoorstel verruiming van de mogelijkheden tot strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, polygamie en vrouwelijke genitale verminking, zie Kamerstukken I 2012/13, , nr. A. 5 Universitair hoofddocente bij het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen van de universiteit Utrecht. 6 R.S.B. Kool, Drassige grondslagen voor strafbaarstelling. Het wetsvoorstel ter verruiming van de strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang, DD 2012, 2. 6

7 huwelijksdwang ook daadwerkelijk verbeteren, vooral in het kader van de bewijslast en de vervolgingsmogelijkheden van daders? Of is er hier mogelijk sprake van wetgeving waarmee enkel door de politiek een signaal wordt afgegeven dat schadelijke culturele praktijken zoals huwelijksdwang niet thuishoren in de maatschappij en dat hiermee de Nederlandse culturele norm wordt beschermd. Over de vraag of de invoering van dit wetsvoorstel echt noodzakelijk is voor een effectievere bestrijding van huwelijksdwang, valt dus te discussiëren. Dit vraagstuk is niet verder behandeld in dit onderzoek, maar het noopte mij in ieder geval tot verdere bestudering van het wetsvoorstel, waardoor ik uiteindelijk op een ander juridisch probleem stuitte dan de hierboven beschreven kwesties. Probleemstelling Huwelijksdwang kenmerkt zich zoals gezegd ook door haar grensoverschrijdende karakter. In sommige landen is huwelijksdwang namelijk niet, of niet in alle vormen strafbaar gesteld of er wordt tegen het feit niet adequaat opgetreden. Daarnaast kan het slachtoffer zich bijvoorbeeld bevinden in het buitenland. Voordat de recente wetswijzigingen plaatsvonden door de invoering van het wetsvoorstel, waren de mogelijkheden om daders te vervolgen die huwelijksdwang in het buitenland gepleegd hebben, beperkt. 7 Voorheen was een Nederlander alleen strafbaar voor het plegen van huwelijksdwang in het buitenland, wanneer dit feit ook strafbaar was gesteld in het land waar het feit werd gepleegd. Ofwel, er moest voldaan zijn aan het vereiste van dubbele strafbaarheid. 8 Daarbij strekte de Nederlandse rechtsmacht zich niet uit tot huwelijksdwang gepleegd in het buitenland, door een vreemdeling die een vaste woon- of verblijfplaats heeft in Nederland. Het was daarom van belang ervoor te zorgen dat Nederlanders en vreemdelingen met een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland zich ook buiten Nederland onthouden van het plegen van dit feit. 9 Om deze redenen heeft er een wetswijziging plaatsgevonden welke onder andere heeft gezorgd voor de uitbreiding van de rechtsmacht ter zake van het feit huwelijksdwang. Een onderdeel hiervan is de uitbreiding van de extraterritoriale rechtsmacht, welke inhoudt dat er rechtsmacht gevestigd wordt ten aanzien van huwelijksdwang, gepleegd in een land waar dit ten tijde van het plegen niet strafbaar was, door een Nederlander of een vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft. Het vereiste van de dubbele strafbaarheid is daarmee in het geval van huwelijksdwang afgeschaft. Ook heeft de invoering van dit wetsvoorstel met zich meegebracht dat vervolging 7 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Voormalig artikel 5, eerste lid, onderdeel 2 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). 9 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p

8 ter zake van huwelijksdwang kan plaatsvinden indien de verdachte eerst na het begaan van het feit Nederlander is geworden of in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft gekregen. Het is nu dus mogelijk dat wanneer een persoon pas na het plegen van het feit een band krijgt met Nederland, voor vervolging in aanmerking kan komen in Nederland. 10 In artikel 7, eerste lid van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) is het nulla poenabeginsel opgenomen. Dit beginsel houdt in dat niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Dit beginsel strekt ertoe te voorkomen dat de wetgever met terugwerkende kracht regels kan opleggen. De vraag welke in dit onderzoek naar voren komt is of degene die na het dwingen van iemand tot het aangaan van een huwelijk Nederlander wordt, of een woon- of verblijfplaats verkrijgt in Nederland, kon voorzien dat voor het plegen van dit feit in Nederland aan vervolging zou kunnen blootstaan. De uitbreiding van de rechtsmachtregeling wordt daarom getoetst aan het nulla poenabeginsel van artikel 7 lid 1 EVRM. Bij deze toetsing wordt er in dit onderzoek tevens gekeken naar het tweede lid van het EVRM. Dit lid bevat een uitzondering op het nulla poenabeginsel. De berechting of bestraffing van iemand, die schuldig is aan een handelen of nalaten, kan wel plaatsvinden indien ten tijde van dat handelen of nalaten het een misdrijf betrof overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die door de beschaafde volken worden erkend. De vraag of het fenomeen huwelijksdwang eventueel te plaatsen valt onder deze uitzondering is een vraagstuk welke tevens in dit onderzoek behandeld wordt. Het voorgaande heeft tot de volgende onderzoeksvraag geleid; In hoeverre is de uitbreiding van de extraterritoriale rechtsmacht ter zake van het feit huwelijksdwang verenigbaar met het nulla poenabeginsel, zoals neergelegd in artikel 7, eerste lid en tweede lid van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)? Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Zoals eerder beschreven is het fenomeen huwelijksdwang een ernstige aangelegenheid welke in Nederland voorkomt en waarvan de omvang nog onbekend is. Het leed dat deze 10 Op grond van de artikelen 5 en 5a van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). 8

9 gedwongen huwelijken met zich mee brengen maakte het dan ook vanuit een maatschappelijk oogpunt wenselijk dat de mogelijkheden tot de strafrechtelijke aanpak werden verruimd. De bestrijding van huwelijksdwang door verruiming van het strafrechtelijk instrumentarium moet echter geen wetgeving opleveren die strijdig is met beginselen die wij hebben verankerd in onze wetgeving en opgenomen zijn in internationale verdragen. Wanneer overheidsoptreden door de vernieuwde rechtsmachtregeling minder voorzienbaar wordt voor de burger en daardoor strijd oplevert met het nulla poenabeginsel ofwel het legaliteitsbeginsel, zou dit afbreuk kunnen doen aan de rechtszekerheid voor burgers. Een beoordeling van deze kwestie met dit onderzoek is dan ook maatschappelijk relevant in het kader van het bewaken van de rechten van burgers. Het toetsen van de uitgebreide rechtsmachtregeling ter zake van huwelijksdwang aan het nulla poenabeginsel is wetenschappelijk relevant, omdat de uitkomst hiervan een toevoeging zou kunnen bieden aan de discussie omtrent de noodzaak voor de uitgebreide rechtsmacht. Het nulla poenabeginsel wordt namelijk gezien als één van de essentiële onderdelen van een rechtsstaat en ligt dan ook verankerd in de belangrijkste verdragen die er ooit gemaakt zijn, welke de rechten van de mens beschermt. Een schending van dit beginsel door de uitoefening van de rechtsmacht zoals deze door de invoering van het wetsvoorstel is gewijzigd, is dan ook niet wenselijk. Opbouw Het onderzoek draait om de aanpassing van de strafwetgeving omtrent het fenomeen huwelijksdwang, dus een goede definitie en nadere toelichting van het begrip huwelijksdwang is een belangrijk vertrekpunt voor dit onderzoek. In het eerste hoofdstuk wordt een omschrijving gegeven van dit begrip waarbij verschillende definities van dit strafbare feit worden gegeven, omdat er nog geen universele definitie bestaat. Daarnaast komt in dit hoofdstuk naar voren onder welke strafbaarstelling huwelijksdwang valt binnen onze huidige strafwetgeving en wordt overige wetgeving welke betrekking heeft op huwelijksdwang op zowel nationaal als internationaal niveau toegelicht. In het tweede hoofdstuk worden de viertal wetswijzigingen beschreven die hebben plaatsgevonden op basis van de invoering van het onderhavige wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is naast huwelijksdwang ook gericht op polygamie en genitale verminking. Voor dit onderzoek heb ik gekozen om me enkel te richten op huwelijksdwang, omdat het aspect huwelijksdwang ten aanzien van dit wetsvoorstel de meeste vragen oproept. De onderwerpen 9

10 polygamie en genitale verminking zijn naar mijn mening in het kader van verscherping van strafrechtelijke aanpak minder vatbaar voor discussie. Naast de beschrijving van het wetsvoorstel wordt in dit hoofdstuk tevens de huidige Nederlandse rechtsmachtregeling toegelicht. Het derde hoofdstuk heeft betrekking op de omschrijving van het begrip legaliteitsbeginsel van artikel 1 lid 1 Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr) c.q. nulla poenabeginsel van artikel 7 lid 1 EVRM. Voor de volledige beeldvorming worden de verschillende aspecten die voortvloeien uit dit beginsel besproken. Het legaliteitsbeginsel c.q. nulla poenabeginsel van artikel 1 lid 1WvSr wordt ook beschreven om het toetsingskader van artikel 7 lid 1 EVRM te verduidelijken. Wanneer het beginsel uit artikel 1 WvSr besproken wordt, wordt de term legaliteitsbeginsel doorgaans gebruikt. Wanneer het beginsel uit artikel 7 EVRM wordt aangehaald, wordt de term nulla poenabeginsel gebruikt. De termen legaliteitsbeginsel en nulla poenabeginsel worden in dit onderzoek dus inwisselbaar gebruikt. Voor de hoofdvraag van dit onderzoek is echter gekozen om het begrip nulla poenabeginsel te hanteren, het gaat immers om een toetsing aan het beginsel uit artikel 7 lid 1 EVRM. Tot slot wordt in het laatste hoofdstuk de verenigbaarheid van de uitgebreide rechtsmacht met het nulla poenabeginsel besproken en beoordeeld aan de hand van de beschrijvingen van de begrippen in de voorgaande hoofdstukken. Tevens wordt het vraagstuk behandeld of een beroep op de uitzondering op het nulla poenabeginsel van artikel 7 lid 2 EVRM wellicht gerechtvaardigd is. 10

11 Hoofdstuk 1: Het begrip huwelijksdwang Dit onderzoek draait om de aanpassing van de strafwetgeving omtrent het fenomeen huwelijksdwang, dus een goede definitie en nadere toelichting van dit begrip is een belangrijk vertrekpunt voor dit onderzoek. Een duidelijke omschrijving van dit begrip is tevens belangrijk om tot een goede beantwoording van de onderzoeksvraag te komen. Ook het begrip dwang en de verschillende bestaande vormen van gedwongen huwelijken zullen besproken worden in dit hoofdstuk. Daarnaast wordt de strafbaarstelling waaronder huwelijksdwang valt in onze huidige strafwetgeving toegelicht en zal overige relevante wetgeving worden behandeld. 1.1 Het begrip huwelijksdwang volgens de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken In 2005 is er een werkdefinitie voor gedwongen huwelijken vastgesteld in opdracht van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken. Deze definitie luidt als volgt; een huwelijk waarbij één of beide huwelijkspartner(s) geen eigen zeggenschap heeft (hebben) over de sluiting van de huwelijksverbintenis en daarmee (liever) niet instemt. Onder deze situatie wordt mede begrepen het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen doch onder lichamelijke of geestelijke dreiging. Deze definitie wordt gedragen door belanghebbende of betrokken instanties, zoals het Openbaar Ministerie (hierna: OM), vrouwenopvang en cultureel-etnische organisaties. Het is overigens geen juridische definitie, maar uitsluitend een werkdefinitie. 11 De werkdefinitie omvat vier aspecten; 1. Geen eigen zeggenschap; 2. (Liever) niet instemmen; 3. De sluiting van de huwelijksverbintenis; 4. Lichamelijke of geestelijke bedreiging. 11 A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p

12 1.1.1 Geen eigen zeggenschap Het aspect van de definitie geen eigen zeggenschap behelst het recht om over iets te beslissen. Dit wordt ook wel het zelfbeschikkingsrecht genoemd. Bij een gedwongen huwelijk is er sprake van een gebrek aan dit recht. In de werkdefinitie spitst het zelfbeschikkingsrecht zich toe op de sluiting van de huwelijksverbintenis. Eigen zeggenschap kan daarnaast ook betrekking hebben op het tijdstip en plaats van de huwelijkssluiting en de partnerkeuze. Ook zonder eigen zeggenschap kan een huwelijk vrijwillig gesloten worden. Er hoeft dus niet altijd sprake te zijn van een gedwongen huwelijk wanneer eigen zeggenschap ontbreekt. 12 Bijvoorbeeld in geval van een gearrangeerd huwelijk heeft een persoon geen eigen zeggenschap aangaande de partnerkeuze, deze wordt vaak door familie uitgekozen. 13 De persoon in kwestie kan dan nog wel zonder dwang instemmen met het huwelijk, ondanks dat hij of zij de partner zelf niet heeft gekozen. In dit geval is er geen sprake van een gedwongen huwelijk. Wanneer er wel sprake is geweest van eigen zeggenschap aangaande de partnerkeuze bijvoorbeeld, maar de persoon in kwestie stemt niet in met het huwelijk, dan is er wel sprake van dwang en daarmee van een gedwongen huwelijk (Liever) niet instemmen Een eerste belangrijk element van een gedwongen huwelijk is de wijze waarop het huwelijk tot stand komt of is gekomen. Een gedwongen huwelijk vindt plaats tegen de vrije wil van één of beide partners. Dit kan plaatsvinden in de vorm van geen vrije partnerkeuze maar ook de beslissing om wel of niet te trouwen. Een tweede belangrijk element van gedwongen huwelijken is dat de totstandkoming ervan geschiedt onder psychische of morele druk dan wel geestelijk of fysiek (bedreiging met) geweld. 15 In een rapport van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken wordt gesproken 12 A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p In hoofdstuk 1.4 wordt de huwelijksvorm gearrangeerd huwelijk nader toegelicht. 14 A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p

13 van alle vormen van gedragingen, handelingen, inclusief bedreigingen die leiden tot een situatie waarbij de betrokkenen komen tot een huwelijk dat niet in vrijheid is gesloten. 16 De betekenis van ergens mee instemmen is het goedkeuren van iets of ergens mee akkoord gaan. In het geval van huwelijksdwang betekent ergens mee instemmen het goedkeuren van de huwelijkssluiting. Het instemmen heeft echter wel betrekking op de gehele totstandkoming van het huwelijk en niet enkel het jawoord. De vrije wil van beide huwelijkspartners speelt een essentiële rol bij de vraag of er sprake is van een gedwongen huwelijk. Indien iemand niet vrijwillig met een huwelijk instemt en toch een huwelijk aangaat, impliceert eigenlijk al dat er sprake zou moeten zijn van enige druk om alsnog in te stemmen met het huwelijk. Wanneer een persoon liever niet instemt met een huwelijk, kan hieruit afgeleid worden dat deze persoon bij voorkeur niet akkoord gaat met het huwelijk. Het onvrijwillige karakter van een gedwongen huwelijk komt in dit geval niet duidelijk naar voren. Dit aspect valt onder de laatste volzin van de werkdefinitie: onder deze situatie wordt mede begrepen het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen doch onder lichamelijke of geestelijke dreiging. In deze zin wordt aangegeven dat een huwelijk wel plaats kan vinden met instemming van iemand, terwijl hij of zij het er eigenlijk niet mee eens is. Deze instemming is echter het gevolg van lichamelijke of geestelijke dreiging. Er bestaan volgens experts twee aspecten die betrekking hebben op het instemmen met een huwelijk die van belang zijn. Het eerste aspect omvat het kenbaar maken dat een huwelijk tegen de wil van het slachtoffer is. Het slachtoffer moet aangeven dat hij of zij niet wil trouwen. Personen die te goeder trouw handelen, zoals ouders die een huwelijkskandidaat voor hun kind hebben uitgezocht, moeten weten dat er sprake is van dwang als zij het huwelijk doorzetten. Het is echter niet altijd mogelijk voor een kind, zeker niet in bepaalde culturen, aan te geven niet met een huwelijk te willen instemmen. Daarom moet het aspect kenbaar maken niet in de werkdefinitie opgenomen worden. Er wordt dan mogelijk teveel nadruk gelegd op dit aspect. Daarnaast is het al dan niet willen een grijs gebied. Voor sommige meisjes in bepaalde culturen betekent het instemmen met een huwelijk, ook al willen ze niet trouwen, hoop op meer vrijheid of het voorkomen van veel verdriet van haar ouders bij een weigering van een huwelijk. Het tweede aspect dat betrekking heeft op het instemmen met een huwelijk, zijn de motieven voor de huwelijkssluiting. Het voorgaande betrof vooral de situatie waarin personen 16 Tot het huwelijk gedwongen: een advies over preventieve, correctieve en repressieve maatregelen ter voorkoming van huwelijksdwang, Den Haag: Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 2005b, p

14 te goeder trouw handelen, maar bij gedwongen huwelijken gaat het veelal om situaties waarin personen te kwader trouw handelen. Hiervoor zijn verschillende motieven denkbaar, deze kunnen binnen en buiten de huwelijkssfeer liggen. Het beschermen van de familie-eer of het verkrijgen van een verblijfsvergunning zijn voorbeelden van motieven die buiten de huwelijkssfeer liggen. Een motief binnen de huwelijkssfeer kan zijn dat ouders de huwelijkskandidaat die zij aandragen de beste keuze voor hun kind vinden De sluiting van de huwelijksverbintenis Onder huwelijk wordt binnen deze werkdefinitie zowel een burgerlijk of een wettelijk huwelijk als een religieus of buitenwettelijk huwelijk verstaan. In veel culturen is een religieus huwelijk belangrijker dan een burgerlijk huwelijk, vooral in eerculturen. Binnen die culturen bestaan vaak allerlei tradities omtrent onder andere de huwelijkssluiting. Men is in sommige culturen pas gehuwd wanneer het huwelijk gesloten en geconsummeerd is. In deze werkdefinitie wordt gesproken over de sluiting van de huwelijksverbintenis, de periode voorafgaand aan het huwelijk lijkt daarbij niet inbegrepen, terwijl de wijze waarop een huwelijk tot stand komt ook van cruciaal belang is Lichamelijke of geestelijke bedreiging Het dwangaspect van de werkdefinitie ligt besloten in de lichamelijke of geestelijke bedreiging. Bedreiging is een juridische term uit het strafrecht. 19 Deze term bevat een verregaande vorm van dwang, daarbij gaat het vooral om dreigen met iets. Er zijn echter ook subtielere vormen van dwang, zoals sociale en emotionele druk, waarbij er vaak niet gedreigd wordt met iets. Dit kan plaatsvinden in de vorm van inpraten op iemand zonder te dreigen. Daarnaast zijn sociale controle en morele druk, waarbij ingespeeld wordt op het solidariteitsgevoel aspecten van een lichtere vorm van dwang. Echter zijn deze vormen van dwang vaak niet juridisch hard te maken. Ook vallen deze vormen niet onder de werkdefinitie. Het gaat dus bij gedwongen huwelijken niet alleen om dwang en bedreiging in juridische zin, maar ook om andere dwangvormen als psychologische druk, emotionele 17 A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p Artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). 14

15 chantage of een grote familiale of sociale druk waarbij subtiele of geestelijke dwang wordt uitgeoefend Aangepaste werkdefinitie Experts vinden dat de huidige werkdefinitie van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken aanpassing behoeft. De huidige werkdefinitie zou op enkele aspecten het fenomeen gedwongen huwelijken niet volledig dekken. Ten eerste wordt het aspect dwang in de definitie te beperkt genoemd. De formulering lichamelijke en geestelijke bedreiging is te specifiek en niet allesomvattend. Ten tweede ontbreken in de definitie de niet-strafbare, subtiele vormen van dwang. Er moet sprake zijn van enigerlei dwang bij een gedwongen huwelijk. Ten derde komt het recht van eigen, vrije wil niet voldoende tot uitdrukking in de definitie. Tot slot is de wijze van de totstandkoming van het huwelijk, voorafgaand aan de daadwerkelijke huwelijkssluiting, een belangrijk aspect dat betrekking heeft op het fenomeen gedwongen huwelijken. Deze fase ontbreekt in de huidige definitie. 21 Volgens de onderzoekers Cornelissens, Kuppens en Ferwerda zou de werkdefinitie er als volgt uit moeten zien; een religieus of wettelijk huwelijk waarbij de (voorbereidende) huwelijkshandelingen tegen de vrije wil van minstens een van de huwelijkskandidaten hebben plaatsgevonden en waar onder een bepaalde vorm van dwang mee is ingestemd Overige definities van huwelijksdwang Naast de in de vorige paragraaf besproken werkdefinitie van huwelijksdwang welke door de meeste instanties wordt gehanteerd, zijn er ook instanties die hun eigen definities kenbaar maken. Deze definities zijn vergelijkbaar met de werkdefinitie maar toch ook noemenswaardig. Hier volgen de overige definities op een rij; 20 A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland (Samenvatting), Arnhem: Adviesen onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p

16 Definitie van gedwongen huwelijken volgens de lijst van termen van de politieacademie: dwang door ouders, andere familieleden of de sociale gemeenschap tot een huwelijk, waarbij één of beide huwelijkspartner(s) geen zeggenschap heeft (hebben) over de sluiting van de huwelijksverbintenis en daarmee niet instemmen/instemt. Onder deze situatie wordt mede begrepen het wel meewerken aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen, doch onder lichamelijke of geestelijke bedreiging. 23 MOVISIE is een landelijk kennisinstituut en adviesbureau voor toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, sociale zorg en sociale veiligheid. 24 MOVISIE hanteert ook een definitie van huwelijksdwang, deze luidt als volgt; 25 Er is sprake van een gedwongen huwelijk indien; 1. het huwelijk door een of beide aanstaande echtgenoten onvrijwillig wordt gesloten 2. sociale druk en psychisch en/of fysiek geweld, dan wel dreiging daarmee, gebruikt worden door ouders, andere familieleden of gemeenschap. Ook de wegwijzer Jeugd en Veiligheid hanteert een definitie voor het begrip huwelijksdwang. 26 De wegwijzer Jeugd en Veiligheid geeft informatie over activiteiten van het Rijk en gemeenten over het onderwerp jeugd en veiligheid. Huwelijksdwang is volgens de wegwijzer het dwingen van een meisje/vrouw of een jongen/man tot een huwelijk, door ouders, familie of gemeenschap. Het kernbegrip is dwang. Er is een glijdende schaal van zachte dwang in de vorm van sociale en psychische druk tot onder dreiging van fysiek en/of psychisch geweld dochter of zoon dwingen met een door de ouders of andere familieleden uitgezochte partner te trouwen. Of te trouwen voor een bepaalde leeftijd. Hierbij wordt de volgende definitie gehanteerd; Een gedwongen huwelijk is een religieus of wettelijk huwelijk waarbij de (voorbereidende) huwelijkshandelingen tegen de vrije wil van 23 > Zoek direct op trefwoord: huwelijksdwang, laatst geraadpleegd op 29 oktober > Over MOVISIE, laatst geraadpleegd op 29 oktober > Kennisdossiers > Huiselijk Geweld > Artikelen > Preventie van huwelijksdwang en achterlating van 26 november 2012, laatst geraadpleegd op 29 oktober De wegwijzer Jeugd en Veiligheid is een initiatief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. 16

17 minstens een van de huwelijkskandidaten hebben plaatsgevonden en waar onder een bepaalde vorm van dwang mee is ingestemd Wetgeving die van toepassing is op huwelijksdwang In Nederland bestaat er geen wetgeving die specifiek van toepassing is op huwelijksdwang. Wel bestaat er strafwetgeving die dwang strafbaar stelt en bevat het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) een bepaling die huwelijken vernietigbaar acht wanneer bij de huwelijkssluiting de toestemming van de huwelijkspartner(s) onder dwang is verleend. In een aantal mensenrechtenverdragen is wel een expliciet verbod op gedwongen huwelijken opgenomen. In deze paragraaf wordt zowel de nationale als de internationale wetgeving die van toepassing is op huwelijksdwang nader toegelicht Strafbaarstelling van artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht kent geen specifieke strafbaarstelling voor het fenomeen huwelijksdwang of tegen gedragingen die verband houden met huwelijksdwang. Er bestaan verschillende algemene strafbepalingen die van toepassing kunnen zijn op huwelijksdwang, afhankelijk van de situatie waarin het feit gepleegd wordt. Hierbij kan gedacht worden aan geweldsmisdrijven, zedenmisdrijven, mensenhandel en andere misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. De belangrijkste strafbaarstelling waarin een grondslag gevonden kan worden voor de vervolging voor het feit huwelijksdwang, is de strafbaarstelling van dwang in artikel 284 WvSr. 28 De invoering van het onderhavige wetsvoorstel heeft een wijziging van artikel 284 WvSr met zich meegebracht. Dit levert de volgende strafbaarstelling van het feit dwang op; Lid 1: Met een gevangenisstraf van ten twee jaren of een geldboete van de vierde categorie wordt gestraft: 1. hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden; 27 Zoekterm: definitie huwelijksdwang, laatst geraadpleegd op 29 oktober Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p

18 2. hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden. Lid 2: In het geval onder 2 omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is. De strekking van deze strafbepaling is om te voorkomen dat iemand op een wederrechtelijke manier in zijn vrijheid van handelen wordt beperkt doordat er dwang ten aanzien van hem wordt uitgeoefend. 29 Met het plegen van geweld wordt gelijkgesteld, het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht. 30 Ook blijkt uit jurisprudentie dat er naar geldend recht niet alleen sprake is van geweld wanneer er enkel fysieke kracht tegen personen of goederen wordt uitgeoefend, maar ook indien er sprake is van het creëren van een specifieke situatie waarin het fysieke element minder belangrijk is dan de ernst van de eventuele gevolgen en waarin het geweld niet alleen direct kan worden uitgeoefend tegen degene die gedwongen wordt maar ook indirect, via anderen. 31 Naast een fysieke druk met geweld, kan er ook een psychische druk worden uitgeoefend door bedreiging met geweld. Onder feitelijkheden vallen alle handelingen die niet onder geweld vallen. Deze handelingen moeten echter wel van zodanige aard zijn, dat zij in de gegeven omstandigheden leiden tot een zodanige psychische druk dat het slachtoffer hieraan geen weerstand kan bieden. Van een door feitelijkheid dwingen op grond van dit artikel is slechts sprake indien door die feitelijkheid opzettelijk wordt veroorzaakt dat het slachtoffer iets heeft gedaan, niet gedaan of geduld Verdragsbepalingen Hieronder volgen de mensenrechtenverdragen waarin een expliciet verbod op gedwongen huwelijken is opgenomen Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) De universele verklaring van de rechten van de mens (hierna: UVRM) is een verklaring die op 10 december 1948 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is afgekondigd. 29 Cleiren & Verpalen 2012, (T&C Sr), artikel 284 WvSr, aant Artikel 81 WvSr. 31 HR 21 februari 1989, NJ 1989, Cleiren & Verpalen 2012, (T&C Sr), artikel 284 WvSr, aant

19 In deze verklaring zijn belangrijke grondrechten van de mens opgenomen. Ook in het UVRM is een verbod op huwelijksdwang opgenomen. Het tweede lid van artikel 16 bepaalt dat; een huwelijk slechts kan worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten. In het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna: IVBPR) is ongeveer dezelfde bepaling opgenomen. Artikel 23 lid 3 IVBPR luidt als volgt; geen huwelijk wordt gesloten zonder de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen wordt ook wel het VN-Vrouwenverdrag genoemd. 33 Het verdrag werd in 1979 door de Verenigde Naties aanvaard en trad twee jaar later in werking. In artikel 16 van dit verdrag is een verbod van huwelijksdwang opgenomen. Zo luidt artikel 16 lid 1 aanhef en onder sub b; Lid 1: De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, nemen alle passende maatregelen om discriminatie jegens de vrouw in alle aangelegenheden betreffende huwelijk en familiebetrekkingen uit te bannen, en verzekeren in het bijzonder, op basis van gelijkheid van de man en de vrouw: (sub b) hetzelfde recht om in vrijheid een echtgenoot te kiezen en alleen met vrije wil en volledige toestemming een huwelijk aan te gaan Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld Op 11 mei 2011 is er een verdrag van de Raad van Europa tot stand gekomen in Istanbul. Dit verdrag strekt ertoe geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te bestrijden en te voorkomen. In dit verdrag wordt huwelijksdwang erkend als een vorm van geweld welke een ernstige schending van de mensenrechten van vrouwen en meisjes met zich meebrengt. Daarbij vormt het een belangrijk obstakel voor de verwezenlijking van de gelijkheid van vrouwen en 33 Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, New York 18 december 1979, Stb. 1991,

20 mannen. 34 huwelijksdwang; 35 Het verdrag bevat de volgende artikelen die van toepassing zijn op Artikel 32 Civiele rechtsgevolgen van het gedwongen huwelijk De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat huwelijken gesloten onder bedreiging met geweld nietig of vernietigbaar zijn of ontbonden kunnen worden zonder onnodige financiële of administratieve lasten voor het slachtoffer. Artikel 37 Gedwongen huwelijk Lid 1: De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat opzettelijke gedragingen om een volwassene of een kind tot het aangaan van een huwelijk te dwingen, strafbaar worden gesteld. Lid 2: De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat opzettelijke gedragingen om een volwassene of een kind te lokken naar het grondgebied van een partij of staat niet zijnde de partij of staat waar hij of zij woont met het oogmerk deze volwassene of dat kind te dwingen tot het aangaan van een huwelijk, strafbaar worden gesteld. Artikel 58 Verjaringstermijn De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat de verjaringstermijnen voor het instellen van gerechtelijke procedures ten aanzien van de overeenkomstig de artikelen 36, 37, 38 en 39 van dit Verdrag strafbaar gestelde feiten toereikend zijn en in verhouding staan tot de ernst van het desbetreffende strafbare feit, zodat het slachtoffer na het bereiken van de meerderjarigheid in de gelegenheid is een procedure in te stellen. Artikel 59 Verblijfstitel Lid 4: De partijen nemen de wetgevende of andere maatregelen die nodig zijn om te waarborgen dat slachtoffers van gedwongen huwelijken die voor dat huwelijk naar een ander 34 Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, Istanbul 11 mei 2011, Trb. 2012, Deze artikelen gelden voor lidstaten die partij zijn bij dit verdrag. 20

21 land zijn overgebracht en als gevolg daarvan hun verblijfstitel hebben verloren in het land waar zij hun vaste woon- of verblijfplaats hebben, deze kunnen herkrijgen. Naast de zojuist volledig uitgeschreven artikelen, verplicht het verdrag in artikel 44 ook een vestiging van extraterritoriale rechtsmacht ten aanzien van huwelijksdwang begaan door onderdanen en ingezetenen in het buitenland. Ook wordt hierbij het vereiste van dubbele strafbaarheid losgelaten. Daarnaast geeft dit verdrag de mogelijkheid voor een lidstaat rechtsmacht te vestigen over huwelijksdwang gepleegd tegen een eigen onderdaan of een persoon die op hun grondgebied zijn of haar vaste woon- of verblijfplaats heeft Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) Tot slot is er in het EVRM een recht om te huwen opgenomen. In artikel 12 EVRM is de volgende bepaling opgenomen; mannen en vrouwen van huwbare leeftijd hebben het recht te huwen en een gezin te stichten volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen. Hieruit vloeit voort dat de overheid geen huwelijk mag verbieden voor zover dat verbod niet uit de toepasselijke wetgeving voortvloeit. Er staat in deze verdragsbepaling geen expliciet verbod op gedwongen huwelijken vermeld, maar kan er wel uit afgeleid worden Overige wetgeving Naast strafwetgeving en verdragsbepalingen die van toepassing zijn op gedwongen huwelijken, bestaat er ook privaatrechtelijke wetgeving welke van toepassing kan zijn op gedwongen huwelijken en de aanpak hiervan. Een wettelijk huwelijk is een privaatrechtelijke verbintenis tussen twee personen. Wanneer er sprake is van dwang bij de totstandkoming van deze verbintenis, het huwelijk, kan daar ook privaatrechtelijk tegen worden opgetreden. Op grond van artikel 1:71 lid 1 BW kan een huwelijk dat onder onrechtmatige ernstige bedreiging is gesloten, nietig verklaard worden door één van de echtgenoten. Dit wetsartikel geeft dus een grond voor nietigverklaring van het huwelijk. Een echtgenoot moet echter wel kunnen aantonen dat het huwelijk onder onrechtmatige ernstige bedreiging is gesloten. Volgens de wetsgeschiedenis kan er slechts sprake zijn van een onrechtmatige ernstige 36 G.E. Schmidt & C.R.J.J. Rijken, Juridische aspecten van gedwongen huwelijken. Onderzoek voor de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, Den Haag: Asser Instituut 2005, p

22 bedreiging wanneer zij door het bedreigde niet of slechts door toegeven onder voor hem zeer nadelige gevolgen kan worden opgeheven. 37 Op grond van het tweede lid van artikel 1:71 BW vervalt de bevoegdheid tot nietigverklaring echter indien de echtgenoten zes maanden hebben samengewoond nadat de dreiging is opgehouden. 1.4 De verschillende vormen van huwelijksdwang Er bestaan verschillende verschijningsvormen van huwelijken, zowel vrijwillig of onder dwang gesloten. Hieronder worden de verschillende vormen nader toegelicht: 38 Neef-nicht- huwelijk; dit is een huwelijk tussen familieleden, waarbij het niet altijd gaat om een neef of nicht uit de eerste lijn, maar in ieder geval familieleden. Dit huwelijk kan zowel vrijwillig als gedwongen plaatsvinden. Schakingshuwelijk; dit is een huwelijk na een onvrijwillige schaking ofwel ontvoering. Schaking is het wegvoeren van een minderjarige vrouw, zonder de wil van haar ouders of voogden doch met haar toestemming, met het oogmerk om zich haar bezit in of buiten echt te verzekeren. Dit kan ook gepaard gaan met geweld, bedreiging met geweld of een list. 39 Een schakingshuwelijk kan ook plaatsvinden op vrijwillige basis. Het meisje kan vrijwillig meegaan en toestemming verlenen voor een huwelijk, maar dit tegen de wil van haar ouders. Schijnhuwelijk; Bij deze vorm hebben de twee huwelijkspartners met het sluiten van het huwelijk niet de bedoeling om een duurzaam leven op te bouwen. Meestal gaat het hier om het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Deze huwelijksvorm kan zowel vrijwillig als gedwongen plaatsvinden. 40 De huwelijksvorm schijnhuwelijk is ook nader gedefinieerd in een resolutie door de Raad van de Europese Unie. Deze definitie luidt als volgt; het huwelijk van een onderdaan van een lidstaat of een onderdaan van een derde land die legaal in een lidstaat verblijft, met een onderdaan van een derde land met als enig doel de regels betreffende de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen te misbruiken en 37 G.E. Schmidt & C.R.J.J. Rijken, Juridische aspecten van gedwongen huwelijken. Onderzoek voor de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, Den Haag: Asser Instituut 2005, p A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p Schaking is strafbaar gesteld in artikel 281 van het Wetboek van Strafrecht. 40 A. Cornelissens, J. Kuppens & H. Ferwerda, Huwelijksdwang, een verbintenis voor het leven? Een verkenning van de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland, Arnhem: Advies- en onderzoeksgroep Beke, WODC 2009, p

23 voor de onderdaan van het derde land een vergunning tot vestiging of tot verblijf in een lidstaat te verkrijgen. 41 Gearrangeerd huwelijk; dit is een huwelijk opgelegd door de vader, en soms de moeder, en zijn familie. De ouders beslissen met wie hun zoon of dochter trouwt. Deze huwelijksvorm kan zowel vrijwillig als gedwongen plaatsvinden. In het onderzoek van De Koning en Bartels komt naar voren dat gedwongen huwelijken gezien kunnen worden als een vorm van gearrangeerde huwelijken. Zij onderscheiden hierbij drie vormen van gearrangeerde huwelijken: 1) Het geplande type: de ouders plannen het gehele proces op basis van voor hen relevante familiale en gemeenschapsfactoren. Er is nauwelijks interactie met huwelijkspartners. 2) Het gedelegeerde type: kinderen, vooral zonen, maken hun voorkeuren duidelijk aan hun ouders met betrekking tot het type partner dat zij prefereren en de ouders proberen aan deze voorwaarden te voldoen. 3) Het gezamenlijke type: ouders en kinderen zijn gezamenlijk actief bij de partnerkeuze. 4) Het eigen initiatief type: het kind neemt zelf initiatief tot het uitzoeken van een geschikte partner. Aan de ouders wordt vervolgens om toestemming gevraagd. In feite valt alleen type 1 te kwalificeren als een gedwongen huwelijk. En mogelijk type 2 wanneer de ouders de voorkeur van hun kind niet volgen. Het gaat daarbij dus om de mate van zeggenschap die de kinderen tijdens dit proces hebben. 42 Geboortehuwelijk; dit is een gearrangeerd huwelijk dat al bij geboorte is geregeld. Het moetje ; Dit is een huwelijk omwille van herstel van de seksuele familie-eer na een zogenaamde fysieke bevlekking. Deze fysieke bevlekking kan onder andere een ontmaagding, verkrachting, seksuele relatie, incest of buitenechtelijke zwangerschap zijn. Ruilhuwelijk; dit is een huwelijk om wederzijds de bruidsprijs oftewel de koopprijs te kunnen omzeilen. Verzoeningshuwelijk; dit is een huwelijk welke onderdeel is van het beslechten van een bloedvete. 41 Resolutie van de Raad van de Europese Unie (4 december 1997) 97/C 382/ M. de Koning & E. Bartels, Voorstudie: Over het huwelijk gesproken: partnerkeuze en gedwongen huwelijken onder Marokkaanse, Turkse en Hindostaanse Nederlanders, Den Haag: Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 2005, p

24 Zwagerhuwelijk (leviraat); dit is een huwelijk waarbij de weduwe moet trouwen met de broer van haar overleden man. Economisch huwelijk; dit is een huwelijk uit geldzucht of geldnood waarbij een dochter (soms op jonge leeftijd) door haar vader aan de latere echtgenoot verkocht wordt. Kindhuwelijk; dit is een huwelijk waarbij een minderjarige betrokken is, vaak door toedoen van de ouders geïnitieerd. Ook kunnen er drie vormen worden onderscheiden waarop partnerkeuze bij een huwelijkssluiting plaatsvindt; 43 1) de keuze geschiedt in vrijheid en op eigen initiatief van de partners. Dit wordt ook wel aangeduid als de romantische variant; 2) de keuze wordt in meer of mindere mate opgedrongen door één van de partners; 3) de keuze wordt, in meer of mindere mate, bepaald door naderen dan de partner(s), veelal geschiedt dit door familieleden. Dit proces wordt vaak aangeduid als uithuwelijking. 1.5 Conclusie Er bestaat geen universele definitie voor het fenomeen huwelijksdwang, daarom worden er op nationaal niveau door verschillende instanties zoals, de politieacademie, MOVISIE en de wegwijzer Jeugd en Veiligheid verschillende definities gebruikt. De werkdefinitie die in opdracht van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken is opgesteld, wordt door de meeste instanties gehanteerd, zoals het OM. Volgens deze definitie wordt een huwelijk aangemerkt als onder dwang gesloten indien bij de sluiting van een huwelijksverbintenis sprake is geweest van een gebrek aan eigen zeggenschap van één van de huwelijkskandidaten en de desbetreffende persoon (liever) niet had ingestemd met het huwelijk. Onder deze definitie wordt mede begrepen het geval dat een slachtoffer wel meewerkt aan de formele (wettelijke) huwelijkshandelingen, maar dit plaatsvindt onder lichamelijke of geestelijke dreiging. 43 Tot het huwelijk gedwongen: een advies over preventieve, correctieve en repressieve maatregelen ter voorkoming van huwelijksdwang, Den Haag: Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken 2005, p

Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland HUWELIJKSDWANG. Een verbintenis voor het leven?

Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland HUWELIJKSDWANG. Een verbintenis voor het leven? Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen huwelijken in Nederland HUWELIJKSDWANG Een verbintenis voor het leven? sammenvatting Een verkennend onderzoek naar de aard en aanpak van gedwongen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel Wet Tegengaan Huwelijksdwang?

Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel Wet Tegengaan Huwelijksdwang? Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel Wet Tegengaan Huwelijksdwang? 29 April 2015 Forced Marriage (Civil Protection) Act 2007, een beter jasje voor het wetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 840 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Verklaring met betrekking tot de geheimhoudingsplicht Ondergetekende, Werkzaam bij gemeente Stichtse Vecht Verklaart hierbij : a. dat hij/zij op de hoogte

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Trb. 2012, 233) VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 840 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming

Nadere informatie

Workshop Huwelijksdwang en achterlating

Workshop Huwelijksdwang en achterlating Workshop Huwelijksdwang en achterlating Kennis maken Moviera is er voor mensen die thuis met geweld te maken hebben. Nuray Kanik Preventie functionaris Expert Eergerelateerd geweld 14 juni 2016 Opzet workshop

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13124 21 juli 2011 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met het oog op de verruiming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 95 Wet van 7 maart 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld

Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Bijlage 1. Inbreuken en strafbepalingen waarop een beroep kan gedaan worden op het vlak van eergerelateerd geweld Inleidende opmerkingen: - Een fenomeen dat valt onder het begrip eergerelateerd geweld

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 444 Wet van 6 november 2013 tot implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld

Nadere informatie

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2015 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS Marianne Wiersma wiersma@wybenga-advocaten.nl 010-214 00 00 / 06 15 07 46 15 VERLENGING & INTREKKING VV

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 813 (R 1873) Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 32 840 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming

Nadere informatie

Vraag 3) U bent op de hoogte van de inhoud van Grondwet Art. 94?

Vraag 3) U bent op de hoogte van de inhoud van Grondwet Art. 94? Besluit Algemene Rechtspositie Politie (BARP) Art. 9 Politie belooft trouw in de volgende volgorde aan Kroon, Grondwet en de wetten van ons land (i.e. Nederland) Vraag 1) Bent u hier als vertegenwoordiger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 213 Uitvoering van het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 8 mei 2001 PE 302.228/14-21 AMENDEMENTEN 14-21 ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE 302.228) over het voorstel

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Uitvoering van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73) MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit wetsvoorstel

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de naam van de kerk boven het welzijn van de mens komt

Datum 9 oktober 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de naam van de kerk boven het welzijn van de mens komt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG DBAenV Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 208 Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen

Nadere informatie

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel

Rechten van slachtoffers. Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Rechten van slachtoffers Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel Mensenhandel is een schending van de rechten van talloze mensen in Europa en daarbuiten en beïnvloedt hun leven.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

S.A. Blok. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

S.A. Blok. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

2018D24533 LIJST VAN VRAGEN

2018D24533 LIJST VAN VRAGEN 2018D24533 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over de brief van 9 maart

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 Aan de minister van Justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 2 december 2009 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Wetsvoorstel verruiming

Nadere informatie

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal De minister voor Immigratie en Asiel drs. G.B.M. Leers Postbus 20011 2500 EA Den Haag datum 15 augustus 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 2011-2000250817 cc

Nadere informatie

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2014 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS

OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2014 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS OPENBARE ORDE VOOR GEVORDERDEN - SVMA - 27 MAART 2014 WIJZIGINGEN VERBLIJFSBESCHERMING VEELPLEGERS Marianne Wiersma wiersma@wybenga-advocaten.nl 010-214 00 00 / 06 15 07 46 15 VERLENGING & INTREKKING VV

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

Kindhuwelijken in Nederland: het komt nog steeds voor. Strategie tegen kindhuwelijken

Kindhuwelijken in Nederland: het komt nog steeds voor. Strategie tegen kindhuwelijken Kindhuwelijken in Nederland: het komt nog steeds voor Strategie tegen kindhuwelijken 250 kindhuwelijken per jaar in Nederland Kindhuwelijken zijn een wereldwijd probleem. Vooral meisjes zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Huwelijksdwang en achterlating: PvdA plan van aanpak

Huwelijksdwang en achterlating: PvdA plan van aanpak Huwelijksdwang en achterlating: PvdA plan van aanpak 1 Voorwoord In verschillende migrantengemeenschappen in Nederland komen de verschijnselen huwelijksdwang en achterlating voor. Nog steeds worden kinderen

Nadere informatie

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt:

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt: Samenvatting Inleiding Dit advies heeft betrekking op het Europese en nationale openbare-ordebeleid. Een algemeen uitgangspunt dat daarbij wordt gehanteerd is dat indien migranten een gevaar vormen voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 292 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging

Nadere informatie

Wet Tegengaan Huwelijksdwang

Wet Tegengaan Huwelijksdwang Wet Tegengaan Huwelijksdwang Een papieren tijger? Demet Özkurt S754661 [Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht] In het openbaar te verdedigen ten overstaan van de Examencommissie van de Faculteit

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 313 Wet van 1 juli 1999, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele

Nadere informatie

Korte beschouwingen op de voorgestelde Richtlijn Terrorismebestrijding

Korte beschouwingen op de voorgestelde Richtlijn Terrorismebestrijding Korte beschouwingen op de voorgestelde Richtlijn Terrorismebestrijding Mr. J.H.J. Verbaan 1. Inleiding In het kader van het thema van deze Landelijke Strafrechtdag, de invloed van de Europese Unie op het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 3 840 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming van de mogelijkheden

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011-2012 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 574 Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

pn,~ ~ Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

pn,~ ~ Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. ~J6L,v~cLC ~ ~ pn,~ ~ Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, en enkele andere wetten in verband met de strafbaarstelling van het financieren van terrorisme (strafbaarstelling

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Toepassing en aanscherping van de glijdende schaal

Toepassing en aanscherping van de glijdende schaal Toepassing en aanscherping van de glijdende schaal Samenvatting Onderzoek in opdracht van WODC 2009 WODC, Ministerie van Justitie, Auteursrechten voorbehouden. Z. Berdowski, P. Eshuis en A. Vennekens Zoetermeer,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken 32635 Strategie van Nederlands buitenlandbeleid Nr. 5 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 april 2012 Mede namens de Staatssecretaris

Nadere informatie

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating Bij de aanpak van huwelijksdwang en gedwongen achterlating dient het belang van het slachtoffer centraal te staan. De in Nederland geldende wet-

Nadere informatie

Vrouwelijke bediening?!

Vrouwelijke bediening?! mr Mirto F. Murray (murray@sms-advocaten.com) Het verzoek tevens [strekt] ter verkrijging van toestemming [ ] om vrouwelijke bediening toe te laten. Artikel 53, eerste lid, van de Vergunningslandsverordening:

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie