Vogelbescherming. Gemeente Lelystad Ingekomen 2 3 JUL Kopie aan: DL. men Ier

Transcriptie

1 Vogelbescherming N E D E R L A N D z5if docrqcboebh óf PvL Postbus AX Zeist Boulevard BM Zeist Gemeenteraad Lelystad Postbus AB Lelystad Grf Gemeente Lelystad Ingekomen 2 3 JUL 2015 Kopie aan: DL men Ier Telefoon Fax Aangetekend en tevens per fax (zonder bijlagen) verstuurd ( ) Datum : 22 juli 2015 Ons kenmerk :15B263 Doorkiesnummer : (Andrea Kuiper- Vos) Betreft : Zienswijze Ontwerpbestemmingsplan Lelystad - Uitbreiding Luchthaven Geachte leden van de gemeenteraad, Sinds 11 juni 2015 ligt het ontwerpbestemmingsplan dat toeziet op de uitbreiding van Lelystad Airport ter inzage. Het vast te stellen bestemmingsplan is de eerste juridische stap van gemeente Lelystad om de uitbreiding van Lelystad Airport te kunnen realiseren. Via deze brief wil Vogelbescherming Nederland gebruik maken van haar mogelijkheid voor het indienen van een zienswijze op dit ontwerpbestemmingsplan. De omgeving rondom Lelystad Airport wordt gekenmerkt door hoge vogelaantallen. Zo ligt op minder dan 6 km afstand het, dankzij de Nieuwe Wildernis inmiddels in heel Nederland bekende, natuurgebied de Oostvaardersplassen. Maar ook belangrijke natuurgebieden als de Lepelaarplassen, de Veluwerandmeren en het Markermeer liggen in de nabije omgeving van de planlocatie. Deze gebieden genieten internationale bescherming onder de Habitat- en Vogelrichtlijn vanwege het belang van deze gebieden voor o.a. duizenden vogels. Aanvaringen tussen vogels en vliegverkeer vormen een groot gevaar voor de luchtvaart. Wij maken ons dan ook grote zorgen over de realisatie van een vliegveld in een dusdanig vogelrijk gebied omgeven door internationaal beschermde natuurgebieden. Zowel vanwege de veiligheid voor de luchtvaart als voor de mogelijk negatieve effecten op de natuurwaarden van de betrokken gebieden en soorten. Deze zorgen hebben wij eerder in het proces op verschillende momenten en via verschillende wegen geuit. Met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan Lelystad - Uitbreiding Luchthaven merken wij de volgende punten op, die wij hieronder puntsgewijs verder zullen motiveren: BirdLife 100 Vogelbescherming Nederland is Partner van BirdLife Internationa!, wereldwijd actief voor vogels en natuur

2 1. Strijd met artikel 19j van de Natuurbeschermingswet De ontwikkeling die dit ontwerpbestemmingsplan mogelijk maakt, zal leiden tot een forse uitbreiding van het vliegverkeer met grote verkeersvliegtuigen. Er is geen onderzoek dat uitsluit dat het bestemmingsplan afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voorde nabij gelegen Natura 2000-gebieden (waaronder Oostvaardersplassen, Lepelaarplassen, het Markermeer, de Veluwerandmeren, het Ketelmeer en de Veluwe). Verzuimd is dus te toetsen aan art. 19j van de Natuurbeschermingswet. 2. Gebruik van luchthaven ten onrechte niet meegenomen in beoordeling op Oostvaardersplassen In de toelichting van het bestemmingsplan is ten aanzien van de Oostvaardersplassen ten onrechte vermeld dat er geen significante effecten zijn omdat het slechts gaat om de aanleg van een start- en landingsbaan en de bouw van een terminal. Net als elders in de toelichting (zoals bijvoorbeeld voor het Ketelmeer) moeten ook de effecten van de verandering in het gebruik worden getoetst. Wat betreft het Ketelmeer hebben Burgemeester & Wethouders het oordeel dat geen sprake zal zijn van significante verstoring, omdat de vogels kunnen uitwijken, niet onderbouwd. Dit is daarom niet toetsbaar. Dit standpunt dient nader gemotiveerd te worden met verwijzing naar de natuurtoets waarop dit oordeel is gebaseerd. 3. Mogelijk significant negatieve effecten op Natura 2000 gebied de Oostvaardersplassen Hoewel de vliegtuigen niet laag (boven de 3000 ft) over de Oostvaardersplassen zullen vliegen, kruisen vliegende vogels de vliegroutes van en naar Lelystad Airport. Er is echter geen gedegen onderzoek naar deze vliegbewegingen uitgevoerd; de risico's in het MER worden ingeschat op basis van een literatuurstudie en (deels) verouderde gegevens. Recente, incidentele waarnemingen suggereren dat er veel meer vliegbewegingen van risicosoorten rondom de planlocatie voorkomen dan waar in het MER van wordt uitgegaan. Alleen gedegen wetenschappelijk veldonderzoek gedurende alle seizoenen en weertypes, inclusief een onafhankelijke peer review, kan antwoord geven op de vraag of en hoeveel vogels er vliegen en welke risico's dit betekent voor de vliegveiligheid en welke effecten de luchthaven heeft op de omringende natuurgebieden. Dat verregaande vogelwerende en beperkende maatregelen rondom Lelystad Airport niet ondenkbaar zijn blijkt uit de evaluatie van de Nederlandse Regiegroep Vogelaanvaringen 1 over de vogelwerende maatregelen rondom Schiphol. Hierin leest u welke enorme inspanningen er worden getroost om de aantallen vogels, met name ganzen, in een straal tot wel 20 kilometer rondom Schiphol te reduceren. Deze maatregelen worden noodzakelijk geacht om de vliegveiligheid van Schiphol te kunnen vergroten. Maatregelen rondom Schiphol omvatten populatiebeheer, inrichting en beheer van broed- en opgroeimogelijkheden en inrichting en beheer van foerageergebieden en landbouwgronden. Deze maatregelen worden in een straal van 20 km rondom Schiphol uitgevoerd. De Oostvaardersplassen, maar ook het Veluwemeer en het Wolderwijd (allen 1 Evaluatie Nationale Regiegroep Vogelaanvaringen; december

3 3* aangewezen als Natura-2000 gebied), bevinden zich binnen een straal van 20 km van Luchthaven Lelystad. Uit het MER, dat ten grondslag ligt aan zowel het inmiddels vastgestelde luchthavenbesluit alsmede ook aan dit ontwerpbestemmingsplan, blijkt dat de aantallen vogels die een risico vormen voor de vliegveiligheid rondom Schiphol en Lelystad Airport in ongeveer dezelfde orde van grootte lijken te liggen, namelijk tienduizenden vogels (tabel 3.3 op pagina 50 van het deelonderzoek 4H "Vliegveiligheid en vogels"). In de categorie zwaardere vogels (zoals ganzen, aalscholvers, reigers en zwanen) lijken de aantallen rondom Lelystad zelfs hoger te liggen dan rondom Schiphol. Het is dus aannemelijk, alhoewel nog steeds verzuimt is om aanwezige vogels en hun vliegroutes rondom Lelystad Airport goed te onderzoeken, dat faunabeheer van vogels noodzakelijk zal zijn om Luchthaven Lelystad als een veilige luchthaven te kunnen exploiteren. Dit klemt des te meer gezien de internationaal beschermde topnatuurgebieden in de nabije omgeving van Luchthaven Lelystad. Dat faunabeheer noodzakelijk zal zijn wordt tevens aangetoond door Lelystad Airport zelf in de door haar recentelijk aangevraagde ontheffing (in het kader van de Flora- en faunawet) voor de verjaging en begeleidend afschot van vogels op het terrein van Lelystad Airport. In deze aanvraag wordt aangegeven dat er een grote toename van vogels valt te constateren (17 resp. 27 februari 2015, bijlage 1 en 2). Lelystad Airport constateert in de aanvraag dat er een aantal vogelsoorten zijn die de afgelopen jaren het gehele jaar voor flinke overlast zorgen op en in de buurt van de luchthaven. Het in deze ontheffingsaanvraag gestelde staat dus haaks op hetgeen in het MER wordt geconcludeerd. Daarbij dient bedacht te worden dat er na de uitbreiding van het vliegveld een veelvoud aan vluchten zal gaan plaatsvinden met toestellen die qua grootte en wendbaarheid niet te vergelijken zijn met de kleine propellervliegtuigjes die nu gebruik maken van het vliegveld. Dat op dit moment nog niet beoordeeld en onderzocht is in welke vorm, straal en intensiteit faunabeheer rondom Lelystad Airport plaats zou moeten vinden en niet inzichtelijk gemaakt is om welke (beschermde) vogelsoorten en aantallen het zal gaan, is niet toetsbaar of er een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet hiervoor zal kunnen worden verleend. Tevens is niet duidelijk of er een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet nodig is en of deze wel verleend kan worden. 4. Mogelijk significante effecten van het Vogelbeperkingengebied ten onrechte niet in kaart gebracht Het ontwerpbestemmingsbesluit ziet toe op aanleg van een verlengde start- en landingsbaan, hiermee ziet het ontwerpbestemmingsplan indirect tevens toe op de wettelijk verplichte beperkingenzone van 6 km rondom de Luchthaven. Het beperkingengebied (vastgelegd in het Luchthavenindelingbesluit) ziet toe op bestemming, gebruik en inrichting van het gebied in een zone van 6 km rondom de Luchthaven. In deze zone gelden beperkingen voor vogel aantrekkende bestemmingen en gebruik. Wij vragen in het speciaal uw aandacht voor de effecten hiervan op de instandhoudingsdoelstellingen voor kiekendieven van de Oostvaardersplassen

4 De Oostvaardersplassen kent instandhoudingsdoelstellingen voor broedende bruine en blauwe kiekendieven. Vooral de blauwe kiekendief vergt extra aandacht. Gezien de landelijke zeer ongunstige staat van instandhouding, de hersteldoelstelling die geldt voor deze soort in de Oostvaardersplassen en het belang van foerageergebieden buiten de begrenzing van Natura-2000 gebied de Oostvaardersplassen adviseren wij om het effect van de uitbreiding van Lelystad Airport, met alle maatregelen om de vliegveiligheid te kunnen garanderen te toetsen aan het realiseren van de instandhoudingsdoelstelling voor blauwe kiekendief van de Oostvaardersplassen. 5. Aantrekkende werking van het luchthaventerrein op vogels Door de ongunstige ligging van Lelystad Airport te midden van diverse natuurgebieden en in een agrarische omgeving is het luchthaventerrein aantrekkelijk voor vogels. Problemen doen zich vooral voor op het gras langs het banenstelsel en bij de watergangen. In het bestemmingsplan wordt niets vermeld over het voor vogels ongeschikt of onaantrekkelijk maken van de grond naast de start- en landingsbaan. Het dempen van sloten en de toename van de verharding wordt gecompenseerd met open water op het luchthaventerrein en het verbreden van tochten op en langs het terrein waarbij geen gebruik gemaakt zal worden van het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Desondanks zal oppervlaktewater een aantrekkende werking op, met name grotere, vogels blijven hebben. Denk daarbij aan aalscholvers. Zeker bij harde wind, wanneer het open water niet aantrekkelijk is en vogels de luwte opzoeken, zijn zulke wateren geschikt voor groepen ganzen en zwanen. Het creëren van meer open oppervlaktewater op het terrein versterkt daarmee mogelijk het gevaar op vogelaanvaringen. Bovenstaand betoog resumerend komen wij tot de conclusie dat aannemelijk is dat de uitbreiding van Lelystad Airport en daarbij behorend gebruik kan leiden tot significant negatieve effecten op omliggende Natura-2000 gebieden en de instandhoudingsdoelstellingen. Hierdoor is het mogelijk dat de Natuurbeschermingswet de uitvoerbaarheid van onderhavig ontwerpbestemmingsplan in de weg staat. Het ontwerpbestemmingsplan kan pas worden vastgesteld wanneer accuraat onderzocht is of de veranderingen in bestemming en gebruik van de gronden geen significant negatieve effecten met zich meebrengen op de beschermde topnatuurgebieden in (de nabijheid van) het plangebied. Vriendelijke groet, 6 - Senior Jurist 4

5 PROVINCIE FLEVOLAND Postbus AB Lelystad Lelystad Airport De heer D. Hoekstra Postbus AE LELYSTAD Telefoon (0320) Fax (0320) website i min urn urn HUI urn mil urn mi inn 11 Venenddatum Bijlagen Uw kenmerk 2 7 FEB OD/DH/2015FF Onderwerp Flora- en faunawet; ontheffing voor verjaging en begeleidend afschot van vogels Lelystad Airport Ons kenmerk Geachte heer Hoekstra, Op 17 februari 2015 hebben wij uw verzoek ontvangen voor verlenging van de ontheffing voor het verjagen van vogels die wij op 15 april 2009 hebben verleend aan Luchthaven Lelystad (met kenmerk ) en die op 3 maart 2014 door ons gewijzigd is in een nieuwe ontheffing met gewijzigde tenaamstelling (met kenmerk ). Deze ontheffing verloopt op 1 maart De ontheffing stond het gebruik van een seinpistool toe als vogelafweermiddel. In uw brief geeft u aan dat tot 1 april 2018, wanneer naar verwachting het Luchthaven Besluit van kracht wordt, er geen groot commercieel verkeer van de luchthaven gebruik zal maken anders dan de straalvliegtuigen waarvan het vliegtuigonderhoud op de luchthaven wordt uitgevoerd. Bij deze vorm van luchtverkeer is naar verwachting met een geringe aanpassing in de vorm van ondersteunend afschot bij een selectief aantal zwermvogels en met de huidige middelen, de vliegveiligheid voldoende te garanderen. Hierbij ontvangt u ons besluit. Gezien de voorgestelde wijzigingen wordt de vigerende ontheffing niet door ons verlengd, maar ontvangt u een nieuwe ontheffing. Daarnaast bevat de aanvraag een verzoek om konijnen en vossen te mogen bestrijden met behulp van kunstlicht. Dit verzoek wordt niet gehonoreerd bij gebrek aan afdoende onderbouwing. Tenslotte bevat uw brief een bijlage met een verzoek om op termijn een aanwijzing onder artikel 67 voor de nijlgans en gedomesticeerde gans te ontvangen. Dit zal - indien dit vanuit het Luchthaven Besluit noodzakelijk blijkt te zijn te zijner tijd worden opgepakt. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris de v tte. clrs T. van der Wal A. Gijsberts Inlichtingen bij Doorkiesnummer A. Hellingwerf Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad

6 Bladnummer 2 Ons kenmerk: Beschikking van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet. Inhoudsopgave A. Onderwerp aanvraag B. Wettelijk kader C. Beleidsuitgangspunten bij de beoordeling D. Inhoudelijke beoordeling E. Advies Faunafonds F. Besluit tot gedeeltelijk verlenen van de ontheffing G. Kennisgeving en afschriften H. Bezwaar I. Ondertekening Onderwerp aanvraag Op 17 februari 2015 is het verzoek van de heer Hoekstra, havenmeester van Lelystad Airport, ontvangen voor een verlenging van de op 3 maart 2014 verleende ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet voor het verjagen van vogels (zwermvogels, zoals o.a. meeuwen, spreeuwen, kieviten, ganzen en zwaardere solitaire vogels, zoals reigers en ooievaars) met behulp van seinpistolen in het belang van de veiligheid voor het luchtverkeer (kenmerk ). De verlenging wordt aangevraagd tot 1 april De brief met het verzoek gaat vergezeld van een bijlage met daarin beschreven de problematiek die een aantal vogelsoorten momenteel opleveren voor de vliegveiligheid met het verzoek om voor deze soorten ondersteunend afschot toe te staan. De zwermvogels waarvoor ondersteunend afschot wordt aangevraagd zijn wilde eend, krakeend, holenduif en grauwe gans. Daarnaast wordt verzocht om konijnen en vossen op de luchthaven te mogen bestrijden met behulp van kunstlicht, aangezien deze dieren vanwege graafschade indirect een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van het vliegverkeer. Wij hebben deze aanvraag opgevat als aanvraag voor een ontheffing voor het verjagen van zwermvogels en grote solitaire vogels met behulp van een seinpistool en 'handheld laser' conform de eerdere verleende ontheffingen, een ontheffing voor ondersteunend afschot van een beperkt aantal soorten zwermvogels waarvan gebleken is dat zij niet effectief verjaagd kunnen worden met het seinpistool, en een ontheffing voor het bestrijden van konijnen en vossen met het geweer en kunstlicht. B. Wettelijk kader De Flora- en faunawet (hierna Ffwet) is sinds 2002 het wettelijk kader voor de soortbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. In overeenstemming met artikel 4, eerste lid, onderdeel b van de Ffwet zijn alle van nature op het Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie voorkomende vogels aangemerkt als beschermde inheemse diersoorten. Op basis van voorgaande ontheffingen en de soorten genoemd in de bijlage betreft het in ieder geval de volgende beschermde inheemse vogelsoorten, die alle in de Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten 2013 worden vermeld: aalscholver (Phalacrocorax carbo), blauwe reiger (Ardea cinerea), ooievaar (Ciconia ciconia), wilde eend (Anas platyrhynchos), krakeend (Anas strepera), kolgans (Anser albifrons), grauwe gans (Anser anser),

7 Bladnummer 3 Ons kenmerk: toendrarietgans 1 (Anser fabalis), knobbelzwaan (Cygnus olor), buizerd (Buteo buteo), bruine kiekendief (Circus aeruginosus), grauwe kiekendief (Circus pygargus), kievit (Vanellus vanellus), scholekster (Haematopus ostralegus), zilvermeeuw (Larus argentatus), stormmeeuw (Larus canus), kokmeeuw (Larus ridibundus 2 ), holenduif (Columba oenas), houtduif (Columba palumbus), zwarte kraai 3 (Corvus corone), kauw (Corvus monedula), ekster (Pica pica) en spreeuw (Sturnus vulgaris). Onder de algemene verbodsbepalingen van de Ffwet vermeldt artikel 9, dat het verboden is dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Volgens artikel 10 is het verboden deze dieren opzettelijk te verontrusten. In overeenstemming met artikel 68, eerste lid, onderdeel b hebben Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om in het belang van de veiligheid van het vliegverkeer een ontheffing te verlenen van het bepaalde in onder andere artikel 9, 10 en 11, mits er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de desbetreffende soorten. Artikel 72, vijfde lid van de Ffwet bepaalt dat het bij de uitoefening van het beheer en de schadebestrijding verboden is dieren te doden met andere dan in het Besluit beheer en schadebestrijding genoemde middelen (hierna Besluit). C. Beleidsuitgangspunten bij de beoordeling Nota Flora- & Fauna Flevoland In de Nota Flora & Fauna Flevoland 4 is het volgende als beleidsregel opgenomen betreffende veiligheid van het luchtverkeer: Voor zover geen vrijstelling is verleend, ontheffing wordt verleend voor het verontrusten van vogels die in zodanige aantallen op het vliegveld Lelystad voorkomen dat zij een gevaar voor het luchtverkeer vormen. De ontheffing kan worden verleend voor een periode van 5 jaar. Als er geen andere bevredigende oplossingen zijn om de veiligheid van het luchtverkeer te garanderen dan het doden van vogels, dan zal hiervoor een ontheffing worden verleend. Een faunabeheerplan wordt niet geëist. Ten aanzien van graafschade op de luchthaven veroorzaakt door konijnen en vossen zijn destijds geen specifieke beleidsregels opgesteld in het kader van de veiligheid van het vliegverkeer. Hierbij moet teruggevallen worden op hetgeen in de Nota Flora & Fauna Flevoland is opgenomen over konijnen en vossen op industrieterreinen: Voor industrieterreinen kunnen GS een ontheffing verlenen als de openbare veiligheid of volksgezondheid gevaar lopen of er aanzienlijke schade wordt veroorzaakt. D. Inhoudelijke beoordeling Veiligheid van het luchtverkeer Lelystad Airport heeft in voorbereiding van het Luchthaven Besluit alvast een concept faunabeheerplan op laten stellen. Hierin is het volgende opgenomen over de risico's van aanvaringen met vogels: ' In de Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten 2013 nog onder de naam "Rietgans". 2 Op basis van nieuwe taxonomische inzichten tegenwoordig bekend als Chroicocephalus ridibundus ' In de Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten 2013 nog onder de naam "Kraai". 4 ROV/ /A vastgesteld 4 februari 2003, geactualiseerd op 24 oktober 2006 (ROV/ /A)

8 Bladnummer 4 Ons kenmerk: Ondanks veel (inter)nationaal onderzoek en implementatie van maatregelen moet worden geconstateerd dat, vanwege de toename van het luchtverkeer met de huidige vliegtuigtypen met grote, laaghangende motoren en een per saldo in Nederland toenemend vogelaantal, de aanvaringsproblematiek nog steeds ernstig is en groter zal worden. Tegenwoordig worden de vogelaanvaringen dan ook beschouwd als behorend tot de top 5 risico's voor de vliegveiligheid op Lelystad Airport. De aanpak van dit risico wordt benaderd vanuit de verantwoordelijkheid van de Lelystad Airport voor de veiligheid van het nationale en internationale luchtverkeer. Deze verantwoordelijkheid is neergelegd in nationale wet- en regelgeving. In het kort kan onze verantwoordelijkheid aldus worden verwoord: "Lelystad Airport is verantwoordelijk voor de veiligheid van het luchtverkeer, met name waar zij faciliteiten start- en landingsbanen en rijbanen obstakelvrij ter beschikking stelt. In dit licht neemt zij als uitgangspunt het luchtvaartterrein (waar mogelijk) vrij te houden van vogels." Met het bovenstaande moet een schets van de vogelkenmerken van de luchthaven, haar omgeving en ligging in Nederland worden gemaakt. Lelystad Airport en omgeving bestaat uit veel water, voedselrijke graslanden, rijke akkerbouwgebieden, groot- en kleinschalig gemengde urbane beplantingen op kwalitatief rijke landbouwgronden. Dit levert het hele jaar een grote hoeveelheid verschillende vogels op. Grote soorten vormen daarbij, tezamen met "groepsvormende" soorten, de grootste bedreigingen. Geen andere bevredigende oplossing om vogels van de luchthaven te weren Een mogelijke andere bevredigende oplossing om vogels van de luchthaven te weren is het laten groeien van het gras. Over dit middel schrijft het concept faunabeheerplan van de luchthaven: Uit nationale en internationale onderzoeken blijkt dat langgrasbeheer vaak wordt toegepast, als zijnde het minst aantrekkelijk voor vogels. Lelystad Airport heeft echter langgrasbeheer opgeschort, wegens een verslechtering van de grasmat en de daarmee samenhangende verminderde draagkracht van de ondergrond. Bij calamiteiten kan hierdoor de toegankelijkheid van het landingsterrein in gevaar komen. Daarbij trekt het lange gras naast vogels, weer andere diersoorten aan die eveneens een gevaar vormen voor de vliegveiligheid. Hierdoor werd een stijging waargenomen in zowel aantallen vogels, als in het aantal incidenten. In het verslag dat de handhaver groene wetten in dienst van de OFGV heeft opgesteld na aanleiding van een bezoek op 3 februari 2015aan de luchthaven staat vermeld: Er is de afgelopen jaren een toename geconstateerd van de aantallen en soorten vogels die foerageren en verblijven op het terrein van de luchthaven. Om dit tegen te gaan worden, in samenwerking met Schiphol, proeven genomen met de toepassing van grassoorten met daarin verschillende soorten endofyten (schimmels) om de aantrekkelijkheid voor vogels te verminderen. Daarnaast wordt in de aanvraag vermeld dat de luchthaven naast een seinafweerpistool wil gaan experimenteren met het gebruik van een "handheld laser". Voorkomen van schade door konijnen en vossen Een ontheffing wordt aangevraagd voor afschot van konijnen en vossen om knaagschade aan bekabeling en graafschade aan start- en landingsbanen te voorkomen. In de aanvraag wordt aangegeven dat omrasteren van de start- en landingsbanen niet is toegestaan vanwege

9 Bladnummer 5 Ons kenmerk: internationale en nationale wetgeving betreffende het vliegverkeer. Dit wordt verder niet nader toegelicht. Het plaatsen van hekwerk bovengronds is in verband met de vliegveiligheid ongewenst. Onduidelijk blijft echter waarom geen raster zou kunnen worden ingegraven om ondermijning van start- en landingsbanen en landingslichten te voorkomen. Onduidelijk is of bekabeling niet beschermd kan worden tegen knaagschade. Verder is onduidelijk of en welke preventieve maatregelen zijn genomen teneinde schade door konijnen en vossen te voorkomen. In de aanvraag wordt aangegeven dat grote groepen vogels door de vos verstoord zouden kunnen worden en opeens zouden kunnen opvliegen met mogelijke gevolgen voor het vliegverkeer. De vos is echter hoofdzakelijk in de schemering en in de nacht actief en het vliegverkeer vindt alleen overdag plaats. Ten aanzien van konijnen wordt tevens aangegeven dat de aantallen recent erg zijn afgenomen als gevolg van ziekte. Aangezien de afschot van zowel vos als konijn op grond van de landelijke vrijstelling in praktijk reeds mogelijk is en de noodzaak voor aanvullend gebruik van kunstlicht onvoldoende wordt aangetoond, wordt de ontheffing voor gebruik van kunstlicht vooralsnog geweigerd. Staat van instandhouding van de verschillende vogelsoorten Verjaging zal primair gericht zijn tegen de volgende soorten: aalscholver, blauwe reiger, ooievaar, wilde eend, krakeend, kolgans, grauwe gans, toendrarietgans, knobbelzwaan, buizerd, bruine kiekendief, grauwe kiekendief, kievit, scholekster, zilvermeeuw, stormmeeuw, kokmeeuw, holenduif, houtduif, zwarte kraai, kauw, ekster en spreeuw. Het betreft grotere vogels en vogels die in zwermen op kunnen treden. De genoemde roofvogels zijn niet alleen direct een bedreiging voor het vliegverkeer, maar kunnen ook schrikreacties bij andere vogels uitlokken, die dan vervolgens weer een gevaar zijn vanwege hun vluchtgedrag. Hoewel sommige soorten die hierboven zijn genoemd op de Rode Lijst staan (zoals bijvoorbeeld de grauwe kiekendief) kan gesteld worden dat de staat van instandhouding van deze soorten juist gebaat is bij verjaging, omdat de individuele vogels daarmee een dodelijke aanvaring wordt bespaard. Uiteraard is het onvermijdelijk dat bij verjagingsacties van genoemde soorten ook andere vogels dan de genoemde vogels worden verontrust of verjaagd, die vanwege hun grootte en individuele voorkomen niet direct een risico opleveren voor het vliegveiligheid. Hoewel de ontheffing specifiek wordt afgegeven voor de genoemde soorten wordt deze afwijking van artikel 10 van de Ffwet ten aanzien van de overige vogels impliciet meegenomen in deze ontheffing. Gezien het aanwezige biotoop op de luchthaven in relatie tot de rest van Flevoland heeft een eventuele verontrusting van overige vogels geen effect op de staat van instandhouding van deze vogels. Afschot van vogels De aanvraag betreft tevens het verzoek om indien nodig wilde eenden, krakeenden, grauwe ganzen en holenduiven te doden, wanneer gerichte verjagingsacties onvoldoende resultaat opleveren. Bij wilde eenden en krakeenden speelt dit met name in het voorjaar tijdens de baltsperiode. Grauwe ganzen kruisen vanuit de omgeving regelmatig op zeer lage hoogte de start- en landingsbaan, terwijl holenduiven vaak vaste trekroutes hebben over delen van de landingsbaan naar nabijgelegen landbouwgronden. Al deze vogelsoorten hebben een gunstige staat van instandhouding. De wilde eend kende in Nederland in de periode een stand van broedparen en stond daarmee destijds in de top 10 van de Nederlandse broedvogels. Sindsdien is de trend matig negatief, maar is de stand nog steeds gunstig te noemen. Krakeend en grauwe gans nemen als broedvogel in Nederland exponentieel toe sinds 1990 (verdubbeling van de stand in 15 jaar) een groei die nog steeds niet gestopt is. De holenduif kent een stabiele stand van ongeveer broedparen. Afschot van een beperkt aantal vogels zal geen effect hebben op de gunstige staat van instandhouding.

10 Bladnummer 6 Ons kenmerk: Plaats van inzet De gronden behorende bij Lelystad Airport (binnen het hekwerk). Middelen De ontheffing wordt aangevraagd voor het gebruik van seinpistolen. Een seinpistool is een vogelafweerpistool dat genoemd wordt in het Handboek Faunaschade als een ter zake aanvaard afweermiddel. Tevens wil de luchthaven experimenteren met het gebruik van een handheld laser. De aanvraag betreft het verjagen van vogels met ondersteunend afschot met het geweer van zonsopkomst tot zonsondergang. Uitvoerders De havenmeester en door hem hiertoe gemandateerde medewerkers van Lelystad Airport voor wat betreft gebruik van het seinpistool en laser. Afschot met het geweer vindt plaats door jachtaktehouders gemandateerd door de luchthaven. Periode De ontheffing wordt aangevraagd van 1 maart 2015 tot 1 april E. Advies Faunafonds pm F. Besluit tot gedeeltelijk verlenen van de ontheffing GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND HEBBEN BESLOTEN Op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet, En gelet op de artikelen 9 en 10 van de Flora- en faunawet, Daarbij overwegende dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat ter beperking van de onveiligheid van het vliegverkeer ten gevolge van vogels, En dat door inzet van verontrusting van vogels en doden van een aantal vogelsoorten op de gronden van Airport Lelystad geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van deze vogelsoorten in Nederland, Het Faunafonds gehoord hebbende, AAN Lelystad Airport te Lelystad: De gevraagde ontheffing te weigeren voor het gebruik van kunstlicht ten behoeve van de bestrijding van konijnen en vossen, De gevraagde ONTHEFFING TE VERLENEN: 1) voor het verontrusten van grote groepen vogels en individuele zwaardere vogels in het belang van de veiligheid van het vliegverkeer,

11 Bladnummer 7 Ons kenmerk: ) het doden van wilde eend, krakeend, grauwe gans en holenduif met het geweer ter ondersteuning van verjagingsacties. En deze ontheffing van kracht te verklaren van de datum na verzending tot en met 31 maart Aan deze ontheffing worden de volgende voorwaarden verbonden: Algemene voorwaarden 1. Van deze ontheffing mag alleen gebruik worden gemaakt binnen het luchthaventerrein. 2. Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door o.a. de politie of daartoe door de provincie aangewezen ambtenaren. Gebruiker van de ontheffing moet ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing strekt, aan genoemde toezichthouders op eerste aanvrage onmiddellijk (een kopie van) de ontheffing en een legitimatiebewijs tonen. Ontheffing voor het verontrusten van vogels 3. Het gebruik van het seinpistool is voorbehouden aan de havenmeester en diens gemachtigden. 4. Verontrusting van vogels is toegestaan met behulp van een seinpistool en/of een 'handheld laser'. 5. Het verontrusten van vogels is primair gericht tegen de soorten aalscholver, blauwe reiger, ooievaar, wilde eend, krakeend, kolgans, grauwe gans, toendrarietgans, knobbelzwaan, buizerd, bruine kiekendief, grauwe kiekendief, kievit, scholekster, zilvermeeuw, stormmeeuw, kokmeeuw, holenduif, houtduif, zwarte kraai, kauw, ekster en spreeuw. 6. Verontrusting van overige vogelsoorten is toegestaan, mits de actie primair gericht is tegen de hierboven genoemde soorten. Ontheffing voor het doden van vogels 7. Vierentwintig uur voordat er tot verjaging met begeleidend afschot wordt overgaan, dient dit gemeld te worden via het adres faunamelding@ofgv.nl onder vermelding van naam en telefoonnummer contactpersoon Lelystad Airport en jachtaktehouder, tijdstip(pen), uitgevoerde preventieve maatregelen en aard van voorgenomen handelingen. Voor vervolgacties dient opnieuw een melding gedaan te worden. 8. Het gebruik van het geweer op het luchthaventerrein is voorbehouden aan jachtaktehouders die gemandateerd zijn door de luchthaven. Per actie mag maximaal 1 jachtaktehouder worden ingezet. In geval van een ernstige bedreiging van de vliegveiligheid mag men zich laten ondersteunen door de faunabeheerders in dienst van de Stichting Faunabeheer Flevoland. 9. De havenmeester is verantwoordelijk voor het toezicht op de jachtaktehouder. De havenmeester instrueert de jachtaktehouder over de verplichtingen en beperkingen van deze ontheffing. De jachtaktehouder mag het luchthaventerrein pas verlaten nadat de havenmeester zich vergewist heeft van de soort en aantal geschoten dieren. 10. De jachtaktehouder ontvangt van de havenmeester voor de duur van de ondersteuning een gewaarmerkte kopie van deze ontheffing.

12 Bladnummer 8 Ons kenmerk: Wanneer verjagingsacties niet resulteren in het doorbreken van trekpatronen over de luchthaven is het toegestaan ter ondersteuning van de verjagingsacties om wilde eenden, krakeenden, grauwe ganzen en holenduiven te doden met het geweer. Per dag mag maximaal 1 vogel worden geschoten. Eventueel aanwezige ringen of halsbanden op vogels worden opgestuurd naar het vogeltrekstation Arnhem onder vermelding van plaats en datum afschot. 12. Afschot is toegestaan vanaf zonsopgang tot zonsondergang. 13. Afschot van wilde eenden en krakeenden is alleen toegestaan in de maanden maart en april. 14. Er kan slechts tot afschot worden overgegaan nadat preventief tenminste een akoestisch middel (bv knalapparaat of seinpistool) en een visueel middel (bv. schriklint, flash harry, vlaggen of linten) is ingezet. De preventieve maatregelen dienen doelmatig te worden ingezet en zichtbaar aanwezig te zijn. 15. Voor 1 maart 2016 dient een onderzoek plaats te vinden naar het ongeschikt maken van het luchthaventerrein voor vogels. Dit onderzoek wordt gedeeld met de provincie en OFGV en gezamenlijk besproken. Adviezen die hieruit naar voren komen worden in overleg met de provincie uitgevoerd. 16. De houder van de ontheffing brengt maandelijks verslag uit aan de provincie Flevoland over de wijze waarop van de ontheffing gebruik is gemaakt. Het verslag bevat in ieder geval een registratie van de plaats, de tijd en het effect van het gebruik van de ontheffing. Tevens wordt het aantal gedode vogels en de soort per actie vermeld. Overige bepalingen 17. Deze ontheffing kan op grond van de criteria genoemd in artikel 80 van de Flora- en Faunawet worden gewijzigd en/of ingetrokken. G. Kennisgeving en afschriften Een mededeling van dit besluit zal zo spoedig mogelijk geplaatst worden in huis-aan-huis blad Flevopost editie Lelystad. Eveneens wordt een mededeling gepubliceerd in de Staatscourant. Een afschrift van dit besluit wordt door ons verzonden aan: Rijkdienst voor Ondernemend Nederland Het bestuur van het Faunafonds Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad Stichting De Faunabescherming Dierenbescherming Nederland Het hoofd van team Water, Bodem en Natuur van de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek Politie Midden-Nederland nvwa H. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

13 Bladnummer 9 Ons kenmerk: Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad. I. Ondertekening Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris de voorzitt mr. drs T. van der Wal A. Gijsberts

14 Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo' n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons - voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift - een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo'n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.

15 Lelystad Airport Schiphol Gedeputeerde Staten van Flevoland T.a.v. dhr. A. Hellingwerf Postbus AB Lelystad Telefoonnummer Briefnummer OD/DH/2015FF Uw schrijven d.d. Lelystad d.d. 13 februari 2015 Betreft: Verlenging ontheffing verjaging van vogels m.b.t. vliegveiligheid Geachte Gedeputeerde Staten, Hierbij verzoeken wij u de ontheffing van 15 april 2009 met kenmerk en verlengt middels uw brief van 3 maart 2014 met betrekking tot verlenging tot 01 maart 2015 opnieuw te verlengen en wel tot 01 april Deze datum is vooralsnog de datum waarop het Luchthaven Besluit zal worden uitgevoerd en er met groot commercieel verkeer gevlogen zal worden. Gelet op het voornemen van de Staatsecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om voor Luchthaven Lelystad omstreeks 1 april 2015 een Luchthaven Besluit te slaan zal per die datum voortvarend gewerkt worden aan het realiseren van de uitbreiding van de luchthaven. Echter totdat deze realisatie volledig uitgevoerd en geïmplementeerd zal zijn omstreeks genoemde datum van april 2018 zal er nog geen groot commercieel verkeer vliegen en derhalve, met uitzondering van zogenaamd MRO/BA verkeer, het huidige verkeer blijven vliegen. Deze vorm van luchtverkeer is met de huidige middelen, met een geringe aanpassing, die voor vogelverjaging in aanmerking komen vooralsnog voldoende om een veilige vluchtuitvoering mogelijk te maken. Zodra ook het Luchthavenbesluit is genomen zal het Ministerie van Infrastructuur en Milieu bovendien een Luchthavenindelingsbesluit maken waarin met name aangaande de omgeving meer aandacht moet worden besteed aan vogelverjaging en willen we dan ook inhaken op het Flora en Fauna beleidsplan zoals dat door de Provincie is vastgesteld. Uitgangspunt is nog immer dat Lelystad Airport verantwoordelijk is voor de veiligheid van het luchtverkeer, met name waar zij start- en landingsbaan en rijbanen obstakelvrij ter beschikking dient te stellen. In dat kader nemen wij als uitgangspunt het luchtvaartterrein, (waar mogelijk) vrij te houden van vogels. Het gaat hierbij met name om zwermvogels, zoals oa. meeuwen, spreeuwen, kieviten, ganzen en zwaardere solitaire vogels waaronder reigers en ooievaars. De laatste tijd zien we eveneens een toename van de wilde eend en de holenduif welke eveneens een potentieel gevaar kunnen vormen voor het veilig uitvoeren van het vliegverkeer en welke we derhalve willen verjagen. Als Lelystad Airport zijn we dagelijks veelvuldig bezig vogels en andere fauna te verjagen door minimaal 4 maal daags, reguliere vogelrondes te rijden en daarnaast, bij het zien van grotere aantallen vogels, dan wel op verzoek van de vlieger of bij binnenkomst van grotere en snellere turbinetoestellen. De frequentie van dergelijke toestellen (zowel voor onderhoud en als Business Aviation) neemt steeds meer toe en moeten we hiervoor extra inspanningen verrichten waarvoor we, conform de Lelystad Airport Postbus AE Lelystad Telefoon (0320) Fax (0320) NV Luchthaven Lelystad K.v.K. Lelystad nr ING Bank IBAN: NL21INGB www lelystad-airport.nl infoqlelystad-airportnl

16 Lelystad Airport Schiphol Group Bladnummer Datum 13 februari huidige ontheffing, geen andere middelen kunnen inzetten om de veiligheid van het luchtverkeer te kunnen garanderen. Naast het verjagen met behulp van vogelafweerpistolen verzoeken wij derhalve om gedurende het jaar ondersteunend afschot mogelijk te maken voor de diersoorten zoals genoemd in de bijlage, welke zal worden uitgevoerd door een erkend faunabeheerder die onder contract staat van de luchthaven Lelystad. Daarnaast wil Lelystad Airport op experimentele basis vogels verjagen met een zogenaamde handheld laser om te toetsen of dit eveneens een goede manier van vogelverjaging zou kunnen zijn. Ter bestrijding van graafschade rond infrastructurele werken, als bijvoorbeeld start- en landingsbanen alsmede taxibanen verzoeken wij het mogelijk te maken om middels kunstlicht konijnen en vos te kunnen bestrijden. Een goede manier zou zijn om dergelijke schades te beperken middels adequate afzettingen. Internationale en nationale wetgeving staat echter dergelijke afzettingen rond noodzakelijke armaturen niet toe in verband met de veiligheid van het luchtverkeer. Genoemde voge^verjaagmethoden zullen uitsluitend worden ingezet op eigen gronden van Lelystad Airport en niet daarbuiten. f 1 In afwachting van uw antwoord t 7 4 enmeester Tel.: hoekstra@lelystad-airjkirt.nl Bijlage: Diersoorten Lelystad Airport Postbus AE Lelystad Telefoon (0320) Fax (0320) NV Luchthaven Lelystad K v K. Lelystad nr ING Bank nr

17 Bijlage diersoorten. Wilde eend (Anas platyrhynchos) Er is veel overlast van wilde eenden die foerageren op de agrarische velden op en in de nabijheid van de luchthaven. In de herfst worden de watergangen rondom het landingsterrein veelal gebruikt als dagverblijf door zowel de wilde eend als de krakeend. In de herfstperiode komt het voor dat, als gevolg van piasvorming na hevige regenval, grote groepen wilde eenden in de nachtelijk uren neerstrijken in deze plassen om te foerageren. Wilde eenden worden het gehele jaar geweerd uit de watergangen in en rondom het landingsterrein. Plas- en drasvorming worden zoveel mogelijk voorkomen omdat dit 's nacht een grote aantrekkingskracht heeft op de eenden. In de maanden juli/augustus/september is het van belang om alle eenden vooral 's nachts en voor de dage raad constant uit de watergangen te verjagen, omdat de kans anders zeer groot is dat zij de gehele dag deze locatie als rustplaats zullen gebruiken. In de maanden maart/april is Bird Control extra alert op de woerden in de watergangen omdat het paringsgedrag van deze soort zich voortzet in de lucht. Omdat de eenden daarbij minder oog hebben voor naderend gevaar, zijn zij een verhoogd risico voor de vliegveiligheid. Wanneer wilde eenden een risico blijven vormen en na verjaagacties hardnekkig blijven terugkeren dan wel cirkelen rondom de verjaaglocatie, zal de faunabeheer als laatste mogelijkheid overgaan op afschot. Daarbij kunnen wilde eenden ook worden weggenomen door gepland beheer door de jachtcombinatie gedurende het jachtseizoen. Krakeend (Anas strepera) In de afgelopen periode is de krakeend sterk in aantal toegenomen rondom de luchthaven. Het is een rustige eenden soort die lijkt op de wilde eend. De krakeend foerageert echter niet of nauwelijks op de omliggende agrarische exploitatie. Krakeenden worden het gehele jaar geweerd uit de watergangen in en rondom het landingsterrein. Plas- en drasvorming worden zoveel mogelijk voorkomen omdat dit 's nacht een grote aantrekkingskracht heeft op de eenden. In de maanden juli/augustus/september is het van belang om alle eenden vooral 's nachts en voor de dage raad constant uit de watergangen te verjagen omdat de kans anders zeer groot is dat zij de gehele dag deze locatie als rustplaats zullen gebruiken. In de maanden maart/april is Bird Control extra alert op de woerden in de watergangen omdat het paringsgedrag van ook deze soort zich voortzet in de lucht. Omdat de eenden daarbij minder oog hebben voor naderend gevaar, zijn zij een verhoogd risico voor de vliegveiligheid. Wanneer krakeenden een risico blijven vormen en na verjaagacties hardnekkig blijven terugkeren dan wel cirkelen rondom de verjaaglocatie, zal de faunabeheerder als laatste mogelijkheid overgaan op afschot. Holenduif {Columba oenas) Holenduiven vormen een risico voor de vliegveiligheid omdat zij laag komen overvliegen om te foerageren op de agrarische exploitatie op en rondom de luchthaven Lelystad Airport. In het late voorjaar foerageren holenduiven ook op plaatsen waar vogelmuur of klaver overvloedig tussen het gras voorkomt. Vooral in het noordelijk en noodwestelijke deel van de landingbaan passeren grote

18 hoeveelheden holenduiven omdat zij afkomen op de aanwezige aantrekkelijke graanpercelen. Deze vaste trekpatronen naar omringende agrarische percelen leveren veel risico op voor het luchtverkeer. Bird Controle verjaagt holenduiven op continue basis met alle voorhanden zijnde middelen. De meest risicovolle vliegpatronen dienen doorbroken te worden met als laatste mogelijkheid afschot. Grauwe gans (Anser anser) Binnen de grenzen van het landingsterrein komen ganzen (nog) niet, of in zeer klein aantal en voor zeer korte tijd, voor. Grauwe ganzen komen in toenemende mate voor in de nabije omgeving van Lelystad Airport. De populatie van de grauwe gans is het afgelopen decennium enorm toegenomen. De ganzen die zich in de nabije omgeving van de luchthaven bevinden, vormen door hun grootte en de groepsvorming een zeer groot risico voor de vliegveiligheid omdat zij op geringe hoogte zeer vaak de start- en landingsbanen kruisen. We gaan er vanuit dat vanuit regelgeving op niet al te lange termijn afschot mogelijk gemaakt dient te worden. Konijn (Oryctolagus cuniculus) Op het landingsterrein en op de gebieden rondom de gebouwen komen konijnen voor. Konijnen richten langs de start- en landingsbanen en bij de naderingsverlichting knaagschade aan de bekabeling aan en veroorzaken door het graven van holen verzakkingen van infrastructuur zoals taxibanen, start/landingsbaan en verlichting. Hierdoor ontstaat er direct gevaar voor de veiligheid van het luchtverkeer en indirect aan de openbare veiligheid Deze infrastructuren zijn niet te omrasteren i.v.m. de vliegveiligheid. Konijnen worden door de aanwezigheid van de bird controllers in het ladingsterrein zoveel mogelijk weggehouden bij de start- en landingsbanen. Konijnen kunnen in zeer korte tijd explosief in aantal toenemen. De stand van konijnen kan jaarlijks enorm wisselen door de virus ziektes myxomatose, VHS en VHD. Daarom is beheer van konijnen op en rondom Lelystad Airport niet te plannen. Indien door de faunabeheerder significante toename wordt geconstateerd, gaat hij over op het 'niet te plannen beheer' zowel binnen als buiten het landingsterrein. Tijdens de openingstijden van de luchthaven is het niet mogelijk om in de directe nabijheid van de start- en landingsbanen, i.v.m. de vliegveiligheid, het beheer bij daglicht uit te voeren. Verder zijn konijnen vooral schermer- en nachtactief en daardoor de effectiviteit van de maatregel afschot overdag weinig effectief is en effectiviteit van de maatregel afschot 's nachts sterk toeneemt. Het is wel hierom noodzakelijk om m.b.v. kunstlicht de stand van het konijn op gewenst peil te houden. Daarbij kunnen konijnen ook worden weggenomen door gepland beheer door de jachtcombinatie gedurende het jachtseizoen. Vos (Vulpes vulpes) Vossen veroorzaken door het graven van holen verzakkingen van infrastructuur zoals taxibanen, start/landingsbaan en verlichting. Hierdoor ontstaat er direct gevaar voor de veiligheid van het luchtverkeer en indirect aan de openbare veiligheid. Deze infrastructuren zijn niet te omrasteren i.v.m. de vliegveiligheid. Daarnaast kan een aanwezige (jagende) vos zorgen voor veldverstoring, waardoor grote groepen zwermvogels ineens het luchtruim kiezen. Hierdoor kan de vliegveiligheid ernstig in gevaar worden gebracht. Tijdens de openingstijden van de luchthaven is het niet mogelijk om in de directe nabijheid van de start- en landingsbanen, i.v.m. de vliegveiligheid, het beheer bij daglicht uit te voeren. Verder zijn vossen vooral nachtactief en daardoor de effectiviteit van de

19 maatregel afschot overdag weinig effectief is en effectiviteit van de maatregel afschot 's nachts sterk toeneemt. Het is wel hierom noodzakelijk om m.b.v. kunstlicht de vossen op het terrein van Lelystad Airport te bestrijden. Exoten en verwilderde dieren Exoten en verwilderde dieren zijn geen beschermde soorten op grond van de flora- en faunawet. De verboden uit de Flora- en fauna wet gelden dan ook niet voor deze soorten. De middelen waarmee dieren mogen worden gevangen of gedood zijn echter wel gereguleerd ten behoeve van beheer en schadebestrijding. Daarom is een aanwijzing op grond van artikel 67 lb door Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland op termijn noodzakelijk om deze dieren te mogen doden met een geweer. Voor haar eigendommen acht Lelystad Airport het noodzakelijk om, zoals aangegeven, op termijn een aanwijzing te krijgen voor de volgende vogelsoorten: Nijlgans (Alapochen aegyptiaca) Verwilderde gedomesticeerde gans en hybriden Vos, konijn, houtduif, zwarte kraai, kauw en Canadese gans De volgende diersoorten; vos, konijn, houtduif, zwarte kraai, kauw en Canadese gans, zullen op grond van de landelijke vrijstelling flora- en faunawet artikel 65 worden verjaagd en/of gedood indien de veiligheid van het luchtverkeer in het geding is of dreigt te geraken.

20 LELYSTAD 'i? post Lelystad Airport membei of Schiphol Group POSTBUS 2201 j 8203 Al? 00122ct # RN Nederland