Jaarverslag april 2011

Transcriptie

1 Jaarverslag april 2011

2 Wedeo Postbus AE Doetinchem Terborgseweg BC Doetinchem Telefoon: Fax: Internet: 2 Jaarverslag Wedeo 2010

3 Inhoud 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur... 4 Doelstelling van de sociale werkvoorziening... 4 Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau... 5 Ontwikkelingen ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling... 6 Beleidsvisie van het bestuur... 7 Realisatie doelmatigheid en rechtmatigheid... 7 Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening Kerngegevens Programmaverantwoording... 9 Algemeen... 9 Integriteit Organisatie...13 Processen...13 Organisatiestructuur...13 Commissies...14 Organogram per 31 december Verplichte paragrafen...16 Weerstandsvermogen...16 Onderhoud kapitaalgoederen...17 Financiering/ Treasury paragraaf...18 Verbonden partijen Financiën...22 Resultatenanalyse...22 Jaarrekening Overige gegevens...43 Controleverklaring...43 Normenkader en controletoleranties...45 Samenstelling bestuur per 31 december Samenstelling commissies per 31 december Samenstelling Ondernemingsraad per 31 december Sisa bijlage Jaarverslag Wedeo

4 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur Doelstelling van de sociale werkvoorziening Opdracht/missie De centrale opdracht/missie van Wedeo is: het opleiden en het begeleiden van personen, die door een arbeidshandicap of ten gevolge van een andere problematiek een forse achterstand tot de arbeidsmarkt hebben, naar loonvormende arbeidsplaatsen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat iedere medewerker op de hoogst mogelijke plek van de werkladder komt. Daarnaast wordt ernaar gestreefd deze arbeidsplek in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving te realiseren. De werkladder is een door brancheorganisatie Cedris geformuleerd begrip waarmee een indeling naar afstand tot de arbeidsmarkt wordt weergegeven. Werkladder Cedris: 7. Reguliere baan 6. Reguliere baan met subsidie en/of Begeleid Werken 5. Externe individuele detachering 4. Externe groepsdetachering 3. Intern geplaatst (beschutte werkplek) 2. Test, training/arbeidsinpassing 1. Zorg, welzijn en maatschappelijke participatie Doelgroep Tot de doelgroep rekent Wedeo alle personen met een fysieke, psychische, verstandelijke of meervoudige arbeidshandicap, langdurig werklozen, personen met een ontoereikende opleiding of met een belemmerende culturele of sociale achtergrond die, tijdelijk of blijvend, problemen ondervinden bij het zelfstandig vinden van loonvormende arbeid. De doelgroep is dus beduidend breder dan alleen de Wsw-geïndiceerden, en omvat ook aangrenzende groepen die voor het vinden van duurzame arbeidsplekken ondersteuning nodig hebben voor het ontwikkelen van hun arbeidspotentieel. Doelstellingen Onderstaand zijn in algemene bewoordingen de vier hoofddoelstellingen geformuleerd aan de hand waarvan de realisatie van de centrale doelstelling van Wedeo voor wat betreft de uitvoering van de Wsw moet worden beoordeeld. De feitelijke targets hiervan, en van de mogelijke afgeleide prestatienormen worden jaarlijks met de principale opdrachtgevers, de deelnemende gemeenten, afgestemd. 1. Wachtlijstbeheer Doelstelling is om door het voeren van een actief wachtlijstbeheer zowel het aantal personen op de wachtlijst als de gemiddelde duur van de wachttijd te beperken. Uitgangspunt hierbij is het door de individuele gemeenten geformuleerde beleid, zoals vastgelegd in de Verordening Wachtlijstbeheer. Hierin is een prioriteitenstelling ten aanzien van bijzondere doelgroepen opgenomen. 2. Plaatsingsdoelstelling Het bieden van tijdelijke en blijvende arbeidsplaatsen, zoveel als mogelijk in een reguliere werkomgeving, is erop gericht het streven naar de hoogst mogelijke plaatsing op de werkladder te ondersteunen. Dit maakt het mogelijk dat medewerkers hun arbeidsbekwaamheid verder kunnen ontwikkelen (of behouden) en zelfstandig een inkomen kunnen verwerven. Dit houdt tevens in dat er rekening wordt gehouden met het feit dat er ook een groep blijvend op beschut werk is aangewezen. Ook voor hen dient passend werk te worden geboden, rekening houdend met de mogelijkheden van betrokkenen. 4 Jaarverslag Wedeo 2010

5 De concrete doelstelling voor het aantal te realiseren plaatsingen wordt vastgelegd in de (werk)begroting. In principe is deze doelstelling gelijk aan de som van de individueel met de deelnemende gemeenten afgesproken taakstelling. 3. Arbeidsontwikkeldoelstelling Het ontwikkelen van de individuele personen overeenkomstig de in het persoonlijk ontwikkelingsplan vastgelegde doelstelling binnen het in dat plan vastgelegde tijdspad. 4. Financiële doelstelling Het streven is om te komen tot een financieel neutraal resultaat. Dit betekent dat het saldo van baten en lasten minimaal op nul uitkomt. Hierbij is nadrukkelijk uitgegaan van een volledige uitvoering van de Wsw en het daarvoor ontvangen van de volledige hiervoor aan de gemeenten ter beschikking staande rijkssubsidie. Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau Wedeo is een gemeenschappelijke regeling (GR) voor de gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek. Daarnaast verzorgt Wedeo, in het belang van de Wswmedewerkers uit dit voormalige Wedeo-gebied, de uitvoering van de Wsw voor een deel van de gemeente Bronckhorst, meer specifiek de voormalige gemeenten Hummelo & Keppel en Zelhem (HKZ-gebied). Dit is contractueel vastgelegd tussen de gemeente Bronckhorst, Delta en Wedeo middels een aanwijzingsbesluit. In de verdere presentatie in dit jaarverslag, inclusief de weergave in de jaarrekening, zijn de gecombineerde (personele) gegevens weergegeven. Onderstaand overzicht geeft aan welk deel van het totaal van de Wswmedewerkers afkomstig is uit het HKZ-gebied alsmede uit andere gemeenten. gemiddelde bezetting bezetting ultimo 2010 wachtlijst in fte in SE in fte in SE personen Afkomstig uit Wedeo werkgebied 701,4 729,7 697,7 726,0 197 Afkomstig uit Delta werkgebied ( HKZ gebied) 58,7 60,3 56,8 58,5 31 Afkomstig uit overige gemeenten 17,7 17,7 18,7 18,7 0 Totaal 777,8 807,7 773,2 803,2 228 De gemeente Montferland, waarin de voormalige gemeenten Bergh (werkgebied Wedeo) en Didam (was werkgebied Presikhaaf) zijn opgegaan, heeft gekozen voor participatie in de GR Wedeo. Sinds 1 januari 2005 melden nieuwe, voor de Wsw geïndiceerde inwoners uit Didam zich voor plaatsing aan bij Wedeo. Inwoners uit Didam met een dienstverband dat dateert van voor 1 januari 2005 blijven in principe bij Presikhaaf. Een uitzondering hierop betreft de Wsw-medewerkers werkzaam in het Groen in Didam. Zij werken bij Wedeo. In 2010 bestaat het Algemeen Bestuur uit 9 leden; hieruit is een Dagelijks Bestuur van 3 leden gekozen. De samenstelling van het bestuur is,volgend uit gemeenteraadsverkiezingen, gewijzigd in De namen staan in paragraaf 7.3. Samenstelling Bestuur. Het Algemeen Bestuur (AB) heeft twee keer vergaderd. Naast de meer regulier onderwerpen zoals de begroting, de jaarrekening, de boardletter en beleidsverantwoordingen is in het AB specifiek aandacht geweest voor de focus op het naar buiten plaatsen van de organisatie en op de wijze waarop Wedeo daar mee om gaat: Wedeo beter voorbereid op de toekomst. Ook is aan de orde geweest hoe Wedeo denkt om te gaan met de aangekondigde invoering van de Wet Werken naar Vermogen. Daarnaast is de accountant uitgenodigd voor de bestuursvergadering. Hij heeft rechtstreeks verslag gedaan van zijn bevindingen, en het gehele bestuur geïnformeerd over begroting en Jaarverslag Wedeo

6 jaarverslag. Ook heeft onze Controller het bestuur een benchmark laten zien, waarin Wedeo langs de meetlat van de SW als geheel gelegd wordt. Het Dagelijks Bestuur is in 2010 zes maal bijeengekomen. In de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn, naast bovengenoemde onderwerpen, diverse zaken rond de bedrijfsvoering aan de orde geweest. Er is nadrukkelijk gekeken naar de financiële situatie in het licht van de bezuinigingen ( het antwoord op de niet gestelde vraag ) maar ook de samenwerking met derden, de collegiale uitruil en Dariuz zijn aan de orde geweest. De sluiting van de kwekerij en het strategisch plan voor groen stonden eveneens op de agenda. Daarnaast is het dagelijks bestuur onder meer geïnformeerd over organisatie in ontwikkeling, het ontwikkelingsprogramma dat Wedeo doorloopt om van onder af de organisatie te versterken. De directie wordt in het verslagjaar gevormd door mevrouw drs E.M. Bosch (algemeen directeur) en de heer A.J.H. Arntz (directeur Middelen). Naast dit verslag verschijnt ook dit jaar weer een Sociaal Jaarverslag, waarmee wij ook graag informatie over het sociale reilen en zeilen van onze organisatie in het verslagjaar toelichten. Governance Statuut Ook in 2010 is verder gewerkt volgens de principes van Good Governance in het algemeen en de afspraken zoals zoals vastgelegd in het Governance Statuut in het bijzonder. In de bestuursvergaderingen, maar ook middels een extra informatieronde per kwartaal, is gerapporteerd over de bedrijfsvoering, om transparantie te bevorderen en het bestuur zicht te geven op de voortgang van de gemaakte prestatieafspraken. In het verslagjaar is gezien de niet verminderde financiële druk elk kwartaal een extra toelichting geschreven voor de bestuursleden, met betrekking tot de risico s die de economische crisis meebracht voor Wedeo. Daarbij werd primair ingezoomd op de financiële risico s maar kwamen ook de andere aan de crisis gerelateerde zaken aan de orde, als het zorgen voor voldoende werk en de mogelijkheden medewerkers uit te plaatsen in detacheringen. Om hen ook op de hoogte te houden van algemene ontwikkelingen in de branche ontvangen de leden van het AB steeds een knipselkrant en worden middels een abonnement op de nieuwsbrief van koepelorganisatie Cedris en het maandblad SW Journaal op de hoogte gehouden. Ook hebben in 2010 diverse bedrijfsbezoeken plaatsgehad van de raadsleden van de drie gemeenten aan Wedeo, en van ambtelijk medewerkers van diverse diensten. Ontwikkelingen ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling In verband met de modernisering van de Wet sociale werkvoorziening per 1 januari 2008 is de gemeenschappelijke regeling aangepast. Daarnaast is er een Governance statuut vastgesteld door het Dagelijks Bestuur en mede ondertekend door de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. In dit Governance Statuut is vastgelegd hoe Wedeo - binnen de kaders van haar taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden - transparant opereert en aan het bestuur, maar ook aan andere stakeholders, waaronder de beleidsmedewerkers van de deelnemende gemeenten, tijdig, volledige en juiste informatie verstrekt. De herziene gemeenschappelijke regeling is op 25 november 2009 door het Algemeen Bestuur vastgesteld en vervolgens ter besluitvorming voorgelegd aan de deelnemende gemeenten. Deze is in 2010 formeel in werking getreden, alsmede de drie (financiële) verordeningen: Financiële verordening Wedeo; Controleverordening Wedeo; Verordening gemeentelijke bijdragen Wedeo. 6 Jaarverslag Wedeo 2010

7 Beleidsvisie van het bestuur In de verslagperiode zijn de uitgangspunten van beleid, als hierboven beschreven, herijkt. Uitgangspunt daarbij vormt het beleidsplan voor de periode : Wedeo, vernieuwend, ondernemend. Een commissie onder leiding van oud-minister Bert de Vries heeft in het najaar 2008 haar visie op de toekomst van de Wsw uiteengezet in haar rapport Werken naar vermogen. Kern van deze visie is dat er voor álle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gewerkt moet worden. Het bestuur en de directie gaan ervan uit dat deze visie, op kortere of langere termijn, realiteit zal worden, en hebben zich gemeenschappelijk beraden over de consequenties hiervan. Geconcludeerd werd dat daarvoor de bestaande oriëntatie van Wedeo weliswaar past in deze visie maar dat deze zich nog verder moet focussen: meer extern gericht en meer ondernemend. Het in het najaar 2009 gestarte verbetertraject Organisatie in ontwikkeling is in 2010 verder uitgerold. Met veel enthousiasme is de gehele begeleidende organisatie betrokken bij de optimalisering van de bedrijfsvoering: de zestig (bege)leidende medewerkers hebben allen een actieve rol gehad in de projectorganisatie, zodat deze van onder af gevormd kon worden. In twaalf verschillende projecten is onder leiding van programmamanager Bart van de Berg een indrukwekend verandertraject gestart. Het proces is nog niet helemaal voltooid, in 2010, maar al wel valt vast te stellen dat het de organisatie sterker heeft gemaakt: de verbeterde inhoudelijke slagkracht, maar vooral ook de omgebogen bedrijfscultuur, zorgen voor een nieuw Wedeo. Hiërarchische structuren hebben plaatsgemaakt voor de kracht van onderuit, hokjesgeest is verdwenen en gezamenlijk wordt gewerkt aan het optimaliseren van de resultaten. Daarvan zijn de eerste in 2010 al te zien, maar vooral in 2011 zal een grote slag gemaakt worden. In de lijn van die opmars zijn er in 2010 een aantal belangrijke initiatieven gestart, zoals een planningsberaad waarin vraag en aanbod afgestemd worden om tot de optimale mix voor onze Wsw-medewerkers te komen. Voor het overige verwijzen we inhoudelijk graag naar het Sociaal Jaarverslag waarin deze zaken meer uitputtend beschreven worden. Realisatie doelmatigheid en rechtmatigheid Vanaf 1 januari 2004 is het financieel rechtmatig handelen onderworpen aan het oordeel van de accountant. De basis vormt een al in 2004 vastgesteld Plan van aanpak Rechtmatigheid Wedeo. Overeenkomstig dit stappenplan is er een formeel intern normenkader opgesteld en zijn de vanuit financiële rechtmatigheid belangrijkste risicogebieden gedefinieerd. Tevens is vastgesteld op welke wijze de risico s het best kunnen worden beheerst. In 2010 is het proces voltooid rond de aanbevelingen die de accountant ons gaf op het gebied van interne controle activiteiten. Het statuut interne audits Wedeo is geactualiseerd en er is een meerjarenplanning van de te toetsen processen opgesteld. Deze planning is opgesteld op basis van een drie jaren roulatieschema, wat wil zeggen dat ieder proces dat onderdeel uitmaakt van de planning (minimaal) eenmaal per drie jaren getoetst wordt. Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening Het Dagelijks Bestuur stelt voor de jaarrekening zoals opgenomen in hoofdstuk 6.2. overeenkomstig vast te stellen en het resultaat ad positief te boeken ten gunste van de Reserve Bedrijfsrisico. Jaarverslag Wedeo

8 2 Kerngegevens Gemiddelde bezetting in fte Bezetting Personen op wachtlijst Personen Verzuim in procenten Verzuim Toegevoegde waarde per fte SW Bedrag 8 Jaarverslag Wedeo 2010

9 3 Programmaverantwoording Algemeen SW-plus activiteiten Naast de uitvoering van de Wsw zijn er ook verschillende andere trajecten, gericht op reintegratie of op het aan het werk houden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een in omvang afnemende activiteit is het in opdracht van een viertal gemeenten uitvoeren van de regelingen van gesubsidieerde arbeid, te weten de (voorheen) Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en de Regeling In- en Doorstroombanen (I/D). In 2010 hebben 179 deelnemers een re-integratietraject in het kader van Work First/ Direct Werk gevolgd. In opdracht van gemeenten en UWV hebben wij ongeveer 150 praktijkonderzoeken gestart in Deze onderzoeken hebben tot doel de mogelijkheden en de beperkingen van deelnemers in relatie tot arbeid in kaart te brengen. Andere trajecten die in 2010 voor gemeenten, UWV of particuliere bedrijven zijn uitgevoerd zijn trajecten op het gebied van Sociale activering, Arbeidsgewenning en Werken aan werk. Realisatie invulling beschikbare formatieruimte Wedeo verzorgt de volledige (financiële) coördinatie van de aan de gemeenten toegekende formatieruimte. Wij verzorgen ook de coördinatie met de bijbehorende financiële afstemming van inwoners die bij ander Wsw-organisaties werkzaam zijn en die wonen in de deelnemende gemeenten en van personen die inmiddels niet meer in de gemeente woonachtig zijn maar waarvoor de deelnemende gemeente nog als garantiegemeente geldt. De gegevens bij dit prestatieonderdeel hebben dan ook betrekking op de totale formatie van de gemeenten. Wij zijn er in geslaagd de aan de drie gemeenten de toegewezen formatie volledig te benutten. Bij de gemeente Oude IJsselstreek is er door een combinatie van zeer geringe uitstroom en een kleinere formatieruimte dan in 2009 sprake van een relatief flinke overrealisatie. Realisatie per gemeente (in SE) gemiddelde realisatie bij andere Wedeo schappen totaal formatie ruimte over/ onder realisatie Montferland 146,1 79,1 225,2 224,5 0,7 Oude IJsselstreek 205,6 11,8 217,4 213,9 3,5 Doetinchem 378,0 7,6 385,6 385,6 0,0 Totaal deelnemende gemeenten 729,7 98,5 828,2 824,0 4,2 Bronckhorst HKZ-gebied 60,3 0,0 60,3 60,0 0,3 Overige gemeenten 17,7 0,0 17,7 17,7 0,0 Totaal 807,7 98,5 906,2 901,7 4,5 Realisatie plaatsingsdoelstellingen Van binnen naar buiten. De focus van Wedeo ligt op het zoveel als mogelijk plaatsen van Wsw-medewerkers in een reguliere werkomgeving. Dit is ook de doelstelling van de gemeenten en is vastgelegd in dit prestatieveld. Jaarverslag Wedeo

10 De behaalde resultaten verschillen, zowel per categorie (individuele of groepsdetachering, Begeleid werken) als per gemeente. Voor Wedeo in totaal geldt dat het niet is gelukt de voor 2010 geformuleerde doelstellingen volledig te realiseren. Plaatsing volgens Cedris formule (per ultimo jaar) werkelijk 2010 werkbegroting 2010 werkelijk 2009 Extern 33,6% 37,4% 33,0% Op locatie 31,1% 31,7% 31,9% Intern beschut 35,3% 30,9% 35,1% Totaal 100,0% 100,0% 100,0% Ten opzichte van ultimo 2009 is per saldo sprake van een bescheiden groei. Bij individuele detacheringen is sprake van een lichte teruggang ten opzichte van eind Daartegenover staat dat de groepsdetacheringen zijn toegenomen, zij het minder dan beoogd. Belangrijk is wel dat het aantal plaatsen BW zelfs harder gegroeid is dan verwacht en daarmee ook ten opzichte van 2009 relatief is sterk toegenomen. De belangrijkste oorzaken voor het niet realiseren van de beoogde (groeps-) detacheringen zijn de volgende: Het economisch herstel dat in de tweede helft van 2010 geleidelijk merkbaar werd heeft nog betrekkelijk weinig bijgedragen aan het verbeteren van de arbeidsmarkt, en nog minder voor het deel van de markt waarop onze doelgroep is aangewezen. Bedrijven en organisaties optimaliseren in eerste instantie de inzet van hun eigen vaste medewerkers; De groep laaggeschoolde werklozen zocht en zoekt een baan in hetzelfde segment van de arbeidsmarkt waarin over het algemeen de plaatsingen voor onze doelgroep worden gerealiseerd. En worden daarbij door het UWV en de gemeenten gestimuleerd en begeleid om die baan te zoeken; Ten slotte, Wedeo hanteert het principe dat elke plaatsing (eventueel na een proefperiode) een opbrengst moet opleveren. Andere aanbieders in de markt werken echter onder de marktprijs, in sommige gevallen worden mensen uit vergelijkbare doelgroepen zelfs om niet aangeboden. Hierdoor lopen wij plaatsingsmogelijkheden mis. Om in deze weerbarstige markt toch resultaten te bereiken hebben we onder andere de commerciële inzet versterkt en met meer focus (op groepsdetacheringen) ingezet. Verder is het interne selectieproces om detacheringskandidaten te selecteren aangescherpt en verkort. Ook hebben we een specifieke werkgroep gevormd om de kansen die de markt bood ook daadwerkelijk te kunnen benutten. De effecten hiervan bleven in 2010 nog wat achter bij de verwachtingen, hoewel wij in 2010 wel ongeveer 20 nieuwe individuele plaatsingen hebben kunnen realiseren. Hiermee is de begin 2010 aanwezige, toch redelijk omvangrijke, leegloop teruggebracht tot het normale frictiepercentage, verder betrof het veelal herplaatsingen. Ook hebben we ruim 30 plaatsingen in groepsdetacheringen gerealiseerd. De hiervoor genoemde -ongunstige- marktomstandigheden gelden minstens zo sterk voor het realiseren van Begeleid werken. Hierbij is het al dan niet kunnen plaatsen vanaf de wachtlijst een belangrijke factor die het realiseren van Begeleid werken beïnvloedt. Immers het opgeven van een (vast) dienstverband bij Wedeo ten gunste van een tijdelijk dienstverband Begeleid werken kan redelijkerwijs niet worden verlangd en werkt in ieder geval niet motiverend. Alleen voor de gemeente Doetinchem was er sprake van voldoende mogelijkheden om van de wachtlijst te plaatsen. 10 Jaarverslag Wedeo 2010

11 De gemeenten hebben separaat een uitvoerige verantwoording ontvangen over de mate waarin de met hen afgesproken prestatieafspraken zijn gerealiseerd. De relatief beperkte groei van het aantal extern geplaatsten ligt in lijn met de landelijke ontwikkeling, zoals uit onderstaande tabel blijkt. Benchmark gegevens Bron: Research voor beleid, Publiek overzicht resultaten Wsw percentage extern geplaatst: verschil Wedeo (totaal) 33,0 34,1 1,1 Provincie Gelderland 33,6 32,6-1,0 Vergelijkbare gemeenten (grootteklasse ) 27,0 28,1 1,1 Vergelijkbare gemeenten (grootteklasse ) 28,6 30,1 1,5 Nederland 28,6 29,6 1,0 Arbeidsontwikkeling In het Sociaal jaarverslag is een uitvoerige toelichting op de inspanningen op het gebied van arbeidsontwikkeling, en de resultaten daarvan, opgenomen. Graag verwijzen wij u hiernaar. Wachtlijst Ondanks het gegeven dat Wedeo een (pro-)actief wachtlijstbeleid voert is het aantal personen op de wachtlijst ten opzichte van eind 2009 weer verder opgelopen. Door de afname van de formatieruimte ten opzichte van 2009 en een lagere dan gemiddelde uitstroom zijn uit de gemeenten Oude IJsselstreek en Montferland zo goed als geen personen geplaatst. Voor de gemeente Doetinchem was de situatie iets gunstiger maar per saldo onvoldoende om toename van het totaal aantal personen op de wachtlijst te voorkomen Aantal personen op de wachtlijst (ultimo jaar) Personen Als gevolg van de hiervoor genoemde beperkte plaatsingsruimte is het aantal personen op de wachtlijst verder opgelopen tot 228 personen (eind 2009: 198 personen). De gemiddelde wachttijd is ten opzichte van ultimo 2009 (11,5 maanden) licht gestegen tot 12,4 maanden. Dat de gemiddelde wachttijd slechts beperkt is toegenomen is met name het gevolg van het groeiende aantal nieuwe aanmeldingen in november en december Om de gevolgen van de oplopende wachtlijsten enigszins op te vangen is aan personen op de wachtlijst een voortraject aangeboden, met als uitgangspunt dat het voortraject moet resulteren in een dienstverband. Omdat bekend was dat de formatieruimte van de gemeenten in 2011 zou gaan groeien hebben ongeveer 35 personen zo n traject gevolgd. In januari 2011 hebben zij een dienstverband gekregen. Jaarverslag Wedeo

12 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim komt over geheel 2009 uit op 11,9% (2009: 10,87%). Dit is boven het voor 2010 geformuleerde streefcijfer van 10,5%. 20% Gemiddeld ziekteverzuim 15% 10% 5% Verzuim 0% Voor een uitgebreidere toelichting op de ontwikkeling van het ziekteverzuim verwijzen wij u naar het Sociaal Jaarverslag. Financieel resultaat Het netto resultaat bedraagt positief. Hiermee is voldaan aan de voor 2010 geformuleerde doelstelling, namelijk het realiseren van een 0-plus resultaat. In paragraaf 6.1. Resultaten analyse staat een uitvoerige toelichting op de wijze waarop dit resultaat tot stand is gekomen en verklaring voor de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting. Tevens zijn de financiële ontwikkelingen vergeleken met het voorgaande boekjaar. Graag verwijzen wij naar de genoemde paragraaf. Integriteit Als publieke organisatie is integer handelen naar onze stellige overtuiging de absolute en onbetwiste norm voor al ons handelen. Zowel binnen de organisatie als ook naar de buitenwereld. Maar afgezien daarvan is het ook een intrinsieke overtuiging die binnen de organisatie sterk leeft. In 2010 is gestart met de implementatie van het 2009 vastgestelde integrale integriteitbeleid. Dit bestaat, naast de gedragscode voor ongewenst gedrag, uit de onderdelen integriteitcode, integriteitverklaring, melding nevenactiviteiten en financiële belangen en klokkenluidersregeling. In het Sociaal Jaarverslag wordt dieper ingegaan op de activiteiten in dit kader. 12 Jaarverslag Wedeo 2010

13 4 Organisatie Processen Vanuit de geformuleerde missie/de centrale opdracht kiest Wedeo ervoor te functioneren als een arbeidsontwikkelbedrijf met een bredere doelgroep dan uitsluitend de Wsw. Om eenduidig vast te leggen dat alle activiteiten in de organisatie ondersteunend dienen te zijn aan de centrale opdracht ofwel de missie zijn de te onderkennen bedrijfsprocessen gerangschikt. De rangschikking is zodanig gekozen dat deze de geformuleerde missie ondersteunt. De organisatie richt haar processen op een transparante wijze in, met heldere, taakstellende doelstellingen. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de gewenste cultuur binnen de organisatie. Primair proces Dit arbeidsontwikkelproces omvat het gehele traject van aanmelding tot uiteindelijke plaatsing, intern of extern, afhankelijk van de capaciteiten van de betrokken kandidaat. Te onderscheiden stappen zijn onder andere: intake, onderzoek/diagnose, ontwikkelingsplan opstellen, aanbodversterking via werkplekopleiden (WPO), bemiddeling/plaatsing en nazorg. Secundaire processen Dit zijn de productie- en dienstverlenende processen die nodig zijn om de verschillende stappen van het primaire proces te kunnen uitvoeren. Deze processen kennen elk een marktconforme doelstelling. Ondersteunende processen Dit zijn processen die noodzakelijk zijn om de uitvoering van het primaire en secundaire proces mogelijk te maken. Doelstelling van deze processen is een doelmatige en effectieve uitvoering ten behoeve van het voorgaande. Organisatiestructuur Ontwikkeling In 2010 is verder gewerkt aan het organisatieverbetering en -versterking door middel van een twaalftal projecten. Dit is in paragraaf 1.5 Beleidvisie van het bestuur nader toegelicht. Dit proces heeft (nog niet) geleid tot formele aanpassingen aan de organisatiestructuur. Wel is onder andere door dit project de focus binnen de organisatie op het primaire proces, arbeidsontwikkeling met als doel extern plaatsen, duidelijk versterkt. Ook is hierdoor het multifunctioneel werken, het los van hiërarchische structuren en functionele afbakeningen samenwerken, sterk toegenomen. De totale formatie van begeleidend en ondersteunend personeel is in de loop van het verslagjaar met ongeveer 7 fte afgenomen. In het kader van de aangekondigde bezuinigingen zijn functies die vacant werden door vertrek of einde van tijdelijke dienstverbanden niet opnieuw ingevuld. Organisatiestructuur Om de uitvoering van arbeidsontwikkeling goed te laten verlopen is vooralsnog de structuur gehandhaafd van arbeidsontwikkelbedrijf en twee werkbedrijven. Typering van de bedrijven: Jaarverslag Wedeo

14 Arbeidsontwikkelbedrijf Binnen dit bedrijf vindt het eerste deel van het primaire proces plaats; dit deel eindigt voor elke kandidaat met een persoonlijk ontwikkelingsplan. Ook het trajectmanagement, het begeleiden van kandidaten in het WPO-traject, die in staat zijn een ontwikkeling op de werkladder te maken, vindt vanuit dit bedrijf plaats. Tenslotte verzorgt dit bedrijf het individueel extern plaatsen (detacheren en Begeleid Werken) van de kandidaat, evenals de begeleiding hiervan. Leer-werkbedrijf Ook de werkbedrijven ondersteunen het streven om personen zo hoog mogelijk op de werkladder te plaatsen. Daartoe biedt het voldoende WPO-plaatsen aan, zowel kwalitatief (begeleiding) als kwantitatief. Groepsdetacheringen vinden plaats vanuit het werkbedrijf. Het werkbedrijf is deels ook een beschutte werkplek voor diegenen die niet in staat zijn extern een werkplek te bezetten. Ook hier geldt dat gestreefd wordt naar een verdere ontwikkeling van de arbeidscapaciteiten van de medewerker ( ontwikkeling op de trede ). Er zijn twee werkbedrijven: het werkbedrijf Groen en het werkbedrijf Industrie & Dienstverlening. Commissies Wedeo kent diverse commissies die het bestuur en de directie ondersteunen en adviseren. Commissie voor Georganiseerd Overleg Deze commissie adviseert de Directie op het gebied van (de toepassing van) arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren. Regionale bezwarencommissie personele aangelegenheden Voor de behandeling van bezwaarschriften van ambtelijke medewerkers in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht is Wedeo sinds 2006 aangesloten bij de Regionale bezwarencommissie personele aangelegenheden. Klachtencommissie ongewenst gedrag Deze commissie onderzoekt klachten op het gebied van ongewenst gedrag, ingediend door personen die werkzaam zijn bij Wedeo of die scholing of training volgen. De commissie heeft een externe voorzitter, om professionaliteit en onafhankelijkheid te benadrukken. In 2009 is er een nieuw Reglement bezwaar en geschillencommissie opgesteld, waarmee beoogd is meer uniformiteit te brengen in de behandeling van klachten, geschillen en bezwaarschriften. Wedeo kent verschillende werknemersgroepen met verschillende rechtspositieregelingen. Op basis van deze rechtspositieregelingen bestaan er verschillende klachten-, geschillen- en bezwarenprocedures. De bemensing van deze nieuwe commissie heeft nog niet plaatsgevonden, in afwachting van de vraag of, en zo ja, op welke wijze samenwerking met andere (SW-)organisaties wenselijk is. 14 Jaarverslag Wedeo 2010

15 Organogram per 31 december 2010 BESTUUR Algemeen Dagelijks DIRECTIE Algemeen directeur Directeur Middelen Projectmanagement Controlling Commercie Bedrijven Middelen P&O Algemene Zaken Financiën Inkoop ICT Arbeidsontwikkeling Industrie & Dienstverlening Groen Bedrijfsbureau Magazijn & Expeditie Magazijn Bedrijfsbureau Ontwikkeling Detachering Montage Metaalassemblage Groenvoorziening Machinale Ploeg Kwekerij Groepsdetachering Post Jaarverslag Wedeo

16 5 Verplichte paragrafen Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate Wedeo (onverwachte) verliezen door nietgestructureerde financiële tegenvallers kan opvangen, zonder dat de continuïteit van Wedeo direct in gevaar komt of financiële noodmaatregelen noodzakelijk zijn. De omvang van het weerstandsvermogen wordt bepaald door enerzijds de weerstandscapaciteit, anderzijds de risico s (de niet-gestructureerde financiële tegenvallers). De aanwezigheid van een afdoende weerstandsvermogen is belangrijk als: egalisatierekening voor het opvangen van incidentele exploitatietekorten door algemene (macro-economische) risico s; dekking voor de gevolgen van bedrijfsspecifieke risico s met een incidenteel karakter. Daarnaast kan de aanwezigheid van een afdoend weerstandsvermogen de kwaliteit van de besluitvormingsprocessen bij tegenvallers positief (geen paniekvoetbal) beïnvloeden. Met weerstandscapaciteit bedoelen we de beschikbare financiële middelen om onverwachte en substantiële kosten en/of uitgaven te financieren. Binnen Wedeo zijn in principe de volgende middelen aanwezig die tezamen de weerstandscapaciteit vormen: de post onvoorzien in de programmarekening; de post reserve bedrijfsrisico. Risico s zijn in dit verband gedefinieerd als onzekere of onverwachte gebeurtenissen die het behalen van de strategische doelstellingen van de organisatie in gevaar brengt. Niet alle risico s zijn in dit verband relevant, zo zijn sommige risico s op een andere wijze afgedekt. Risico s afgedekt via een verzekering Er zijn verzekeringen afgesloten voor de risico s van brand, bedrijfsschade, transport, werkmaterieel en voertuigen, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Daarnaast zijn voor de Kwekerij specifiek verzekerd de schade aan kassen en de hierin staande gewassen. Risico s afgedekt via een voorziening Deze risico s betreffen onzekere verplichtingen, voortkomend uit activiteiten/transacties in het verleden. Deze verplichtingen zijn onzeker qua omvang en/of tijdstip van betaling, maar zijn redelijkerwijs in te schatten. Aan de vorming en hoogte van voorzieningen liggen bedrijfseconomische criteria ten grondslag. Bij de toelichting op de balans zijn de verschillende voorzieningen benoemd en wordt bij elke post een nadere toelichting op de ontwikkeling daarvan gegeven, waaronder een overzicht van de onttrekkingen en de toevoegingen. Om tot een onderbouwing van het benodigde weerstandsvermogen te komen is eind 2009, begin 2010 de volgende werkwijze gehanteerd. 1. Identificeren risico s 2. Beoordelen en prioriteren risico s 3. Analyse van de risico s 4. Bepalen weerstandvermogen 16 Jaarverslag Wedeo 2010

17 Benodigd weerstandsvermogen Op basis van vorenstaande methode is berekend dat het weerstandsvermogen ongeveer 4,7 miljoen moet zijn. Per ultimo 2010 is de omvang van de post reserve bedrijfsrisico Dit is exclusief het resultaat 2010, waaraan het Algemeen Bestuur nog een bestemming moet geven. Op kortere termijn is de aanwezige reserve bedrijfsrisico toereikend om de financiële gevolgen van de benoemde risico s te kunnen opvangen. Echter, de ontwikkeling van een van de beoordeelde ontwikkelingen, de (rijks)subsidie per fte, is na het moment waarop genoemde inventarisatie heeft plaatsgevonden aanzienlijk verslechterd. Zo is die subsidie voor % lager vastgesteld. Dit is voor Wedeo een afname ten opzichte van 2009 met ongeveer 1,1 miljoen. Hoewel nog onduidelijk wanneer en in welke mate is in het Regeerakkoord een verdere korting voorzien. Duidelijk is echter wel dat een structureel tekort van deze omvang (en mogelijk nog groeiende) niet via het weerstandvermogen kan worden opgevangen. Bestemmingsreserve Omdat Wedeo op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (hierna: BBV) geen voorziening noch een verplichting mag opnemen voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume is deze bestemmingsreserve gevormd om aan toekomstige financiële verplichting verbandhoudend met vakantiedagen en vakantiegeld te kunnen voldoen. Op basis van een berekening van de hiervoor noodzakelijke middelen is de omvang van deze bestemmingsreserve per ultimo 2010 ongewijzigd vastgesteld op Claims van derden, faillissement verbonden partijen en/of derde partijen Er zijn er geen claims bekend die niet in de cijfers zijn verwerkt. En er zijn geen redenen of aanwijzingen dat de verbonden partijen, Stichting Talent voor werk, Direct Werk B.V. en Mabeon De Achterhoek Holding BV financiële problemen kennen of zelfs failliet gaan. De post uitstaande leningen betreft uitsluitend leningen aan personeelsleden onder hypothecaire zekerheidsstelling. Sinds 2009 worden geen nieuwe leningen worden verstrekt. Onderhoud kapitaalgoederen Bij Wedeo heeft het onderhoud van kapitaalgoederen vooral betrekking op onderhoud van bedrijfsgebouwen, machines en installaties. Om de beschikbaarheid van de kapitaalgoederen te optimaliseren en de waarde hiervan zo veel mogelijk in stand te houden besteedt Wedeo veel aandacht (en middelen) aan het onderhouden daarvan. Voor het onderhoud aan de bedrijfsgebouwen en de terreininrichtingen is een meerjarig onderhoudsprogramma opgesteld. Dit programma, dat jaarlijks wordt geactualiseerd, vormt tevens de basis voor de Voorziening groot onderhoud, waarmee wordt beoogd de kosten over de jaren te spreiden. De ontwikkeling van deze balanspost is toegelicht in paragraaf Toelichting op de balans. Het onderhoud van machines, installaties, voertuigen en werkmaterieel gebeurt zoveel mogelijk door de eigen Technische Dienst op basis van een jaarrond onderhoudsplan. Uiteraard omvat dit ook het verhelpen van onvoorziene storingen en niet uit te stellen noodreparaties. Omdat de uitstroom van medewerkers van deze dienst niet kan worden ingevuld met nieuwe instroom wordt een steeds groter deel uitbesteed aan derden. Jaarverslag Wedeo

18 Veiligheidsvoorschriften en/of milieurichtlijnen, al dan niet wettelijk, vormen ook een belangrijk kader voor het preventief inventariseren en controleren van bedrijfsmiddelen. Vanwege het ontbreken van specifieke kennis of bevoegdheden of door het eerder genoemde ontbreken van eigen menskracht, is het onderhoud (inclusief periodieke inspectie) waar gewenst dan wel noodzakelijk middels contracten uitbesteed aan derden. Dit betreft bijvoorbeeld hijs- en hefmiddelen, werkmaterieel en voertuigen, magazijnstellingen, weegapparatuur, ladders, trappen, etcetera. Financiering/ Treasury paragraaf Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en het Besluit begroting en verantwoording (BBV) volgt hieronder een verantwoording van de uitvoering van de treasuryfunctie in het verslagjaar Het algemene beleid inzake de uitvoering van de treasuryfunctie is beschreven in het Treasurystatuut. Risicoprofiel Ook in 2010 is het risicoprofiel van Wedeo ten opzichte van voorgaande jaren niet gewijzigd. Een adequate beschrijving van dat profiel is: risicomijdend en degelijk. Dit blijkt uit de hiernavolgende opsomming per risicocategorie. Kasgeldlimiet Een van de elementen uit de Wet Fido is de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet bedraagt voor ,5 miljoen en is afgeleid van de begrote uitgaven. In tabel 1 op de volgende pagina worden de kwartaaluitkomsten weergegeven. Wij zijn in 2010 ruim binnen de kasgeldlimiet gebleven. Renterisico op vaste schuld Een ander element uit de Wet Fido is de zogenaamde renterisiconorm, het renterisico op de vaste schuld. Op grond van de Wet Fido mag deze norm maximaal 20% bedragen van het totaal van de vaste leningen. Zoals uit tabel 2 op de volgende pagina blijkt zijn wij ook in het boekjaar 2010 ruim binnen de hiervoor gestelde grenzen gebleven. Kredietrisico De uitgezette geldsmiddelen betreffen uitsluitend leningen aan personeel. Tegenover deze leningen staan hypothecaire zekerheden die het risico volledig afdekken. Koersrisico / valutarisico / derivaten Deze risico s zijn uit hoofde van uitzettingen en/of het verstrekken en aangaan van leningen niet aan de orde. 18 Jaarverslag Wedeo 2010

19 Tabel 1: Kasgeldlimiet 1 e kwart 2 e kwart 3 e kwart 4 e kwart Omvang begroting per 1 januari Toegestane kasgeldlimiet - in procenten 8,2% 8,2% 8,2% 8,2% - in bedrag Omvang vlottende korte schuld - opgenomen gelden korter dan 1 jaar schuld in rekening-courant gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld Totaal vlottende korte schuld Vlottende middelen - contante gelden in kas tegoeden in rekening-courant overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar Totaal vlottende middelen Totaal netto vlottende schuld (2) (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte Tabel 2: Renterisiconorm en renterisico op vaste schuld werkelijk begroot Renterisico op vaste schuld 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 1b Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld (1a) (1b) 0 0 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 3b Nieuw verstrekte leningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a) (3b) Betaalde aflossingen Herfinanciering (laagste van 4 en 5) Renterisico op vaste schuld (2) + (6) 0 0 Renterisiconorm 8 Stand van de vaste schuld begin boekjaar Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 10 Berekende renterisiconorm (8) x (9) Toegestaan minimumbedrag Toets renterisiconorm 12 Te hanteren renterisiconorm (hoogste van 10 en 11) Renterisico op vaste schuld (=7) Ruimte (12) (13) Jaarverslag Wedeo

20 Verbonden partijen Wedeo ziet de verbonden partijen als instrument om bij te dragen aan haar doelen in het kader van het verkleinen van de afstand van medewerkers tot de reguliere arbeidsmarkt. Daarnaast wordt van de verbonden partijen gebruikt gemaakt om een betere marktpositie te krijgen. Wedeo neemt, als maatschappelijke organisatie die midden in de regionale samenleving staat, daarnaast ook deel in meerdere regionale initiatieven die parallel lopen of aanpalend zijn aan haar eigen activiteiten. Dat kan variëren van deelname in overlegstructuren, participeren in projecten alsook het deelnemen aan ondernemerskringen. Daar waar Wedeo participeert, is het altijd gelieerd aan (het realiseren van) de doelstellingen van de organisatie. Feitelijk is Wedeo per 31 december 2010 zowel bestuurlijk als financieel betrokken bij de volgende derde partijen: Stichting Talent voor werk Algemene gegevens Oprichtingsdatum: 2 oktober 2001 Inschrijvingsnummer handelsregister Kamer van Koophandel: Plaats van vestiging: Doetinchem, 7005 BC Terborgseweg 106 Doel De Stichting wordt vanaf 1 januari 2008 uitsluitend ingezet voor het werkgeverschap van het begeleidend personeel. Deze werknemers worden vanuit de Stichting één op één gedetacheerd bij Wedeo. Deze constructie biedt als voordeel, dat medewerkers kunnen worden aangesteld onder het Burgerlijk Wetboek in plaats van in de ambtelijke rechtspositie. Hierdoor kan het werkgeverschap rechtsreeks worden ingevuld, dus zonder gebruikmaking van een andere partij (detacheringsbureau). Bestuurlijke betrokkenheid Het Dagelijks Bestuur vormt tevens het bestuur van de Stichting. Financiële betrokkenheid Er bestaan per 31 december 2010 geen financiële verhoudingen tussen Stichting Talent voor werk en Wedeo. Direct Werk B.V. Algemene gegevens Oprichtingsdatum: 30 mei 2007 Inschrijvingsnummer handelsregister Kamer van Koophandel: Plaats van vestiging: Zutphen, 7202 CD Handelskade 2 Doel Deze BV is samen met ons collegabedrijf Delta uit Zutphen opgericht om als werkgever te functioneren voor cliënten die een re-integratietraject doorlopen met een dienstverband. De kosten van de BV worden aan Delta en Wedeo in rekening gebracht op basis van de werkelijke kosten per traject. Bestuurlijke betrokkenheid Wedeo is voor 50% aandeelhouder. Financiële betrokkenheid Wedeo is voor 50% aandeelhouder van de vennootschap. Het aandeel bestaat uit 90 gewone aandelen elk met een nominale waarde van 100. Alle aandelen luiden op naam. 20 Jaarverslag Wedeo 2010

21 Mabeon De Achterhoek holding B.V. Algemene gegevens Oprichtingsdatum: 4 december 2007 Inschrijvingsnummer handelsregister Kamer van Koophandel: Plaats van vestiging: Doetinchem, 7005 BC Terborgseweg 106 Doel Het oprichten van, het deelnemen in, het beheren en adviseren van bedrijven en ondernemingen met als doel het verwezenlijken van de doelen van Wedeo met betrekking tot het verkleinen van de afstand van medewerkers tot de reguliere arbeidsmarkt. Per 31 december heeft de Holding een minderheidsbelang in het schoonmaakbedrijf Mabeon Schoon Achterhoek BV en eveneens een minderheidsbelang in BW Oost BV, een reintegratiebedrijf. Bestuurlijke betrokkenheid Wedeo is sinds 12 oktober 2010 voor 100% aandeelhouder en heeft daarmee de volledige bestuurlijke bevoegdheid. Financiële betrokkenheid Wedeo is voor 100% aandeelhouder van de vennootschap. Het aandeel bestaat uit 8990 gewone aandelen en 10 prioriteitsaandelen, elk met een nominale waarde van 10. Alle aandelen luiden op naam. Jaarverslag Wedeo

22 6 Financiën Resultatenanalyse Samenvatting resultaat Samenvatting programmarekening werkelijk 2010 voorjaarsbegroting 2010 werkbegroting 2010 werkelijk Netto-opbrengsten Personele- en overige kosten Wsw-medewerkers Rijkssubsidie Subsidieresultaat Indirecte kosten Bedrijfsresultaat Incidenteel resultaat Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Onttrekking aan bestemmingsreserve Resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming van Wedeo over het jaar 2010 bedraagt positief. Daarmee is het resultaat licht boven begroot uitgekomen en iets onder Ten opzichte van de voorjaarsbegroting is het incidenteel resultaat positiever uitgekomen en zijn de netto opbrengsten, het subsidieresultaat en de indirecte kosten negatiever uitgekomen. Ten opzichte van 2009 zijn de indirecte kosten en het incidenteel resultaat positiever uitgekomen en zijn de netto-opbrengsten en het subsidieresultaat negatiever uitgekomen. Een nadere toelichting op deze ontwikkelingen is opgenomen in paragraaf 6.2. Jaarrekening. Personele bezetting werkelijk 2010 voorjaarsbegroting 2010 werkbegroting 2010 werkelijk 2009 Gemiddelde bezetting in fte 777,8 750,0 761,7 768,0 Gemiddelde bezetting in SE 807,7 779,1 791,1 797,1 De gemiddeld gerealiseerde bezetting in fte en SE ligt boven de begrote bezetting en werkelijk 2009 doordat de definitief toegekende formatie hoger lag dan begroot respectievelijk Daarnaast is de realisatie door derden in het gebied van Wedeo afgenomen, waardoor Wedeo zelf meer plaatsingsruimte krijgt. 22 Jaarverslag Wedeo 2010

23 6.1.2 Toegevoegde waarde per bedrijf De toegevoegde waarde per bedrijf is als volgt: Groen Industrie & Dienstverlening Arbeidsontwikkeling Algemeen Beheer De toegevoegde waarde van bedrijf Groen is ten opzichte van 2009 afgenomen als gevolg van een lagere omzet door minder werkaanbod en een toename van de kosten door de inzet van meer begeleiding gericht op kwaliteitsverbetering. Ten opzichte van de begroting waren omzet en kosten iets gunstiger. De toegevoegde waarde van de kwekerij is licht afgenomen, doordat in de laatste maanden van 2010 minder geproduceerd is. De toegevoegde waarde van bedrijf Industrie & Dienstverlening is ten opzichte van de werkbegroting fors hoger door een hogere toegevoegde waarde op alle activiteiten, te weten post, interne productie en groepsdetachering. Ten opzichte van 2009 is eveneens sprake van een toename van de toegevoegde waarde van alle activiteiten. De toegevoegde waarde van bedrijf Arbeidsontwikkeling is ten opzichte van de werkbegroting en 2009 afgenomen door een sterke teruggang in SW+ trajecten. Ten opzichte van de begroting is daarnaast sprake van lagere inkomsten uit individuele detachering doordat de begrote groei in formatie en tariefverbetering niet is gerealiseerd. De toegevoegde waarde van Algemeen Beheer bestaat uit opbrengst uit verhuur en een eenmalige subsidie. De opbrengst uit verhuur is ten opzichte van 2009 afgenomen door beëindiging van een huurovereenkomst Bedrijfsresultaat per bedrijf Het bedrijfsresultaat per bedrijf is als volgt: werkelijk 2010 werkbegroting 2010 werkelijk werkelijk 2010 werkbegroting 2010 werkelijk Groen Industrie & Dienstverlening Arbeidsontwikkeling Algemeen Beheer Over alle bedrijfsonderdelen geldt dat het bedrijfsresultaat negatief wordt beïnvloed doordat de Rijksbijdrage in 2010 niet is geïndexeerd voor loonkostenontwikkeling als gevolg van bezuinigingen. De loonkosten van de Wsw medewerkers zijn daarentegen wel toegenomen. Jaarverslag Wedeo

24 Het bedrijfsresultaat van bedrijf Groen is ten opzichte van de werkbegroting toegenomen en ten opzichte van 2009 afgenomen. De oorzaak hiervan ligt in de ontwikkeling van de toegevoegde waarde, waarvoor verwezen wordt naar paragraaf Het bedrijfsresultaat van bedrijf Industrie & Dienstverlening is ten opzichte van de werkbegroting verbeterd en ten opzichte van 2009 afgenomen. De toename ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door de hogere toegevoegde waarde, echter deze is gepaard gegaan met iets hogere uitvoeringskosten. De hogere toegevoegde waarde ten opzichte van 2009 heeft niet geleid tot een gunstiger resultaat doordat de verhouding tussen loonkosten en subsidie verslechterd is door het niet indexeren van de loonkosten. Het bedrijfsresultaat van Arbeidsontwikkeling ligt zowel ten opzichte van de werkbegroting als ten opzichte van 2009 lager als gevolg van de lagere toegevoegde waarde (zie 6.1.2). Het gunstiger resultaat van Algemeen Beheer wordt met name veroorzaakt door een lagere formatie management en staf. 24 Jaarverslag Wedeo 2010

25 Jaarrekening Jaarverslag Wedeo

26

27 7 Overige gegevens Controleverklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeo te Doetinchem Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2010 van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeo gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de programmarekening over 2010 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Wedeo is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 213, lid 2 van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het Jaarverslag Wedeo