Running head: COGNITIEVE STIJLKENMERKEN BIJ AUTISME

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Running head: COGNITIEVE STIJLKENMERKEN BIJ AUTISME"

Transcriptie

1 Running head: COGNITIEVE STIJLKENMERKEN BIJ AUTISME De Thematische Apperceptie Test: Onderzoek naar validiteit om cognitieve kenmerken te meten bij autisme Carolien Wijker Universiteit van Tilburg, Nederland Prof.A.J.J.M. Vingerhoets Universiteit van Tilburg, Nederland Dr. A.A.J. Wismeijer Universiteit van Tilburg, Nederland

2 Samenvatting In deze studie is onderzocht in hoeverre de Thematische Apperceptie Test (TAT; Murray, 1943) een bijdrage kan leveren om cognitieve stijlkenmerken in kaart te brengen bij mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Hierbij is met name gekeken naar de theorie of mind en centrale coherentie. In totaal hebben 46 personen meegedaan aan het onderzoek, waarvan de helft ASS heeft en deze zijn vergeleken met een gezonde controlegroep. Personen met ASS rapporteren en ervaren significant meer theory of mind problemen in vergelijking met de controlegroep. Zij scoren gemiddeld lager op dimensie 1: Complexiteit van mentale representaties van mensen en dimensie 4: Begrip van sociale causaliteit van de SCORS. Beide dimensies hebben als overeenkomst dat een hogere score op deze dimensies indiceert dat de proefpersoon beter in staat is psychologisch gemedieerde processen te beschrijven in de TAT narratieven. Om dit te kunnen is met name een goed ontwikkelde theory of mind nodig, waaraan het personen met ASS vaak ontbreekt. Tevens is er een significante negatieve samenhang tussen het zelfgerapporteerde sociaal gedrag en dimensie 1 en 4. Deze resultaten impliceren dat de TAT een hoge ecologische validiteit heeft en dat deze zeer bruikbaar is bij het meten van de theory of mind.

3 Inleiding De DSM-IV-TR (APA, 2000) omschrijft de autistische stoornis als een combinatie van de volgende drie gedragskenmerken (A) kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties, (B) kwalitatieve beperkingen in de communicatie en (C) beperkte, zich herhalende stereotype patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten. Daarnaast moet er sprake zijn van een achterstand of abnormaal functioneren op twee van de drie volgende levensgebieden: sociale interactie, sociaal communicatief taalgebruik of symbolisch of denkbeeldig spel. Tot slot mag de stoornis niet toe te schrijven zijn aan een andere pervasieve ontwikkelingsstoornis of schizofrenie. De diagnose ASS wordt gesteld aan de hand van een ontwikkelingsanamnese met behulp van de Nederlandse versie van het Autism Diagnostic Interview- Revised version (ADI-R; Lord et al., 1994) en een gedragsanalyse aan de hand van de DSM-IV-TR (APA, 2000). In officiële termen wordt een ASS aangeduid als pervasieve ontwikkelingsstoornis. De prevalentie van mensen met een stoornis in het autisme spectrum is ongeveer vijf jaar geleden vastgesteld op 1,16% van de wereldbevolking (Baird et al. 2006), waarvan ongeveer driekwart man is en een kwart vrouw. (Scott et al., 2002; Baird et al., 2006). Naast de drie bovengenoemde gedragskenmerken zijn er ook drie cognitieve gebieden waar mensen met ASS vaak kwalitatieve beperkingen in ondervinden, namelijk (1) theory of mind, (2) centrale coherentie en (3) executief functioneren (Vermeulen, 2004). De term theory of mind is afkomstig van Premack en Woodruff (1978) en verwijst naar de vaardigheid om gedachten, intenties, gevoelens en ideeën toe te schrijven aan jezelf en anderen en op basis daarvan het gedrag van een ander te voorspellen. Uit onderzoek van Jolliffe en Baron-Cohen (1999) blijkt dat mensen met ASS beperkingen hebben in taken die de advanced theory of mind meten, zoals de Strange Stories (SS; Happé, 1994). De verhalen in de Strange Stories taken staan dichterbij het dagelijks leven dan de standaard theory of mind taken. Met behulp van taken zoals de SS is het enigszins mogelijk de beperkingen van de theory of mind in kaart te brengen, echter dergelijke taken blijken niet subtiel genoeg om de werkelijke omvang van de beperkingen in de theory of mind te kunnen meten (Spek et al., 2010; Roeyers et al., 2001; Happé, 1994)

4 Het tweede cognitieve kenmerk is centrale coherentie (Happé & Frith, 2006). Dit is de vaardigheid om de samenhang tussen meerdere stimuli te zoeken en om informatie te integreren. Bij personen met een stoornis in het autisme spectrum is vaak sprake van een gefragmenteerde informatieverwerking, waarbij zij niet de samenhang zien van losse waarnemingen maar eerder de losse onderdelen ervan. Ze brengen de verschillende stukjes waarneming niet met elkaar noch met de context in verband (Frith, 1989). Empirische steun voor een zwakke centrale coherentie is echter nog beperkt en er zijn weinig goede instrumenten om dit te meten (Happé, 1999). Op dit moment zijn er geen instrumenten waarvan is aangetoond dat zij op een ecologisch valide manier de centrale coherentie in kaart kunnen brengen (Spek et al; 2010). Chaytor en Smitter-Edgecombe (2003) definiëren ecologische validiteit als de mate waarin de testprestaties overeenkomen met de capaciteiten van dezelfde persoon in het dagelijks leven. Executief functioneren is het derde kenmerk (Ozonoff et al., 2005) en verwijst naar alle cognitieve functies die de oorsprong vinden in de frontale hersenkwab. Deze cognitieve functies spelen een belangrijke rol bij impulscontrole, planningsgedrag, georganiseerd zoeken en flexibiliteit (Ozonoff, Pennington & Rogers, 1991). Dit is ontdekt na vaststelling dat sommige mensen met een beschadiging in de frontale hersenkwab autistische trekken gingen vertonen. Met name de rigiditeit en moeite met flexibiliteit kwamen hierbij overeen. Volgens Kenworthy et al. (2008) zijn de uitkomsten van verschillende studies naar de executieve functies bij mensen met ASS wisselend zijn en spreken ze elkaar vaak tegen. Daarnaast is er volgens de auteurs een discrepantie tussen de gevonden testscores en de ervaren beperkingen op de executieve functies bij mensen met ASS, dus ook dit cognitieve stijlkenmerk is tot op heden op een onvoldoende ecologisch valide manier in kaart te brengen. Kortom, op dit moment zijn er onvoldoende ecologisch valide testen beschikbaar om op een betrouwbare manier de cognitieve stijlkenmerken te meten bij mensen met ASS. Het verband tussen testresultaten op thans vaan gebruikte meetinstrumenten als Reading the Mind in the Eyes test (Baron-Cohen et al., 1997) en het functioneren in het dagelijks leven is vaak matig (Chaytor & Smitter-Edgecombe, 2003). Veel testinstrumenten zijn relatief simpel in vergelijking met het dagelijkse leven en daarbij worden de testen vaak afgenomen in een prikkelarme omgeving met duidelijke, expliciete instructies. Mensen met ASS hebben juist vaak moeite met onduidelijke en chaotische situaties, waardoor in een testsituatie hun problemen niet altijd duidelijk worden. Dit maakt het belangrijk dat testinstrumenten zo goed mogelijk bij de realiteit aansluiten.

5 Projectieve instrumenten kunnen mogelijk een goed beeld geven van de cognitieve kenmerken van een persoon omdat de instructies van deze instrumenten vaak open vragen bevatten en minder eenduidig zijn. Bij projectieve instrumenten wordt de persoon gevraagd een respons te geven op een ongestructureerde stimulus. Deze ongestructureerde situatie kan ervoor zorgen dat ongewone denkpatronen bij personen duidelijk worden. Personen met ASS hebben vaak moeite met onduidelijke en ongestructureerde situaties en om die reden kan het gebruik van projectieve instrumenten waardevol zijn bij het in kaart brengen van de cognitieve stijlkenmerken bij personen met ASS. Een voorbeeld van projectief instrument is de Thematic Apperception Test (TAT; Murray, 1943). Bij deze test wordt aan mensen gevraagd een verhaal te vertellen aan de hand van platen die ambigue interpersoonlijke situaties uitbeelden. Deze test is van origine ontwikkeld om normale kenmerken van de persoonlijkheid te meten bij de algehele bevolking. Echter, omdat deze platen sociale situaties uitbeelden die niet alleen ambigu maar ook subtiel zijn, is de TAT mogelijk een geschikt instrument om de cognitieve stijlkenmerken te meten bij mensen met ASS (Eurelings-Bontekoe et al., 2011). Westen (1991a) heeft een speciaal scoringssysteem (Social Cognition and Object Relations Scale; SCORS; Westen, 1985) ontwikkeld voor de TAT waarin vier dimensies worden onderscheiden, namelijk (1) Complexiteit van mentale representaties van mensen; meet in welke mate de persoon differentieert tussen de perspectieven van zichzelf en anderen; (2) Affecttoon van relatieparadigma s; meet affectieve kwaliteit van representaties van mensen en relaties; (3) Vermogen om te investeren in relaties; meet in welke mate innerlijke representaties van relaties een egocentrische houding reflecteren; en (4) Begrip van sociale causaliteit; meet het vermogen van een persoon om causale relaties in sociale situaties te begrijpen (Westen, 1985). Het doel van het huidige onderzoek is om de waarde van de TAT in kaart te brengen als diagnostisch instrument bij personen met ASS. Dit zal op twee verschillende manieren onderzocht worden. Als eerste zal er gekeken worden naar de scores op de verschillende dimensies van de SCORS bij mensen met autisme en een op leeftijd en op verbaal begrip index gematchte controlegroep. Daarnaast zal er worden onderzocht of er een verband bestaat tussen zelf gerapporteerde kenmerken van autisme, gemeten met de AQ en de scores op een van de SCORS dimensies. Aangezien ASS een ontwikkelingsstoornis is, is te verwachten dat personen met ASS gemiddeld lager zullen scores op de ontwikkelingsdimensies van de SCORS. Dit zijn dimensie 1, 3 en 4. Des te hoger op deze dimensies wordt gescoord, des te

6 rijper is de ontwikkeling, des te sterker is het ego en des te meer is de zelfstructuur intact (Westen, 1985). Er wordt geen verschil verwacht in gemiddelde score tussen de onderzoeksgroep en de controlegroep op dimensie 2: de affecttoon van de relaties tussen de personen op de platen, omdat dit geen ontwikkelingsdimensie is. Tevens wordt er gekeken naar een aantal autisme fenomenen die beschreven zijn aan de hand van klinische ervaring door Edrisi en Eurelings-Bontekoe (2009). In dit artikel beschrijven de auteurs acht verschillende fenomenen die typerend zijn voor personen met ASS en af te lezen zijn door middel van de TAT. Uit eerder onderzoek (Eurelings-Bontekoe et. al., 2011) is gebleken dat mensen met ASS op vijf van de acht fenomenen significant lager scoren in vergelijking met een controlegroep van psychiatrische patiënten met een andere diagnose dan ASS. Deze vijf fenomenen zijn; 'jumping to conclusions', 'zwakke centrale coherentie', 'beweging', 'multiple scenario's' en ' rumineren'. Het eerste fenomeen jumping to conclusions houdt in dat een persoon een onlogische gevolgtrekking maakt en daarmee naar een 'conclusie springt'. De tweede dimensie zwakke centrale coherentie betekent dat de persoon een afbeelding probeert te begrijpen aan de hand van details. Hierbij worden ook irrelevante details genoemd in plaats van gebruik te maken van de gehele context van de afbeelding. Het derde fenomeen beweging is het onvermogen van een persoon om bewegingen te beschrijven van stilstaande beelden. De bewegingen die wel worden beschreven, zijn op basis van het postuur of de richting waar de persoon op de afbeelding naartoe kijkt. Het vierde fenomeen multiple scenario's houdt in dat een persoon verschillende potentiële scenario's beschrijft om uit te leggen wat er aan de hand is op een afbeelding. Het laatste fenomeen rumineren houdt in dat een persoon een object of persoon op een afbeelding niet kan plaatsen en hierover gaat rumineren (Edrisi et al., 2009). Er wordt verwacht dat personen met ASS een hoger ratio aan fenomenen noemen in vergelijking met de controlegroep. Dit is al eens eerder aangetoond in het onderzoek van Eurelings-Bontekoe en collega s (2011). Echter, in dit onderzoek zijn met een aantal zaken geen rekening gehouden. Als eerste waren de beoordelaars van de TAT narratieven op de hoogte van de groep waartoe de narratieven behoorden. Mogelijk heeft dit onbewust de scores beïnvloed. Ten tweede zijn er geen geformaliseerde instrumenten gebruikt bij het diagnosticeren van de ASS-groep wat het generaliseren naar autismepopulaties in het algemeen beperkt. Het derde punt is dat beide groepen verschillende kaarten van de TAT te zien kregen. Van de zes kaarten die zijn gebruikt in het onderzoek, waren er slechts twee hetzelfde voor beide groepen. Dit kan de uitkomsten van het onderzoek

7 zeker beïnvloed hebben, aangezien de kaarten verschillen in de hoeveelheid details en de type relaties die worden weergegeven. Om uiteindelijke uitspraken te kunnen doen over bruikbaarheid van de TAT, zijn deze methodologische onvolkomenheden in het huidige onderzoek gecorrigeerd. De derde verwachting is dat hogere scores op de zelfrapportage voor autisme kenmerken (Autisme spectrum Quotient; AQ; Baron-Cohen et al., 2001), die refereren aan meer zelfherkenning in deze kenmerken, negatief samenhangt met lagere scores op de dimensies van de SCORS. Tevens wordt er verwacht dat een hoge score op de AQ samenhangt met een hoger percentage autisme fenomenen in de teksten. Methoden Participanten Participanten met een diagnose ASS (N=23) die hebben ingestemd om mee te werken aan het onderzoek, zijn verworven uit het cliëntenbestand van de Geestelijke Gezondheidszorg in Eindhoven (GGzE). Alle participanten uit deze groep hebben een officieel diagnostisch traject ondergaan. De controlegroep (N=23) bestaat uit een reeds eerder verworven bestand met controlepersonen en hieruit zijn random een aantal personen benaderd. De twee groepen, de onderzoeksgroep en de controlegroep zijn gematcht ten aanzien van leeftijd en verbale begrip index. De analyses tonen aan dat deze groepen wat deze variabelen betreft vergelijkbaar zijn. Er is geen significant verschil gevonden in leeftijd tussen de ASS groep (M = 40.57, SD = 11.62) en de controlegroep (M = 44.35, SD = 13.52); t = 1.05, p =.31. Tevens is er geen significant verschil gevonden in het verbale begrip tussen de ASS groep (M = , SD = 11.08) en de controlegroep (M = , SD = 9.23); t = 1.848, p =.18. De personen uit de controlegroep hebben als exclusiecriteria een willekeurige diagnose gebaseerd op de DSM-IV. Inclusiecriteria voor beide groepen is het geslacht (man), een Nederlandse afkomst en leeftijd (18 tot 65 jaar). De participanten werden voorgeselecteerd op hun verbale begrip (minstens 85 of hoger in de verbale begrip index) zoals gemeten met behulp van de WAIS-III (Wechsler, 1939). Meetmethoden

8 De volgende testinstrumenten zijn gebruikt: Diagnose ASS: Door evaluatie van symptomen uit het verleden en heden wordt de diagnose ASS vastgesteld. Deze informatie is verkregen door middel van het DSM-IV interview (Spek et al., 2008) en de Nederlandse versie van het Autism Diagnostic Interview- Revised version (ADI-R; Lord et al., 1994). Verbaal begrip: Met behulp van de verbale testen van de Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS-III; Wechsler, 1939) is het verbaal begrip gemeten van de participanten. Het niveau van het verbaal begrip dient als middel om te matchen op het verbale vermogen van de participanten. Cognitieve stijlkenmerken Per participant zijn vijf platen afgenomen van de TAT (Murray, 1943), namelijk nummer 2, 5, 13 MF, 18 BM en 12 BG. De gesproken tekst is opgenomen op een voicerecorder en woord voor woord uitgetypt. Om de cognitieve stijlkenmerken te kunnen meten is de tekst gescoord met behulp van het scoringssysteem SCORS (Westen, 1985) en is er met name gekeken naar de eerste, derde en vierde dimensie: het vermogen om te investeren in relaties en morele standaarden. Autisme fenomenen De analyse van de vijf fenomenen jumping to conclusions, zwakke centrale coherentie, beweging, multiple scenario's en rumineren te tellen, is gebaseerd op het eerdere onderzoek van Edrisi et al. (2009). Per plaat is geteld hoeveel fenomenen aanwezig zijn en dit is omgezet in een percentage door het aantal fenomenen te delen door het aantal woorden en dit getal te vermenigvuldigen met honderd. Gedragskenmerken ASS De Nederlandse versie van de Autisme spectrum Quotiënt (AQ; Baron-Cohen et al., 2001) is afgenomen om zelfrapportage te meten op autismekenmerken. De AQ bestaat uit vijf verschillende schalen, namelijk sociale vaardigheden, aandacht wisselen, communicatie, verbeelding en detailgerichtheid. Procedure Participanten zijn individueel onderzocht door een ervaren testleider. Als eerste is aan

9 de participanten gevraagd om de AQ in te vullen, vervolgens zijn de verbale testen van de WAIS-III afgenomen en tot slot hebben de participanten de vijf platen van de TAT gezien en hier een verhaal bij verzonnen. Er is aan hen gevraagd te benoemen wat er gebeurt op de plaat, wat de mensen denken en voelen, wat eraan vooraf is gegaan en hoe het verhaal afloopt. De instructies zijn van te voren vastgesteld en op papier gezet zodat hier geen verschillen in kunnen ontstaan. De verbale testen van de WAIS-III en de AQ zijn door dezelfde testleider gescoord, die ook de testen heeft afgenomen. De TAT narratieven zijn dubbelblind gescoord door twee ervaren testleiders. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (IBB) van de scores op de vier verschillende dimensies is vastgesteld met behulp van Cohen's Kappa en vervolgens geïnterpreteerd aan de hand van Landis en Koch (1977). Voor dimensie 1 is de IBB.44 wat een matige overeenstemming betekent. De berekende IBB op dimensie 2 is.86 wat een bijna perfecte overeenstemming inhoudt. Voor dimensie 3 en 4 is de IBB respectievelijk.77 en.79 wat betekent dat de overeenstemming op deze dimensies substantieel te noemen is. Ook voor de scoring van de fenomenen is de IBB berekend. De IBB voor jumping to conlusions, beweging, multiple scenario's en rumineren is respectievelijk.78,.76,.68 en.76 en is substantieel te noemen. De IBB op het fenomeen zwakke centrale coherentie is.53 en is matig te noemen. SPSS 19 voor Windows is gebruikt voor alle statistische analyses. Resultaten Dimensies SCORS Om te onderzoeken of er een verschil is in de scores tussen de ASS groep en de controlegroep op de vier verschillende dimensies van de SCORS is er gebruik gemaakt van een multivariabele variantieanalyse (MANOVA). De gemiddelden en standaarddeviaties van de SCORS variabelen van de twee groepen worden weergegeven in tabel 1. [ Insert tabel 1 about here] Na analyse komt er een hoofdeffect van groep naar voren (F(4, 41) =.006, partial eta squared.293). Personen uit de controlegroep scoren significant hoger op de SCORS dan de onderzoeksgroep. Wanneer er gekeken wordt naar de afhankelijke variabelen, blijkt dat de controlegroep significant hoger scoort op de volgende twee dimensies. Dimensie 1: Complexiteit van mentale representaties van mensen (p =.019) en dimensie 4: Begrip van

10 sociale causaliteit (p =.006). De effectgrootte is matig voor dimensie 1 (Partial eta squared =.119) en groot voor dimensie 4 (Partial Eta Squared =.158). Bij de andere twee dimensies is er geen significant verschil waarneembaar tussen de ASS groep en de controlegroep. De resultaten hiervan zijn te zien in tabel 1. Autisme fenomenen Tevens is er gebruik gemaakt van een MANOVA om te onderzoeken of de onderzoeksgroep een hoger percentage aan fenomenen noemt in de teksten. De gemiddelden en standaarddeviaties van de twee groepen van de autisme fenomenen staan weergegeven in tabel 1. Na analyse blijkt dat er geen sprake van een hoofdeffect van groep is (F(7, 38) =. 936, partial eta squared.057). Correlatie coëfficiënten Om te onderzoeken of de SCORS variabelen en autisme fenomenen gerelateerd zijn aan de karakteristieken van ASS, is de relatie onderzocht met de AQ subschaal scores. Dit is gedaan door middel van het berekenen van Pearson product-moment correlatie coefficient. In tabel 2 worden de resultaten weergegeven. [Insert tabel 2 about here] Voor dimensie 1: Complexiteit van mentale representaties van mensen, zijn middelgroot significante correlaties gevonden met de AQ subschalen Sociale vaardigheden (r = -.34, p.05), Aandacht wisselen (r = -.32, p.05) en Verbeelding (r = -.33, p.05). Voor dimensie 3: Vermogen in te investeren in relaties, zijn middelgroot significante correlaties gevonden met de AQ subschaal Verbeelding (r = -.39, p.05). Ook voor dimensie 4: Begrip van sociale causaliteit, zijn middelgroot significante correlaties gevonden met de AQ subschalen Sociale vaardigheden (r = -.35, p.05) en Verbeelding (r = -.37, p.05). Er zijn geen significante samenhangen gevonden tussen dimensie 2 en de subschalen van de AQ. Discussie In deze studie is onderzocht of volwassenen met ASS verschillen met een controlegroep in hun TAT narratieven en of dit gerelateerd is aan het functioneren in het dagelijks leven rekening houdend met de kenmerken die ASS karakteriseren.

11 Dimensies SCORS De data laten zien dat volwassenen met ASS zoals verwacht lager scoren dan de controlegroep op dimensie 1: Complexiteit van mentale representaties. Dimensie 1 is een ontwikkelingsdimensie waarop een hogere score wordt behaald, naarmate de proefpersoon beter in staat is de perspectieven van anderen, inclusief zichzelf te differentiëren. Een lage score wordt behaald wanneer de proefpersoon in zijn TAT narratief een gebrek aan duidelijk onderscheid tussen de karakters laat zien of slechts kortstondige acties of fysieke beschrijvingen toekent aan de personen op de platen. Een hoge score wordt verkregen naarmate de proefpersoon in zijn TAT narratief meer karakters beschrijft die duurzame karakteristieken hebben, complexe motieven of conflicten bezitten, of gemengde gevoelens of kenmerken kunnen ervaren. Vanaf een gemiddelde score op deze dimensie is het nodig om psychologische processen van het interne leven te beschrijven. Hiervoor is een goed ontwikkelde theory of mind nodig waarbij de proefpersoon inzicht heeft in het gevoelsleven van anderen en dit op een flexibele wijze toe kan passen in een verhaal. Ook is er een sterk verbeeldingsvermogen voor nodig om een voorstelling te kunnen maken van de karakters van de personen op de platen. De lagere score van mensen met ASS op deze dimensie is dan in lijn met onze verwachtingen. Dat mensen met ASS lager scoren op deze dimensie is te verklaren doordat zij onder andere meer moeite om zich een voorstelling te maken van hoe iets voor een ander voelt (Baron-Cohen et. al., 1985). Tevens hebben zij meer moeite met het overdenken van andermans gevoelens en/of gedachten. Het sociale inzicht en een verbeelding kunnen maken van andermans gevoelens en gedachten, valt onder het begrip theory of mind (Baron-Cohen et al., 1985; Spek et al., 2010). Dit wordt bevestigd door de correlaties met de AQ. Deze uitkomsten bevestigen ons vermoeden dat de zelfgerapporteerde beperkingen in de sociale vaardigheden, terug te zien is in de TAT narratieven en dit impliceert een hoge ecologische validiteit van deze dimensie om beperkingen in de theory of mind, beperkingen in het verbeeldingsvermogen en moeite met het wisselen van aandacht in kaart te brengen. Tevens laten de data zien dat volwassenen met ASS lager scoren dan de controlegroep op dimensie 4: Begrip van sociale causaliteit. Deze dimensie is, net als dimensie 1, een ontwikkelingsdimensie waarop een hogere score wordt verkregen naarmate de proefpersoon beter in staat is de oorzaak en gevolgen in intermenselijke relaties weer te geven. Een lage score wordt verkregen wanneer de verhalen onlogisch of incoherente gevolgtrekkingen bevatten en wanneer er geen psychologisch gemedieerde processen aan ten grondslag liggen.

12 Een hoge score wordt verkregen wanneer een proefpersoon complexe intrapsychische motivationele processen beschrijft. Hier is, net als bij dimensie 1, een goed ontwikkelde theory of mind voor nodig, omdat je hierbij in staat moet zijn gedachten en gevoelens van anderen in te schatten en daar een voorstelling van te maken (Baron-Cohen et. al., 1985; Spek et. al., 2010). Ook deze resultaten zijn dan in lijn met onze verwachtingen en laten zien dat mensen met ASS meer moeite hebben om psychologisch gemedieerde processen bij anderen te beschrijven. Deze uitkomsten bevestigen het vermoeden dat de zelfgerapporteerde theory of mind, terug te zien is in de TAT narratieven en impliceert wederom een hoge ecologische validiteit van deze dimensie om beperkingen in de theory of mind en beperkingen in het verbeeldingsvermogen in kaart te brengen. Deze resultaten krijgen nog eens extra bevestiging door de gevonden negatieve samenhang met de AQ-scores. Er zijn geen verschillen gevonden tussen de personen met ASS en de controlegroep in de scores op Dimensie 3: Vermogen om te investeren in relaties. Dit is wederom een ontwikkelingsdimensie en dit resultaat is dan niet conform de verwachtingen. Deze dimensie beoogt in beeld te brengen in hoeverre anderen worden gebruikt voor eigen doeleinden, of in het andere uiterste, in hun eigen waarde worden gelaten met respect voor autonomie en authenticiteit. Hierbij is het nodig om in emotioneel opzicht te investeren in relaties en een duidelijk besef nodig van normen en waarden. Mogelijk is op deze dimensie geen verschil gevonden, omdat personen met ASS analytisch vaak zeer sterk zijn (Baron-Cohen et. al. (2003). Door middel van analytisch en logisch nadenken, hebben zij wellicht de samenhang tussen de personen op de platen kunnen ontdekken, tegelijkertijd met de regels en normen die voor conflicterende belangen kunnen zorgen tussen de personen op de platen. Een andere verklaring kan liggen bij het feit dat deze dimensie mogelijk iets anders meet, namelijk het moreel redeneren. Uit twee eerdere studies (Blair, 1996; Leslie et al., 2006) blijkt dat mensen met ASS geen beperkingen hebben in het moreel geweten en in staat zijn om morele beslissingen te maken en dat dit los staat van hun beperkingen in de theory of mind. Verder is er in het onderzoek gekeken naar de samenhang van de AQ met de dimensies op de SCORS. Uit het onderzoek blijkt dat dimensie 3 alleen met de subschaal verbeelding samenhangt van de AQ. Dit lijkt aan te tonen dat deze dimensie geen theory of mind in kaart brengt. Ook zijn er geen verschillen gevonden tussen personen met ASS en de controlegroep op dimensie 2: Affecttoon van relatieparadigma's. Mogelijk wordt dit veroorzaakt doordat

13 Dimensie 2 geen ontwikkelingsdimensie is. Aangezien ASS een ontwikkelingsstoornis is, worden hier ook geen verschillen in verwacht (Westen, 1985). Deze dimensie wordt eerder bepaald door gebeurtenissen die men gedurende het leven heeft meegemaakt en laten zien in hoeverre een proefpersoon positieve of negatieve verwachtingen heeft van anderen. Autisme fenomenen Tegengesteld aan de verwachtingen vinden we geen significante verschillen tussen personen met ASS en een controlegroep in het percentage fenomenen in de TAT narratieven. Tevens is er geen enkele samenhang waar te nemen tussen de zelfgerapporteertde cognitieve stijlkenmerken en de autisme fenomenen. In tabel 1 is te zien dat de standaarddeviaties van de fenomenen zeer groot zijn, wat duidt op een zeer grote spreiding binnen de groepen. De range waarin proefpersonen fenomenen noemen is zo groot, dat het hoogst onwaarschijnlijk is om hier een verschil tussen groepen in aan te kunnen tonen. Aangezien er ook geen samenhang is met de zelfrapportagelijsten, is het aannemelijk dat het aantal fenomenen die iemand in een TAT narratief laat zien, weinig zegt over hetzelfde cognitieve stijlkenmerk. Hieruit blijkt dat de autisme fenomenen een lage (ecologische) validiteit hebben en weinig ondersteuning kunnen bieden bij het diagnostisch proces naar ASS. Cognitieve stijlkenmerken Uit het onderzoek bij volwassen mannen blijkt dat de SCORS van de drie cognitieve stijlkenmerken: theory of mind, centrale coherentie en executief functioneren, alleen de eerste goed in kaart weet te brengen. Er was bij aanvang van het onderzoek een verwachting dat wellicht ook een zwakke centrale coherentie vastgesteld kan worden met de SCORS, echter het blijkt dat niet één van de dimensies samenhangt met de zelfgerapporteerde centrale coherentie. Doordat niet drie, maar slechts één cognitief stijlkenmerk in kaart te brengen is, zijn de significant lagere scores op de SCORS volledig toe te schrijven aan beperkingen in de theory of mind bij personen met ASS. Een zeer recente ontwikkeling is het gebruik van videofragmenten in theory of mind taken (Golan et.al., 2008; Heavey et. al., 2000). Deze taken laten een sterke samenhang zien met het functioneren in het dagelijks leven. Echter, de resultaten op deze testen zijn mede toe te schrijven aan het executief functioneren en de centrale coherentie van deze personen. Hierdoor is het nog steeds onduidelijk welke beperking in het dagelijks leven wordt veroorzaakt door welke beperking in cognitieve

14 stijlkenmerken. De TAT is dus in tegenstelling tot deze videofragmenten wel een goed instrument om alleen de theory of mind in kaart te brengen bij volwassen mannen. Conclusies Op grond van de resultaten uit het onderzoek kan worden gesteld dat beperkingen in de theory of mind van personen met ASS in kaart kunnen worden gebracht door middel van de Thematische Apperceptie Test. Personen met ASS scoren significant lager op dimensie 1 en dimensie 4 van de SCORS. Beide dimensies vragen een goed ontwikkelde theory of mind om psychologisch gemedieerde processen bij anderen te kunnen beschrijven. De autisme fenomenen die beschreven zijn door Edrisi et. al. (2009) blijken echter geen verschil op te leveren tussen personen met ASS en een controlegroep. Blijkbaar zijn de ranges waarin gezonde proefpersonen deze fenomenen noemen al zo groot, dat het bijna niet mogelijk is om hier een verschil in aan te kunnen tonen tussen verschillende onderzoeksgroepen. Aangezien deze fenomenen ook niet samenhangen met zelfgerapporteerde cognitieve stijlkenmerken is de ecologische validiteit van deze fenomenen zeer beperkt en hebben ze voor klinisch gebruik geen aanvullende waarde. In de toekomst zou het waardevol zijn om de beschrijvingen van de SCORS van dimensie 1 concreter te maken. Hiermee zou de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid verhoogd kunnen worden, wat wellicht bij toekomstig onderzoek zou kunnen leiden tot nog grotere verschillen tussen beide groepen. Tot op heden heeft het onderzoek alleen plaatsgevonden bij volwassen mannen. TAT onderzoek bij grotere en meer diverse populaties, bijvoorbeeld bij vrouwen, zullen in de toekomst moeten aantonen of bijvoorbeeld de scores op de dimensies een verschillend resultaat per groep oplevert en of ook hier de TAT een waardevol instrument kan zijn. Referenties American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic and statistical manual of mental disorders DSM-IV-TR (Text Revision). Washington, DC: American Psychiatric Association. Baird, G., Simonoff, E., Pickles, A., Chandler, S., Loucas, T., Meldruk, D., & Charman, T. (2006). Prevalence of disorders of the autism spectrum in a population cohort of

15 children in Sounth Thames: the Special Needs and Autism Project (SNAP). Lancet, 15, Baron-Cohen, S. (2000). Theory of mind and autism: A fifteen year review. In S. Baron-Cohen, H. Tager-Flusberg, & D. J. Cohen (Eds.), Understanding other minds. Perspectives from developmental cognitive neuroscience (pp. 3 21). Oxford: University Press. Baron-Cohen, S., Leslie, A. M., & Frith, U. (1985). Does the autistic child have a theory of mind? Cognition, 21, Baron-Cohen, S., Richler, J., Bisarya, D., Gurunathan, N., & Wheelwright, S. (2003). The Systemising Quotient (SQ): An investigation of adults with Asperger Syndrome or High Functioning Autism and normal sex differences. Philosophical Transactions of the Royal Society, Series B, 358, Baron-Cohen, S., Wheelwright, S., & Jolliffe, T. (1997b). Is there a language of the eyes? Evidence from normal adults and adults with autism or Asperger syndrome. Visual Cognition, 4, Baron-Cohen, S., Wheelwright, S., Skinner, R., Martin, J., & Clubley, E. (2001). The Autism- Spectrum Quotient (AQ): evidence from Asperger syndrome/high functioning autism, males and females, scientists and mathematicians. Journal of Autism and Developmental Disorders 31(1): 5 17 Blair, R.J.R. (1996). Brief report: Morality in the autistic child. Journal of Autism and Developmental Disorders, 26, Bowler, D. M. (1992). Theory of mind in Asperger syndrome. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 33, Chaytor, N., & Schmitter-Edgecombe, M. (2003) The ecological validity of neuropsychological tests: A review of the literature on everyday cognitive skills, Neuropsychology Review (13), Edrisi, M. & Eurelings-Bontekoe, E. (2009). Begaafd doch beperkt: Vroege signalering van een Autismespectrumstoornis bij volwassenen met arbeidsgerelateerde problematiek met behulp van gesprek, persoonlijkheidsvragenlijsten en de Thematische Apperceptie Test (TAT). Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme, 2: Eurelings-Bontekoe, E., Zwinkels, K., Schaap-Jonker, H. & Edrisi, M. (2011). Formal characteristics of Thematic Apperception Test narratives of adult patients with an autism spectrum disorder. A preliminary study. Psychology, 2, Frith, U. (1989). Autism: explaining the enigma. Oxford: Basil Blackwell Ltd.

16 Happé, F. (1994). An advanced test of theory of mind: understanding of story character thoughts and feelings by able autistic, mentally handicapped, and normal children and adults. Journal of Autism and Developmental Disorders, 24, Happé, F. (1999). Autism: cognitive deficit or cognitive style? [Web Page]. Paper presented at Autism99 conference (Nov. 1999) (URL: Happé, F., & Frith, U. (2006). The weak Coherence Account: Detail-focussed Cognitive Style in Autism Spectrum Disorders. Journal of Autism and Developmental Disorders 36(1), Jolliffe, T., & Baron-Cohen, S. (1999). A test of central coherence theory: linguistic processing in high-functioning adults with autism or Asperger syndrome: is local coherence impaired?, Cognition (71), Kenworthy, L., Yerys, B. E., Gutermuth Antony, L., Wallace, G. L. (2008). Understanding executive control in autism spectrum disorders in the lab and in the real world. Neuropsychological Review, 18, Landis, J.R.; & Koch, G.G. (1977). The measurement of observer agreement for categorical data. Biometrics 33 (1): Leslie, A.M., Mallon, R. & DiCorcia, J.A. (2006). Transgressors, victims, and cry babies : Is basic moral judgment spared in autism? Social Neuroscience, 1, Lord, C., Rutter, M., & Le Couteur, A. (1994). Autism Diagnostic Interview-Revised: a revised version of a diagnostic interview for caregivers of individuals with possible pervaisve developmental disorders. Journal of Autism and Developmental Disorders, 24(5), Murray, H. (1943). Manual for the Thematic Apperception Test. Cambridge, MA: Harvard University Press. Ozonoff, S., Pennington, B. F., & Rogers, S. (1991a). Executive function deficits in highfunctioning autistic individuals: relationship to theory of mind. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 32(7), Ozonoff, S., South, M., & Provencal, S. (2005). Executive functions. IN. Volkmar FR, Paul R, Klin A and Cohen D (eds), Handbook of Autism and Pervasive Developmental Disorders. New Jersey: John Wiley and Sons, Ozonoff, S., Rogers, S., & Pennington, B. (1991b). Asperger s syndrome: Evidence of an empirical distinction from highfunctioning autism. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 32,

17 Premack, D., & Woodruff, G. (1978). Does the chimpanzee have a theory of mind? Behavioral and Brain Sciences, 1(4), Roeyers, H., Buysse, A., Ponnet, K., Pichal, B. (2001). Advancing advanced mind-reading tests: empathic accuracy in adults with a pervasive developmental disorder. Journal of Child Pychology and Psychiatry, 42, Scott, F.J., Baron-Cohen, S., Bolton, P., & Brayne, C. (2002). Brief report: prevalence of autism spectrum conditions in children aged 5-11 years in Cambridgeshire, UK. Autism, 3, Spek, A. A., Scholte, E. M., van Berckelear-Onnes, I. A. (2008). The use of WAIS-III in adults with HFA and Asperger syndrome. Journal of Autism and Developmental Disorders, 38 (4), Spek, A. A,. Scholte, E. M., van Berckelear-Onnes, I. A. (2010). Theory of mind in adults with HFA and Asperger syndrome. Journal of Autism and Developmental Disorders, 40, Spek, A. A., Schatorje, T., Scholte, E. M., van Berckelear-Onnes, I. A. (2008). Verbal fluency in adults with HFA or Asperger syndrome. Neuropsychologia, Spek, A. A., Scholte, E. M., van Berckelear-Onnes, I. A. (2010). Local information processing in adults with High Functioning Autism and Asperger syndrome: The usefulness of neuropsychological tests en self-reports, in press. Vermeulen, P. (2004). Beter Vroeg dan Laat en Beter Laat dan Nooit. Berchem: EPO. Wechsler, D. (1939). The Measurement of Adult Intelligence. Baltimore (MD): Williams & Witkins. p Westen, D. (1985). Social Cognition and Object Relations Scale. Original manual to use for training. University of Michigan: Department of Psychology.

18

19 19 Tabel 1 Beschrijvingen van ASS groep versus controlegroep voor AQ subschalen, SCORS dimensies en autisme fenomenen ASS Controle p-waarde Effect-grootte AQ scores Sociale vaardigheden (SD) 28.9 (5.5) 17.0 (2.8).000**.660 Aandacht wisselen (SD) 30.5 (4.6) 19.5 (4.7).000**.592 Communicatie (SD) 27.0 (5.6) 17.5 (5.4).000**.485 Verbeelding (SD) 25.2 (5.7) 20.0 (4.5).001**.209 Detailgerichtheid (SD) 24.2 (4.6) 21.0 (5.2).031*.101 SCORS Dimensies Dimensie 1 (SD) 1.89 (0.21) 2.04 (0.20).019*.119 Dimensie 2 (SD) 2.93 (0.25) 3.09 (0.32) Dimensie 3 (SD) 1.32 (0.31) 1.51 (.41) Dimensie 4 (SD) 1.79 (0.28) 2.08 (.39).006*.158 Autisme fenomenen Zwakke central coherentie 0.70 (0.73) 0.70 (0.64) Rumineren 0.13 (0.23) 0.10 (0.12) Jumping to conclusions 0.28 (0.32) 0.25 (0.29) Multiple scenario s 0.76 (0.62) 0.73 (0.48) Bewegingen 0.35 (0.33) 0.31 (0.28)

20 20 Tabel 2 Correlatie Coefficienten per AQ subschaal Soc Aan Com Ver Det SCORS Dimensies Dimensie * -.316* * Dimensie Dimensie **.039 Dimensie * * Autisme fenomenen Zwakke central coherentie Rumineren Jumping to conclusions Multiple scenario s Bewegingen * p <.05 ** p <.01

7 Nederlandstalige Samenvatting

7 Nederlandstalige Samenvatting 7 Nederlandstalige Samenvatting Autisme is een ontwikkelingsstoornis, waarvan de symptomen zich in de kindertijd voor het eerst manifesteren en gedurende het gehele leven in verschillende vormen aanwezig

Nadere informatie

Cognitieve profielen van volwassenen met HFA en het syndroom van Asperger

Cognitieve profielen van volwassenen met HFA en het syndroom van Asperger 90 Cognitieve profielen van volwassenen met HFA en het syndroom van Asperger Dit artikel behelst de belangrijkste bevindingen vanuit het proefschrift Cognitive profiles of adults with high functioning

Nadere informatie

Cognitieve kenmerken van volwassenen met de autistische stoornis en de stoornis van Asperger aan de hand van WAIS-III-profielen

Cognitieve kenmerken van volwassenen met de autistische stoornis en de stoornis van Asperger aan de hand van WAIS-III-profielen Cognitieve kenmerken van volwassenen met de autistische stoornis en de stoornis van Asperger aan de hand van WAIS-III-profielen A.A. Spek, prof. dr. E.M. Scholte en prof. dr. I.A. van Berckelaer-Onnes

Nadere informatie

Diagnostiek bij (jong)volwassenen met een autismespectrumstoornis

Diagnostiek bij (jong)volwassenen met een autismespectrumstoornis Annelies Spek Diagnostiek bij (jong)volwassenen met een autismespectrumstoornis SAMENVATTING Bij diagnostisch onderzoek op het gebied van autismespectrumstoornissen (ASS) kan onderscheid gemaakt worden

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces Werkgroep: Audrey Mol, Ilse Noens, Annelies Spek, Cathelijne Tesink, Jan-Pieter Teunisse Inhoud NPO en differentiaal diagnostiek

Nadere informatie

Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS

Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS C.C. Kan, B. Hochstenbach, C. Tesink, J. Pijnacker, J.K. Buitelaar SIT en LdO bij hoog functionerende volwassenen

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

De prestatie van mensen met autisme op de Rey-Osterrieth Complex Figure met gebruik van de Boston Qualitative Scoring System

De prestatie van mensen met autisme op de Rey-Osterrieth Complex Figure met gebruik van de Boston Qualitative Scoring System De prestatie van mensen met autisme op de Rey-Osterrieth Complex Figure met gebruik van de Boston Qualitative Scoring System Lidia Fernandes Pinto Universiteit van Tilburg, Nederland Dr. R. E. Mark Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys Een reactie door Hilde M. Geurts Lezing Begeer, Keysar et al., 2010: Advanced ToM 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Autisme (n=34) Controle

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG 1 Autisme spectrum stoornissen Waarom dit onderwerp? Diagnostiek

Nadere informatie

Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS. Een reflectie Linda Cuppen

Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS. Een reflectie Linda Cuppen Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS Een reflectie Linda Cuppen Reflectie - Asperger/autistische stoornis en DSM-V - DSM-V: diagnostische niveaus - Diagnostische niveaus: neuropsychologische

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

ADHD en autisme: Zijn er verschillen?

ADHD en autisme: Zijn er verschillen? ADHD en autisme: Zijn er verschillen? ADHD en autisme: Zijn er verschillen? Terecht zullen velen die deze vraag lezen hier een bevestigend antwoord op geven. Niettemin zijn deze ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

40 de psycholoog / maart 2015

40 de psycholoog / maart 2015 40 de psycholoog / maart 2015 De normen van de Autism-Spectrum Quotient (aq) zijn beperkt, mede doordat er weinig aandacht is voor sekseverschillen in scores. In deze studie zijn geen sekseverschillen

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Publications. Publications

Publications. Publications Publications Publications Publications De Bildt, A., Mulder, E.J., Scheers, T., Minderaa, R.B., Tobi, H. (2006) PDD, behavior problems and psychotropic drug use in children and adolescents with MR, Pediatrics

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel?

mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel? Dus mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel? Een reflectie op het onderzoek van Edita Poljac Jan-Pieter Teunisse Discussion: Different from our expectations: 1. adolescents with autism seem to

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Oolgaardt lezing 28 November 2006 Ze kunnen het wel, maar ze

Oolgaardt lezing 28 November 2006 Ze kunnen het wel, maar ze Oolgaardt lezing 28 November 2006 Ze kunnen het wel, maar ze doen het niet Sociaal emotionele vermogens van normaal intelligente kinderen met autisme spectrum stoornissen (ASS) Sander Begeer (Vrije Universiteit,

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Autisme bij Ouderen: Een vergeten differentiaal diagnose bij verdenking op dementie.!

Autisme bij Ouderen: Een vergeten differentiaal diagnose bij verdenking op dementie.! Autisme bij Ouderen: Een vergeten differentiaal diagnose bij verdenking op dementie.! 1) Dr. Amir Ahmed, klinisch geriater klinisch farmacoloog 2) Drs. Frédérique Geven, GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Late fouten in het taalbegrip van kinderen

Late fouten in het taalbegrip van kinderen 1 Late fouten in het taalbegrip van kinderen Petra Hendriks Hoogleraar Semantiek en Cognitie Center for Language and Cognition Groningen Rijksuniversiteit Groningen 2 De misvatting Actief versus passief

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Autisme als contextblindheid

Autisme als contextblindheid Leerlingen met autisme in het secundair onderwijs Autisme Limburg 18 oktober 2011 KobeVanroy Autisme Centraal, Gent Autisme als contextblindheid P. Vermeulen, 2009 Autisme: prevalentie 2010 Autisme Centraal

Nadere informatie

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen Oplossingen voor Autisme diagnostiek bij Ouderen Sylvia Heijnen-Kohl, psychotherapeut/gezondheidszorgpsycholoog i.o.t. klinisch psycholoog Mondriaan Ouderen Heerlen/Maastricht Diagnostiek van ASS Multidisciplinaire

Nadere informatie

COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS NATIONALE DYSLEXIECONFERENTIE 3 APRIL 2013 Wilma Jongejan w.jongejan@vu.nl Onderwijscentrum VU (OCVU) DYSLEXIE: GEEN GEÏSOLEERD PROBLEEM Secundaire

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be 1 Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Spel en Verbeelding Taal en Communicatie Emoties Seksualiteit en Relatievorming Eten Slapen Zindelijk worden Zelfredzaamheid of Algemene Dagelijkse leefvaardigheden 2

Nadere informatie

Theory of Mind en Autisme

Theory of Mind en Autisme Theory of Mind en Autisme Antonietta Spallicci Bachelorthese Universiteit van Amsterdam: Psychologie 5829194 A. Ploeger 18 juni 2012 Verslag: 4177 woorden (exclusief samenvatting) 1 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

De kennis over autismespectrumstoornissen

De kennis over autismespectrumstoornissen 44 de psycholoog / juni 2010 De kennis over autismespectrumstoornissen (ASS) bij normaal begaafde volwassenen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Zorginstellingen doen steeds vaker diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017 Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis KATRIEN HERMANS 6/12/2017 Overzicht Wie ben ik? Voorstelling artikel Autismespectrumstoornis en pesten Methode Resultaten Aanbevelingen

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Twee zelfrapportagescreeningsvragenlijsten voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen

Twee zelfrapportagescreeningsvragenlijsten voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l Twee zelfrapportagescreeningsvragenlijsten voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen Een valideringsonderzoek e. h. h o r w i t z, s. s y t e m a, c. e.

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

Autisme en geluk. Peter Vermeulen

Autisme en geluk. Peter Vermeulen Autisme en geluk Peter Vermeulen Outcome studies Hoe stellen volwassenen met autisme het? Review: Magiati, I., Tay, X. W., & Howlin, P. (2014). Cognitive, language, social and behavioural outcomes in adults

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

s. m. j. h e i j n e n - k o h l, s. p. j. v a n a l p h e n autismespectrumstoornissen, diagnostiek, ouderen definiëring

s. m. j. h e i j n e n - k o h l, s. p. j. v a n a l p h e n autismespectrumstoornissen, diagnostiek, ouderen definiëring k o r t e b i j d r a g e Diagnostiek van autismespectrumstoornissen bij ouderen s. m. j. h e i j n e n - k o h l, s. p. j. v a n a l p h e n samenvatting Autismespectrumstoornissen worden bij ouderen

Nadere informatie

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1 AUTISME Autisme is een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door problemen op het gebied van communicatie, sociale omgang, verbeelding en repetitief gedrag. Ongeveer 70% van de mensen met autisme

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vriendin INLEIDING SRS-A 2/6 Inleiding De SRS-A

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme?

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Mirjam Kouijzer, MSc Radboud Universiteit Nijmegen Het programma Controversiële behandelingen Wat is biofeedback? Mijn onderzoek naar de effecten

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

23 oktober 2013 1. Wat betekent autisme voor jou? Waaraan denk je spontaan? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over?

23 oktober 2013 1. Wat betekent autisme voor jou? Waaraan denk je spontaan? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over? Tegenwoordig heeft iedereen wel een etiketje! Hebben we dat niet allemaal een beetje? Als je niks hebt, is het precies al abnormaal! Mijn kind heeft (net)

Nadere informatie

Impact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren

Impact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren Impact van chronische Q-koorts en QVS op Cognitief Functioneren Daphne Reukers, Ellen van Jaarsveld, Joris van Loenhout, Jeannine Hautvast, Koos van der Velden Disclosure belangen spreker Geen (potentiële)

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf.

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. I. Autisme en verstandelijke beperking Het verschil Peter Vermeulen zei ooit in een vorming (1999) dat een verstandelijke beperking gelijk

Nadere informatie

Theory of Mind en taalvaardigheden: Samenhang met sociaal gedrag bij kinderen met een autisme spectrum stoornis?

Theory of Mind en taalvaardigheden: Samenhang met sociaal gedrag bij kinderen met een autisme spectrum stoornis? Tessa Munneke (s0628069) Onder begeleiding van: Prof.dr. H. Swaab 17-08-2012 Theory of Mind en taalvaardigheden: Samenhang met sociaal gedrag bij kinderen met een autisme spectrum stoornis? Volgens de

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Autisme en speciale interesses: punt van zorg of kracht? Dr Rosa Hoekstra, Institute of Psychiatry, Psychology & Neuroscience, King s College London

Autisme en speciale interesses: punt van zorg of kracht? Dr Rosa Hoekstra, Institute of Psychiatry, Psychology & Neuroscience, King s College London Autisme en speciale interesses: punt van zorg of kracht? Dr Rosa Hoekstra, Institute of Psychiatry, Psychology & Neuroscience, King s College London Overzicht Autisme en speciale interesses Motivatie achter

Nadere informatie

Autisme (ASS) begeleiding of aansturing? Platformdag Passend Onderwijs 3 december 2015 Chul Joo Ro

Autisme (ASS) begeleiding of aansturing? Platformdag Passend Onderwijs 3 december 2015 Chul Joo Ro Autisme (ASS) begeleiding of aansturing? Platformdag Passend Onderwijs 3 december 2015 Chul Joo Ro Voorzet Voorzet is gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met autisme sinds 1994. Is actief in Noord

Nadere informatie

Yvette Dijkxhoorn, Autisme en Bewegen

Yvette Dijkxhoorn, Autisme en Bewegen Yvette Dijkxhoorn, Autisme en Bewegen De autismespectrumstoornissen - Kwalitatieve stoornissen in de sociale interactie - Kwalitatieve stoornissen in de communicatie - Kwalitatieve stoornissen in het verbeeldingsvermogen

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Adult ADHD Self-Report Scale-V1.1 (ASRS-V1.1) Symptoms Checklist from WHO Composite International Diagnostic Interview

Adult ADHD Self-Report Scale-V1.1 (ASRS-V1.1) Symptoms Checklist from WHO Composite International Diagnostic Interview Adult ADHD Self-Report Scale-V1.1 (ASRS-V1.1) Symptoms Checklist from WHO Composite International Diagnostic Interview World Health Organization 2009 All rights reserved. Based on the Composite International

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg. Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.

Nadere informatie

Accare. Dr. C. Blijd PREVENTIE EN VROEG INTERVENTIE

Accare. Dr. C. Blijd PREVENTIE EN VROEG INTERVENTIE PREVENTIE EN VROEG INTERVENTIE Forensische Jeugd- en orthopsychiatrie Dr. C. Blijd hoofd behandelzaken en (forensisch kinderen jeugdpsychiater bij Forensische Jeugd- en orthopsychiatrie Groningen ( Stichting

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN

EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN W E T E N S C H A P P E L I J K O N D E R Z O E K B I J H O O G F U N C T I O N E R E N D E K I N D E R E N E N J O N G E R E N Janneke de Ruiter, MSc FOCUS

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg Seksualiteit en ASS Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014 programma Opfrissen van informatie over ASS (heel kort het spectrum toelichten). ASS en seksualiteit belichten. Seksuele en relationele

Nadere informatie

E M P I R I S C H O N D E R Z O E K. Wederkerig gedrag. bij hoog functionerende kinderen en adolescenten met een ASS

E M P I R I S C H O N D E R Z O E K. Wederkerig gedrag. bij hoog functionerende kinderen en adolescenten met een ASS E M P I R I S C H O N D E R Z O E K Wederkerig gedrag bij hoog functionerende kinderen en adolescenten met een ASS Tineke Backer van Ommeren, Sander Begeer, Anke M. Scheeren, Nathalie Viskaal, Hans M.

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Inleiding: Autisme in de volwassenheid

Inleiding: Autisme in de volwassenheid Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van autisme bij volwassenen 14-06-2011 Inleiding: Autisme in de volwassenheid Ina van Berckelaer-Onnes Universiteit Leiden Gezondheidsraad 2009 Autismespectrumstoornissen:

Nadere informatie