Sociaal- Economische Raad ADVIES. Commissie Arbeidsomstandigheden. Preventie Organisch Psychosyndroom SER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociaal- Economische Raad ADVIES. Commissie Arbeidsomstandigheden. Preventie Organisch Psychosyndroom SER"

Transcriptie

1 Sociaal- Economische Raad ADVIES Commissie Arbeidsomstandigheden Preventie Organisch Psychosyndroom SER

2 Preventie Organisch Psychosyndroom Advies inzake Beleid ter preventie van het Organisch Psychosyndroom Uitgebracht aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Publicatienummer 33, 15 mei 1997 SER Sociaal - Economische Raad

3 Sociaal-Economische Raad De Sociaal-Economische Raad (SER) is in 1950 ingesteld bij de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Wet bo). Hij is representatief samengesteld uit vertegenwfoordigers van ondernemers en van werknemers en uit onafhankelijke deskundigen. De SER is op grond van de Wet bo belast met bestuurlijke en toezichthoudende taken met betrekking tot de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (productschappen en bedrijfschappen). Tot de taken van de SER behoren verder: de regering adviseren over sociale en economische vraagstukken, het toezicht op de door de SER opgestelde fusiecode en uitvoering geven aan bepaalde wetten (zoals de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf de Vestigingswet bedrijven 1954 en de Wet op de ondernemingsraden). De SER wordt bij de uitvoering van zijn functies bijgestaan door vaste en tijdelijke commissies, waarvan sommige onder bepaalde voorwaarden ook zelfstandig werkzaam zijn. De belangrijkste adviezen die de SER uitbrengt, worden in boekvorm uitgegeven. Zij zijn tegen kostprijs verkrijgbaar. Een overzicht van recente publicaties wordt op aanvraag gratis toegezonden. Het maandelijkse SERbulletin geeft uitgebreid nieuws en informatie over de SER. De SER beschikt ook over een eigen site op Internet, waar u onder meer aantreft: de samenstelling van de raad en zijn commissies, persberichten en het laatste nieuws. Sociaal-Economische Raad Stafafdeling Voorlichting Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK DenHaag Tel.: Fax: voorlichting@gw.ser.nl Internet: ISBN /CIP

4 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Inleiding 9 2. Beleidsvoomemens van de staatssecretaris van SZW ter preventie van OPS Inleiding Achtergrond beleidsvoomemens van de staatssecretaris Beleidsvoomemens Standpunten van de commissie Inleiding Beoordeling van de probleemstelling en omvang van de OPS-problematiek Zienswijze van een deel van de commissie Zienswijze van een ander deel van de commissie Beoordeling van de beleidsvoorstellen Standpunt van een deel van de commissie Standpunt van een ander deel van de commissie Advies over een te volgen strategie Standpunt van een deel van de commissie Algemene wijzevan aanpak Uitwerking aanpak categorie-1-situaties Verbetering uitvoering RIE Persoonsgebonden onderzoek Verbeteren grenswaarden Standpunt van een ander deel van de commissie Flankerend beleid Bevordering regelgeving in Europees verband Het geven van voorlichting aan werkgevers, werknemers, Arbodiensten, bedrijfsartsen en huisartsen Het versterken van de voorbeeldfunctie van de (rijks)overheid Het stimuleren van bedrijfstakken inzake het treffen van regelingen die onderzoek en diagnose bij werknemers met OPS-gerelateerde klachten mogelijk maken 51

5 5.5 Inspectie handhaving en monitoring Overige opmerkingen 54 Bijlagen 1. Adviesaanvraag en beleidsnota Samenstelling van de Commissie Arbeidsomstandigheden Samenstelling van de Werkgroep Organisch Psychos3mdroom Resultaten mini-enquete blootstelling organische oplosmiddelen Overzicht van aspecten van OPS-problematiek bij verschillende activiteiten/sectoren/branches Productanalyse: geen productvervanging maar een informatiegerichte aanpak Voorstellen van werknemersorganisaties ten aanzien van beleidsregels en vervangingsverplichting per branche respectievelijk toepassingsgebied 89

6 Samenvatting De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op 16 april 1996 aan de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal- Economische Raad (SER) advies gevraagd over zijn beleidsvoornemens ten aanzien van de aanpak van blootstelling aan organische oplosmiddelen in de arbeidssituatie, omdat deze blootstelling kan leiden tot het ontstaan van het organisch psychosjtidroom (OPS). In de adviesaanvraag wordt aangegeven dat OPS een ernstige vorm van beschadiging van het zenuwstelsel is, die kan leiden tot concentratiestoornis, geheugenverlies en persoonlijkheidsverandering. Het ziektebeeld heeft niet alleen grote consequenties voor de betrokken werknemer zelf, maar ook voor diens gezin en sociale omgeving. De ernst van het effiect van blootstelling aan organische oplosmiddelen, het aantal mogelijk regelmatig blootgestelde werknemers (volgens de staatssecretaris wordt het aantal geschat op 500 duizend werknemers) en het aantal OPS-gevallen dat te verwachten is als het huidige beleid niet wordt gewijzigd (door hem geschat op 100 tot 200 per jaar) zijn voor de staatssecretaris aanleiding een aanpak voor te stellen ter beheersing van de OPSproblematiek. Deze aanpak omvat: - het vastleggen in beleidsregels van de te treffen maatregelen voor die situaties waarin de blootstelling in principe met adequate technische en/of organisatorische maatregelen beheersbaar is; - een verplichte vervanging van het organisch oplosmiddel dan wel oplosmiddel bevattend product door een minder gezondheidsschadelijke stof of product in situaties die bijzonder risicovol zijn en waarin de blootstelling niet of slechts bijzonder lastig beheersbaar is. Ter ondersteuning van deze aanpak stelt de staatssecretaris een flankerend beleid voor. Binnen de commissie wordt verschillend gedacht over de omvang van de OPS-problematiek en daarmee ook over de wijze van aanpak.

7 Een deel van de commissie' erkent dat blootstelling aan organische oplosmiddelen oorzaak kan zijn van ernstige gedragsveranderingen, maar pas na langdurige en herhaalde blootstelling aan zeer hoge concentraties. Blootstelling aan hoge concentraties moet worden voorkomen; reductie van de blootstelling is dan ook gew^enst. Dit deel van de commissie constateert dat er onduidelijkheden zijn ten aanzien van de definitie van het ziektebeeld, de diagnose, de omvang van de OPS-problematiek, de effecten van blootstelling, de wetenschappelijke validiteit van onderzoek en onderzoeksrapporten. Ten aanzien van de definiering van risicovoue situaties wijst dit deel op het instrument van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE; verpiicht sinds 1 januari 1994), goed onderbouwde blootstellingslimieten (MAC-v^^aarden) en het feit dat slechts indicatieve schattingen van blootstellingsniveaus beschikbaar zijn. Dit deel van de commissie stelt voor om prioriteiten te stellen aan het nader definieren van risicovolle situaties op basis van een indeling op geschatte verbruiksvolumina en geschatte blootstelling. Met betrekking tot de voorgestelde maatregelen vindt dit deel dat vervanging moet worden beschouwd als de uitkomst van de arbeidshygienische strategie en niet als een vaststaande conclusie. Dit deel pleit dan ook voor een risiscobenadering, waarbij niet alleen wordt gelet op het intrinsieke gevaar van de stof, maar ook op de kans op werkelijke blootstelling en het daaraan verbonden werkelijke arbeidsgezondheidskundige risico, alsmede voor een aanpak gericht op toepassingen. Dit deel van de commissie stelt de volgende maatregelen voor: - een gefaseerde aanpak van de mogelijk risicovolle situaties, beginnend met de toepassingen waarbij sprake is van hoge gebruiksvolumina en een grote kans op blootstellingsniveaus ver boven goed onderbouwde blootstellingslimieten. Dit deel noemt een aantal sectoren waarvoor met prioriteit plannen tot reductie van de blootstelling moeten worden opgesteld. Het betreft vier toepassingssituaties met vaste werkplekken (autoreparatie, handmatige schoonmaakwerkzaamheden in offset- en zeefdrukkerijen, schoenreparaties en lederwarenindustrie) en twee toepassingssituaties met mobiele werkplekken (binnenhuisschilderwerk en vloeren en tapijt leggen); - een verbetering van de uitvoering van de RIE; - invoering van persoonsgerichte periodieke controles op chronische effecten (PAGO-vragenlijsten); - verbeteren van grenswaarden. 1 Bestaande uit de ondernemersleden. 6

8 SAMENVATTING Dit deel van de commissie stelt voor dat de overheid een indeling opstelt van risicovolle situaties, en gesprekken aangaat met betrokken brancheorganisaties. Deze organisaties kunnen dan, al dan niet in overleg met de overheid en/of vakbonden, initiatieven ontplooien tot een aanpak van de problematiek. In bijlage 4 bij het advies geeft dit deel van de commissie aan welke initiatieven al door verschillende organisaties zijn genomen. Indien uit de aanpak blijkt dat een adequate beheersing van de blootstelling alleen haalbaar en controleerbaar is als een beleidsregel wordt opgesteld dan wel als sprake is van een verplichte vervanging, dient naar de mening van dit deel van de commissie het Ministerie van SZW daartoe het initiatief te nemen. Een ander deel van de commissie^ is met de staatssecretaris van mening dat beroepsmatige blootstelling aan organische oplosmiddelen tot ernstige gezondheidsklachten, waaronder OPS, kan leiden. Dit deel vindt dat, gelet op de ramingen van de omvang van de OPS-problematiek, het probleem onderschat wordt en dat er meer slachtoffers te verwachten zijn. Dit deel wijst er op dat het beleid ter preventie van OPS - ondanks initiatieven van v^^erkgevers en w^erknemers - onvoldoende van de grond is gekomen en dat op korte termijn aanvuuende maatregelen dienen te worden getroffen. De relatie tussen blootstelling en effect is volgens dit deel afdoende aange toond; evenals de relatie tussen de grenswaarde, piekblootstelling en het risico op OPS. Dit deel benadrukt dat blootstelling aan oplosmiddelen naast de OPSproblematiek ook andere gevaren voor de gezondheid oplevert. Deze leden verwachten dat aanpak van de OPS-problematiek ook zal leiden tot een vermindering van die andere gezondheidsrisico's. Dit deel van de commissie heeft gelet op de risicovolle situaties en daaraan verbonden maatregelen, alle branches en sectoren waarin toepassingen van organische oplosmiddelen plaatsvinden, onderverdeeld in drie categorieen: - branches/sectoren met duidelijk aantoonbare risicovolle werksituaties; - branches/sectoren waar aanwijzingen zijn dat er mogelijk risicovolle werksituaties voorkomen; - branches/sectoren waar onvoldoende bekend is over risicovolle situaties. Voor de eerste groep van situaties worden door dit deel concrete voorstellen gedaan. Dit deel van de commissie onderschrijft de voorstellen van de staatssecretaris ten aanzien van situaties waarvoor beleidsregels zouden moeten worden opgesteld en ten aanzien van situaties waarbij van een verplichte 2 Bestaande uit de werknemersleden en onafhankelijke leden.

9 vervanging sprake zou moeten zijn. Dit deel vindt echter dat voor een aantal situaties waarin de staatssecretaris wil volstaan met het ontwikkelen van beleidsregels, toch een vervanging zou moeten worden voorgeschreven. Enerzijds omdat geschikte alternatieven beschikbaar zijn. Anderzijds omdat de kosten van het treffen van voorzieningen en beheersmaatregelen om aan de beleidsregels te voldoen doorgaans hoger zuuen zijn dan de kosten van vervanging. In bijlage 7 bij het advies Mrorden de voorstellen van dit deel van de commissie verder uitgewerkt. Dit deel is verder van mening dat voor die situaties w^aarvoor nu reeds een geschikt alternatief voorhanden is, een termijn van een hallqaar tot twee jaar voldoende is om bedrijven de gelegenheid te bieden de bedrijfsvoering aan te passen. Ook dit deel gaat ervan uit dat het Ministerie van SZW het initiatief neemt tot het opstellen van beleidsregels - en zo nodig tot een verplichte vervanging - en de werkgevers en werknemers in de betrokken branche of sector daarbij betrekt. Ten aanzien van het flankerend beleid is het advies op een aantal onder-. delen unaniem en op een aantal andere onderdelen verdeeld. Unanimiteit bestaat over de voorstellen van de staatssecretaris ten aanzien van het geven van voorlichting aan werkgevers, werknemers, Arbodiensten, bedrijfsartsen en huisartsen, ten aanzien van het versterken van de voorbeeldfunctie van de overheid, ten aanzien van inspectieprojecten en monitoring van ontwikkelingen. Verschil van mening bestaat er ten aanzien van de bevordering van wetge ving in Europees verband, het stimuleren van bedrijfstakregelingen voor onderzoek en diagnostiek van OPS. Verder geeft een deel van de commissie^ aan dat ook aan een aantal andere voorwaarden moet zijn voldaan wil het voorgenomen beleid succesvol zijn. Daarbij denkt dit deel aan etikettering, verstrekking van informatie over vervangingsmogelijkheden, fiscale maatregelen, ontwikkeling van oplosmiddelvrije producten. 3 Bestaande uit de werknemersleden en onafhankelijke leden. 8

10 1. Inleiding Bij brief van 16 april 1996 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het advies van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal-Economische Raad (SER) (hierna: de commissie) gevraagd over zijn beleidsvoornemens ter preventie van het Organisch Psychosyndroom (hierna: OPS). De staatssecretaris heeft de commissie gevraagd hem voor 1 oktober 1996 te adviseren; niet alleen over de voorstellen tot intensivering van het beleid ter voorkoming van OPS maar ook over de bijzondere aspecten die onderdeel vormen van de voorgestelde aanpak: het ontwikkelen van beleidsregels en het invoeren van een vervangingsplicht in bijzondere risicovolle omstandigheden. Die termijn kon niet vi^orden gehaald omdat de behandeling van de adviesaanvraag meer tijd heeft gevergd dan verwacht. De reden daarvan is tweeledig. Enerzijds diende de commissie zich in eenzelfde periode te buigen over verschillende adviesaanvragen op het terrein van de arbeidsomstandigheden, waardoor een cumulatie van werkzaamheden optrad. Anderzijds vi^as de onderhavige materie dermate gecompliceerd dat voor een goede achtergrondinformatie en voldoende inzicht in de problematiek in de praktijk een uitvoerige achterbanraadpleging noodzakelijk was ter voorbereiding van de advisering door de commissie. Het ontwerp voor dit advies is voorbereid door een daartoe ingestelde Werkgroep OPS. Deze werkgroep heeft zich over de problematiek van OPS en de schattingen van te verwachten OPS-slachtoffers ten gevolge van beroepsmatige blootstelling aan organische oplosmiddelen uitvoerig laten informeren door de heer G. van der Laan, bedrijfsarts, directeur van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten AMC, Coronel Instituut (UvA) en de heer drs. H.H. Emmen van TNO-Zeist, Divisie Toxicologic. Hoofdstuk 2 van dit advies bevat een weergave van de argumentatie van de staatssecretaris op grond waarvan zijns inziens een aanscherping van het beleid noodzakelijk is en geeft een overzicht van de concrete beleidsvoorne mens in de adviesaanvraag ten aanzien van het voorkomen van schadelijke

11 effecten van blootstelling aan organische oplosmiddelen, in het bijzonder ter preventie van OPS. Het standpunt van de Commissie Arbeidsomstandigheden over de argumentatie, met name de probleemstelling en de omvang van de OPS-problematiek, alsmede de concrete beleidsvoornemens van de staatssecretaris van SZW komen in hoofdstuk 3 aan de orde. In hoofdstuk 4 zijn de standpunten van de commissie ten aanzien van een aanpak, respectievelijk een te volgen strategie verwoord. De opmerkingen over het flarikerend beleid zijn in hoofdstuk 5 terug te vinden. De adviesaanvraag en de daarbij behorende beleidsnota zijn hierna bijgevoegd als bijlage 1. De samenstelling van de commissie en de w^erkgroep zijn opgenomen in respectievelijk de bijlagen 2 en i3. Verder vi^ordt in een aantal bijlagen (bijlage 4 t/m 7) informatie verstrekt ter ondersteuning van standpunten en voorstellen van (delen van) de commissie. De commissie heeft het advies vastgesteld in haar vergadering van 15 mei

12 2. Beleidsvoornemens van de staatssecretaris van SZW ter preventie van OPS 2.1 Inleiding De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de staatssecretaris) heeft in een beleidsnota bij de adviesaanvraag uiteengezet wat voor hem de aanleiding is om specifieke beleidsvoornemens te ontv^ikkelen ter voorkoming van OPS ten gevolge van blootstelling aan organische oplosmiddelen. De beleidsnota bevat verder de concrete voorstellen in dat opzicht. In paragraaf 2.2 wordt kort de achtergrond van de beleidsvoorstellen geschetst en paragraaf 2.3 bevat de concrete voorstellen van de staatssecretaris. 2.2 Achtergrond beleidsvoornemens van de staatssecretaris Het hiernavolgende is ontleend aan de adviesaanvraag en de bijbehorende nota en bevat derhalve de zienswijze van de staatssecretaris. OPS is een ernstige vorm van hersenbeschadiging die onder meer kan ontstaan door blootstelling aan organische oplosmiddelen. Deze stoffen - geschat wordt een honderdtal - worden op grote schaal en in uiteenlopende toepassingen gebruikt: in verf en drukinkten, in lijmen, in ontvettingsmiddelen en in verschillende chemische processen. Het aantal werknemers dat in ons land regelmatig aan oplosmiddelen v^ordt blootgesteld, wordt geschat op circa De beschadiging van het zenuwstelsel kan leiden tot concentratiestoornis, geheugenverlies en verandering in de persoonlijkheid. Het gaat hierbij derhalve om zeer ernstige verschijnselen voor de betrokken werknemer zelf, die veelal ook hun weerslag hebben op de gezinsleden en sociale omgeving van de betrokkene. Een en ander kan uiteindelijk leiden tot arbeidsuitval. Alleen bij vroegtijdige herkenning van het klachtenpatroon en beeindiging van de blootstelling kan herstel optreden. Concrete gegevens over het aantal OPS-slachtoffers in ons land zijn op dit moment niet beschikbaar. Tot voor kort ontbrak een protocol voor de diagnose van OPS. 11

13 Sinds een dergelijk protocol beschikbaar is, is er sprake van een toenemend aantal mogelijke OPS-slachtoffers dat zich aanmeldt voor nader onderzoek bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCB) en het Medisch Spectrum Twente. Door TNO is evenwel - op verzoek van het Ministerie van SZW - op basis van met name Scandinavische gegevens berekend dat naar schatting op dit moment sprake is van circa 2500 OPS-gevallen. Dit aantal zou, mede gelet op de onderzoekingen van het NCB, bij een ongewijzigd arbeidsomstandighedenbeleid volgens de staatssecretaris met 100 tot 200 gevallen per jaar kunnen toenemen. De staatssecretaris concludeert dat ondanks allerlei inspanningen van de zijde van de overheid (wetgeving: algemeen beheersregime, registratieverplichtingen, grensviraardenbeleid, inspectie en handhaving) en de sociale partners (convenanten: Verfovereenkomst; KWS 2000-programma^ CAOafspraken) in de afgelopen jaren de OPS-problematiek niet is opgelost en dat er zelfs sprake is van een gestage toename van werknemers met OPSklachten. De belangrijkste redenen v^aarom het huidige beleid onvoldoende in staat is het ontstaan van OPS te voorkomen, zijn volgens de staatssecretaris: - het ongeregelde karakter van werkplekken en van werkzaamheden, MAaardoor het treffen van adequate maatregelen tot beheersing van blootstelling aan organische oplosmiddelen wordt bemoeilijkt; - de gemakkelijke overschrijding van (w^ettelijke) MAC-waarden en de vele problemen die zijn verbonden aan het - soms gedurende langere tijd - daardoor noodzakelijk dragen van adembeschermingsmiddelen; - een stagnatie in het vervangen van oplosmiddelrijke producten door alternatieven en het optreden van problemen in de handhaving via het toetsen door de Arbeidsinspectie van het bronbeleid (arbeidshygienische strategie) aan het redelijkerwijs beginsel. De staatssecretaris is dan ook van mening dat, gezien de ernst en omvang van de OPS-problematiek door beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen, een nader beleid noodzakelijk is dat specifiek is gericht op het be heersen van de blootstelling aan organische oplosmiddelen ter preventie van OPS. Het KWS 2000-programma is een beleidsprogramma van het Ministerie van VROM, gericht op het sterk (gemiddeld meer dan 50 procent) terugdringen van de uitstoot van organische koolwaterstoffen door bedrijven in het milieu (emissiereducties). 12

14 BELEIDSVOORNEMENS VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SZWTER PREVENTIE VAN OPS 2.3 Beleidsvoornemens De staatssecretaris stelt een tweesporenbeleid voor ter preventie van het optreden van OPS door blootstelling aan oplosmiddelen. Enerzijds acht hij een optimalisering van de huidige regelgeving van belang. Anderzijds acht hij aanvullende regelgeving ten aanzien van vervanging van organische oplosmiddelen dan wel vervanging van (in hoge mate) oplosmiddel bevattende producten noodzakelijk. Optimalisering huidige regelgeving Onder optimalisering van de huidige regelgeving verstaat de staatssecretaris het concretiseren van de huidige regelgeving door in beleidsregels maatregelen vast te leggen voor situaties waarbij blootstelling in principe met adequate technische en/of organisatorische maatregelen beheersbaar is. Het gaat daarbij veelal om continue aan een vaste plaats gebonden toepassingen van organische oplosmiddelen dan wel van producten die organische oplosmiddelen bevatten. Deze werkzaamheden hebben doorgaans een geregeld en structureel karakter. In de beleidsregels dient de stand van de techniek te worden vastgelegd voor specifieke toepassingen en/of werkzaamheden. Aan de commissie wordt gevraagd aan te geven voor welke organische oplosmiddelen en in welke situaties of toepassingen de stand van de techniek en beheersmaatregelen in concrete beleidsregels kunnen worden vastgelegd. Aanvullende regelgeving Volgens de staatssecretaris is aanvullende regelgeving noodzakelijk voor situaties die als bijzonder risicovol zijn aan te merken, waarvan naar zijn mening sprake is als: - de grenswaarden voor de betrokken oplosmiddelen gemakkelijk worden overschreden en - het treffen van adequate beheersmaatregelen ter vermindering of het voorkomen van blootstelling aan organische oplosmiddelen bijzonder lastig dan wel praktisch onmogelijk is. In die situaties is volgens de staatssecretaris beheersing van de OPS-proble matiek slechts mogelijk door middel van aanvullende regelgeving, waarin een vervangingsverplichting is opgenomen voorzover dat technisch uitvoerbaar is en alternatieven uit technisch oogpunt beschikbaar zijn. De staatssecretaris wil daartoe de regelgeving zodanig aanpassen dat in het Arbobesluit de vervangingsplichtige situaties worden opgenomen in de vorm van een limitatieve opsomming. 13

15 Aan de commissie v^^ordt gevraagd voor welke van deze risicovoue situaties, gezien de stand van de techniek, een vervangingsplicht zou kunnen worden ingevoerd. Flankerend beleid Ter ondersteuning van de beleidsvoornemens wordt door de staatssecretaris voorgesteld een aantal activiteiten te ontplooien, waartoe in ieder geval behoren: - het nemen van initiatieven tot regelgeving in Europees verband; - het geven van voorlichting aan werkgevers en werknemers, Arbodiensten, bedrijfsartsen en huisartsen; - het uitdragen van de voorbeeldfunctie van de overheid ten aanzien van het gebruik van oplosmiddelarme producten; - het stimuleren van bedrijfstakregelingen die onderzoek en diagnose van OPS-gerelateerde klachten mogelijk maken; - het formuleren van inspectieprojecten, gericht op vervanging en op blootstellingsniveaus, en het monitoren van ontwikkelingen die zich in de praktijk voordoen. 14

16 3. Standpunten van de commissie 3.1 Inleiding In het kader van de voorbereiding van de standpuntbepaling over de beleidsvoornemens van de staatssecretaris is ten behoeve van de commissie aan de Werkgroep OPS van verschillende zijden informatie aangereikt. Naast de mondeling door de heren Van der Laan en Emmen verstrekte informatie over de OPS-problematiek en het aantal te verwachten slachtoffers (zie hoofdstuk 1) is tevens informatie ter kennis van de commissie gebracht door de ministeriele vertegenwoordigers en door en via de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties. In paragraaf 3.2 worden de standpunten van de commissie over de proble matiek op zich, en met name over de omvang ervan, v^^eergegeven. Paragraaf 3.3 bevat de reactie op de concrete beleidsvoornemens van de staatssecretaris. 3.2 Beoordeling van de probleemstelling en omvang van de OPS-problematiek Binnen de commissie w^ordt verschillend gedacht over de probleemstelling en de omvang van de OPS-problematiek in de praktijk en daarmee over de te volgen aanpak van de problematiek Zienswijze van een deel van de commissie^ Naar de mening van dit deel van de commissie is in de discussie een vermenging ontstaan van het OPS-probleem en een meer algemeen probleem van (te) hoge blootstelling aan organische oplosmiddelen. Dit deel onderkent het algemene probleem van te hoge blootstelling aan organische oplosmiddelen in de werksituatie, maar waarschuvirt ervoor dit ondergeschikt te maken aan het meer specifieke probleem van OPS, dat nog niet volledig grijpbaar en nog niet goed gedefinieerd is. 1 Bestaande uit de ondernemersleden. 15

17 Dit deel van de commissie is het met de staatssecretaris eens dat blootstelling aan organische oplosmiddelen de oorzaak kan zijn van ernstige gedragsveranderingen bij de mens, zij het dat naar de mening van dit deel daarvan pas sprake zal zijn na langdurige en herhaalde blootstelling aan zeer hoge concentraties. Deze zogenaamde neurotoxische effecten zijn voldoende bekend en onderkend in de wetenschappelijke literatuur. Daarbij gaat het echter om blootstellingen aan organische oplosmiddelen ver boven grenzen die redelijk worden geacht (bijvoorbeeld recentelijk vastgelegde MAC-v^^aarden of Internationale equivalenten daarvan)^. Uit de informatie die aan de commissie ter beschikking is gesteld over de beroepsanamnese van een aantal OPS-gevallen blijkt dat in die gevallen geregeld blootstelling aan hoge concentraties organische oplosmiddelen is voorgekomen en wel in z6 hoge concentraties dat acute vergiftigingsverschijnselen (duizeligheid, gevoel van dronkenschap, hoofdpijn) zijn opgetreden^. In een aantal andere gevallen is mogelijk sprake geweest van jarenlange, dagelijks terugkerende kortdurende blootstellingen aan zulke zeer hoge concentraties, zonder dat daarbij is vastgesteld dat ook de tijdgewogen gemiddelde blootstelling boven de geldende grenswaarden is geweest. Verder blijkt uit de aan de commissie verstrekte informatie dat zulke blootstellingssituaties in bepaalde toepassingsgebieden helaas nog steeds niet kunnen worden voorkomen. Dit deel onderschrijft het standpunt van de staatssecretaris, dat reductie van de beroepsmatige blootstelling aan organische oplosmiddelen gewenst is. In de beschreven gevallen, waarvan de commissie via voornoemde informatie kennis heeft kunnen nemen, gaat het zonder uitzondering om blootstellingen boven MAC-waarden of de Internationale equivalenten daarvan. Elke overschrijding is ongewenst en moet worden voorkomen ongeacht of het uiteindelijke effect nu OPS of een ander gezondheidseffect is. Ook al zijn er nog onduidelijkheden en onzekerheden met betrekking tot OPS, uit de literatuur en de verstrekte informatie dringt aan dit deel van de commissie de conclusie zich op dat blootstelling aan hoge concentraties organische oplosmiddelen, zoals aangegeven in de beschreven OPS-casussen, ongewenst is en moet worden voorkomen. Met betrekking tot het specifieke effect dat OPS wordt genoemd, constateert dit deel van de commissie dat er onduidelijkheden bestaan ten aanzien de 2 Chronic Neurotoxicity of Solvents, ECETOC Technical Report Nr.70, Van der Laan et al., Organisch Psycho Syndroom door oplosmiddelen?een protocol voor de diagnostiek, Nederlands Centrum voor Beroepsziekten,

18 STANDPUNTEN VAN DE COMMISSIE definitie van het ziektebeeld, de diagnose, de omvang van het probleem, de effecten van blootstelling en de w^etenschappelijke validiteit van onderzoek en onderzoeksrapporten. Op deze onduidelijkheden wordt hiernavolgend ingegaan. Definitie ziektebeeld Een duidelijke definitie van het ziektebeeld OPS ontbreekt. In verschillende onderzoeksrapporten worden uiteenlopende definities gehanteerd, gebaseerd op klinische oordelen, die voor een deel berusten op persoonlijke meningen en voor een ander deel op nationale v^^etgeving. Zo wordt in de Atlas voor werk en gezondheid in de bouwnijverheid'' een beeld gegeven van de gezondheidsklachten van schilders in relatie tot het v^erken met oplosmiddelen. Deze klachten betreffen last van stank, last van damp en nevel, vermoeidheid, nervositeit, maagstoornissen, duizeligheid en overgevoeligheid van de longen. Uit andere onderzoeken^ ^ met proefpersonen, waarbij met controlegroepen is gewerkt, blijkt dat de eerdergenoemde klachten ook voorkomen bij de controlegroepen die niet aan oplosmiddelen waren blootgesteld. In vele gevallen worden significante verschillen in het optreden van subjectieve gezondheidsklachten tussen de blootgestelden en de controlegroepen vastgesteld. Volgens de onderzoekers is nader onderzoek naar OPS pas noodzakelijk als bepaalde grenswaarden voor verschillende klachtengroepen gelijktijdig worden overschreden. De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) heeft een classificatie van neurologische aandoeningen door organische oplosmiddelen in drie typen Atlas voor werk en gezondheid in de bouwnijverheid; Amsterdam, 1992, Coronel Laboratorium, NIPG-TNO, Bedrijfsgezondheidsdienst Gelderland, Arbouw. Neurasthene klachten bij werknemers blootgesteld aan organische oplosmiddelen, Stichting Arbouw, januari The Evaluation of Neurobehavioral Testing Methods in Occupational Health Practice, TNO/ArboNed Hoogovens, januari

19 opgesteld^ *. Soms worden alleen de meest ernstige, onomkeerbare vormen aangemerkt als OPS, bijvoorbeeld door TNO. Dit is mede aanleiding tot onduidelijkheid over de omvang van het probleem. De WHO^ waarschuwt ervoor dat de bovengenoemde classificatie is gebaseerd op verschijnselen en dat zij niet een beschrijving van de progressie van het ziektebeeld is. Hoewel het misschien voor de hand ligt om een geleidelijke overgang van het eerste omkeerbare type (neurastheen-syndroom) naar de onomkeerbare typen te veronderstellen, ontbreken daarvoor debewijzen. Diagnose Het mechanisme waarlangs organische oplosmiddelen OPS veroorzaken is nog onbekend. Daarom vindt diagnose niet plaats op grond van fysiologische verschijnselen maar aan de hand van een reeks van tests waarin afwijkingen in het gedrag worden gemeten. De WHO concludeerde dat de sjmiptomen en neurologische en psychologische afwijkingen die optreden na langdurige blootstelling aan oplosmiddelen zeer aspecifiek zijn en ook kunnen optreden in andere ziekteprocessen, of het gevolg kunnen zijn van alcohol- of druggebruik. Er bestaat internationaal geen overeenstemming over een wetenschappelijk juiste interpretatie van waargenomen verande ringen zoals recent is geconcludeerd door de Engelse Health and Safety Executive (HSEf. Omvang probleem De schattingen in de adviesaanvraag van te verwachten aantallen OPSslachtoffers zijn vooral gebaseerd op buitenlandse, met name Scandinavische, gegevens. Daarnaast wordt de toename van het aantal slachtoffers bij ongewijzigd beleid geschat. Recente schattingen door TNO geven grote Neurobehavioural Methods in Occupational and Environmental Health, World Health Organisation, Reports from 2"' International Symposium, P. Grandjean ed., Classificatie OPS (WHO 1985): Type 1; 'Neurastheen Syndroom' met aspecifieke klachten: - moeheid, slaapstoornissen, concentratiestoornissen en initiatiefverlies; - reversibele effecten; - het zogenaamde Kortjakje-symptoom. Type 2: Matige Toxische Encephalopathie: - blijvende veranderingen in persoonlijkheid en affectie; - aantasting van het intellectueel functioneren. Type 3: Ernstige Toxische Encephalopathie: - aantasting van intelligentie en geheugen, dementie. Health and Safety Executive, UK, April 1997 (to be published). 18

20 STANDPUNTEN VAN DE COMMISSIE onzekerheidsmarges (van 30 tot 330 gevallen per jaar)^" w^aarbij volgens de onderzoekers het aantal gevallen v^^aarschijnlijk eerder bij de ondergrens dan bij de bovengrens ligt. Ook de eerder aangehaalde onduidelijkheid in de definitie leidt tot verschillende inschattingen van het probleem. Uit aan de commissie verstrekte informatie blijkt dat de schatting van TNO betrekking heeft op de categorieen-2- en -3-gevallen van de WHO-definitie {mild and severe chronic toxic encephalopathy!, daarbij aansluitend bij de diagnosemethodiek van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Het hierna aan het woord komende deel van de commissie komt tot een veel hogere inschatting van het probleem omdat dat deel ook categorie-lgevallen uit de WHO-definitie (neurastenic syndrome) betrekt in zijn schattingen". Het hier aan het woord zijnde deel van de commissie v«jst op het gevaar dat schattingen van het aantal OPS-gevallen als die van TNO een eigen leven gaan leiden. Verder reflecteren de getallen naar de mening van dit deel de bepaalde gevolgen van arbeidsomstandigheden van de afgelopen decennia en wordt geen rekening gehouden met de positieve effecten van het bewustwordingsproces rond blootstelling aan organische oplosmiddelen en met vermindering van de blootstelling aan oplosmiddelen om andere redenen. De bewustwording is over de afgelopen tien jaar bevorderd onder meer door etiketteringsverplichtingen en verplichtingen tot verstrekking van veiligheidsinformatie en recent door de discussie rond OPS. De toenemende bewustwording heeft geleid en zal leiden tot steeds meer aandacht voor het veilig werken met organische oplosmiddelen, met als gevolg meer pre- 10 Zie Dr. B.M. Kulig en Drs. H.H. Emmen, Toxic Encephalopathy in Workers Exposed to Organic Solvents. Hierin wordt gesteld dat de onzekerheden betreffende de aard en omvang van de OPSproblematiek voor een deel een gevolg zijn van het ontbreken van een heldere definitie, zeker in rapporten van minder recente datum. In verschillende onderzoeksrapporten worden verschillende definities gehanteerd, deels gebaseerd op klinische oordelen, deels op persoonlijke meningen en deels op nationale wetgeving. Volgens TNO lopen de gegevens over de aantallen OPS-slachtoffers sterk uiteen als gevolg van de gehanteerde wettelijke en medische criteria. Zo was er in Noorwegen in de periode sprake van 33,5 als OPS aangeduide gevallen per 1 miljoen inwoners per jaar ten gevolge van het ontbreken van een eis betreffende de blootstellingsduur en van objectieve medische maatstaven. In Zweden bedroeg dit aantal slechts 6,5 per 1 miljoen inwoners door het stellen van de eis van een blootstellingsduur van ten minste vijfjaar. In Denemarken daalde hetgeschatte aantal OPS-gevallen van 86,6 per 1 miljoen inwoners per jaar in de periode tot 22 in 1991 ten gevolge van een wijziging van de wettelijke en medische criteria. Ook voor de Nederlandse situatie is er volgens TNO sprake van een grote onzekerheidsmarge: hier wordt het aantal OPS-gevallen geschat op 2 tot 22 werknemers per 1 miljoen inwoners per jaar. 11 Naar de mening van het hier aan het woord zijnde deel van de commissie is de grondslag van die laatste schattingen twijfelachtig omdat die is gebaseerd op een schatting van het aantal doorverwijzingsgevallen uit het rapport van de Stichting Arbouw. Daarbij wordt door het andere deel van de commissie elk doorverwijzingsgeval aangemerkt als OPS-slachtoffer, terwijl uit de door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten verstrekte gegevens blijkt dat in slechts een beperkt deel van de doorverwezen gevallen een oorzakelijk verband tussen blootstelling en gedragsveranderingen kan worden vastgesteld. 19

21 ventief beleid en het treffen van daarmee verband houdende maatregelen en daardoor tot het voorkomen van OPS-gerelateerde aandoeningen. Ook om andere redenen is de blootstelling aan oplosmiddelen de laatste jaren sterk verminderd. Zo is in veel bedrijfstakken het gebruik van gechloreerde en licht ontvlambare (en dus zeer vluchtige) schoonmaakmiddelen ' sterk afgenomen. Ook zijn er voor diverse toepassingen goed bruikbare oplosmiddelarme verven, lakken, hjmen, inkten en dergelijke op de markt verschenen en op aanzienlijke schaal in gebruik genomen. Bij pogingen om de toekomstige omvang van het OPS-probleem in te schatten, dient deze reeds gerealiseerde vermindering van de blootstelling te worden meegewogen. Effecten van blootstelling Uit door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten verstrekte informatie van onderzochte gevallen blijkt dat er nagenoeg in alle gevallen van OPS sprake was van extreme blootstellingen. In een enkel geval was er evenwel sprake van goede arbeidsomstandigheden met lage blootstellingen en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Volgens de onderzoekers zou dit kunnen duiden op een (hogere) gevoeligheid van betrokken personen. Het rapport van de Arbeidsinspectie (Organisch Psycho Syndroom) geeft aan dat het gebruik van oplosmiddelen wijdverbreid is, maar dat adequate risico-inventarisaties dat nog niet zijn. Het geeft echter geen enkele indicatie van het aantal situaties met een te hoge blootstelling aan oplosmiddelen en daarmee ook beslist niet van de mogelijke omvang van het OPSprobleem. Wetenschappelijke validiteit Onderzoeksrapporten vertonen vaak tekortkomingen waardoor de conclusies niet voor een uitleg vatbaar en moeilijk te verifieren zijn. De relatie tussen OPS en blootstelling aan oplosmiddelen is voornamelijk gebaseerd op epidemiologisch onderzoek. Het International Program on Chemical Safety (IPCS) wijst in een recente beoordeling van white spirit'^ nog eens op de vele problemen bij het opzetten en interpreteren van dergelijke onderzoekingen. In een aantal onderzoeken wordt niet met controlegroepen gewerkt. Vaak zijn de aard en samenstellingen van de organische oplosmiddelen waaraan de blootstelling heeft plaatsgevonden, niet bekend. 12 White Spirit, Environmental Health Criteria Document; International Program on Chemical Safety (IPCS), ECH 187, IPCS,

22 STANDPUNTEN VAN DE COMMISSIE Het blootstellingsverleden is veelal slecht gedefinieerd. Kwantitatieve blootstellingsgegevens (blootstellingsduur en niveau van de blootstelling) ontbreken dikwijls Zienswijze van een ander deel van de commissie" Een ander deel van de commissie is met de staatssecretaris van mening dat beroepsmatige blootstelling aan vluchtige organische stoffen (VOS) tot ernstige gezondheidsklachten aanleiding kan geven. Vele daarvan kunnen worden geschaard onder de noemer OPS. De problematiek is naar de mening van deze leden reeds jaren bekend. Tot dusverre hebben initiatieven van werkgevers en werknemers onvoldoende bijgedragen tot een oplossing van deze problematiek. (Hierna komt dit deel hierop nog terug.) In zijn algemeenheid acht dit deel van de commissie het dan ook terecht dat de staatssecretaris het initiatief neemt tot aanvuuende maatregelen. Omvang probleem De schatting over de omvang van de groep OPS-slachtoffers in Nederland, momenteel 2500 en jaarlijks groeiend met 100 tot 200. is bij gebrek aan Nederlandse getallen gebaseerd op Scandinavische gegevens. Op verzoek van de commissie heeft TNO de schatting opnieuw gevalideerd. De nieuwe bevin-ding wijkt niet wezenlijk af van de eerdere schattingen, maar vertoont een grotere spreiding, te w^eten een jaarlijkse toename van 30 tot 330 OPS-gevallen. In beide schattingen is er, naar de mening van dit deel van de commissie, sprake van een onderschatting van het probleem. Recent onderzoek naar OPS-klachten onder schilders geeft voldoende aanleiding tot deze opvatting. Op basis van een recent wetenschappelijk onderzoek (uitgevoerd door TNO in opdracht van Arbouw)" onder de populatie schilders verwacht dit deel een toename van minimaal 50 personen per jaar met ernstige - aan blootstelling aan organische oplosmiddelen gerelateerde - meervoudige gezondheidsafwijkingen. Dit deel acht het aannemelijk dat het hier slachtoffers betreft die grotendeels in categorie 2A en 2B van de WHO-definitie (emotionele cognitieve en psychische stoornissen) zijn in te delen. Dit deel van de commissie verwacht tevens dat in werkelijkheid het aantal OPS-slachtoffers onder schilders hoger is: OPS-slachtoffers die vallen onder 13 Bestaande uit de werknemersleden en onafhankelijke leden. 14 Neurasthene klachten bij werknemers blootgesteld aan organische oplosmiddelen. Stichting Arbouw, Amsterdam

23 categorie 3 (onomkeerbare neuropsychologische, intellectuele en emotionele stoornissen) zijn om onderzoektechnische redenen namelijk niet meegenomen in het onderzoek. Deze slachtoffers zijn niet meer werkzaam en zijn daarom niet onderzocht. Verder constateert dit deel dat een grote hoeveelheid schilders last heeft van gezondheidsklachten die vallen onder categorie 1 van de WHO-definitie: subjectieve klachten betreffende stemmingsveranderingen (depressiviteit, moeheid, irritatie), het geheugen, het concentratievermogen en de motorische functie. Ook deze categorie is niet in de schatting betrokken aahge zien moeilijk is te achterhalen welk deel ervan door blootstelling aan VOS'en is te wdjten. Desalniettemin zal ook deze categorie volgens dit deel van de commissie ongetwijfeld slachtoffers ten gevolge van blootstelling aan VOS'en bevatten. Daarnaast wijst dit deel op De Atlas voor werk en gezondheid in de bouwnijverheid^^ die een beeld geeft van de gezondheidsklachten van (onderhouds)schilders in relatie tot het werken met oplosmiddelen: - 50% van de schilders heeft last van stank; - 40% heeft last van damp en nevel; - 30% is vaak moe; - 30% heeft nerveuze klachten; - 20% heeft maagklachten; - 15% is vaak duizelig; - 10% heeft last van overgevoeligheid van de longen. De auteurs van de Atlas concluderen dat het v^erken met oplosmiddelen de oorzaak is van het feit dat (onderhouds)schilders significant meer van dergelijke klachten hebben dan de referentiegroep van alle werknemers in de bou wnij verheid. Op basis van deze gegevens kan, naar de mening van dit deel van de commissie, worden geconcludeerd dat ongeveer schilders (30 procent van de to tale populatie onderhoudsschilders) een of meer gezondheidsklachten hebben die in relatie staan tot het werken met oplosmiddelen (categorie 1 van de WHO-definitie) en in totaal schilders OPS-klachten hebben die vallen onder categorie 2A en 2B van de definitie'^. Het aantal schilders dat valt onder categorie 3 is onbekend. Voor een schatting van het totaal aantal OPS-slachtoffers per jaar moet bedacht worden dat schilders slechts een (klein) deel vormen van de totale populatie van werknemers die kans hebben op OPS. In ieder geval kan op 15 Atlas voor werk en gezondheid in de bouwnijverheid, Amsterdam 1992; Coronel Laboratorium, NIPG-TNO, Bedrijfsgezondheidsdienst Gelderland, Arbouw. 16 Uitgangspunt bij deze berekening is: 50 slachtoffers per jaar op basis van gemiddeld 20 jaar dienstverband. 22

24 STANDPUNTEN VAN DE COMMISSIE basis van deze onderzoeken onder schilders worden geconcludeerd dat het totaal aantal OPS-slachtoffers (vallend onder categoric 1, categoric 2A en 2B en categoric 3 van de WHO-definitic) de officiele schattingen (3o\ot 330 per jaar; in totaal) overschrijdt. Vcrder onderzoek in andere branches is nodig om het precieze aantal slachtoffers te definieren. Hoe de cijfers ook precies mogen zijn, duidelijk is dat er sprake is van ecn ernstig gezondheidsprobleem dat met dc initiaticven van betrokkcnen uit het verlcdcn en met het huidige beleid nict afdoendc kan worden pndervangen. Activiteiten verantwoordelijke partijen De vraag of aanvuuende maatrcgclen, en zo ja welke, noodzakelijk zijn, moet worden beantwoord tegen de achtcrgrond van het huidige beleid, de huidige vcrantwoordelijkheden en activiteiten. De werkgever is op grond van het Burgerlijk Wetboek en de arbeidsomstandighedenwetgeving verplicht zorg te dragen voor goede arbeidsomstandigheden in het kader van zijn algemene beleidsvoering. De werkgever dient dc benodigde maatrcgclen te nemen op grond van een goed inzicht in de risico's en rckening houdcnd met wetenschappelijke en technische inzichtcn. Deze vcrplichtingen bestaan reeds lang maar zijn in het afgelopcn decennium nader geconcretiseerd op het gebied van gevaarlijke stoffen, de risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) alsmede de verplichte aansluiting bij een gecertificeerde Arbodienst (per 1/1/96 dan wel 1/1/98). De RIE-verplichting en de algemene vcrplichting om te beschikken over adequate deskundige ondcrsteuning zijn op 1/1/94 van kracht geworden. Hieruit is duidelijk op te maken dat de werkgever reeds lang de plicht heeft zich te verdicpen in arborisico's en passende maatrcgclen te treffen ter voorkoming daarvan. Uiteraard moet hij dan wel kunnen weten of cr sprake is van enig risico. Literatuuronderzoek bij de Universiteit van Amsterdam'^ maakt duidelijk dat reeds in 1933 in Het Veiligheidsmuseum ecn pubhcatie voorkwam over het treffen van maatrcgclen in autolakspuiterijen ter voorkoming van gezondheidsschade. Het bchocft geen betoog dat nadicn ecn gestage stroom publicatics op gang kwam over dc gezondheidsrisico's van blootstclling aan organische oplosmiddelen. 17 Oplosmiddelrisico 's in historisch perspectief, J. Overbeek, Chemiewinkel, Universiteit van Amsterdam,

25 Tegen deze achtergrond valt niet goed te begrijpen waarom het zo moeilijk blijkt te zijn om, zoals in de adviesaanvraag w^ordt beschreven, te komen tot kw^antitatieve afspraken zoals in de Verfovereenkomst die in het kader van het bouwconvenant is afgesloten. Ook andere inspanningen (inclusief het KWS 2000-programma) blijken maar in beperkte zin effectief in het terugdringen van de OPS-problematiek. Deze constatering geldt in meer of mindere mate voor alle sectoren waarin veel gebruik wordt gemaakt van VOS'en. Zelfs bij toepassingen waarbij het mogelijk is de VOS'en te vervangen door andere stoffen, wordt van deze mogelijkheid maar spaarzaam gebruik gemaakt. In februari 1997 heeft de Arbeidsinspectie in ruim 700 ondernemingen onderzoek gedaan naar toepassing en gebruik van organische oplosmiddelen bevattende producten'*. De algemene conclusie uit het rapport is dat"... werkgevers zich te weinig inspannen om het gevaar van blootstelling van werknemers aan organische oplosmiddelen bevattende producten te verminderen of te voorkomen". Dit terwijl slechts 16 procent van de werkgevers aangeeft zich niet bewust te zijn van de gezondheidsschadelijke effecten van VOS'en. Van de 515 bedrijven in het onderzoek die VOS'en gebruiken beschikt maar 37 procent over een RIE en slechts 11 procent over een aantoonbaar plan van aanpak tegen de risico's van blootstelling van werknemers aan VOS bevattende producten. Van de beperkte groep van 189 bedrijven die wel over een RIE beschikken wordt blootstelling aan VOS'en niet eens als risicofactor onderkend. Verder bleek dat slechts 5 procent van de ondernemingen periodiek metingen verricht. Hoewel uit dit onderzoek ook blijkt dat sommige ondernemingen of branches in positieve zin activiteiten ondernemen, is het totale beeld naar het oordeel van dit deel van de commissie ronduit somber. Daarmee relativeert dit uitvoerig onderzoek in belangrijke mate de resultaten van de mini-enquete van het deel van de commissie dat hiervoor aan het woord was naar de blootstelling aan organische oplosmiddelen (zie bijlage4). Tegen deze achtergrond komt dit deel tot de conclusie dat het beleid ter preventie van OPS in ondernemingen onvoldoende van de grond komt. Gegeven de ernst van de problematiek zoals hierboven uiteen gezet, meent dit deel dat de overheid op korte termijn aanvuuende maatregelen moet treffen. Het is van oordeel dat het totstandkomen van een adequaat preventiebeleid in ondernemingen niet alleen mag afhangen van de vrije 18 Organisch Psycho Syndroom (OPS). De resultaten van een onderzoek naar toepassing van organische oplosmiddelen, Arbeidsinspectie, februari

26 STANDPUNTEN VAN DE COMMISSIE wil van partijen, hoe nuttig dit deel ook vrijwillig tot stand gekomen afspraken beoordeelt". Hardheid relatie blootstelling aan organische oplosmiddelen en OPS De relatie tussen beroepsmatige blootstelling aan VOS'en en het ontstaan van OPS-gerelateerde klachten is naar de mening van dit deel bij herhaling in de wetenschappelijke literatuur aangetoond^". Dit deel van de commissie wil er overigens op wijzen dat het merendeel van de informatie, die de relatie tussen blootstelling en OPS aantoont, is gebaseerd op epidemiologisch onderzoek. Op individueel niveau was tot voor kort geen geschikte en wetenschappelijk gevalideerde diagnosemethodiek beschikbaar om de relatie tussen beroepsmatige blootstelling en OPS aan te tonen. In 1995 is echter ook deze diagnosemethodiek beschikbaar gekomen. Deze methode waarbij een speciaal Solvent Teain^^ volgens een nauwkeurig protocop^ tot een betrouwbare diagnose kan komen, wordt momenteel door een aantal centra in Nederland toegepast. De ervaringen met dit protocol ondersteunen de opvatting dat ook recente blootstellingssituaties tot OPS kunnen leiden. Daarbij kan nog worden opgemerkt dat de selectiecriteria voor potentiele slachtoffers buitengewoon streng zijn. Zo dient de laatste blootstelling niet langer dan drie jaar geleden plaats te hebben gevonden en dient er sprake te zijn van minimaal vijf jaar regelmatige blootstelling. Dit deel acht het niet onwaarschijnlijk dat door deze zware criteria een deel van de problematiek buiten beeld blijft. Relatie grenswaarde, piekblootstelling en OPS-risico Er is een uitgebreide hoeveelheid wetenschappelijke studies en reviews beschikbaar die de relatie tussen VOS-blootstelling en gezondheidsproblemen aantoont. Dit deel constateert dat het hiervoor aan het woord zijnde deel van de commissie zijn opvatting, dat alleen structurele hoge blootstellingen tot OPS leiden, met name baseert op het ECETOC-rapport Chronic 19 Gedoeld wordt hier op het voorstel van de Centrale Branchevereniging Wonen, de F^JV Dienstenbond, de Dienstenbond CNV en het Bureau Arbozorg Wonen voor een verbod op het gebruik van organische oplosmiddelen binnen de branche (zie stand-punt ander deel van de commissie in paragraaf inzake "vloeren en tapijt leggen'. 20 Zie hiervoor bijvoorbeeld E.L. Baker, A review of recent research on health effects of human occupational exposure to organic solvents, ]0M. 36(10), , (1995). 21 Onder Solvent Team v^fordt verstaan een team van deskundigen die beoordelen of er sprake is van stoornissen van het centrale zenuwstelsel (OPS) ten gevolge van bloot-stelling aan organische oplosmiddelen. 22 Organisch Psychosyndroom door oplosmiddelen? Een protocol voor de diagnostiek. Uitgebracht onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de S-serie, S186,

Samenvatting Advies normering piekblootstelling oplosmiddelen 1

Samenvatting Advies normering piekblootstelling oplosmiddelen 1 Commissie Arbeidsomstandigheden Samenvatting Advies normering piekblootstelling oplosmiddelen 1 Kern van het advies De Commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal-Economische Raad (SER) heeft in een

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken Een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken is nodig om te bereiken dat werkenden

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlands onderzoek aanleiding voor vragen aan Gezondheidsraad

Samenvatting. Nederlands onderzoek aanleiding voor vragen aan Gezondheidsraad Samenvatting Nederlands onderzoek aanleiding voor vragen aan Gezondheidsraad In Nederland wordt naar schatting een half miljoen werknemers met enige regelmaat blootgesteld aan organische oplosmiddelen.

Nadere informatie

28 november 1995 95.23074 jjb/ipw 5 070 3 499 558 Toetsing haalbaarheid voorgestelde MAC-waarde (wettelijke grenswaarde) voor minerale kunstvezels

28 november 1995 95.23074 jjb/ipw 5 070 3 499 558 Toetsing haalbaarheid voorgestelde MAC-waarde (wettelijke grenswaarde) voor minerale kunstvezels Subcommissie MAC-waarden Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Tel. : 070-3 499 499 Fax.: 070-3 832 535 Aan geadresseerde (branche-iorganisatie MAC/860 152-45 Den Haag: Ons kenmerk: Bijlage(n):

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 10 juli 2009 Ons kenmerk P/2009010971

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

7. Commentaar van de commissie

7. Commentaar van de commissie 7. Commentaar van de commissie Hiernavolgend geeft de commissie haar commentaar op de beide beleidsvoornemens van de staatssecretaris van SZW. In paragraaf 7.1 wordt het voornemen tot invoering van een

Nadere informatie

werkwijze en evaluatie NVvA symposium, 25 maart 2009 Ton Spee, Arbouw, Harderwijk

werkwijze en evaluatie NVvA symposium, 25 maart 2009 Ton Spee, Arbouw, Harderwijk Screening van schilders op CTE: werkwijze en evaluatie NVvA symposium, 25 maart 2009 Ton Spee, Arbouw, Harderwijk Medeauteurs: Cor van Duivenbooden, Arbouw, Gert van der Laan, NCvB, Harry Emmen, TNO voor

Nadere informatie

PROJECTVERSLAG. Project Schilders - OPS

PROJECTVERSLAG. Project Schilders - OPS PROJECTVERSLAG Project Schilders - OPS Projectnummer A 219 Amsterdam, juni 2000 Looptijd project: 1 februari 1999 tot 1 juni 1999 1. AANLEIDING EN DOEL VAN HET INSPECTIEPROJECT Page 1 1.1 Aanleiding Veel

Nadere informatie

ho3499558 Invoering wettelijke grenswaarden minerale kunstvezels

ho3499558 Invoering wettelijke grenswaarden minerale kunstvezels Subcommissie MAC-waarden Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag * Tel. : 070-3 499 499 Fax.: 070-3 832 535 Aan de Staatssecretaris en Werkgelegenheid Postbus 9080 1 2509 LV Den Haag van Sociale

Nadere informatie

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel drs. Suzanne Spaan ir. Inge Wouters dr. ir. Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbeleid

Arbeidsomstandighedenbeleid Arbeidsomstandighedenbeleid informatie voor werkgevers en werknemers 170.indd 1 30-12-2008 10:38:37 170.indd 2 30-12-2008 10:38:38 Veilig en gezond werken is belangrijk. De overheid stelt doelen vast voor

Nadere informatie

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

3 Vragen van de adviesaanvraag

3 Vragen van de adviesaanvraag 3 Vragen van de adviesaanvraag De adviesaanvraag bevat over ILO-verdrag 170 drie concrete vragen. De eerste vraag betreft artikel 12 van het verdrag, de tweede vraag gaat over artikel 19 en de derde vraag

Nadere informatie

Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus 250 3990 GB Houten. Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen,

Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus 250 3990 GB Houten. Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen, Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus 250 3990 GB Houten Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen, Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet Artikel 5 Risico Inventarisatie

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Het advies Veilig omgaan met nanodeeltjes op de werkvloer is het antwoord van de commissie Arbeidsomstandigheden van de SER op de adviesaanvraag van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999 LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999 A200 Juli 2000 Arbeidsinspectie regio Noordwest C.J. Hensbergen-Aalbers, landelijk projectsecretaris Inhoud 1. Samenvatting 2 Aanleiding en doel van het inspectieproject

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage ARBO/P&G/2005/63059

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage ARBO/P&G/2005/63059 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Uw brief Onderwerp Voortgang OPS/VOS-beleid Ons kenmerk Datum

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en 2007 ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en Kartonproducerende en - verwerkende industrieën.

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over elektromagnetische velden en gezondheid

Vragen en antwoorden over elektromagnetische velden en gezondheid Vragen en antwoorden over elektromagnetische velden en gezondheid Elektromagnetische velden en gezondheid 1. Hoe zit het met de elektromagnetische velden zoals die uitgestraald worden door zenders voor

Nadere informatie

Claim! Amerikaanse toestanden

Claim! Amerikaanse toestanden Claim! Amerikaanse toestanden Perspectief van de arbeidshygiënist Deventer, 25 april 2012 Rob Snippe, gecertificeerd arbeidshygiënist Arbeidshygiëne Arbeidshygiëne is de toegepaste wetenschap, welke zich

Nadere informatie

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbo-regelgeving Arbowet De regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden is vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet,

Nadere informatie

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) WHITEPAPER Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) 2 Wettelijk kader De Arbowet stelt een Risico Inventarisatie &

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

Richtlijn neurotoxicologische klachten

Richtlijn neurotoxicologische klachten Richtlijn neurotoxicologische klachten Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Anamnese 2.1 Algemeen 2.2 Arbeidsanamnese 3. Functieonderzoek 3.1 Vragenlijst: Neurotoxic Symptom Checklist 3.2 Psychometrisch onderzoek

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Telefax

Raad voor Cultuur. Telefax Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Ondenverp R.J. Schimmelpennincklaan 3 ontwerp-selectielijst archiefbescheiden

Nadere informatie

Oude verven voor gebruik op hout in monumentaal interieur en exterieur

Oude verven voor gebruik op hout in monumentaal interieur en exterieur Oude verven voor gebruik op hout in monumentaal interieur en exterieur Niels Lutke Schipholt SHR Introductie Oude verven bevatten veel VOS Moderne verven bevatten weinig of geen VOS Regelgeving samenstelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 236 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Ethanol? Welke wettelijke verplichtingen zijn van toepassing?

Ethanol? Welke wettelijke verplichtingen zijn van toepassing? l Eth l Eth l Eth l Eth l Eth l Eth l Eth l Eth Ethanol? Welke wettelijke verplichtingen zijn van toepassing? Ethanol welke wettelijke verplichtingen zijn van toepassing? Voor het werken met chemische

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 6 maart 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/A&V/2006/14012 houdende/tot

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

PMO stand van zaken. CGC bijeenkomst Rik Menting

PMO stand van zaken. CGC bijeenkomst Rik Menting PMO stand van zaken CGC bijeenkomst 09-06-2016 Rik Menting Wetgeving De werkgever stelt de werknemers periodiek in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan, dat erop is gericht de risico's die de arbeid

Nadere informatie

Antwoorden op vragen over bericht ziekte oud-medewerkers vanwege blootstelling aan giftige stoffen

Antwoorden op vragen over bericht ziekte oud-medewerkers vanwege blootstelling aan giftige stoffen Ministerie van Defensie > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken MAC/530 en Werkgelegenheid 98-23 Postbus 90804 73-19 2509 LV Den Haag 139-13.

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken MAC/530 en Werkgelegenheid 98-23 Postbus 90804 73-19 2509 LV Den Haag 139-13. Subcommissie MAC-waarden Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Tel. : 070-3 499 499 Fax.: 070-3 832 535 Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken MAC/530 en Werkgelegenheid 98-23 Postbus

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Uw kenmerk : SAS/GDE/2007/046920 Ons kenmerk : I-784/EvR/iv/673-F1 Publicatienummer: 2007/24 Bijlagen : - Geachte minister, Op

Nadere informatie

Overzicht beboetbare nieuwe Arbo verplichtingen per

Overzicht beboetbare nieuwe Arbo verplichtingen per Overzicht beboetbare nieuwe Arbo verplichtingen Met ingang van 1 juli 2017 zijn de Arbowet en het Arbobesluit gewijzigd. Zie hierover: https://www.fnv.nl/themas/veilig-en-gezond-werken/arbo/nieuwe-arbowet-per-1-juli-2017

Nadere informatie

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, In het overleg op 27 september met de leiding van de Gezondheidsraad bracht u

Nadere informatie

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) 14 (20) 3,25 (1) 1 (0,9) 0,7 (0,1) 7 (1,5) 0,15 (0,1) 0,14 (0,1)

TGG 8 uur mg/m 3 (ppm) 14 (20) 3,25 (1) 1 (0,9) 0,7 (0,1) 7 (1,5) 0,15 (0,1) 0,14 (0,1) Tipkaart 7 Grenswaarden Onderstaande tabel geeft een overzicht van grenswaarden van veel voorkomende gevaarlijke gassen in zeecontainers. Een deel van deze gassen kent een wettelijke grenswaarde. Voor

Nadere informatie

Definitieve bevindingen Rijnland ziekenhuis

Definitieve bevindingen Rijnland ziekenhuis POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl Definitieve bevindingen Rijnland ziekenhuis

Nadere informatie

J. Van Driel Afd. Operaties

J. Van Driel Afd. Operaties NOGEPA OIM-dagen: 28/3/13 Bonden & branche: 2/7/13 NOGEPA HSE-COM: 11/9/13 IRO: 23 oktober 2013 J. Van Driel Afd. Operaties 28 maart 2013 OIM Inhoudsopgave 1. Waarom dit project 2. Beeldvorming bij werkgevers

Nadere informatie

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de Inspectie SZW. Verder is

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Richtlijn Neurotoxicologische klachten

Richtlijn Neurotoxicologische klachten Volandis Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk Uitgebracht door Stichting Arbouw, 2011 Postbus 85 3840 AB Harderwijk 0341 499 299 info@volandis.com Richtlijn Neurotoxicologische klachten 2 van 14 Inhoudsopgave

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) Periode 1 april 2000 t/m 30 november 2000 INHOUDSOPGAVE 1 Samenvatting

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 a 2513 AA 'S GRAVENHAGE Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Preventief Medisch Onderzoek. vragenlijstonderzoek

Preventief Medisch Onderzoek. vragenlijstonderzoek Preventief Medisch Onderzoek vragenlijstonderzoek 1. Inleiding De vragenlijst Preventief Medisch Onderzoek (PMO) is ontwikkeld voor een snelle en betrouwbare analyse naar gezondheidsaspecten in relatie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 82 6 mei 2009 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2009, nr. IVV/I/2009/9524, tot

Nadere informatie

Wil je meer weten over OPS, hieronder vind je de volgende onderwerpen:

Wil je meer weten over OPS, hieronder vind je de volgende onderwerpen: Wil je meer weten over OPS, hieronder vind je de volgende onderwerpen:. Een OPS patiënt. Wat is OPS en klachtenlijst? Oorzaken van OPS. Waar komt dat gif terecht? Natuurlijke ontgifting. Bioresonantie

Nadere informatie

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers Arbodienstverlening Informatie voor werkgevers Bedrijven moeten zich bij het opstellen en uitvoeren van een goed arbeidsomstandighedenbeleid en ziekteverzuimbeleid deskundig laten ondersteunen. Dit is

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer drs. J.F. Hoogervorst Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG. MAC/2347- JyJ- 7 /os-- 13

Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer drs. J.F. Hoogervorst Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG. MAC/2347- JyJ- 7 /os-- 13 Sociaal- Economische I~ Raad Subcomnlissie MAC-waarden Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Tel: 070 3 499 499 Fax: 070 3 832 535 Internet: http://www.ser.nl - Aan de Staatssecretaris van

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 43 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 4 augustus 2016 tot wijziging van de dagloongrenzen voor 2015, genoemd in de Landsverordening ongevallen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 144/27 VERORDENING (EU) 2016/863 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 2016 tot wijziging van de bijlagen VII en VIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie

Nadere informatie

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Syllabus Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Verzuimpreventie, veilig werken en een integrale aanpak U lapt de regels van de Arbowet natuurlijk niet aan uw laars. Maar kent u al uw arboverantwoordelijkheden?

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017 Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017 Meer aandacht voor de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie bij werkgevers en de randvoorwaarden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 38 Besluit van 21 december 1995 regelende de deponering van informatie betreffende preparaten (Warenwetbesluit deponering informatie preparaten)

Nadere informatie

VAS, afdeling Antwerpen 1

VAS, afdeling Antwerpen 1 VAS, afdeling Antwerpen 1 BS 09/08/2004 in voege 19/08/2004 16 JULI 2004. - Koninklijk besluit betreffende bepaalde aspecten van nacht- en ploegenarbeid die verband houden met het welzijn van de werknemers

Nadere informatie

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet? 1 Arbo 17 de meest gestelde vragen in de schoonmaak 1 Arbo Arbeidsomstandigheden hebben de laatste decennia veel aandacht gekregen, en terecht. Vaak is al gebleken dat met soms eenvoudige werkplekaanpassingen,

Nadere informatie

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Rapport Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Op 22 november 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Publicatienummer Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Blootstelling aan asbest kan in diverse organen kanker veroorzaken. Het meest voorkomende gevolg is longvlies- en buikvlieskanker (mesothelioom) en longkanker. Omdat beide typen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Omslag notitie. Projectnummer Onderwerp/titel Stof? Pak t aan (3) Relatie met taken/thema s PT Werken in de tuinbouw. Datum aanvraag 24 mei 2011

Omslag notitie. Projectnummer Onderwerp/titel Stof? Pak t aan (3) Relatie met taken/thema s PT Werken in de tuinbouw. Datum aanvraag 24 mei 2011 Omslag notitie Vergadering van Sociaal Economische Commissie Datum vergadering 6 juni 2011 Agendapunt 8 Voorbereid door Jan Kees Boon Totaal aantal pagina s 6 20 mei 2011 1. Project Projectnummer 13093

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Protectiefactoren van adembeschermingsmiddelen in de praktijk waar moet je op letten!

Protectiefactoren van adembeschermingsmiddelen in de praktijk waar moet je op letten! Protectiefactoren van adembeschermingsmiddelen in de praktijk waar moet je op letten! NVVK Veiligheidscongres: 2025 Wat ga ik anders doen? 13 maart 2019 Koen Verbist (register arbeidshygiënist) Koen.verbist@cosanta.nl

Nadere informatie

Ongeval en Beroepsziekte

Ongeval en Beroepsziekte Ongeval en Beroepsziekte Rechte rug recht en slappe knieën Erik Stigter, bedrijfsarts, forensisch arts Peter Wulp, bedrijfsarts Medisch adviseurs Inspectie SZW Preventie van gezondheidsschade door arbeid

Nadere informatie

Basisinspectiemodule

Basisinspectiemodule Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Duwen en trekken (Met het gehele lichaam) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 22 187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Nr. 54 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Zorg dat de ventilatie aanstaat en werkt. Werk zorgvuldig en schoon. Gebruik speciale werkkleding en een speciale ruimte om de kleding op te bergen.

Zorg dat de ventilatie aanstaat en werkt. Werk zorgvuldig en schoon. Gebruik speciale werkkleding en een speciale ruimte om de kleding op te bergen. Zorg dat de ventilatie aanstaat en werkt. Werk zorgvuldig en schoon. Gebruik speciale werkkleding en een speciale ruimte om de kleding op te bergen. Neem de werkkleding nooit mee naar huis. Gebruik persoonlijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling

Samenvatting. Vraagstelling Samenvatting Vraagstelling Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid leidt de Commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (Commissie GBBS; één van de vaste commissies

Nadere informatie

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Frank Rijshouwer Hogere Veiligheidskundige 20 juni 2006 1 Arbowetgeving Arbeidsomstandighedenwet Arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenregeling Arbo-

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo

Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo Bijlage 1 Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo 1. De Opdrachtgever meldt de werknemer binnen twee dagen ziek in de verzuimapplicatie. Opdrachtgever kiest daarbij voor een standaard melding of een Oei!!!-melding.

Nadere informatie

Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht.

Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht. Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht. Editie 2013/9 Kamervragen Instemmingsrecht Ondernemingsraad bij PPI

Nadere informatie

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Controleverordening Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer besluit: overwegende dat: op grond van de wet van 2 juli 2003, Stb.

Nadere informatie

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het SER-besluit Fusiegedragsregels is op 15 mei 1970 door de Sociaal-Economische Raad ( SER ) vastgesteld (inwerkingtreding op 19 juni 1970). De fusiegedragsregels zijn laatstelijk

Nadere informatie

De ri&e en het plan van aanpak

De ri&e en het plan van aanpak De ri&e en het plan van aanpak Door: Jaap Bijl (Bijl Opleiding en Advies) 0. Inhoud 1. Samenvatting 2. Wettelijke grondslag 3. Wat is een ri&e en pva? 4. Waarom een ri&e? 5. Waar leidt een ri&e toe? 6.

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

BOR NOTITIE. Mogelijke kosten van een wettelijk breed moratorium (WBM) in de schuldhulpverlening

BOR NOTITIE. Mogelijke kosten van een wettelijk breed moratorium (WBM) in de schuldhulpverlening BOR NOTITIE Onderwerp Datum 29 april 2011 Mogelijke kosten van een wettelijk breed moratorium (WBM) in de schuldhulpverlening Aanleiding Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel gemeentelijke

Nadere informatie

FNV Bondgenoten. Checklist Beleid chemische stoffen, zwangerschap en voortplanting in bedrijven

FNV Bondgenoten. Checklist Beleid chemische stoffen, zwangerschap en voortplanting in bedrijven FNV Bondgenoten Checklist Beleid chemische stoffen, zwangerschap en voortplanting in bedrijven Gevaarssymbolen op grond van de Europese regelgeving R-zinnen voor de voortplanting giftige stoffen R 46 R

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 13 november

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 13 november A D V I E S Nr. 1.448 ----------------------------- Zitting van donderdag 13 november 2003 ------------------------------------------------------- Vereenvoudiging en modernisering van de sociale administratie

Nadere informatie

MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN

MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN MANIFEST INTEGRALE AANPAK BEROEPSLONGZIEKTEN NEDERLAND WERELDKAMPIOEN GEZOND WERKEN Ieder jaar overlijden in Nederland zo n 2000 mensen aan beroepslongziekten als gevolg van blootstelling aan stoffen op

Nadere informatie

PAGO. 13 April 2017 Edo Houwing, Toin van Haeren, Rik Menting, Jolanda Willems PreventPartner

PAGO. 13 April 2017 Edo Houwing, Toin van Haeren, Rik Menting, Jolanda Willems PreventPartner PAGO 13 April 2017 Edo Houwing, Toin van Haeren, Rik Menting, Jolanda Willems PreventPartner Opzet PAGO / PMO Preventief Medisch Onderzoek Bewaken en bevorderen van gezondheid & inzetbaarheid. Doelstelling

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling

Samenvatting. Vraagstelling Samenvatting Vraagstelling Op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid leidt de Commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (GBBS) van de Gezondheidsraad gezondheidskundige

Nadere informatie

Duwen en trekken (Met het gehele lichaam)

Duwen en trekken (Met het gehele lichaam) Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Basisdocument voor een inspectiemodule op maat (sectorspecifiek) over dit onderwerp Duwen en trekken (Met het gehele lichaam) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld

Nadere informatie

Technisch bureau van Eeden Arbeidsomstandighedenbesluit secties geluid en trillingen

Technisch bureau van Eeden Arbeidsomstandighedenbesluit secties geluid en trillingen Afdeling 3. Lawaai 1. Algemeen Artikel 6.6. Definities In deze afdeling wordt verstaan onder: a. piekgeluidsdruk (Ppiek): maximumwaarde van de «C»-frequentiegewogen momentane lawaaidruk; b. dagelijkse

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

RSI beleid NIKHEF RSI beleid NIKHEF

RSI beleid NIKHEF RSI beleid NIKHEF Arbocatalogus Nikhef Nummer RSI0004V1SVM Versie 1 Bestandsnaam: Arbo-management Occupational Health & Safety RSI beleid NIKHEF RSI beleid NIKHEF blz. 2 t/m 6 Inleiding blz. 2 Beschrijving problematiek

Nadere informatie

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..?

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Auteur: Ad Wilbers Plaats: Geldrop Datum: 30 december 2006 NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 1 van 5 Inleiding Er

Nadere informatie

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp, Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus 9080 1 2509 LV DEN HAAG 2509 LK DEN HAAG T 070-3 499 577 F 070-3 499 796 E info@stvda.nl

Nadere informatie