Ontwerpbeschikking. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerpbeschikking. Westermeerwind BV behorende bij 992473 Ontwerpbeschikking 1"

Transcriptie

1 Ontwerpbeschikking Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Flevoland voor een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Westermeerwind BV. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 1

2 1 AANVRAAG SOORT AANVRAAG EN DATUM VAN ONTVANGST GLOBALE OMSCHRIJVING VAN DE INRICHTING EN DE LIGGING EN OMGEVING WAARVOOR WORDT DE VERGUNNING AANGEVRAAGD TERMIJN VOLTOOIEN EN IN WERKING BRENGEN VAN DE INRICHTING PROCEDURE RIJKSCOÖRDINATIEREGELING VERGUNNINGPLICHT EN VERGUNNINGSITUATIE BEVOEGD GEZAG EN IVB-CATEGORIE COÖRDINATIE WM/WVO/BOUWVERGUNNING MER ONTVANKELIJKHEID WELKE PROCEDURE IS VAN TOEPASSING VERLOOP VAN DE PROCEDURE OVERWEGINGEN N.A.V. HET MILIEU-EFFECTRAPPORT ALGEMEEN VERLOOP VAN DE M.E.R.-PROCEDURE TOETSINGSADVIES COMMISSIE VOOR DE MILIEU-EFFECTRAPPORTAGE BESCHRIJVING VAN ALTERNATIEVEN ADVIEZEN EN INSPRAAKREACTIES NAAR AANLEIDING VAN HET MER OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE AANVRAAG ALGEMEEN BEST BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) NATUURBESCHERMINGSREGELGEVING Europese regelgeving Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Nationale wet- en regelgeving Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) Flora- en faunawet (Ffw) Ecologische Hoofdstructuur en de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur PROVINCIALE REGELS EN BELEID (VERORDENING VOOR DE FYSIEKE LEEFOMGEVING FLEVOLAND, OMGEVINGSPLAN, BELEIDSREGEL VERGUNNINGVERLENING) Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland Omgevingsplan Beleidsregel vergunningverlening Beleidsregels geur Milieuzorg OVERWEGINGEN PER MILIEU-ONDERWERP Lucht Luchtkwaliteitseisen NeR Geur Geluid Stiltegebied Steile Bank Indirecte hinder Slagschaduw en lichtschittering Lichtuitstraling Bodem Afvalwater Afval Energiegebruik Externe veiligheid RECHTSTREEKS WERKENDE REGELINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 2

3 4.7 TERMIJN VERGUNNING GOEDKEURINGSPROCEDURE BESLUIT ONDERTEKENING Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 3

4 1 Aanvraag 1.1 Soort aanvraag en datum van ontvangst Op 4 november 2009 hebben wij een aanvraag van Westermeerwind B.V. (hierna: de aanvrager) ontvangen voor een vergunning krachtens de Wet milieubeheer, ook wel milieuvergunning genoemd, hierna te noemen de Wm-vergunning, voor - het oprichten en in werking hebben van een inrichting (artikel 8.1, tweede lid, Wet milieubeheer juncto artikel 1.5 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna aangehaald als: Barim) juncto bijlage 1, onder categorie d, van het Barim). Voor de aangevraagde activiteiten geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht. De oorspronkelijke aanvraag voorzag in de oprichting en het in werking hebben van een windturbinepark in het IJsselmeer bestaande uit drie lijnopstellingen met in totaal 55 windturbines inclusief de bijbehorende voorzieningen, waaronder een transformatorstation op het land aan de Westermeerdijk. Met de aanvulling die wij op 22 april 2010 hebben ontvangen vervallen een zevental windturbines aan de Westermeerdijk. Hiermee komt het totaal aantal aangevraagde windturbines op 48 stuks. 1.2 Globale omschrijving van de inrichting en de ligging en omgeving De turbines worden voor de kust van de Noordermeerdijk en Westermeerdijk in de gemeente Noordoostpolder, provincie Flevoland en gemeente Lemsterland, provincie Fryslân. De lijnsopstellingen van de windturbines ligt tussen de kilometerpalen 6,0 en 12,3 aan de Noordermeerdijk en tussen kilometerpalen 13,6 en 20,9 van de Westermeerdijk. Alle turbines, met uitzondering van 6 turbines in de lijn parallel aan de Noordermeerdijk, staan binnen de grenzen van de gemeente Noordoostpolder. De genoemde 6 turbines staan binnen de grenzen van de gemeente Lemsterland. De kadastrale informatie is uitgebreid opgenomen in de aanvraag. De afstand van de lijnopstellingen tot de dijk bedraagt voor de Noordermeerdijk circa 900 meter, voor de Westermeerdijk circa 530 meter en 1200 meter voor respectievelijk lijn 1 en lijn 2. De afstand tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt circa 1,3 km voor de opstelling langs de Westermeerdijk en 1,7 km voor de opstelling langs de Noordermeerdijk. Op ruime afstand van het windpark, circa 1,5 km, bevindt zich een Beschermd Natuurmonument bij de kust van Friesland. Dit is tevens aangewezen als stiltegebied door de provincie Fryslân. Het transformatorstation wordt gerealiseerd bij de Westermeerdijk in de gemeente Noordoostpolder, ter hoogte van Westermeerweg 35a. De afstand van het transformatorstation tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt circa 550 meter. De inrichting is gelegen in het Natura2000-gebied IJsselmeer. 1.3 Waarvoor wordt de vergunning aangevraagd. De aanvraag voorziet in de oprichting en in werking hebben van een windpark bestaande uit drie lijnopstelling met in totaal 48 windturbines inclusief de bijbehorende voorzieningen. De aangevraagde windturbines zijn van het type SWT 3.6 van fabrikant Siemens en hebben een ashoogte van 95 meter en een rotordiameter van circa 107 meter. Het geïnstalleerd vermogen per windturbine bedraagt 3,6 MW. Het windturbinepark zal een geïnstalleerd opwekkend vermogen hebben van 172,8 MW. De turbines worden geplaatst met een onderlinge afstand van circa 500 meter. De afstand tussen de twee lijnen bij de Westermeerdijk is circa 600 meter. De elektriciteit die door de windturbines wordt opgewekt wordt in de windturbine omgezet naar een spanningsniveau van 33 kv. De opgewekte stroom van de turbines wordt met een zeekabel getransporteerd naar de IJsselmeerdijk. De IJsselmeerdijk wordt gekruist met een landkabel die over het land loopt naar het transformatorstation. Om de elektriciteit te kunnen afzetten op het landelijke hoogspanningsnet wordt het spanningsniveau in het 110/33 kv transformatorstation omgezet naar een spanningsniveau van 110 kv. In het transformatorstation staan twee transformatoren opgesteld, met elk een vermogen van 145 MVA. De transformatoren zijn van het type ONAN, Oil Natural Air Natural, wat inhoudt dat de transformator olie gekoeld is en dat de olie Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 4

5 passief aan de lucht wordt gekoeld (geen ventilatoren). Het transformatorstation maakt onderdeel uit van de inrichting. Vanwege de organisatorische, de functionele en de technische binding tussen de windturbines wordt het geheel gezien als één inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Nu gelijktijdig nog drie andere Wm-vergunningaanvragen voor windturbineparken in de Noordoostpolder vallend onder de Rijkscoordinatieregeling zijn ingediend (waarvan twee bij Gedeputeerde Staten van Flevoland en twee bij het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder) is het zaak om verschillende inrichtingen te onderscheiden aan de hand van de geldende criteria. Uit de aanvraaggegevens en uit nader onderzoek blijkt ons: - dat de aanvrager (Westermeerwind B.V.) volledige zeggenschap heeft; - dat de 48 windturbines en het transformatorstation als één geheel zijn aan te merken dat geheel zelfstandig kan en zal functioneren; - dat er geen bindingen zijn met de overige te realiseren windturbineparken. Ook wat betreft andere in de directe omgeving gelegen inrichtingen is ons niet gebleken dat die (gaan) behoren tot de aangevraagde inrichting. De Wm-vergunning wordt voor onbepaalde duur aangevraagd. 1.4 Termijn voltooien en in werking brengen van de inrichting De aanvrager verzoekt op grond van artikel 8.18 lid 2 van de Wm om een verlenging van de termijn waarbinnen de inrichting moet zijn voltooid en in werking moet zijn gebracht. Op basis van de in de aanvraag genoemde argumenten wordt vastgesteld dat de inrichting binnen 5 jaar na onherroepelijk worden van de onderhavige vergunning, in werking moet zijn. 2 Procedure 2.1 Rijkscoördinatieregeling Per 1 maart 2009 zijn artikel 9b, c en d van de Elektriciteitswet 1998 (Staatsblad 2008, 416) en het Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (Staatsblad 2009, 73) in werking getreden. Daardoor zijn artikel 3.28 en artikel 3.35, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing op de besluitvorming voor windpark Noordoostpolder. De Minister van Economische Zaken is de aangewezen minister, in de zin van artikel 3.35 Wro, die daarbij de coördinatie van de besluitvorming op zich neemt. Op grond van het uitvoeringsbesluit is op dit besluit de Rijkscoördinatieregeling van toepassing. Op grond van artikel 3.31, derde lid en artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid van de Wro is dit besluit daarom voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht en de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid. Dit besluit is één van de besluiten die vereist zijn voor de uitvoering van windpark Noordoostpolder. De Minister van Economische Zaken heeft als aangewezen minister een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor windpark Noordoostpolder bevorderd. Onderhavig besluit is samen met het inpassingsplan en enkele andere besluiten op aanvraag als volgt voorbereid: op PM is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant. Kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen; op PM is door de minister van Economische Zaken een ontwerp van het besluit aan de aanvragers gezonden; het ontwerp van het besluit heeft van PM tot en met PM ter inzage gelegen bij het ministerie van EZ, de gemeente Noordoostpolder, gemeente Lemsterland en provincie Flevoland; er zijn [aantal] informatieavonden georganiseerd, op [data], waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijzen naar voren te brengen. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 5

6 Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35 Wro worden dit besluit, het inpassingsplan en enkele andere besluiten die vereist zijn voor windpark Noordoostpolder gelijktijdig door de Minister van Economische Zaken bekendgemaakt. Tevens doet de Minister van Economische Zaken daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en langs elektronische weg. Insprekers, grondeigenaren en beperkt gemachtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. Zienswijzen over het ontwerpbesluit kunnen worden ingediend bij: Inspraakpunt Windpark Noordoostpolder Bureau Energieprojecten Postbus AE Voorschoten Ook kunnen zienswijzen mondeling naar voren worden gebracht op voornoemde informatieavonden. 2.2 Vergunningplicht en vergunningsituatie Vergunningplicht Met ingang van 1 januari 2008 is de Wet milieubeheer gewijzigd en is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) in werking getreden. In bijlage 1 van dit besluit zijn de vergunningplichtige inrichtingen (ook wel aangeduid als type C-inrichting) opgenomen. De onderhavige inrichting is vergunningplichtig omdat de inrichting valt onder categorie d van bijlage 1 van het Barim. Tot categorie d behoren inrichtingen die m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. De inrichting is volgens het Barim een type C inrichting. Tot de onderhavige inrichting behoort niet een gpbv-installatie (een installatie als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging). In artikel 1.4, derde lid, van het Barim wordt aangegeven voor welke activiteiten van een vergunningplichtig bedrijf rechtstreeks (van rechtswege) regels opgenomen in het Barim, van toepassing zijn. Wij beschouwen deze aanvraag mede als melding op grond van artikel 1.10 van het Barim. De aanvraag bevat een enkele activiteit waarvoor ingevolge artikel 1.4, derde lid, van het Barim rechtstreeks (van rechtswege) regels opgenomen in het Barim van toepassing zijn. Het gaat dan om de lozing van hemelwater dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening. Lozing van dit hemelwater op het oppervlaktewater is ingevolge het Barim toegestaan. Deze activiteit wordt dan ook niet gereguleerd in de onderhavige Wm-vergunning. Voor de vraag welke randvoorwaarden gelden voor deze activiteiten dient dan ook niet de onderhavige vergunning te worden geraadpleegd, maar de tekst van het Barim en van de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Vergunningsituatie De aanvraag heeft betrekking op het oprichten en in werking hebben van een nieuwe inrichting waarvoor nog geen eerdere Wm-vergunning is verleend. Wijziging Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer In de Staatscourant van 31 augustus 2009 met nummer heeft de Minister van Vrom een ontwerp voor een wijziging van het Barim gepubliceerd over windturbines. In het Barim is reeds een paragraaf opgenomen die betrekking heeft op een bepaalde categorie van windturbines. De voorgenomen wijziging is er volgens de daarbij gaande Nota van toelichting gericht om, voor zover mogelijk, alle windturbines onder het beoordelingsregime van Barim te brengen. Het Barim regelt onderwerpen als geluid, slagschaduw, lichtschittering, externe veiligheid en (indirect) bodem in relatie tot windturbines. De specifiek aan windturbines gerelateerde onderwerpen in Barim zijn uitputtend bedoeld. Dit betekent dat in de Wm-vergunning die in onderhavige situatie van toepassing blijft, dan geen ruimte is om nadere regels (voorschriften) te stellen met betrekking tot die onderwerpen. Wel biedt het Barim dan (beperkte) mogelijkheden om via maatwerkvoorschriften af te wijken van de Barim-geluidnorm voor windturbines. De Minister van Vrom heeft op 8 april 2010 de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer uitgebracht. Deze Circulaire (kenmerk: ) biedt het bevoegd gezag voor de vergunningverlening een handvat bij de beoordeling van vergunningaanvragen voor windturbines die Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 6

7 met voornoemde Barim-wijziging (in ontwerp) onder het regime van Barim komen te vallen. Deze Circulaire is betrokken in de besluitvorming door te anticiperen op de gevolgen van de wijziging van het Barim (en onderhangende ministeriële regeling). 2.3 Bevoegd gezag en Ivb-categorie Het windpark betreft een inrichting genoemd in bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit (Ivb), te weten categorie 20.1 a 1, inrichtingen voor het omzetten van windenergie in elektrische energie. Onderdeel van de inrichting is het transformatorstation met een totaal geïnstalleerd vermogen van 290 MVA. De transformatoren zullen niet in een gesloten gebouw worden geplaatst. Deze activiteit valt onder categorie 20.1 b van bijlage 1 van het Ivb, transformatorstations, met een niet in een gesloten gebouw ondergebrachte transformatoren, met een maximaal gelijktijdig in te schakelen elektrisch vermogen van 200 MVA of meer. Op grond van het bepaalde in categorie 20.5 uit bijlage I van het Ivb is Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland bevoegd gezag voor de inrichting. 2.4 Coördinatie Wm/Wvo/Bouwvergunning Op de procedures voor deze en andere vergunningen is de rijkscoördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Op 4 november 2009 heeft de aanvrager bij ons een aanvraag om een Wm-vergunning ingediend. Op dezelfde dag heeft de aanvrager een aanvraag om een Wvo-vergunning ingediend bij het Waterschap Zuiderzeeland. Een exemplaar van het aanvraagformulier (zonder bijlagen) is als bijlage bij de aanvraag om de Wm-vergunning gevoegd. Op 3 december 2009 hebben wij van de aanvrager de volledige Wvo-aanvraag (inclusief bijlagen) als aanvulling op de Wm-aanvraag ontvangen. Beide ontwerpbesluiten zijn inhoudelijk afgestemd. Voor verwezenlijking van de aangevraagde activiteiten is een bouwvergunning benodigd. De gevraagde Wm-vergunning treedt in zijn geheel niet in werking zolang de bouwvergunning die vereist is voor het initiatief niet is verleend (Wet milieubeheer, art. 20.8). 2.5 MER Ingevolge de Wet milieubeheer en het Besluit milieu-effectrapportage moet voor bepaalde activiteiten een milieu-effectrapportage (m.e.r.) worden opgesteld. Hiermee wordt bereikt dat er voldoende milieu-informatie beschikbaar is voordat milieurelevante besluiten (zoals een milieuvergunning) genomen kunnen worden die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Zo kan mogelijke schade aan het milieu zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt. In de bijlage bij het Besluit milieu-effectrapportage 1994 is aangegeven voor welke activiteiten het opstellen van een m.e.r. verplicht is en voor welke activiteiten beoordeeld moet worden of het opstellen van een m.e.r. noodzakelijk is (m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten). In onderhavige vergunningaanvraag is sprake van het oprichten en in werking hebben van een inrichting als bedoeld in categorie 22.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994: Het oprichten, wijzigen of uitbreiden van één of meer met elkaar samenhangende installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie. Voor besluiten inzake een activiteit van deze categorie met een gezamenlijk vermogen van 15 megawatt (elektrisch) of meer en/of 10 windturbines of meer geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht. De vergunningaanvraag betreft een inrichting met een geïnstalleerd opwekkend vermogen van 172,8 MW en bestaande uit 48 windturbines. Daarmee valt deze activiteit binnen de capaciteitsgrens van categorie 22.2 en is de besluitvorming op de vergunningaanvraag dus m.e.r.-beoordelingsplichtig. De aanvrager heeft, samen met de overige initiatiefnemers voor 3 andere windparken in de Noordoostpolder, evenwel besloten op vrijwillige basis een gezamenlijk milieu-effectrapport (hierna te noemen MER) op te stellen. Hij heeft daarom afgezien van het indienen van een aanmeldingsnotitie (Wet milieubeheer, art. 7.8a) en wij hebben daarom ook geen besluit genomen over de vraag of voor de voorgenomen activiteit wel of geen MER opgesteld behoefde te worden. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op het MER. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 7

8 2.6 Ontvankelijkheid De aanvraag is op 4 november 2009 door ons ontvangen. Bij beoordeling van de aanvraag bleek dat de aanvraag een voldoende beeld geeft van de activiteiten in de inrichting en de te verwachten milieubelasting in de omgeving. Daarmee voldoet de aanvraag aan artikel 5.1 van het Ivb en is dus ontvankelijk. 2.7 Welke procedure is van toepassing Op grond van artikel 8.6 Wm is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing op de voorbereiding van deze beschikking. 2.8 Verloop van de procedure De aanvraag is door ons op 4 november 2009 ontvangen en is door ons op 11 november 2009 doorgestuurd naar de wettelijke adviseurs en betrokken bestuursorganen, te weten: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder (wettelijk adviseur); College van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland (wettelijk adviseur); Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân (wettelijk adviseur); College van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk (betrokken bestuursorgaan). Dit besluit is één van de besluiten die vereist zijn voor de uitvoering van windpark Noordoostpolder. De Minister van Economische Zaken heeft als aangewezen minister een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor windpark Noordoostpolder bevorderd. Op 23 november 2009 hebben wij van de Minister van Economische Zaken een zogenaamde termijnbrief ontvangen. Bij brief van 23 februari 2010 is deze termijn verlengd en ook bij brief van 9 april 2010 heeft de Minister de eerder bepaalde termijn voor het aanleveren van ontwerpbesluiten nogmaals verlengd. De laatste termijn voor het toezenden van de ontwerpbesluiten is bepaald op 21 mei Op 3 december 2009, op 1 maart 2010, op 18 maart 2010 en op 22 april 2010 hebben wij aanvullingen op de aanvraag ontvangen. De aanvulling van 3 december 2009 betreft twee ontbrekende bijlagen bij de WVO vergunningaanvraag. Met de aanvulling van 3 maart 2010 zijn enkele drukfouten rechtgezet en is verzocht om de aanvraag tevens te zien als een melding op grond van het Barim. De aanvulling van 18 maart 2010 betreft de aanvulling van het MER naar aanleiding van de bevindingen van de Commissie voor de milieu-effectrapportage tijdens de toetsing en naar aanleiding van de inspraakreacties. De aanvulling van 22 april 2010 betreft de wijziging van het aantal turbines (van 55 naar 48), gewijzigd akoestisch onderzoek naar aanleiding van de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer van 8 april Met deze laatste aanvulling is tevens de gewijzigde locatie van het transformatorstation aangevraagd. 3 Overwegingen n.a.v. het milieu-effectrapport 3.1 Algemeen In het kader van het MER worden de vier initiatieven voor windparken in de Noordoostpolder als één project beschouwd. Voor de afzonderlijke windparken zijn wel afzonderlijke Wet milieubeheervergunningen nodig. Voor onderhavige aanvraag is het algemene deel van het MER, het locatiespecifieke deel Westermeerdijk Buitendijks, de bijlagen en de twee samenvattingen van belang. Het opgestelde MER is als bijlage bij de aanvraag gevoegd. Het opgestelde MER is gekoppeld aan het Rijksinpassingsplan (plan-mer) en aan de vier milieuvergunningen (besluit-mer). Voor de besluitvorming over het Rijksinpassingsplan is het opstellen van een MER verplicht. Voor de besluitvorming over de Wet milieubeheeraanvragen geldt een zogenaamde m.e.r.-beoordelingsplicht. Dat betekent dat het bevoegd gezag moet beoordelen of het voor een bepaald initiatief noodzakelijk is dat er een MER wordt opgesteld. Gezien de omvang van het project en de ligging van de locaties, hebben de initiatiefnemers besloten om op Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 8

9 vrijwillige basis een gecombineerde MER op te stellen. Het opgestelde MER bestaat uit een algemeen deel en vier locatiespecifieke delen, voor elke locatie een apart deel. Het MER is bedoeld om de gevolgen van de voorgenomen activiteit voor het milieu inzichtelijk te maken en zo de milieubelangen een volwaardige plaats bij de besluitvorming op de aanvraag te geven. De gevolgen voor het milieu van onderhavige vergunningaanvraag worden in paragraaf 4.5 Overwegingen per milieu-onderwerp verder uitgewerkt. De procedure is uitgevoerd overeenkomstig Afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht. 3.2 Verloop van de m.e.r.-procedure Op 4 maart 2004 zijn door de Koepel Windenergie Noordoostpolder voor de windparken Noordoostpolder startnotities ingediend bij de toenmalige bevoegde gezagen, burgemeester en wethouders van Noordoostpolder en burgemeester en wethouders van Lemsterland. De procedures voor de MER-en zijn formeel gestart met de bekendmaking van de startnotities begin De publicatie van de startnotities is bekend gemaakt in het regioblad De Noordoostpolder op 11 maart 2004 en de Zuid-Friesland van 7 april Tevens is de commissie voor de milieueffectrapportage verzocht een advies uit te brengen. Op 24 mei 2004 is laatstgenoemd advies uitgebracht. De commissie heeft in haar advies eveneens de binnengekomen opmerkingen verwerkt. Naar aanleiding daarvan hebben B&W van Noordoostpolder en B&W van Lemsterland op respectievelijk 20 juli 2004 en 27 september 2004 richtlijnen vastgesteld voor deze ontwikkeling. Door de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en wijzigingen in het Besluit milieueffectrapportage 1994 en de Elektriciteitswet en doordat duidelijk is geworden dat twee van de vier transformatoren een vermogen hebben van meer dan 200 MVA en in de buitenlucht worden geplaatst, zijn momenteel GS van Flevoland en B&W van Noordoostpolder bevoegd gezag voor het besluit-mer behorende bij de milieuvergunningen en de Minister van Economische Zaken voor het plan-mer behorende bij het Rijksinpassingsplan. Op 22 oktober 2009 heeft Pondera Consult namens Windmolenproject Westermeerdijk Binnen v.o.f. en Westermeerwind BV het MER bij ons ingediend. Voor de aanvaarding hebben GS van Flevoland kennis genomen van de richtlijnen zoals deze in 2004 zijn vastgesteld door B&W van Noordoostpolder en B&W van Lemsterland. Op 3 november 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Flevoland geoordeeld dat het MER voldoende uitwerking geeft aan de door de bevoegde instanties opgestelde richtlijnen en de wettelijke eisen die worden gesteld aan het MER en hebben het MER daarom aanvaardbaar geacht. De kennisgeving over de indiening van het MER en de aanvragen om vergunning op grond van de Wet milieubeheer is vervolgens op 11 november 2009 gepubliceerd in de een aantal huis-aan-huisbladen en hebben daarna gedurende zes weken ter inzage gelegen, namelijk van 12 november 2009 tot en met 23 december 2009 op: de gemeentehuizen van Urk, Noordoostpolder, Lemsterland, Gaasterland; het provinciehuis van de Provincie Flevoland te Lelystad; het provinciehuis van de provincie Fryslân te Leeuwarden. 3.3 Toetsingsadvies Commissie voor de milieu-effectrapportage De Commissie voor de milieu-effectrapportage heeft op 24 maart 2010 het toetsingsadvies uitgebracht over de juistheid en volledigheid van het MER. De Commissie is van oordeel dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is voor de besluitvorming over het rijksinpassingsplan en de Wm-vergunningen. Zij wijst er op dat er onzekerheden bestaan over de omvang van de positieve effecten en adviseert dat het aan te bevelen is een monitoring- en evaluatieprogramma op te zetten aangezien in Nederland weinig tot geen ervaring is met een windpark van deze omvang. Daarbij vragen zij aandacht voor aanlegen exploitatiefase en milieueffecten, energieopbrengst en de ecologische (meer)waarde van de scheepvaartveiligheidsvoorziening. Van de zijde van de initiatiefnemers van de verschillende windturbineparken is na overleg met de bevoegde gezagen besloten om een integrale monitoring- en evaluatieprogramma voor de effecten Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 9

10 op vogels en vleermuizen op te zetten en een integrale analyse daarvan op te stellen. De borging hiervan zal plaatsvinden in het kader van de vergunning volgens de Natuurbeschermingswet Het advies betreffende nautische veiligheidsaspecten wordt in het rijksinpassingsplan behandeld. Het advies betreffende de stabiliteit van dijklichamen (aanlegfase) heeft betrekking op de keurontheffingen die door het Waterschap Zuiderzeeland zijn verleend. De navolgende twee adviezen hebben wel betrekking op aspecten die in de milieuvergunning worden behandeld en worden om die reden hier besproken. 1. De Commissie adviseert om bij de besluitvorming stil te staan bij de aanvaringsrisico s ( vervolg-effecten ) voor de natuur en de drinkwatervoorziening. De Commissie acht een uitgebreide studie naar deze risico s niet zinvol, aangezien er te weinig gegevens beschikbaar zijn om deze goed uit te kunnen voeren. Zij adviseert om: - in contact te treden met de betreffende bevoegde instanties (waaronder Rijkswaterstaat en de Provincie Flevoland) over een eventueel op te stellen calamiteitenplan. Overweging naar aanleiding van dit advies: In de milieuvergunning voor het buitendijks opgestelde windturbinepark wordt een calamiteitenplan voorgeschreven, gericht op de handelingen ter voorkoming van vrijkomen en/of verdere verspreiding van milieugevaarlijke stoffen ingeval van een aanvaring. Onderdelen hiervan zijn onder meer protocollen voor alarmering relevante instanties, treffen van verontreinigingsreductie en bestrijdingsmaatregelen. 2. De Commissie adviseert bij de besluitvorming over het rijksinpassingsplan rekening te houden met de mogelijkheid dat cumulatie van geluid optreedt rond de locaties aan de Noorder- en Westermeerdijk. Overweging naar aanleiding van dit advies: Bij de beoordeling van de optredende geluidniveaus wordt in het kader van deze vergunning rekening gehouden met de cumulatie van het geluid veroorzaakt door alle vier nieuw aan te leggen parken samen. Bij toetsing aan de norm zal cumulatief moeten worden voldaan aan de betreffende norm. Deze systematiek sluit tevens aan bij het advies uit de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer. 3.4 Beschrijving van alternatieven In het MER zijn vier alternatieven met elkaar vergeleken. Deze alternatieven verschillen in formaat van de turbines (3-4 MW, 5-8 MW) en in de afstand tussen de windturbines (4 of 5 keer de rotordiameter). In hoofdstuk 7 van het MER zijn voor de locatie Westermeerdijk buitendijks de volgende alternatieven en varianten van het MER beschreven: WMDbi3/4(4D): 3-4 megawattklasse turbines waarbij 42 turbines met een onderlinge afstand van 417 meter kunnen worden geplaatst, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 151 megawatt; WMDbi5/8(4D): 5-8 megawattklasse turbines waarbij 36 turbines met een onderlinge afstand van 490 meter kunnen worden geplaatst, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 216 megawatt. Daarnaast is een alternatief ontwikkeld uitgaande van een afstand tussen de turbines van 5D. Bij dit alternatief zijn wederom twee variaties mogelijk in de uitvoering: WMDbi2/3(5D): 2-3 megawattklasse turbines waarbij 34 turbines met een onderlinge afstand van 521 meter kunnen worden geplaatst, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 122 megawatt; WMDbi5/8(5D): 5-8 megawattklasse turbines waarbij 28 turbines met een onderlinge afstand van 641 meter kunnen worden geplaatst, met een totaal geïnstalleerd vermogen van 168 megawatt. Op basis van een effectenanalyse kan gesteld worden dat de 5-8 megawattklasse turbines het meest milieuvriendelijk zijn aangezien deze leiden tot de grootste milieuwinst (duurzame energie) en lokaal het minst effect veroorzaken op ecologie en landschap vanwege het feit dat met minder turbines een hogere milieuwinst kan worden bereikt. Voor wat betreft hinder als gevolg van geluid en slagschaduw zijn de varianten met lagere vermogens milieuvriendelijker, echter de hinder van Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 10

11 de 5-8 megawattklasse turbines kan door aanvullende maatregelen wel voldoen aan het geldende wettelijke kader. De varianten met een onderlinge afstand van 5D scoren het beste op natuur en ecologie. Aangezien het verschil in aantal turbines tussen de WMDbi5/8 op 4D en 5D slechts 4 turbines is, verdeeld over de totale lengte van de opstelling, zijn de effecten van de 5D variant naar verwachting vergelijkbaar met de 4D variant, met als verschil dat bij de 4D variant de milieuwinst (energieopbrengst) significant hoger is (bijna 22%). Vanwege de potentiële milieuwinst scoort de variant WMDbi5/8(4D) daarmee het best. Dit is dan ook het meest milieuvriendelijke alternatief. Het voorkeursalternatief van de initiatiefnemer bestaat uit de 3-4 megawattklasse met een onderlinge afstand van 4D. De belangrijkste reden hiervoor is de onzekerheid rond de hoogte van de subsidie en over de technische mogelijkheden en beperkingen van de 5-8 megawattklasse. De 3-4 megawattklasse heeft zich al op vele plaatsen bewezen, wat voor de 5-8 megawattklasse niet het geval is. De conclusie van het MER is dat de locale effecten voor het voorkeursalternatief niet significant zijn en maximaal zijn ingepast. Wij onderschrijven deze conclusie. 3.5 Adviezen en inspraakreacties naar aanleiding van het MER Naar aanleiding van de publicatie van het MER zijn 688 inspraakreacties binnengekomen. Hiervan zijn 66 reacties uniek. De wettelijke adviseurs zijn gevraagd advies uit te brengen op het MER. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de provincie Fryslân en gemeente Lemsterland hebben hierop gereageerd. Een deel van de inspraakreacties is te relateren aan deze vergunningaanvraag. De adviezen van de RCE en de provincie Fryslân hebben betrekking op het onderwerp cultuur en landschap. Het advies van de gemeente Lemsterland heeft betrekking op meerdere onderwerpen. Hierna wordt ingegaan op de voor deze aanvraag relevante inspraakreacties. De namen van de indieners worden om praktische redenen niet expliciet genoemd. Daarvoor wordt verwezen naar de door de bevoegde gezagen opgestelde tabel met inspraakreacties en antwoorden, die deel uitmaakt van de Antwoordnota. Daar zijn ook de inspraakreacties en antwoorden te lezen die betrekking hebben op de andere in procedure zijnde vergunningaanvragen voor de windturbineparken. De antwoordnota met tabel en antwoorden liggen bij de procedurestukken ter inzage. De inspraakreacties zijn gerubriceerd naar milieuaspect (geluid, slagschaduw etc.). Over geluid (-hinder) is naar voren gebracht a. dat ten onrechte van de nieuwe geluidnorm L den in het MER wordt uitgegaan, terwijl deze nog niet door het parlement en de Raad van State is goedgekeurd; b. dat de MER-richtlijn vraagt om uit te gaan van de bestaande geluidsnormen; c. dat landbouwgeluid in de geluidbeoordeling (ook cumulatief) moet worden meegenomen; d. dat de nieuwe geluidnorm minder bescherming biedt en vooral s nachts; e. er wordt geen rekening gehouden met laag frequent geluid veroorzaakt door windturbines; f. er is geen inzicht verschaft in de huidige geluidssituatie van de bestaande windturbines aan de Westermeerdijk; g. dat onduidelijk is hoe de L den bescherming biedt: bijvoorbeeld overdag overschrijdingen die s nachts mogen worden gecompenseerd of andersom?; h. of de L den is te meten en te handhaven; i. dat de geluidseffecten in de woningen niet is beschreven; j. over de relatie geluidsoverlast en gezondheid; k. dat de geluidsberekeningen in het MER niet betrouwbaar is omdat de onderlinge afstand tussen de turbines nog niet bekend is en deze factor daarbij van belang is; l. dat het MER niet aangeeft wat te doen bij overschrijding van de norm; m. dat cumulatie van geluid van de verschillende windturbineparken al dan niet in combinatie met een solitaire turbine kan optreden; n. dat in het MER geen rekening wordt gehouden met het zogenaamde Van den Berg-effect; o. dat voor grote delen van het jaar de geluidbelasting kan oplopen tot 55 db(a); p. dat in het MER geen nachtnorm is opgenomen; q. dat de turbines niet alle zijn gecertificeerd en de bronvermogens van de turbines wel eens hoger kunnen uitpakken. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 11

12 Over slagschaduw is naar voren gebracht r. dat het MER slagschaduwhinder van windturbines op landbouwpercelen en buitenverblijven niet meeneemt; s. dat het energierendement niet wordt gehaald als de (rotorbladen van de) turbines vanwege slagschaduw stil moeten staan; t. dat slagschaduwhinder gezondheidsproblemen oplevert bij mensen met epilepsie; u. er wordt in het MER nergens gesproken over de gevoelsmatige hinderlijke slagschaduw; v. dat het plaatsen van zonneschermen ter voorkoming van slagschaduwhinder geen optie is en wie betaalt het? Over veiligheid is naar voren gebracht w. of de veiligheid van het publiek (op de fiets- en wandelpaden) is gewaarborgd als er een wiek afbreekt, ijsafzetting plaatsvindt of brand in de gondels ontstaat; x. dat het dijklichaam schade kan oplopen wanneer turbine-onderdelen afbreken; y. dat het MER spreekt over één (mogelijk beperkt kwetsbaar) object: een varkenshouderij zonder woonhuis, maar in deze schuur leven duizenden varkens en werken mensen, zodat moet worden gesproken over een kwetsbaar object (mens EN dier) binnen de relevante veiligheidscontour; z. dat het MER niet ingaat op de mogelijke milieugevolgen van een aanvaring van schepen met een of meer windturbines (buitendijks geplaatste park); aa. dat het MER niet ingaat op de externe veiligheid voor omwonenden en Urk met het oog op gevolgen van een aanvaring van een schip met gevaarlijke stoffen en een windturbine. Over toetsing aan EHS is naar voren gebracht bb. Het MER stelt voor het EHS gebied Rotterdamse hoek dat, in verband met de vigerende agrarische bestemming, alleen rekening gehouden hoeft te worden gehouden met de actuele natuurwaarden en nog niet met de potentiële". Dit is niet juist: Het (inmiddels uit 10 ha) bestaande natuurontwikkelingsgebied moet conform het Natuurbeheerplan Flevoland voldoen aan de potentiële natuurwaarden behorend bij de EHS. Overwegingen naar aanleiding van de inspraakreacties a. In het MER wordt de 'Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer' gevolgd, waarin wordt geadviseerd de geluidhinder veroorzaakt door windturbines in het vervolg te beoordelen op een beoordelingswijze die in deze circulaire wordt beschreven. De daarbij behorende nieuwe geluidnorm wordt vastgelegd in het Barim en treedt naar verwachting in 2010 in werking. Barim is een Algemene maatregel van bestuur, die tot stand komt zonder Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer). Er is dus geen goedkeuring van de Eerste en Tweede Kamer vereist. Wel moet de Raad van State adviseren. b. In 4.8 van het Algemeen Deel van het MER is het toetsingskader voor geluid beschreven. In aanvulling op de beoordeling conform de nieuwe L den norm is in bijlage 7 van bijlage I van het MER de geluidsbelasting bepaalt conform de huidige beoordelingsnorm L Ar,LT (langtijdgemiddeld beoordelingsniveau). c. Landbouwgeluid vanuit inrichtingen wordt gereguleerd door de daarvoor verleende milieuvergunning of het van toepassing zijnde Besluit landbouw milieubeheer. Cumulatieve effecten vanuit inrichtingen wordt volgens de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer alleen toegepast bij nieuwe windturbine-inrichtingen. d. Het beschermingsniveau van de nieuwe norm(en) sluit aan bij de huidige normstelling in Barim en ook met de uitvoeringspraktijk bij vergunningverlening. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt de L den het beste de hinder en andere gezondheidseffecten - te kunnen voorspellen. De beleving van geluidbelasting in de nacht wordt in de L den meegewogen door bij de werkelijke niveaus 10 db op te tellen en specifiek voor het beoordelen van nachtelijk lawaai is L night. De geluidbelasting in de nacht telt daardoor bij de toetsing aan de normstelling veel zwaarder mee dan dezelfde belasting overdag. In de beoordeling wordt het laag frequent hoorbare geluid in het frequentiegebied vanaf circa 50 Hz meegenomen. e. Bij de MER is het geluid in het frequentiegebied vanaf ca. 50 Hz meegenomen en beoordeeld. Derhalve is ook aandacht besteed aan de hoorbare geluiden met relatief lage frequenties. Het geluid van windturbines bij nog lagere frequenties is niet relevant. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 12

13 f. Inzicht in bestaande situatie turbines Westermeerdijk is opgenomen in 5.8 van het locatiespecifiek deel voor Westermeerdijk Binnendijks. g. Bij de nieuwe normering wordt niet langer uitgegaan van dag-, avond- en nachtwaarden. Het betreft een jaargemiddelde norm. h. Ja, er is een concept meet- en beoordelingsmethode van februari 2010 dat op de website van Vrom is gepubliceerd. Wij hebben de tekst daarvan als bijlage opgenomen bij deze vergunning. De Handhaving vindt plaats op basis van gegevens over het geproduceerd bronvermogen van de windturbines, waarmee berekend wordt of er sprake is van overschrijding van de normen. i. De nieuwe norm(en) gelden op de gevel van woningen. j. Uit onderzoek naar de dosis-effectrelatie voor windturbinegeluid is gebleken dat de mate van hinder die met de nieuwe normstelling wordt geaccepteerd goed vergelijkbaar is met wat geaccepteerd wordt in de normstelling voor andere geluidbronnen (zoals weg- en railverkeerslawaai). k. In het MER zijn de maximale effecten in beeld gebracht, die optreden bij de kleinste onderlinge afstand (4D). De vergunningaanvraag geeft concreet de variant aan, waarop dient te worden beslist. De bijbehorende berekeningen gaan uit van de aangevraagde variant en zijn betrouwbaar. l. Het MER geeft wel degelijk aan dat maatregelen kunnen worden getroffen om geen normoverschrijding te veroorzaken. m. In die gevallen waar windturbineparken relevante cumulatieve geluideffecten veroorzaken die zorgen voor normoverschrijding worden maatregelen en/of voorzieningen getroffen die dit voorkomen. De aanvragen zijn daarop aangepast, zodat cumulatief beschouwd geen normoverschrijding ontstaat. De Circulaire van 8 april 2010 geeft aan dat geen rekening hoeft te worden gehouden met geluid van bestaande inrichtingen (bijvoorbeeld landbouwinrichtingen met bestaande solitaire turbine). n. Het onderzoek van de heer Van den Berg heeft betrekking op windschering. Paragraaf 4.8 van het Algemeen deel van het MER geeft aan, dat de L den voor de geluidnormering en berekening is toegepast. Voordeel van deze nieuwe normering en rekenmethode is dat deze beter rekening houdt met het zgn. effect van windschering. Windschering is het effect dat in de nachtperiode, als de windsnelheid op maaiveld laag is en er dus weinig achtergrondgeluid is, de wind op grote hoogte nog wel hard kan waaien (op hoogte, 80 tot 100 meter, waait de wind veel constanter). De oude systematiek beoordeelt de wind op veel lagere hoogte waar de windsnelheid lager zou kunnen zijn. o. Het bronvermogen van de turbine bepaalt het geluidniveau op de gevel van woningen. Bij benutting van het maximaal vermogen zal nooit 55 db kunnen worden veroorzaakt. p. De Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer van 8 april 2010 geeft aan dat met de wijziging van Barim een nachtnorm wordt vastgelegd. q. De certificering betreft enkel de veiligheid van de windturbine. In de praktijk kan het voorkomen dat windturbine iets meer of minder bronvermogen levert dan volgens specificatie. Dit heeft geen invloed op de normstelling, want die blijft hetzelfde. r. In het MER is aansluiting gezocht bij de meest recente milieuhygiënische inzichten met betrekking tot slagschaduwhinder, zoals verwoord in het besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. De windparken NOP komen naar verwachting in 2010 te vallen onder de werking van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de daarop gebaseerde Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Dit heeft tot gevolg dat het aspect slagschaduw(hinder) wordt getoetst aan de regels gesteld van voornoemd Besluit en de Regeling. Volgens die regels behoeven bescherming tegen slagschaduw uitwendige scheidingsconstructie van geluidgevoelige gebouwen of woonwagens, voor zover zich in die constructie ramen bevinden. Die bescherming geldt dan alleen als voldaan wordt aan bepaalde randvoorwaarden betreffende de afstand tot de windturbine, de slagschaduw-duur per dag, en het aantal dagen per jaar dat slagschaduw kan optreden. Gezien het voorgaande krijgen landbouwpercelen geen bescherming tegen slagschaduw. Wel zal, doordat de windturbines allemaal worden voorzien van een automatische stilstandvoorziening, dit mede effect op landbouwpercelen hebben. Overigens zijn in de Regeling bepalingen opgenomen ter voorkoming/beperking van lichtschittering (naar de omgeving). Er moeten niet reflecterende materialen of coatinglagen worden toegepast die voldoen aan bepaalde reflectiewaarden overeenkomstig een NEN-EN-ISO norm Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 13

14 (of daaraan gelijkwaardig). Deze bepalingen hebben effect op de omgeving en dus ook op landbouwpercelen. s. Het rendementsverlies als gevolg van stilstand door slagschaduwhinder is minimaal; t. Het MER beschrijft in bijlage K de milieueffecten die kunnen optreden, waarbij die effecten worden beoordeeld aan de hand van objectieve criteria vastgelegd in wet- en/of regelgeving. Deze criteria bieden een algemeen beschermingsniveau. In beginsel wordt er geen rekening gehouden met bijzondere of persoonlijke situaties. De effecten van snel ronddraaiende rotorbladen op de gezondheid met name in situaties met veel contrastwerking en langdurige blootstelling is bij de totstandkoming van de regelgeving onderzocht. Dit betreft onderzoek naar de zgn. flikkerfrequentie die in bepaalde gevallen leiden tot epilepsieaanvallen. Hinderlijke flikkerfrequenties zullen niet optreden bij het type turbine dat onderwerp is in het MER en het type dat nu is aangevraagd. u. Zie ook de beantwoording van t). De paragraaf over slagschaduw in de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek over de effecten van slagschaduw op de gezondheid van de mens. De Regeling biedt een algemeen beschermingsniveau. Daarbij speelt gevoelsmatige hinderlijke slagschaduw geen rol, want dat is niet objectiveerbaar. De windturbines worden voorzien van een automatische stilstandvoorziening om te voorkomen dat het algemeen beschermingsniveau overschreden wordt. v. Het plaatsen van zonneschermen is in het MER slechts genoemd als mogelijkheid om slagschaduw(hinder) zoveel mogelijk terug te dringen. Maatregelen als een automatische stilstandvoorziening op de windturbine voorkomt slagschaduw(hinder) op woningen. Met deze stilstandvoorziening kan aan de norm voor slagschaduw worden voldaan. w. Wandel en fietspad zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten. Het gevaar voor personen die gebruik maken van de wandel- of fietsroute is beperkt te achten, omdat het aantal aanwezige personen nabij het windturbinepark beperkt zal zijn en deze zich daar slechts voor korte duur begeven. De kans op afbrekende turbineonderdelen is klein doordat de turbines voldoen aan ontwerp- en constructie-eisen, mede met het oog op de veiligheid. De turbines moeten type-gecertificeerd zijn. Bij normaal onderhoud behoort inspectie van de onderdelen en zullen gebreken aan het licht komen. Deze zaken worden gewaarborgd in onderhavige vergunning. x. Zie onder w). y. In het MER is aansluiting gezocht bij de meest recente milieuhygiënische inzichten met betrekking tot veiligheid, zoals verwoord in het besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. De windparken NOP komen naar verwachting in 2010 te vallen onder de werking van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de daarop gebaseerde Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Het Barim definieert de begrippen kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Dergelijke objecten (waar zich personen bevinden) krijgen meer of minder bescherming afhankelijk van de verblijfsfunctie. De varkenshouderij valt onder beperkt kwetsbaar. De bescherming ziet alleen op personen en niet op dieren. z. De commissie m.e.r. adviseert om bij de verdere besluitvorming stil te staan bij de vervolgeffecten voor natuur en drinkwatervoorziening. In dit verband denkt zij aan preventieve middelen en het eventueel opstellen van een calamiteitenplan. In de onderhavige vergunning wordt een calamiteitenplan voorgeschreven, gericht op de handelingen ter voorkoming van vrijkomen en/of verdere verspreiding van milieugevaarlijke stoffen ingeval van een aanvaring. Onderdelen hiervan zijn onder meer protocollen voor alarmering relevante instanties, treffen van verontreinigingsreductie en bestrijdingsmaatregelen. aa. Onder meer in 5.8 van het Algemeen Deel van het MER is ingegaan op de soorten gevaarlijke stoffen die getransporteerd worden door de Vaargeul Amsterdam-Lemmer en de frequentie hiervan. Daarbij is, op basis van de Risicoatlas Hoofdvaarwegen Nederland, aangegeven dat er geen risico s voor de omgeving ontstaan aangezien er geen sprake is van plaatsgebonden risico of groepsrisico. De aanwezigheid van windturbines heeft geen effect op risico's voor woningen of Urk, omdat deze allemaal buiten het invloedsgebied liggen van de soorten gevaarlijke stoffen, die over de vaargeul worden getransporteerd. bb. Dit gebied kent nog geen beschrijving van de wezenlijke kenmerken en waarden, die wordt door provincie Flevoland in 2010 vastgelegd. Er is nu een elzen-iepen bosje en het overgrote deel van het reeds als EHS begrensde gebied moet nog worden omgevormd van agrarische doeleinden naar natuurdoelen. Nu Rotterdamse Hoek geïsoleerd ligt van overige EHS Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 14

15 4 Overwegingen met betrekking tot de aanvraag 4.1 Algemeen De artikelen 8.8 tot en met 8.11 Wm omvatten het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Hierna geven wij aan hoe de aanvraag zich tot dat toetsingskader verhoudt. Hierbij beperken wij ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook werkelijk op onze beslissing van invloed zijn. De hierna genoemde gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken zijn mede beoordeeld in hun onderlinge samenhang, gezien de technische kenmerken van de inrichting en de geografische ligging van de inrichting. 4.2 Best Beschikbare Technieken (BBT) Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Richtlijn 96/1/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (hierna: IPPCrichtlijn), treffen de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Ter verdere implementatie van de IPPC-richtlijn zijn op 1 december 2005 de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de wet verontreiniging oppervlaktewateren en het besluit van 8 oktober 2005, houdende wijzigingen van het inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer in werking getreden. Ingevolge artikel 8.11, derde lid, Wm dienen in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning voorschriften te worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk bij voorkeur bij de bron te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Overeenkomstig artikel 8.11, vierde lid, Wm juncto artikel 5a.1 Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) dienen wij bij de bepaling van beste beschikbare technieken te betrekken, rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen, en met het voorzorg- en het preventiebeginsel: de toepassing van technieken die weinig afvalstoffen veroorzaken; de toepassing van minder gevaarlijke stoffen; de ontwikkeling, waar mogelijk, van technieken voor de terugwinning en het opnieuw gebruiken van de bij de processen in de inrichting uitgestoten en gebruikte stoffen en van afvalstoffen; vergelijkbare processen, apparaten of wijzen van bedrijfsvoering die met succes in de praktijk zijn beproefd; de vooruitgang van de techniek en de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis; de aard, de effecten en de omvang van de betrokken emissies; de data waarop de installaties in de inrichting in gebruik zijn of worden genomen; de tijd die nodig is om een betere techniek toe te gaan passen; het verbruik en de aard van de grondstoffen, met inbegrip van water, en de energie-efficiëntie; de noodzaak om het algemene effect van de emissies op en de risico s voor het milieu te voorkomen of tot een minimum te beperken; de noodzaak ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor het milieu te beperken. Overeenkomstig artikel 8.11, vierde lid, Wm juncto artikel 5a.1 Ivb dienen wij bij de bepaling van de beste beschikbare technieken rekening te houden met de Regeling aanwijzing BBT-documenten. Met de in tabel 1 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 15

16 worden gehouden, voor zover het de daarbij vermelde installaties betreft als bedoeld in bijlage 1 van de EG-richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv-installaties). Met de in tabel 2 van de bij deze regeling behorende bijlage opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Uit de aanvraag blijkt dat de voor de inrichting in aanmerking komende BBT zullen worden toegepast. De gevraagde vergunning hoeft daarom niet te worden geweigerd. 4.3 Natuurbeschermingsregelgeving Europese regelgeving Voor de Europese natuurbeschermingsregelgeving zijn twee richtlijnen van belang: de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn De in 1992 vastgestelde Europese Habitatrichtlijn heeft als doel de biologische verscheidenheid te bevorderen. Deze richtlijn houdt de verplichting in om natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die voor de Europese Unie van belang zijn in stand te houden. Iedere lidstaat moet op zijn grondgebied de gebieden die voor het behoud van de onder de richtlijn vallende natuurlijke habitats en wilde flora en fauna het belangrijkst zijn, identificeren en vervolgens aanwijzen als Speciale Beschermingszones Vogelrichtlijn De in 1979 vastgestelde Europese Vogelrichtlijn heeft als doel alle op het grondgebied van de Europese Unie in het wild levende vogels en hun habitats te beschermen en beheren. Deze richtlijn ziet speciaal toe op de bescherming van de leefgebieden voor in het wild levende vogels. Ook ingevolge deze richtlijn kunnen Speciale Beschermingszones worden ingesteld Nationale wet- en regelgeving De implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn heeft in Nederland zijn grondslag gekregen in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) Doel van de Nb-wet is het geven van wettelijke bescherming aan gebieden met bijzondere en/of kwetsbare natuur- en landschapswaarden. Met de Nb-wet is beoogd de gebiedsbeschermingsbepalingen uit de Habitat- en Vogelrichtlijn te implementeren in de Nederlandse wetgeving. Binnen de provincie Flevoland zijn door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het IJsselmeer, het Markermeer, de Oostvaardersplassen, de Lepelaarplassen en de randmeren aangewezen als Speciale beschermingszone ter uitvoering van de Vogelrichtlijn. Daarmee dient de vraag of voorgenomen activiteiten in deze gebieden of in de nabijheid van deze gebieden, in overeenstemming zijn met de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, overeen met de vraag of een vergunning ingevolge de Nb-wet is vereist en zo ja, of die vergunning kan worden verleend en onder welke voorwaarden. De inrichting is gelegen nabij het Natura 2000-gebied IJsselmeer. Uit de passende beoordeling, die onderdeel uitmaakt van het MER, blijkt dat significante negatieve effecten zijn uitgesloten ten aanzien van het behalen en/of behouden van de instandhoudingsdoelstellingen. Vanwege mogelijke effecten is een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig voor de inrichting. De aanvraag voor deze vergunning is bij ons ingediend. De procedure voor de verlening van deze vergunning loopt mee in de Rijkscoördinatieregeling. Er bestaat geen ruimte voor beoordeling van de verenigbaarheid met de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in het kader van de onderhavige milieuvergunning. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 16

17 4.3.6 Flora- en faunawet (Ffw) Het onderdeel van de Europese Habitatrichtlijn dat niet ziet op de aanwijzing van gebieden, maar op de bescherming van specifieke inheemse en uitheemse dier- en plantensoorten, wordt in één wet geregeld: de Ffw. Deze wet biedt, uit het oogpunt van het natuurbehoud, bescherming aan in- en uitheemse planten- en diersoorten die in het wild leven. Ook maakt de Ffw het mogelijk een bepaald (kleinschalig) gebied alsmede een bepaalde soort aan te wijzen die van wezenlijke betekenis zijn. Deze aanwijzing vormt het centrale onderdeel van de Flora- en faunawet. Van belang is dat, ingevolge artikel 4 lid 1 Ffw, een lijst van beschermde inheemse diersoorten is opgesteld. Bij constatering van een zeldzame dier- of plantensoort binnen een gebied waar de realisatie van een bepaald project beoogd wordt, speelt de vraag of met de aanwezigheid van deze soort op basis van één of meerdere wettelijke kaders rekening gehouden dient te worden. De inrichting kan gevolgen hebben voor flora- en fauna. Diverse onderzoeken zijn uitgevoerd om de gevolgen te bepalen. Er zijn geen nadelige gevolgen voor flora. Wel kunnen effecten optreden op fauna. Het betreft vogels welke aanvaringsslachtoffer kunnen worden. Dit kunnen ook vogels betreffen die voor de instandhoudingsdoelstelling van het IJsselmeer van belang zijn (Nb-wet). In het MER is bij mitigerende maatregelen aangegeven dat de turbines stilgezet kunnen worden. Om te bepalen of dit noodzakelijk is en om te bepalen wanneer dit wenselijk is zal: Monitoring plaats vinden op de aantallen slachtoffers en de omstandigheden waaronder aanvaringsslachtoffers vallen (bijvoorbeeld bij specifieke windsnelheden). Op basis van de monitoring wordt met experts van het ministerie van LNV en provincie Flevoland afgestemd of maatregelen noodzakelijk zijn en hoe deze ingevuld worden. De belangrijkste maatregel die daarbij wordt beschouwd is het toepassen van een stilstandvoorziening bij specifieke omstandigheden. Het ministerie van LNV is bevoegd gezag inzake de Ffw. Het ministerie van LNV heeft besloten dat er geen ontheffing in het kader van de Ffw nodig is voor dit initiatief Ecologische Hoofdstructuur en de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur Het IJsselmeer maakt deel uit van de landelijke en van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het IJsselmeer is hierin een belangrijk onderdeel van de zogenaamde natte as die van zuidwestelijke Delta tot aan het Lauwersmeer loopt. Van belang voor de geplande windturbines aan de Westermeerdijk is de Rotterdamse Hoek. De Rotterdamse Hoek is oorspronkelijk aangelegd als eendenkooi. Uit onderzoek door Rijkswaterstaat in het kader van de dijkversterking rond de Noordoostpolder is echter gebleken dat deze functie in de achterliggende jaren niet tot stand is gekomen. s Winters is het een rustplaats voor allerlei eenden. De Rotterdamse Hoek is begrensd als nieuwe natuur, daarmee is het onderdeel van de provinciale EHS. Van dit gebied is inmiddels 10 hectare verworven door de provincie ten behoeve van natuurontwikkeling. De Nota Ruimte stelt voor dit soort gebieden; indien het gebied wel als EHS is begrensd, maar een agrarische bestemming heeft, hoeft alleen rekening te worden gehouden met de actuele natuurwaarden en nog niet met de potentiële. Dit betekent dat voortzetting of uitbreiding van het agrarisch gebruik over het algemeen mogelijk is. Het voorgenomen initiatief zal de bestaande natuurwaarden niet aantasten. 4.4 Provinciale regels en beleid (Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, Omgevingsplan, beleidsregel vergunningverlening) Bij de verlening van een milieuvergunning kunnen de volgende provinciale regels en beleidslijnen van belang zijn: - Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland; - Omgevingsplan; - Beleidsregel vergunningverlening; - Beleidsregels geur. Onderstaand wordt per punt een afweging weergegeven. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 17

18 4.4.1 Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland In de Verordening op de fysieke leefomgeving zijn gebieden met een bijzondere milieubescherming aangewezen. De inrichting van Westermeerwind BV is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied of in of in de nabijheid van een stiltegebied binnen Flevoland Omgevingsplan Het Omgevingsplan provincie Flevoland 2006 (hierna te noemen Omgevingsplan) is door Provinciale Staten van Flevoland op 2 november 2006 vastgesteld en is op 5 december 2006 in werking getreden. Bij de beoordeling van vergunningaanvragen dient op grond van de Wet milieubeheer op grond van artikel 8.8, tweede lid onder a van de Wet milieubeheer rekening te worden gehouden met het Omgevingsplan. De aangevraagde activiteiten zijn niet in strijd met het Omgevingsplan Beleidsregel vergunningverlening Bij de beoordeling van een aanvraag voor een milieuvergunning hanteren GS de Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2008, zoals vastgesteld op 29 januari Onder punt 1.1. van deze beleidsregel hebben GS de uitgangspunten voor de beoordeling van een milieuvergunning vastgelegd. Uitgegaan wordt van de meest recente landelijk geldende normen, richtlijnen, vereisten en inzichten (voor zover niet reeds genoemd in tabel 2 behorende bij de ministeriële Regeling aanwijzing BBT-documenten) zoals het Beleidsstandpunt verwijdering baggerspecie, de PGS/CPR-richtlijnen, de NEN/NEN-EN normen, de SIKB-protocollen (Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer) en normen die daar indirect uit voorvloeien. Onder de punten 1.2 tot en met 1.4 wordt in de beleidsregel ingegaan op respectievelijk de vergunning op maat, de bescherming van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur, en op het aspect geluid Beleidsregels geur. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een milieuvergunning hanteert de provincie de Beleidsregels voor de beoordeling van geurhinder Deze beleidsregels vervangen de Beleidsregels voor de beoordeling van geurhinder in de milieuvergunning en de ruimtelijke ordening die per 1 mei 2004 in werking waren. De Beleidsregels voor de beoordeling van geurhinder 2008 vormen inhoudelijk een voortzetting van de uit 2004 stammende beleidsregels, wijziging van die beleidsregels is enkel ingegeven door het feit dat de bevoegdheden van Gedeputeerde Staten als gevolg van de invoering van de Wet ruimtelijke ordening zijn gewijzigd. In deze beleidsregels zijn de volgende uitgangspunten en beleidslijnen vastgelegd. Onderscheid wordt gemaakt tussen gevoelige, minder gevoelige en niet-gevoelige bestemmingen. Dit onderscheid is vertaald naar de normstelling. Bij nieuwe situaties en gevoelige bestemmingen wordt bij de toetsing vooraf aan de normstelling rekening gehouden met de onzekerheden bij de prognose en modellering van geurverspreiding. De toetsing aan de bovenstaande beleidslijnen is in dit hoofdstuk in de Overwegingen per milieu-onderwerp onder Geur verder uitgewerkt Milieuzorg Bedrijfsintern milieuzorgsysteem De aanvraag bevat geen informatie over een (gecertificeerd) milieuzorgsysteem voor de inrichting. Ook niet over de aanwezigheid van een milieuzorghandboek of werkboek. Op grond van onze beleidsregels vergunningverlening kan een vergunning op hoofdzaken alleen worden verleend als binnen de inrichting een volledig en extern gecertificeerd milieuzorgsysteem van kracht is. Daarom is deze vergunning conventioneel van opzet, dus met gedetailleerde voorschriften. Bedrijfsmilieuplan In de aanvraag is geen bedrijfsmilieuplan opgenomen. Daarom is in deze vergunning geen rekening gehouden met een bedrijfsmilieuplan. Milieulogboek In voorschrift is aangegeven welke gegevens gemeten en geregistreerd worden. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 18

19 4.5 Overwegingen per milieu-onderwerp Lucht Luchtkwaliteitseisen De Wet milieubeheer, en de daarop gebaseerde regelgeving, bevat de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit in Nederland. De Wet milieubeheer bevat wettelijke grenswaarden, streefwaarden en plandrempels voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (PM 10, ook wel fijn stof genaamd), lood, koolmonoxide en benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen (PAK). De grenswaarden geven kwaliteitsniveaus aan voor de buitenlucht. Daarbij zijn alle locaties van belang, met uitzondering van de arbeidsplek. De grenswaarden gelden niet voor de arbeidsplaats als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet. De grenswaarden uit de Wet milieubeheer die in Nederland in de praktijk knelpunten kunnen opleveren zijn: Jaargemiddelde concentratie NO 2 (stikstofdioxide): 40 μg/m 3 Jaargemiddelde concentratie PM 10 (fijn stof): 40 μg/m 3 24-uursgemiddelde concentratie PM μg/m 3 welke niet meer dan 35 maal per jaar mag worden overschreden. De concentraties van de overige stoffen uit de Wet milieubeheer- te weten zwaveldioxide (SO 2 ), koolmonoxide (CO), stikstofoxide (NOx), lood (Pb), benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen (PAK) komen in Flevoland nergens in de buurt van de grenswaarden voor de desbetreffende stoffen. Daarom is het redelijk om bij de beoordeling van de gevolgen van deze inrichting voor de luchtkwaliteit alleen nader in te gaan op de concentraties voor NO 2 en PM 10. Er treden geen emissies naar de lucht op ten gevolge van de inrichting. De enige emissiebronnen van NO 2 of fijn stof als gevolg van de activiteiten binnen de inrichting zijn verkeersbewegingen van en naar de inrichting. Doorgaans is geen personeel aanwezig. Er is dan ook zeer beperkt verkeer van en naar de inrichting. Geconcludeerd kan worden dat de aangevraagde verandering niet leidt tot een overschrijding van de in de Wet Milieubeheer opgenomen grenswaarden voor luchtkwaliteit NeR Het bevoegd gezag dient bij de bepaling van de voor een inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken rekening te houden met bij ministeriële regeling aangewezen documenten (artikel 5a.1 Ivb). In de Regeling aanwijzing BBT-documenten is, o.a., de NeR (Nederlandse emissierichtlijn lucht) aangewezen als document waarmee het bevoegd gezag rekening houdt, voorzover dit document betrekking heeft op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting vallen niet onder een van de BREF s genoemd in bijlage II van de Regeling aanwijzing BBT-documenten. Voor emissies naar de lucht die niet zijn geregeld in een BREF of in een specifieke algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling, geldt het algemene toetsingskader van de NeR. Bij normale bedrijfsvoering zal geen emissie naar de lucht optreden. In geval van lekkage van vermogenschakelaars kan zwavelhexafluoride emitteren. Omdat bij de normale bedrijfsomstandigheden geen emissie optreedt zijn overeenkomstig de NeR geen emissienormen gesteld Geur Er treedt geen geuremissie op ten gevolge van de inrichting. Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 19

20 4.5.5 Geluid Als de windturbines in bedrijf zijn veroorzaken deze een geluidemissie. Ook het transformatorstation heeft een significante geluidemissie. Om de geluidbelasting ter plaatse van woningen in kaart te brengen is een akoestisch onderzoek opgesteld dat als bijlage bij de aanvraag is gevoegd (rapport Windpark Westermeerwind, Akoestisch onderzoek Siemens SWT 3.6 MW, kenmerk R068291aaA7.dv van 27 oktober 2009 opgesteld door LBP). Windturbines Uit het ontwerp voor een wijziging van het Barim dat op 31 augustus 2009 is gepubliceerd in de Staatscourant (nummer 12902) in combinatie met de in april 2010 verschenen Circulaire van VROM valt op te maken dat in artikel 3.14a van Barim voor een windturbine of een combinatie daarvan (binnen de inrichting) een geluidnorm zal worden vastgelegd van 47 db L den en 41 db L night op de gevel van gevoelige gebouwen en bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein. Verder vermeldt het artikel dat het bevoegd gezag in geval van bijzondere lokale omstandigheden bij maatwerkvoorschrift een andere waarde kan stellen. Als voorbeeld van die omstandigheden wordt in de Nota van Toelichting gegeven stiltegebieden. Ook wordt cumulatie van geluid nader geregeld. Dit onderdeel is van toepassing op de situatie dat nieuwe inrichtingen voor windturbines (al dan niet gefaseerd in werking gebracht) samen kunnen zorgen voor cumulatieve effecten van geluid, op gevoelige gebouwen en gevoelige terreinen, die de normen overstijgen. Door het stellen van maatwerkvoorschriften door het bevoegd gezag kunnen deze effecten worden voorkomen. De berekeningsmethodiek voor L den is gebaseerd op de nog niet gepubliceerde rekenmethodiek waarvan in de wetswijziging is aangegeven dat deze in een ministeriële regeling wordt vastgelegd. Toetsend aan de normstelling aan de hand van de gegevens uit het bij de aanvraag gevoegde akoestisch rapport kan er worden geconcludeerd dat bij alle woningen wordt voldaan aan de grenswaarde van 47 db L den. Op het moment van opstellen van het rapport was nog niet bekend dat de voorgenomen wijziging van Barim ook betrekking heeft op cumulatieve effecten en introductie van een separate nachtnorm. Daarom is de aanvraag op 22 april 2010 aangevuld met akoestische berekeningen (rapport Windparken Noordoostpolder, akoestisch onderzoek cumulatie vier windparken, kenmerk R068291aaB4.dv van 16 april 2009, opgesteld door LBP 1 ) over de nachtnorm en daarnaast cumulatieve geluidseffecten die kunnen optreden bij woningen van derden als het aangevraagde windturbinepark gelijktijdig in werking is met de overige in de nabijheid geprojecteerde windturbineparken die vallen binnen de Rijkscoördinatieregeling. Het gaat om de lijnopstelling Noordermeerdijk binnendijks, de lijnopstelling Westermeerdijk en de lijnopstelling Zuidermeerdijk. Uit de berekeningen volgt dat de deelbijdrage van windpark Westermeerwind ten hoogste 41 db L den en 35 db db L night bedraagt. Maatgevend voor de geluidbelasting van dit park zijn de woningen Westermeerweg 35a+b (rekenpunt 128). Voor dit park zijn geen geluidsreducerende maatregelen noodzakelijk ten gevolge van de gecumuleerde geluidbelastingen. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden om geluidhinder als gevolg van het inwerking hebben van de windturbines te voorkomen. Deze voorschriften zijn gebaseerd op de voorgenomen wijziging van Barim en Rarim. De hoogste bijdrage van dit park aan de L den en L night waarden wordt in de voorschriften als geluidnorm opgenomen. Hiermee wordt geborgd dat rekening houdend met cumulatie, aan de gestelde normstelling uit het gewijzigde Barim wordt voldaan. Onder het beoordelingsregime van het Barim zal dit voorschrift, ingevolge het algemene overgangsrecht, nog drie jaar als maatwerkvoorschrift gaan gelden. Transformatorstation Op het geluid van het transformatorstation is Afdeling 2.8 Geluidhinder van het Barim volgens de reikwijdte van Barim (artikel 1.4 Barim) niet van toepassing. Dit betekent dat geluidvoorschriften gesteld (kunnen) worden in de Wm-vergunning. 1 Dit cumulatie rapport is als bijlage III gevoegd bij het gewijzigde akoestisch onderzoeksrapport voor Windpark Westermeerwind, kenmerk R068291aaB3.dv van 21 april Westermeerwind BV behorende bij Ontwerpbeschikking 20

Dossiernr (Olo nr )

Dossiernr (Olo nr ) ONTWERPBESLUIT MAATWERKVOORSCHRIFTEN Dossiernr. 2019-0074 (Olo nr. 4138569) Het ontwikkelen van het windpark Zeebiestocht bestaande uit een lijnopstelling van 7 windturbines en maakt deel uit van het overkoepelende

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

BESCHIKKING: Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 8.3 van het bouwbesluit de gevraagde ontheffing te verlenen.

BESCHIKKING: Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 8.3 van het bouwbesluit de gevraagde ontheffing te verlenen. Gemeente Süclwest-frys\din Beschikking ontheffing bouwbesluit UV 20150497 Burgemeester en Wethouders hebben op 13 juli 2015 een verzoek ontvangen voor een ontheffing van het Bouv^besluit 2012. Het verzoek

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV Ontwerpbeschikking

Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV Ontwerpbeschikking Ontwerpbeschikking omgevingsvergunning UV 20170261 Burgemeester en Wethouders hebben op 31 maart 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen, voor het aanleggen van een kabel-tracé A 7 op

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D *D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord'

OMGEVINGSVERGUNNING. werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord' OMGEVINGSVERGUNNING voor: werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord' activiteiten: werk of werkzaamheden uitvoeren

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Brink Recycling B.V. Aangevraagde activiteiten : Beperken opslag gevaarlijk afval tot maximaal 50 ton Locatie : Haatlandhaven

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15152

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15152 TenneT TSO B.V. Utrechtseweg 310 6812 AR ARNHEM Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: 0316-291663 Ons kenmerk: 20140206 Behorend bij: 14ink15152 Uw kenmerk: Uw brief van: Bijlage(n): Onderwerp: Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij:

TenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij: TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS ARNHEM Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: 0316-291663 Ons kenmerk: 20150205/15uit04866 Behorend bij: Uw kenmerk: Uw brief van: Bijlage(n): Onderwerp: Ontwerpbesluit

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning

Ontwerp omgevingsvergunning Ontwerp omgevingsvergunning Nummer: W2014-0271 Z -14-28738 Burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee; beschikkende op de aanvraag van: Windpark Krammer BV wonende/gevestigd: Postbus

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST

ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST Groningen, Nummer 15-23376 ONTWERPBESLUIT HET DAGELIJKS BESTUUR VAN HET WATERSCHAP NOORDERZIJLVEST Beslist bij dit besluit op de aanvraag van de vergunningaanvraag van TenneT TSO B.V. te Arnhem 1. Aanhef

Nadere informatie

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo:

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo: Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo: Ambtshalve aanpassing omgevingsvergunning Zaaknummer: 1178985 De Nederlandsche Bank N.V. Het dagelijkse bestuur van de Nederlandsche

Nadere informatie

Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, mast 3 nummer

Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, mast 3 nummer Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, mast 3 nummer 2015.0494 Aanvraag Op 16 juli 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend door TenneT TSO B.V. ten

Nadere informatie

Stidwest- Fryslän. Gemeente. Uw kenmerk: - Windpark Fryslan B. V. T.a.v. de heer A. de Groot Duit BB EMMELOORD. Ons nummer: U16.

Stidwest- Fryslän. Gemeente. Uw kenmerk: - Windpark Fryslan B. V. T.a.v. de heer A. de Groot Duit BB EMMELOORD. Ons nummer: U16. Gemeente Stidwest- Fryslän Uw kenmerk: - Ons nummer: U16.001245 Windpark Fryslan B. V. T.a.v. de heer A. de Groot Duit 15 8305 BB EMMELOORD 111111111111 11111 1111 1111111111111111 11111 11111 11111111

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering. OMGEVINGSVERGUNNING WABO verleend aan Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering. de locatie: Rouaanstraat 43 te Groningen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

vingsdienst Midden- en West-Brabnot Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant C /

vingsdienst Midden- en West-Brabnot Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant C / vingsdienst Midden- en West-Brabnot Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 2 mei 2013 ontvangen verzoek van Hamilton Metaalhandel BV, Hellasstraat 12a te Tilburg tot intrekking

Nadere informatie

Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel) Omgevingsvergunning

Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel) Omgevingsvergunning TenneT TSO B.V. Dhr. K. Bakker Postbus 718 6800 AS ARNHEM Uw kenmerk: Verzenddatum: Ons kenmerk: W-2014-0505 Poststuknummer: 14uit36708 Onderwerp: Realisatie tijdelijke hoogspanningsverbinding (150kV deel)

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV

Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV O M G E VI N G S D I E N S T FLEVOLAND & G007 EN VECHTSTREEg Omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Westermeerwind BV Emmeloord Kenmerk aanvraag: OLO 187563, dd. 6 juli 2015 Aanvrager: Westermeerwind

Nadere informatie

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15151

TenneT TSO B.V. Utrechtseweg AR ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: Behorend bij: 14ink15151 TenneT TSO B.V. Utrechtseweg 310 6812 AR ARNHEM Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: 0316-291663 Ons kenmerk: 20140207 Behorend bij: 14ink15151 Uw kenmerk: Uw brief van: Bijlage(n): Onderwerp: Ontwerpbesluit

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN

OMGEVINGSVERGUNNING. BioMCN OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan BioMCN ten behoeve van de activiteit het milieuneutraal veranderen van de inrichting "lozen van bronneringswater" (locatie: Oosterhorn 10 te Farmsum, gemeente Delfzip)

Nadere informatie

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 6 juli 2017 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland B.V.

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan AkzoNobelChemicals BV voor: intrekking terreindeel Salt activiteiten locatie: kenmerk bevoegd gezag: gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning Oosterhorn 4 te Farmsum

Nadere informatie

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 13 oktober 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Suez Water NV te Venlo, om

Nadere informatie

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen. B E S C H I K K I N G omgevingsvergunning Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht. Onderwerp van de aanvraag Op 4 oktober 2018 hebben wij van Pon Power B.V. een aanvraag

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Abbott Laboratories B.V. Aangevraagde activiteiten : Verplaatsen weeglokaal inclusief PGS 15 opslagen Locatie : Rieteweg

Nadere informatie

Monumentenvergunning. Procedure besluitvorming Windplan Blauw fase 2

Monumentenvergunning. Procedure besluitvorming Windplan Blauw fase 2 Monumentenvergunning Procedure besluitvorming Windplan Blauw fase 2 In artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregeling

Nadere informatie

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V. (ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Schipper Recycling B.V. Locatie: Schaappad 3 te Weiwerd Groningen, maart 2012 Nr. 2012-11624 Zaaknummer:

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. ten behoeve van de activiteit milieuneutrale verandering "vervanging monster en chemicallen opslag" (locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum)

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Kenmerk: 2015/50286 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1 Vergunningensituatie...

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z OMGEVINGSVERGUNNING voor: aanleg waterstofleiding activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer: Z2017-00002714

Nadere informatie

Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, onderdeel ondergronds kabeltracé 150 kv richting Zevenaar nummer 2015.

Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, onderdeel ondergronds kabeltracé 150 kv richting Zevenaar nummer 2015. Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, onderdeel ondergronds kabeltracé 150 kv richting Zevenaar nummer 2015.0499 Aanvraag Op 16 juli 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017 OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: /00158277 Vergunningverlening Datum: 13 juni 2017 Onderwerp: Besluit tot vaststellen

Nadere informatie

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 mei 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT242647

Nadere informatie

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 1. AANLEIDING Op 19 oktober 2015 hebben wij van Coops Mengvoeders BV te Halle (hierna

Nadere informatie

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat: De Minister van Economische Zaken en De Minister van Infrastructuur en Milieu Overwegende dat: - het wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied dat bestemd zal worden voor het Windpark Zeewolde en

Nadere informatie

RWE Innogy Windpower Netherlands B.V. Windpark Vermeer Noord B.V. Windpark Vermeer Midden B.V. Windpark Vermeer Zuid B.V.

RWE Innogy Windpower Netherlands B.V. Windpark Vermeer Noord B.V. Windpark Vermeer Midden B.V. Windpark Vermeer Zuid B.V. VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 verleend aan RWE Innogy Windpower Netherlands B.V. Windpark Vermeer Noord B.V. Windpark Vermeer Midden B.V. Windpark Vermeer Zuid B.V. voor het oprichten en in werking

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus 6 9843 ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : 201 5-FUMO-0003748 Afdeling

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning milieuneutrale verandering uitbreiding aantal ggo-ruimten Aanvraagnummer OLO-1975447 Stichting Hoger Onderwijs Nederland Theresiastraat 8 2593 AN, s-gravenhage Locatie: Hogeschool

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum OLO Tel diverse

Uw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum OLO Tel diverse TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS Arnhem P U B L I E K S Z A K E N V E R G U N N I N G E N Gemeente Velsen Dudokplein 1 1971 EN IJMUIDEN T : 14 0255 : 0255 567200 F : 0255 567760 Internet: www.velsen.nl

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Waterschap Groot Salland Aangevraagde activiteiten : Aanpassen van de installatie in het kader van de gasveiligheid Locatie

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Lubrizol Advanced Materials Resin BV ten behoeve van de activiteit: een milleuneutrale verandering van de inrichting; "het verhogen van de jaarlijkse productiecapaciteit"

Nadere informatie

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V.

De vergunning wordt aangevraagd door Pondera Consult B.V., namens TenneT TSO B.V. Watervergunning waterschapscheldestromen Datum Documentnummer Case nr. 2016005620 WV116.0080 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 2 februari 2016 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING voor: veranderen koelinstallatie activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Nedmag industries. tb.v. het plaatsen van een koeltoren. locatie: Billitonweg 1 te Veendam

OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Nedmag industries. tb.v. het plaatsen van een koeltoren. locatie: Billitonweg 1 te Veendam OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Nedmag industries tb.v. het plaatsen van een koeltoren locatie: Billitonweg 1 te Veendam Groningen, 30 mei 2011 Nr. 2011-25.294, MV OLO nr. 104840 GEDEPUTEERDE STATEN VAN

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Dienst Stadsbeheer te Maastricht Zaaknummer: 2013-0182 Kenmerk: 2013/16657 d.d. 21 maart 2013 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Gebr. Hummel Recycling B.V. (Locatie: Mulderspark 17 te Leek) Groningen, 3 augustus 2010 Zaaknr.: 236873 Nr. 2010-45.108/31, MV

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 7 juli 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 828 Wijziging van de Wet milieubeheer (reparatie milieueffectrapportage) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Dit wetsvoorstel bevat technische

Nadere informatie

gemeente [111A Doetinchem

gemeente [111A Doetinchem gemeente [111A Doetinchem Omgevingsvergunning aanpassen van het onderstation met nr. 2014.0437 Aanvraag Op 25 juni 2014 is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend door TenneT TSO B.V. ten behoeve

Nadere informatie

BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V.

BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V. BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Afvalverwerking Stainkoeln B.V. ten behoeve van het in werking hebben van een inrichting voor het be/verwerken van airvalstoffen te Groningen. (Locatie:

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Autobedrijf Westerhof VOF Activiteiten van de inrichting : Autodemontagebedrijf Locatie : Zwaferinksweg 5 te Losser Datum beschikking

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

De aanvraag is geregistreerd onder nummer 20140445.

De aanvraag is geregistreerd onder nummer 20140445. ONTWERP Omgevingsvergunning bouw mast 94A inclusief hekwerk, fundering en opstijgpunt en het kappen van houtopstanden en aanleggen tijdelijk werkterreinen Aanvraag Op 20 juni 2014 is een aanvraag om een

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : WF Recycling Aangevraagde activiteiten : Beperken capaciteit opslag gevaarlijke afvalstoffen Locatie : Bedrijvenweg 47

Nadere informatie

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER WIJZIGINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Delamine B.V. (Locatie Oosterhorn 8 te Farmsum) Groningen, 21 augustus Nr. 2007-31.021/34, M V Procedure nr. Procedure Nummer 6264 Inhoudsopgave 1. VERZOEK

Nadere informatie

WEIGERING OMGEVINGSVERGUNNING. ENGIE t.a.v. de heer O. Keet Postbus GB Zwolle. Betreft: Weigering omgevingsvergunning (ontwerp)

WEIGERING OMGEVINGSVERGUNNING. ENGIE t.a.v. de heer O. Keet Postbus GB Zwolle. Betreft: Weigering omgevingsvergunning (ontwerp) Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam ENGIE t.a.v. de heer O. Keet Postbus 10087 8900 GB Zwolle Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Weigering omgevingsvergunning (ontwerp) Datum aanvraag:

Nadere informatie

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( ) BIJLAGE 3 Ontwerp-BESLUIT Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Onderwerp

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl

ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl Aanvraag Op.. maart 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend ten behoeve van het

Nadere informatie

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Verleend Aan Top Trans Holding BV (Locatie: Industrie 16 te Noordhorn) Groningen, april 2012 Nr. 2011-17266 Zaaknummer:

Nadere informatie

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp

pror.tinci renthe 1. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1.1. Ondenrerp Prov incie h øis lüesterbrink r, Assen Postadres Postbus rzz, 94oo.tc Assen www.drenthe.nl r (o592) 36 tt tt n (o592) j6 t7 77 pror.tinci renthe Assen, 17 januari2013 VERZONDEN 21JAiI.2O13 Ons kenmerk

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Gebr. Borg Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning

Nadere informatie

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) Datum: 25 maart 2015 Gemeente Oost Gelre OLO1614887

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) Datum: 25 maart 2015 Gemeente Oost Gelre OLO1614887 BESCHIKKING Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) Datum: 25 maart 2015 Gemeente Oost Gelre OLO1614887 Onderwerp Op 14 januari 2015 hebben wij een aanvraag ontvangen van Rompa Tanneries BV voor

Nadere informatie

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Aanvraagnummer OLO-2109051 Zaaknummer 199571 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1000BC, Amsterdam Locatie: Gronddepot Noorder IJplas Oostzanerdijk

Nadere informatie

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets 2457443 Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat 50 2152 CT Nieuw Vennep Locatie: Rist Scooters Hugo de Vriesstraat 50, Nieuw Vennep Onderwerp:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2107629/3370006 op de op 18 januari 2013 bij hen ingekomen aanvraag van MSD Oss BV, om een vergunning krachtens de Wet

Nadere informatie

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr BESCHIKKING Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr. 2017-2414 Aanvraag Op 13 november 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Enzerink B.V. Het

Nadere informatie

Bijlage 1. Inleiding. 1. Achtergrond

Bijlage 1. Inleiding. 1. Achtergrond Bijlage 1 Concept-Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer (versie 1 september 2009) Inleiding In deze

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl

ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl ONTWERP Omgevingsvergunning kappen van 34 bomen en een houtopstand, staande aan de Broekstraat 14 in Wehl Aanvraag Op 17 april 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend ten behoeve van

Nadere informatie

Windparken Westermeerwind en Westermeerdijk binnendijk

Windparken Westermeerwind en Westermeerdijk binnendijk Windparken Westermeerwind en Westermeerdijk binnendijk Geluidzonering transformatorstations Opdrachtgever : Koepel Windenergie Noordoostpolder Kenmerk : R068291aaB6.dv Datum : 21 april 2010 Auteur : dhr.

Nadere informatie

Datum: 3 maart Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Datum: 3 maart Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning 299900 Aanvraagnummer OLO-2133017 BP Europa SE - BP Nederland Hornweg 10 1045AR, Amsterdam Locatie: BP Amsterdam Terminal Hornweg 10, 1045 AR, Amsterdam Onderwerp: Omgevingsvergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2089927/3272112 op de op 14 augustus 2012 bij hen ingekomen aanvraag van Deponie Zuid NV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft Voorbereidingsbesluit Windpark Drentse Monden en Oostermoer Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK

Nadere informatie