De nieuwe Betekeningsverordening: bestemming bereikt of return to sender?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De nieuwe Betekeningsverordening: bestemming bereikt of return to sender?"

Transcriptie

1 De nieuwe Betekeningsverordening: bestemming bereikt of return to sender? Tim Briers Onder wetenschappelijke begeleiding van: Prof. Dr. B. Allemeersch en Stijn Sabbe 1. De context, de voorgeschiedenis en het onderzoeksopzet 1.1 DE EERSTE BET.-VO. ALS STAP NAAR EEN EUROPESE JUSTITIËLE RUIMTE Bij haar totstandbrenging had de Europese Unie zich in het Verdrag van Maastricht tot doel gesteld om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd zou zijn 1. Met het oog op de geleidelijke totstandbrenging van een dergelijke ruimte diende de Gemeenschap onder meer de maatregelen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken te nemen die nodig waren voor de goede werking van de interne markt 2. Het is in het kader van dat streven naar een Europese justitiële ruimte dat de Europese wetgever in 2000 met de eerste Betekeningsverordening 3 (hierna: Bet.-Vo.) op de proppen is gekomen. Het was immers voor de goede werking van de interne markt nodig de verzending tussen de Lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, met het oog op betekening of kennisgeving ervan, te verbeteren en te versnellen 4. 1 Art. 2, eerste lid Vedrag van Maastricht betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992 (geconsolideerde versie 1997), Pb.C. 10 november 1997, afl. 340, Art. 61, sub c juncto art. 65 Verdrag van Rome tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957 (geconsolideerde versie 1997), Pb.C. 10 november 1997, afl. 340, Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de Lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, Pb.L. 30 juni 2000, afl. 160, Considerans 2 Bet.-Vo. (oud). 661

2 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? 1.2 NA EVALUATIE EEN NIEUWE BET.-VO. Op grond van art. 24 van de eerste Bet.-Vo. moest de toepassing ervan uiterlijk op 1 juni 2004 worden geëvalueerd. Door Mainstrat is ter voorbereiding van die evaluatie een uitgebreide studie naar het functioneren van de regeling in de praktijk gedaan 5. Op basis van de resultaten daarvan is de Europese Commissie in een rapport tot de positieve conclusie gekomen dat de eerste Bet.-Vo. globaal gezien de verzending en de betekening of kennisgeving had versneld en had bijgedragen aan de totstandkoming van een Europese justitiële ruimte 6. Het rapport wees echter eveneens op het bestaan van een aantal tekortkomingen, in het bijzonder op het vlak van de snelheid van de verzending en de betekening, de taalregeling en het recht om de ontvangst van het stuk te weigeren, de datum van betekening, de kosten van betekening, de betekening per post en de rechtstreekse betekening 7. Vertrekkend van die vaststellingen is de Europese wetgever vervolgens aan de slag gegaan, wat in 2007 in de nieuwe Bet.-Vo. 8 is uitgemond. Op verzoek van het Europees Parlement is ervoor geopteerd om niet slechts een wijzigende, doch een volledig nieuwe verordening aan te nemen 9. De structuur van de Bet.-Vo. en de mogelijke wijzen van betekening zijn in de nieuwe versie onveranderd behouden, evenals de nummering van de artikelen; er is alleen een artikel toegevoegd (art. 25) waarin de intrekking van de eerste Bet.-Vo. is geregeld HET ONDERZOEKSOPZET Het opzet van dit onderzoek is om kritisch te analyseren in hoeverre de nieuwe Bet.-Vo. erin is geslaagd om aan de tekortkomingen van de eerste Bet.-Vo., zoals vastgesteld in de studie van Mainstrat en het rapport van de Commissie, te verhelpen. Het is echter geenszins de bedoeling dat de tekst van beide Bet.- Vo. en daarbij als een keurslijf zou functioneren; geregeld zullen dan ook 5 Study on the application of Council Regulation (EC) No. 1348/2000 on the service of judicial and extrajudicial documents in civil or commercial matters (hierna: Study on the application of Regulation 1348/2000), 6 Report from the Commission to the Council, the European Parliament and the European Economic and Social Committee on the application of Council Regulation (EC) 1348/2000 on the service in the Member States of judicial and extrajudicial documents in civil or commercial matters (hierna: Report on the application of Regulation 1348/2000), COM(2004)603fin., 3. 7 Report on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 6), COM(2004)603fin., Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de Lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken ( de betekening en de kennisgeving van stukken ), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad, Pb.L. 10 december 2007, afl. 324, S. BRIJS, De nieuwe Betekeningsverordening: wat is er veranderd?, RW , (1069) X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

3 TIM BRIERS verbanden worden gelegd met en zijsprongen worden gemaakt naar andere wetgevingen, rechtspraak en rechtsleer. 2. De snelheid van de verzending en de betekening of kennisgeving 2.1 EEN VERDERE VERSNELLING: DE INVOERING VAN EEN TERMIJN VAN EEN MAAND (ART. 7, TWEEDE LID BET.-VO.) Een uiterste termijn van een maand De eerste Bet.-Vo. was globaal gezien geslaagd in haar opzet om de verzending van stukken tussen de Lidstaten met het oog op betekening of kennisgeving ervan te versnellen. De rechtstreekse contacten tussen de lokale instanties, de mogelijkheid van betekening per post en rechtstreekse betekening en de introductie van modelformulieren werden als de voornaamste oorzaken van dat succes aangemerkt 11. Aldus was algemeen de termijn voor betekening teruggebracht tot een à drie maanden, doch in sommige gevallen waren nog zes maanden nodig 12. Terecht achtte de Commissie een dergelijke termijn in een Europese justitiële ruimte onaanvaardbaar 13. De Europese wetgever heeft daarom art. 7, tweede lid Bet.-Vo. in die zin gewijzigd dat de betekening of kennisgeving van het stuk niet enkel zo spoedig mogelijk, maar bovendien in ieder geval binnen een maand na de ontvangst ervan moet worden verricht. Die maand dient werkelijk als een uiterste termijn te worden beschouwd: in een normaal geval zal de betekening of kennisgeving binnen enkele dagen na ontvangst van het stuk moeten plaatsvinden Zonder een werkelijke sanctie Indien de betekening of kennisgeving niet heeft kunnen plaatsvinden binnen de termijn van een maand, deelt de ontvangende instantie dit aan de verzendende instantie mee; nieuw is dat art. 7, tweede lid, sub a Bet.-Vo. nu bepaalt dat de 11 Report on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 6), COM(2004)603fin., Study on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 5), Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de Lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (hierna: Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000), COM(2005)305def., Considerans 13 Bet.-Vo. (nieuw); X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172)

4 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? mededeling onmiddellijk moet gebeuren. Ook de regeling opgenomen in art. 7, tweede lid, sub b Bet.-Vo. is nieuw. In die nieuwe regeling heeft de verzendende instantie, indien de termijn van een maand zonder succes is verstreken, de mogelijkheid om de verdere betekening of kennisgeving te staken. De verzendende instantie zou in dat geval bijvoorbeeld kunnen overgaan op een betekening per post of een rechtstreekse betekening 15. Bovendien heeft de verzendende instantie de mogelijkheid om reeds in het modelformulier een termijn op te geven waarna de betekening of kennisgeving niet langer verplicht is 16. Indien evenwel geen staking wordt bevolen, moet de ontvangende instantie de nodige stappen blijven zetten voor de betekening of kennisgeving van het stuk, voorzover tenminste die betekening of kennisgeving binnen een redelijke termijn mogelijk lijkt. De nieuwe Bet.-Vo. heeft aldus geen echte sanctie gesteld op een te langzame betekening door de ontvangende instantie. De invoering van de termijn van een maand lijkt in de eerste plaats een symboolfunctie te hebben: de Europese wetgever heeft daarmee een duidelijk signaal gegeven dat binnen de Europese rechtsruimte een termijn van zes maanden voor een grensoverschrijdende betekening niet aanvaardbaar is. Het dient echter te worden afgewacht in hoeverre de aanscherping van art. 7 Bet.-Vo. effectief zal zijn en de betekening nog verder zal versnellen De termijnberekening Voor de volledigheid kan nog worden opgemerkt dat in vergelijking met de eerste Bet.-Vo. de slotzin van het toenmalige tweede lid van art. 7 ( De termijn wordt volgens het recht van de aangezochte Lidstaat berekend ) is geschrapt 18. Voor de berekening van de in de nieuwe Bet.-Vo. bedoelde termijnen dient immers Verordening nr. 1182/71 19 te worden toegepast FRANKRIJK: NA EEN STAP ACHTERUIT DE BETEKENING DAN TOCH GEDECENTRALISEERD Maatregelen om de termijnen voor betekening of kennisgeving verder terug te dringen dienen uiteraard niet enkel op supranationaal, maar ook op nationaal 15 X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) 175; B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) Considerans 14 Bet.-Vo. (nieuw). 17 B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden, Pb.L. 8 juni 1971, afl. 124, Considerans 20 Bet.-Vo. (nieuw). 664 Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

5 TIM BRIERS niveau te worden doorgevoerd. In dat verband heeft een voor de Belgische praktijk niet onbelangrijke wijziging in de Franse regelgeving plaatsgegrepen. Aanvankelijk was in Frankrijk de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders als de ontvangende instantie aangewezen. Het viel te betreuren dat niet de Franse gerechtsdeurwaarders individueel waren aangeduid: hoe diligent de Nationale Kamer ook mocht werken, haar aanduiding was vanuit het oogpunt van de snelheid van verzending hoe dan ook een forse stap achteruit in vergelijking met het tot dan toe geldende art. IV van het Protocol bij het EEX- Verdrag 21, dat een rechtstreekse uitwisseling tussen individuele gerechtsdeurwaarders toeliet 22. Art. 10, sub b van het Haags Betekeningsverdrag 23 liet eveneens reeds toe de stukken rechtstreeks aan de territoriaal bevoegde Franse gerechtsdeurwaarder toe te zenden 24. Hoewel geen Frans voorbehoud was gemaakt tegen de toepassing van de rechtstreekse betekening in de zin van art. 15 Bet.-Vo., verbood de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders daarenboven haar leden om een gunstig gevolg te geven aan een verzoek tot rechtstreekse betekening wanneer het te betekenen stuk afkomstig was van een gerechtsdeurwaarder van een andere Lidstaat 25. Sommige Franse gerechtsdeurwaarders poneerden dat aan het bovenstaande kon worden verholpen door terug te grijpen naar de Overeenkomst van Parijs tussen België en Frankrijk betreffende de wederzijdse rechtsbijstand in burgerlijke zaken en handelszaken van 1 maart De eerste Bet.-Vo. had inderdaad geen uitdrukkelijke voorrang op de bepalingen van die Overeenkomst 27. België had echter aan de Commissie de intentie ter kennis gebracht om aan de eerste Bet.-Vo. ook voorrang te geven op de door België met andere Lidstaten gesloten bilaterale overeenkomsten, en dus ook op de voormelde Overeenkomst van 1 maart Protocol bij het Verdrag van Brussel betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken van 27 september 1968, Pb.L. 31 december 1972, afl. 299, R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1) Verdrag van Den Haag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke zaken en in handelszaken van 15 november 1965, BS 9 februari C. VANHEUKELEN, Le Règlement 1348/2000 analyse et évaluation par un praticien du droit in G. DE LEVAL en M. STORME, Het Europees gerechtelijk recht en procesrecht. Verslagboek van het colloquium van 13 december 2002, Brugge, die Keure, 2003, (195) R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1) 51; G. DE LEVAL en M. LEBOIS, Signifier en Europe sur la base du Règlement 1348/2000; bilan après un an et demi d application in I. VEROUGSTRAETE, C. STORCK, G. BRESSELEERS en J. KIRKPATRICK, Imperat lex: liber amicorum Pierre Marchal, Brussel, Larcier, 2003, (261) BS 13 juni Zie art. 20, eerste lid Bet.-Vo. (oud). 28 R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1)

6 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? Thans zijn wel degelijk de individuele Franse gerechtsdeurwaarders als de ontvangende instanties aangeduid 29. Dat ook naar Frankrijk de verzendingen voortaan op gedecentraliseerde en snelle wijze kunnen plaatsvinden is voor een verdere reductie van de termijnen voor betekening uiteraard een goede zaak. 3. De taalregeling en het recht om de ontvangst van het stuk te weigeren 3.1 DE TAALVEREISTEN VERSOEPELD: BEGRIJPEN VOLSTAAT (ART. 8, EERSTE LID BET.-VO.) De mogelijkheid om stukken te betekenen in een andere taal dan de officiële taal van de aangezochte Lidstaat had onder de eerste Bet.-Vo. reeds ruim ingang gevonden in de praktijk, doch had zeker nog niet de totale inburgering bereikt 30. De nieuwe Bet.-Vo. heeft die mogelijkheid verder verruimd. Het volstaat voortaan dat het stuk is gesteld of vertaald in een taal die de bestemmeling begrijpt; het is niet langer vereist dat het tevens een officiële taal van de Lidstaat van verzending betreft 31. De officiële taal van de aangezochte Lidstaat (of van de plaats van betekening of kennisgeving binnen die Lidstaat) blijft behouden als alternatief. Overigens hebben, om te benadrukken dat het er vooral om draait dat de geadresseerde het stuk kan lezen, sub a en sub b in het eerste lid van art. 8 haasje-over gespeeld 32. De versoepeling van de taalvereisten verdient goedkeuring. De vernieuwde regeling zal het in veel gevallen mogelijk maken beroep te doen op een taal die zeer verspreid is, zoals het Engels. Op die manier zullen dikwijls de tijd en de kosten kunnen worden uitgespaard die aan een vertaling vasthangen. Bovendien kan men niet beweren dat met de versoepelde taalvereisten de rechten van de ontvanger worden ingeperkt. Voor die laatste maakt het immers geen verschil of het stuk is gesteld in een taal van de Lidstaat van verzending of in een andere taal, zolang hij of zij de taal maar voldoende begrijpt R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1) 51. Zie voor een actueel overzicht van de mededelingen van de Lidstaten (en dus ondermeer van Frankrijk) aan de Commissie: 30 Study on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 5), Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

7 TIM BRIERS 3.2 ENKELE ONBEANTWOORDE VRAGEN BETREFFENDE DE TAALVEREISTEN Een aantal vragen betreffende de taalregeling blijven ook na de herziening onbeantwoord en dringen zich in het licht van de versterkte klemtoon op de taalkennis van de ontvanger bovendien nog nadrukkelijker op dan voorheen Vanaf welk niveau begrijpt men een taal? Allereerst geeft de Bet.-Vo. nog steeds geen uitsluitsel over het taalniveau dat noodzakelijk is om een ontvangstweigering (zie infra, randnr. 22 e.v.) uit te sluiten, en over de manier waarop dat niveau bij de betrokkene dient te worden getoetst 34. De rechtspraak reikt in dat verband enkele uitgangspunten aan. Zo heeft het Hof van Justitie besloten dat een professionele overeenkomst tussen de ontvanger en de verzoeker om in de taal van de Lidstaat van verzending te corresponderen geen vermoeden oplevert dat de ontvanger die taal kent, doch slechts een aanwijzing vormt die de rechter in aanmerking kan nemen 35. Voorzichtig kan men daar meer algemeen uit afleiden dat de geadresseerde niet te snel mag worden verondersteld een bepaalde taal te begrijpen 36. Een andere interessante gedachtegang is terug te vinden in een uitspraak van het Oberlandesgericht van Düsseldorf van 15 juli : Auf welchem Niveau der Empfänger die Sprache verstehen muss, ist weder von Art. 8 Europäischen Zustellungs-VO noch von der niederländischen 38 Zusatzregelung näher definiert ( ). Mit Rücksicht darauf, dass die genauen Sprachkenntnisse einer Person im Zweifelsfall vom Gericht zumal im Vorfeld einer Zustellung kaum mit zumutbarem Aufwand überprüft werden können, sind an die Intensität der Aufklärung durch das Gericht keine hohen Anforderungen zu stellen. Es ist vielmehr davon auszugehen, dass eine Auslandszustellung in die Niederlande im Zweifel eine Übersetzung erfordert. Bei Familienverfahren gegen fremde Staatsangehörige, die ihren Wohnsitz im Ausland haben und - wie offenbar im vorliegenden Fall auch nicht länger in Deutschland gelebt haben, spricht demnach die Vermutung dafür, dass sie nicht (ausreichend) Deutsch verstehen. Auf eine Übersetzung kann dann vom Gericht nur in klaren Fällen vorhandener Sprachkenntnisse verzichtet werden, wenn eine Annahmeverweigerung also missbräuchlich wäre ( ). In bepaalde situaties kan het inderdaad verdedigbaar zijn om aan de geadresseerde het voordeel van de twijfel te verlenen, maar uiteraard doet dat niet af aan de 34 X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) HvJ C-14/07, Weiss und Partner, Jur. 2008, I, X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) OLG Düsseldorf 15 juli 2005, IPRax 2006, Het betrof een betekening vanuit Duitsland aan een in Nederland gevestigde ontvanger van Nederlandse nationaliteit. 667

8 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? noodzaak om de beweringen van die laatste steeds kritisch en met een minimale gestrengheid te beoordelen: de Europese wetgever is immers uitgegaan van het principe dat de mogelijkheid om de betekening of kennisgeving te weigeren (zie infra, randnr. 22 e.v.), tot buitengewone gevallen moet worden beperkt De taalkennis van een rechtspersoon Ook blijft er onduidelijkheid bestaan over de manier waarop de taalkennisvereiste moet worden ingevuld bij een rechtspersoon. Volgens SCHÜTZE volstaat het wanneer een bevoegde medewerker (hij haalt zelf der Syndikus als voorbeeld aan) binnen de geadresseerde rechtspersoon over een toereikende taalkennis beschikt; men dient geenszins de taalbeheersing van het voltallige bestuursorgaan in aanmerking te nemen 40. Zijn standpunt is zeker verdedigbaar. Naast die subjectieve benadering worden ook objectieve criteria naar voren geschoven om te peilen of een rechtspersoon een taal begrijpt, zoals de plaats van de hoofdvestiging of nevenvestigingen 41. België heeft, veel meer dan andere Lidstaten, ervaring met de vraag naar de taalkennis van rechtspersonen, meer bepaald in het kader van de Taalwet Gerechtszaken 42. Een kleine vergelijking kan misschien inspirerend werken. Net zoals zojuist voor de Bet.-Vo. is uiteengezet, kunnen ook bij de beoordeling van een verzoek tot taalwijziging (art. 4 Taalwet Gerechtszaken) vanwege een rechtspersoon zowel subjectieve als objectieve criteria een rol spelen. Voor de Belgische taalwetgeving is evenwel, anders dan voor de Europese regelgeving, de verhouding tussen beide soorten criteria reeds duidelijk vastgesteld. Het Hof van Cassatie heeft immers herhaaldelijk geoordeeld dat wanneer het verzoek tot taalwijziging uitgaat van een rechtspersoon, een onderscheid moet worden gemaakt naargelang de rechtspersoon verschijnt in persoon (dus door tussenkomst van het terzake bevoegde orgaan) dan wel vertegenwoordigd wordt door een lasthebber, zoals een advocaat. In de eerste hypothese moet worden uitgegaan van de taalkennis van de natuurlijke persoon door wiens tussenkomst de rechtspersoon verschijnt 43 (subjectief criterium), in de tweede hypothese dient de taalbeheersing bij de rechtspersoon zelf, zoals die blijkt uit diens bedrijvigheid, in aanmerking te worden genomen 44 (objectief criterium). Dat laatste houdt in 39 Considerans 8 Bet.-Vo. (oud) en considerans 10 Bet.-Vo. (nieuw). 40 R.A. SCHÜTZE, Übersetzungen im europäischen und internationalen Zivilprozessrecht Probleme der Zustellung, RIW 2006, (352) 353; zie ook B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) Wet 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, BS 22 juni Cass. 9 juni 1989, RW , Cass. 13 maart 1978, Arr.Cass. 1978, 803, concl. F. DUMON; Cass. 6 november 1981, Arr.Cass , 350; Cass. 15 september 1983, Arr.Cass , Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

9 TIM BRIERS dat wanneer de diensten van een rechtspersoon gebruik maken van een taal (bv. in de briefwisseling 45 ), de rechtspersoon wordt verondersteld die taal machtig te zijn 46. Bij gebrek aan enige bedrijvigheid mag echter ook in de tweede hypothese een subjectief criterium worden gehanteerd en mag van de taalkennis van de zaakvoerder-vereffenaar worden uitgegaan 47. Het geschetste onderscheid valt uiteraard niet op identieke wijze toe te passen in het kader van de Bet.-Vo.: op het ogenblik dat een verzoek tot taalwijziging moet worden beoordeeld, is het immers perfect verifieerbaar of een rechtspersoon in persoon is verschenen dan wel vertegenwoordigd wordt; in het stadium van betekening of kennisgeving is dat vanzelfsprekend niet het geval De kwaliteitseisen voor een vertaling Wanneer het originele stuk niet is gesteld in een taal die de geadresseerde begrijpt of de officiële taal van de aangezochte Lidstaat (of van de plaats van betekening of kennisgeving binnen die Lidstaat), kan een ontvangstweigering (zie infra, randnr. 22 e.v.) worden vermeden door een vertaling in een van de genoemde talen bij te voegen 48. Wanneer een daadwerkelijke ontvangstweigering heeft plaatsgevonden, dient ter regularisatie het stuk alsnog vergezeld van een vertaling te worden betekend (zie infra, randnr. 25 e.v.). De Bet.-Vo. biedt echter ook in de nieuwe versie geen nadere specificaties over de kwaliteitseisen waaraan een dergelijke vertaling moet voldoen. De volgende vuistregels lijken niettemin als leidraad te kunnen gelden. Eerst en vooral hoeft de vertaling niet geheel foutloos te zijn 49. Beslissend is daarentegen of de geadresseerde in staat wordt gesteld het doel van het vertaalde stuk in te zien en efficiënt te reageren 50. Het vertaalde stuk dient in de eerste plaats zijn essentiële informatietaak te vervullen 51. Vertaalfouten die door de gemiddelde lezer gemakkelijk kunnen worden doorzien mogen aldus door de vingers worden gezien; verkeerd gebruikte 45 Voor een geval waarin uit (ondermeer) de briefwisseling een gebrek aan kennis van het Nederlands werd afgeleid, zie Kh. Gent 12 januari 1989, TGR 1989, L. LINDEMANS, Taalgebruik in gerechtszaken in APR, Gent, Story-Scientia, 1973, Arbrb. Brussel 9 december 1997, P&B 1998, In art. 8, eerste lid van de nieuwe Bet.-Vo. is de zinsnede of niet vergezeld gaat van een vertaling in een van de volgende talen toegevoegd om te verduidelijken dat naast de vertaling ook steeds het originele stuk moet worden betekend of ter kennis gebracht; de betekening of kennisgeving van enkel en alleen de vertaling is dus niet voldoende: Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., R.A. SCHÜTZE, Übersetzungen im europäischen und internationalen Zivilprozessrecht Probleme der Zustellung, RIW 2006, (352) OLG Nürnberg 15 februari 2005, IPRax 2006, S. WILSKE en C. KRAPFL, Zur Qualität von Übersetzungen bei Zustellung ausländischer gerichtlicher Schriftstücke, IPRax 2006, (10)

10 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? termen die de ontvanger met waarschijnlijkheid op het verkeerde been zullen zetten, maken de vertaling daarentegen onwerkzaam 52. Wat de omvang betreft, blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie dat in situaties waarin een vertaling nodig is, die eis in principe enkel geldt voor het stuk zelf, en niet voor de bijlagen. Vertaling van de bijlagen is enkel vereist indien zij onontbeerlijk zijn om het voorwerp en de grond van de vordering te begrijpen, en niet wanneer zij enkel een bewijsfunctie hebben HET RECHT OM DE ONTVANGST VAN HET STUK TE WEIGEREN: DE MODALITEITEN (ART. 8, EERSTE EN TWEEDE LID BET.-VO.) Voldoet het stuk (of de vertaling) niet aan de hierboven omschreven taalvereisten (zie supra, randnr. 13 e.v.), dan mag de geadresseerde het weigeren in ontvangst te nemen. Rond dat weigeringsrecht waren onder de oude Bet.-Vo. verscheidene problemen gerezen 54. Een eerste probleem was dat de bestemmeling niet steeds werd geïnformeerd over het recht om de ontvangst te weigeren 55. Een andere moeilijkheid betrof de uiteenlopende aanpak van de Lidstaten op het vlak van de termijn om het weigeringsrecht uit te oefenen Het informeren van de geadresseerde over het weigeringsrecht De Europese wetgever heeft het eerste probleem aangepakt met de invoering van een nieuw modelformulier (opgenomen in bijlage II van de nieuwe Bet.- Vo.), waarmee de geadresseerde voortaan in alle officiële talen van de EU wordt geïnformeerd over het recht om de ontvangst te weigeren en waarin die laatste kan aankruisen welke talen hij of zij begrijpt 57. De ontvangende instantie brengt daarnaast, indien mogelijk, degene voor wie het stuk is bestemd ook mondeling op de hoogte van het weigeringsrecht 58. BRIJS merkt terecht op dat het informeren van de bestemmeling over het weigeringsrecht middels het uitgebreid modelformulier zinloos is wanneer het betreffende stuk is gesteld of vertaald in een officiële taal van de aangezochte Lidstaat, aangezien weigering dan hoe dan ook niet mogelijk is 59. In een dergelijk geval 52 R.A. SCHÜTZE, Übersetzungen im europäischen und internationalen Zivilprozessrecht Probleme der Zustellung, RIW 2006, (352) HvJ C-14/07, Weiss und Partner, Jur. 2008, I, Report on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 6), COM(2004)603fin., Study on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 5), Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., S. BRIJS, De nieuwe Betekeningsverordening: wat is er veranderd?, RW , (1069) Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

11 TIM BRIERS moet het modelformulier dan ook achterwege kunnen worden gelaten; het tegendeel zou neerkomen op nodeloos formalisme De termijn voor het uitoefenen van het weigeringsrecht Wat het tweede knelpunt betreft, heeft de nieuwe Bet.-Vo. in art. 8, eerste lid een termijn van een week geïntroduceerd waarbinnen de geadresseerde de ontvangst kan weigeren door het stuk aan de ontvangende instantie terug te zenden. Daarnaast kan de geadresseerde ook onmiddellijk bij de betekening of kennisgeving van het stuk en rechtstreeks ten aanzien van de persoon die de betekening of kennisgeving verricht het weigeringsrecht uitoefenen 60. Voor de berekening van die termijn van een week geldt hetgeen hierboven onder randnr. 8 is uiteengezet. Overigens heeft de Europese wetgever nagelaten om tevens een vaste termijn in te stellen voor de mededeling van een weigering door de ontvangende aan de verzendende instantie: die mededeling dient ook onder de nieuwe Bet.-Vo. krachtens art. 8, tweede lid nog steeds onmiddellijk te gebeuren, wat te betreuren valt, gelet op de relativiteit van dat begrip DE RECHTSGEVOLGEN VAN EEN ONTVANGSTWEIGERING: DE REGULARISATIE (ART. 8, DERDE LID BET.-VO.) Om redenen van rechtszekerheid was het volgens de Commissie noodzakelijk om uitdrukkelijk de rechtsgevolgen van een ontvangstweigering vast te stellen 62. Dat is gebeurd in het nieuwe derde lid van art. 8 Bet.-Vo., dat inhoudelijk in grote mate overeenkomt met het Leffler-arrest 63 van het Hof van Justitie. Indien de geadresseerde heeft geweigerd het stuk in ontvangst te nemen, kan men een regularisatie bekomen door wederom betekening of kennisgeving te doen van het stuk, ditmaal vergezeld van een vertaling. Om de rechten van zowel aanvrager als bestemmeling te beschermen 64, wordt in een dergelijk geval het tijdstip van betekening bepaald overeenkomstig het systeem van de dubbele datum (zie infra, randnr. 31 e.v.). Dat betekent concreet dat de in aanmerking te nemen datum in beginsel die is waarop het stuk een tweede maal, vergezeld van een vertaling, is betekend of ter kennis gebracht overeenkomstig het recht van de aangezochte Lidstaat. Indien overeenkomstig het recht van een Lidstaat de betekening of kennisgeving echter binnen een bepaalde termijn dient te geschieden, dan blijft ten aanzien van de aanvrager 60 Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1) Report on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 6), COM(2004)603fin., 4-5; Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., HvJ C-443/03, Götz Leffler v. Berlin Chemie AG, Jur. 2005, I, Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def.,

12 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? de datum van de eerste, oorspronkelijke betekening behouden, vastgesteld overeenkomstig art. 9, tweede lid Bet.-Vo., dus volgens het recht van de Lidstaat die de termijn oplegt 65. De keuze van de Europese wetgever om in het geval van een ontvangstweigering het tijdstip van betekening te bepalen volgens het systeem van de dubbele datum, valt toe te juichen. Die oplossing beperkt immers voor de verzender het risico dat gepaard gaat met een betekening zonder vertaling 66. Bijgevolg zullen verzenders minder terughoudend zijn om (bv. wanneer zij overtuigd zijn dat de betrokken geadresseerde de taal van het stuk wel degelijk begrijpt) een onvertaald stuk te betekenen, wat bijdraagt aan het doel van de Bet.-Vo. om de verzending te versnellen 67. Betreurenswaard is wel dat de nieuwe Bet.-Vo. geen exacte termijn heeft geïntroduceerd waarbinnen de regularisatie moet geschieden 68. Net zomin is de eis, gesteld door het Hof van Justitie in het Leffler-arrest 69, dat het herstel zo spoedig mogelijk of onverwijld moet plaatsvinden, in de nieuwe Bet.-Vo. terug te vinden 70. Desondanks blijft uiteraard wel de verplichting voor de nationale rechter overeind om de belangen van de geadresseerde te beschermen en in het bijzonder te onderzoeken of het herstel tijdig genoeg is geschied om aan die laatste gelegenheid te bieden om verweer te voeren DE VRAAGTEKENS NA HET LEFFLER-ARREST SLECHTS TEN DELE OPGEHELDERD Reeds vóór de hervorming van het Europese betekeningsrecht had het Hof van Justitie in het Leffler-arrest 72 bepaald dat wanneer een ontvangstweigering wordt geregulariseerd, het tijdstip van betekening volgens het systeem van de dubbele datum moet worden vastgesteld. Die oplossing had echter op haar beurt meteen een aantal nieuwe onduidelijkheden doen ontstaan. De nieuwe Bet.-Vo. heeft terzake slechts ten dele voor opheldering gezorgd. Ten eerste was niet duidelijk of de door het Hof van Justitie aangereikte oplossing ook dan onverkort kon worden toegepast wanneer een Lidstaat conform art. 9, derde lid van de eerste Bet.-Vo. een voorbehoud had 65 S. BRIJS, De nieuwe Betekeningsverordening: wat is er veranderd?, RW , (1069) S. BRIJS, De nieuwe Betekeningsverordening: wat is er veranderd?, RW , (1069) Vgl. HvJ C-443/03, Götz Leffler v. Berlin Chemie AG, Jur. 2005, I, 9611, r.o S. BRIJS, De nieuwe Betekeningsverordening: wat is er veranderd?, RW , (1069) HvJ C-443/03, Götz Leffler v. Berlin Chemie AG, Jur. 2005, I, B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) HvJ C-443/03, Götz Leffler v. Berlin Chemie AG, Jur. 2005, I, 9611, r.o. 68; X.E. KRAMER, Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening, NTER 2008, (172) HvJ C-443/03, Götz Leffler v. Berlin Chemie AG, Jur. 2005, I, Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

13 TIM BRIERS uitgesproken tegen het systeem van de dubbele datum 73. Aangezien de Lidstaten onder de nieuwe Bet.-Vo. geen dergelijk voorbehoud meer kunnen maken, is die controverse zonder voorwerp geworden. Daarnaast was in de rechtsleer ook de vraag opgeworpen naar de rechtsgevolgen van een onrechtmatige ontvangstweigering. Het Hof van Justitie had zich in zijn arrest immers slechts uitgesproken over de hypothese waarin de geadresseerde terecht weigert het stuk in ontvangst te nemen. Wanneer de geadresseerde daarentegen wel beschikt over de vereiste taalkennis en niettemin de ontvangst weigert, dan is die laatste uiteraard niet beschermingswaardig en zou het dus onredelijk zijn om ook in dat geval het systeem van de dubbele datum toe te passen 74. Jammer genoeg heeft de Europese wetgever nagelaten om uitdrukkelijk in de nieuwe Bet.-Vo. in te schrijven dat de weigering rechtmatig moet zijn. Binnen die zelfde logica zou ook de aanvulling welkom zijn geweest dat de datum van de oorspronkelijke betekening maar in aanmerking mag worden genomen ten aanzien van de verzoeker die de taalvereisten niet op onredelijke wijze heeft miskend. Een verzoeker die weet dat de geadresseerde niet beschikt over de nodige taalkennis, maar desondanks geen vertaling bijvoegt, verdient immers evenmin de bescherming van het systeem van de dubbele datum HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DE TAALREGELING EN HET RECHT VAN ONTVANGSTWEIGERING (ART. 8, VIERDE EN VIJFDE LID BET.-VO.) Voor de volledigheid moet hier nog worden aangestipt dat, anders dan voorheen, krachtens het nieuwe vierde lid van art. 8 Bet.-Vo. hetgeen hierboven over de taalregeling en het recht van ontvangstweigering is uiteengezet, voortaan tevens geldt voor de alternatieve wijzen van verzending en betekening of kennisgeving in de artikelen 12 t.e.m Het (eveneens nieuwe) vijfde lid van art. 8 geeft in dat verband enkele specifieke toepassingsmodaliteiten mee. 73 H. RÖSLER en V. SIEPMANN, Zum Sprachenproblem im Europäischen Zustellungsrecht, NJW 2006, (475) 477; B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) H. RÖSLER en V. SIEPMANN, Zum Sprachenproblem im Europäischen Zustellungsrecht, NJW 2006, (475) 477; B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) B. SUJECKI, Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie, NIPR 2007, (229) 234; A. STADLER, Ordnungsgemäße Zustellung im Wege der remise au parquet und Heilung von Zustellungsfehlern nach der Europäischen Zustellungsverordnung, IPRax 2006, (116) R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1)

14 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? 4. De datum van betekening of kennisgeving 4.1 HET SYSTEEM VAN DE DUBBELE DATUM (ART. 9, EERSTE EN TWEEDE LID BET.-VO.) Het systeem van de dubbele datum speelt niet enkel een rol in het kader van het herstel van een ontvangstweigering (zie supra, randnr. 25 e.v.), maar geldt bovendien binnen het Europese betekeningsrecht algemeen als het basisbeginsel voor het vaststellen van het tijdstip van de betekening. In dat systeem geldt als datum van betekening principieel de datum waarop betekening is geschied overeenkomstig het recht van de aangezochte Lidstaat. Wanneer de betekening overeenkomstig het recht van een Lidstaat echter binnen een bepaalde termijn moet worden verricht 77, dan wordt de datum die ten aanzien van de aanvrager in aanmerking moet worden genomen, bepaald door het recht van de Lidstaat die de termijn oplegt. Die gecorrigeerde datumbepaling biedt rechtsbescherming aan de aanvrager: die laatste kan immers, althans ten aanzien van zichzelf en in de hypothese waarin de betekening binnen een bepaalde termijn moet worden verricht, de betekening doen plaatsgrijpen op een datum die hij of zij zelf kan vaststellen en is niet overgeleverd aan een gebeurtenis (de betekening van een stuk in een andere Lidstaat) die buiten zijn of haar directe invloed ligt EEN INGEWIKKELD EN BEKRITISEERD SYSTEEM De toepassing van dat systeem van de dubbele datum was onder de eerste Bet.- Vo. in de praktijk niet geheel bevredigend: het systeem werd als ingewikkeld beschouwd, de datum van betekening of kennisgeving was in sommige gevallen moeilijk vast te stellen en de verklaringen van de Lidstaten (bij toepassing van het toenmalige derde lid van art. 9) blonken niet steeds uit in duidelijkheid 79. Ook in de doctrine was niet iedereen even gelukkig met het systeem zoals het door de eerste Bet.-Vo. was geïntroduceerd: punten van kritiek waren ondermeer het algemeen zwaartepunt in het land van bestemming (met een te beperkt herstel van het evenwicht naar land van verzending), het kluwen van uiteenlopende verklaringen van de Lidstaten, de 77 In vergelijking met de eerste Bet.-Vo. is de zinsnede in het kader van een in de Lidstaat van herkomst in te leiden of hangende procedure geschrapt: Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., 5; I. BAMBUST, De betekening over de grenzen heen: streven naar rechtszekerheid tussen fictie en werkelijkheid in M. PERTEGÁS, S. BRIJS en L. SAMYN, Betekenen en uitvoeren over de grenzen heen, Antwerpen, Intersentia, 2008, (1) Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., 5; R. DUJARDIN, Wie eist, die reist in J. ERAUW en P. TAELMAN, Nieuw internationaal privaatrecht: meer Europees, meer globaal, Mechelen, Kluwer, 2009, (1) Report on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 6), COM(2004)603fin., 5; Study on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 5), Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

15 TIM BRIERS loutere verwijzing naar het nationale recht zonder dat daarbij concrete momenten van betekening worden vastgelegd, de niet-toepasselijkheid op de alternatieve wijzen van verzending en betekening of kennisgeving en het gebrek aan overkoepelende uniforme regels 80. Het is bij de toepassing van de eerste Bet.-Vo. dikwijls erg onduidelijk gebleken of het eerste dan wel het tweede lid van art. 9 Bet.-Vo. van toepassing was, en welke bijhorende verklaringen, gedaan onder het toenmalige art. 9, derde lid, toegepast moesten worden. Volgens BAMBUST moest, bij een betekening van een stuk uit Lidstaat A in Lidstaat B, ten aanzien van de rechten van de verzoeker de datum van betekening worden bepaald volgens het nationale recht van Lidstaat A (de verzendende Lidstaat dus) en de door die Lidstaat gedane verklaringen aangaande art. 9, tweede lid (m.a.w. de verklaringen met betrekking tot de bescherming van de rechten van de verzoeker); ten aanzien van de rechten van de geadresseerde moest de datum van betekening worden bepaald volgens het nationale recht van Lidstaat B (de ontvangende Lidstaat dus) en de door die Lidstaat gedane verklaringen aangaande art. 9, eerste lid (m.a.w. de verklaringen met betrekking tot de bescherming van de rechten van de geadresseerde) 81. Gelet op het feit dat de Europese wetgever de kern van het systeem van de dubbele datum ongewijzigd heeft gelaten (zie infra, randnr. 34), kunnen de hierboven geschetste vuistregels, door BAMBUST geformuleerd voor de toepassing van de eerste Bet.-Vo., onder de nieuwe Bet.-Vo. nog steeds dienstig zijn (met uitzondering uiteraard van de passages betreffende de inmiddels afgeschafte verklaringen van de Lidstaten, zie infra, randnr. 36). 3 De datumregeling uiteindelijk niet fundamenteel herzien De kern van het systeem van de dubbele datum is in de nieuwe Bet.-Vo. uiteindelijk ongewijzigd behouden: wegens de uiteenlopende meningen van de Lidstaten was een diepgaande wijziging politiek gezien niet realistisch en bovendien waren in de praktijk de problematische gevallen al bij al beperkt in aantal 82. Ook mag de rechtsbeschermende werking van het bestaande systeem zeker niet onderschat worden; men hoeft dus wellicht het status-quo niet al te intens te betreuren. De lege ferenda verdient het wel aanbeveling om bij een 80 I. BAMBUST, De betekening over de grenzen heen: streven naar rechtszekerheid tussen fictie en werkelijkheid in M. PERTEGÁS, S. BRIJS en L. SAMYN, Betekenen en uitvoeren over de grenzen heen, Antwerpen, Intersentia, 2008, (1) 25-26; O. MIGNOLET, Le contenu des règles de procédure issues des règlements communautaires et leur sanction in G. DE LEVAL en M. STORME, Het Europees gerechtelijk recht en procesrecht. Verslagboek van het colloquium van 13 december 2002, Brugge, die Keure, 2003, (329) I. BAMBUST, De betekening over de grenzen heen: streven naar rechtszekerheid tussen fictie en werkelijkheid in M. PERTEGÁS, S. BRIJS en L. SAMYN, Betekenen en uitvoeren over de grenzen heen, Antwerpen, Intersentia, 2008, (1) Report on the application of Regulation 1348/2000 (zie supra, voetnoot 6), COM(2004)603fin.,

16 DE NIEUWE BETEKENINGSVERORDENING: BESTEMMING BEREIKT OF "RETURN TO SENDER"? eventuele nieuwe wijziging de rechtsbescherming ten aanzien van de aanvrager nog te vergroten door het toepassingsgebied van het tweede lid van art. 9 Bet.-Vo. te veralgemenen en niet langer te beperken tot gevallen waarin er sprake is van een termijn waarbinnen de betekening of kennisgeving moet worden verricht. Overigens hadden onder de oude Bet.-Vo. verscheidene Lidstaten, waaronder België, middels een verklaring bij toepassing van het toenmalige art. 9, derde lid het toepassingsgebied van het tweede lid reeds op dergelijke wijze veralgemeend DOCH WEL BEDACHTZAAM BIJGESTUURD De Europese wetgever heeft dus afgezien van een fundamentele herziening van het mechanisme van de datumbepaling, maar heeft niettemin enkele meer kleinschalige ingrepen doorgevoerd die zeker goedkeuring verdienen De afwijkende verklaringen afgeschaft Vooreerst is de afwijkingsmogelijkheid uit het vroegere derde lid van art. 9 verdwenen: de Lidstaten kunnen niet langer verklaren van art. 9 te zullen afwijken 84. Het verdwijnen van het kluwen van bovendien niet altijd even duidelijke verklaringen zal waarschijnlijk het behoorlijk ingewikkelde systeem toch een tikkeltje doorzichtiger maken. Tegenover die afschaffing staat wel dat in art. 9, tweede lid van de nieuwe Bet.-Vo. de woorden overeenkomstig het recht van een Lidstaat zijn toegevoegd. Die verwijzing naar het nationale recht garandeert volgens de Commissie dat het tweede lid alleen zal worden toegepast in de Lidstaten die in hun nationale wetgeving een regeling van dubbele datum hebben opgenomen 85. BAMBUST merkt echter terecht op dat het verband tussen die finaliteit en de betreffende toevoeging moeilijk zichtbaar is Het toepassingsgebied van de datumregeling (art. 9, derde lid Bet.-Vo.) Een tweede toe te juichen aanpassing is dat het nieuwe art. 9, derde lid Bet.- Vo. de regeling van art. 9 thans uitdrukkelijk van toepassing verklaart op de alternatieve wijzen van verzending en betekening of kennisgeving in de artikelen 12 t.e.m. 15. Daartoe zijn tevens in het eerste lid de woorden van 83 Eerste bijwerking van de mededelingen van de Lidstaten overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de Lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of handelszaken, Pb.C. 18 juli 2001, afl. 202, J. ERAUW en H. STORME, Internationaal privaatrecht in Beginselen van Belgisch privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2009, Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., I. BAMBUST, De betekening over de grenzen heen: streven naar rechtszekerheid tussen fictie en werkelijkheid in M. PERTEGÁS, S. BRIJS en L. SAMYN, Betekenen en uitvoeren over de grenzen heen, Antwerpen, Intersentia, 2008, (1) (voetnoot 83). 676 Jura Falconis, Jg.47, , nummer 4

17 TIM BRIERS artikel 7 geschrapt 87. Tot dusver bestond er op dat vlak grote onduidelijkheid, doordat in de oude Bet.-Vo. voor die betekeningswijzen de datumbepaling niet expliciet geregeld was. De uiteenlopende oplossingen 88 die in dat verband in rechtsleer en rechtspraak zijn geformuleerd en toegepast, behoren nu onder de nieuwe Bet.-Vo. gelukkig tot het verleden. 4.5 ART. 30, TWEEDE LID BRUSSEL I-VO.: HET TIJDSTIP WAAROP EEN ZAAK WORDT GEACHT TE ZIJN AANGEBRACHT BIJ EEN GERECHT De enige datum waaraan de Bet.-Vo. aandacht besteedt, is die waarop de betekening plaatsvindt. Ook andere tijdstippen, die weliswaar rechtstreeks met de betekening in verband staan, doch niet steeds met de datum van betekening samenvallen, kunnen echter juridisch relevant zijn. Een voorbeeld daarvan, dat ook in de nieuwe Bet.-Vo. geen nadere invulling krijgt, hoewel het tot heel wat discussie in de rechtsleer heeft geleid, is het ogenblik waarop een zaak wordt geacht te zijn aangebracht bij een gerecht (art. 30 Brussel I-Vo. 89 ). Voor de toepassing van de regelingen inzake aanhangigheid en samenhang bepaalt art. 30, tweede lid Brussel I-Vo., op autonome wijze 90, dat indien het stuk betekend of meegedeeld dient te worden voordat het bij het gerecht wordt ingediend, de zaak wordt geacht bij het gerecht te zijn aangebracht op het tijdstip waarop de autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of de kennisgeving het stuk ontvangt (mits de eiser vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat met het oog op de indiening van het stuk bij het gerecht moest worden gedaan). Wanneer nu toepassing wordt gemaakt van de Bet.-Vo. en meer bepaald van haar hoofdbetekeningswijze (artt. 4 t.e.m. 11), ligt de vraag voor de hand of de ontvangende dan wel de verzendende instantie als de autoriteit die verantwoordelijk is voor de betekening of de kennisgeving moet worden beschouwd. Bepaalde rechtsleer veronderstelt dat het om de ontvangende instantie gaat 91. Andere auteurs verdedigen dan weer dat het de verzendende instantie is die beoogd wordt. Argumenten die ter ondersteuning 87 Voorstel voor een Verordening tot wijziging van Verordening 1348/2000 (zie supra, voetnoot 13), COM(2005)305def., Voor een overzicht: G. DE LEVAL en M. LEBOIS, Signifier en Europe sur la base du Règlement 1348/2000; bilan après un an et demi d application in I. VEROUGSTRAETE, C. STORCK, G. BRESSELEERS en J. KIRKPATRICK, Imperat lex: liber amicorum Pierre Marchal, Brussel, Larcier, 2003, (261) ; I. BAMBUST, De betekening over de grenzen heen: streven naar rechtszekerheid tussen fictie en werkelijkheid in M. PERTEGÁS, S. BRIJS en L. SAMYN, Betekenen en uitvoeren over de grenzen heen, Antwerpen, Intersentia, 2008, (1) 34; I. BAMBUST, Dwarsdoorsnede van de Betekeningsverordening, Tijdschrift@ipr.be 2004, afl. 3, (70) 76-77; J. ERAUW en H. STORME, Internationaal privaatrecht in Beginselen van Belgisch privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2009, Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, Pb.L. 16 januari 2001, afl. 12, 1, erratum Pb.L. 24 november 2001, afl. 307, G.E. SCHMIDT, De EEX-Verordening: de volgende stap in het Europese procesrecht, NIPR 2001, (150) P. VLAS, Herziening EEX: van verdrag naar verordening, WPNR 2000, (745)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

< Zaaknummer gerechtsdeurwaarder: <zaaknummer> > < Dossiernummer advocaat: <dossiernummer> > < Inzake: < > >

< Zaaknummer gerechtsdeurwaarder: <zaaknummer> > < Dossiernummer advocaat: <dossiernummer> > < Inzake: < > > Model Rechtspraak 24082017 Oproepingsbericht civiele vorderingsprocedure artikel 115 lid 1 Rv BetVo-II 1 eiser, 1 verweerder < Zaaknummer gerechtsdeurwaarder: > < Dossiernummer advocaat:

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden: Wijziging van de Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 april 2009 (OR. en) 2008/0122 (COD) PE-CONS 3735/08 JUSTCIV 269 JURINFO 90 CODEC 1904 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 522 Wijziging van de Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Europees Internationaal privaatrecht Besluiten EU. Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening

Europees Internationaal privaatrecht Besluiten EU. Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening Europees Internationaal privaatrecht Besluiten EU Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening Dr. Xandra E. Kramer (Universitair hoofddocent Internationaal

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 31 522 Wijziging van de Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie

Betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie Betekening van gerechtelijke stukken in de Europese Unie Prof. mr. dr P. Vlas en mr. J.D. Boon Inleiding Op 31 mei 2001 is in werking getreden de EG-Verordening inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.10.2004 COM(2004) 603 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over de toepassing

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 276/12 26.10.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/11/2015

Datum van inontvangstneming : 20/11/2015 Datum van inontvangstneming : 20/11/2015 Vertaling C-541/15-1 Datum van indiening: Zaak C-541/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing 16 oktober 2015 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wuppertal (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,

Nadere informatie

Waarom niet verzending per post?

Waarom niet verzending per post? Waarom niet verzending per post? Datum: 30 mei 2003 Nummer: 11 Rubriek: Geen Rubriek Auteur(s): M. Freudenthal Europese Betekeningsverordening De betekening via de verzendende en ontvangende instanties

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 10 FIN 10 EUROJUST 1 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE DIENST AAN DE BESPREKINGEN VAN HET BEGROTINGSCOMITE nr. Comv.: 12130/02 FIN 333

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol

Samenwerkingsprotocol Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000; TC/00/27 BERAADSLAGING NR. 00/78 VAN 3 OKTOBER 2000 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE KRUISPUNTBANK EN DE SOCIALEZEKERHEIDSINSTELLINGEN AAN BUITEN- LANDSE AUTORITEITEN

Nadere informatie

Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1

Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1 UIT DE PRAKTIJK Mr. J.P. Eckoldt * Appèldagvaarding niet overeenkomstig de Betekeningsverordening betekend? 1 Onenigheden in het internationale handelsverkeer leiden regelmatig tot grensoverschrijdende

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0119 (COD) 14956/15 ADD 1 JUSTCIV 286 FREMP 291 CODEC 1654 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Voorstel voor een verordening (COM(2018)0379 C8-0243/ /0204(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Voorstel voor een verordening (COM(2018)0379 C8-0243/ /0204(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst 7.2.2019 A8-0001/ 001-064 AMENDEMENTEN 001-064 ingediend door de Commissie juridische zaken Verslag Sergio Gaetano Cofferati A8-0001/2019 Betekening en kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 januari 2019 ADVIES 2019-13 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten met

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

1HANDELSRECHT VERDRAG VERJARING

1HANDELSRECHT VERDRAG VERJARING 1HANDELSRECHT VERDRAG VERJARING Mr. Luc Demeyere, advocaat, contrast European & Business Law (Brussel) Trefwoorden Bron Situering Bespreking 13 Verjaring Verdrag van New York Protocol - Weens Koopverdrag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-21/17-1 Zaak C-21/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 januari 2017 Verwijzende rechter: Nejvyšší soud České republiky

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 16.3.2012 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0356/2010, ingediend door Vasile Stoica (ogenschijnlijk Duitse nationaliteit), over niet-handhaving

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 200 (26.09) (OR. fr) PUBLIC 642/0 Interinstitutioneel dossier: 200/009 (CNS) LIMITE JUSTCIV NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 325461 / HA ZA 08-3967 Vonnis in het incident van in de zaak van de rechtspersoon naar publiek recht UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

Nadere informatie

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Art. 1. Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende Staten. 2 larcier

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/063 BERAADSLAGING NR 11/041 VAN 7 JUNI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar C/ nr. 6 BRIEF VAN DE VICEVOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar C/ nr. 6 BRIEF VAN DE VICEVOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2011 2012 32 582 EU-voorstel: Verordening jurisdictie, erkenning en afdwinging van rechterlijke uitspraken op civiel en handelsgebied (Brussel I) (COM(2010)748) C/ nr.

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 28. 4. 2017 ZAAK C-255/17 Société AIR FRANCE S.A. [OMISSIS] Roissy Charles de Gaulle, Frankrijk [OMISSIS] verweerster,

Nadere informatie

Model Rechtspraak

Model Rechtspraak Model Rechtspraak 22-12-2017 Oproepingsbericht civiele vorderingsprocedure artikel 115 lid 2 Rv (Haags Betekeningsverdrag) Versie 1 1 eiser, 1 verweerder < Zaaknummer gerechtsdeurwaarder:

Nadere informatie

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2011 (13.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;

TC/95/86. Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; TC/95/86 BERAADSLAGING Nr. 95/58 VAN 24 OKTOBER 1995, GEWIJZIGD OP 12 MEI 1998, BETREFFENDE DE MEDEDELING BUITEN HET NETWERK VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE INSTELLINGEN VAN SOCIALE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.3.2016 COM(2016) 119 final 2016/0066 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt van de Unie in de Stabilisatie- en Associatieraad van de EU en de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG SCSZ/05/97 1 BERAADSLAGING NR. 05/034 VAN 19 JULI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE BUITENLANDSE VERZEKERDEN, DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN HET VLAAMS ZORGFONDS, MET HET

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2013 COM(2013) 338 final 2013/0177 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Oostenrijk en Malta in het belang van de Europese Unie worden gemachtigd toe te treden

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. dr. K.H.D.M. Dijkhoff Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Betreft: consultatieverzoek naar aanleiding

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 28.1.2016 L 21/45 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/100 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met

Nadere informatie

H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen ARREST VAN HET GERECHT (Vierde kamer) 30 november 1994 Zaak T-568/93 H. Correia tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Tijdelijke functionarissen op proef - Onvoldoende geschiktheid voor ambt -

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-637/16-1 Zaak C-637/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1/6 Advies 30/2016 van 8 juni 2016 Betreft: Advies uit eigen beweging over de mededeling door de Kruispuntbank van Ondernemingen van gegevens betreffende de functies die een persoon uitoefent binnen een

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE 29.11.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/41 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 22 november 2011 betreffende de procedure voor de erkenning van opleidingcentra en examinatoren voor

Nadere informatie

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal,

OVEREENKOMST. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), vertegenwoordigd door de heer Georges CARLENS, administrateur generaal, OVEREENKOMST TUSSEN DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING (RVA), DE RIJKSDIENST VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID (RSZ) IN BELGIË EN HET UITVOERINGSINSTITUUT WERKNEMERSVERZEKERINGEN (UWV) EN DE STICHTING INLICHTINGENBUREAU

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018

Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Vertaling C-657/17-1 Zaak C-657/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 247 E/11

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 247 E/11 31.8.1999 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 247 E/11 Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie