THEORIE ARGUMENTATIES MODULE ARGUMENTEREN. Ja, maar, ik wil toch

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "THEORIE ARGUMENTATIES MODULE ARGUMENTEREN. Ja, maar, ik wil toch"

Transcriptie

1 MODULE ARGUMENTEREN THEORIE ARGUMENTATIES Ja, maar, ik wil toch standpunt argument weerlegging subargument verzwegen argument premisse vooronderstelling tegenargument Om een ander te overtuigen van je mening of visie, ofwel je standpunt, gebruik je argumenten: uitspraken die je standpunt ondersteunen. Stel, jij wilt graag drinkontbijt, want je hebt s morgens niet zoveel tijd om rustig te ontbijten. Een zwak argument, dat je ouders gemakkelijk weerleggen: Dan sta je maar wat eerder op. Zo n argument dat aantoont dat een bepaald argument onjuist is, noemen we een weerlegging. In het bovenstaande voorbeeld moet je dus iets beters bedenken. Ik krijg s morgens zo moeilijk iets door mijn keel, maar ik wil niet met een lege maag naar school. Jullie zeggen toch ook altijd dat een ontbijt moet? Een mooi argument, ondersteund door een subargument: extra ondersteunende informatie bij een argument. Of het een eerlijk argument is, laten we even terzijde. Het is bovendien een argument dat een beroep doet op een belangrijk argument van de ouders dat hier niet expliciet genoemd wordt, namelijk dat het nuttigen van een ontbijt gezond is. Zo n verzwegen argument tref je in heel veel argumentaties aan. Een verzwegen argument noemen we ook wel een premisse of vooronderstelling. Tot slot kunnen we tegenargumenten onderscheiden: dat zijn argumenten die het standpunt zelf ontkrachten. Bij het standpunt Ik wil drinkontbijt zouden je ouders kunnen antwoorden: Dat lijkt me niet, want je lust geen zuivel en geen fruit, en daarvan is een drinkontbijt gemaakt. 198 MODULE ARGUMENTEREN

2 TYPEN ARGUMENTEN Is dat een feit? Er zijn verschillende typen argumenten met een verschillende overtuigingskracht. Objectieve argumenten zijn sterker dan subjectieve. Stel dat ter discussie staat of drinkontbijt gezonder is dan een gewoon ontbijt, dan kun je kijken naar feiten: hoeveel vitaminen zitten erin, wat heb je nodig, en hoeveel haal je uit een gewoon ontbijt? Wellicht is er al een onderzoek naar gedaan: een bewijs uit de wetenschap. Objectieve argumenten zijn: feiten; wetenschappelijke gegevens; algemeen geldende waardeoordelen. Het standpunt drinkontbijt is smakelijker dan een gewoon ontbijt is veel moeilijker te verdedigen. Of iets wel of niet smakelijk is, is subjectief, de bijbehorende argumentatie ook. In de reclame wordt daarom meer aandacht besteed aan bijvoorbeeld het gemák van drinkontbijt. Subjectieve argumenten zijn gebaseerd op: geloof; vermoedens; persoonlijke indrukken, voorspellingen; gevoelens, emoties; niet algemeen aanvaarde waardeoordelen. De overtuigingskracht van je argument is ook afhankelijk van je publiek: Je moet X-Star schoenen kopen, want die zijn cool. Je argument (smaak) zal aanslaan bij leeftijdgenoten, maar je opa en oma halen er vast hun schouders over op. typen argumenten objectieve argumenten subjectieve argumenten Of je nu leest, luistert, of je voorbereidt op een mondeling of schriftelijk betoog, controleer altijd de argumentatie. Let daarbij op de volgende punten: Benoem of formuleer het standpunt: de mening, visie, opvatting, zienswijze, claim. Bekijk de argumenten: uitspraken die het standpunt ondersteunen. Welke zijn er? Hoeveel zijn het er? Bepaal om welk(e) type(n) argument(en) het gaat en beoordeel de sterkte ervan. Bekijk de subargumenten: de extra ondersteunende informatie bij argumenten. Bij welke argumenten horen ze? Hoeveel zijn het er? Bekijk de tegenargumenten: argumenten die het standpunt ontkrachten. Welke zijn het? Bevatten ze een weerlegging? (een argument dat aantoont dat een bepaald argument niet juist is) Beoordeel in twijfelgevallen ook het verzwegen argument: het argument dat wél ten grondslag ligt aan het verband tussen standpunt en argument, maar niet genoemd wordt. Vaak is dat expliciet noemen ook niet nodig. THEORIE 199

3 ARGUMENTATIESTRUCTUUR Verbod op danceparty s enkelvoudige argumentatie samengestelde argumentatie nevenschikkende argumentatie onderschikkende argumentatie kolommenschema waaierschema Je leest wel dat sommige verschijnselen verboden worden: roken in openbare gebouwen, blowen op het schoolplein, happy hours in kroegen, enzovoort. Na een reeks incidenten met xtc-pillen die slachtoffers maakten onder jonge partybezoekers, kwam een Nederlandse burgemeester met het volgende standpunt: In mijn gemeente moeten danceparty s verboden worden. Natuurlijk moet hij zo n mening beargumenteren. Hij kan dat op eenvoudige wijze doen, door met één, naar zijn smaak overtuigend argument te komen, bijvoorbeeld: Want zo n danceparty vormt een gevaar voor de gezondheid van de bezoekers. We noemen dat een enkelvoudige argumentatie. Nu weet de burgemeester dat zijn standpunt tot veel verzet van vooral jongeren zal leiden. Hij kan er daarom voor kiezen meer dan één argument te geven: Danceparty s zijn een gevaar voor de gezondheid, en er is te weinig politie om de party s te begeleiden. Nu geeft de burgemeester twee argumenten. We noemen dat een samengestelde argumentatie. In dit geval zijn beide argumenten even veel waard. We spreken dan van een nevenschikkende argumentatie (neven betekent naast). Nu is deze burgemeester een kei in het argumenteren, dus hij doet er nog een schepje bovenop: hij voorziet elk argument van een ondersteuning in de vorm van subargumenten. Zo wijst hij erop dat: 1 de gezondheid van jongeren echt in gevaar is, omdat er 1.1 in de afgelopen maand al 30 mensen opgenomen zijn in het ziekenhuis, en 1.2 er een dode is gevallen na het slikken van een zogenaamde gbh-pil. Ook meldt hij dat hij 2 echt geen blik politieagenten open kan trekken om danceparty s beter te begeleiden, omdat 2.1 er nu al een tekort aan agenten is in de gemeente. Je ziet: de argumentatie is nu behoorlijk ingewikkeld: onder elk argument hangen nu ondersteunende subargumenten, die de uiteindelijke argumentatie sterker maken. We spreken van een samengestelde argumentatie met nevenschikkende en onderschikkende argumenten. Het argument van het gevaar voor de volksgezondheid vormt, samen met de bijbehorende subargumenten, een onderschikkende argumentatie. Of de burgemeester het pleit gewonnen heeft? De jongeren beschikken ook over een tamelijk stevige onderschikkende argumentatie: Bij een verbod ontstaan illegale party s die echt gevaarlijk zijn. Er is dan geen controle door de politie en er is geen EHBO aanwezig. Je kunt argumentatiestructuren op twee manieren noteren: in een kolommenschema of in een waaierschema. Van beide notatiewijzen zie je hiernaast een voorbeeld: 200 MODULE ARGUMENTEREN

4 Standpunt: Danceparty s moeten verboden worden. Argument 1 Arg 1.1 Arg 1.2 Argument 2 Arg 2.1 want: een gevaar voor de gezondheid want: inzet extra politie is onmogelijk want: 30 mensen in ziekenhuis want: 1 dode want: tekort aan agenten Tegenargument 1: nee, want illegale party s zijn echt gevaarlijk Tegenarg 1.1 Tegenarg 1.2 want: geen controle politie want: geen begeleiding EHBO De argumentatiestructuur van de burgemeester over het verbod op danceparty s in een kolommenschema. Standpunt: Danceparty s moeten verboden worden. Argument 1 Ze zijn een gevaar voor de volksgezondheid. Argument 2 Extra inzet politie is onmogelijk. Tegenargument 1 Illegale danceparty s zijn echt gevaarlijk. Argument 1.1 want: 30 mensen in ziekenhuis Argument 1.2 want: 1 dode Argument 2.1 want: tekort aan agenten Tegenargument 1.1 want: geen controle politie Tegenargument 1.2 want: geen begeleiding EHBO De argumentatiestructuur van de burgemeester over het verbod op danceparty s in een waaierschema. Een argumentatie is opgebouwd volgens het schema: Standpunt want argument, of argument dus conclusie. Je kunt echter ook een combinatie aantreffen volgens het schema: Standpunt want argument dus conclusie. Die conclusie kan vervolgens weer het standpunt zijn van een volgende redenering. Zo n zich uitbreidende redenering noemt men een ketenredenering, die je als volgt kunt weergeven: standpunt 1 g 1.1 argument g conclusie = standpunt 2 g 2.1 argument g conclusie enzovoort ketenredenering Bij een ketenredenering kan het argument ook weer gebruikt worden als standpunt bij een volgende schakel van de keten. Bijvoorbeeld: De olieprijzen stijgen. De benzine zal dus duurder worden. Mijn ouders zullen dan wel willen bezuinigen. Het is nu niet het goede moment om meer zakgeld te vragen. THEORIE 201

5 TYPEN REDENERINGEN Hé, dit lijkt wel tekstverklaren typen redeneringen oorzaak of reden voor- en nadelen vergelijking voorbeelden De meeste typen redeneringen ken je van tekstverklaren: bij het benoemen van (alinea)verbanden gebruik je ongeveer dezelfde terminologie. Maar bij argumenteren bekijk je wat voor soort gedachtegang de auteurs of sprekers hebben gehad bij het verdedigen van hun standpunt. Het gaat dus altijd om de combinatie: standpunt argumenten, of argumenten conclusie. Oorzaak of reden In dit type redenering geeft de betoger als ondersteuning van het standpunt een argument waarin een reden of oorzaak wordt gegeven. Voorbeeld: Je moet echt stoppen met roken (standpunt): je kunt er longkanker van krijgen (argument = reden). Een reden geeft een verklaring voor een gevolg waarvoor je zelf kiest. Een oorzaak geeft een verklaring voor een verschijnsel dat zonder jouw wil is opgetreden: Het wordt warmer op aarde (= standpunt); dat komt door het broeikaseffect (= oorzaak). Het verband tussen een oorzaak en een gevolg wordt wel causaliteit genoemd. Voor- en nadelen Bij redeneringen van het type voor- en nadelen zie je dat een standpunt wordt ondersteund door er voordelen of nadelen bij te noemen. Voorbeelden: Proefwerkweken moeten worden afgeschaft (standpunt): de stress onder leraren en leerlingen zal dan snel afnemen (argument = voordeel). Proefwerkweken moeten worden afgeschaft (standpunt): als er voortdurend proefwerken zijn, staan leraren en leerlingen te vaak bloot aan stress (argument = nadeel). Vergelijking Bij dit type redenering wordt een vergelijking gemaakt met iets wat lijkt op een aspect uit het standpunt. Voorbeeld: Klas 5b heeft vijf punten cadeau gekregen voor het proefwerk biologie, omdat ze last hadden van het lawaai van de verbouwing. Omdat wij dat lawaai ook hoorden, willen wij die punten ook (argument = overeenkomst). Bij dit type redenering kan ook een verschil tussen het een en het ander de kern van de argumentatie vormen. Voorbeeld: Spijbelaars zijn op onze school beter af dan aanwezige leerlingen (standpunt). De schoolverzuimers liggen s morgens nog lekker op één oor, terwijl de aanwezigen doodmoe in de banken hangen (argument = verschil). Voorbeelden In deze redenering komen voorbeelden bij het standpunt aan de orde. Voorbeeld: De taal verloedert (standpunt): jongeren gebruiken heel veel Engelse woorden, sms-taal en ze zeggen allemaal hun hebben (argument = voorbeelden). 202 MODULE ARGUMENTEREN

6 Gezaghebbende bron In dit type redenering haalt de betoger een gezaghebbende bron aan die het standpunt kan bevestigen. Voorbeeld: Natuurlijk mag je het woord falbala neerleggen bij Scrabble (standpunt): het staat in Van Dale (argument = gezaghebbende bron). Kenmerk of eigenschap In dit type redenering wordt een kenmerk of eigenschap genoemd die het standpunt ondersteunt. Voorbeeld: Je moet je tanden niet poetsen vlak nadat je een sinaasappel hebt gegeten (standpunt). Door de inwerking van de zuren uit citrusfruit, wordt je tandglazuur week (eigenschap). Je poetst het glazuur dan zo weg. gezaghebbende bron kenmerk of eigenschap THEORIE 203

7 ARGUMENTATIESCHEMA S Formules voor taal De verschillende typen redeneringen volgen allemaal een vast schema, dat wel argumentatieschema wordt genoemd. Je kunt argumentatieschema s in formules weergeven: Oorzaak en reden (causaliteit) Gevolg B zal optreden, want oorzaak A is aanwezig, en als A aanwezig is, dan zal B optreden. Steeds meer vrouwen zullen longkanker krijgen (B), want door de emancipatie zijn meer vrouwen gaan roken (A), en als iemand veel rookt (A), zal longkanker optreden (B). Voor- en nadelen In verband met nadeel Y is maatregel X noodzakelijk, want maatregel X gaat nadeel Y tegen, en als maatregel X nadeel Y voorkomt, dan is X noodzakelijk. Aangezien steeds meer leerlingen spijbelen (Y) is een terugkombeleid (X) noodzakelijk, want door het terugkombeleid (X) zullen minder leerlingen spijbelen (Y), en als het terugkombeleid (X) het spijbelen (Y) voorkomt, dan is het terugkombeleid noodzakelijk. Vergelijking Geval B is van toepassing, want het vergelijkbare A is van toepassing, en als een vergelijkbaar geval A van toepassing is, dan geldt dat ook voor geval B. Een maatregel tegen het spijbelen (B) werkt, want een vergelijkbare maatregel tegen te laat komen (A) werkt ook, en als een vergelijkbare maatregel tegen te laat komen (A) werkt, geldt dat ook voor een maatregel tegen spijbelen (B). 204 MODULE ARGUMENTEREN

8 DROGREDENEN: ARGUMENTATIEFOUTEN Waar gehakt wordt... Ook bij het argumenteren worden fouten gemaakt. Sommige fouten zijn per ongeluk: de betoger heeft niet alle consequenties van het argument voldoende doordacht. Andere fouten worden bewust gemaakt: soms bedienen betogers zich van argumenten die eigenlijk niet bedoeld zijn om het verschil van mening op te lossen, maar gewoon om gelijk te krijgen. Zowel deze argumentatiefouten als de argumentatietrucs noemen we drogredenen. Het is niet altijd duidelijk of een argument fout is en dus een drogreden genoemd mag worden; soms is dat zelfs per situatie verschillend. Je kunt wél zeggen dat drogredenen uiteindelijk de aanvaardbaarheid van een argumentatie verzwakken. De verschillende argumentatiefouten worden hieronder kort uitgelegd. Onjuist beroep op causaliteit Er wordt gedaan alsof A altijd B tot gevolg heeft. Maar wellicht zijn er ook andere oorzaken te noemen voor het vervelende gevolg. Voorbeeld: Het was veel te onrustig in het lokaal, daardoor zal ik wel weer een onvoldoende voor Frans gehaald hebben. Verkeerde vergelijking De vergelijking blijkt bij nader inzien toch op belangrijke punten te verschillen. Voorbeeld: Ik vind het veel te gevaarlijk jou alleen te laten beslissen. Kleine kinderen laat je ook niet alleen oversteken. Vals autoriteitsargument De aangehaalde autoriteit is geen autoriteit op dit gebied, of is partijdig, of wordt door anderen niet gezien als een autoriteit. Voorbeeld: Morgen wordt het slecht weer. Mijn opa, die het aan zijn likdoorns kan voelen, heeft het zelf gezegd. argumentatiefouten drogredenen onjuist beroep op causaliteit verkeerde vergelijking vals autoriteitsargument Overhaaste generalisatie Bijna alle vooroordelen berusten op de drogreden overhaaste generalisatie. Op grond van één voorbeeld (of enkele) trek je een conclusie. Voorbeeld: Freddy heeft weer een onvoldoende gehaald. Die Valken zijn ook geen studiehoofden. Cirkelredenering Bij een cirkelredenering is het argument inhoudelijk gezien hetzelfde als het standpunt. Voorbeeld: Dit is een saai boek, want ik vind er niks aan. overhaaste generalisatie cirkelredenering THEORIE 205

9 DROGREDENEN: ARGUMENTATIETRUCS Ik heb je door Wie wint het debat? De debater met de beste argumenten? Of de debater die het publiek en de jury voor zich weet te winnen door grappige uitspraken? In het laatste geval zou het weleens een debater kunnen zijn die vooral argumentatietrucs hanteert. Grappig, dat zeker. Maar in een inhoudelijke discussie of in een degelijk betoog meestal niet op zijn plaats. Hoewel argumentatietrucs, mits met mate gebruikt en goed geplaatst, bij kunnen dragen aan de jeu van een betoog, is het in de meeste gevallen beter ze te mijden. Wat moet je daarom niet doen in een discussie of betogend artikel? En waar moet je voor oppassen in een debat, omdat er vast tegenstanders zijn die je trucs doorzien en je daarop aanspreken? persoonlijke aanval ontduiken van de bewijslast vertekenen van een standpunt bespelen van het publiek De persoonlijke aanval De spreker of schrijver gaat niet in op het argument zelf, maar op degene die het argument geeft. Voorbeeld: Ja, maar jij bent ook altijd zo n zeur. Ontduiken van de bewijslast De spreker of schrijver weigert argumenten bij een standpunt te geven. Vaak legt men dan de bewijslast bij de tegenpartij: die moet bewijzen dat het standpunt niet klopt. Voorbeeld: Ik mag thuiskomen wanneer ik wil. Moet ik daar nog een reden voor geven? Vertekenen van een standpunt Het vertekenen of verdraaien van een standpunt houdt in dat het standpunt net een beetje anders wordt weergegeven dan de bedoeling is: de verdraaier overdrijft of verkleint het oorspronkelijke standpunt opzettelijk. Hierbij reageert hij of zij op een standpunt dat net niet gelijk is aan het standpunt dat ter discussie staat. Dit kan per ongeluk zijn, of juist expres. Voorbeeld: Spreker 1: Op de meeste studentenfeesten wordt te veel gedronken. Spreker 2: Dat lijkt me niet. Ik was zaterdagavond nog op een studentenfeestje bij mijn broer in Leiden en er werd voornamelijk cola gedronken. In dit voorbeeld suggereert Spreker 2 op basis van één ervaring dat Spreker 1 een onjuiste voorstelling van zaken geeft. Spreker 1 kan natuurlijk heel gemakkelijk zeggen dat er uitzonderingen op de regel zijn. Bespelen van het publiek Je kunt proberen het publiek mee te krijgen door op het gevoel te werken: zielig doen, zaken bespotten, grapjes maken enzovoort. De inhoud van de argumenten doet dan niet meer ter zake, alleen het effect. 206 MODULE ARGUMENTEREN

10 DE AANVAARDBAARHEID VAN EEN BETOOG Wie geloof jij? Wie van augurken houdt, mag rustig door blijven eten, maar wel met mate. Want net zoals zoet blijkt ook zuur schadelijk voor het tandglazuur te zijn. En als het tandglazuur aangetast is, ontstaan er gaatjes. Ik geloofde mijn tandarts direct. Waarom? Ten eerste omdat zij een autoriteit is. Ten tweede omdat zij er geen financieel belang bij heeft als mijn gebit gezond blijft. Eerder andersom, zou je denken. Ten derde zal er wel onderzoek naar gedaan zijn: zij zal best een testrapport kunnen laten zien. Je ziet dat je bij een argumentatie vaak al zonder nadenken toetst of die aanvaardbaar is: je kijkt naar de betrouwbaarheid van de bron, je bekijkt de aard van de argumenten, en je bekijkt of de stap naar het standpunt logisch is. In het tandartsvoorbeeld zie je dat er veel aandacht is voor de tandarts als auteur van de argumentatie: haar partijdigheid, deskundigheid en haar motieven worden getoetst. Ook de bronnen waarop zij zich beroept (een testrapport) worden beoordeeld: je vraagt je dan af of de bron recent en gezaghebbend is. Om de argumenten van de tandarts op zich te beoordelen, kijken we naar de kwaliteit van de argumenten: zijn de argumenten waar en/of aannemelijk? De (sub) argumenten: 1. Zuur is schadelijk voor het tandglazuur, en 1.1. Aangetast tandglazuur leidt tot cariës, voldoen aan deze eisen. Daarna beoordelen we de kwantiteit van de argumenten. We letten daarbij alleen op de argumenten die kwalitatief in orde zijn: zijn er voldoende (sterke) argumenten? Voor de meeste mensen zal het subargument voldoende zijn om te overtuigen: wie wil er nou gaatjes? Daarnaast moeten de argumenten relevant zijn: ze moeten direct betrekking hebben op het onderwerp. Iedereen weet dat eten (en snoepen) invloed heeft op het gebit. Een tandarts geeft vaker dit soort informatie. Tot slot bekijken we de stap van de argumenten naar het standpunt, waarbij je controleert of de argumenten logisch aansluiten bij het standpunt en of het standpunt aannemelijk of waar is. Het standpunt in deze argumentatie luidt: voor gezonde tanden is het beter om zuur voedsel met mate te eten. We kunnen in dit voorbeeld nu eigenlijk wel vaststellen dat de argumenten logisch bij dit standpunt aansluiten en dat het standpunt op zijn minst aannemelijk en waarschijnlijk zelfs waar is. In ingewikkelder argumentaties moet je gebruikmaken van de kritische vragen om te beoordelen of de stap van argumenten naar standpunt deugdelijk is. auteur van de argumentatie bronnen kwaliteit van de argumenten kwantiteit van de argumenten relevantie van de argumenten stap van de argumenten naar het standpunt THEORIE 207

11 KRITISCHE VRAGEN Heb jij een goede reden? Als je te laat thuiskomt na een feestje, en je treft je ouders in het holst van de nacht in een vergaande staat van ongerustheid aan, dan heb je waarschijnlijk toch iets uit te leggen. Ik heb helemaal niet op de tijd gelet is misschien een eerlijk antwoord, maar is het ook aanvaardbaar? De oorzaak is duidelijk, het gevolg ook. Maar je ouders zullen terecht vragen: Je hebt toch een horloge? Of: Waren er geen anderen die eerder naar huis gingen? En misschien geloven ze je niet. Je had zeker geen zin om eerder naar huis te gaan is een verkapte kritische vraag: Is er soms ook een andere oorzaak of reden? De tweede kritische vraag bij een oorzaak-gevolgredenering is: kan de oorzaak ook optreden zonder dit gevolg? In dit geval waarschijnlijk niet. Als je de tijd vergeet, valt het niet mee om op tijd te komen. De redenering waarmee je verantwoording wilt afleggen, is dus gedeeltelijk aanvaardbaar. Maar misschien is helemaal eerlijk zijn hier het beste: Het was zo gezellig, dat ik niet meer op de tijd lette en ik bedacht niet dat jullie ongerust zouden zijn. Op deze wijze kun je alle typen redeneringen aan een beoordeling onderwerpen. Soms stuit je dan op argumentatiefouten. In het geval van een redenering op basis van een vergelijking, kun je erachter komen dat de zaken die met elkaar vergeleken worden, helemaal niet te vergelijken zijn: Dat is appels met peren vergelijken, concludeer je dan. Bij het beoordelen van redeneringen op basis van voor- en nadelen let je er vooral op of het gepresenteerde voordeel wel tot iets beters leidt, en of de betoger geen zwaarwegende nadelen onbesproken laat. Bij de beoordeling van redeneringen op basis van gezag stel je hetzelfde soort vragen als bij het beoordelen van bron en auteur: is de persoon/bron een autoriteit op het betreffende gebied, en aanvaard ik hem of haar ook als autoriteit? Ondeskundigheid, onpartijdigheid en oneerlijkheid tasten de aanvaardbaarheid van een betoog aan. Bij een redenering op basis van kenmerk of eigenschap vraag je je af of de genoemde eigenschap van de persoon of zaak (bijna) altijd samengaat met wat in het standpunt wordt beweerd over die persoon of zaak. Ook kun je dan de vraag stellen: is het verband tussen de eigenschap of het kenmerk en het standpunt logisch? In de redenering Meeuwen zijn wit. Daar vliegt een witte vogel. Dat is dus een meeuw is de conclusie die je trekt op grond van het kenmerk Meeuwen zijn wit onjuist. Andersom kun je je ook afvragen of het genoemde kenmerk of de eigenschap wel juist is: Zwanen zijn wit. Daar vliegt een zwarte vogel. Dat is dus geen zwaan. Ook in deze redenering kan de conclusie onjuist zijn; niet alle zwanen zijn immers wit. 208 MODULE ARGUMENTEREN

12 Hieronder staan de kritische vragen bij typen redeneringen op een rij. Oorzaak of reden en gevolg Zijn er andere oorzaken of redenen denkbaar? Kan de oorzaak of de reden ook worden voorkomen zonder dit gevolg? Voor- en nadelen Doet het voordeel (nadeel) zich werkelijk voor? Zijn er zwaarder wegende nadelen (voordelen) denkbaar? Vergelijking Zijn de twee zaken goed vergelijkbaar? Zijn er belangrijke verschillen aan te tonen? Voorbeelden Zijn de voorbeelden regel of uitzondering? Gezaghebbende bron Is de genoemde persoon inderdaad een autoriteit op dit gebied? Aanvaard ik hem of haar ook als autoriteit? Kenmerk of eigenschap Gaat de genoemde eigenschap of het kenmerk van de persoon of zaak (bijna) altijd samen met wat in het standpunt wordt beweerd over die persoon of zaak? Is het verband tussen de eigenschap of het kenmerk en het standpunt logisch? THEORIE 209

13 MODULE ARGUMENTEREN CURSUS ARGUMENTEREN 1 ARGUMENTATIES 1 LEES OP PAGINA 198 DE TEKST ARGUMENTATIES. a Soms heb je helemaal geen argumenten nodig om je ouders te overtuigen van het nut van een drinkontbijt. Wanneer niet? b Wat vormt dus altijd de basis van een discussie of betoog? LEES OP PAGINA 118 EN 119 VAN JE TEKSTENBOEK UITING VAN ONGENOEGEN, ROZENGEUR, TOMBOLA VAN POPPARELTJES, HUWELIJK NA ZEVEN JAAR ONTBINDEN EN BOPPARD AAN DE RIJN SAAI? c d Bepaal van elke tekst of er geargumenteerd wordt. Motiveer je antwoord. Welke tekst zonder echte argumentatie zou wel deel kunnen uitmaken van een argumentatie? Motiveer je antwoord. 2 Hieronder volgen telkens twee zinnen, die bij elkaar horen. Schrijf het argument op, en geef van elk argument aan welk type het is. Kies uit: feiten wetenschappelijke gegevens algemeen geldende waardeoordelen argumenten gebaseerd op geloof vermoedens persoonlijke indrukken voorspellingen of niet algemeen aanvaarde waardeoordelen. 1a Ik ga de schuld van deze gebroken ruit niet op me nemen, zei de studente. 1b Dat kost me vast mijn baantje. 2a Jongeren van tegenwoordig hebben geen smaak meer. 2b Deze afgrijselijke clip zal wel een rage worden. 3a Weinig Nederlanders kunnen nog Baudelaire in het Frans lezen. 3b De kans is groot dat we volledig afgesneden raken van de Franse cultuur. 4a Uit een onderzoek van enkele studenten Frans bleek dat de vaardigheid van Nederlanders in het lezen van boeken in de Franse taal snel afneemt. 4b Weinig Nederlanders zullen in de toekomst Baudelaire in het Frans kunnen lezen. 5a Ik geloof dat onderwijsexperimenten slechte gevolgen hebben voor het onderwijs in de moderne vreemde talen. 5b Wil Werbers, mijn docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, zegt ook dat elke nieuwe lichting eerstejaars weer minder weet dan de voorgaande. 6a Het schandaal met verslaggever Jones zal de geloofwaardigheid van The New York Times aantasten. 6b De krant moet de waarheid brengen: verslaggevers horen geen verhalen en feiten te verzinnen. 3 Geef van de volgende argumentaties aan of er sprake is van een weerlegging of van een tegenargument. 1a Singles zijn gelukkiger, want zij hebben geen zorg voor een gezin. 1b Uit onderzoek blijkt juist dat mensen met een relatie gelukkiger zijn. 2a Sporten is helemaal niet gezond: mijn neef heeft met voetbal zijn been gebroken. 2b Er zijn genoeg mensen die blessurevrij blijven en juist voordeel hebben van hun betere conditie. 3a Jouw beschouwing is geen eigen werk: je hebt het overgenomen van internet. 3b Ik heb helemaal geen internetaansluiting, ik heb alleen Franks werk even bekeken. 4a De Vlaamse taal is veel mooier dan het Nederlands, want de Vlamingen bedenken Nederlandstalige varianten voor Engelse leenwoorden. 4b Ik vind botsen voor dribbelen en mand voor basket vreemd klinken tijdens een partijtje basketbal. 210 MODULE ARGUMENTEREN

14 b zevende team van Zwaluwen Vooruit. Alle voetballers zijn mensen die gemakkelijk rijk willen worden. Tot welk type behoren de argumenten die je bij 5a hebt genoemd? 4 Achter elke argumentatie zit een vooronderstelling (premisse). Je kunt deze vooronderstelling vinden door een kloppende alsdanbewering op te stellen. a Welke vooronderstelling zit achter de volgende argumentatie: Ik denk dat hun hebben over tien jaar standaard Nederlands is. ( = standpunt) Dat zegt Nico Keuning, mijn docent taalbeheersing aan de HES te Amsterdam, ook. ( = argument) A Als docenten iets vinden, dan delen hun studenten die mening. B Als een taal levend is, dan neemt die ook (spreek)taalfouten over. C Als hun hebben vaak wordt gezegd en geschreven, wordt het automatisch opgenomen in de standaardtaal. D Als een deskundige denkt dat de standaardtaal zal veranderen, dan is dat waar en geloof ik het ook. b Welke type argument wordt gebruikt? 5 a Geef van de onderstaande argumentaties aan wat het standpunt, het argument en de vooronderstelling is. Let op: de vooronderstellingen moet je herschrijven tot als dan. 1 Kinderen die slecht zijn opgevoed horen niet in mijn klas. Uit onderzoek blijkt dat 7 van de 10 kinderen slecht opgevoed worden. Ruim de helft van mijn leerlingen hoort niet in mijn klas. 2 Deze familie leeft helaas al zeven jaar van de bijstand. Volgens het gezegde volgen na zeven vette jaren zeven magere jaren. Dan zal die familie het binnenkort wel beter krijgen. 3 Die vriend van jou zal wel gemakkelijk rijk willen worden. Hij voetbalt immers in het 6 a Geef van de onderstaande argumentaties aan wat het standpunt, het argument en de vooronderstelling is. Let op: niet alle onderdelen staan expliciet vermeld; de vooronderstellingen moet je herschrijven tot als dan. 1 Ik was helemaal niet verbaasd toen ik hoorde dat J.B. opgepakt was als de verdachte pyromaan, bekent de eigenaresse van het sigarenwinkeltje. J.B. is nooit een lieverdje geweest. 2 Omdat mijn vrienden deze dvd mooi vinden, zul jij hem ook wel willen zien. Je moet hem zeker bekijken! 3 Als je haar op Valentijnsdag een rode roos laat bezorgen, dan heb je echt een plaat voor je hoofd. b Tot welk type behoren de argumenten die je bij 6a hebt genoemd? 7 Niet elke redenering is geldig. De ongeldigheid of onaanvaardbaarheid kun je met regels achterhalen, maar vaak heb je genoeg aan je gezond verstand. Geef van de argumentaties van opdracht 5 en 6 aan welke (waarschijnlijk) niet acceptabel zijn. Motiveer steeds je antwoord. 8 a Hieronder staat een korte tekst met vijf genummerde zinnen. Geef van elke zin aan welke functie die in de argumentatie heeft. (1) Veel rechters en advocaten vinden dat het dragen van pruiken en toga s in de rechtbanken niet afgeschaft moet worden. (2) De toga s en pruiken verlenen aanklagers en rechters gezag. (3) Bovendien zorgen ze voor veiligheid. (4) Magistraten zijn buiten de rechtbank niet meteen herkenbaar voor criminelen. (5) De Law Society, een organisatie waarbij 85 duizend advocaten zijn aangesloten, vindt juist dat de kleding getuigen en verdachten intimideert en dat past niet bij een eerlijke procesvoering. CURSUS ARGUMENTEREN 211

15 b c d Geef van elk argument of tegenargument aan welk type het is. Welke vooronderstelling zit er achter de argumentatie Veel rechters en advocaten vinden dat het dragen van pruiken en toga s in de rechtbanken niet afgeschaft moet worden. De toga s en pruiken verlenen aanklagers en rechters gezag? Welke vooronderstelling zit er achter de argumentatie De Law Society, een organisatie waarbij 85 duizend advocaten zijn aangesloten, vindt juist dat de kleding getuigen en verdachten intimideert en dat past niet bij een eerlijke procesvoering? 3 LEES OP PAGINA 200 DE TEKST ARGUMENTATIESTRUCTUUR. a Wat is het verschil tussen een samengestelde nevenschikkende argumentatie en een samengestelde onderschikkende argumentatie? LEES IN JE TEKSTENBOEK OP PAGINA 119 ROKEN. b c Markeer het standpunt, argument(en) en subargument(en) met verschillende kleuren. Kies de juiste stelling. De argumentatie in roken is: A enkelvoudig: roken is slecht voor de gezondheid. B meervoudig: slecht voor rokers, meerokers en voor astmapatiënten. C meervoudig: slecht voor de gezondheid op langere termijn, en slecht op korte termijn. 4 LEES DE TWEE ARGUMENTATIES HIERONDER. 2 ARGUMENTATIESTRUCTUUR 1 Noteer welke beweringen juist zijn: I Andere termen voor standpunt zijn: mening, visie, stelling, zienswijze. II Een uitspraak die een standpunt ondersteunt, heet een subargument. III Een tegenargument en een weerlegging zijn twee begrippen voor hetzelfde. IV Een tegenargument ontkracht een standpunt, een weerlegging ontkracht een argument. V Objectieve argumenten zijn zwakker dan subjectieve argumenten. I II Fietsers zijn vaak de dupe bij stoplichten. Auto s krijgen per keer langer groen licht. Fietsers moeten eerst op een knop drukken, terwijl auto s via het signaal in het asfalt al meters voor het eigenlijke stoplicht de lichten in werking zetten. Fietsers zijn vaak de dupe bij stoplichten. Auto s krijgen langer groen licht; zolang er auto s over het signaal rijden, blijft het licht op groen staan. 2 LEES IN JE TEKSTENBOEK OP PAGINA 119 MAN HAMERT IN OP a b EIGEN AUTO. Formuleer de argumentatie van de agent in de vorm van een als-danbewering. Welk type argument gebruikt de agent? Kies uit: een opvatting van een deskundige een persoonlijke mening een direct controleerbaar feit een wetenschappelijk gegeven algemeen geldende normen en waarden een vermoeden (intuïtie) een niet algemeen aanvaard waardeoordeel. Kies de juiste stelling. A Beide argumentaties bestaan uit twee nevenschikkende argumenten. B Beide argumentaties bestaan uit een argument met een subargument: ze zijn onderschikkend. 212 MODULE ARGUMENTEREN

16 C D Argumentatie I bestaat uit een argument en een subargument, argumentatie II bestaat uit twee argumenten. Argumentatie I bestaat uit twee argumenten, argumentatie II bestaat uit een argument en een subargument. 5 LEES OP PAGINA 119 VAN JE TEKSTENBOEK ALFABETISME. Welke van de onderstaande stellingen hebben betrekking op alinea III van Alfabetisme? I De argumentatie is onderschikkend. II De argumentatie is nevenschikkend. III De schrijver maakt gebruik van een objectief argument. IV De schrijver maakt gebruik van een subjectief argument. V De argumentatie bestaat uit weerlegging(en). VI De argumentatie bestaat uit tegenargument(en). 6 LEES OP PAGINA 120 VAN JE TEKSTENBOEK ZEBRATANDEN a b c d DOOR FLUORIDE. Is de argumentatie in alinea I onder- of nevenschikkend? Geef aan uit welke onderdelen de argumentatie van König in alinea II bestaat. Zet in de marge: S (standpunt), A (argument), sa (subargument). Geeft König tegenargumenten of weerleggingen? Wie ben jij geneigd te geloven? Waarom? 7 BEKIJK OP PAGINA 201 HET VOORBEELD VAN EEN KOLOMMENSCHEMA. LEES OP PAGINA 201 VAN JE TEKSTENBOEK DUITSLAND. Maak een kolommenschema van de argumentatie in Duitsland. 8 LEES OP PAGINA 121 VAN JE TEKSTENBOEK JE KUNT HET. ECHT! In alinea I gebruikt de schrijfster een ketenredenering. a Markeer in de eerste alinea van Je kunt het. Echt! het eerste standpunt. b Bij dit standpunt geeft de schrijfster twee argumenten en een subargument. Onderstreep deze argumentatieonderdelen in de tekst: noteer A1, A2 en SA in de marge. c De redenering leidt tot een conclusie. Markeer deze conclusie met een andere kleur. Noteer C=S2 in de marge. d Onderstreep en nummer de argumenten die de schrijfster in alinea I bij dit nieuwe standpunt geeft. BEKIJK OP PAGINA 201 HET VOORBEELD VAN EEN WAAIERSCHEMA. e f g h Maak een waaierschema van de argumentatie in alinea I. Noteer de adviezen uit alinea II onder elkaar. Noteer achter elk advies wat de schrijfster er in alinea III over zegt. Leg uit waarom de opmerkingen van de schrijfster in alinea III het best gezien kunnen worden als nuanceringen en niet als tegenargumenten. 3 TYPEN REDENERINGEN 1 LEES IN JE TEKSTENBOEK OP PAGINA 121 KOSTSCHOOL. a Markeer alle onderdelen van de argumentatie met verschillende kleuren: standpunt, argumenten, subargumenten, tegenargument en weerlegging. b Maak van de argumentatie in Kostschool een kolommen- of een waaierschema. c Welke soort argumentatiestructuur heeft Kostschool? 2 LEES OP PAGINA 202 DE TEKST TYPEN REDENERINGEN. Hieronder staan twee rijtjes begrippen. Links staan de typen redeneringen. Deze komen voor een deel overeen met de alineaverbanden in de rechterrij. Geef aan welke typen redeneringen overeenkomen met een bepaald alineaverband. Let op: sommige redeneringen hebben geen overeenkomst met één van de soorten alineaverbanden, enkele typen redeneringen kunnen met meerdere alineaverbanden verbonden zijn. Typen redenering A voorbeeld B vergelijking C gezaghebbende bron D causaliteit E voor- en nadelen F kenmerk of eigenschap Alineaverbanden 1 concluderend verband 2 oorzakelijk verband 3 opsommend verband 4 samenvattend verband 5 temporeel verband 6 redengevend verband 7 vergelijkend verband 8 toelichtend verband CURSUS ARGUMENTEREN 213

17 3 Welk argumentatieschema heeft Kostschool? Kies uit: oorzaak en gevolg (causaliteit) overeenkomst of vergelijking geven voor- en nadelen geven voorbeelden geven gezaghebbende bron noemen kenmerk of eigenschap noemen. 4 LEES IN JE TEKSTENBOEK OP PAGINA 122 STOPPEN MET a b c VUURWERK ÉN VOETBAL! Markeer in de tekst standpunt, argument(en), subargument(en). Welk type redenering herken je in de stap van subargument(en) naar argument(en)? Welk type redenering herken je in de stap van argument(en) naar standpunt? 5 Hieronder staan zeven argumentaties Bepaal van elke argumentatie het type redenering. Kies uit: voorbeeld geven vergelijking maken gezaghebbende bron noemen causaliteit geven voor- en nadelen geven kenmerk of eigenschap noemen. 1 Nederlandse werknemers zijn de laatste twee jaar veel meer gaan overwerken. De economische malaise en ontwikkelingen in de ICT jagen de werkdruk omhoog, blijkt uit een onderzoek van TNO Arbeid. 2 De belangstelling voor de studies moderne talen neemt af. Bij Frans daalde het aantal eerstejaars van 404 in 1992 naar 131 in 2006, bij Spaans van 397 naar Onderwijsvernieuwingen hebben slechte gevolgen voor het onderwijsniveau in de moderne vreemde talen. Wil Werbers, wiskundedocent aan de Rijksuniversiteit Groningen, zegt dat elke nieuwe lichting eerstejaars weer minder weet dan de voorgaande. 4 De oorzaak van de explosie is nog niet vastgesteld. Waarschijnlijk was er een gaslek. 5 Dove kinderen ontwikkelen spontaan een taal. Zij maken ongeveer dezelfde ontwikkeling door als niet-dove kinderen. 6 Britten mogen oordelen over het dragen van pruiken en toga s in de Britse rechtbanken. Die ouderwetse uitdossing zal binnenkort vast verdwijnen. 7 Jongeren van tegenwoordig hebben geen smaak meer, dus deze afgrijselijke videoclip zal wel een rage worden. 6 Hieronder staan vijf argumenten bij het standpunt De gemeente Rotterdam wil de kosten voor de begeleiding van ernstig gehandicapte kinderen in de taxi s naar school gaan betalen. Geef bij elk argument aan welk type redenering standpunt en argument samen vormen. Kies uit: voorbeeld vergelijking gezaghebbende bron causaliteit voor- en nadelen kenmerk of eigenschap. Vul zo nodig een verbindingswoord in om het verband te verduidelijken. 1 De gemeente wil dat iedere gehandicapte leerling onderwijs kan volgen. 2 Ook de kosten voor meervoudig gehandicapte Louize zullen vergoed worden. 3 Een overheidsinstelling moet opkomen voor alle inwoners. 4 De maatregel zorgt voor extra kosten, maar dan is een opleiding niet afhankelijk van het inkomen van de ouder. 5 Niet-gehandicapte leerlingen hebben ook de mogelijkheid om naar school te gaan. 7 LEES OP PAGINA 122 VAN JE TEKSTENBOEK DE TIJDGEEST EN DE DOODSTRAF. Het fragment maakt deel uit van het vwo-examen uit 2003, eerste tijdvak. a Met welke twee argumenten onderbouwt de auteur van het tekstfragment, Marc Kroes, zijn bezwaar tegen de opvatting van het blad The New Republic? b Geef van beide argumenten aan tot welk type ze behoren. c In het fragment wordt het onomkeerbaarheidsprincipe een belangrijk argument genoemd tegen de doodstraf. Van welk type redenering is hier sprake? Een argumentatie op basis van: A vergelijking B gevolgen C autoriteit 214 MODULE ARGUMENTEREN

18 8 LEES OP PAGINA 123 VAN JE TEKSTENBOEK KUIFJE IN AFRIKA MOET VERBODEN WORDEN. In een betoog geef je per alinea een nieuw argument voor dan wel tegen je stelling. Zo n argument versterk je met subargumenten. Vandaar dat je een alinea ook apart kunt analyseren als bestaande uit: standpunt (= eigenlijke argument) en argument (= eigenlijke subargument). Geef bij de volgende alinea s in Kuifje in Afrika moet verboden worden aan welk type(n) redeneringen erin gebruikt wordt: alinea II (2x), alinea III, alinea IV, alinea V, alinea IX. 4 DROGREDENEN 1 In paragraaf drie heb je de typen redeneringen geleerd. Geef van de onderstaande zinnen aan welk type redenering is toegepast. 1 Doordat mijn vriendin zo veel snoept, ben ik zeker tien kilo aangekomen. 2 Ik vind het heel terecht dat alleen de beste voetballertjes wedstrijden spelen, want ook in het bedrijfsleven krijgen alleen de goede werknemers een vast contract. 3 Onlangs is er een vastgoedhandelaar veroordeeld wegens belastingfraude. Vastgoedhandelaren zijn niet te vertrouwen. 4 Berendse geeft echt belachelijke hoeveelheden strafwerk. Dat vindt mijn zus ook. 5 De uitbreiding van vliegveld Eindhoven is belangrijk voor de regio: de plaatselijke economie zal gestimuleerd worden. 6 Peuters zijn echte handenbindertjes. Dat is niet zo vreemd, daar zijn het twee- en driejarigen voor. 7 Het kerkbestuur van de Thomaskirche in Leipzig, waar het lichaam van Bach in een sarcofaag ligt, staat niet toe dat er een DNAtest wordt uitgevoerd. Bach verdient eeuwige rust, aldus het bestuur. Volgens oogspecialist Zegers, die de test aanvroeg, is het bestuur bang dat een DNA-test aantoont dat er iemand anders is Bachs graf ligt. 2 LEES OP PAGINA 205 DE TEKST DROGREDENEN: a ARGUMENTATIEFOUTEN. In welke zinnen van opdracht 1 kan sprake zijn van een drogreden? Motiveer je antwoord. LEES OP PAGINA 208 EN 209 DE TEKST KRITISCHE VRAGEN. b Pas de kritische vragen toe op de zinnen waarvan je bij 2a (nog) niet met stelligheid kon zeggen of je te maken hebt met een drogreden. 3 Maak zelf een cirkelredenering bij een van de volgende standpunten: I Bij geschiedenis moeten we meer data leren. II De lesdagen moeten korter worden. III Scholieren mogen sjoemelen met inleverdata van praktische opdrachten. 4 LEES OP PAGINA 206 DE TEKST DROGREDENEN: ARGUMENTATIETRUCS. Geef van de onderstaande zinnen aan welk argumentatietruc is gebruikt. 1 Jij moet nodig iets zeggen over de rotzooi op mijn kamer. Kijk eerst maar eens naar je eigen kamer. 2 Ik hoef niet uit te leggen dat jouw idee om een klassenfeest te organiseren belachelijk is. Dat snapt iedereen. 3 Gezien de moeilijke thuissituatie moeten we voor deze leerling een uitzondering maken, vind ik. Dus jij wil de overgangsnormen opeens helemaal veranderen? 4 Dus mevrouw vindt dat ik haar proefwerk niet mag innemen, omdat ze toch niets aan dit spiekbriefje heeft? Nou, dan moet je je klasgenoten voortaan maar hulp vragen bij het maken van een goed spiekbriefje. 5 Hoe kun jij tegen dierproeven zijn? Je draagt toch zelf ook makeup? CURSUS ARGUMENTEREN 215

19 5 LEES OP PAGINA 124 VAN JE TEKSTENBOEK DROEVIG LOT. Van welke argumentatietrucs bedient de schrijver zich in de slotzin? 6 LEES OP PAGINA 124 VAN JE TEKSTENBOEK IN DE KASSEROL, FRAGMENT 1. In de tekst In de kasserol (voorbeeldexamen havo) zegt Rudy Kousbroek dat spellingsvereenvoudigers een drogreden gebruiken als argument om de spelling te vereenvoudigen. Wat voor een soort drogreden wordt er gebruikt? Kies uit: onjuist beroep op causaliteit een verkeerde vergelijking een onterecht autoriteitsargument een overhaaste generalisatie. 7 LEES OP PAGINA 124 VAN JE TEKSTENBOEK IN DE KASSEROL, FRAGMENT 2. In de tekst In de kasserol maakt Kousbroek zelf gebruik van een drogreden. Hij beroept zich op het boek Spellingverandering van zin naar onzin ( heden) van G.C. Marwijk. In dit boek bespreekt Marwijk de gevolgen van spellingsveranderingen in het verleden. Waarom kun je Kousbroeks redenering een drogreden noemen? Kies het juiste antwoord: A Kousbroek gebruikt een drogreden, omdat hij zich onterecht beroept op een deskundige. B Kousbroek gebruikt een drogreden, omdat hij een verkeerd causaal verband legt tussen spellingveranderingen en resultaten. C Kousbroek gebruikt een drogreden, omdat hij onterecht een vergelijking maakt tussen verleden en heden. D Kousbroek gebruikt een drogreden, omdat hij slechte resultaten in het verleden generaliseert naar slechte resultaten met toekomstige spellingveranderingen. 8 Meestal bestaat een examentekst uit een hoofdtekst en een of meer satellietteksten. Een van de examenvragen gaat dan in op het verschil dan wel de overeenkomst tussen de visies in deze teksten. Bij de examentekst Intellectuele pleinvrees van 2005, tweede tijdvak, staan twee satellietteksten. LEES OP PAGINA 124 EN 125 VAN JE TEKSTENBOEK a b INTELLECTUELE PLEINVREES, FRAGMENT 1 EN 2. Wat is het gemeenschappelijke verwijt dat uit fragment 1 en 2 samen kan worden afgeleid tegen het gedachtegoed van de tekst Intellectuele pleinvrees? A De betekenis van het ware intellectualisme voor de politiek wordt onderschat. B De betekenis van het ware intellectualisme voor de politiek wordt overdreven. C Het onderscheid tussen filosofie en politiek is niet functioneel. D Het onderscheid tussen wijsheid en ervaring is niet praktisch. Van welke drogreden maken beide auteurs gebruik? 216 MODULE ARGUMENTEREN

20 5 DE AANVAARDBAARHEID VAN EEN BETOOG BEOORDELEN 1 LEES OP PAGINA 207 DE TEKST DE AANVAARDBAARHEID VAN a b c EEN BETOOG. Noem drie punten waarop je een auteur beoordeelt. Noem drie punten waarop je de argumenten zelf beoordeelt. Noem twee punten waarop je de stap van argumenten naar standpunt beoordeelt. 2 LEES OP PAGINA 122 VAN JE TEKSTENBOEK NOG EENS STOPPEN MET VUURWERK ÉN VOETBAL! In opdracht 4 van paragraaf 3 (pagina 214) heb je de argumentatie van Stoppen met vuurwerk én voetbal! geanalyseerd. a Er zijn drie subargumenten bij argument 1 Voetbal wordt immers ook niet verboden en daar is reden genoeg voor. Bij de aanvaardbaarheid van twee subargumenten kun je vraagtekens plaatsen. Waarom? b De stap van argument 1 naar standpunt is redenering op basis van een vergelijking. Beoordeel aan de hand van de kritische vragen of de schrijver gebruik maakt van een drogreden. c Is het bij deze ingezonden brief belangrijk of de argumentatie aanvaardbaar is? Motiveer je antwoord. 3 LEES OP PAGINA 125 VAN JE TEKSTENBOEK REKENEN EN VERPLEGEN. a Markeer het standpunt in Rekenen en verplegen. b Het eerste argument is: Toen ik 25 jaar geleden zelf aan de opleiding tot verpleegkundige begon, viel mij al op hoe weinig aandacht er was voor rekenen. Welke vooronderstelling ligt achter dit argument? c Welke drogreden gebruikt de schrijfster? Leg de drogreden uit. d Welke andere strategie past de schrijfster in dit argument toe om de lezer te overtuigen? e f De schrijfster geeft zelf aan dat haar tweede argument zwak is. Aan welke van de drie beoordelingspunten van argumenten voldoet haar argument niet? De schrijfster geeft op het eind nog twee standpunten. Van welke drogredenen maakt ze daarbij gebruik? 4 Op 13 december 2007 publiceerde het NRC Handelsblad een brief van een vader, zelf oudlid van het Delftse Studentencorps (DSC). Hij beschreef de nare ervaringen van zijn zoon in de kennismakingstijd van het corps. Naar aanleiding van deze brief heeft de Vereniging van Oud-Leden (VOL) een onderzoek ingesteld. Uit het onderzoek blijkt dat van bewuste, stelselmatige vergaande vernedering geen sprake is geweest, maar dat de corpsleden zich wel schuldig hebben gemaakt aan excessieve handelingen en dat verschillende ontgroeningsmethoden op of over het rand van het aanvaardbare waren. Zij bevelen aanpassingen aan. In de krant van 22 december 2007 worden enkele (oud)bestuursleden geïnterviewd. LEES OP PAGINA 126 EN 127 VAN JE TEKSTENBOEK INCIDENTEN, GEEN BEWUSTE VERNEDERING, FRAGMENT 1, 2, 3 EN 4. Geef je oordeel over de betrouwbaarheid van ieder van de geïnterviewde personen: Van Royen, Van der Veen en Van Swinderen. 5 We gaan ervan uit dat de geciteerde antwoorden in Incidenten, geen bewuste vernedering inderdaad reacties zijn op een door de journalist gestelde vraag of bewering. a Hoe beoordeel je de reactie van Van Swinderen in fragment 3, uitgaande van bovenstaande aanname. b Maakt Van der Veen gebruik van een geldige argumentatie? c In fragment 4 is de eerste reactie van Van Royen: Dat gebeurde alleen met de overmatig zelfverzekerden. Welke premisse of vooronderstelling ligt ten grondslag aan deze uitspraak? d Op welk type redenering is deze vooronderstelling gebaseerd? e Beoordeel het in opdracht 5c genoemde argument op relevantie, kwaliteit en kwantiteit. f Van Royen geeft het voorbeeld van het kandidaat-lid dat anderhalf uur in de kooi had gezeten. Hij maakt niet helemaal duidelijk welke rol dit voorbeeld heeft in zijn argumentatie. Welke rol lijkt dit voorbeeld te hebben? CURSUS ARGUMENTEREN 217

21 6In Monteiro moet vooroordelen laten varen reageert Daniëlle Peeters (6 vwo) op uitlatingen die Manuela Monteiro, directeur van Hivos, in de Volkskrant van 15 september 2007 heeft gedaan. Het HIVOS is het Humanistisch instituut voor Ontwikkelingssamenwerking, een van de belangrijke gevestigde hulporganisaties in Nederland. LEES OP PAGINA 128 VAN JE TEKSTENBOEK MONTEIRO MOET VOOROORDELEN LATEN VAREN. a Markeer tijdens het lezen de argumenten van Monteiro die Peeters aanhaalt. b In alinea II en III gaat Peeters in op een deel van Monteiro s uitspraken. Op welk deel gaat ze in? c Hieronder staat een uitspraak van Monteiro. De kern van ons werk is dat wij de organisatie van onze partners in het zuiden helpen versterken. Het eigenaarschap ligt bij hen. Als wij weg gaan, moet hun organisatie beter in staat zijn door te gaan met het werk dan voorheen. Ik vraag me af of doe-het-zelvers dat willen en kunnen. Versterkt of verzwakt het voorbeeld dat Peeters in alinea III geeft haar verweer tegen Monteiro? d Maakt Peeters in alinea IV een aanvaardbare argumentatie in haar weerlegging? Motiveer je antwoord. e Geef je oordeel over Peeters argumentatie in alinea VI. f Peeters weerlegging in alinea VII bestaat eigenlijk uit twee reacties op twee verschillende uitlatingen. Welke reactie is sterker? Motiveer je antwoord. g Kijk nog eens naar het standpunt van Peeters in alinea I. Wat maakt het standpunt zwak? 7 Geef een oordeel over de aanvaardbaarheid van de argumentaties van schrijfster Daniëlle Peeters en van de woordvoerster Monteiro. 8 Stel, Daniëlle Peters vraagt jou als proeflezer van dit betoog. Welke adviezen zou je haar geven? 218 MODULE ARGUMENTEREN

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst. Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar

Nadere informatie

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen naam: Leesvaardigheid examenvoorbereidingen Opdracht: vul de juiste begrippen in op de lege plekken. Je kunt kiezen uit: acceptatie afhankelijk belanghebbend beschouwing betrouwbare deskundige discussiant

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting door B. 1258 woorden 29 oktober 2014 4,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Betrouwbaarheid controle 1.auteur 2.publicatieplaats

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 14 januari 2006 6,5 11 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 8 We onderscheiden de volgende tekstdoelen (wat de schrijver met

Nadere informatie

Zijn deze stellingen feiten of meningen? Zet een kruisje in de gepaste kolom. Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht.

Zijn deze stellingen feiten of meningen? Zet een kruisje in de gepaste kolom. Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Vraag 34 Geef je me één goede reden? Over de argumentatiestructuur In vraag 15 en vraag 22 maakte je al kennis met enkele tekststructuren en de gepaste verbindingswoorden: de chronologische, de opsommende,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting door S. 873 woorden 26 november 2016 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands H2 Argumentatie Par 1 Standpunten Als je een standpunt

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 15 januari 016 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: De leerlingen leren om kritisch te kijken naar de verschillende artikelen uit 7Days. De leerlingen leren strategieën toe te passen

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands 2006-2007 Samenvatting door een scholier 1526 woorden 1 mei 2007 7,5 102 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting examenbundel Nederlands 2006-2007 1.

Nadere informatie

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit?

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit? Tekst lezen en woordenschat 1. Bekijk de buitenkant van de tekst van deze les. a) Wat voor soort tekst is dit (bijvoorbeeld: nieuwsbericht, achtergrondartikel, column)? Waarom denk je dat? b) Waar denk

Nadere informatie

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een

Nadere informatie

SAI Leopoldlaan 9 9300 Aalst. Debatteren. Een documentatiemap

SAI Leopoldlaan 9 9300 Aalst. Debatteren. Een documentatiemap SAI Leopoldlaan 9 9300 Aalst Debatteren Een documentatiemap Naam: Klas: Vak: Nederlands Schooljaar 2013 2014 Debatteren: instructieblad 1. Oriëntatie van de opdracht Er zijn drie debatten waarbij je telkens

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Naam: Klas:.. 2HV 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Inhoudsopgave INLEIDING 3 1. LES 1 ORIËNTATIELES 3 2. LES 2 ARGUMENTEN VERZAMELEN 4 3. LES 3 - LEREN BEOORDELEN 6 4. LES 4 DROGREDENEN

Nadere informatie

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO)

Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO) Examenvoorbereiding 2017 Nederlands (HAVO) Het Nederlands examen bestaat uit drie onderdelen, namelijk: 1. centraal schriftelijk examen (op examenrooster: Nederlands) Hierover vind je informatie op pagina

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting

Nadere informatie

Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo. 1

Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo.   1 Nieuw Nederlands Katern 4/5 havo 5/6 vwo www.mevrouwzus.wordpress.com 1 Hoofdstuk 1 www.mevrouwzus.wordpress.com 2 Paragraaf 1.1 www.mevrouwzus.wordpress.com 3 standpunt = mening signaalwoorden standpunt:

Nadere informatie

Docenten Handleiding

Docenten Handleiding 2HV Docenten Handleiding 1. les 1 Oriëntatieles In groepjes met even aantallen wordt een discussie gevoerd over een stelling. De helft van een groepje zal over deze stelling discussiëren, terwijl de andere

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Tekstbegrip

Samenvatting Nederlands Tekstbegrip Samenvatting Nederlands Tekstbegrip Samenvatting door een scholier 1533 woorden 7 mei 2003 7,1 291 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Centraal examen Nederlands Tekstbegrip 2 Signaalwoorden/ signaalzinnen

Nadere informatie

Examenvoorbereiding 2018 Nederlands (HAVO)

Examenvoorbereiding 2018 Nederlands (HAVO) Examenvoorbereiding 2018 Nederlands (HAVO) Het Nederlands examen bestaat uit drie onderdelen, namelijk: 1. centraal schriftelijk examen (op examenrooster: Nederlands) Hierover vind je informatie op pagina

Nadere informatie

4 Levende Talen Magazine

4 Levende Talen Magazine In 2017 vinden enkele kleine veranderingen plaats in de manier waarop argumentatieve vaardigheden worden bevraagd in de centrale examens leesvaardigheid havo en vwo. Dat is het resultaat van de Syllabuscommissie

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Nieuw Nederlands 4 e editie 4 vwo. Cursus Argumenteren. Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten. 1 Meningen

Nieuw Nederlands 4 e editie 4 vwo. Cursus Argumenteren. Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten. 1 Meningen Cursus Argumenteren Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten 1 Meningen Opdracht 1 1 Dat concert van die Chinese pianist lijkt me echt iets voor jou. (positief standpunt) 2 Ik weet nog niet of ik meedoe met

Nadere informatie

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN

EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN EXAMENPROJECT NEDERLANDS 5TSO ARGUMENTEREN EN DEBATTEREN N. Gheerolfs/ L. Eeckhout/ T. De Man/ N. De Vleeschauwer 1 Examenproject semester 2 5TSO Argumenteren en debatteren Met deze bundel bereid je je

Nadere informatie

Een staatsexamen Nederlands overleven

Een staatsexamen Nederlands overleven Een staatsexamen Nederlands overleven De inleiding van een tekst kan verschillende functies hebben, zoals: 1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen 2 de hoofdgedachte van de tekst formuleren

Nadere informatie

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen? Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het

Nadere informatie

WORKSHOP ARGUMENTEREN IN DE DAGELIJKSE LESPRAKTIJK EN EXAMINERING 3F

WORKSHOP ARGUMENTEREN IN DE DAGELIJKSE LESPRAKTIJK EN EXAMINERING 3F WORKSHOP ARGUMENTEREN IN DE DAGELIJKSE LESPRAKTIJK EN EXAMINERING 3F Taalcoachacademie 25-5-2012 Christianne Alberts Inhoudsopgave Taalniveau B2/3F voor studenten Werken volgens vaste structuren Communicatieschema

Nadere informatie

Dialogen website Motiveren tot rookstop

Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialoog verandertaal uitlokken en versterken Goedemorgen. Heeft u problemen gehad sinds uw vorige controle? Ja, eigenlijk wel. Mijn tanden zijn sterk verkleurd.

Nadere informatie

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11

I nhoud. Voorwoord 5. Inleiding 11 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Ruziën of discussiëren 13 1.1 Wie beweert, moet bewijzen 13 1.2 Het belemmeren van het geven van een mening 16 1.2.1 Het taboe verklaren van een standpunt 17 1.2.2 Het

Nadere informatie

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Ellen van den Ende in samenwerking met Mariëtte Verschure JONG EN HOOGGEVOELIG HOEZO ANDERS?! Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Uitgeverij Akasha Inhoud Hooggevoelig, hoezo anders?!

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2

Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2 Samenvatting Nederlands Argumenteren H1+2 Samenvatting door een scholier 2218 woorden 20 juni 2013 6,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Mening: (standpunt/stelling)

Nadere informatie

13 Jij en pesten. Ervaring

13 Jij en pesten. Ervaring 82 13 Jij en pesten Wat doe ik hier vandaag? P Ik word me ervan bewust hoe erg het is om iemand te pesten en gepest te worden. P Ik leer dat ik met anderen steeds weer respectvol moet omgaan. P Ik ken

Nadere informatie

-Debatgids - Hoe bereid ik me voor op de Digimores Debatwedstrijd

-Debatgids - Hoe bereid ik me voor op de Digimores Debatwedstrijd 1 -Debatgids - Hoe bereid ik me voor op de Digimores Debatwedstrijd 2016 2 Inhoud Inleiding... 3 Belangrijke begrippen... 3 Wat is het verschil tussen een debat en een discussie?... 3 W*T*F* is een wedstrijddebat?...

Nadere informatie

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy Reality Reeks Verwerkingsopdrachten Mooi meisje Verliefd op een loverboy Lees blz. 3. Woont Laura in de stad of op het platteland? Hoe weet je dat? Lees blz. 5 en 7. Woont Laura s oma al lang op de boerderij?

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen

Nadere informatie

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. 5. Onderweg naar een feestje doe je nog even snel een boodschap.

Nadere informatie

Spel op basis van 16 miljoen rechters

Spel op basis van 16 miljoen rechters Dia 1 Spel op basis van 16 miljoen rechters Erica Huls 1 16 miljoen rechters is een tv-programma waarin een waar gebeurde rechtszaak wordt gereconstrueerd in de studio in het bijzijn van publiek. We zien

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-MAVO-C

Examenopgaven VMBO-MAVO-C Examenopgaven VMBO-MAVO-C 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID C Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen bestaat uit 26 vragen en een samenvattingsopdracht.

Nadere informatie

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo

Samenvatting Examenstof Nederlands Havo Samenvatting door een scholier 2098 woorden 29 april 2018 7.7 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting Examenstof Nederlands Havo Tekstdoel Uitgangspunt Tekstsoort Tekstvorm (voorbeeld) Informeren

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2014 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 48 punten

Nadere informatie

Enquete resultaten Normen en Waarden 2014

Enquete resultaten Normen en Waarden 2014 Enquete resultaten Normen en Waarden 214 Deze enquête is afgenomen in de derde en vierde klas op de middelbare school de Guido de Bres in Amersfoort. Dit zijn de statistieken van de anwoorden die de leerlingen

Nadere informatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst: Wat vind jij van je Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op

Nadere informatie

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN De meeste mensen, en dus ook leerlingen, praten niet alleen met anderen, maar voeren ook gesprekken met en in zichzelf. De manier waarop leerlingen over, tegen en in zichzelf

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst

Nadere informatie

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag.

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Feedbackvragen Overtuigen en presenteren Vraag 1 Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag. Geef per doel aan of je die al beheerst, waarbij N = nee, O = om verder te ontwikkelen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een. Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een. Op verkenning tk taalkaart Ik ga op reis en Lees het verhaal van Aymen. 8 augustus 007 - In het vliegtuig Wat

Nadere informatie

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid. Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn

Nadere informatie

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest Basiscursus Christelijk geloof Module 1 Les 1: Les 2: Les 3: Les 4: Les 5: Les 6: Les 7: Les 8: God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus:

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 27 maart 2015 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: - De leerlingen leren artikelen analyseren. - De leerlingen leren hoe een interview eruit ziet. - De leerlingen leren zelf interviewen.

Nadere informatie

Lesbrief nummer 29 juni 2016

Lesbrief nummer 29 juni 2016 Lesbrief nummer 29 juni 2016 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@tlpst.nl. De dokter praat moeilijk Stel, je bent wat ziekjes en gaat

Nadere informatie

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON Wijs Worden werkboek deel 1 DAMON WW wb deel 1 mei2009.indd 1 5/25/09 10:33:45 AM Hoofdstuk 1 Over wat echt belangrijk is Paragraaf 1 Inleiding Opdracht 1, p.8 Hieronder staan twaalf standpunten over wat

Nadere informatie

Denkfouten. hoofdstuk 6. De pretbedervers. De zwarte bril

Denkfouten. hoofdstuk 6. De pretbedervers. De zwarte bril hoofdstuk 6 Denkfouten We hebben al gezien dat sommige van onze brandende automatische gedachten ons in de weg zitten. Ze geven ons een onprettig gevoel of weerhouden ons ervan dingen te doen. Het probleem

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Project Alcohol 2014

Project Alcohol 2014 Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Deze handreiking is van:

Deze handreiking is van: 9 lessen over het volgen van Jezus Deze handreiking is van: Deze cursus is geschreven Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen. Ten behoeve van de kinderstudiegroepen voor de bovenbouw Gebruikte

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Een spannend spel loopt verkeerd af

Een spannend spel loopt verkeerd af De strafzaak Een spannend spel loopt verkeerd af Algemene informatie over de rechtszaak in het simulatiespel Ben, Najib en Roos, drie vmbo leerlingen van 15 jaar, hebben de laatste lesuren vrij van school

Nadere informatie

Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Portugal gaat zeker de wereldbeker winnen met zo n geweldige ploeg.

Dat was een fantastisch boek, de personages waren levensecht. Portugal gaat zeker de wereldbeker winnen met zo n geweldige ploeg. Vraag 37 Geef je me één goede reden? Over de argumentatiestructuur In vraag 15 en vraag 22 maakte je al kennis met enkele tekststructuren: de chronologische, de opsommende, de vergelijkende, de oorzaak-gevolgstructuur,

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Actuele opdracht leesvaardigheid Gamen en school februari - 2014 3bk

Actuele opdracht leesvaardigheid Gamen en school februari - 2014 3bk Actuele opdracht leesvaardigheid Gamen en school februari - 2014 3bk Opdracht 1 Je mening over gamen. a Game jij graag? b Wat leer je van gamen? c Welke nadelen heeft gamen? Opdracht 2 Lees tekst 1 verkennend.

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten 1-24. 4.2 Opdrachten 1-20. 4.

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten 1-24. 4.2 Opdrachten 1-20. 4. 4 Gedrag DO-IT Datum 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? PARAGRAFEN Datum 4.1 Opdrachten 1-24 4.2 Opdrachten 1-20 4.3 Opdrachten 1-16 4.4 Opdrachten 1-16 Samenvatten Test

Nadere informatie

Ga naar www.nibud.nl klik bij Test en spel op: Alle tests en spellen Doe de test: Wat voor geldtype ben jij? Uitslag: je bent een

Ga naar www.nibud.nl klik bij Test en spel op: Alle tests en spellen Doe de test: Wat voor geldtype ben jij? Uitslag: je bent een kritisch consument Geld genoeg? In deze opdracht ga je je eigen inkomsten vergelijken met leeftijdgenoten, je maakt een overzicht van je inkomsten en uitgaven. Daarna laat je zien hoe belangrijk reclame

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Lesbrief over Leerplicht

Lesbrief over Leerplicht Lesbrief over Leerplicht Donderdag 19 maart 2015: Dag van de Leerplicht! Leerplicht? Hoezo? Ik ga toch gewoon naar school!? Ja, voor de meeste kinderen in Nederland is het de gewoonste zaak van de wereld

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels. Doel. Dit spel is een concrete tool dat de dialoog rond eerlijkheid mogelijk maakt. Aan de hand van herkenbare situaties worden 14 tot 18 jarigen uitgenodigd voor zichzelf na te denken over wat eerlijk

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker! Jongeren en chattaal geen probleem, standaardtaal is ook een must in ons systeem! September Aandacht voor Standaardnederlands Taal verbindt en maakt van een groep mensen een samenleving. Een rijke taal

Nadere informatie

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 Toelichting In deze powerpoint staat theorie en uitleg over het betoog De dia s met theorie zijn oranje gekleurd Op de witte dia s staan

Nadere informatie

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2011 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Y-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van 1994-2001. De songtekst vind je in bijlage 1.

Y-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van 1994-2001. De songtekst vind je in bijlage 1. Kiezen Opwarmertje Een eigen keuze (Naar: Kiezels 10 e jaargang, nr. 5) Laat één jongere beginnen met het noemen van een drietal belangrijke zaken uit zijn leven, bijvoorbeeld iemand kiest scooter, voetbal

Nadere informatie

Vragenlijst Depressie

Vragenlijst Depressie Vragenlijst Depressie Deze vragenlijst bestaat uit een aantal uitspraken die in groepen bij elkaar staan (A t/m U). Lees iedere groep aandachtig door. Kies dan bij elke groep die uitspraak die het best

Nadere informatie