Projectplan Kustversterking Noorderstrand, Schouwen-Duiveland. Datum : 18 januari 2012 Versie : 4.0

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectplan Kustversterking Noorderstrand, Schouwen-Duiveland. Datum : 18 januari 2012 Versie : 4.0"

Transcriptie

1 Projectplan Kustversterking Noorderstrand, Schouwen-Duiveland Datum : 18 januari 2012 Versie : 4.0 1

2

3 Inleiding 1

4 Inleiding Inhoudsopgave Samenvatting.3 1 Inleiding Aanleiding Doel Procesbeschrijving Leeswijzer Situatiebeschrijving Situering Opbouw van de huidige waterkering Beheer en onderhoud Bodem en water Natuur Recreatie Landschap Cultuurhistorie Archeologie Randvoorwaarden en uitgangspunten Veiligheid Hydraulische randvoorwaarden Ecologische randvoorwaarden Recreatie Landschap Cultuurhistorie en Archeologie Kosten Overige aspecten Probleemstelling Inleiding Morfologische ontwikkelingen tot Verwachte morfologische ontwikkeling Conclusie morfologisch onderzoek Varianten en keuze voorkeursvariant Proces van varianten tot voorkeursvariant Varianten Effecten Keuze voorkeursvariant Ontwerp van de voorkeursvariant Effecten Water Natuur Recreatie Landschap Archeologie en Cultuurhistorie Explosieven Grondverwerving Sociale aspecten

5 Inleiding 8 Financiering Procedures en vergunningverlening M.e.r.-beoordeling Planvaststelling en goedkeuringsprocedure Vergunningen en/of ontheffingen Uitvoering + planning Inleiding Natuurgerichte (mitigerende) werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Versterkingswerkzaamheden Nazorgfase Monitoring Aanvoerroutes tijdens werkzaamheden Planning Communicatie Lijst van gebruikte literatuur...76 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Tekeningen...78 Aanvoerroutes en locaties zanddepots...79 Plattegrond situatie...80 Bijlage 4 Doorsnedes en plattegrond duinversterking

6 Inleiding Samenvatting Aanleiding In 2003 heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat het waterschap Scheldestromen gevraagd de gevolgen van een hogere golfbelasting te beoordelen om de veiligheid van onder andere het Noorderstrand te onderzoeken en vast te leggen in een beheerdersoordeel. Voor het Noorderstrand heeft het waterschap vastgesteld dat er in 2 raaien (doorsneden haaks op de primaire waterkering) onvoldoende zand aanwezig is om de veiligheid voor het achterland te garanderen. Omdat recent suppletie op het Noorderstrand was uitgevoerd, achtte Rijkswaterstaat de situatie veilig. Tijdens de tweede toetsronde [Inspectie Verkeer en Waterstaat (2006)] zijn de duinen bij het Noorderstrand afgekeurd en is het project opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). In samenspraak met Rijkswaterstaat heeft Waterschap Scheldestromen aan Deltares opdracht gegeven om een geavanceerde toetsing uit te voeren om een definitief oordeel te kunnen vellen over de veiligheid van de duinwaterkering. Deze geavanceerde toetsing heeft de noodzaak van een maatregel bij het Noorderstrand herbevestigd. Om de veiligheid te borgen is een kustversterking voorgesteld. De kustversterking moet leiden tot een primaire waterkering die 50 jaar voldoet aan de geldende normen zoals beschreven in de Leidraden, rekening houdend met de huidige inzichten in de effecten van zeespiegelrijzing. Alleen het kustvak Noorderstrand dient versterkt te worden. De aangrenzende trajecten voldoen aan de veiligheidsnormen. De voorgestelde maatregel is uitgewerkt in dit projectplan. Dit projectplan, het bijbehorende MER en de Natuurtoets zijn op 19 mei 2011 vastgesteld door het dagelijks bestuur van Waterschap Scheldestromen en hebben zes weken ter inzage gelegen. Daarnaast heeft de commissie-m.e.r. de juistheid en volledigheid van de inhoud van het MER getoetst [lit. 26]. Op basis van de inspraakreacties, het toetsingsadvies van de commissie-m.e.r., nader uitgevoerd onderzoek en wijzigingen van beleid is besloten om de reeds opgestelde stukken te herzien en te actualiseren. In dit kader is door Deltares opnieuw een morfologische studie uitgevoerd die de noodzaak voor kustversterking van het Noorderstrand op de zeer korte termijn heeft herbevestigd. Huidige situatie Het Noorderstrand is gelegen aan de noordkust van het Zeeuwse eiland Schouwen en bevindt zich ten oosten van Renesse (gemeente Schouwen-Duiveland) en ten westen van de Brouwersdam. Dit strand is voorzien van een smalle duinstrook, die onder beheer valt van het Waterschap Scheldestromen. Het natuurgebied in het plangebied (de Zoeten en Zouten Haard) is in beheer bij en in eigendom van Staatsbosbeheer. Variantenafweging Vanuit de Provincie Zeeland (bevoegd gezag Natuurbeschermingswet 1998) en het Rijk (HW- BP) is duidelijk gemaakt dat een goede afweging van varianten en effecten ter onderbouwing van een gekozen versterkingsvariant noodzakelijk is. Daarom heeft het Waterschap besloten om gezamenlijk met Provincie en Staatsbosbeheer een variantenafweging (alternatievenonderzoek) op te starten. In deze afweging is in eerste instantie gebrainstormd over varianten en effecten als basis voor een gedegen analyse. In 2010 is een inventarisatie naar de mogelijke varianten voor de kustversterking Noorderstrand uitgevoerd [lit. 7]. Dertien varianten zijn in gezamenlijkheid gedefinieerd. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar zes zeewaartse, vier landwaartse en drie consoliderende oplossingen. Vervolgens zijn op basis van een multicriteria analyse (MCA) de verschillende varianten kwalitatief beoordeeld op de meest belangrijke effecten (veiligheid, natuur en recreatie) en is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. 4

7 Inleiding Rekening houdend met zowel de meest belangrijke effecten (veiligheid, natuur en recreatie) als aspecten zoals aanlegkosten, beheer en onderhoud en uitvoering en planning kwamen vier varianten naar voren als keuze voor nader onderzoek; de overige varianten vielen af, hetgeen is besloten in gezamenlijk overleg tussen Waterschap, Staatsbosbeheer, Provincie Zeeland. Nader onderzoek door middel van MER Op basis van de ingekomen zienswijzen op het MER, alsmede het toetsingsadvies van de commissie-m.e.r. is besloten om naast de varianten 1a, 2a en 3c ook variant 1b als volwaardig alternatief mee te nemen in het MER. Ook is in het kader van het MER een zogenaamde 'nulplus variant' onderzocht. Een nulplus variant is een variant waarin met gerichte beheermaatregelen de ontwikkelingen in de bank- en slenkmorfologie van het strand (die voor de hoogwaterveiligheid ongewenst zijn) tijdig en doeltreffend kunnen worden gekeerd. Onderstaand volgen de belangrijkste conclusies ten aanzien van de variantenafweging. Effecten natuur Bij alle varianten zijn significante negatieve effecten te voorkomen door het nemen van natuurgerichte maatregelen. Deze maatregelen vormen een integraal onderdeel van de voorgenomen activiteit. Door deze maatregelen worden significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voorkomen. De maatregelen werken zodanig positief uit op de betreffende natuurwaarde(n) dat significante negatieve effecten van het project per saldo niet zullen optreden. Omdat er geen sprake is van significant negatieve effecten is de ADC-toets (zie hoofdstuk 9) niet aan de orde. Bij de alternatievenafweging had in dat geval alleen gekeken mogen worden naar mogelijke effecten op de instandhoudingsdoelen, en niet naar andere aspecten. Alleen indien kosten voor een variant een veelvoud hoger zijn, kan een dergelijke variant in de lijn van Backes et al., 2009 niet als reëel alternatief beschouwd (zie tekstkader onder). Handreiking Natuurbeschermingswet 1998 In de Handreiking Natuurbeschermingswet 1998 staat dat bij de beoordeling van de alternatieven (varianten) de bescherming van de het Natura2000-gebied voorop dient te staan. In de uitgevoerde Natuurtoets (zie bijlage 1) is hier invulling aan gegeven. In de Handreiking wordt tevens benadrukt dat bij de beoordeling de instandhouding van het gebied en de handhaving van de natuurlijke kenmerken en ecologisch functies voorop moeten staan. Backes et al., 2009 merkt op dat de plicht om alternatieven te onderzoeken wel beperkt is door hetgeen redelijkerwijs kan worden gevergd. Welke alternatieven in aanmerking komen hangt af van het doel en aard van het project en de wijze van uitvoering. De vergelijking van alternatieven moet betrekking hebben op het bewaren en in stand houden van de natuurlijke kenmerken van het gebied en van de betrokken ecologische functies. Andere beoordelingscriteria, waaronder economisch, kunnen niet prevaleren (Richtsnoeren, 2007). Het uitgangspunt van de Europese Commissie is dat economische criteria niet de doorslag mogen geven, financiële belangen geen rol mogen spelen bij de boordeling van alternatieven. Backes et al., 2009 menen dat deze conclusie niet mag worden getrokken. Indien de kosten van een alternatief voor het oorspronkelijke plan of project een veelvoud hoger zijn, of indien kan worden aangetoond dat uitvoering van het alternatief leidt tot een verliesgevend project, kan dit niet als een reëel alternatief worden aangemerkt. Effecten veiligheid Daarnaast is het doel van het project het vergroten van de veiligheid van de primaire waterkering en het daardoor beschermde achterland. Bij de varianten nulplus, 1c of 1b geldt dat meer onderhoud plaats dient te vinden dan bij variant 2a of 3c, om de gewenste veiligheid te behouden. Variant nulplus is negatief beoordeeld (--), variant 1b licht negatief (-), en 1c beperkt negatief (0/-). De overige varianten scoren neutraal (0). Daarbij dient opgemerkt te worden dat bij frequentere suppleties ten behoeve van onderhoud (bij de varianten nulplus, 1c of 1b) afspraken gemaakt dienen te worden met Rijkswaterstaat. De afhankelijkheid van Rijkswaterstaat vormt een risico voor het waterschap Scheldestromen. Overige milieueffecten Ten aanzien van de effecten op landschap, cultuurhistorie en recreatie zijn bij geen van de varianten permanente negatieve effecten als gevolg van de kustversterking. Variant 3c scoort licht negatiever op water dan de overige varianten. 5

8 Inleiding Keuze landwaartse versterking Op basis van bovenstaande is door het waterschap Scheldestromen, besloten om op basis van financiële haalbaarheid alsmede duurzame veiligheid (benodigde beheersinspanning) variant 2a als definitieve voorkeursvariant te benoemen. De Provincie Zeeland en Staatsbosbeheer hebben hun voorkeur uitgesproken voor de zeewaartse variant 1c, maar zijn vanwege financiële haalbaarheid en duurzame veiligheid bereid om medewerking (positief kritisch) te verlenen aan de uitwerking van de landwaartse variant 2a. Dit wel met aantekeningen dat het eenmalig is en onder de voorwaarden van mitigatie en voldoende compensatie. De totale kosten van de variant 2a vallen respectievelijk ca. 7, 9 en 20 miljoen euro lager uit dan de varianten 1b, 1c en 3c. Ook zijn de kosten van variant 2a circa 10 miljoen euro lager dan de nulplusvariant. Bij alle varianten is de veiligheid gewaarborgd. Vanuit het aspect robuustheid is de variant 2a het meest passende alternatief. De overige milieueffecten geven weinig aanleiding tot wijziging van deze keuze. In dit projectplan vindt de uitwerking van een landwaartse uitbreiding van de duinen plaats. Het bestaande duin wordt over een lengte van ca m eenmalig versterkt. Er vindt over een lengte van ca. 460 m een maximaal extra ruimtebeslag plaats van 0,5 ha in de Zouten Haard. Om het ruimtebeslag in het achterliggende vroongebied te minimaliseren, is gekozen om zo veel mogelijk de versterking te realiseren en binnen het bestaande duingebied. Dit leidt tot een duintop van +13,00 m NAP. Uitvoering Het zand bij de landwaartse variant is afkomstig van vier locaties m 3 zand is afkomstig van de Punt (een locatie gelegen aan de damaanzet bij de Oosterscheldekering). Door Rijkswaterstaat is daarnaast een hoeveelheid van m 3 zand toegezegd van zanddepots gelegen op de Brouwersdam en Neeltje Jans. Ten behoeve van het winnen van zand uit de natuurlijke depots, is het noodzakelijk de bestaande begroeiing (voor zover aanwezig) te verwijderen. De bestaande beplanting wordt afgevoerd. Het helmgras dient te worden opgenomen, tijdelijk elders te worden ingekuild en na het ontgraven van de depots weer te worden herplant. Voor de kustversterking wordt m 3 ontzilt zand gebruikt. Het duin zal over een lengte van ca meter landwaarts moeten worden verbreed. Het bestaande struweel zal worden verwijderd, zodat dit hergebruikt kan worden. De gehele uitvoering van de duinversterking zal naar schatting ongeveer 7 maanden in beslag nemen. Het zand zal vervolgens door middel van vrachtwagens van de natuurlijke zanddepots naar het Noorderstrand worden getransporteerd en met behulp van kranen in het duingebied worden aangebracht. Het aanvoeren van het benodigde zand zal via de parallelweg van de Brouwersdam over het aangelegen strand plaatsvinden. De transportroutes worden onderhouden en na het transport hersteld. Tevens wordt het zand indien nodig met aangepast materieel in het duin gereden. Na het aanbrengen van het zand zullen aanplantwerkzaamheden worden uitgevoerd met een duinbegroeiing gelijk aan de huidige situatie. Hierdoor krijgt het geheel een natuurlijk uiterlijk. Daarnaast dienen de duinovergangen (Corazon en 't Klokje) aangepast te worden. Tot slot wordt een nieuwe afrastering aangebracht tussen de duinverzwaring en het achterliggende vroongebied. 6

9 Inleiding Effecten De belangrijkste effecten van de kustversterking zijn de natuureffecten. De kustversterking heeft geen effect of een positief effect op alle overige milieuthema's (veiligheid, water en bodem, landschap en cultuurhistorie, recreatie en sociale aspecten). Wel is er sprake van een tijdelijk negatief effect gedurende de aanleg van de kustversterking op recreatie, alsmede de visuele waarden van het landschap. Voor een uitgebreide beschrijving van de milieueffecten wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van onderhavig Projectplan, het Milieueffectrapport en de Natuurtoets. Onderstaand wordt kort ingegaan op de effecten op natuur. Er blijken geen significante negatieve effecten op te treden op de Natura 2000 gebieden Kop van Schouwen, Voordelta en Grevelingen (zie tabel S.1). Randvoorwaarde bij deze effectbeoordelingen is de integrale uitvoering van het Maatregelpakket Noorderstrand [lit. 24]. Deze natuurgerichte maatregelen vormen een integraal onderdeel van de voorgenomen activiteit. Door deze maatregelen worden significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voorkomen. De maatregelen werken zodanig positief uit op de betreffende natuurwaarde(n) dat significante negatieve effecten van het project per saldo niet zullen optreden. Tabel S.1 Overzicht effecten NB-wet Tabel S.2 geeft een samenvattend overzicht van de effecten op beschermde soorten in het plangebied en de directe omgeving. Zichtbaar is dat negatieve effecten optreden. Ook is er sprake van een kwaliteitsvermindering van de Zouten Haart door de afname van de bijzondere vegetatie met 0,5 hectare. In het maatregelpakket Noorderstrand [lit. 24] zijn natuurgerichte maatregelen opgenomen die zorg dragen dat deze negatieve effecten niet leiden tot permanente aantasting van de natuurwaarden in het plangebied. Deze zijn ook beschreven in hoofdstuk 10 van onderhavig projectplan. 7

10 Inleiding Soortgroep FF-wet Flora Tabel 2 Zoog dieren Tabel 1 soort Vleeskleurige orchis Moeraswespen orchis Brede orchis Gevlekte orchis Harlekijn Alg. (spits-) muizen Konijn Mol Haas Ree Damhert Gewone dwergvleermuis Variant 2a T P ja ja Tabel 2 Tabel 3 Broed cat 4 Buizerd (jaarrond) nee ja vogels vogels Overige broedvogels ja nee Niet broed -- bijv. Bruine Kiekendief ja nee vogels Reptielen Tabel 2 Levendbarende hagedis ja nee Amfibieën Tabel 1 Algemeen voorkomende kikkers, ja nee Tabel 3 Gewone pad, Kleine watersalamander Rugstreeppad Heikikker Tabel S.2 Effecten op beschermde soorten in het plangebied en directe omgeving (toelichting op kolom FF-wet in hoofdstuk 8) (T= tijdelijk, P= permanent) ja nee 8

11 Inleiding 9

12 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds 1996 kent ons land een vijfjaarlijkse toetsing op de veiligheid van de primaire waterkeringen. Deze wettelijke toetsing beoordeelt of de keringen voldoen aan de veiligheidsnorm. Op het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) staan de waterkeringen die bij deze wettelijke toetsing als onvoldoende zijn gekwalificeerd. Het HWBP is een omvangrijk programma van projecten, samengesteld op basis van de resultaten uit de eerste en tweede toetsronde (in 2001 en 2006). Realisatie van het HWBP dient in 2015 gereed te zijn, mogelijk in Kustversterking Noorderstrand staat op het HWBP voor realisatie in De versterkingen bestaan uit maatregelen die ertoe leiden dat de primaire waterkeringen ter plekke weer gaan voldoen aan de voorgeschreven veiligheidsnorm. Ze betreffen altijd een fysieke versterking van de waterkering, bijvoorbeeld een verhoging en/of verbreding van de kering. Noorderstrand In 2003 heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat het waterschap Scheldestromen gevraagd de gevolgen van een hogere golfbelasting te beoordelen om de veiligheid van onder andere het Noorderstrand te onderzoeken en vast te leggen in een beheerdersoordeel. Voor het Noorderstrand heeft het waterschap vastgesteld dat er in 2 raaien (doorsneden haaks op de primaire waterkering) onvoldoende zand aanwezig is om de veiligheid voor het achterland te garanderen. Omdat recent suppletie op het Noorderstrand was uitgevoerd, achtte Rijkswaterstaat de situatie veilig. Tijdens de tweede toetsronde [Inspectie Verkeer en Waterstaat (2006)] zijn de duinen bij het Noorderstrand afgekeurd en is het project opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). In samenspraak met Rijkswaterstaat heeft Waterschap Scheldestromenaan Deltares opdracht gegeven om een geavanceerde toetsing uit te voeren om een definitief oordeel te kunnen vellen over de veiligheid van de duinwaterkering. Deze geavanceerde toetsing heeft de noodzaak van een maatregel bij het Noorderstrand herbevestigd. Om de veiligheid te borgen en de primaire waterkering weer te laten voldoen aan de veiligheidsnorm is een ingreep noodzakelijk. Daarom is een kustversterking voorgesteld. De kustversterking moet leiden tot een primaire waterkering die 50 jaar voldoet aan de geldende normen zoals beschreven in de Leidraden, rekening houdend met de huidige inzichten in de effecten van zeespiegelrijzing. Alleen het kustvak Noorderstrand dient versterkt te worden. De aangrenzende trajecten voldoen aan de veiligheidsnormen. In een variantenstudie [lit. 7] en het MER [lit. 10] zijn diverse versterkingsvarianten op zowel milieueffecten als financiële haalbaarheid en duurzame veiligheid (robuustheid van de kustversterking) beoordeeld. Door het waterschap Scheldestromen is op 14 oktober 2010 en 19 mei 2011 besloten om op basis van financiële haalbaarheid alsmede duurzame veiligheid (robuustheid van de kustversterking) variant 2a als definitieve voorkeursvariant te benoemen. De Provincie Zeeland en Staatsbosbeheer hebben hun voorkeur uitgesproken voor de zeewaartse variant 1c, maar hebben aangegeven dat zij vanwege financiële haalbaarheid en duurzame veiligheid bereid zijn om medewerking (positief kritisch) te verlenen aan de uitwerking van de landwaartse variant 2a. Dit wel met aantekeningen dat het eenmalig is en onder de voorwaarden van mitigatie en voldoende compensatie. De voorgenomen kustversterking is vastgelegd in een ontwerp-projectplan. Door het waterschap Scheldestromen is besloten om gekoppeld aan dit projectplan een MER met bijbehorende Natuurtoets op te stellen. Dit ontwerp-projectplan, het MER en de Natuurtoets zijn op 19 mei

13 Inleiding vastgesteld door het dagelijks bestuur van Waterschap Scheldestromen en hebben zes weken ter inzage gelegen. Tevens heeft de commissie-m.e.r. de juistheid en volledigheid van de inhoud van het MER getoetst [lit. 26]. Op basis van de inspraakreacties, het toetsingsadvies van de commissie-m.e.r., nader uitgevoerd onderzoek en wijzigingen van beleid is besloten om de reeds opgestelde stukken te herzien en te actualiseren. Onderhavig projectplan betreft derhalve een actualisatie van het ontwerp-projectplan van 5 mei In paragraaf 1.3 is uitgebreid toegelicht waarom en op welke punten het ontwerp-projectplan is geactualiseerd. In dit projectplan wordt kort nut en noodzaak van het project toegelicht en wordt vervolgens beschreven hoe het duin in landwaartse richting versterkt zal worden. Veiligheid is hierbij de eerste prioriteit, maar daarnaast is er ook aandacht voor de effecten van de maatregel op de natuurwaarden, hydrologie, recreatie, landschap, cultuurhistorie (de LNC-waarden) en overige belangen. Tevens wordt beschreven welke maatregelen worden genomen om bepaalde effecten te mitigeren/compenseren. 1.2 Doel Het voorliggende plan heeft uitsluitend betrekking op de verbetering van het kusttraject Noorderstrand. Het geeft precies aan wat de bedoeling van het werk is, hoe en wanneer het werk wordt uitgevoerd, welke gevolgen het werk heeft op de omgeving in de ruimste zin van het woord en hoe wordt omgegaan met de eventuele gevolgen van de werkzaamheden. Het projectplan is een samenvatting van het technisch ontwerp (ontwerpnota) en bevindingen uit aanvullende studies en dient in combinatie met het MER als basis voor de inspraak en de besluitvorming. Dit projectplan heeft verschillende doelen: Als basis voor de inspraak; Als basis voor de goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het uit te voeren werk op basis van de Waterwet; Voor de goedkeuring door Gedeputeerde Staten is het noodzakelijk dat een passende beoordeling is uitgevoerd. De resultaten van deze toets en passende beoordeling zijn in dit projectplan en het MER opgenomen (zie ook [lit. 11]); Als basis voor het aanvragen van andere vergunningen of ontheffingen, waaronder de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Flora & Faunawet. 1.3 Procesbeschrijving Reeds doorlopen proces Voorafgaand aan dit projectplan is het volgende traject doorlopen: In najaar 2009 heeft waterschap Zeeuwse Eilanden in eerste instantie de landwaartse duinversterking uitgewerkt als voorkeursoplossing voor de kustversterking. Uit de natuurtoets (uitgevoerd door Arcadis [lit. 2] in september 2009) bleek dat de landwaartse duinversterking significante effecten op de natuurwaarden zal hebben. Op basis daarvan is in overleg met het HWBP en provincie Zeeland besloten om een variantenstudie uit te voeren. In januari t/m maart 2010 is door waterschap Zeeuwse Eilanden, in samenwerking met Staatsbosbeheer en provincie Zeeland, een variantenstudie uitgevoerd. Het resultaat van deze studie is vastgelegd in de variantennotitie Noorderstrand [lit. 7]. 11

14 Inleiding Op 19 april 2010 is door de Provincie Zeeland aangegeven dat zij meegaat in de verdere ontwikkeling van de landwaartse versterkingsvariant, echter eenmalig en onder voorwaarde van voldoende mitigerende en compenserende maatregelen. In het najaar van 2010 is een onderzoek opgestart naar compenserende en mitigerende maatregelen als gevolg van de landwaartse versterking. Er is in het kader van juridische haalbaarheid alsnog gekozen voor het opstellen van een gecombineerde plan/project milieueffectrapport en daarbij de procedure voor projectm.e.r. te doorlopen. De m.e.r. procedure ging op 6 december 2010 van start met de schriftelijke mededeling van het waterschap Scheldestromen aan de provincie Zeeland dat het voornemens is om voor het uitvoeren van de kustversterking Noorderstrand een milieueffectrapport op te stellen. Bij deze mededeling is de notitie Reikwijdte en Detailniveau kustversterking Noorderstrand gevoegd [lit. 9]. Deze notitie is daarnaast opengesteld voor openbare inspraak en heeft gezamenlijk met de Variantennotitie [lit. 7] ter inzage gelegen (van 17 januari tot en met 25 februari 2011). Er zijn vier zienswijzen ingediend. In het MER zijn de milieueffecten van de beschouwde varianten beschreven en is toegelicht welke keuze voor de voorkeursvariant is gemaakt. Ook is in het MER invulling gegeven aan het advies van de commissie m.e.r. op de notitie Reikwijdte en Detailniveau. Het ontwerp-projectplan, het MER en de Natuurtoets zijn op 19 mei 2011 vastgesteld door het dagelijks bestuur van Waterschap Scheldestromen en hebben zes weken ter inzage gelegen. Tevens heeft de commissie-m.e.r. de juistheid en volledigheid van de inhoud van het MER getoetst en op 3 november 2011 advies uitgebracht [lit. 26]. De commissie-m.e.r. heeft enkele tekortkomingen geconstateerd, die zij essentieel acht voor het volwaardig meewegen van het milieubelang bij de besluitvorming. Inhoud zienswijzen en toetsingsadvies commissie-m.e.r. De geconstateerde tekortkomingen volgens het toetsingsadvies van de commissie-m.e.r. betroffen: Het gebrek aan inzicht in de autonome ontwikkeling, waardoor een onderbouwing van de nut en noodzaak voor het voornemen vanuit veiligheid onvoldoende kan worden gegeven en de volgende alternatieven uit het MER onvoldoende op relevantie kunnen worden beoordeeld: o Een nulplus-alternatief waarin met gerichte beheermaatregelen ontwikkelingen in de bank- en slenkmorfologie van het strand die voor de hoogwaterveiligheid ongewenst zijn, tijdig en doeltreffend kunnen worden gekeerd. o variant 1b uit het MER (zeewaartse oplossing, duinverzwaring + suppletie strand) de beschrijving van de compenserende maatregelen voor de natuur in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Flora- en faunawetgeving. De belangrijkste zienswijzen gingen in op: het nader onderzoeken van de gunstige morfologische ontwikkelingen van de kust en daarmee samenhangend de nut en noodzaak van de kustversterking; het nader uitwerking van compensatie en mitigatiemaatregelen en de effecten op hydrologie; het aanleggen van een recreatief fietspad over de duinen; het verder uitwerken van de (onderhouds)kosten voor de kustversterking; Overige inhoudelijke opmerkingen in de zienswijzen hadden met name betrekking op de ecologische waarden van het gebied. Actualisatie Projectplan en MER Mede naar aanleiding van de binnengekomen zienswijzen en het toetsingsadvies van de commissie-m.e.r. heeft het waterschap Scheldestromen het projectplan en het MER aangepast en verder uitgewerkt. 12

15 Inleiding De belangrijkste aanvullingen en wijzigingen in dit projectplan ten opzichte van de versie van 5 mei 2011 betreffen: Onderbouwing nut en noodzaak aan de hand van morfologisch onderzoek; Op basis van morfologisch onderzoek [lit. 24] is het huidige en autonome morfologische gedrag van het Noorderstrand aanvullend onderzocht en beschreven. Het onderzoek heeft daarnaast geresulteerd in een gedetailleerde en verfijnde uitwerking van de zeewaartse varianten in het MER (variant 1b en 1c) en in de totstandkoming van een nulplus variant (0+). Variant 1b en 0+ zijn als volwaardig alternatief in het MER meegenomen. Voor alle varianten is in het MER bepaald wat de mate van duurzame veiligheid is. Inzicht geven in de maatregelen voor natuur (mitigatie, compensatie en translocatie); In het maatregelenplan Noorderstrand [lit. 25] is inzicht gegeven in de maatregelen die benodigd zijn voor het tenietdoen of zoveel mogelijk verminderen van de negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden bij realisatie van de voorkeursvariant. De resultaten van het plan zijn gebruikt bij het tot stand komen van de Natuurtoets [lit. 11] en zijn verwerkt in dit projectplan. Hanteren meest actuele habitatrichtlijn kaart [Provincie Zeeland, 2011]; Voor het opstellen van de Natuurtoets en het MER (d.d. 5 mei 2011) is gebruik gemaakt van de concept habitattypenkaart van de provincie Zeeland. Op basis van vegetatieopnames (voorjaar 2011) is deze kaart gewijzigd. De kaart is in oktober 2011 vastgesteld door het ministerie van EL&I. In de Natuurtoets, MER en onderhavig projectplan wordt uitgegaan van deze meest actuele habitattypenkaart. Nadere beschrijving effecten hydrologie op basis van peilbuisonderzoek; Als onderdeel van het maatregelenplan Noorderstrand [lit. 25] vindt peilbuisonderzoek plaats. De reeds beschikbare resultaten van dit onderzoek zijn meegenomen in de Natuurtoets, MER en onderhavig projectplan. Toevoegen effectbeoordeling zanddepots in het kader van Nb-wet; Voor van de aanleg van de voorkeursvariant wordt zand gebruikt afkomstig van verschillende zanddepots. In het kader van de Nb-wet is in de Natuurtoets en MER nagegaan of eventueel sprake is van effecten op Natura-2000 gebieden aldaar. Deze bevindingen zijn verwerkt in onderhavig projectplan. Nadere onderbouwing kosten aanleg en onderhoud varianten; Door het waterschap Scheldestromen is op basis van het morfologisch onderzoek [lit. 24] een meer gedetailleerde uitwerking gegeven van de kosten voor aanleg en onderhoud. Deze bevindingen zijn verwerkt in onderhavig projectplan. Het projectplan is voorbereid door waterschap Scheldestromen in overleg met Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, provincie Zeeland en gemeente Schouwen-Duiveland. Nog te doorlopen proces Dit projectplan wordt samen met het MER aangeboden aan het Dagelijks Bestuur (DB) van waterschap Scheldestromen. Na vrijgave door bevoegd gezag (Waterschap Scheldestromen) wordt het MER samen met het Projectplan en de aanvraag NB-wet vergunning ingediend bij de provincie Zeeland. De juistheid en volledigheid van de inhoud van het MER wordt ook getoetst door de Commissie voor de milieueffectrapportage (c-m.e.r.). Na de toetsing door de Commissie voor de milieueffectrapportage wordt de besluitvorming verder afgewikkeld volgens de procedures van de Waterwet. Het definitieve Projectplan wordt ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten van de Provincie gezonden. Na goedkeuring worden het goedkeuringsbesluit en de overige besluiten bekend gemaakt. Het Projectplan Kustversterking en de besluiten liggen daarna voor 6 weken ter inzage (beroepstermijn). Binnen deze termijn kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State. De planstudie wordt afgerond met een evaluatie van de m.e.r.-procedure. Parallel daaraan kunnen de voorbereiding en uitvoering van de kustversterking starten. 13

16 Inleiding 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige situatie. Hoofdstuk 3 bevat een aantal randvoorwaarden en uitgangspunten voor de nieuwe waterkering. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de nut en noodzaak van de verbetering van de waterkering. Hoofdstuk 5 bevat een toelichting op de in het MER onderzochte varianten en de onderbouwing van de keuze van de in dit projectplan uitgewerkte voorkeursvariant. In hoofdstuk 6 worden de aanpassingen aan de waterkering beschreven en wordt onderbouwd waarom die keuze is gemaakt. Hoofdstuk 7 bevat een omschrijving van de effecten van de landwaartse versterking op aspecten als landschap, natuur en recreatie. De kosten van het werk worden inzichtelijk gemaakt in hoofdstuk 8. De procedurele aspecten worden omschreven in hoofdstuk 9 en in hoofdstuk 10 wordt ingegaan op de uitvoeringsaspecten en compenserende en mitigerende maatregelen. Hoofdstuk 11 beschrijft de wijze waarop het waterschap als initiatiefnemer van plan is te communiceren over het project. In hoofdstuk 12 wordt een lijst van gebruikte literatuur weergegeven. Deze literatuur is in te zien bij het waterschap. Gedetailleerde tekeningen van de kustversterking zijn terug te vinden in Bijlage 1. Een overzicht van de zanddepots en transportroutes is te zien in Bijlage 2. Bijlage 3 is een bovenaanzicht van de versterking en Bijlage 4 bevat informatie over de duinversterking in

17 Inleiding 15

18 Situatiebeschrijving 2 Situatiebeschrijving 2.1 Situering Het Noorderstrand is gelegen aan de noordkust van het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland en bevindt zich ten oosten van Renesse (gemeente Schouwen-Duiveland) en ten westen van de Brouwersdam. Direct ten zuiden van het duin ligt de Rampweg, een dijk met een hoogte van 3,5 a 4,5 m +NAP. Het strand is voorzien van een smalle duinstrook, die onder beheer valt van het Waterschap Scheldestromen. In het plangebied bevindt zich het natuurgebied 'Zoeten en Zouten Haard', en is in beheer bij en eigendom van Staatsbosbeheer. Tussen de Rampweg en het strand bevinden zich een tweetal wandelpaden, op het strand is in de zomerperiode een strandpaviljoen gelegen. Afbeelding 1 Overzicht plan- en studiegebied incl. Rijksstrandpalen raaien; RSP [Deltares, 2011] 2.2 Opbouw van de huidige waterkering Rampweg In het projectgebied bestaat de waterkering uit een onverdedigd duin. Het duingebied bestaat uit een enkelvoudige duinregel met een breedte tussen 65 en 120 meter. De hoogte van het duin varieert tussen de 10 en 17 meter. Gezien vanaf de Brouwersdam wordt het duin eerst smaller en lager en vervolgens weer breder en hoger. Ter plaatse van de Zouten Haard is er sprake van een inscharing aan de landzijde. Ter plaatse van de inscharing is het duin 10 à 12 meter hoog en 65 à 80 meter breed, Ten westen van de inscharing heeft het duin een breedte van 80 à 100 meter en een hoogte van 13 à 17 meter. Ten oosten van de inscharing is dit respectievelijk 80 à 120 meter breed en 13 à 18 meter. Uit historische gegevens van het Noorderstrand blijkt dat er vele malen dreiging is geweest vanuit zee. Tussen 1883 en 1929 werd een duinvoetverdediging over 2,5 kilometer aangelegd, bestaande uit deels basalt en deels beton. Tijdens de zware storm van 23 november 1908 sloegen golven over de top van de verdediging heen, waardoor deze verhoogd werd met een verticale Muralt betonmuur. Deze muur bestaat uit betonnen staanders met tussenliggende betonplaten en is ongeveer 1 meter hoog. In 1953 bleven de duinen intact. Er werd in 1954 een duinversterking uitgevoerd aan de binnenzijde van de duinenrij die destijds aanwezig was (zie Afbeelding 2). Afbeelding 2 Duinversterking

19 Situatiebeschrijving Na aanleg van de Brouwersdam is in 1969 bij de aansluiting van de dam, het duin aan de zeezijde uitgebouwd en is een deel van het duin verder landwaarts verbreed (zie bijlage 5). In de tachtiger jaren is de werking van duinvoetverdediging onderzocht. Uit proeven is destijds gebleken dat deze constructies onder de normomstandigheden geen bijdragen leveren aan de veiligheid. Daarom is in 1990 het duin opnieuw verzwaard, hoofdzakelijk aan de zeezijde. Ter plaatse van de inscharing is de zeewaartse duinverbreding van 20 meter vanaf 1995 bijna volledig verdwenen. In hoofdstuk 4 "Probleembeschrijving" wordt verder ingegaan op de morfologische ontwikkelingen tot 2011 en in de toekomst. Direct achter het duin ligt de Rampweg, een dijk met een hoogte van 3,5 a 4,5 m+nap, die na de ramp van 1953 is aangelegd. 2.3 Beheer en onderhoud De waterkering is in beheer en onderhoud bij waterschap Scheldestromen. De waterkering is eigendom van het waterschap. Het natuurgebied 'Zoeten en Zouten Haard' is in beheer bij - en eigendom van - Staatsbosbeheer. Het onderhoud van de kustlijn valt onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. In het kader van de Kustlijnzorg worden periodiek suppleties uitgevoerd. De laatste suppletie in dit kader is uitgevoerd in het najaar van Bodem en water Geohydrologische opbouw Het maaiveld ter hoogte van de Zouten en Zoeten Haard ligt tussen circa NAP +1,20 m en NAP +1,80 m. Het betreft een vroongebied, ofwel een gebied dat in het verleden overstoven is met zand vanuit het duin. Het oorspronkelijke maaiveld (van een paar eeuwen geleden) ligt ongeveer op NAP. Op dat niveau begint de oorspronkelijke deklaag die een stuk landinwaarts, in de polder, aan de oppervlakte ligt. Uit het geotechnische onderzoek [lit. 6] en uit de boringen die voor het Maatregelpakket Noorderstrand [lit. 25] zijn geplaatst, blijkt dat in het gebied van de Zouten en Zoeten Haard van boven naar beneden de volgende bodemopbouw aanwezig is: Duinzand vanaf maaiveld tot ca. NAP 0,0 à -0,5 m met een doorlatendheid van 2 à 3 m/d; Slecht doorlatende laag, bestaande uit klei, veen en ingesloten zand tot ca. NAP -4 m, de bovenkant van deze laag is het oorspronkelijke maaiveld; Eerste watervoerende pakket tot ca. NAP -53 m, bestaande uit fijn, kleiïg zand. Bodem Het plangebied bestaat voornamelijk uit jonge duin- en zandstranden. De afzettingen zuidelijk van het plangebied (met name klei en veen) zijn deels overstoven door dit jonge duinzand. Uit de bodemkwaliteitskaarten Zeeland wordt de grond omschreven als achtergrondwaarde 'schoon'. Er worden geen grootschalige graafwerkzaamheden voorzien, waardoor het niet noodzakelijk is om de aangelegen gronden verder te onderzoeken op kwaliteit. Eventueel vrijkomende grond zal door het verplaatsen van een toplaag (ten behoeve van kwetsbare planten) binnen het projectgebied worden verwerkt. Grondwater In de duinenrij vormt de neerslag een zoetwaterlens, die drijft op het onderliggende zoute water. In de zuidkant van de duinen stroomt het geïnfiltreerde neerslagwater over de slecht doorlatende klei- en veenlaag naar de lager gelegen Zoeten en Zouten Haard en kwelt daar op (Afbeelding 3). De hydrologische term hiervoor is een doorstroomsysteem: infiltratie van water aan de ene zijde van het gebied die opkwelt aan de andere zijde. Omdat het zand van mariene 17

20 Situatiebeschrijving oorsprong is met schelpresten, is het gebufferd en kalkrijk. Gerealiseerd moet worden dat de toevoer van gebufferd water (toevoer van calciumionen) belangrijker is dan de grondwaterstanden: de kwaliteit van het water is essentieel voor de soorten die in het gebied voor kunnen komen. De toestroom van calciumhoudend grondwater dient dus gelijk te blijven om te voorkomen dat kritische soorten bij een vernatting van de omstandigheden (langere inundatie in de winter of meer inundatie in het groeiseizoen) risico lopen te verdrinken. Verwacht wordt dat dit risico door te toepassing van een lichte begreppeling en daarmee de afvoer van water is te minimaliseren. Afbeelding 3 Hydrologische situatie In het gebied zijn twee peilbuizen aanwezig die al sinds 1995 worden waargenomen. Verder zijn voor het Maatregelpakket [lit. 25] vier peilbuizen geplaatst, waarvan één peilbuis met een filter boven de kleilaag en een filter onder de kleilaag. Deze peilbuizen zijn van februari t/m september 2011 waargenomen. De peilbuizen worden nog steeds gemonitord voor het verkrijgen van een jaarrondmeting. De waarnemingen van deze peilbuizen bevestigen het beeld dat op basis van de langjarige waarnemingen is verkregen. Uit de peilbuismetingen blijkt dat de freatische grondwaterstand in de winter vaak dicht onder het maaiveld reikt of soms boven het maaiveld uitkomt. In de zomer daalt de grondwaterstand tot ca. 0,7 à 0,8 m beneden maaiveld. Bij een zware neerslagbui (eind juli) stijgen de grondwaterstanden in een dag tijd weer tot maaiveld, om daarna weer weg te zakken. Door het ondiepe zandpakket boven de kleilaag zijn de reacties op neerslag waarschijnlijk ook relatief groot. Op basis van analyses en metingen die in het Maatregelpakket [lit. 25] zijn gedaan, wordt geconcludeerd dat het zoutgehalte in het grondwater onder de kleilaag maar iets hoger is dan in het freatische grondwater (zie ook verderop bij 'waterkwaliteit'). Een correctie voor dichtheid is daarom niet van toepassing. Deze stijghoogte fluctueert globaal tussen NAP en NAP -0,5 m. Geconcludeerd wordt dat de stijghoogte vooral bepaald wordt door het waterpeil in de zee en in de polder landinwaarts van de Zoeten en Zouten Haard. Uit de freatische grondwaterstanden en de stijghoogte in het watervoerende pakket blijkt dat er sprake is van een infiltratiesituatie. Er is dus geen toestroom van (zoute) kwel vanuit de ondergrond. Oppervlaktewater In het plangebied liggen twee plasjes, de Zoeten Haard (westelijk) en de Zouten Haard (oostelijk). Deze plasjes zijn met elkaar verbonden middels een kleine duiker, die mogelijk verstopt zit of afgesloten is. De Zoeten Haard heeft een afvoerpunt (duiker met afsluiter) naar een waterloop buiten het gebied bij de Rampweg (bron: Memo WS Zeeuwse Eilanden, 26 maart 1998). Beide plassen hebben een peilschaal waarvan wordt aangenomen dat deze de NAP-hoogte niet correct weergeven en dat de plasjes hoofdzakelijk door grondwater worden gevoed. Waterkwaliteit Oppervlaktewater Uit beschikbare kwaliteitsgegevens van de voorgaande jaren kan worden geconcludeerd dat de beide plasjes vanuit oppervlaktewaterkwaliteitsoogpunt niet wezenlijk van elkaar verschillen. De 18

21 Situatiebeschrijving chloridegehalten in het ondiepe water zijn typerend voor zoet water, de zuurgraad (ph) wijst op een invloed van kalkaanvoer vanuit de duinen en ligt tussen 7 en 8. Grondwater In alle boringen is een laag nutriëntengehalte gemeten en een laag kalkgehalte. Ook in de duinen is een laag kalkgehalte gemeten. Dit betekent dat het aanwezige duinzand door de regen in de ondiepe bodem al is uitgeloogd. Gezien het lage chloridegehalte in de Zoeten en Zouten Haard kan worden geconcludeerd dat in beide gebieden alleen zoet water aan de oppervlakte aanwezig is, dat bestaat uit neerslag en afstromend water uit de duinen. 2.5 Natuur Beschermde gebieden Het plangebied ligt in de Natura 2000-gebieden Kop van Schouwen en Voordelta. Daarnaast ligt 500 m ten oosten van het plangebied het Natura 2000-gebied Grevelingen (zie Afbeelding 4). In deze paragraaf volgt een toelichting van de gebieden. Afbeelding 4 Ligging Natura-2000 gebieden Natura 2000-gebied Kop van Schouwen Het Natura 2000-gebied Kop van Schouwen bestaat uit het duingebied aan de westkant van Schouwen-Duiveland. De Zoeten en Zouten Haard maken onderdeel uit van dit Natura gebied. Het gebied bestaat uit verschillende delen met een verschillende ontstaansgeschiedenis, waardoor een brede variatie aan duinhabitattypen voorkomt (kalkrijke jonge duinen, kalkarme oude duinen, klifduinen en stuifduinen). De Kop van Schouwen is in het verleden onder de oude Natuurbeschermingswet aangewezen als natuurmonument. Deze aanwijzing vervalt voor zover het binnen een aangewezen Natura 2000-gebied valt (dat is grotendeels het geval). De Kop van Schouwen is alleen aangewezen in het kader van de Habitatrichtlijn. In Tabel 1 is aangegeven voor welke instandhoudingsdoelen het gebied is aangewezen en of welke van deze habitattypen en -soorten in het plangebied voorkomen. In Afbeelding 5 is aangegeven waar de habitattypen in het plangebied voorkomen. 19

22 Situatiebeschrijving Habitattypen voorkomen in plangebied H2110 Embryonale duinen nee H2120 Witte duinen ja H2130A *Grijze duinen (kalkrijk) ja H2130B *Grijze duinen (kalkarm) ja H2130C *Grijze duinen (heischraal) ja H2150 Duinheiden met struikhei nee H2160 Duindoornstruwelen ja H2170 Kruipwilgstruwelen nee H2180A Duinbossen (droog) nee H2180B Duinbossen (vochtig) nee H2180C Duinbossen (binnenduinrand) nee H2190A Vochtige duinvalleien (open water) nee H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) ja H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) nee H6410 Blauwgraslanden nee Habitatsoorten H1014 Nauwe korfslak nee H1340 Noordse woelmuis nee H1903 Groenknolorchis nee Tabel 1 Voorkomen in plangebied van habitattypen Natura-2000 Kop van Schouwen Afbeelding 5 Ligging van de habitattypen in en nabij het plangebied (bron: concept habitattypenkaart provincie Zeeland, nov 2011) Natura 2000-gebied Voordelta De Voordelta beslaat het ondiepe zeegedeelte voor de kust van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta. Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een gevarieerd en dynamisch milieu van kustwateren (zout), intergetijdengebied en stranden, dat een relatief beschutte overgangszone vormt tussen de (voormalige) estuaria en volle zee. De waterkwaliteit wordt beïnvloed door met name de uitstroming van Rijn en Maas. Mede door deze aanvoer van voedingsstoffen kent de Voordelta een hoge voedselrijkdom. In het aanwijzingsbesluit is de begrenzing 20

23 Situatiebeschrijving van het Habitat- en Vogelrichtlijngebied gecombineerd, waarbij de meest ruime begrenzing is aangehouden. In Tabel 2 is aangegeven voor welke instandhoudingdoelen het Natura-2000 gebied is aangewezen en welke van deze habitattypen en soorten er voorkomen binnen het plangebied. Habitattypen Voorkomen in plangebied H1110A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) nee H1110B Permanent overstroomde zandbanken (Noordzee-kustzone) ja H1140A Slik- en zandplaten (getijdengebied) nee H1140B Slik- en zandplaten (Noordzee-kustzone) nee H1310A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) nee H1310B Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) nee H1320 Slijkgrasvelden nee H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) nee H2110 Embryonale duinen nee Habitatsoorten H1095 Zeeprik ja H1099 Rivierprik ja H1102 Elft ja H1103 Fint ja H1364 Grijze zeehond ja H1365 Gewone zeehond ja Niet-broedvogels A001 Roodkeelduiker ja A005 Fuut ja A007 Kuifduiker ja A017 Aalscholver ja A034 Lepelaar nee A043 Grauwe gans nee A048 Bergeend ja A050 Smient ja A051 Krakeend nee A052 Wintertaling nee A054 Pijlstaart nee A056 Slobeend nee A062 Toppereend nee A063 Eider ja A065 Zwarte zee-eend ja A067 Brilduiker ja A069 Middelste zaagbek ja A130 Scholekster ja A132 Kluut nee A137 Bontbekplevier ja A141 Zilverplevier ja A144 Drieteenstrandloper ja A149 Bonte strandloper ja A157 Rosse grutto nee A160 Wulp nee A162 Tureluur ja A169 Steenloper ja A177 Dwergmeeuw nee A191 Grote stern nee A193 Visdief nee Tabel 2 Voorkomen in plangebied van habitattypen Natura-2000 Voordelta Natura 2000-gebied Grevelingen De Grevelingen is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen- Duiveland. Het is sinds de afsluiting door de Deltawerken het grootste zoutwatermeer van Europa en bevat een aantal eilanden waar uitgestrekte, soortenrijke duinvalleibegroeiingen en zilte pioniergemeenschappen voorkomen, alsmede uitgestrekte oeverlanden met zilte begroeiingen, graslanden, ruigten, struwelen en bos. De Grevelingen vormt een van de belangrijkste leefge- 21

24 Situatiebeschrijving bieden voor de noordse woelmuis en is van uitzonderlijk belang voor visetende watervogels. Voor een groot aantal vogelsoorten heeft de Grevelingen een functie als overwinteringsgebied, ruigebied en foerageergebied. Het is tevens een belangrijk broedgebied voor kustbroedvogels van zandplaten en schelpenstrandjes. In het ontwerpaanwijzingsbesluit is de begrenzing van het Habitat- en Vogelrichtlijngebied zoveel mogelijk gecombineerd, waarbij de meest ruime begrenzing is aangehouden. De kwetsbare habitattypen in de Grevelingen die zich het dichtst bij het plangebied bevinden, liggen aan de noordkant van Schouwen-Duiveland ten oosten van de Brouwersdam. Mogelijk bevinden zich hier eenjarige pioniersvegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia spp. en andere zoutminnende planten (H1310). Overige habitattypen bevinden zich voornamelijk op de eilanden en enkele polders en binnendijkse natuurgebieden Beschermde soorten In en rond het plangebied komen diverse beschermde soorten voor. In Tabel 3 is een overzicht gegeven van deze beschermde soorten per soortgroep en hun wettelijke beschermingsstatus. Voor de locatie en de (uitgebreide) beschrijving van de aanwezige soorten wordt verwezen naar de Natuurtoets [lit. 11]. Soortgroep Beschermde soorten Beschermingscategorie Flora Brede orchis Tabel 2 Gevlekte orchis Harlekijn Moeraswespenorchis Vleeskleurige orchis Zoogdieren Algemeen voorkomende (spits-)muizen Tabel 1 Konijn Mol Haas Ree Damhert Tabel 2 Gewone dwergvleermuis Tabel 3 Vogels Buizerd Categorie 4 Broedvogels Vogels Reptielen Levendbarende hagedis Tabel 2 Amfibieën Algemeen voorkomende kikkers Tabel 1 Gewone pad Kleine watersalamander Rugstreeppad Tabel 3 Heikikker Tabel 3 Beschermde soorten in het plangebied 22

25 Situatiebeschrijving Ecologische Hoofdstructuur Het plangebied valt binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) (zie Afbeelding 6). Afbeelding 6 Ligging van de EHS in het plangebied. Bestaande natuur (paars), bestaande natuur en bosgebied (groen) (bron: provincie zeeland, 2011) De begrenzing van de EHS is door Gedeputeerde Staten vastgesteld in het Omgevingsplan Zeeland In het Omgevingsplan staan ook de spelregels hoe om te gaan met de EHS. De wijzigingen van de EHS-begrenzing zijn door GS vastgesteld in het Natuurbeheerplan Zeeland. Het plan wordt jaarlijks geactualiseerd. Op 27 september 2011 heeft het college van Gedeputeerde Staten de planwijziging 2011 vastgesteld. Het provinciale beleid is gericht op het bevorderen en in stand houden van natuurwaarden en van landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Gestreefd wordt naar een toename van de oppervlakte en naar een verbetering van de kwaliteit van natuur en landschap. Hierbij gaat het zowel over natuur in natuurgebieden, als om het stimuleren van natuur- en landschapswaarden daar buiten. Daarnaast wil de provincie het duurzaam beheer van de groene ruimte bevorderen door o.a. een betere afstemming tussen natuur-, landschap- en recreatiebeheer op basis van integrale samenwerking en het betrekken van particuliere ondernemers bij het beheer. Het plangebied ligt binnen delen die zijn aangewezen als Bestaande natuur, in eigendom van (semi-) overheid. Bovendien grenst het plangebied aan Bestaande natuur en bosgebied, in eigendom bij terrein beherende organisatie of particulier terreinbeheer. Zie Afbeelding 6 voor de begrenzing van deze gebieden. Het plangebied is in het natuurbeheerplan aangewezen voor de volgende beheertypen: Duin- en kwelderlandschap, Vochtig schraalland en Moeras (zie Afbeelding 7). Deze beheertypen uit het natuurbeheerplan (2011) worden in het kader van de Verordening Ruimte gebruikt om de wezenlijke kenmerken en waarden te bepalen. De beheertypen geven echter geen inzicht in de kwaliteit van de natuurwaarden. 23

26 Situatiebeschrijving Afbeelding 7 Beheertypen in het plangebied. 1: Duin- en kwelderlandschap, 2: Vochtig schraalland, 3: Moeras. (bron: Natuurbeheerplan zeeland, 2011) 2.6 Recreatie Het Noorderstrand ligt midden in een recreatief gebied met campings, hotels, vakantiewoningen en strandpaviljoens. Voornamelijk in de zomermaanden wordt van deze faciliteiten gebruik gemaakt. Binnen het plangebied lopen twee paden van de Rampweg door de duinen naar het strand. Het betreft duinovergang 't Klokje aan de westkant en de duinovergangen Corazon in het oosten. Ter plaatse van duinovergang Corazon bevinden zich strandpaviljoen Corazon en strandpaviljoen de Strandtent. De paviljoens worden in de winter afgebroken en zijn alleen tijdens het strandseizoen geopend. Bij de westelijke duinovergang 't Klokje is geen strandpaviljoen aanwezig. Het gebied wordt gebruikt voor wandelen, strandrecreatie (zonnen en zwemmen) en watersportrecreatie (surfen en jetskiën). Een autonome ontwikkeling betreft de aanleg van de Recreatieverdeelweg tussen Haamstede en Scharendijke. Deze weg moet zorgen voor een afnemende druk van het autoverkeer op kwetsbare gebieden, met name in het hoogseizoen. Maatregelen zijn niet alleen het aanleggen van de weg, maar ook het aanbieden van varianten, waardoor het gebruik van de auto ontmoedigd wordt. De aanleg van de Recreatieverdeelweg is voorzien in drie delen. Het eerste deel is in 2003 in gebruik genomen. Aanleg van de tweede fase is gepland in 2012/2013. Het vastgestelde traject is aangegeven in Afbeelding 8. Voorzien is verder de aanleg van rotondes, verbreden van zijwegen en aanleg van ruiterpaden langs zijwegen. De huidige oprit met de N57 komt te vervallen en een nieuwe oprit wordt aangelegd (RBOI- Middelburg, 2009). Afbeelding 8 Ligging recreatieverdeelweg ten opzichte van het plangebied 24

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

Kustversterking Noorderstrand bij Renesse

Kustversterking Noorderstrand bij Renesse Kustversterking Noorderstrand bij Renesse Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 5 april 2011 / rapportnummer 2503 39 1. Hoofdpunten van het MER Het Waterschap Scheldestromen

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Voordelta De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT: Artikel 1 Het besluit van 19 februari

Nadere informatie

Programma publieke avond 26 januari 2012

Programma publieke avond 26 januari 2012 Informatie avond Beheerplan Natura2000 Ameland 26 januari 2012 1.Piet op t Hof 2.Sies Krap DLG Natura 2000 26 januari 2012 Programma publieke avond 26 januari 2012 1. Opening,Piet Dijkstra (DLG) 2. Presentatie

Nadere informatie

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 januari 2008 / rapportnummer 1733-64 1. OORDEEL OVER HET MER Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

Dijkversterking Capelle aan den IJssel Dijkversterking Capelle aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 oktober 2014 / rapportnummer 2681 36 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Schieland

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Natura 2000 Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen (zowel in Nederland als in Vlaanderen). Op grond van

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:

Nadere informatie

Waterkeringen Perkpolder

Waterkeringen Perkpolder Waterkeringen Perkpolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 maart 2012 / rapportnummer 2422 58 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zeeland en het Waterschap Scheldestromen willen de waterkeringen

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38 25 februari 2009 Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied De Minister van Landbouw, Natuur

Nadere informatie

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout)

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout) Hoofdzaken Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog Informatiebijeenkomst juni 2014 (handout) Informatieavond Natura 2000 Schiermonnikoog Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog 3 juni 2014 Programma van

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Voordelta

Natura 2000 gebied Voordelta Natura 2000 gebied 113 - Voordelta (Zie leeswijzer) Kenschets 113_gebiedendocument_Voordelta_november 2006 2 Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 oktober 2013 / rapportnummer 2832 19 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergen

Nadere informatie

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder I lillil 11111111111111111111 1111111111 lillillil 1111 12009448 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelburg Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 december 2012 / rapportnummer 2717 29 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Katwijk wil een

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T

Nadere informatie

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2013 / rapportnummer 2795 23 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 augustus 2008 / rapportnummer 2015-43 1. OORDEEL OVER HET MER De provincie Utrecht is voornemens om

Nadere informatie

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus 165 4330 AD MIDDELBURG uw brief uw kenmerk ons kenmerk bijlagen : 2013009520 : 1 behandeld door

Nadere informatie

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 januari 2012 / rapportnummer 1552 62 1. Oordeel over het MER Libéma Exploitatie

Nadere informatie

N266, Randweg Nederweert

N266, Randweg Nederweert N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 juni 2008 / rapportnummer 1271-79 1. OORDEEL OVER HET MER In het zandwallengebied ten westen van Ouddorp op

Nadere informatie

Hoogwaterkering Den Oever

Hoogwaterkering Den Oever Hoogwaterkering Den Oever Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 juni 2016 / projectnummer: 2396 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R-11258 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 10 oktober 2011 075686597:A - Definitief

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Voortoets Natuurbeschermingswet Planstudie Projectplan en Legger Terschelling. Documentcode: 14M3041.RAP001.AC

Voortoets Natuurbeschermingswet Planstudie Projectplan en Legger Terschelling. Documentcode: 14M3041.RAP001.AC Voortoets Natuurbeschermingswet Planstudie Projectplan en Legger Terschelling Documentcode: 14M3041.RAP001.AC Voortoets Natuurbeschermingswet Planstudie Projectplan en Legger Terschelling Documentcode:

Nadere informatie

Windpark Wieringermeer

Windpark Wieringermeer Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis

Dijkversterking Hellevoetsluis Dijkversterking Hellevoetsluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 mei 2013 / rapportnummer 2596 51 1. Oordeel over het MER Het Waterschap Hollandse Delta heeft het voornemen om twee dijkvakken

Nadere informatie

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62 1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal

Nadere informatie

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER BIJLAGE I BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport UT615-24/14-002.688 d.d. 5 februari 2014 Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij

Nadere informatie

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 mei 2005 / rapportnummer 1430-68 College van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM uw

Nadere informatie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer Ministerie van Infrastructuur en Milieu Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en VolkerakZoommeer Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen

Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 6 juni 2018 / projectnummer: 3143 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop

Nadere informatie

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 april 2016 / projectnummer: 3049 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Brouwerseiland

Nadere informatie

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER Welkom! Programma Welkom en Introductie Doel van de masterclass Korte terugblik Vooruitblik volgende bijeenkomst Masterclass door Patrick

Nadere informatie

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 augustus 2011 / rapportnummer 1648 75 1. Oordeel over het MER In 2002 heeft de gemeente Apeldoorn een bestemmingsplan

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda Natuurtoets Permanente openstelling A12 Woerden Gouda 1. Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (Ffw) De Ffw is gericht op de bescherming van inheemse dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied.

Nadere informatie

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Bijlage, Prioritair project Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten

Nadere informatie

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer meer ruimte voor haven verbetering kwaliteit leefomgeving 2 Projecten voor haven en leefomgeving procedures voor de uitvoering Het Project Mainportontwikkeling

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 november 2013 / rapportnummer 2844 24 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Kampen wil

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017 Directie Natuur en Biodiversiteit 1 Directoraat-Generaal Agro en Natuur Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 Het delen, durven, doen festival Directie Natuur en

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Windpark Krammer, Zeeland

Windpark Krammer, Zeeland Windpark Krammer, Zeeland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juli 2014 / rapportnummer 2584 78 1. Oordeel over het MER Coöperatieve Windenergie Vereniging Zeeuwind en Coöperatie Deltawind

Nadere informatie

Waterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject

Waterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject De aanleg Waterdunen Waterdunen is een groot recreatienatuurproject in West Zeeuws- Vlaanderen. Het geeft de regio de kans om de leefbaarheid op de lange termijn te waarborgen. Dit gebeurt door te investeren

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura 2000- gebieden Opdrachthouders Voorstudies uitgevoerd in het kader van : INTERREG

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer. Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015

Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer. Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015 Milieurapport ophoging Duin Oostvoornse Meer Presentatie gemeente Westvoorne, 18 mei 2015 Agenda toelichting milieurapport Context Doel onderzoek (scope) Bevindingen per thema Kansen en nadere onderzoeken

Nadere informatie

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U kan dit document en voor de onderbouwing van depositie onder de drempelwaarde (0.05 mol/ha/j) in het kader van

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur P::Inin:::a 1 \/::IIn., Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres pia Postadres: Postbus 10004330 ZW Middelburg Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directie

Nadere informatie

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht Bijlage: Toevoeging aan bijlage planmer Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie 2013-2028 op natuur Provincie Utrecht Inleiding In september 2012 is door ecologisch advies- en projectbureau het

Nadere informatie

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 mei 2011 / rapportnummer 2281 83 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De gemeente

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming.

Nadere informatie

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 13 maart 2013/ rapportnummer 2127 80 1. Oordeel over het MER Initiatiefnemer Company Club De Hooge

Nadere informatie

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 Foodpark Veghel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Veghel heeft het voornemen om in het gebied De

Nadere informatie

Stappenplan vergunningaanvraag

Stappenplan vergunningaanvraag Stappenplan vergunningaanvraag Op grond van de natuurbeschermingswet 1998 1 De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van gebieden, die als Natura 2000-gebied zijn aangewezen. Een belangrijk

Nadere informatie

Zoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Zoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Zoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 augustus 2008 / rapportnummer 2079-37 1. OORDEEL OVER HET MER Het College van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2016 / projectnummer: 3103 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 januari 2012 / rapportnummer 2438 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Boxtel wil het bestemmingsplan

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 september 2014 / rapportnummer 2950 25 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Roosendaal

Nadere informatie