Chemische Feitelijkheden is een uitgave van Samsom bv in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging.
|
|
- Fenna Visser
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 166 1 Dierlijke mest door dr. P. J. L. Derikx IMAG-DLO, afd. Mesttechnologie, Postbus 43, 6700 AA Wageningen, tel. (0317) en ing. J. J. M. Driessen RIKILT-DLO, afd. Kwaliteitsbewaking, Postbus 230, 6700 AE Wageningen, tel. (0317) Dit artikel is een herziening van Chemische Feitelijkheid 54 (november 1987); de oorspronkelijke Feitelijkheid werd geschreven door ing. F. van Voorneburg. 1. Inleiding Mestproductie in Nederland Invloed op het milieu Fosfor Stikstof Gasvormige emissies Pathogenen Zware metalen Oplossingsrichtingen Referenties Chemische Feitelijkheden is een uitgave van Samsom bv in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging.
2 Inleiding Dierlijke mest is en blijft een natuurlijke bron van voedingsstoffen voor planten. Bij de juiste wijze van toepassing kan daarmee aan de behoefte van de planten voldaan worden zonder dat het milieu overbelast wordt. Het feit dat er in Nederland lokaal en regionaal sprake is van een mestoverschot is het gevolg van de intensieve dierlijke productie. Mestoverschot is dat deel van de op een veehouderijbedrijf geproduceerde mest, dat niet op het bedrijf zelf voor de bemesting kan worden gebruikt. Aangezien het aanbod van dierlijke producten de binnenlandse vraag overstijgt, vindt een aanzienlijk deel zijn weg naar het buitenland. Steeds nadrukkelijker wordt de vraag gesteld of de voordelen van deze economische activiteit opwegen tegen de nadelen die ons kleine landje ervan ondervindt. Omdat Nederland nog steeds een groot aantal familiebedrijven in de agrarische sector kent, moet deze vraag niet alleen macro-economisch maar ook sociaal-maatschappelijk benaderd worden. 2. Mestproductie in Nederland Dierlijke mest is afkomstig van de intensieve veehouderij. Ten behoeve van de voedselproductie worden met name koeien, varkens en kippen gehouden. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de veestapel in Nederland, met name voor varkens en slachtkuikens, een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt. Tabel 1 geeft daarvan een illustratie. Tabel 1. Historisch overzicht van het aantal landbouwhuisdieren in Nederland, uitgedrukt in miljoen stuks (Bron: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 1997) Soort vee Melkkoeien 1,63 2,36 2,55 1,97 1,67 Overig rundvee 1,88 2,87 2,97 2,74 2,89 Varkens 2,96 10,1 11,2 13,9 14,4 Legkippen 37,9 37,5 42,7 45,4 39,5 Slachtkuikens 4,50 38,6 34,5 40,3 44,1
3 166 4 Dierlijke mest Met name door het beschikbaar komen van kunstmest en de invoer van relatief goedkope veevoergrondstoffen steeg de dierlijke productie op de van nature relatief arme zandgronden enorm. Daarmee verdween het grondgebonden karakter van de veehouderij, met name voor de varkens- en de pluimveesector. Regionaal heeft dat geleid tot aanzienlijke overschotten aan dierlijke mest per bedrijf. Met name in oostelijk Noord-Brabant/Noord Limburg en Gelderland/oostelijk Utrecht zijn grote aantallen dieren op bedrijven met weinig of geen eigen landbouwgrond geen uitzondering. Bovendien heeft er een belangrijke schaalvergroting plaats gevonden. Grotere aantallen dieren worden gehouden op een kleiner aantal bedrijven. Dit heeft geleid tot vergaande specialisatie van de verschillende sectoren. Grote aantallen dieren leiden tot een grote mestproductie. In tabel 2 staat globaal aangegeven om welke hoeveelheden het binnen Nederland gaat. Tabel 2. Jaarlijkse mestproductie in Nederland, uitgedrukt in miljoen ton (Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, LEI-DLO) Soort mest Rundveemest 72,6 59,2 Varkensmest 19,2 15,9 Pluimveemest 2,5 2,4 De veranderingen in mestproductie bij rundvee en pluimvee sluiten goed aan bij de veranderingen in dieraantallen. Het aantal dieren in de varkenssector is in de periode toegenomen terwijl de mestproductie afgenomen is. De verklaring hiervoor ligt in het feit dat er binnen de bedrijven zorgvuldiger met voer en water omgegaan is. Met name dit laatste heeft ertoe geleid dat de mestproductie per dier per jaar beduidend teruggelopen is. Voor een vleesvarken is die van 1,5 m 3 teruggebracht tot 1,1 m 3 per jaar. Ondanks de afname in de Nederlandse mestproductie geeft deze op bedrijfsniveau evenwel nog aanleiding tot een mestoverschot. Landelijke berekeningen geven aan dat er in 1996 een overschot op be-
4 166 5 drijfsniveau van circa 18 miljoen ton bestond. Ook regionaal kan dat leiden tot een groter aanbod aan dierlijke mest dan door de aanwezige landbouwgrond opgenomen kan worden. Eén en ander neemt niet weg dat ook het overschot aan dierlijke mest een waardevolle bron van plantennutriënten vormt. Maar ook hiervoor geldt dat overdaad schaadt. Internationaal perspectief De hierboven geschetste ontwikkeling in Nederland heeft zich in de landen om ons heen veelal in mindere mate voorgedaan. In de regel zijn deze landen minder toegespitst op de landbouw dan Nederland of wordt de landbouw op kleinere bedrijven bedreven. Dit neemt niet weg dat er ook regionaal in sommige landen van West Europa zich problemen met dierlijke mest voordoen die vergelijkbaar zijn met de situatie waarin Nederland verkeert. Als typische voorbeelden gelden: Bretagne, de Po-vlakte en Nedersaksen. Daarnaast veroorzaken mammoetbedrijven vrijwel altijd in hun directe omgeving enige overlast. De mestsamenstelling De samenstelling van de dierlijke mest is een afspiegeling van het voederrantsoen en de mate waarin het dier de erin aanwezige voedingsstoffen opneemt. Hierdoor zijn er belangrijke verschillen in mestsamenstelling tussen de verschillende diersoorten. Maar ook van bedrijf tot bedrijf en van vracht tot vracht, afkomstig van hetzelfde bedrijf, kan de samenstelling van dierlijke mest sterk variëren. Dit wordt veroorzaakt door verschillende bedrijfssystemen en doordat met name drijfmest de neiging vertoont om te ontmengen. Een oplossing hiervoor zou de toepassing van een menginstallatie kunnen zijn. Echter, het mengen van mest in een mestopslag is niet zonder gevaar als gevolg van het vrijkomen van giftige gassen. Om die reden moet het mengen in de kelder onder een stal worden afgeraden. Als gevolg van de hierboven aangegeven verschillen is het geven van de gemiddelde samenstelling met de nodige voetangels omgeven. In tabel 3 is evenwel een poging gedaan. Daarbij is niet alleen een onderscheid gemaakt in diersoorten, maar ook in diercategorieën.
5 166 6 Dierlijke mest Tabel 3. Gemiddelde samenstelling van dierlijke mest uitgedrukt in g/kg product (Bron: Kwantitatieve informatie Veehouderij, ) Soort mest Droge stof Organische stof N P 2 O 5 K 2 O MgO Na 2 O Drijfmest Rundvee ,9 1,8 6,8 1,3 0,8 Vleeskalveren ,0 1,5 2,4 Zeugen ,2 3,0 4,2 1,1 0,6 Vleesvarkens ,2 4,2 7,2 1,8 0,9 Kippen ,2 7,8 6,4 2,2 0,9 Vaste mest Kippen bandmest ,1 18,8 12,7 4,9 1,5 Kippen strooisel ,1 24,2 13,3 5,3 4,2 Vleeskuikens ,5 17,0 22,5 6,5 3,0 Als gevolg van de grote verschillen in mestsamenstelling in de praktijk geven berekeningen omtrent hoeveelheden mestoverschot soms grote onderlinge verschillen te zien. 3. Invloed op het milieu Het houden van dieren gaat altijd gepaard met milieu-invloeden. Of dat gewenst of ongewenst is hangt sterk af van de schaal. De inzet van graasdieren in natuurgebieden om op die manier vergrassing van heidegebieden te voorkomen wordt alom als wenselijk gezien. Voor de toepassing van dierlijke mest is al eerder opgemerkt dat dit gezien moet worden als een bron van plantennutriënten. De hoeveelheid en het tijdstip van toepassing moeten afgestemd zijn op de eisen die de planten eraan stellen. Alleen op die manier kan voorkomen worden dat substantiële hoeveelheden via afspoeling of uitspoeling naar het omliggende milieu verdwijnen. Bij gebruik van dierlijke mest spelen met name fosfor en stikstof een belangrijke rol. Deze nutriënten zijn in relatief ruime mate in de dierlijke mest voorhanden, maar kunnen bij overmatig gebruik het milieu aanzienlijk belasten. Daarnaast ontwijken vluchtige compo-
6 166 7 nenten uit dierlijke mest en bevat dierlijke mest zware metalen en kunnen ziektekiemen in de mest voorkomen Fosfor In dierlijke mest komt fosfor in verschillende chemische vormen voor. Vanuit de plantaardige bestanddelen van het veevoer is nogal wat organisch gebonden fosfor aanwezig in de vorm van fytinezuur. Eénmagige dieren zoals het varken en de kip kunnen deze verbinding in hun spijsverteringskanaal niet afbreken. Om die reden werd er tot begin jaren 90 fosfor in de vorm van anorganisch fosfaat aan het voer voor varkens en kippen toegevoegd. Met het beschikbaar komen van het industrieel geproduceerde enzym fytase (zie ook Chemische Feitelijkheid 113) is die fysiologische noodzaak vervallen. De afweging om wel of niet fytase toe te passen in de diervoeders wordt thans op economische gronden gemaakt. Als gevolg hiervan komen in dierlijke mest dus zowel organisch gebonden fosfor voor als mede niet-benutte anorganische fosfaat. Samen met rijkelijk in de mest aanwezige kationen kunnen zich tal van slecht oplosbare fosfaatverbindingen vormen. Spraakverwarring Ten aanzien van fosfor en dierlijke mest doen zich nog steeds spraakverwarringen voor. De belangrijkste oorzaak is gelegen in het feit dat er verschil bestaat in definities. De meststoffenwet definieert de term fosfaat als fosfor in welke vorm dan ook en drukt de bijbehorende waarden uit in kg P 2 O 5. Belangrijk is te realiseren dat met de term fosfaat in de regelgeving niet het chemische begrip fosfaat (PO 4 3- ) bedoeld wordt. Om de verwarring tot het minimum te beperken verdient het aanbeveling om bij alle cijfers tevens aan te geven welke chemische vorm van fosfor het betreft. Zeker wanneer cijfers vanuit verschillende deelgebieden met elkaar gecombineerd worden kan het nodig zijn extra controles op de eenheden uit te voeren Stikstof Stikstof in dierlijke mest komt evenals fosfor in zowel organisch gebonden toestand als in anorganische toestand voor. Ruwweg is de
7 166 8 Dierlijke mest verdeling ongeveer gelijk. De organisch gebonden stikstof komt met name voor in de vorm van eiwit. De anorganische vorm is vrijwel uitsluitend ammonium. Nitriet en nitraat komen in onbehandelde mest van nature niet voor. Door het hoge gehalte aan afbreekbaar organisch materiaal heerst in dierlijke mest altijd een tekort aan zuurstof. Daardoor zullen ook zuurstofrijke verbindingen als sulfaat door de betreffende micro-organismen omgezet worden in meer gereduceerde verbindingen. Bij gebruik van dierlijke mest als meststof op het land is het anorganische deel van de stikstof relatief snel beschikbaar voor de plant. Wanneer de planten deze nutriënten niet benutten treedt uitspoeling op en daarmee verontreiniging van dieper gelegen grondwaterlagen. Het organisch gebonden deel van de stikstof komt pas na afbraak van de betreffende biomoleculen voor opname door de planten beschikbaar. Het proces van afbraak is mede afhankelijk van allerlei externe omstandigheden, zodat het vanuit bemestingsoogpunt moeilijk is hiermee precies aan te sluiten bij de behoefte van de planten. Ter bescherming van het grondwater, dat in tal van landen de belangrijkste bron van drinkwater is, heeft de Europese Unie, de zogenaamde nitraatrichtlijn uitgevaardigd. Daarin staat dat grondwater niet meer dan 50 mg nitraat per liter mag bevatten. Als afgeleide daarvan is bepaald dat het niet toegestaan is meer dan 170 kg stikstof in de vorm van dierlijke mest per jaar per hectare te gebruiken. Aangezien het hier Europese regelgeving betreft is elke lidstaat gehouden deze bepalingen in hun nationale regelgeving te implementeren Gasvormige emissies Ammoniak is in kwantitatieve zin de belangrijkste gasvormige emissie. Door depositie van deze stikstofverbinding in de omgeving worden met name de van nature voedselarme natuurgebieden sterk beïnvloed. Bovendien geeft ammonium in de bodem aanleiding tot nitrificatie, waarbij de ph van de bodem verlaagd wordt. Daaraan ontleent de zure regen (zie ook Chemische Feitelijkheid 140) haar naam. In kwantitatieve zin nagenoeg verwaarloosbaar zijn de geurstoffen, veelal ammoniak, vluchtige vetzuren en sulfiden. Dat neemt niet weg dat dierlijke mest een kenmerkende onaangename geur ver-
8 166 9 spreidt. In gebieden met een hoge veedichtheid kan dat leiden tot aanhoudende klachten van omwonenden. Veel minder bekend is de vervluchtiging van methaan uit dierlijke mest. Als gevolg van microbiologische afbraak van organische materiaal heersen in dierlijke mest vrijwel overal zuurstofarme omstandigheden. Onder die omstandigheden gaat de afbraak via de zogenaamde anaërobe route door waarbij biogas ontstaat, een mengsel van methaan en kooldioxide. In termen van het broeikaseffect is methaan 20 maal zo effectief als kooldioxide. In het verleden is er op bescheiden schaal geëxperimenteerd met mogelijkheden om biogas uit mest te winnen en als energiebron te benutten. Onder de omstandigheden van de jaren 80 bleek dit evenwel economisch niet interessant. Met het oog op een duurzame productie en het terugdringen van de kooldioxideuitstoot uit fossiele brandstoffen wordt thans opnieuw deze mogelijkheid genoemd Pathogenen Naast nutriënten kan dierlijke mest ook een bron zijn van ziekteverwekkende kiemen. Vooral de mest van zieke dieren, de zogenaamde hoog-risico mest, is verdacht op de aanwezigheid van (dier)- pathogenen. Een en ander betekent niet dat laag-risico mest (afkomstig van gezonde dieren) pathogeenvrij is; het dier kan drager zijn van ziektekiemen en deze in de mest uitscheiden. Alle mest is derhalve potentieel infectieus en bevat pathogenen in variërende hoeveelheden; dat geldt zowel voor bacteriën, virussen als voor parasieten. Een aantal van deze pathogenen kunnen ziekten veroorzaken bij de mens, zoals Salmonella dublin, Salmonella typhimurium en Listeria monocytogenes. Voor de ontsmetting van hoog-risico mest ligt de verantwoordelijkheid bij de Veterinaire Dienst. Het ontsmetten van mest wordt nagestreefd door deze een bewerking te laten ondergaan. Een van de mogelijkheden is bijvoorbeeld vergisting van mest. De overleving van pathogenen wordt sterk bepaald door de omstandigheden die tijdens deze bewerking of tijdens de opslag heersen zoals temperatuur, vochtigheid, ph en zuurstofspanning. Ook de duur van de bewerking resp. de opslag en de aard van de ziektekiem zijn van invloed op de overleving. Bij thermofiele vergisting (45 C-65 C) vindt binnen enkele uren een sterke reductie
9 Dierlijke mest plaats van de meeste pathogenen. Naarmate de temperatuur afneemt, wordt ook de snelheid en de mate van afdoding kleiner. Slechts van enkele niet vegetatieve vormen van sporevormers, te weten Clostridium perfringens en Bacillus cereus, is bekend dat ze alle vormen van vergisting overleven. In lijn met bovenstaande overleven ook plantpathogenen langer naarmate de temperatuur bij de mestbewerking lager is. Daarbij levert het gebruik van vergiste varkensmest vanwege het grotere aandeel van mengvoeders minder risico voor introductie van plantenziektenverwekkers of onkruidzaden dan gebruik van runderdrijfmest. Niet alle besmettingen met pathogenen zijn even hardnekkig. Het virus dat verantwoordelijk is voor de varkenspest, overleeft minder dan 7 dagen in de mest. Van dat gegeven wordt gebruik gemaakt bij het opleggen van regels bij de afvoer van mest van bedrijven met varkens ten tijde van besmettingsgevaar. Het zorgvuldig naleven van deze regels doet een nadrukkelijk beroep op het solidariteitsgevoel binnen de sector. De belangen van het individuele bedrijf en van de sector stroken op korte termijn niet altijd met elkaar, maar ervaringen rond de varkenspestepedimie van 1997 hebben geleerd dat alleen op die manier de gevolgen van een dergelijke besmettelijke ziekte ingedamd kunnen worden Zware metalen Naast de nutriënten bevat dierlijke mest zware metalen. De herkomst van deze zware metalen in dierlijke mest is onder andere terug te voeren op de natuurlijke aanwezigheid in grond. In tabel 5 zijn 8 elementen gekwantificeerd voor verschillende mestsoorten. In het verleden werd met name aan varkensvoer koper toegevoegd om de benutting van het voer door het dier te verbeteren. Door wettelijke maatregelen is het kopergehalte van mengvoeders aanzienlijk gedaald. Daardoor is het kopergehalte in de mest beduidend teruggelopen. Hoewel zware metalen in de regel een kwalijke naam hebben, vervult een aantal van deze elementen een cruciale rol in biologische processen. Als sporenelementen zijn ze onmisbaar. Omtrent de schadelijkheid van een aantal zware metalen heerst nog steeds discussie. Om die reden mag verwacht worden dat normen die
10 gesteld zijn aan verschillende producten bij toepassing als meststof of bodemverbeteraar in de nabije toekomst opnieuw bekeken en onderling afgestemd zullen worden. Tabel 5. Zware metalen in dierlijke mest uitgedrukt in mg/kg droge stof (Bron: Driessen en Roos, 1996) Zware metalen Varkens Rundvee Pluimvee Cadmium 0,41 0,23 0,19 Chroom 15 7,9 6,9 Koper Kwik 0,032 0,039 0,026 Lood Nikkel Zink Arseen 0,55 0,37 0,55 4. Oplossingsrichtingen Vanuit bovenstaande mag duidelijk zijn dat aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om excessen en ongewenste milieu-effecten zoveel mogelijk in te dammen. Drie sporenbeleid In de jaren tachtig heeft de overheid een drie sporenbeleid geformuleerd dat het hoofd moest bieden aan de geschetste problematiek. Als eerste werd gestreefd naar een efficiënte distributie van de dierlijke mest over het beschikbare landbouw areaal binnen Nederland (circa 2, hectares). De Stichting Landelijke Mestbank heeft het voortouw genomen in het bouwen van mestopslagen in gebieden met veel akkerbouw en heeft kwaliteitsverbetering van de dierlijke mest gestimuleerd door premie te geven voor getransporteerde mest met een hoog drogestofgehalte. Door middel van voermaatregelen werd de mineralenuitscheiding per dier verder teruggebracht. De toepassing van het al eerder genoemde fytase is daarvan een voorbeeld. Maar ook door toepassing van voer dat beter aansluit bij de behoefte van het dier, met name
11 Dierlijke mest wat betreft de stikstofbehoefte, kan de uitscheiding van mineralen verder beperkt worden. Multifasevoedering bij vleesvarkens is daarvan het bekendste voorbeeld. Tenslotte is veel geld en energie gestoken in het ontwikkelen van mestverwerkingstechnieken. Het doel daarbij was het maken van buiten de traditionele landbouw afzetbare producten uit dierlijke mest, zoals compost of compostachtige producten voor de binnenlandse markt en droge mestkorrels voor de buitenlandse markt. Voor de buitenlandse markt werden droge korrels niet alleen gemaakt omwille van het beperken van de transportkosten, ook veterinaire aspecten speelden daarbij een rol. Gezien het belang van de export van dierlijke producten voor Nederland, is het ongewenst dat met de export van dierlijke mestproducten ook de mogelijkheid van verspreiding van dierziekten zou kunnen ontstaan. Door verhitting tijdens het drogen kan aan de eis van afdoding van ziektekiemen voldaan worden. In de jaren 80 zijn op tal van plaatsen initiatieven ontplooid om te komen tot een centrale verwerkingseenheid van dierlijke mest ten behoeve van de export. Uiteindelijk heeft dat maar op enkele plaatsen geleid tot een draaiende proeffabriek, waarvan Promest in Helmond wellicht de bekendste is geweest. Nagenoeg gelijktijdig met het gereed komen van een verwerkingscapaciteit van ton/jaar viel het doek voor dit initiatief in In die tijd bleken onvoldoende boeren met een mestoverschot op bedrijfsniveau bereid te zijn hun mest te leveren aan de mestverwerkingsfabriek tegen een tarief van circa ƒ 25, /m 3. Of anders geformuleerd: Ze hadden op dat moment voldoende andere en minder dure mogelijkheden om van het mestoverschot af te komen. Met name het mestdistributiesysteem is zeer succesvol gebleken. Kalvergierzuiveringen nemen in dit verband een aparte plaats in. Kalvergier is met zijn relatief lage gehalte aan nutriënten en organische stof erg weinig in trek als meststof, maar juist goed geschikt om met aangepaste waterzuiveringstechnieken te worden gesplitst in een waterige fractie en een ingedikte fractie. De waterige fractie is zodanig schoon dat ze direct op het riool geloosd kan worden. De ingedikte fractie bevat nagenoeg al het fosfaat van de oorspronkelijke gier terwijl het volume met een factor 6 is teruggebracht. De dikke fractie wordt als een gewaardeerde meststof afgezet met name
12 op de veenkoloniale gronden. Op deze manier worden jaarlijks circa m 3 kalvergier bewerkt. Het verder aanscherpen van de milieueisen door de overheid heeft tevens de noodzaak geschapen voor aanvullende maatregelen. Mineralenaangiftesysteem Tot dan hadden alle door de overheid afkondigde maatregelen een generiek karakter. Dat wil zeggen: ze golden voor iedereen in dezelfde mate. Met name uit de landbouwsector is aangedrongen op een meer specifiek systeem dat met de verschillen tussen de bedrijven rekening houdt en recht doet aan de individuele inspanningen van ondernemers om zo zorgvuldig mogelijk met de mineralen om te gaan. Het Mineralenaangiftesysteem (MINAS) is daarvan de uitwerking, dat per ingegaan is. Centraal daarbij staat de mineralenbalans per bedrijf. Aan het eind van elk jaar laat de ondernemer zien hoeveel fosfor en stikstof op zijn bedrijf aangevoerd en aantoonbaar afgevoerd zijn. Wanneer het verschil niet groter is dan de toegestane verliesnormen volgen geen nadere maatregelen van de zijde van de overheid. Overstijgt de aanvoer de afvoer met meer dan de toegestane verliesnorm dan krijgt de ondernemer een heffing opgelegd. De eerste twee jaar bedraagt die heffing ƒ 10, /kg P 2 O 5, daarna ƒ 20, /kg P 2 O 5. De hoogte van de heffing maakt het economisch onaantrekkelijk om dieren te houden zonder hun mest verantwoord af te zetten. De toegestane verliesnormen zullen geleidelijk verminderd worden. In tabel 6 staan de verliesnormen in de tijd weergegeven. In het jaar 2000 vindt er een politieke evaluatie plaats van MINAS. Als resultaat daarvan is een bijstelling van de verliesnormen na 2000 mogelijk. Tabel 6. Toegestane jaarlijkse verliesnormen uitgedrukt in kg/ha (Bron Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 1997) e.v. Fosfaat (P 2 O 5 ) Natuurterrein Overig
13 Dierlijke mest e.v. Stikstof Natuurterrein Grasland Overig De invoering van MINAS verloopt in fasen. Vanaf vallen veebedrijven met meer dan 2,5 Grootvee-eenheden per hectare eronder. Een grootvee-eenheid (GVE) komt globaal overeen met een melkkoe. Andere diersoorten kunnen middels omrekenfactoren eveneens uitgedrukt worden in GVE s. Vanaf 2000 vallen alle veebedrijven onder MINAS en vanaf 2002 volgen ook bedrijven met alleen akkergrond. Bij de invulling van de mineralenaangifte kan de ondernemer op tal van plaatsen gebruik maken van algemeen geldende waarden, die bij wet vastgelegd zijn: de zogenaamde forfaits. Voor dierlijke mest heeft hij de keuze tussen deze forfaits of bedrijfsspecifieke cijfers. In het laatste geval maakt hij gebruik van de verfijnde route. Per vracht dierlijke mest moet hij door middel van weging en bemonstering en analyse de vrachtomvang en het gehalte aan fosfor en stikstof in de mest (laten) vast stellen. Daarmee kan nauwkeurig de hoeveelheid mineralen die met de mest het bedrijf verlaat of opkomt vastgesteld worden. De kosten van deze handelingen komen voor rekening van de ondernemer. De overheid heeft in de vorm van financiële ondersteuning bijgedragen in het ontwikkelen van goede bemonsterings- en analysetechnieken. Daarbij is niet alleen aandacht geschonken aan de nauwkeurigheid van de technieken maar ook aan aspecten als controleerbaarheid en fraudebestendigheid. Wanneer MINAS in de volle omvang is ingevoerd, zullen ook alle technische opties beschikbaar zijn. Dan zal weging uitsluitend met geijkte technieken plaats vinden en bemonstering en dataregistratie met vergaande geautomatiseerde methoden. Door gebruik te maken van moderne communicatietechnieken kunnen bovendien alle partijen in de mestketen snel over de vastgelegde gegevens beschikken, hetgeen een efficiënte bedrijfsvoering ten goede komt.
14 Mestbewerking Door het onderzoek en het bedrijfsleven worden veel energie en geld gestopt in ontwikkeling van mestbewerkingstechnieken. In de loop der jaren is het besef gegroeid dat daarmee niet het mestoverschot in de zin van het teveel aan mineralen per bedrijf weggenomen kan worden. Inzet van deze technieken kan wel leiden tot een vorm van mest of mestproduct dat tot dusver niet of onvoldoende op de markt beschikbaar was. Daarmee kan een deel van de dierlijke mest een bestemming vinden op de niet-traditionele markt, waardoor er meer ruimte komt voor de milieuverantwoorde afzet van de overige mest. Bij de realisatie van grootschalige mestbewerkingsinstallaties doet zich het verschijnsel voor dat inmiddels bekend geworden is onder de naam Not in my backyard. Hoewel de noodzaak van dergelijke installaties door nagenoeg iedereen onderkend wordt en het besef heerst dat grootschalige installaties voordelen hebben ten aanzien van een groot aantal schaaleffecten wil niemand een dergelijke installatie in zijn directe woonomgeving. In de regel ziet men bezwaar in een toename van de verkeersstroom voor aanvoer en afvoer en is men bang voor stankoverlast. Als gevolg hiervan wordt er thans gezocht naar geïntegreerde maatregelen op de boerderij. Daarmee moet niet alleen de mestkwaliteit verbeteren maar ook de uitstoot van geur en ammoniak vanuit de stallen en opslagen verminderd worden. Bovendien dienen deze maatregelen bij te dragen aan de verbetering van het dierwelzijn en de arbeidsomstandigheden van de veehouder. 5. Referenties Als eenvoudig toegankelijke referenties met aanvullende informatie over mest en MINAS gelden: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Dienst Landbouwkundig Onderzoek,
Dierlijke mest. Inleiding
054 1 Dierlijke mest Inleiding Dierlijke mest is afkomstig van de veehouderij, waar met name runderen, varkens en kippen worden gehouden voor menselijke consumptie in binnen- en buitenland. Door de sterke
Nadere informatieOplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers
Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Presentatie Ing. Jaap Uenk MAB LTO Noord afdeling De Liemers, 3 november 2010 Inhoud presentatie Ontwikkeling mestsituatie in Nederland Ontwikkeling
Nadere informatieGroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015
GroenLinks Bronckhorst Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 Waarom co-vergisten Omdat de meststoffenwet veehouders verplicht de overtollige (mineralen in de) mest te ver(be)werken
Nadere informatieBe- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?
Kennisdag emissies, vergroening en verduurzaming in de landbouw Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Mark Heijmans 2 december 2014 Het speelveld: schaken op meerdere borden Opzet
Nadere informatieMest, mestverwerking en wetgeving
Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig
Nadere informatieMestverwerking in De Peel
Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?
Nadere informatieLandelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018
Landelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018 Fosfaat: overschot, export en verwerking 2017 Stikstof: overschot, export en verwerking 2017 Mestbewerkingsinstallaties Ontwikkelingen
Nadere informatieLand- en Tuinbouw Organisatie Noord
Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Notitie Meedoen aan de pilot? U overweegt mee te doen aan de pilot evenwichtsbemsting fosfaat (BEP pilot). Maak zelf de afweging of het in uw situatie zinvol is. Hieronder
Nadere informatieMestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied
Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied Jaap Uenk DOFCO Beheer BV, Ruurlo, 27 februari 2014, Barneveld j.uenk@dofco.nl INHOUD Introductie Mest- en mineralensituatie
Nadere informatieSamenstelling en eigenschappen
Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige
Nadere informatieVoor het eerste deel van de studie (Rapport I) werd met behulp van een enquête informatie en data verkregen van mestexperts uit de Europese Unie.
Rapport I: Inventarisatie van de mestverwerkingactiviteiten in Europa Voor het eerste deel van de studie (Rapport I) werd met behulp van een enquête informatie en data verkregen van mestexperts uit de
Nadere informatieGezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018
Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één
Nadere informatieGrondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0
1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000
Nadere informatiePaarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303
Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden
Nadere informatie5-3-2012. Mestverwerking in Nederland. Wat doet de afdeling Milieu: Kunstmestvervanging door stikstof uit mest. Waarom mestverwerken?
Mestverwerking in Nederland Wat doet de afdeling Milieu: Wageningen, 6 maart 2012 Fridtjof de Buisonjé, Afdeling Milieu gasvormige emissies, fijnstof, emissiearme huisvestingssystemen; bodemkwaliteit,
Nadere informatieResultaten KringloopWijzers 2016
Resultaten KringloopWijzers 2016 7 september 2017 Gerjan Hilhorst WLR - De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu EU beleid: beperken verliezen uit landbouw Streven:
Nadere informatieNotitie Bemestingswaarde van digestaten
1 Notitie Bemestingswaarde van digestaten J.J. Schröder (lid LTO-Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen) Wageningen, 25 oktober 2016 Digestaat is een algemene benaming voor meststoffen afkomstig
Nadere informatieAmmoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf
Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8
Nadere informatieAdvies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Commissie Deskundigen Meststoffenwet Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet
Nadere informatiede bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank
de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank Verhoeven Verstand van het platteland! Boerenverstand werken aan praktische duurzaamheid! Zo verkopen we de melk Wat is duurzame melk? Blije koeien:
Nadere informatieUitslag KringloopWijzer
Uitslag KringloopWijzer Bedrijfspecifieke excretie melkvee Bedrijfs-kringloopscore Jaaropgave : 2014 Omschrijving : plomp 2014 feb15 Naam veehouder : Plomp Agro Vof Straat + huisnummer : Geerkade 10 Postcode
Nadere informatieBeschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006
Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties
Nadere informatieMéér uit mest halen Stand van zaken anno 2017
Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 5 oktober 2017 Inhoud Introductie Opties op bedrijfsniveau Mestmarkt in Nederland Export van onbehandelde mest Stand van zaken
Nadere informatieIn de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.
Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en
Nadere informatieMestscheiding Annelies Gorissen
Mestscheiding Annelies Gorissen 16/05/2017, Kinrooi Dunne fractie Rijk aan N & K Drijfmest Rijk aan N, P en K Mestscheider Dikke fractie Rijk aan P Waarom scheiden? Beperken mestafvoer: concentreren van
Nadere informatieWat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen
Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen Registratie bedrijf doorgeven bedrijfsgegevens relatienummer locatie(s) Eenmalig, bij start van uw bedrijf. Ja. Wijzigingen binnen 30 dagen doorgeven
Nadere informatieQuickscan energie uit champost
Quickscan energie uit champost Paddenstoelenpact 27 juni 2018 Stijn Schlatmann en Erik Kosse Achtergrond Wekelijks 16.000 ton champost Strengere regelgeving in Duitsland Kosten voor afvoer ca 15 per ton
Nadere informatieKansen voor mestscheiding
Kansen voor mestscheiding Studiemiddag Inagro 29 maart 2012 Gerjan Hilhorst Livestock Research De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen
Nadere informatieNutriëntenoverschotten in de landbouw,
Indicator 4 april 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds 2006, het jaar waarin het
Nadere informatieOrganisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem
Organisch bemesten in de akkerbouw 6 februari 2019 Beitem Agenda Dierlijke mest Effluent Dierlijke mest Voordelen Bevat alle nodige plantennutriënten (ook micronutriënten) Bron van organische stof, essentieel
Nadere informatieSysteemdocument AgriMoDEM mestraffinage
vestiging Drachten behorende bij onderbouwing Knarweg 14, Lelystad. Op het gebied van schoon en zuinig produceren, heeft de agrarische sector nog een aantal belangrijke doelstellingen te behalen. Belangrijkste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21 502 Evaluatie mestbeleid Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTeelthandleiding wettelijke regels
Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,
Nadere informatieMestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte
Nadere informatieWorkshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs
Workshop Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Programma Welkom en opening Introductie mestverwerking MVI s Achtergronddocument:
Nadere informatieALV GROENLINKS BRONCKHORST Visie op moderne grootschalige
ALV GROENLINKS BRONCKHORST 24-11-2015 Visie op moderne grootschalige Willem beekman Geboren op Texel, zoon van veearts. - Wens: boer worden! 25 jaar boer geweest op Urtica de Vijfsprong Biologisch dynamische
Nadere informatiePresentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm
Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm Door Bart Brouwer Sheet 1 of 26 Kleinschalige mestvergisting met Microferm Staatssecretaris Joop Atsma en gedeputeerde Theo Rietkerk
Nadere informatieOver het mestprobleem en mogelijke oplossingen. Oene Oenema Wageningen University, Alterra
Over het mestprobleem en mogelijke oplossingen Oene Oenema Wageningen University, Alterra Over het mestprobleem en mogelijke oplossingen Oene Oenema Wageningen University Alterra Nationaal Mestcongres
Nadere informatieNutriëntenoverschotten in de landbouw,
Indicator 4 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2006, het jaar waarin het
Nadere informatieB i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f
B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f Datum: maart 2017 Van: mr. drs. D. Harmsen Aan: dhr. G.J. Klont (gemeente Achtkarspelen) CC: dhr. B. van Dellen
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik
Nadere informatie> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieGezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box
Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box Stro is een perfect materiaal als strooisel voor in de ligboxen van onze koeien. Het is zacht en droog voor het melkvee, het zorgt voor een toename
Nadere informatieBenutting van stikstof en fosfor in de Nederlandse landbouw
121 Benutting van stikstof en fosfor in de Nederlandse landbouw Kees Olsthoorn en Norma Fong Publicatiedatum CBS-website: 20-9-2012 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig
Nadere informatieInnoveren doe je Samen
Innoveren doe je Samen Deep in the shit Ervaringen van een innovatieve ondernemer in een hooggereguleerde sector Ir Roger A.B.C. Rammers CMC 1 Agenda 1. Introductie AquaPurga 2. Mestmarkt: mestproblematiek
Nadere informatieModule Voer en duurzaamheid varkens
Module Voer en duurzaamheid varkens De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteur Afke Zandvliet,
Nadere informatieReport 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.
Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap
Nadere informatieMest, mestverwerking en mestwetgeving
Mest, mestverwerking en mestwetgeving Frits Vink Ketenmanager grondgebonden veehouderij Ministerie van Economische Zaken Inhoud Feiten en cijfers (3 sheets) Huidig mestbeleid (2 sheets) Mestbeleid: koers
Nadere informatieMest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking
Mest met beleid Adviesgroep Mestbewerking Fred Stouthart Johan Raap Joop Baltussen Jos van Gastel Mathilde Mollenhorst Minke Lagerwerf Maarten Nederlof Roelof Westerhof Hoofddoelen Bodemkwaliteit Schoon
Nadere informatie7 Bemesting. 7.1 Bemesting met organische mest. 7.2 Mineralenverlies. 7.3 Mineralenbalans per perceel
7 Bemesting De biologische landbouw is milieuvriendelijk omdat ze geen gebruik maakt van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De bemesting wordt uitgevoerd met organische mest. Het probleem dat hierbij optreedt
Nadere informatieStatenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant
Statenmededeling Onderwerp Mestbewerking in Noord-Brabant Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Aanleiding In maart 2014 hebben
Nadere informatieDe bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Marjoleine Hanegraaf
Nadere informatieDigestaat. Voor u en het milieu het beste resultaat SPADE
Voor u en het milieu het beste resultaat SPADE Digestaat is een drijfmest die overblijft na het vergisten van mest. Het hoge gehalte aan direct werkzame stikstof en de productie van groene stroom maken
Nadere informatieMededeling aan het AB
WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG Mededeling aan het AB Van Dagelijks Bestuur Corsanr. voorth/2018.07124 Portefeuillehouder Onderwerp M. Bouts (Einde) Afvalstatus zuiveringsslib Agendapuntnr. 4.1 AB-vergadering
Nadere informatiePresentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins
Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins Door Bart Brouwer Sheet 1 of 26 Agenda Introductie HoSt B.V. Waarom Microferm? Het Microferm concept Beschrijving installatie Voordelen Economie Vragen
Nadere informatieMilieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen
Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen
Nadere informatieDeze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.
Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze
Nadere informatieHergebruik mestwater uit de veehouderij
Hergebruik mestwater uit de veehouderij Oscar Schoumans Alterra, Wageningen UR Bijeenkomst Watermanagement in de Agroketen d.d. 25 september 2013, Venlo Inhoud 1. Achtergronden 2. Sluiten van de kringlopen
Nadere informatieMest zo efficiënt mogelijk gebruiken
Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken De winterperiode geeft de kans om stil te staan bij het optimale gebruik van de beschikbare mest in het voorjaar. Het is de moeite waard de mest te laten ontleden:
Nadere informatieBio-industrie in de Peel. L. Reijnders
Bio-industrie in de Peel L. Reijnders Intensieve veehouderij/mestproblemen Fijn stof: vergroot kans op ziekten ademhalingsorganen & hartvaatziekten Ziektekiemen (in toegenomen mate resistent tegen antibiotica:
Nadere informatieConstructeur/fabrikant: CBgroep Opvolgteam: MIRCON bvba
De Luchtwasser Constructeur/fabrikant: CBgroep Opvolgteam: MIRCON bvba Ik plaats een nieuwe varkensstal en neem mee Aanvraag omgevingsvergunning/milieuvergunning 1. WAAR Ruimtelijke structuurplannen. 2.
Nadere informatieBBT-conclusies intensieve pluimvee- of varkenshouderij
BBT-conclusies intensieve pluimvee- of varkenshouderij Michael Martens (michael.martens@vlaanderen.be) Dep. Omgeving, afd. GOP, directie Omgevingsprojecten BBT-conclusies: inleiding Gepubliceerd in Publicatieblad
Nadere informatieProductie van dierlijke mest en gebruiksnormen per bedrijfstype, 2004
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 26 juli 2005 Productie van dierlijke mest en gebruiksnormen per bedrijfstype, 2004 C. van Bruggen Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatiePotentieel van mestafgeleide producten als grondstof voor de P-industrie. Willem Schipper
Potentieel van mestafgeleide producten als grondstof voor de P-industrie Willem Schipper Fosfor, fosfaat Onvervangbaar element voor leven Wordt aangetroffen in planten en dieren In omloop gebracht door
Nadere informatieVerwerken van (groene) biomassa en mest:
Verwerken van (groene) biomassa en mest: kan dat samen? Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie CUMELA Nederland Sector: 3.000 ondernemers 30.000 medewerkers Jaaromzet 4 miljard Cumelabedrijven:
Nadere informatieMest als basis voor energie en grondstoffen
Mest als basis voor energie en grondstoffen Nico Verdoes Wageningen UR Livestock Research Bio-energiedag Oost-Nederland, 1 november 2012 Livestock Research ca. 200 fte Genomics Animal Nutrition Animal
Nadere informatieCo-vergisting van dierlijke mest
Co-vergisting van dierlijke mest 2006 2011 121 C. van Bruggen Publicatiedatum CBS-website: 01-08-2012 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer
Nadere informatie3 november 2011 Ben Rooyackers
3 november 2011 Ben Rooyackers Mestac, mestproducenten coöp. Afzet drijfmest (300.000 ton/jaar) Vooraf gemaakte afspraken Faciliteert mestverwerking; Begeleiding, stimulering gebruik nieuwe generatie meststoffen
Nadere informatie5,2. Keuzeopdracht door een scholier 3383 woorden 21 juni keer beoordeeld MINAS
Keuzeopdracht door een scholier 3383 woorden 21 juni 2004 5,2 5 keer beoordeeld Vak ANW MINAS 1. Inleiding Mest zorgt ervoor dat gewassen groter groeien en meer vruchten gaan dragen. Boeren gebruiken mest
Nadere informatieBeproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud
Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving
Nadere informatieHoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer?
Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer? NISCOO Heerenveen Zwier van der Vegte, Bedrijfsleider KTC De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu: Overheid wil dit beperken
Nadere informatieMelkveebedrijf Familie Prinsen
Project mestwaardering Open dag 4 maart 2015 Melkveebedrijf Familie Prinsen Mestvergistingsinstallatie Fermtec Systems Locatie KTC de Marke Het bedrijf Biomassa voor vergisting In de vergister wordt jaarlijks
Nadere informatieGrondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau
Grondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau Huib Silvis en Martien Voskuilen De grondgebondenheid van de Nederlandse melkveehouderij is een belangrijk vraagstuk geworden door de afschaffing
Nadere informatieFosfaatklasse. Grondmonster
Bijlage 1: Bedrijf & percelen 1.1. BEDRIJFSGEGEVENS Bedrijfsgegevens Opteren voor derogatie Derogatie toegestaan Biologisch Ja Ja Nee 1.2. PERCELEN Perceelsnummer & naam Opp. (ha) Topoperceel Grondsoort
Nadere informatie(Ver)ken je tuinbodem. Annemie Elsen Stan Deckers
(Ver)ken je tuinbodem Annemie Elsen Stan Deckers Tuinbodems in Vlaanderen ZUURTEGRAAD (ph) 2/3 tuinen = overbekalkt 3/4 gazons = overbekalkt voedingselementen minder beschikbaar voor planten nooit blindelings
Nadere informatieNadere beschouwing van stalbalansen en gasvormige stikstofverliezen uit de intensieve veehouderij
Nadere beschouwing van stalbalansen en gasvormige stikstofverliezen uit de intensieve veehouderij Samenvatting advies van de CDM-werkgroep Stalbalansen. Inleiding Sinds 1 januari 2006 heeft de landbouwpraktijk
Nadere informatieMesdag Zuivelfonds NLTO
Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit
Nadere informatieStudie-avond spuiwater. Inhoud 11/03/2015
Studie-avond spuiwater Viooltje Lebuf Geel 11 maart 2015 Inhoud Wat is spuiwater en waarvoor wordt het gebruikt? Rekenvoorbeeld Luchtwassers: wettelijke verplichtingen Bemesting met spuiwater 2 VCM = Vlaams
Nadere informatieKosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC
Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten
Nadere informatie2.2 De Weende-analyse bij veevoeding
2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)
Nadere informatieResultaten VCM-enquête 2009: Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen periode 1 juli juni Persconferentie 14 januari 2010
Resultaten VCM-enquête 2009: Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen periode 1 juli 2008-30 juni 2009 Persconferentie 14 januari 2010 Operationele verwerkingscapaciteit (hoeveelheid verwerkte N en
Nadere informatieOrganisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar
17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume
Nadere informatieKansen voor de afzet van slib in de landbouw?
Kansen voor de afzet van slib in de landbouw? Platform Afvalwater Energie en Grondstoffen (11 okt. 16) Inge Regelink Wageningen Environmental Research (Alterra) Sludge2Soil (2016) TKI Deltatechnologie,
Nadere informatieWETGEVING OVER MESTSAMENSTELLINGEN WIJZIGT OP 1 JANUARI 2018 Versie
WETGEVING OVER MESTSAMENSTELLINGEN WIJZIGT OP 1 JANUARI 2018 Versie 07.12.2017 Op 1 januari 2018 gaat nieuwe wetgeving in voege over het gebruik van mestsamenstellingen. Die aanpassing komt er omdat uit
Nadere informatieBurgerplatform Minder Beesten. Enquête voor de Brabantse vertegenwoordigers van het volk. Naam politieke partij:... 1: staldering
Burgerplatform Minder Beesten Enquête voor de Brabantse vertegenwoordigers van het volk Naam politieke partij:... 1: staldering Staldering is een ruimtelijk systeem, waarbij een boer die zijn veehouderij
Nadere informatie: Skal-voorwaarden voor vergisters en digestaat : Bedrijven die vergisten en biologische bedrijven die digestaat afnemen
Onderwerp Voor Van Datum : Skal-voorwaarden voor vergisters en digestaat : Bedrijven die vergisten en biologische bedrijven die digestaat afnemen : Skal : 18 februari 2015 herziene versie 16 april 2015:
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
Nadere informatieInnovatieve mestverwerking op de boerderij
Innovatieve mestverwerking op de boerderij Groen gas productie en nutriëntenterugwinning René Cornelissen (CCS) 7 juni 2017 Inhoudsopgave CCS Mest Kleinschalige mono-mestvergisting Bio-Up, Groen Gas op
Nadere informatieMest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking
Mest met beleid Adviesgroep Mestbewerking Fred Stouthart Johan Raap Joop Baltussen Jos van Gastel Mathilde Mollenhorst Minke Lagerwerf Maarten Nederlof Roelof Westerhof Hoofddoel Bodemkwaliteit Schoon
Nadere informatieBIJLAGE 4 - NADERE BESCHRIJVING VAN HET VOORNEMEN
BIJLAGE 4 - NADERE BESCHRIJVING VAN HET VOORNEMEN Het landelijk gebied is constant in beweging. Er worden nieuwe technieken toegepast in de agrarisch bedrijfsvoering en ruimte gezocht voor functies die
Nadere informatieVisie op mestbewerking
Visie op mestbewerking Definitief concept 26 april 2018 Werkgroep mestbewerking NO en ZO-Brabant pagina 1 van 9 1 Vooraf Deze notitie geeft een gezamenlijke visie van de Brabantse gemeenten en de provincie
Nadere informatieMonitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018
Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00
Nadere informatie- Concept voor internetconsultatie -
- Concept voor internetconsultatie - Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van, nr. WJZ/15162748, tot wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband met de aanpassing van de
Nadere informatieNutriëntenbalans (N & P) in BRP. Wetenschappelijke onderbouwing. CLM Onderzoek en Advies BV
Nutriëntenbalans (N & P) in BRP Wetenschappelijke onderbouwing CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, Juli 2012 Inleiding De nutriëntenbalans brengt de nutriëntenkringloop op een melkveebedrijf in beeld.
Nadere informatieLuchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018
Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak
Nadere informatieHoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen
Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:
Nadere informatiePresentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU
Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU 25-11-2010 Door Bart Brouwer Sheet 1 of 26 Agenda Introductie HoSt B.V. Waarom Microferm? Het Microferm concept Beschrijving installatie Voordelen Economie Vragen
Nadere informatieGrondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken
Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)
Nadere informatieNaar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw
Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond
Nadere informatieBewerken rundveemest tot kunstmestvervangers; perspectieven voor de melkveehouderij
juli 2008 rapport 1211.06 Bewerken rundveemest tot kunstmestvervangers; perspectieven voor de melkveehouderij D.J. den Boer T.A. van Dijk H. van der Draai nutriënten management instituut nmi bv postbus
Nadere informatie