Wijziging Wet Melding Collectief Ontslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging Wet Melding Collectief Ontslag"

Transcriptie

1 Wijziging Wet Melding Collectief Ontslag Onderzoek naar de richtlijnconformiteit van en praktische bezwaren bij wetsvoorstel ter uitbreiding van de reikwijdte en bevordering van de naleving van de WMCO Anne Ruijter December 2011

2 Wijziging Wet Melding Collectief Ontslag Onderzoek naar de richtlijnconformiteit van en praktische bezwaren bij wetsvoorstel ter uitbreiding van de reikwijdte en bevordering van de naleving van de WMCO Masterscriptie Arbeidsrecht Anne Ruijter Begeleider: mr. R.D. de Boer 1

3 Lijst van afkortingen ArA BBA BW HvJEG HvJEU JAR Ktr. Stb. Stcrt. SZW OR PbEG PvdA PVV Rb. r.o. SMA TRA UWV VWEU WMCO WW Arbeidsrechtelijke Annotaties Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen Burgerlijk Wetboek Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Hof van Justitie van de Europese Unie Jurisprudentie Arbeidsrecht Kantonrechter Staatsblad Staatscourant Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ondernemingsraad Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen Partij van de Arbeid Partij voor de vrijheid Rechtbank rechtsoverweging Sociaal Maandblad Arbeid Tijdschrift Recht en Arbeid Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Wet Melding Collectief Ontslag Werkloosheidswet 2

4 Voorwoord Met deze scriptie rond ik mijn master Arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam af. Dit betekent niet alleen het einde van mijn master, maar tevens het einde van mijn studietijd. Door middel van dit voorwoord wil ik graag een aantal mensen bedanken die ervoor gezorgd hebben dat ik deze scriptie heb kunnen afronden en met plezier heb kunnen schrijven. Ik wil in de eerste plaats mijn begeleidster Raike de Boer bedanken voor haar feedback. Het consequent en op opbouwende wijze krijgen van commentaar op mijn hoofdstukken heeft ervoor gezorgd dat ik binnen het gewenste tijdschema en vooral met het gewenste enthousiasme deze scriptie heb kunnen voltooien. Dank daarvoor! Daarnaast wil ik Tim, mijn familie en vrienden bedanken voor hun emotionele support als de stress weer eens toesloeg en ik even een duwtje in de rug nodig had. Last but not least wil ik mijn vader bedanken voor de vele keren dat hij heeft willen meelezen. Dankzij zijn kritische blik en engelengeduld heb ik mijn scriptie tot een goed einde weten te volbrengen. Dankjewel! Dan rest mij niets meer dan jullie veel plezier te wensen met het lezen van mijn scriptie! Anne Ruijter Amsterdam, december

5 1 Inleiding 6 2 Richtlijn 98/59/EG betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag - juridisch kader Materiële en personele werkingssfeer Definitie van het collectief ontslag Verplichtingen Sanctie bij niet-naleving 12 3 Wet Melding Collectief Ontslag - juridisch kader Materiële en personele werkingssfeer Definitie van het collectief ontslag Verplichtingen De opzegging en de ontbinding De opzegging Het ontbindingsverzoek Visies in de rechtspraak Visies in de literatuur Sanctie bij niet-naleving 18 4 Wetsvoorstel : de belangrijkste wijzigingen Het wetsvoorstel Voorgestelde wijzigingen Getalscriterium ongeacht ontslagroute Sanctie: vernietiging binnen 6 maanden Vergewisplicht van de kantonrechter Wachttijd Einde dienstverband binnen de proeftijd 23 5 Wetsvoorstel : richtlijnconformiteit Getalscriterium ongeacht ontslagroute Sanctie: vernietiging binnen 6 maanden Vergewisplicht van de kantonrechter Wachttijd Einde dienstverband binnen de proeftijd 27 6 Wetsvoorstel : praktische bezwaren De vaststellingsovereenkomst Onderscheidende aard van de vaststellingsovereenkomst Onduidelijkheid in concernsituaties Drie maanden termijn De vernietigingssanctie Rechtsonzekerheid voor werkgever en werknemer Toename pro forma-procedures bij de kantonrechter Kennis van de werknemer 33 4

6 6.2.4 Versterkte onderhandelingspositie werknemer Alternatieve sancties Vergewisplicht kantonrechter Handhavingsinstrument WMCO niet van toepassing 35 7 Conclusie 36 8 Literatuurlijst Boeken Artikelen Wetgeving Jurisprudentie Parlementaire stukken Overige 44 5

7 1 Inleiding In tijden van economische crisis zijn veel werkgevers gedwongen grote aantallen mensen tegelijkertijd te ontslaan om het hoofd boven water te houden. Deze collectieve ontslagen zijn echter aan verschillende regels gebonden. Met name de Wet Melding Collectief Ontslag (hierna: WMCO) is in dit kader van belang. In deze wet worden verplichtingen aan de werkgever ter bescherming van de werknemer opgelegd indien de werkgever tot een zogenaamd collectief ontslag wenst over te gaan. Het Nederlandse arbeidsrecht kent drie wijzen waarop een werkgever een aantal werknemers in het geval van bedrijfseconomische problemen kan ontslaan. Dit is mogelijk door middel van de opzegging van de arbeidsovereenkomst via het UWV, de ontbinding via de kantonrechter of het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst waarin de beëindiging van de arbeidsrelatie wordt geregeld. De laatstgenoemde ontslagroute valt echter niet onder de (verplichtingen van de) WMCO. Eén van de manieren voor een werkgever om zonder de moeite en tijd die de WMCO vereist een grote groep werknemers te ontslaan, is via het aanbieden van deze vaststellingsovereenkomsten. Dit ten nadele van de desbetreffende werknemers, die hierdoor niet op de bescherming die de WMCO hen beoogt te bieden, kunnen rekenen. Op 31 maart 2011 heeft minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het wetsvoorstel tot wijziging van de WMCO ter overweging bij de Tweede Kamer ingediend. 1 Directe aanleiding voor dit wetsvoorstel waren vragen van de Kamerleden Vermeij (PvdA) 2 in februari 2010 en later Bosma (PVV) 3 over omzeiling van de regels bij collectief ontslag. Ook in de media verschenen steeds meer artikelen over het toenemende gebruik van overeenkomsten tussen werkgever en werknemer tot beëindiging van de arbeidsverhouding om bedrijfseconomische redenen. Door gebruik te maken van deze zogenaamde vaststellingsovereenkomsten zouden werkgevers immers onder toepasselijkheid van de verplichtingen uit de WMCO uit kunnen komen. 4 De toename van het gebruik van de ontslagroute middels vaststellingsovereenkomsten, ook in het geval van ontslag om bedrijfseconomische redenen, komt voort uit een wijziging van de Werkloosheidswet (WW) in Als gevolg van deze wijziging van de WW hoeft de werknemer die een 1 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 1, 2 en 3. 2 Aanhangsel Handelingen II 2009/10, nr Aanhangsel Handelingen II 2009/10, nr Zie o.a. FNV Bouw 6 januari 2010 ; Hagenaars 2011 ; Cats & Jongsma Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p. 2 en Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3. 6

8 vaststellingsovereenkomst aangaat niet langer bang te zijn dat hij zijn recht op een WWuitkering verspeelt. In wetsvoorstel wordt onder andere voorgesteld om beëindiging van de arbeidsovereenkomst via de route van de vaststellingsovereenkomst ook te laten meetellen voor de toepasselijkheid van de WMCO. Met deze wetswijziging wordt door de minister geprobeerd op een optimale wijze bescherming te bieden aan de werknemer die slachtoffer wordt van een collectief ontslag. 6 Zoals veel moderne arbeidswetgeving vloeit ook de WMCO voort uit Europese wet- en regelgeving. In 1975 is de Richtlijn 75/129/EEG betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake collectief ontslag (hierna: Richtlijn 75/129/EEG) aangenomen. 7 Ratio van deze richtlijn is dat de Europese Unie nu eenmaal met zich mee brengt dat er fusies, overnames en herstructureringen plaats dienen te vinden, maar dat de belangen van de werknemer hierbij nimmer uit het oog mogen worden verloren. De richtlijn tracht de gevolgen van dergelijke bedrijfswijzigingen voor de werknemers zo goed mogelijk te regelen. 8 De wijze waarop deze bescherming gewaarborgd dient te worden, is door middel van de raadplegingsprocedure. De WMCO is dus een implementatiewet van voornoemde richtlijn. Op grond van artikel 288 VWEU is Nederland als lidstaat van de EU verplicht deze richtlijn op een juiste wijze te implementeren. Met het toevoegen van de vaststellingsovereenkomst beoogt de Nederlandse wetgever de WMCO richtlijnconform te maken. De toevoeging van de vaststellingsovereenkomst is echter niet de enige wijziging die de minister voorstelt. Ten aanzien van een aantal wezenlijke onderdelen van de WMCO worden wijzigingen voorgesteld, waarvan het de vraag is of deze richtlijnconform zijn. In deze scriptie zal dit onderzocht worden door de voorgestelde wijzigingen te toetsen aan de Richtlijn. Vervolgens is het interessant om te bezien of de voorgestelde wijzigingen in de praktijk ook daadwerkelijk hun beoogde effect, te weten betere bescherming van de werknemer in collectief ontslag, zullen behalen. Wat zullen de wijzigingen betekenen voor de rechtspraktijk? In deze scriptie zal tevens op deze vraag een antwoord worden gegeven. 6 Kamerstukken II , , nr. 3, p Richtlijn van de Raad van 17 februari 1975 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake collectief ontslag (75/129/EEG), PbEG 1975, L 48, p

9 De onderzoeksvraag die centraal staat in deze scriptie luidt dan ook: Is wetsvoorstel ter bescherming van de werknemer bij een collectief ontslag conform Richtlijn 98/59/EG en zal het wetsvoorstel in de praktijk de beoogde bescherming bieden? Om tot een goede beantwoording van bovengenoemde onderzoeksvraag te komen, is het van belang eerst een juridisch kader te schetsen. In hoofdstuk 2 zal derhalve het juridisch kader van de richtlijn, voor zover van belang voor het wetsvoorstel, uiteen worden gezet. Vervolgens zal in hoofdstuk 3 de (juridische) inhoud van de WMCO worden behandeld. Daarna zullen in hoofdstuk 4 de wijzigingsvoorstellen van de minister worden geschetst. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens met behulp van de informatie die in voornoemde hoofdstukken is gegeven, het wetsvoorstel getoetst aan de richtlijn. In hoofdstuk 6 zullen de praktische bezwaren worden behandeld. Tenslotte zal in de conclusie, gebaseerd op het bovenstaande, een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. 8 Heinsius 2003, p. 7. 8

10 2 Richtlijn 98/59/EG betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag juridisch kader De Richtlijn 75/129/EEG betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag is sinds zijn inwerkingtreding in 1975 al een aantal keer herzien. In 1992 is door de Europese wetgever de Richtlijn gewijzigd door er (onder andere) aan toe te voegen dat ook andere wijzen van beëindiging dan enkel de opzegging dienden te worden gelijkgesteld aan de ontslagen uit de eerdere richtlijn. Dit, voor zover er sprake zou zijn van minimaal vijf ontslagen in deze andere vorm. 9 Deze richtlijn uit 1992 wordt ook wel de Wijzigingsrichtlijn genoemd. In 1998 zijn beide richtlijnen samengevoegd in een nieuwe, overkoepelende richtlijn, Richtlijn 98/59/EG betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag. Voor zover in de volgende hoofdstukken gesproken wordt over de Richtlijn wordt er gedoeld op deze meest recente richtlijn. 2.1 Materiële en personele werkingssfeer In artikel 1 van de Richtlijn zijn de personele en materiële werkingssfeer van de Richtlijn neergelegd. De personele werkingssfeer geeft aan op welke personen de wet van toepassing is. Op grond van artikel 1 lid 1 onder a van de Richtlijn, is de Richtlijn van toepassing op de werkgever en de werknemer. Hoewel deze begrippen in het Nederlandse recht verwijzen naar de privaatrechtelijke arbeidsverhouding, staat dat niet met zoveel woorden in de Richtlijn. Desalniettemin, dienen de begrippen werkgever en werknemer uit de Richtlijn wel zo te worden geïnterpreteerd. In artikel 1 lid 2 van de Richtlijn zijn de werknemers in dienst van de overheid (de publiekrechtelijke arbeidsverhouding) immers uitgesloten, waardoor a contrario kan worden geconcludeerd dat slechts de privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst (in de zin van artikel 7:610 BW) onder de personele werkingssfeer van de Richtlijn valt. 10 De materiële werkingssfeer geeft aan op de welke ontslagen de Richtlijn ziet. In artikel 1 lid 1 onder a staat geformuleerd dat het collectief ontslag betreft een ontslag door een werkgever om één of meer redenen die geen betrekking hebben op de persoon van de werknemer ( ). Hieruit valt te concluderen dat slechts de bedrijfseconomische ontslagen binnen de materiële werkingssfeer van de Richtlijn vallen. 11 Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat door het Hof van Justitie in 2004 is bepaald, dat het hier niet enkel om bedrijfseconomische redenen in enge zin gaat. Ook redenen als faillissement, dood van de werkgever of onteigening vallen 9 Richtlijn 92/56/EEG, PbEG L 245 van 26 augustus 1992, preambule. 10 Peters 2000, p. 308 ; Heinsius 2004, p Heinsius 2004, p

11 binnen de materiële werkingssfeer van de Richtlijn en verdragsconform daarmee ook binnen die van de WMCO. 12 Voorts wordt in het tweede lid van artikel 1 van de Richtlijn een drietal typen arbeidsverhoudingen buiten toepassing van de Richtlijn verklaard. De Richtlijn is niet van toepassing op arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk, behalve wanneer dit ontslag plaatsvindt vóór het verstrijken van de tijd of vóór het voltooien van het werk (sub a). Daarnaast is de Richtlijn, zoals al aangegeven, ook niet van toepassing op werknemers in dienst van de overheid of bij plaatselijke eenheden van publiekrechtelijke aard (sub b). Het derde type arbeidsverhouding dat uitgesloten is van toepassing van de Richtlijn is de bemanning van zeeschepen (sub c). 2.2 Definitie van het collectief ontslag De definitie van collectief ontslag wordt eveneens in artikel 1 van de Richtlijn geformuleerd. Artikel 1 1. Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: a) collectief ontslag: het ontslag door een werkgever om één of meer redenen die geen betrekking hebben op de persoon van de werknemer, wanneer, ter keuze van de lidstaten, het aantal ontslagen i) ofwel gedurende een periode van 30 dagen: - ten minste 10 werknemers treft in plaatselijke eenheden met gewoonlijk meer dan 20, maar minder dan 100 werknemers; - ten minste 10% van het aantal werknemers treft in plaatselijke eenheden met gewoonlijk ten minste 100, maar minder dan 300 werknemers; - ten minste 30 werknemers treft in plaatselijke eenheden met gewoonlijk ten minste 300 werknemers; ii) ofwel gedurende een periode van 90 dagen ten minste 20 werknemers treft, ongeacht het aantal werknemers dat gewoonlijk in de desbetreffende plaatselijke eenheden werkzaam is; De Richtlijn schrijft een aantal vereisten voor, waarbij hij de keuze laat aan de lidstaten tussen het genoemde in sub i en sub ii. Nu de Nederlandse wetgever gekozen heeft voor de tweede optie, zal deze optie behandeld worden in deze scriptie. Om van een collectief ontslag te spreken moet er sprake zijn van een ontslag van minimaal 20 werknemers die werkzaam zijn in een plaatselijke eenheid binnen een tijdsperiode van 90 dagen. Voor het minimumaantal van 20 werknemers (het getalscriterium) wordt sinds de wijziging van de Richtlijn in 1992 alle wijzen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever die geen betrekking hebben op de persoon van de werknemer, gelijkgesteld met de in sub a genoemde ontslagen. Deze gelijkgestelde ontslagen zijn van 12 HvJ EG 12 oktober 2004, nr. C-55/02 (Europese Commissie/Portugal), r.o

12 belang voor het bereiken van het minimumaantal van 20 ontslagen; de overige verplichtingen uit de Richtlijn zijn niet op deze gelijkgestelde ontslagen van toepassing. 13 De Nederlandse wetgever heeft met de wijziging van de WMCO in 1994 de route via de ontbinding onder dit gelijkgestelde ontslag geschaard. 14 In het arrest Commissie/Portugal heeft het Hof geoordeeld dat onder dit gelijkgesteld ook het type ontslag wordt bedoeld dat uitgaat van de werkgever, maar de instemming van de werknemer heeft (oftewel: de vaststellingsovereenkomst). 15 Of het wetsvoorstel met de toevoeging van de vaststellingsovereenkomst nu richtlijnconform is, zal worden behandeld in hoofdstuk 5. Wat onder de definitie plaatselijke eenheid moet worden verstaan is niet te vinden in de Richtlijn. Wel heeft het Hof van Justitie zich over de definitie van plaatselijke eenheid uitgelaten. In het Rockfon-arrest wordt het begrip plaatselijke eenheid gedefinieerd als de eenheid waar de door het ontslag getroffen werknemers voor de uitoefening van hun taak te werk zijn gesteld. 16 Voor de toetsing aan het criterium van de plaatselijk eenheid moet dus gekeken worden naar het aantal werknemer binnen een vestiging of onderdeel van de onderneming Verplichtingen Als er sprake is van een collectief ontslag in de zin van de Richtlijn, is de werkgever gehouden de verplichtingen die de Richtlijn hem oplegt, na te leven. In concreto betekent dit, dat de werkgever een meldingsplicht en een raadplegingsplicht van zijn voornemen tot collectief ontslag heeft. De raadplegingsplicht is in artikel 2 van Richtlijn 75/129/EEG neergelegd en omschreven als een verplichting voor de werkgever om bij collectief ontslag de vertegenwoordigers van de werknemers te raadplegen teneinde tot een akkoord te komen. Op grond van artikel 3 van de Richtlijn 75/129/EEG dient de werkgever zijn voornemen tot collectief ontslag tevens te melden aan de bevoegde overheidsinstantie. Deze melding heeft als doel het zoveel mogelijk voorkomen van collectieve ontslagen door de overheid. Daartoe geldt een wachttijd van 30 dagen, waarin de werkgever niet tot het collectief ontslag mag overgaan en de overheid tijd heeft eventueel onnodige collectieve ontslagen te voorkomen (artikel 4 lid 1 en 2) Even en Filippo 2011, p Kamerstukken II 1992/93, , nr. 3, p HvJ EG 12 oktober 2004, nr. C-55/02 (Europese Commissie/Portugal), r.o HvJEG 7 december 1995, nr. C-449/93 (Rockfon/Specialarbejderforbundet I Denmark), r.o Peters 2000, p Zie ook: Kamerstukken II 1974/75, , nr. 3, p

13 2.4 Sanctie bij niet-naleving Om te voorzien in daadwerkelijke naleving van de verplichtingen uit de Richtlijn die op de werkgever rusten, draagt de Richtlijn de individuele lidstaten op in een handhavingsysteem te voorzien. In de Richtlijn zelf is geen sanctie op niet-naleving neergelegd. Wel worden de lidstaten in artikel 6 opgedragen er zorg voor te dragen dat de werknemersvertegenwoordiging en/of werknemers over administratieve en/of gerechtelijke procedures beschikken om de verplichtingen waarin de richtlijn voorziet, te doen naleven. In het arrest Commissie/Verenigd Koninkrijk heeft het Hof van Justitie deze verplichting voor de lidstaten geconcretiseerd. Het Hof stelt, dat de lidstaten alle passende maatregelen dienen te nemen om de doeltreffende toepassing van het gemeenschapsrecht te verzekeren. Voorts oordeelt het Hof dat de lidstaten hierbij eenzelfde soort sanctie moet verbinden op overtreding van de Richtlijn zoals die voor vergelijkbare nationale regelgeving geldt. Daarbij dient de sanctie doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. 19 Nederland heeft op grond van zijn verplichtingen als lidstaat van de Europese Unie, de Richtlijn geïmplementeerd in de zogenaamde WMCO. Om tot een goede beantwoording van de onderzoeksvraag te komen, is het van belang helder voor ogen te hebben hoe de Nederlandse wetgever invulling heeft gegeven aan deze implementatie. Hoe ziet de WMCO er uit? In het volgende hoofdstuk worden de hoofdpunten van deze wet uiteengezet. 19 HvJEG 18 juni 1994, nr. C-383/92 (Commissie/Verenigd Koninkrijk), r.o. 40 ; zie ook: Even en Filippo 2011, p

14 3 De Wet Melding Collectief Ontslag - juridisch kader De Richtlijn 75/129/EEG is in 1976 door de Nederlandse wetgever geïmplementeerd in de WMCO. 20 In 1994 heeft de Nederlandse wetgever de WMCO gewijzigd 21, nadat in 1992 de Wijzigingsrichtlijn van de Richtlijn inzake collectief ontslag was aangenomen 22. Hoe de Nederlandse wetgever in 1994 gevolg heeft gegeven aan deze wijziging in de WMCO zal in paragraaf worden besproken Materiële en personele werkingssfeer Artikel 1 en 2 van de WMCO regelen de materiële respectievelijk personele werkingssfeer van deze wet. In artikel 1 lid 1 sub b worden hier de werkgever en de werknemer in de zin van artikel 7:610 BW genoemd. Hieruit valt op te maken dat de WMCO - overeenkomstig de Richtlijn - slechts ziet op de zuiver civielrechtelijke arbeidsrelatie en niet op de publiekrechtelijke 23 arbeidsrelatie. 24 De materiële werkingssfeer vindt men terug in artikel 2 WMCO. Blijkens dit artikel is de WMCO niet van toepassing op het doen eindigen van een dienstbetrekking waarvoor geen toestemming van een bevoegd gezag vereist is (sub a) of uitsluitend om redenen die de persoon van de werknemer betreffen (sub b). Hieruit valt af te leiden dat de WMCO slechts van toepassing is op ontslagen om bedrijfseconomische redenen. 25 Ook dit is overeenkomstig de Richtlijn Definitie van het collectief ontslag De WMCO is slechts toepasselijk, indien er sprake is van een zogenaamd collectief ontslag. De definitie van een collectief ontslag valt af te leiden uit artikel 3 lid 1 WMCO. Artikel 3 1. Een werkgever die voornemens is de dienstbetrekkingen van tenminste twintig werknemers, werkzaam in één werkgebied, op een of meer binnen een tijdvak van drie maanden gelegen tijdstippen te doen eindigen, meldt dit ter tijdige raadpleging schriftelijk aan de belanghebbende verenigingen van werknemers. ( ) 20 Kamerstukken I 1975/76, , nr Wet van 22 juli 1993, Stb Richtlijn 92/56/EEG, PbEG L 245 van 26 augustus In artikel 1 lid 2 van de Richtlijn worden werknemers in dienst van de overheid of plaatselijke eenheden van publiekrechtelijke aard expliciet uitgesloten. 24 Heinsius 2004, p ; Peters 2000, p Heinsius 2003, p Zie paragraaf

15 Met deze definitie van collectief ontslag wordt nauw aangesloten bij de definitie uit artikel 1 lid 1 van de Richtlijn. Ten eerste moet er sprake zijn van ontslag van minimaal 20 werknemers. Ten tweede dienen deze werknemers werkzaam te zijn binnen één werkgebied. Ingevolge artikel 1 sub d WMCO moet onder werkgebied een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgesteld gebied worden verstaan. Dit is nader omschreven in artikel 1:3 Ontslagbesluit, waarin is bepaald dat werkgebieden gelijk zijn aan de werkgebieden van het UWV 27. Als laatste -derde- vereiste dient het collectief ontslag plaats te vinden binnen een tijdsbestek van drie maanden. Is aan al deze vereisten voldaan, dan is de werkgever ingevolge de WMCO verplicht aan de in de WMCO genoemde verplichtingen te voldoen. 3.3 Verplichtingen Overeenkomstig de Richtlijn regelt de WMCO een aantal verplichtingen voor de werkgever indien hij voornemens is over te gaan tot een collectief ontslag. De belangrijkste bepaling uit de WMCO is artikel 3 lid 1, waarin de raadplegingsprocedure is neergelegd. De werkgever die voornemens is over te gaan tot een collectief ontslag, dient dit ter tijdige raadpleging schriftelijk te melden aan de belanghebbende werknemersverenigingen. Tevens dient hij tijdig zijn voornemen te melden aan het bevoegd gezag. Het overheidsorgaan dat hiertoe bevoegd is, is het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: UWV) op grond van artikel 1 sub c WMCO. Ingevolge artikel 4 lid 1 WMCO dient de werkgever zijn voornemen te onderbouwen aan zowel de werknemersverenigingen als aan het UWV. Tevens dient hij bij deze melding informatie te verschaffen inzake het aantal werknemers dat hij voornemens is te ontslaan, op welk tijdstip hij dit van plan is, hoe hij tot deze groep werknemers is gekomen en de wijze waarop hij eventuele afvloeiingsregelingen heeft berekend (artikel 4 lid 2 sub a-d WMCO). Indien de onderneming van de werkgever een ondernemingsraad (hierna: OR) heeft aangesteld (artikel 2 WOR) zal ook deze op de hoogte gesteld moeten worden van het voornemen tot collectief ontslag en hieromtrent moeten worden geraadpleegd (artikel 4 lid 4 sub c WMCO). Duidelijk moge zijn, dat de werkgever aan een groot aantal verplichtingen moet voldoen, indien hij voornemens is over te gaan tot een collectief ontslag in de zin van de WMCO. 27 Zie voor een overzicht van de indeling in districten bijlage 2 van het Besluit werkgebieden UWV WERKbedrijf 2011 (Stcrt 2011, 683). 14

16 3.4 De opzegging en de ontbinding Directe aanleiding voor wetsvoorstel was de niet-toepasselijkheid van de WMCO op beëindiging van het dienstverband wegens bedrijfseconomische redenen indien dit gebeurt door middel van een vaststellingsovereenkomst. 28 Dit type ontslag telde niet mee voor het getalscriterium zoals besproken in paragraaf 3.2. Welke wijzen van beëindiging tellen nu eigenlijk wel mee voor het getalscriterium van artikel 3 lid 1 WMCO? In deze paragraaf worden de twee beëindigingswijzen die thans meetellen voor het getalscriterium besproken: de opzegging en de ontbinding De opzegging Artikel 3 lid 1 WMCO definieert het collectief ontslagbegrip als het voornemen van de werkgever de dienstbetrekkingen van ten minste 20 werknemers, werkzaam in één werkgebied, op één of meer binnen een tijdvak van drie maanden gelegen tijdstippen te doen eindigen. Na de inwerkingtreding van de WMCO in 1975 bleef onduidelijk welke vormen van ontslag onder doen eindigen werd verstaan. Hoewel in de memorie van toelichting van 1975 werd gesproken over de opzegging, ging men er toch vanuit dat slechts de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door middel van een ontslagaanvraag bij het bevoegd orgaan meetelde voor het getalscriterium uit de WMCO. 29 Bij de wijziging van de WMCO in 1994 ten gevolge van de Wijzigingsrichtlijn van leek daar meer duidelijkheid over te komen. Daar sprak de wetgever in de memorie van toelichting letterlijk over de RDAprocedure (thans: UWV-procedure). 31 Toch lijkt ook artikel 2 lid 1 onder a WMCO duidelijkheid te geven. In dit artikel wordt immers gesteld dat de WMCO niet van toepassing is op het doen eindigen van een dienstbetrekking waarvoor geen toestemming van het UWV is vereist. Dit zou betekenen dat de opzeggingen waarvoor geen ontslagaanvraag voor voornoemde instantie nodig is, niet onder de WMCO vallen. Hierbij moet men - in het kader van collectief ontslag - denken aan werknemers bij een publiekrechtelijk lichaam (artikel 2 lid 1 sub a BBA), de opzegging van onderwijzend en docerend personeel, werkzaam aan onderwijsinrichtingen, staande onder beheer van een natuurlijk of rechtspersoon (sub b) of personen die een geestelijk ambt bekleden (sub c). Voorts is ook voor het ontslag op staande voet (artikel 6 lid 2 sub a BBA), de opzegging tijdens de proeftijd (artikel 6 lid 2 sub b BBA) 28 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Heinsius 2009, p Richtlijn 92/56/EEG, PbEG L 245 van 26 augustus

17 en de opzegging die geschiedt ten gevolge van faillissement of toepassing schuldsanering natuurlijke personen (artikel 6 lid 2 sub c BBA) geen toestemming van het UWV vereist. Voor opzegging van de arbeidsovereenkomst van de statutair bestuurder is eveneens geen toestemming vereist (artikel 6 lid 9 BBA 32 ) Het ontbindingsverzoek Onder de WMCO van 1975 werd ervan uitgegaan dat slechts de ontslagaanvraag via het UWV meetelde voor de vraag of de WMCO ex artikel 3 WMCO diende te worden geraadpleegd. Dit betekende dat een werkgever gemakkelijk onder de toepasselijkheid en daarmee de verplichtingen van de WMCO uit kon komen door in plaats van zijn werknemers te ontslaan via de UWV-route, hen via ontbindingsverzoeken bij de kantonrechter te ontslaan. In 1992 is door de Europese wetgever de Richtlijn gewijzigd door er (onder andere) aan toe te voegen dat ook andere wijzen van beëindiging dienden te worden gelijkgesteld aan de ontslagen uit de eerdere richtlijn. Dit, voor zover er sprake zou zijn van minimaal vijf ontslagen in deze andere vorm. 33 Als reactie op deze wijziging is ook de WMCO in 1994 gewijzigd 34 en is er een tweede lid aan artikel 3 WMCO toegevoegd. In dit artikellid zijn nu ook ontbindingsverzoeken aan de in het eerste lid bedoelde wijze van beëindiging toegevoegd, mits deze geen betrekking hebben op de persoon van de werknemer en er sprake is minimaal 5 ontbindingsverzoeken (artikel 3 lid 2 WMCO). Naar aanleiding van deze wetswijziging is er veel discussie in zowel de rechtspraak als de literatuur ontstaan inzake de verhouding tussen de WMCO en het ontbindingsartikel 7:685 BW. 35 Want is de kantonrechter wel bevoegd kennis te nemen van ontslagen met een collectief karakter en is hij wel voldoende toegerust voor de beoordeling van de maatstaven uit de WMCO? Visies in de rechtspraak In de rechtspraak zijn vier verschillende standpunten van kantonrechters terug te vinden inzake de vraag naar de verhouding van het ontbindingsartikel en de regels omtrent collectief ontslag uit de WMCO Kamerstukken II 1992/1993, , nr. 3, p De ontheffing voor de statutair bestuurder van het toestemmingsvereiste uit het BBA is gegeven bij Ministerieel besluit van 21 november 1972 (Stcrt. 1972, 234). 33 Richtlijn 92/56/EEG, PbEG L 245 van 26 augustus 1992, preambule. 34 Kamerstukken II 1992/1993, , nr Heinsius 2009, p Loonstra 1995, p

18 Het eerste betreft de visie dat het UWV veel beter in staat is een ontslagprocedure met een collectief karakter te beoordelen dan de kantonrechter, die zich doorgaans richt op en daardoor gespecialiseerd is in de individuele ontslagprocedures. 37 Gevolg van deze opvatting is dat deze kantonrechters het verzoek niet-ontvankelijk verklaren en de werkgever aangewezen is op de UWV-procedure. De tweede visie betreft een mildere variant op de eerste: de kantonrechter acht het verzoek ontvankelijk, maar beslist niet alvorens advies te hebben gevraagd aan het UWV. 38 Het derde standpunt houdt in dat, ondanks dat de ontbindingsprocedure ex artikel 7:685 BW losstaat van die uit de WMCO, de kantonrechter bij de behandeling van het ontbindingsverzoek toch de criteria uit het Ontslagbesluit in acht zal nemen. 39 Het laatste, vierde standpunt betreft het geheel los zien van beide procedures en deze kantonrechters behandelen de ontbindingsverzoeken dan ook geheel volgens de maatstaf van 7:685 BW, of er al dan niet wegens gewichtige redenen tot ontbinding wordt verzocht Visies in de literatuur Ook in de literatuur zijn verschillende visies met betrekking tot de verhouding van de ontbinding ex artikel 7:685 BW en de WMCO te constateren. Loonstra heeft wel betoogd dat de kantonrechter de verzoeker niet-ontvankelijk moet verklaren, nu de ontbindingsprocedure ex artikel 7:685 BW zich bij uitstek richt op individuele gevallen en de daarmee samenhangende belangen van individuele partijen, terwijl het UWV juist beter het collectieve, algemene belang in het oog kan houden. 41 Andere rechtsgeleerden menen daarentegen dat het verzoek om ontbinding bij de kantonrechter op zichzelf staat en te allen tijde mogelijk dient te zijn overeenkomstig de in artikel 7:685 BW genoemde criteria. Dat er in de WMCO extra bescherming aan de werknemer wordt geboden vanwege het collectieve karakter van zijn ontslag, vraagt hooguit om een extra kritische blik bij de behandeling van het ontbindingsverzoek Zie o.a. Ktr Leeuwarden 4 januari 2006, RAR 2006, 47, r.o. 7 ; Rb. Utrecht 16 december 1993, JAR 1994/ Zie o.a. Ktr. Utrecht 6 februari 2004, JAR 2004/ Ktr. Deventer 20 juli 1990, PRG 1990, Ktr. Zwolle 28 september 1992, JAR 1992, 96 ; zie ook Loonstra 1995, p Loonstra 1995, p. 46 ; Zie ook: Zondag 2001, p Heinsius 2009, p. 15 ; Luttmer-Kat, aant

19 3.5 Sanctie bij niet-naleving Thans geldt ex artikel 7 lid 1 WMCO als sanctie het niet in behandeling nemen door het UWV van de ontslagaanvragen indien duidelijk is dat de werkgever zijn verplichtingen uit de WMCO (nog) niet is nagekomen. Het UWV zal in dat geval niet eerder dan twee maanden na deze constatering de ontslagaanvraag weer in behandeling nemen, mits inmiddels wel aan de verplichtingen uit de WMCO is voldaan (artikel 7 lid 3 WMCO). Voor de ontbinding is thans niets geregeld in artikel 7 WMCO Heinsius 2004, p

20 4 Wetsvoorstel : de belangrijkste wijzigingen 4.1 Het wetsvoorstel Met het wetsvoorstel beoogt minister Kamp niet alleen de ontslagroute via de vaststellingsovereenkomst toe te voegen aan de werkingssfeer van de WMCO, maar maakt hij van de gelegenheid gebruik om nog een aantal andere aanpassingen voor te stellen. Zo wordt naast de toevoeging van deze ontslagroute (paragraaf 4.2.1) ook het sanctiemiddel gewijzigd (paragraaf 4.2.2), een vergewisplicht voor de kantonrechter voorgesteld (paragraaf 4.2.3), de wachttijd uitgebreid (paragraaf 4.2.4) en de werknemer in proeftijd uitgesloten van de WMCO (paragraaf 4.2.5). In de volgende paragraaf zullen deze wijzigingen uiteen worden gezet. 4.2 Voorgestelde wijzigingen Getalscriterium ongeacht ontslagroute Als wetsvoorstel doorgang vindt zullen ook de vaststellingsovereenkomsten mee gaan tellen voor de beoordeling van de vraag of het getalscriterium van artikel 3 WMCO wordt bereikt en de WMCO dus van toepassing is. Op deze wijze maakt het geen verschil welke ontslagroute de werkgever kiest; als het aantal van 20 werknemers wordt bereikt, is de WMCO van toepassing. Derhalve zal het tweede lid van artikel 3 WMCO komen te vervallen. In dit artikellid wordt voorgeschreven dat er minimaal 5 ontbindingsverzoeken moeten zijn ingediend om ook deze vorm van ontslag te laten meetellen voor de toepasselijkheid van de WMCO. Nu de ratio achter het wetsvoorstel is dat het niet meer uit maakt welke route gekozen wordt, dienen alle vormen van ontslag mee te tellen zonder een gesteld minimum. 44 Met de wijziging van de WMCO zal dus ook een mengeling van ontslagroutes toepasselijkheid van de WMCO tot gevolg hebben, zodra het totaal de teller van twintig overschrijdt. Een voorbeeld ter illustratie: als een werkgever (binnen een periode van drie maanden) eerst 8 ontslagaanvragen indient bij het UWV, daarna van 6 werknemers hun arbeidsovereenkomst laat ontbinden door de kantonrechter en vervolgens nog 8 werknemers door middel van een vaststellingsovereenkomst ontslaat, overschrijdt hij het getalscriterium van artikel 3 WMCO en zal hij de verplichtingen uit de WMCO moeten naleven. 44 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p

21 Zonder de voorgestelde wijziging uit wetsvoorstel is dit niet het geval: vaststellingsovereenkomsten worden immers niet meegeteld voor toepasselijkheid van de WMCO en derhalve zullen de 8 ontslagaanvragen en 6 ontbindingsverzoeken de teller van 20 niet overschrijden en is de WMCO in een dergelijk geval niet van toepassing Sanctie: vernietiging binnen 6 maanden Voorts wordt in het wetsvoorstel een zware sanctie ter handhaving van de verplichtingen uit de WMCO geïntroduceerd. De wetgever stelt als sanctie de mogelijkheid voor de werknemer tot vernietiging van de opzegging en de vaststellingsovereenkomst binnen een termijn van 6 maanden. Dit houdt in dat een werknemer die er binnen een tijdsperiode van 6 maanden achterkomt dat zijn ontslag door middel van opzegging of een vaststellingsovereenkomst onderdeel was van een collectief ontslag in de zin van de WMCO en zijn ex-werkgever de regels uit de WMCO niet heeft nageleefd, zijn ontslag kan vernietigen. 45 In concreto betekent dit dat als de werkgever niet aan de verplichting tot melding heeft voldaan, dan wel de belanghebbende verenigingen van werknemers en, indien aanwezig, de ondernemingsraad niet heeft geraadpleegd, dan wel niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot inachtneming van de wachttijd, de werknemer zijn ontslag kan vernietigen. 46 Deze vernietiging zal tot gevolg hebben dat het ontslag met terugwerkende kracht wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden. 47 Dit betekent dat de werknemer geacht wordt nooit te zijn ontslagen en in dienst te zijn gebleven en recht heeft op doorbetaling van loon totdat zijn dienstverband op rechtsgeldige wijze is beëindigd. Met de voorgestelde sanctie van vernietiging binnen 6 maanden na het ontslag, legt de wetgever via de werknemer een zware sanctie op schending van de WMCO; niet overeenkomstig de regels van de WMCO gegeven ontslagen kunnen geheel worden teruggedraaid met alle gevolgen van dien. Juist omdat de gevolgen van de vernietiging zo vergaand zijn, hoopt de wetgever op deze wijze alle werkgevers tot strikte naleving van de WMCO te dwingen. 48 Of dit middel zijn beoogde doel daadwerkelijk zal behalen, wordt verder behandeld in hoofdstuk Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 2, p Zie de regels van het algemeen contractenrecht, in het bijzonder artikel 3:53 lid 1 BW. 48 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 6, p

22 4.2.3 Vergewisplicht van de kantonrechter Daarnaast voorziet het wetsvoorstel in een vergewisplicht voor de kantonrechter. Bij ieder ontbindingsverzoek om bedrijfseconomische redenen zal de kantonrechter moeten nagaan bij partijen of de WMCO van toepassing is en of deze is nageleefd. De werkgever dient hiertoe stukken te overleggen, waaruit blijkt dat er melding van het voornemen tot collectief ontslag is gedaan bij het bevoegd gezag (het UWV). Ook moet uit deze stukken blijken dat de werknemersvertegenwoordiging inzake het voorgenomen collectief ontslag is geraadpleegd. Pas als dit het geval is, mag de kantonrechter de ontbindingsverzoeken in behandeling nemen. 49 Het lijkt erop dat de wetgever met dit voorschrift ook voor de ontbinding een zekere handhaving probeert te bewerkstelligen. Echter, niet in de vorm van de mogelijkheid van vernietiging achteraf zoals bij de opzegging en de vaststellingsovereenkomst wordt geïntroduceerd, maar door middel van een toetsing vooraf door de behandelend kantonrechter. Het is echter de vraag, in hoeveel gevallen deze vergewisbepaling zijn beoogde effect heeft. Op vragen van de Raad voor de Rechtspraak over een voorziene verhoging van de werklast voor de rechterlijke macht 50, antwoordt minister Kamp dat indien partijen verklaren dat de WMCO niet van toepassing is, de kantonrechter zonder nader onderzoek de arbeidsovereenkomst kan ontbinden. 51 De vergewisbepaling heeft derhalve veel overeenkomsten met de reeds geldende verplichting van de kantonrechter zich ervan te vergewissen bij elk ontbindingsverzoek of er wordt gehandeld in strijd met een opzegverbod (artikel 7:685 lid 1 BW). 52 Hierbij kunnen partijen immers ook verklaren dat de verzochte ontbinding geen verband houdt met een opzegverbod. De kantonrechter heeft in beginsel voldoende aan zijn vergewisplicht voldaan als beide partijen verklaren dat het ontslag geen verband houdt met een opzegverbod. Wel zal de kantonrechter enige onderbouwing hiervan willen zien, voordat hij verder onderzoek achterwege kan laten. 53 De kantonrechter zal eveneens nader onderzoek achterwege mogen laten indien de werkgever aannemelijk maakt dat nakoming van de verplichtingen uit de WMCO niet mogelijk is omdat de financiële situatie van de onderneming zo slecht is, dat ontbinding van de 49 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p. 2 en Advies Raad van de Rechtspraak 2010, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kring van Kantonrechters 1999, Aanbeveling nr

23 arbeidsovereenkomst van werknemers op korte termijn nodig is om in financieel opzicht het hoofd boven water te houden Wachttijd Ook maakt de wetgever van de gelegenheid gebruik om een wijziging met betrekking tot de thans in artikel 6 WMCO geregelde wachttijd voor te stellen. Zo wordt voor de opzegging, de ontbinding en het aangaan van een vaststellingsovereenkomst steeds een wachttijd voorgeschreven. Dit houdt in, dat de werkgever vanaf het moment van de melding van zijn voorgenomen collectief ontslag één maand moet wachten voordat hij tot de daadwerkelijke opzegging over mag gaan. Eenzelfde wachttijd is geboden voordat de kantonrechter tot ontbinding mag overgaan en ook het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst kan pas plaatsvinden na deze periode. In deze periode wordt de werknemersvertegenwoordiging de mogelijkheid geboden zich over het voorgenomen collectief ontslag te beraden en eventueel actie te ondernemen. 55 Thans is een dergelijke wachttijd alleen voor de UWV-procedure geregeld en ziet deze slechts op het melden van het voorgenomen collectief ontslag aan de werknemersvertegenwoordiging (artikel 6 WMCO). In het wetsvoorstel gaat het niet slechts om de melding, maar om daadwerkelijke raadpleging. Pas nadat uit door de werkgever overgelegde schriftelijke stukken duidelijk is geworden dat de werknemersvertegenwoordiging is geraadpleegd, is aan deze verplichting voldaan. 56 De wetgever merkt daarbij wel op dat het moet gaan om raadpleging en niet overeenstemming. De werknemersvertegenwoordiging moet daadwerkelijk betrokken zijn geweest bij het collectief ontslag en de mogelijkheid hebben gekregen zich hierover uit te laten. Overeenstemming tussen de werkgever en de werknemersvertegenwoordiging gaat een stap verder; dat beoogt de WMCO niet te regelen. 57 Het wetsvoorstel voorziet tevens in een nieuw artikel 7a dat de situatie regelt waarbij de werkgever de werknemersvertegenwoordiging wel raadpleegt, maar de werknemersvertegenwoordiging hier geen gehoor aan geeft. In twee situaties wordt de werkgever wel geacht aan zijn verplichtingen tot melding en raadpleging te hebben voldaan, terwijl de werknemersvertegenwoordiging niet om de tafel is komen zitten. 54 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2011/12, , nr. 6, p

24 De eerste situatie betreft het niet ingaan op de schriftelijke uitnodiging van de werkgever door de werknemersvertegenwoordiging, mits deze tenminste twee weken voordat het moment van overleg plaats zou vinden is ontvangen door de werknemersvertegenwoordiging. De tweede situatie betreft het geval dat de werknemersvertegenwoordiging schriftelijk te kennen geeft af te zien van raadpleging. In deze situaties wordt de werkgever geacht aan zijn verplichtingen uit de WMCO te hebben voldaan en vormt de WMCO niet langer een hindernis voor de werkgever om over te gaan tot het collectief ontslag Einde dienstverband binnen de proeftijd Een laatste, opmerkelijke wijziging die de wetgever voorstelt, is het buiten toepassing verklaren van het ontslag binnen de proeftijd. 59 Hoewel dit niet met zoveel woorden uit de wettekst bleek, werd er vóór het wetsvoorstel al van uitgegaan dat de beëindiging van het dienstverband binnen de proeftijd niet binnen de personele werkingssfeer van de WMCO zou vallen. Dit, omdat in artikel 2 lid 1 sub a WMCO het toepassingsgebied van de WMCO werd beperkt tot ontslagen waarvoor toestemming van een bevoegd gezag voor vereist is. Nu blijkens artikel 6 lid 2 sub b BBA geen toestemming vereist is voor ontslag van een werknemer binnen de proeftijd, viel dit ontslag impliciet al buiten het toepassingsgebied van de WMCO. 60 De wetgever heeft in het wetsvoorstel bovengenoemd artikel 6 lid 2 sub b laten vervallen, waardoor hij een expliciete uitsluiting van het ontslag binnen de proeftijd noodzakelijk achtte. 61 Vanuit de literatuur wordt deze uitsluiting betreurd, nu in de Richtlijn 98/59/EG nergens gegeven is dat ontslag binnen de proeftijd buiten het toepassingsbereik van de collectief ontslagregels zou moeten vallen. Er wordt dan ook wel gesteld dat dit voorstel in strijd met de Richtlijn is. 62 In paragraaf 5.5 zal hier nader op in worden gegaan. 58 Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 2, p Even en Filippo 2011, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Peters 2000, p ; Heinsius 2003, p. 16 ; Even en Filippo 2011, p

25 5 Wetsvoorstel : richtlijnconformiteit Het is duidelijk dat de wetgever meerdere ingrijpende wijzigingen van de WMCO voorstelt in wetsvoorstel Het is echter de vraag, of de wijzigingen in overeenstemming zijn met de Europese Richtlijn, waarvan de WMCO de implementatie in de Nederlandse wetgeving is. Artikel 288 VWEU schrijft immers voor dat de Europese Richtlijnen ten aanzien van het te bereiken resultaat verbindend zijn voor de lidstaten. Een juiste implementatie van de Richtlijn is dus noodzakelijk op grond van het lidmaatschap van Nederland aan de Europese Unie. In dit hoofdstuk worden de wijzigingen uit wetsvoorstel tegen het licht van de Richtlijn gehouden en bezien of de Richtlijn de voorstellen van de Nederlandse wetgever toestaat. 5.1 Getalscriterium ongeacht ontslagroute Door het toevoegen van de ontslagroute via de vaststellingsovereenkomst aan de werkingssfeer van de WMCO, laat de wetgever de WMCO aansluiten bij het ontslagbegrip uit de Richtlijn. Zoals in paragraaf 2.2 beschreven, dient conform de Richtlijn het ontslag op initiatief van de werkgever, maar met instemming van de werknemer als een gelijkgesteld ontslag te worden gekwalificeerd. Dit betekent dat een dergelijk ontslag slechts meetelt voor het behalen van het minimum van 20 ontslagen, ex artikel 1 lid 1 van de Richtlijn. De Nederlandse wetgever gaat in het wetsvoorstel echter een stap verder: hij laat de vaststellingsovereenkomst (een ontslag op initiatief van de werkgever, maar met instemming van de werknemer) niet alleen meetellen voor het getalscriterium, maar hij past alle andere verplichtingen uit de WMCO ook toe op dit type ontslag. Hiermee gaat de wetgever verder dan de Richtlijn vereist. 63 In artikel 5 Richtlijn 98/59/EG is echter bepaald dat de bepalingen in de Richtlijn minimumbepalingen zijn en derhalve ten voordele van de werknemer mag worden afgeweken. Dit wordt ook wel het gunstigheidsbeginsel genoemd. 64 Nu er met de voorgestelde uitbreiding van de WMCO sneller sprake is van een collectief ontslag en derhalve sneller sprake is van verplicht overleg met de werknemersvertegenwoordiging, kan geconcludeerd worden dat deze afwijking onder artikel 5 van de Richtlijn valt. Het is immers een afwijking ten gunste van de werknemer. 63 Even en Filippo 2011, p Even en Filippo 2011, p

26 5.2 Sanctie: vernietiging binnen 6 maanden Om de naleving van de verplichtingen uit de Richtlijn te waarborgen, heeft de Europese wetgever in artikel 6 van de Richtlijn de lidstaten de verplichting opgelegd te voorzien in een effectief sanctiesysteem voor de regels omtrent collectief ontslag. Voorts moet de sanctie volgens het Hof van Justitie doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn (zie paragraaf 2.4). In het wetsvoorstel stelt de wetgever een zware sanctie voor: mogelijkheid tot vernietiging van het ontslag met als gevolg dat het ontslag wordt geacht nooit te zijn gegeven (art. 3:53 BW). Deze mogelijkheid geldt slechts voor de werknemer die door middel van opzegging of het sluiten van een beëindigingsovereenkomst is ontslagen. De vernietigingssanctie lijkt in overeenstemming met de eisen die de Richtlijn en de rechtspraak stellen. De vergaande gevolgen die de vernietiging met zich meebrengt, maken dit sanctiemiddel zeer afschrikwekkend voor de werkgever. Hierdoor zal de werkgever er alles aan doen niet in een dergelijk situatie terecht te komen en is de sanctie derhalve ook doeltreffend voor wat betreft zijn preventieve karakter. Opmerkelijk is echter wel, dat de werknemer wiens arbeidsovereenkomst door de kantonrechter wordt ontbonden, deze mogelijkheid tot vernietiging niet heeft gekregen. Of dit in overeenstemming met de Richtlijn is, is maar zeer de vraag. Deze werknemer heeft immers geen doeltreffend middel tot zijn beschikking om zijn ontslag ongedaan te maken. 65 Ook is het de vraag of de individuele werknemer bij de gevolgen die de vernietigingssanctie heeft, altijd het meeste gebaat is. Hier zal verder op in worden gegaan in hoofdstuk Vergewisplicht van de kantonrechter Hoewel de Richtlijn niet letterlijk voorziet in een vergewisplicht zoals in het wetsvoorstel wordt geïntroduceerd, lijkt met deze vergewisplicht wel overeenkomstig het doel van de Richtlijn te worden gehandeld. De vergewisplicht voorziet immers in een waarborg dat de regels omtrent collectief ontslag worden nageleefd; de kantonrechter dient zich hiervan te vergewissen. 66 Met het naleven van de regels omtrent collectief ontslag wordt de werknemer beschermd; de werknemersvertegenwoordiging wordt geraadpleegd inzake bemiddeling omtrent het collectief ontslag waar de werknemer onderdeel van is. 65 Even en Filippo 2011, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p

27 5.4 Wachttijd In het wetsvoorstel wordt voor iedere ontslagroute een wachttijd van één maand tussen de melding en het einde van het dienstverband voorgesteld. Deze maand wachttijd sluit aan bij artikel 4 van de Richtlijn, die voorschrijft dat het collectief ontslag niet eerder ingaat dan 30 dagen nadat het voornemen gemeld is bij de bevoegde overheidsinstantie. Echter, het tweede deel van artikel 4 schrijft voor dat deze wachttijd geboden is, onverminderd de bepalingen betreffende de individuele rechten inzake de opzegtermijn (artikel 4 lid 1 Richtlijn). Het is onduidelijk of de wetgever in het wetsvoorstel bedoelt dat de maand wachttijd ziet op de periode tussen de melding en de daadwerkelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, of op de melding en de start van de procedure die leidt tot einde van de arbeidsovereenkomst. Even en Filippo interpreteren het wetsvoorstel zo, dat de maand wachttijd ziet op de periode tussen de melding en de opzeghandeling. 67 Dit zou betekenen dat, in geval van opzegging bij het UWV, er een dubbele wachttijd geldt: eerst de maand wachttijd en daarna de opzegtermijn. Bij de ontbinding lijkt dit echter niet het geval: de wetgever schrijft in de memorie van toelichting dat de maand wachttijd ziet op de periode tussen de melding en de ontbinding door de kantonrechter zelf. 68 Als dit daadwerkelijk de bedoeling van de wetgever is, wordt de door middel van ontbinding ontslagen werknemer benadeeld ten opzichte van de door opzegging ontslagen werknemer. De periode die er tussen de melding en het daadwerkelijke ontslag van de door middel van ontbinding ontslagen werknemer zit, is immers vaak korter. Hoe de wetgever de wachttijd wenst voor te schrijven bij het overeenkomen van de vaststellingsovereenkomst is nog onduidelijker. In het wetsvoorstel wordt gesproken van de periode tussen de melding en het beëindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst, maar onduidelijk is of met laatstgenoemd moment het aanbieden van de vaststellingsovereenkomst, het sluiten van de vaststellingsovereenkomst of anderszins bedoeld wordt. 69 Om tot een goede evaluatie van de al dan niet richtlijnconformiteit van deze wijziging te komen, verdient het daarom aanbeveling dat de wetgever zich hier concre(e)t(er) over uitlaat. Daarnaast wordt in wetsvoorstel de bevoegdheid om de wachttijd te verkorten indien dit in het belang van de werknemer is, alleen toegekend aan de kantonrechter en niet aan het UWV. Dit lijkt strijdig met de Richtlijn, nu artikel 4 lid 1 voorschrijft dat de bevoegde 67 Even en Filippo 2011, p Kamerstukken II 2010/11, , nr. 3, p Even en Filippo 2011, p

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 718 Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze

Nadere informatie

2. In het tweede lid wordt doen eindigen vervangen door beëindigen en wordt dienstbetrekkingen vervangen door: arbeidsovereenkomsten.

2. In het tweede lid wordt doen eindigen vervangen door beëindigen en wordt dienstbetrekkingen vervangen door: arbeidsovereenkomsten. Voorstel van wet houdende wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze wet Allen die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

meest gestelde vragen over Collectief ontslag De Gier Stam &

meest gestelde vragen over Collectief ontslag De Gier Stam & meest gestelde vragen over Collectief ontslag De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Collectief Ontslag De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22 970 Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met totstandkoming van richtlijn 92/56/EEG tot wijziging van de richtlijn 75/129/EEG

Nadere informatie

Universiteit van Tilburg

Universiteit van Tilburg Universiteit van Tilburg DE GEWIJZIGDE WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG NADER BEKEKEN. Een onderzoek naar de werking van de WMCO in de praktijk en naar de implementatie van de Europese richtlijn betreffende

Nadere informatie

Actualiteiten Arbeidsrecht. mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012

Actualiteiten Arbeidsrecht. mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012 Actualiteiten Arbeidsrecht mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012 1 Actualiteiten arbeidsrecht Onderwerpen Wijziging Wet melding collectief ontslag (WMCO) Stand van zaken kennelijk onredelijk

Nadere informatie

Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels

Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels Als werkgever toe aan Collectief Ontslag? Let op de volgende Spelregels Veel ondernemers krijgen in verband met de wereldwijde economische crisis te maken met teruglopende omzetten en/of resultaten. Helaas

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 718 Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 718 Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mr. J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer Donner,

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mr. J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer Donner, De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mr. J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV Den Haag datum 12 augustus 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk AV/AR/2010/7672

Nadere informatie

DE GEWIJZIGDE WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG: DE KNELPUNTEN VERHOLPEN?

DE GEWIJZIGDE WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG: DE KNELPUNTEN VERHOLPEN? DE GEWIJZIGDE WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG: DE KNELPUNTEN VERHOLPEN? Een onderzoek naar de mate waarin de recente wijziging van de Wet Melding Collectief Ontslag heeft bijgedragen aan het verhelpen van

Nadere informatie

Collectief ontslagrecht

Collectief ontslagrecht Collectief ontslagrecht Enkele voorstellen betreffende een betere regelgeving PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus Dr. D.D.

Nadere informatie

Collectief ontslag, reorganisatie en sociaal plan

Collectief ontslag, reorganisatie en sociaal plan Collectief ontslag, reorganisatie en sociaal plan Direct aan de slag met stappenplannen, modellen, ontbindingsprocedures, bepalingen sociaal plan en WMCO Inhoudsopgave Inleiding 1. Collectief ontslag 2.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 075 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945, het urgerlijk Wetboek en enkele

Nadere informatie

Ontbindingsprocedure geen invloed meer op fictieve opzegtermijn

Ontbindingsprocedure geen invloed meer op fictieve opzegtermijn Januari 2013 Ontbindingsprocedure geen invloed meer op fictieve opzegtermijn Indien een werknemer wordt ontslagen (via een ontbinding bij de kantonrechter of met wederzijds goedvinden) en vervolgens aanspraak

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

De Wet melding collectief ontslag in faillissement: haar doel voorbij geschoten?

De Wet melding collectief ontslag in faillissement: haar doel voorbij geschoten? Masterscriptie Rechtsgeleerdheid De Wet melding collectief ontslag in faillissement: haar doel voorbij geschoten? Naam: V.C.C.M. (Vera) Janssens Studierichting: Master Rechtsgeleerdheid ANR: 719181 Datum:

Nadere informatie

Inleiding in het ontslagrecht

Inleiding in het ontslagrecht I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds

Nadere informatie

RSW Special wet werk en zekerheid 2014. Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS

RSW Special wet werk en zekerheid 2014. Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2014... 3 Wijzigingen flexibele arbeid... 3 1. Proeftijd... 3 2. Aanzegtermijn... 3 3. Concurrentiebeding...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

Programma. Arbeidsjuridische dienstverlening (AJD) van UWV WERKbedrijf. Wijzen van beëindigen arbeidsovereenkomst. Ontslagprocedure bij UWV.

Programma. Arbeidsjuridische dienstverlening (AJD) van UWV WERKbedrijf. Wijzen van beëindigen arbeidsovereenkomst. Ontslagprocedure bij UWV. Programma Arbeidsjuridische dienstverlening (AJD) van UWV WERKbedrijf Wijzen van beëindigen arbeidsovereenkomst Ontslagprocedure bij UWV Terugblik Ontslagrecht in de toekomst Rol van UWV in het nieuwe

Nadere informatie

Deell Collectief en meervoudig ontslag

Deell Collectief en meervoudig ontslag Reeks Arbeidsrechtelijke facetten van grensoverschrijdend herstructureren in Nederland en België Deell Collectief en meervoudig ontslag Mr. Dr. Edith Franssen Mr. Dr. Drs. Jan Heinsius Mr. Dr. Johan Peeters

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

Aftikeleil Schone schijn bedriegt: de Wet Melding Collectief Ontslag gewijzigd

Aftikeleil Schone schijn bedriegt: de Wet Melding Collectief Ontslag gewijzigd Mevr. mr. W: Haflcamp-van der Zwaard^ Aftikeleil Schone schijn bedriegt: de Wet Melding Collectief Ontslag gewijzigd 45 Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Melding Collectief ontslag is zonder stemming

Nadere informatie

Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht. Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate

Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht. Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate Overzicht Hoofdlijnen WWZ-ontslag(proces)recht Mogelijke verzoeken werknemer na opzegging of tijdens/na ontbinding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 364 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/14/EG Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Het advies

Nadere informatie

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Ontslagrecht. Jaargang 19 (2014) november. WW-uitkering

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Ontslagrecht. Jaargang 19 (2014) november. WW-uitkering In deze uitgave: Jaargang 19 (2014) november nr. 235 Ontslagrecht WW-uitkering Arbeidsrecht Actueel Op 29 november 2013 heeft de regering het wetsvoorstel voor de Wet werk en zekerheid ingediend. Het wetsvoorstel

Nadere informatie

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Noordam Advocatuur mr. dr. A.J. Noordam Het Europese en Nederlandse arbeidsrecht biedt in grote mate bescherming aan de werknemer. Met name het ontslag van werknemers is

Nadere informatie

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-

Nadere informatie

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116. 1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 364 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/14/EG Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg

HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg INHOUDSOPGAVE Woord vooraf /V Lijst van afkortingen / XIII Inleiding /1 L.G. Verburg en R.M. Beltzer HOOFDSTUK 1 De raadpleging van de ondernemingsraad en vakorganisaties /5 L.G. Verburg 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Het nieuwe ontslagrecht / WWZ

Het nieuwe ontslagrecht / WWZ Het nieuwe ontslagrecht / WWZ Actualiteiten arbeidsrecht (33 818) Het nieuwe ontslagrecht Tim de Klerck Waar gaan we het over hebben? Waarom een hervorming van het ontslagrecht? Vernieuwing ontslagrecht

Nadere informatie

Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever

Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Werknemers en insolventie Een rechtsvergelijkende studie naar de rechtspositie van werknemers bij insolventie van hun werkgever Prof. dr. mr. Willem Bouwens Prof. dr. mr. Willemijn Roozendaal Dr. mr. Vivian

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet

Nadere informatie

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Wet werk en zekerheid: Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Door Mr. Patrice Hoogeveen Inleiding Met datum d.d. 10 juni 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Rechten en plichten werkgevers en werknemers Onderneming in België

Rechten en plichten werkgevers en werknemers Onderneming in België Rechten en plichten werkgevers en werknemers Onderneming in België Inhoud Van welk land is het arbeidsrecht van toepassing? 2 Waar moet u rekening mee houden? 3 Ontslagrecht 3 Concurrentiebeding 5 Minimumloon

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit: Regeling van de Minister van Sociale Zaken van 14 juli 2009,, tot wijziging van het Ontslagbesluit betreffende verruiming van de mogelijkheid tot afwijking van het afspiegelingsbeginsel De Minister van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/F&W/04/9756

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/F&W/04/9756 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Rechten en plichten zijn als palmbomen die slechts vruchten dragen wanneer zij naast elkaar groeien.

Rechten en plichten zijn als palmbomen die slechts vruchten dragen wanneer zij naast elkaar groeien. 5. Werknemer en ontslag De werknemer is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten, wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten. B.W. artikel 1615d

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2014

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2014 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2014 Arbeidsrecht Wetsvoorstel Wet Werk en Zekerheid Flexibele arbeid 1 juli 2014 Ontslagrecht 1 juli 2015 WW 1 januari 2016 3 Flexibele arbeid I Ketenbepaling

Nadere informatie

Workshop Actualiteiten Ontslagrecht. Karen Beijerman, 4 september 2012

Workshop Actualiteiten Ontslagrecht. Karen Beijerman, 4 september 2012 Workshop Actualiteiten Ontslagrecht Karen Beijerman, 4 september 2012 Misvattingen over ontslag Bij ontslag krijg je altijd veel geld mee Een opzegtermijn in contract betekent dat de werkgever altijd kan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 215 Wet van 18 april 2002 tot uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn

Nadere informatie

Rechten en plichten werkgevers en werknemers

Rechten en plichten werkgevers en werknemers BBZ Rechten en plichten werkgevers en werknemers Onderneming in België Inhoud Van welk land is het arbeidsrecht van toepassing? 2 Waar moet u rekening mee houden? 3 Ontslagrecht 3 Concurrentiebeding 5

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

huishouden. 22 Ten aanzien van personen die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van een publiekrechtelijk

huishouden. 22 Ten aanzien van personen die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van een publiekrechtelijk gebaseerde Ontslagbesluit worden opgenomen in het BW en daarop gebaseerde lagere regelgeving zodat in één en hetzelfde wetgevingscomplex niet alleen de criteria voor een rechtsgeldig ontslag worden geregeld,

Nadere informatie

3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI

3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI Inhoudsopgave Special wet werk en zekerheid... 3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2014... 4 Flexibele arbeid... 4 1. Proeftijd... 4 2. Aanzegtermijn... 4 3. Concurrentiebeding... 4 4. Ketenbepaling... 5 5. Payrolling...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Ontslagrecht 19-08-2008 17:17 Pagina 3. Inhoud

Ontslagrecht 19-08-2008 17:17 Pagina 3. Inhoud Ontslagrecht 19-08-2008 17:17 Pagina 3 Inhoud Ten geleide 9 Hoofdstuk 1. Inleiding 11 1.1 Geschiedenis van het ontslagrecht 12 1.2 Abstract ontslagrecht in 1907 12 1.3 Causaal ontslagrecht na de oorlog

Nadere informatie

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA)

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) 2 Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) De UWV-ontslagprocedure komt alleen in beeld als er een verplichting is om een arbeidsovereenkomst op te zeggen. Als die er niet is, hoeft er ook geen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Maklu 7

Inhoudsopgave. Maklu 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Inhoudsopgave...7 Afkortingen...13 Hoofdstuk 1 Inleiding...15 1.1 Inleiding...15 1.2 Geschiedenis WOR...15 1.3 Spilbegrippen WOR... 17 1.3.1 Onderneming... 17 1.3.2 Ondernemer...

Nadere informatie

Werkgever & Ontslag. Informatie voor werkgevers over ontslag. 1. Inleiding

Werkgever & Ontslag. Informatie voor werkgevers over ontslag. 1. Inleiding Informatie voor werkgevers over ontslag Werkgever & Ontslag 1. Inleiding Deze folder geeft een globaal overzicht van wettelijke bepalingen voor het beëindigen van een arbeidsovereenkomst, zoals die gelden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Het systeem van het ontslagrecht 21

Hoofdstuk 2. Het systeem van het ontslagrecht 21 Inhoud Inhoud Ten geleide 11 Hoofdstuk 1. Inleiding 13 1.1 Geschiedenis van het ontslagrecht 14 1.1.1 1907: De arbeidsovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek 14 1.1.2 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 januari 2015 De plannen om het arbeidsrecht te hervormen gaan nu concrete vormen aannemen. De Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Wet Werk

Nadere informatie

18. ONMISBARE WERKNEMER

18. ONMISBARE WERKNEMER 18. ONMISBARE WERKNEMER Inleiding Bij het bepalen van de ontslagvolgorde (welke werknemer komt bij een ontslag op bedrijfseconomische gronden als eerste voor ontslag in aanmerking) moet het afspiegelingsbeginsel

Nadere informatie

Toelichting op de wet Werk en Zekerheid

Toelichting op de wet Werk en Zekerheid Whitepaper: Toelichting op de wet Werk en Zekerheid Op 10 juni 2014 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) aangenomen. De WWZ beoogt het arbeidsrecht aan te passen aan de veranderende arbeidsverhoudingen in

Nadere informatie

Whitepaper. Wet Werk en Zekerheid

Whitepaper. Wet Werk en Zekerheid Whitepaper Wet Werk en Zekerheid Flexwerk: wijzigingen per 1 januari 2015 In een arbeidsovereenkomst voor de duur van 6 maanden of korter is geen proeftijd meer toegestaan. In een arbeidsovereenkomst voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10547 26 februari 2019 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2019, nr. 2019-0000023811,

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid

Wet werk en zekerheid Wet werk en zekerheid Ingangsdatum 1 januari 2015 Concurrentiebeding Concurrentiebeding (zonder nadere motivering) is mogelijk in arbeidscontracten voor bepaalde en onbepaalde tijd. In bepaalde tijd contracten

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 MR. J.B.H. THIEL Ondernemingsrechtadviseur NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Op 12 mei 2011 heeft de Koningin aan de Tweede Kamer aangeboden 'een voorstel

Nadere informatie

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in werking: de herziening van het ontslagrecht. Hoe die

Nadere informatie

Actualiteiten Arbeidsrecht

Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteiten Arbeidsrecht Matchpoint@Work 28 november 2012 mr. C.A.F. Haans advocaat T +31 164 70 71 72 F +31 164 70 71 11 c.haans@boz.haansadvocaten.nl 1 Haans Advocaten - Vestigingen in Bergen op Zoom

Nadere informatie

Werknemer & Ontslag. Uitgave van Directie Arbeid & Onderzoek Datum 2005

Werknemer & Ontslag. Uitgave van Directie Arbeid & Onderzoek Datum 2005 Werknemer & Ontslag Uitgave van Directie Arbeid & Onderzoek Datum 2005 De werknemer is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten, wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort

Nadere informatie

Nieuwsbrief, december 2014

Nieuwsbrief, december 2014 Nieuwsbrief, december 2014 Wijzigingen arbeidsrecht in 2015 Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid wordt het arbeidsrecht ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen hebben gevolgen voor het bestaande

Nadere informatie

Wijzigingen arbeidsrecht: de nieuwe Wet Werk & Zekerheid

Wijzigingen arbeidsrecht: de nieuwe Wet Werk & Zekerheid Onze ref: 28-mar-2-wpa Wijzigingen arbeidsrecht: de nieuwe Wet Werk & Zekerheid Welke veranderingen vinden plaats? In juli 2014 is de nieuwe Wet Werk en zekerheid aangenomen. Vanaf 1 januari 2015 worden

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen,

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012. Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2012 Presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht Onderwerpen Nieuwe vakantiewetgeving Wijzing Wet melding collectief ontslag (WMCO) Wijzigingen Wet allocatie

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid: / wijzigingen en praktische tips

Wet Werk en Zekerheid: / wijzigingen en praktische tips MARKTGEBIEDEN Bouw Haven en Logistiek Zorg Cleantech Kantoor Rotterdam Telefoon: +31 (0)10 241 88 00 Rotterdam@tenholternoordam.nl Kantoor Dordrecht Telefoon: +31 (0)78 633 11 11 Dordrecht@tenholternoordam.nl

Nadere informatie

FHI HRM Actualiteitenseminar. 4 november 2009. Michiel van Dijk

FHI HRM Actualiteitenseminar. 4 november 2009. Michiel van Dijk FHI HRM Actualiteitenseminar 4 november 2009 Michiel van Dijk Actualiteiten Arbeidsrecht (ofwel: show me the money ) Kick off: twee belangrijke actualiteiten Kennelijk onredelijke ontslagen (k.o.o.): ABC

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG inzake

Nadere informatie

Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties

Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties Inleiding Als onderdeel van het sociaal akkoord is afgesproken dat de regels met betrekking tot ontslag van een payrollmedewerker aangepast zullen

Nadere informatie

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Het huidige arbeidsrecht Het arbeidsrecht kent een gesloten stelsel van ontslagrecht. Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst alleen op de in de wet geregelde manieren

Nadere informatie

Webinar Medezeggenschap 13 april 2015. Van Doorne Marjolijn Lips & Steven Sterk

Webinar Medezeggenschap 13 april 2015. Van Doorne Marjolijn Lips & Steven Sterk Webinar Medezeggenschap 13 april 2015 Van Doorne Marjolijn Lips & Steven Sterk Wanneer instellen OR? Artikel 2 WOR: Ondernemer Die een onderneming in stand houdt Met in de regel ten minste 50 werkzame

Nadere informatie

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte

Bijlage: Transponeringstabel. Omschrijving beleidsruimte Bijlage: Transponeringstabel Artikel Richtlijn 14/67/EU Bepaling in implementatieregeling of in bestaande regelgeving en toelichting indien niet geïmplementeerd of uit zijn aard geen implementatie behoeft

Nadere informatie

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen; L 201/88 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 98/50/EG VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Stappenplan. Collectief ontslag. Deze whitepaper wordt u aangeboden door www.hrpraktijk.nl, dé online kennisbank voor personeelsmanagement

Stappenplan. Collectief ontslag. Deze whitepaper wordt u aangeboden door www.hrpraktijk.nl, dé online kennisbank voor personeelsmanagement Stappenplan Collectief ontslag Deze whitepaper wordt u aangeboden door www.hrpraktijk.nl, dé online kennisbank voor personeelsmanagement Inhoudsopgave 1. Wet melding collectief ontslag...3 2. Melden UWVWERKbedrijf...4

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT bij stichting Primair Onderwijs Deurne Asten Someren (PRODAS) te Asten Plaats: Utrecht Bestuursnummer: 41223 Onderzoeksnummer: 288822 Onderzoeksperiode: Najaar 2016 Datum

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001

ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001 Ministerie van Sociale Zaken Directie Ramingen & Analyse en Werkgelegenheid afdeling Arbeidsverhoudingen en Internationaal ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2001 Juli 2002 Algemeen In totaal is in 2001

Nadere informatie

Analyse proceskansen. Geachte heer R

Analyse proceskansen. Geachte heer R te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.

Nadere informatie

10 Tips bij een reorganisatie

10 Tips bij een reorganisatie Marianne Eisma advocaat legal 10 Tips bij In het Arbeidsrecht gaat het erom het juiste proces te volgen om het uiteindelijke doel te bereiken. U moet daarvoor de tijd nemen, te snelle en niet goed voorbereide

Nadere informatie

Avondje Legal. 3 Advocaten

Avondje Legal. 3 Advocaten Avondje Legal 3 Advocaten Wat gaan we doen? Werkkostenregeling en de wijziging van arbeidsvoorwaarden Wet werk en zekerheid Wijziging arbeidsvoorwaarden Werkostenregeling: Iedereen kosten arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Ontslagrecht en dossiervorming. Corine Oerlemans 26 november 2013

Ontslagrecht en dossiervorming. Corine Oerlemans 26 november 2013 Ontslagrecht en dossiervorming Corine Oerlemans 26 november 2013 Beëindiging arbeidsovereenkomst Er zijn in principe 4 manieren om de arbeidsovereenkomst met een werknemer te beëindigen. Elk met een eigen

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid Wet Werk en Zekerheid Brigit van de Ven & Femia van Wijk Naam Datum Op de agenda Flexibele arbeid Ketenregeling Opvolgend werkgeverschap Risicoregeling Ontslagrecht Route Transitievergoeding Ketenregeling

Nadere informatie

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg 1. Inleiding In deze notitie wordt de jurisprudentie over de Wet arbeid en zorg besproken. In deze per 1 december 2001

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel met veranderingen in het arbeidsrecht aangenomen. Aanvankelijk zou een deel van de wijzigingen ingaan op 1 juli 2014,

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Wijzigingen arbeidsrecht. Nieuwsbrief

Wijzigingen arbeidsrecht. Nieuwsbrief Wijzigingen arbeidsrecht Nieuwsbrief In deze nieuwsbrief: Wijzigingen arbeidsrecht per 1 juli 2015 Arbeidsrecht nieuwsbrief In onze nieuwsbrief van december 2014 hebben wij u geïnformeerd over de wijzigingen

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie