Le Moniteur belge peut être consulté à l adresse : Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op :

Transcriptie

1 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli Le Moniteur belge peut être consulté à l adresse : Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : Direction du Moniteur belge, chaussée d Anvers 53, 1000 Bruxelles - Directeur : Wilfried Verrezen 185e ANNEE N. 307 Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 53, 1000 Brussel - Directeur : Wilfried Verrezen Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : e JAARGANG JEUDI 26 NOVEMBRE 2015 Le Moniteur belge du 25 novembre 2015 comporte deux éditions, qui portent les numéros 305 et 306. DONDERDAG 26 NOVEMBER 2015 Het Belgisch Staatsblad van 25 november 2015 bevat twee uitgaven, met als volgnummers 305 en 306. SOMMAIRE INHOUD Lois, décrets, ordonnances et règlements Service public fédéral Intérieur 28 AVRIL Loi portant des dispositions concernant les pensions du secteur public. Coordination officieuse en langue allemande, p Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 28 APRIL Wet houdende bepalingen betreffende de pensioenen van de publieke sector. Officieuze coördinatie in het Duits, bl Föderaler Öffentlicher Dienst Inneres 28. APRIL 2015 Gesetz zur Festlegung von Bestimmungen in Sachen Pensionen des öffentlichen Sektors Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache, S Service public fédéral Intérieur 20 JUILLET Loi portant dispositions diverses en matière sociale. Traduction allemande d extraits, p Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 20 JULI Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken. Duitse vertaling van uittreksels, bl Föderaler Öffentlicher Dienst Inneres 20. JULI 2015 Gesetz zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Soziales Deutsche Übersetzung von Auszügen, S Service public fédéral Sécurité sociale 16 NOVEMBRE Loi portant des dispositions diverses en matière sociale, p Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 16 NOVEMBER Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, bl pages/bladzijden

2 70550 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale 12 NOVEMBRE Arrêté royal relatif au repos du dimanche et à la durée du travail de certains ouvriers occupés par les entreprises ressortissant à la Commission paritaire des constructions métallique, mécanique et électrique (CP 111), à l exception des entreprises de montage de ponts et charpentes métalliques, p Service public fédéral de Programmation Politique scientifique 9 NOVEMBRE Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 25 novembre 1964 portant constitution en établissement scientifique de l Institut d Aéronomie spatiale de Belgique, p Gouvernements de Communauté et de Région Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 12 NOVEMBER Koninklijk besluit betreffende de zondagsrust en de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (PC 111), met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, bl Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid 9 NOVEMBER Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1964 houdende oprichting als wetenschappelijke instelling van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie, bl Gemeenschaps- en Gewestregeringen Gemeinschafts- und Regionalregierungen Communauté flamande Autorité flamande 30 OCTOBRE Décret portant assentiment à l accord de siège, avec échanges de lettres, entre le Royaume de Belgique et l Organisation internationale de Police criminelle - INTERPOL (O.I.C.P. - INTERPOL), signé à Lyon le 14 octobre 2014 et à Bruxelles le 24 octobre 2014, p Autorité flamande 30 OCTOBRE Décret portant assentiment à l Accord entre l Union européenne et ses États membres, d une part, et l Islande, d autre part, concernant la participation de l Islande à l exécution conjointe des engagements de l Union européenne, de ses États membres et de l Islande au cours de la deuxième période d engagement du Protocole de Kyoto à la Convention-Cadre des Nations Unies sur les changements climatiques, p Autorité flamande 30 OCTOBRE Décret portant assentiment à l Accord relatif à la participation de la République de Croatie à l Espace économique européen, à l Acte final et aux trois conventions y afférentes, signés à Bruxelles les 11 avril 2014 et 5 novembre 2014, p Autorité flamande 30 OCTOBRE Décret portant assentiment à l accord de siège entre le Royaume de Belgique et l Institut international pour la démocratie et l assistance électorale, signé à Bruxelles le 15 mai 2014, p Autorité flamande 9 OCTOBRE Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l Arrêté d Autorisation du 22 novembre 2013, l Arrêté de Subvention du 22 novembre 2013 et l Arrêté de Procédure du 9 mai 2014, p Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid 30 OKTOBER Decreet houdende instemming met het zetelakkoord, met uitwisseling van brieven, tussen het Koninkrijk België en de Internationale Organisatie voor Criminele Politie INTERPOL (O.I.C.P. INTERPOL), ondertekend te Lyon op 14 oktober 2014 en te Brussel op 24 oktober 2014, bl Vlaamse overheid 30 OKTOBER Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende de deelname van IJsland aan de gezamenlijke nakoming van de verbintenissen van de Europese Unie, haar lidstaten en IJsland voor de tweede verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, bl Vlaamse overheid 30 OKTOBER Decreet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de deelname van de Republiek Kroatië aan de Europese Economische Ruimte, de Slotakte en drie daarmee verband houdende overeenkomsten, ondertekend te Brussel op 11 april 2014 en op 5 november 2014, bl Vlaamse overheid 30 OKTOBER Decreet houdende instemming met het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Internationaal Instituut voor Democratie en Electorale Bijstand, ondertekend te Brussel op 15 mei 2014, bl Vlaamse overheid 9 OKTOBER Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Procedurebesluit van 9 mei 2014, bl Autres arrêtés Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement Carrière extérieure. Mutation, p Service public fédéral Intérieur Inspection générale de la police fédérale et de la police locale. Réaffectation, p Andere besluiten Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Buitenlandse carrière. Overplaatsing, bl Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie. Herplaatsing, bl

3 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Service public fédéral Intérieur Chef de corps de la police locale. Désignation, p Service public fédéral Intérieur Agence fédérale de Contrôle nucléaire Notification. Confirmation de l extension d un établissement de classe I, en application des articles 6 et 12 de l arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l environnement contre le danger des rayonnements ionisants, p Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d assurance maladie-invalidité. Chambre de recours qui connaît de tous les dossiers devant être traités en français et en allemand, instituée auprès du Service d évaluation et de contrôle médicaux. Nomination de membres, p Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d assurance maladie-invalidité. Commission de profils des prestations des praticiens de l art dentaire, instituée auprès du Service des soins de santé. Nomination de membres, p Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d assurance maladie-invalidité. Comité d évaluation des pratiques médicales en matière des médicaments, institué auprès du Service des soins de santé. Nomination de membres, p Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d assurance maladie-invalidité. Personnel. Démission honorable d un attaché médecin-inspecteur au Service d évaluation et de contrôle médicaux, p Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d assurance maladie-invalidité. Commission supérieure du Conseil médical de l invalidité, institué auprès du Service des indemnités. Démission et nomination de membres, p Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p Service public fédéral Justice Huissier de justice, p Gouvernements de Communauté et de Région Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Korpschef van de lokale politie. Aanwijzing, bl Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle Kennisgeving. Bevestiging tot uitbreiding van een inrichting van klasse I in toepassing van artikelen 6 en 12 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Kamer van beroep die kennis neemt van alle zaken die in het Frans en in het Duits moeten worden behandeld, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle. Benoeming van leden, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Profielencommissie voor de verstrekkingen van de tandheelkundigen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Benoeming van leden, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. Benoeming van leden, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Personeel. Eervol ontslag van een attaché geneesheer-inspecteur bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Hoge commissie van de Geneeskundige raad voor invaliditeit, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. Ontslag en benoeming van leden, bl Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl Federale Overheidsdienst Justitie Gerechtsdeurwaarders, bl Gemeenschaps- en Gewestregeringen Gemeinschafts- und Regionalregierungen Communauté flamande Vlaamse overheid 13 NOVEMBER Benoeming van vier leden in de raad van bestuur en van zeven leden in de algemene vergadering van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt VZW als vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap, bl Vlaamse overheid Werk en Sociale Economie 13 NOVEMBER Vervanging van een lid van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, bl Vlaamse Gemeenschap Vlaamse overheid 13 NOVEMBER Benoeming van vier leden in de raad van bestuur en van zeven leden in de algemene vergadering van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt VZW als vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap, bl Vlaamse overheid Werk en Sociale Economie 13 NOVEMBER Vervanging van een lid van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, bl

4 70552 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Vlaamse overheid Werk en Sociale Economie 13 NOVEMBER Vervanging van een lid van de praktijkcommissie van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, bl Région wallonne Vlaamse overheid Werk en Sociale Economie 13 NOVEMBER Vervanging van een lid van de praktijkcommissie van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen, bl Waals Gewest Wallonische Region Öffentlicher Dienst der Wallonie Umwelt, S Service public de Wallonie Environnement, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «BV De Vries Road En Rail Logistics», en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de Mme Sandrina Pouwels, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de Mme Nancy De Baere, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Freddy Jaillon, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Frederic Bertin, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Stephane Ceulemans, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Rudi Vermote, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «GmbH & Co KG Hermanns & Kreutz», en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Waalse Overheidsdienst Leefmilieu, bl Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «BV De Vries Road En Rail Logistics», en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de Mme Sandrina Pouwels, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de Mme Nancy De Baere, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Freddy Jaillon, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Frederic Bertin, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Stephane Ceulemans, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de M. Rudi Vermote, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «GmbH & Co KG Hermanns & Kreutz», en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p

5 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «BVBA Martens-Otten», en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la SPRL Maurice Page & fils, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «BVBA Martens-Otten», en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Service public de Wallonie Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la SPRL Maurice Page & fils, en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p Avis officiels Cour constitutionnelle Extrait de l arrêt n 113/2015 du 17 septembre 2015, p Officiële berichten Grondwettelijk Hof Uittreksel uit arrest nr. 113/2015 van 17 september 2015, bl Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Entscheid Nr. 113/2015 vom 17. September 2015, S Cour constitutionnelle Extrait de l arrêt n 112/2015 du 17 septembre 2015, p Grondwettelijk Hof Uittreksel uit arrest nr. 112/2015 van 17 september 2015, bl Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Entscheid Nr. 112/2015 vom 17. September 2015, S Cour constitutionnelle Extrait de l arrêt n 117/2015 du 17 septembre 2015, p Grondwettelijk Hof Uittreksel uit arrest nr. 117/2015 van 17 september 2015, bl Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Entscheid Nr. 117/2015 vom 17. September 2015, S Cour constitutionnelle Extrait de l arrêt n 120/2015 du 17 septembre 2015, p Grondwettelijk Hof Uittreksel uit arrest nr. 120/2015 van 17 september 2015, bl Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Entscheid Nr. 120/2015 vom 17. September 2015, S Cour constitutionnelle Extrait de l arrêt n 121/2015 du 17 septembre 2015, p Grondwettelijk Hof Uittreksel uit arrest nr. 121/2015 van 17 september 2015, bl Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Entscheid Nr. 121/2015 vom 17. September 2015, S Cour constitutionnelle Grondwettelijk Hof Extrait de l arrêt n 122/2015 du 17 septembre 2015, p Uittreksel uit arrest nr. 122/2015 van 17 september 2015, bl

6 70554 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Verfassungsgerichtshof Auszug aus dem Entscheid Nr. 122/2015 vom 17. September 2015, S SELOR. Bureau de Sélection de l Administration fédérale Recrutement. Résultat Sélection comparative d archivistes/documentalistes, responsables d équipe, francophones, p Service public fédéral Sécurité sociale Appel aux candidats au mandat de commissaire du gouvernement (h/f) auprès de la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale (BCSS) et au mandat de commissaire du gouvernement (h/f) auprès de la plateforme ehealth, p Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire Organismes certificateurs agréés, p Institut de Formation judiciaire Recrutement d un assistant administratif (m/f niveau c), p Autorité belge de la Concurrence Auditorat. Avis. Notification préalable d une opération de concentration. Affaire n MEDE-C/C-15/0036 : Active JéWé Timber SAS Deli Home Products BV et Houtwerf International BV, p SELOR. Selectiebureau van de Federale Overheid Werving. Uitslag Vergelijkende selectie van Franstalige archivarissen/documentalisten teamverantwoordelijken, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Oproep tot kandidaten voor een mandaat van regeringscommissaris (m/v) bij de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid (KSZ) en voor een mandaat van regeringscommissaris (m/v) bij het ehealth-platform, bl Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Erkende certificeringsinstellingen, bl Instituut voor Gerechtlijke Opleiding Aanwerving van een administratief assistent (m/v niveau c), bl Belgische Mededingingsautoriteit Auditoraat. Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding van een concentratie. Zaak nr. MEDE-C/C-15/0036 : Active JéWé Timber SAS Deli Home Products BV en Houtwerf International BV, bl Les Publications légales et Avis divers Ils ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages à De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten Deze worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl tot

7 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR [C 2015/00679] 28 AVRIL Loi portant des dispositions concernant les pensions du secteur public. Coordination officieuse en langue allemande Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue allemande de la loi du 28 avril 2015 portant des dispositions concernant les pensions du secteur public (Moniteur belge du 13 mai 2015), telle qu elle a été modifiée par la loi du 10 août 2015 visant à relever l âge légal de la pension de retraite et portant modification des conditions d accès à la pension de retraite anticipée et de l âge minimum de la pension de survie (Moniteur belge du 21 août 2015, err. du 31 août 2015). Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le Service central de traduction allemande à Malmedy. FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2015/00679] 28 APRIL Wet houdende bepalingen betreffende de pensioenen van de publieke sector. Officieuze coördinatie in het Duits De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 28 april 2015 houdende bepalingen betreffende de pensioenen van de publieke sector (Belgisch Staatsblad van 13 mei 2015), zoals ze werd gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2015 tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en tot wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd van het overlevingspensioen (Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2015, err. van 31 augustus 2015). Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy. FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES [C 2015/00679] 28. APRIL 2015 Gesetz zur Festlegung von Bestimmungen in Sachen Pensionen des öffentlichen Sektors Inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache Der folgende Text ist die inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache des Gesetzes vom 28. April 2015 zur Festlegung von Bestimmungen in Sachen Pensionen des öffentlichen Sektors, so wie es abgeändert worden ist durch das Gesetz vom 10. August 2015 zur Anhebung des gesetzlichen Alters für die Ruhestandspension und zur Abänderung der Bedingungen für den Zugang zur Vorruhestandspension und des Mindestalters für die Hinterbliebenenpension. Diese inoffizielle Koordinierung in deutscher Sprache ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden. FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST SOZIALE SICHERHEIT 28. APRIL 2015 Gesetz zur Festlegung von Bestimmungen in Sachen Pensionen des öffentlichen Sektors KAPITEL 1 - Allgemeine Bestimmung Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 74 der Verfassung erwähnte Angelegenheit. KAPITEL 2 - Pensionen des öffentlichen Sektors Abschnitt 1 - Dienstaltersverbesserung aufgrund von Diplomen Unterabschnitt 1 - Abänderungen des Gesetzes vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors Art. 2 - In das Gesetz vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors, zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 12. Mai 2014, wird ein Artikel 36bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 36bis - Die Dauer, die sich aus der Anwendung der Artikel 33, 34, 34quater und35 1ergibt, wird für die Bestimmung des Pensionsanspruchs gemäß der nachstehenden Tabelle verringert: Datum, an dem die Pension einsetzt Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von 2 Jahren oder weniger Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von mehr als 2 Jahren und weniger als 4 Jahren Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von 4 Jahren oder mehr vom bis zum Monate 5 Monate 6 Monate vom bis zum Monate 10 Monate 12 Monate vom bis zum Monate 15 Monate 18 Monate vom bis zum Monate 20 Monate 24 Monate vom bis zum Monate 25 Monate 30 Monate vom bis zum Monate 30 Monate 36 Monate vom bis zum Monate 42 Monate vom bis zum Monate 48 Monate vom bis zum Monate

8 70556 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Datum, an dem die Pension einsetzt Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von 2 Jahren oder weniger Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von mehr als 2 Jahren und weniger als 4 Jahren Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von 4 Jahren oder mehr vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate Was Personen betrifft, die am 31. Dezember eines bestimmten Kalenderjahres die Bedingungen für den Bezug einer Ruhestandspension erfüllen, findet die Verringerung Anwendung, die für Pensionen gilt, die am 1. Januar desselben Kalenderjahres einsetzen, ungeachtet des tatsächlichen Datums, an dem diese Personen anschließend in den Ruhestand versetzt werden. Art. 3 - In dasselbe Gesetz wird ein Artikel 36ter mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 36ter - Für die Bestimmung des Pensionsanspruchs finden die Artikel 33 und 34bis keine Anwendung mehr auf Pensionen, die ab dem 1. Januar 2030 einsetzen. Unterabschnitt 2 - Abänderungen des Gesetzes vom 16. Juni 1970 über Dienstaltersverbesserungen in Sachen Pensionen für die Personalmitglieder im Unterrichtswesen aufgrund von Diplomen Art. 4 - In das Gesetz vom 16. Juni 1970 über Dienstaltersverbesserungen in Sachen Pensionen für die Personalmitglieder im Unterrichtswesen aufgrund von Diplomen, zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 5. Mai 2014, wird ein Artikel 5bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 5bis - Die Dauer, die sich aus der Anwendung der Artikel 2, 3 und 4 1 ergibt, wird für die Bestimmung des Pensionsanspruchs gemäß der nachstehenden Tabelle verringert: Datum, an dem die Pension einsetzt Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von 2 Jahren oder weniger Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von mehr als 2 Jahren und weniger als 4 Jahren Verringerung für ein Diplom mit einer Studiendauer von 4 Jahren oder mehr vom bis zum Monate 5 Monate 6 Monate vom bis zum Monate 10 Monate 12 Monate vom bis zum Monate 15 Monate 18 Monate vom bis zum Monate 20 Monate 24 Monate vom bis zum Monate 25 Monate 30 Monate vom bis zum Monate 30 Monate 36 Monate vom bis zum Monate 42 Monate vom bis zum Monate 48 Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate vom bis zum Monate Was Personen betrifft, die am 31. Dezember eines bestimmten Kalenderjahres die Bedingungen für den Bezug einer Ruhestandspension erfüllen, findet die Verringerung Anwendung, die für Pensionen gilt, die am 1. Januar desselben Kalenderjahres einsetzen, ungeachtet des tatsächlichen Datums, an dem diese Personen anschließend in den Ruhestand versetzt werden. Art. 5 - In dasselbe Gesetz wird ein Artikel 5ter mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 5ter -Für die Bestimmung des Pensionsanspruchs finden die Artikel 2 und 2bis keine Anwendung mehr auf Pensionen, die ab dem 1. Januar 2030 einsetzen. Unterabschnitt 3 - Studienzeit und damit gleichgesetzte Zeiträume Art. 6 - Die Artikel 36bis und 36ter des Gesetzes vom 9. Juli 1969 zur Abänderung und Ergänzung der Rechtsvorschriften über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen der Bediensteten des öffentlichen Sektors finden Anwendung auf alle Studienzeiten beziehungsweise damit gleichgesetzten Zeiträume, die für die Bestimmung des Anspruchs auf eine in Artikel 38 des Gesetzes vom 5. August 1978 zur Festlegung von Wirtschafts- und Haushaltsreformen oder in Artikel 80 des Gesetzes vom 3. Februar 2003 zur Abänderung verschiedener Rechtsvorschriften über die Pensionen im öffentlichen Sektor erwähnte Pension berücksichtigt werden. Unterabschnitt 4 - Inkrafttreten - Übergangsbestimmungen Art. 7 - Vorliegender Abschnitt tritt am 1. Januar 2016 in Kraft.

9 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 8 - Die Artikel 2 bis 6 finden keine Anwendung auf: 1. Personen, die auf eigenen Antrag am 1. Januar 2015 vor der Pensionierung zur Disposition - Vollzeit oder Teilzeit - gestellt waren oder sich in einer vergleichbaren Lage befunden haben, 2. Personen, die einen Antrag eingereicht haben, um vor dem 2. September 2015 in eine in Nr. 1 erwähnte Lage versetzt zu werden, dem ihr Arbeitgeber vor dem 1. Januar 2015 stattgegeben hat, 3. Personen, die, wenn sie dies beantragt hätten, spätestens am 1. Januar 2015 in eine in Nr. 1 erwähnte Lage hätten versetzt werden können. Der König erstellt durch einen im Ministerrat beratenen Erlass eine Liste der Fälle, die Anlass zur Anwendung von Absatz 1 geben. Abschnitt 2 - Gleichzeitiger Bezug von Pensionen des öffentlichen Sektors und Einkünften aus einer Berufstätigkeit oder einem Ersatzeinkommen Art. 9 - In Titel 8 Kapitel 1 Abschnitt 2 des Programmgesetzes vom 28. Juni 2013, zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 12. Mai 2014, wird die Überschrift von Unterabschnitt 2 wie folgt ersetzt: Unterabschnitt 2 - Gleichzeitiger Bezug einer oder mehrerer Ruhestandspensionen beziehungsweise einer oder mehrerer Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen und von Berufseinkünften ab dem Kalenderjahr, in dem der Empfänger das Alter von 65 Jahren erreicht. Art In denselben Unterabschnitt desselben Gesetzes wird ein Artikel 77/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 77/1 - Wer eine oder mehrere Ruhestandspensionen beziehungsweise eine oder mehrere Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen bezieht, darf ab dem 1. Januar des Kalenderjahres, in dem er das Alter von 65 Jahren erreicht, diese Pensionen und Berufseinkünfte unbegrenzt gleichzeitig beziehen. Art In Titel 8 Kapitel 1 Abschnitt 2 desselben Gesetzes wird nach Artikel 77/1 ein Unterabschnitt 2/1 mit folgender Überschrift eingefügt: Unterabschnitt 2/1 - Gleichzeitiger Bezug ausschließlich einer oder mehrerer Hinterbliebenenpensionen und von Berufseinkünften für die Kalenderjahre nach dem Kalenderjahr, in dem der Empfänger das Alter von 65 Jahren erreicht. Art In Artikel 78 desselben Gesetzes werden die Wörter Ruhestands- oder aufgehoben. Art Artikel 79 desselben Gesetzes wird aufgehoben. Art In Titel 8 Kapitel 1 Abschnitt 2 Unterabschnitt 3 desselben Gesetzes wird ein Artikel 81/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 81/1 - Wer eine oder mehrere Ruhestandspensionen beziehungsweise eine oder mehrere Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen bezieht, darf in Abweichung von den Artikeln 80, 81 und 83 in den Kalenderjahren vor dem Kalenderjahr, in dem er das Alter von 65 Jahren erreicht, diese Pensionen und Berufseinkünfte unbegrenzt gleichzeitig beziehen, wenn er zum Zeitpunkt, zu dem seine erste Ruhestandspension gemäß Artikel 87 Absatz 2 einsetzt, eine Laufbahn von mindestens 45 Kalenderjahren nachweist, die gemäß den auf die Vorruhestandspension in der Regelung für Lohnempfänger anwendbaren Vorschriften berechnet ist. Wer von Amts wegen in den Ruhestand versetzt worden ist, darf in Abweichung von Absatz 1 in den Kalenderjahren vor dem Kalenderjahr, in dem er das Alter von 65 Jahren erreicht, Berufseinkünfte und eine oder mehrere Ruhestandspensionen beziehungsweise eine oder mehrere Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen unbegrenzt gleichzeitig beziehen, und zwar ab dem Kalenderjahr, in dem er eine Laufbahn von 45 Kalenderjahren nachweist, die gemäß den auf die Vorruhestandspension in der Regelung für Lohnempfänger anwendbaren Vorschriften berechnet ist, wobei jedoch Kalenderjahre, in denen eine Ruhestandspension vollständig oder teilweise ausgezahlt worden ist, nicht berücksichtigt werden. Handelt es sich hingegen um eine Person, die vor dem 1. Januar 2018 von Amts wegen in den Ruhestand versetzt worden ist, können Kalenderjahre, in denen eine Ruhestandspension vollständig oder teilweise ausgezahlt wurde, ebenfalls Berücksichtigung finden, sofern: a) wenn die Pension vor dem 1. Januar 2014 eingesetzt hat - der Betreffende am 1. Januar 2014 eine Berufstätigkeit ausübte, b) wenn die Pension nach dem 31. Dezember 2013, jedoch vor dem 1. Januar 2018 einsetzt - der Betreffende am 1. Januar des Kalenderjahres nach dem Datum des Einsetzens der Pension eine Berufstätigkeit ausübt. Art In Titel 8 Kapitel 1 Abschnitt 2 desselben Gesetzes werden in der Überschrift von Unterabschnitt 5 die Wörter Ruhestands- oder aufgehoben. Art Artikel 84 desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert: 1. In 1 werden die Wörter Ruhestands- oder aufgehoben. 2. In 2 Absatz 1 werden die Wörter der Unterabschnitte 3 und 4 durch die Wörter von Unterabschnitt 4 ersetzt. 3. Paragraph 3 wird aufgehoben. Art In Artikel 87 Absatz 1 desselben Gesetzes werden zwischen den Wörtern in dem die Pension einsetzt, und den Wörtern werden die gemäß den Artikeln 78 und 80 bis 86 festgelegten Grenzbeträge die Wörter mit Ausnahme des Kalenderjahres, in dem eine Laufbahn von 45 Kalenderjahren, wie in Artikel 81/1 erwähnt, nachgewiesen wird, eingefügt. Art Artikel 88 desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert: 1. Paragraph 1 wird wie folgt ersetzt: 1 - Wenn die Berufseinkünfte die gemäß den Artikeln 78, 80, 81, 82 bis 85 oder 87 festgelegten Grenzbeträge in einem bestimmten Kalenderjahr überschreiten, wird die Pension in dem betreffenden Jahr um den Prozentsatz der Überschreitung gekürzt. 2. Paragraph 2 Absatz 1 wird wie folgt ersetzt: Wenn die Berufseinkünfte aus dem in Artikel 84 2 Absatz 1 und 2 erwähnten Zeitraum den Grenzbetrag, der aus der Anwendung von Artikel 84 2 Absatz 3 hervorgeht, in dem Kalenderjahr, in dem die betreffende Person, die ausschließlich eine oder mehrere Hinterbliebenenpensionen bezieht, das Alter von 65 Jahren erreicht, überschreiten, wird die Pension in Abweichung von 1für den betreffenden Zeitraum um den Prozentsatz der Überschreitung gekürzt. 3. Paragraph 2 Absatz 3 wird aufgehoben. 4. In 4 Absatz 1 werden die Wörter die Aussetzung beziehungsweise aufgehoben.

10 70558 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art Artikel 90 desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert: 1. In 1 werden die Wörter der Artikel 78 bis 81 durch die Wörter der Artikel 77/1, 80, 81 ersetzt. 2. In 3 werden die Wörter Artikel 79 durch die Wörter Artikel 81/1 ersetzt. Art In Artikel 95 desselben Gesetzes werden die Wörter ausgesetzt oder und die Wörter die Aussetzung beziehungsweise aufgehoben. Art Vorliegender Abschnitt wird wirksam mit 1. Januar 2015 und findet ebenfalls auf die am 31. Dezember 2014 laufenden Pensionen und gleichzeitigen Bezüge Anwendung. Abschnitt 3 - Pensionsbonus Art In das Programmgesetz vom 28. Juni 2013 wird ein Artikel 109/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: Art. 109/1 - Die Artikel 105 bis 109 finden nur Anwendung auf Bedienstete, die vor dem 1. Dezember 2014 je nach Fall vor Erreichen des Alters von 65 Jahren die Bedingungen in Bezug auf Alter und Dauer der Laufbahn für die Gewährung einer Vorruhestandspension gemäß Artikel 46 des Gesetzes vom 15. Mai 1984 zur Festlegung von Maßnahmen zur Harmonisierung der Pensionsregelungen erfüllen oder das Alter von 65 Jahren erreichen und vierzig zulässige Dienstjahre nachweisen, wie gemäß Artikel 46 des vorerwähnten Gesetzes vom 15. Mai 1984 bestimmt. Art Vorliegender Abschnitt wird wirksam mit 1. Januar [Abschnitt 4 - [...] [Abschnitt 4 mit den Artikeln 24 bis 26 aufgehoben durch Art. 7 des G. vom 10. August 2015 (B.S. vom 21. August 2015)] Art [...]] * SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR [C 2015/00680] 20 JUILLET Loi portant dispositions diverses en matière sociale. Traduction allemande d extraits Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande des articles 1 à 19, 21, 22, 24, 27 à 30, 40, 41, 48 et 50 à 55 de la loi du 20 juillet 2015 portant dispositions diverses en matière sociale (Moniteur belge du 21 août 2015). Cette traduction a été établie par le Service central de traduction allemande à Malmedy. FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2015/00680] 20 JULI Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken. Duitse vertaling van uittreksels De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de artikelen 1 tot 19, 21, 22, 24, 27 tot 30, 40, 41, 48 en 50 tot 55 van de wet van 20 juli 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (Belgisch Staatsblad van 21 augustus 2015). Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy. FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES [C 2015/00680] 20. JULI 2015 Gesetz zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Soziales Deutsche Übersetzung von Auszügen Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung der Artikel 1 bis 19, 21, 22, 24, 27 bis 30, 40, 41, 48 und 50 bis 55 des Gesetzes vom 20. Juli 2015 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Sozialbereich. Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden. FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST SOZIALE SICHERHEIT 20. JULI 2015 Gesetz zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Soziales PHILIPPE, König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: TITEL 1 - Allgemeine Bestimmung Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 74 der Verfassung erwähnte Angelegenheit. TITEL 2 - Soziale Angelegenheiten KAPITEL 1 - Abänderungen des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer Abschnitt 1 - Technische Anpassung einer Bestimmung über die Familienbeihilfen im Zuge der Sechsten Staatsreform Art. 2 - In Artikel 2/1 1 Absatz 1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, eingefügt durch das Gesetz vom 26. Dezember 2013, werden die Wörter, die Regelung der Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen für Lohnempfänger und die Regelung der Familienbeihilfen für Lohnempfänger durch die Wörter und die Regelung der Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen für Lohnempfänger ersetzt. Abschnitt 2 - Widerspruchsfrist und technische Korrekturen Art. 3 - Artikel 28 3 desselben Gesetzes, ersetzt durch das Gesetz vom 27. Dezember 2005, wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: Beschwerde gegen diesen Beschluss der Einrichtung zur Einziehung von Sozialversicherungsbeiträgen in Sachen Befreiung oder Ermäßigung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden.

11 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 4 - Artikel 29 desselben Gesetzes, ersetzt durch das Gesetz vom 27. Dezember 2005 und abgeändert durch das Gesetz vom 22. Dezember 2008, wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: Beschwerde gegen diesen Beschluss der Einrichtung zur Einziehung von Sozialversicherungsbeiträgen in Sachen Befreiung oder Ermäßigung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. Art. 5 - Artikel 29bis desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 25. Januar 1999 und ersetzt durch das Gesetz vom 27. Dezember 2005, wird aufgehoben. Art. 6 - Artikel 30 desselben Gesetzes, ersetzt durch das Gesetz vom 25. Januar 1999 und abgeändert durch das Gesetz vom 22. Dezember 2003, wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 werden die Wörter in den Artikeln 29 und 29bis durch die Wörter in Artikel 29 ersetzt. 2. Der Artikel wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: Beschwerde gegen diesen Beschluss des Landesamtes für soziale Sicherheit in Sachen Befreiung oder Ermäßigung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. Art. 7 - Artikel 30bis desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 4. August 1978, ersetzt durch das Gesetz vom 27. April 2007 und zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 8. Dezember 2013, wird wie folgt abgeändert: 1. [Abänderung des französischen Textes] 2. In 3 Absatz 7 werden die Wörter die Gesamtheit der Summen durch die Wörter die Summen ersetzt. 3. In 3 Absatz 7 werden zwischen den Wörtern dem Landesamt für soziale Sicherheit und den Wörtern in seiner Eigenschaft als Arbeitgeber die Wörter oder einem Fonds für Existenzsicherheit im Sinne des Gesetzes vom 7. Januar 1958 über die Fonds für Existenzsicherheit eingefügt. 4. Paragraph 3 Absatz 7 wird durch folgende Sätze ergänzt: Er kann einen Betrag für Beiträge, Zuschläge, Pauschalentschädigungen, Verzugszinsen oder Gerichtskosten bestimmen, unter dem der Arbeitgeber nicht als Schuldner gilt. Zudem verdeutlicht Er, welche Daten dem Landesamt für soziale Sicherheit und/oder dem Fonds für Existenzsicherheit vorliegen müssen, um die Existenz der betreffenden Schuld zu beurteilen. 5. In 5 Absatz 1 werden die Wörter Unbeschadet der Anwendung der in Artikel 35 Absatz 1 Nr. 3 vorgesehenen Sanktionen schuldet der Auftraggeber, der die in 4 Absatz 1 erwähnte Zahlung nicht getätigt hat, durch die Wörter Der Auftraggeber, der die in 4 Absatz 1 erwähnte Zahlung nicht getätigt hat, schuldet ersetzt. 6. [Abänderung des niederländischen Textes] 7. In 5 Absatz 2 werden die Wörter Unbeschadet der Anwendung der in Artikel 35 Absatz 1 Nr. 3 vorgesehenen Sanktionen schuldet der Unternehmer, der die in 4 Absatz 2 erwähnte Zahlung nicht getätigt hat, durch die Wörter Der Unternehmer, der die in 4 Absatz 2 erwähnte Zahlung nicht getätigt hat, schuldet ersetzt. 8. [Abänderung des niederländischen Textes] 9. Paragraph 5 Absatz 3 wird durch folgenden Satz ergänzt: Beschwerde gegen den Beschluss in Sachen Verringerung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. 10. Paragraph 9 Absatz 4 wird durch folgenden Satz ergänzt: Beschwerde gegen den Beschluss in Sachen Ermäßigung oder Befreiung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. Art. 8 - Artikel 30ter desselben Gesetzes, wieder aufgenommen durch das Gesetz vom 29. März 2012 und abgeändert durch das Gesetz vom 27. Dezember 2012, wird wie folgt abgeändert: 1. [Abänderung des französischen Textes] 2. In 2 Absatz 7 werden die Wörter die Gesamtheit der Summen durch die Wörter die Summen ersetzt. 3. Paragraph 2 Absatz 7 wird durch folgende Sätze ergänzt: Er kann einen Betrag für Beiträge, Zuschläge, Pauschalentschädigungen, Verzugszinsen oder Gerichtskosten bestimmen, unter dem der Arbeitgeber nicht als Schuldner gilt. Zudem verdeutlicht Er, welche Daten dem Landesamt für soziale Sicherheit und/oder dem Fonds für Existenzsicherheit vorliegen müssen, um die Existenz der betreffenden Schuld zu beurteilen. 4. Paragraph 5 Absatz 4 wird durch folgenden Satz ergänzt: Beschwerde gegen den Beschluss in Sachen Verringerung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. 5. Paragraph 9 Absatz 2 wird durch folgenden Satz ergänzt: Beschwerde gegen den Beschluss in Sachen Ermäßigung oder Befreiung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. Art. 9 - Um ihren Verpflichtungen in Bezug auf Artikel 2 Nr. 4 des Gesetzes vom 11. April 1994 über die Öffentlichkeit der Verwaltung nachzukommen, kann die Verwaltung binnen zwölf Monaten nach Inkrafttreten der Artikel 3, 4, 6, 7 und 8 eine neue Notifizierung der Beschlüsse in Sachen Befreiung oder Ermäßigung vornehmen, die bereits notifiziert worden sind und gegen die keine Beschwerde eingereicht worden ist, damit die Frist für die Einreichung der Beschwerde einsetzt. Abschnitt 3 - Verjährung Art Artikel 42 Absatz 3 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 27. Dezember 2005, wird wie folgt abgeändert: 1. [Abänderung des niederländischen Textes] 2. Die Wörter von der Zentralen Dienststelle für feste Ausgaben entlohnt werden, die durch den Königlichen Erlass vom 13. März 1952 zur Einrichtung der Zentralen Dienststelle für feste Ausgaben und zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 10. Dezember 1868 zur Festlegung der allgemeinen Staatsbuchführungsordnung eingerichtet worden ist, werden durch die Wörter entlohnt werden von der Zentralen Dienststelle für feste Ausgaben, eingerichtet durch den Königlichen Erlass vom 13. März 1952 zur Einrichtung der Zentralen Dienststelle für feste Ausgaben und zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 10. Dezember 1868 zur Festlegung der allgemeinen Staatsbuchführungsordnung, oder von P&O Shared Service Center, eingerichtet durch den Königlichen Erlass vom 25. April 2014 zur Schaffung der Generaldirektion P&O Shared Service Center beim Föderalen Öffentlichen Dienst Personal und Organisation, ersetzt.

12 70560 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Abschnitt 4 - Inkrafttreten Art Vorliegendes Kapitel tritt am ersten Tag des Monats nach Ablauf einer zehntägigen Frist, die am Tag nach der Veröffentlichung des vorliegenden Gesetzes im Belgischen Staatsblatt beginnt, in Kraft, mit Ausnahme von Artikel 10, der am Tag des Inkrafttretens des Königlichen Erlasses vom 25. April 2014 zur Schaffung der Generaldirektion P&O Shared Service Center beim Föderalen Öffentlichen Dienst Personal und Organisation in Kraft tritt. KAPITEL 2 - Abänderungen des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger Abschnitt 1 - Einfaches Abgangsgeld von bezuschussten Vertragsbediensteten, Stellvertretern im öffentlichen Sektor und Arbeitnehmern, die in Anwendung von Artikel 60 7 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren beschäftigt sind Art Artikel 23bis des Gesetzes vom 29. Juni 1981 zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze der sozialen Sicherheit für Lohnempfänger, eingefügt durch das Gesetz vom 27. Dezember 2006, wird wie folgt abgeändert: a) In 2 Absatz 1 werden die Wörter das den Angestellten ausgezahlt wird, die im Rahmen eines Vertrags beschäftigt sind, der im Gesetz vom 24. Juli 1987 über die zeitweilige Arbeit, die Leiharbeit und die Arbeitnehmerüberlassung erwähnt ist wie folgt ersetzt: das folgenden Personen ausgezahlt wird: 1. Angestellten, die im Rahmen eines Vertrags beschäftigt sind, der im Gesetz vom 24. Juli 1987 über die zeitweilige Arbeit, die Leiharbeit und die Arbeitnehmerüberlassung erwähnt ist, 2. Angestellten, die als bezuschusste Vertragsbedienstete unter den Bedingungen von Titel III Kapitel 2 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 1988 beschäftigt sind, 3. Angestellten, die als Ersatz für Beamte beschäftigt sind, die eine Laufbahnunterbrechung, eingeführt durch die Artikel 99 bis 107 des Sanierungsgesetzes vom 22. Januar 1985 zur Festlegung sozialer Bestimmungen, in Anspruch nehmen, 4. Angestellten, die in Artikel 9 1, Artikel 10quater 1 und Artikel 12 1 des Gesetzes vom 10. April 1995 über die Neuverteilung der Arbeit im öffentlichen Sektor erwähnt sind, 5. Angestellten, die als Ersatz für die in Artikel 4 des Gesetzes vom 19. Juli 2012 über die Viertagewoche und die Halbzeitbeschäftigung ab 50 oder 55 Jahren im öffentlichen Sektor erwähnten Personalmitglieder beschäftigt sind, 6. bezuschusstem Vertragspersonal, das unter den Bedingungen des Königlichen Erlasses Nr. 474 vom 28. Oktober 1986 zur Einführung einer Regelung für vom Staat bezuschusstes Vertragspersonal bei bestimmten lokalen Behörden beschäftigt ist, 7. Arbeitnehmern, die in Anwendung von Artikel 60 7 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren beschäftigt sind, unter den Bedingungen des Königlichen Erlasses vom 2. April 1998 zur Ausführung von Artikel 33 des Gesetzes vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Ausführung des Mehrjahresplanes für Arbeitsbeschaffung. b) Paragraph 2 Absatz 2 wird wie folgt ersetzt: Wenn ein Angestellter, der in den Anwendungsbereich der in Absatz 1 erwähnten Ausnahmen fällt, seinen Urlaub nimmt, wird die normale Entlohnung für die Urlaubstage, die durch das einfache Abgangsgeld gedeckt ist, jedoch als Entlohnung betrachtet. c) In 4 Absatz 2 werden die Wörter auf die im Gesetz vom 24. Juli 1987 über die zeitweilige Arbeit, die Leiharbeit und die Arbeitnehmerüberlassung erwähnten Arbeitnehmer durch die Wörter auf Arbeitnehmer, die in den Anwendungsbereich der in 2 erwähnten Ausnahmen fallen ersetzt. Abschnitt 2 - Solidaritätsbeitrag für Firmen-Nutzfahrzeuge Art Artikel 38 3quater Nr. 1 desselben Gesetzes, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 20. Dezember 1996 und ersetzt durch das Gesetz vom 20. Juli 2006, wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 3 werden die Wörter sind die Fahrzeuge zu verstehen durch die Wörter gewöhnliche Fahrzeuge zu verstehen ersetzt. 2. Derselbe Absatz wird durch folgenden Satz ergänzt: Die sogenannten Nutzfahrzeuge, die der Definition von Lieferwagen im Sinne von Artikel 65 des EStGB 1992 entsprechen, gehören nicht der Klasse gewöhnlicher Fahrzeuge an. 3. In Absatz 4 werden die Wörter Strecke Wohnsitz-Arbeitsplatz durch die Wörter Strecke zwischen Wohnsitz und ortsfester Arbeitsstätte ersetzt. 4. Derselbe Absatz wird wie folgt ergänzt:, mit Ausnahme der Strecke zwischen Wohnsitz und ortsfester Arbeitsstätte, wenn diese mit einem sogenannten Nutzfahrzeug zurückgelegt wird. Unter ortsfester Arbeitsstätte ist der Ort zu verstehen, an dem der Arbeitnehmer tatsächlich Leistungen eines bestimmten Umfangs erbringt und zu dem er sich mindestens vierzig Tage pro Jahr - aufeinander folgend oder nicht - begibt. Die Privatnutzung eines sogenannten Nutzfahrzeugs wird nicht vorausgesetzt, kann jedoch von den zuständigen Inspektionsdiensten festgestellt werden. Abschnitt 3 - Beschwerdefrist Art Artikel 38 3quater Nr. 10 Absatz 6 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 14. April 2011, wird durch folgenden Satz ergänzt: Beschwerde gegen den Beschluss der Einrichtung zur Einziehung von Sozialversicherungsbeiträgen in Sachen Befreiung oder Ermäßigung muss zur Vermeidung des Verfalls binnen drei Monaten nach Notifizierung des Beschlusses eingereicht werden. Art Um ihren Verpflichtungen in Bezug auf Artikel 2 Nr. 4 des Gesetzes vom 11. April 1994 über die Öffentlichkeit der Verwaltung nachzukommen, kann die Verwaltung binnen zwölf Monaten nach Inkrafttreten von Artikel 14 eine neue Notifizierung der Beschlüsse in Sachen Befreiung oder Ermäßigung vornehmen, die bereits notifiziert worden sind und gegen die keine Beschwerde eingereicht worden ist, damit die Frist für die Einreichung der Beschwerde einsetzt. Abschnitt 4 - Sonderausgleichsbetrag auf Vertragsbruchentschädigungen Art In Artikel 38 3quindecies Absatz 1 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 26. Dezember 2013, werden die Wörter, so wie dieser Artikel am 30. September 2013 anwendbar war, aufgehoben.

13 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Abschnitt 5 - Inkrafttreten Art Vorliegendes Kapitel tritt am ersten Tag des Monats nach Ablauf einer zehntägigen Frist, die am Tag nach der Veröffentlichung des vorliegenden Gesetzes im Belgischen Staatsblatt beginnt, in Kraft, mit Ausnahme von Artikel 12, der mit 1. Januar 2014 wirksam wird. KAPITEL 3 - Abänderung des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002 in Bezug auf erste Einstellungen Art Artikel 343 des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002, abgeändert durch das Gesetz vom 26. Dezember 2013, wird wie folgt abgeändert: 1. In 1 werden die Wörter, keine in Artikel 8bis des Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 zur Ausführung des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer durch die Wörter und keine in Artikel 2/1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer ersetzt. 2. In den Paragraphen 2, 3 und 3/1 werden die Wörter, kein in Artikel 8bis des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 erwähnter Gelegenheitsarbeitnehmer durch die Wörter und kein in Artikel 2/1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer erwähnter Gelegenheitsarbeitnehmer ersetzt und die Wörter, keine in Artikel 8bis des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 erwähnten Gelegenheitsarbeitnehmer werden jeweils durch die Wörter und keine in Artikel 2/1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer erwähnten Gelegenheitsarbeitnehmer ersetzt. 3. In 3/2 werden die Wörter, keine in Artikel 8bis des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 erwähnten Gelegenheitsarbeitnehmer durch die Wörter und keine in Artikel 2/1 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer erwähnten Gelegenheitsarbeitnehmer ersetzt. 4. In den Paragraphen 1, 2, 3, 3/1 und 3/2 werden die Wörter und keine in Artikel 8ter des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 erwähnten Gelegenheitsarbeitnehmer und die Wörter und kein in Artikel 8ter des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 28. November 1969 erwähnter Gelegenheitsarbeitnehmer jeweils aufgehoben. Art Vorliegendes Kapitel tritt am ersten Tag des Monats nach Ablauf einer zehntägigen Frist, die am Tag nach der Veröffentlichung des vorliegenden Gesetzes im Belgischen Staatsblatt beginnt, in Kraft. KAPITEL 4 - Bestimmungen zur Wiederherstellung des Sozialstatuts von Künstlern (...) Art Artikel 1bis des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, zuletzt abgeändert durch das Programmgesetz vom 26. Dezember 2013, wird wie folgt abgeändert: 1. In 1 werden zwischen Absatz 1 und Absatz 2 zwei Absätze mit folgendem Wortlaut eingefügt: Unter Erbringung künstlerischer Leistungen und/oder Produktion künstlerischer Werke ist die Kreation und/oder die Darbietung oder Interpretation künstlerischer Werke in den Bereichen audiovisuelle und bildende Künste, Musik, Literatur, Schauspiel, Bühnenbildgestaltung und Choreographie zu verstehen. Die Künstlerkommission beurteilt auf der Grundlage der in Absatz 1 vorgesehenen Begriffsbestimmung und auf der Grundlage einer Methodik, die in ihrer Geschäftsordnung, bestätigt durch einen im Ministerrat beratenen Königlichen Erlass, festgelegt ist, ob der Betreffende Leistungen oder Werke künstlerischer Art im Sinne des vorliegenden Artikels erbringt beziehungsweise produziert. 2. In 1früherer Absatz 3, der Absatz 5 wird, werden die Wörter im vorhergehenden Absatz durch die Wörter in Absatz 1 ersetzt. 3. Paragraph 1 früherer Absatz 4, der Absatz 6 wird, wird durch folgenden Satz ergänzt: In diesem Fall geht die Anerkennung der künstlerischen Art der Tätigkeit, für die die Erklärung über selbständige Tätigkeiten gewährt worden ist, nicht mit der Ausstellung eines Künstlerscheins einher. 4. Paragraph 2 wird aufgehoben. 5. In 3 werden die Wörter im Sinne von Artikel 2 des Königlichen Erlasses vom 19. Dezember 1967 zur Einführung einer allgemeinen Regelung in Ausführung des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen durch die Wörter im Sinne von Artikel 3 1 Absatz 4 des Königlichen Erlasses Nr. 38 vom 27. Juli 1967 zur Einführung des Sozialstatuts der Selbständigen ersetzt. Art Vorliegendes Kapitel tritt am 1. Juli 2015 in Kraft, mit Ausnahme von Artikel 20, der mit 7. August 2014 wirksam wird. KAPITEL 5 - Sondersozialversicherungsbeitrag für die ergänzende Altersversorgung (...) Art Artikel 67 des Programmgesetzes vom 27. Dezember 2012 wird wie folgt ersetzt: Art Artikel 66 tritt am 1. Januar 2017 in Kraft. (...) KAPITEL 7 - Abänderung des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle Art In Artikel 59 Nr. 2 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 10. August 2001, wird der erste Satz wie folgt ersetzt: 2. einen Beitrag, der auf den Betrag der von Versicherungsunternehmen eingeforderten Prämien einbehalten wird, für die vom König bestimmten Kategorien von Personen, auf die die Anwendung des Gesetzes aufgrund von Artikel 3 ausgedehnt wird. Art Vorliegendes Kapitel tritt am 1. Januar 2016 in Kraft. KAPITEL 8 - Abänderungen des Gesetzes vom 30. Dezember 2009 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen Art. 29 -InderÜberschrift von Titel 12 Kapitel 6 und in den Artikeln 184 1, 184/1 und 185 des Gesetzes vom 30. Dezember 2009 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, abgeändert durch das Gesetz vom 15. Dezember 2013, wird das Wort Mahlzeitschecks jeweils durch die Wörter Mahlzeitschecks und/oder Öko-Schecks ersetzt. Art In den Artikeln 183 und desselben Gesetzes wird das Wort Mahlzeitschecks jeweils durch die Wörter Mahlzeitschecks und Öko-Schecks ersetzt.

14 70562 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD (...) KAPITEL 11 - Kosten für die Verwaltung des Entschädigungsfonds für Asbestopfer Art Artikel 114 des Programmgesetzes (I) vom 27. Dezember 2006 wird wie folgt abgeändert: 1. Paragraph 1 wird wie folgt ersetzt: 1 - Der Asbestfonds ist organisch in den Fonds für Berufskrankheiten integriert. Die mit den Aufgaben des Asbestfonds verbundenen Verwaltungskosten gehen zu Lasten dieses Fonds. 2. Paragraph 2 wird aufgehoben. Art Vorliegendes Kapitel wird wirksam mit 1. Januar (...) KAPITEL 13 - Anpassungen der Arbeitgeberbeiträge zur sozialen Sicherheit von Seeleuten infolge der Sechsten Staatsreform (...) Art Artikel 194/1 des Gesetzes vom 27. Dezember 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen (I), eingefügt durch das Gesetz vom 25. April 2014, wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: Ab dem 1. Juli 2015 findet vorliegender Abschnitt keine Anwendung mehr auf Arbeitgeber, auf die das Erlassgesetz vom 7. Februar 1945 über die soziale Sicherheit der Seeleute der Handelsmarine anwendbar ist. (...) Art Artikel 57 Absatz 1 der am 3. Juni 1970 koordinierten Gesetze über die Vorbeugung von und die Entschädigung für Berufskrankheiten, ersetzt durch das Gesetz vom 24. Dezember 2002, wird durch folgenden Satz ergänzt: Der zuletzt genannte Beitrag von 1,10 Prozent wird ab dem 1. Juli 2015 in den in Artikel 3 3Nr.1des Erlassgesetzes vom 7. Februar 1945 über die soziale Sicherheit der Seeleute der Handelsmarine erwähnten Grundarbeitgeberbeitrag eingeschlossen. Art In Artikel 59ter 2 des Gesetzes vom 10. April 1970 über die Arbeitsunfälle, eingefügt durch den Königlichen Erlass Nr. 530 vom 31. März 1987 und zuletzt abgeändert durch das Gesetz vom 24. Dezember 2002, werden zwischen den Wörtern dem Fonds für Berufsunfälle und den Wörtern geschuldet gemäß den Modalitäten die Wörter bis zum 30. Juni 2015 eingefügt. Art Vorliegendes Kapitel tritt am 1. Juli 2015 in Kraft, mit Ausnahme der Artikel 46 Nr. 2 und 47, die mit 1. Januar 2015 wirksam werden. KAPITEL 14 - Nationales Kollegium für Sozialversicherungsmedizin im Bereich Arbeitsunfähigkeit Art Artikel 89/1 des Gesetzes vom 13. Juli 2006 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen in Sachen Berufskrankheiten und Arbeitsunfälle und in Sachen Wiedereingliederung in den Arbeitsprozess, eingefügt durch das Gesetz vom 24. April 2014, wird wie folgt abgeändert: 1. Absatz 2 wird durch folgenden Satz ergänzt: Zu Vorschlägen und Empfehlungen des Kollegiums in Bereichen, die den Nationalen Hohen Rat für Personen mit Behinderung betreffen, wird dieser Rat konsultiert. 2. Der Artikel wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: Es wird ein Präsidium eingerichtet, das mit der technischen und administrativen Koordinierung der Arbeiten des Kollegiums und der verschiedenen Arbeitsgruppen oder Kommissionen beauftragt ist. Dieses Präsidium nimmt die Sekretariatsgeschäfte des Kollegiums und der verschiedenen Arbeitsgruppen oder Kommissionen wahr. Der König bestimmt die Zusammensetzung des Präsidiums. TITEL 3 - Beschäftigung EINZIGES KAPITEL - Meldung sozialer Risiken Art In Artikel 4 des Gesetzes vom 24. Februar 2003 zur Modernisierung der Verwaltung der sozialen Sicherheit und über elektronische Kommunikation zwischen Unternehmen und der Föderalbehörde wird ein Paragraph 2bis mit folgendem Wortlaut eingefügt: 2bis - In Abweichung von 2 Absatz 1 bestimmt der Geschäftsführende Ausschuss nach Konzertierung mit den zuständigen Einrichtungen für soziale Sicherheit den Zeitpunkt, ab dem Arbeitgeber oder ihre Angestellten beziehungsweise Beauftragten die Daten mit Hilfe eines elektronischen Verfahrens übermitteln. Art Vorliegendes Kapitel tritt am 1. Januar 2016 in Kraft. (...) Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. Gegeben zu Brüssel, den 20. Juli 2015 PHILIPPE Von Königs wegen: Der Minister der Beschäftigung, der Wirtschaft und der Verbraucher K. PEETERS Die Ministerin der Sozialen Angelegenheiten Frau M. DE BLOCK Der Minister des Mittelstands, der Selbständigen und der KMB W. BORSUS Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz, K. GEENS

15 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [2015/205102] 16 NOVEMBRE Loi portant des dispositions diverses en matière sociale PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. La Chambre des représentants a adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : CHAPITRE 1 er. Disposition générale Article 1 er La présente loi règle une matière visée à l article 74 de la Constitution. CHAPITRE 2. Politique nouvelle - Horeca Section 1 re. Champ d application et définitions Art. 2 Le présent chapitre s applique aux travailleurs salariés et aux employeurs qui ressortent de la commission paritaire de l industrie hôtelière ou de la commission paritaire du travail intérimaire si l utilisateur ressort de la commission paritaire de l industrie hôtelière. Art. 3 Pour l application du présent chapitre et de ses arrêtés d exécution, il y a lieu d entendre par : 1 o flexi-job : l occupation dans les liens d un contrat-cadre, visé à l article 6 ou un contrat visé àl article 7. 2 o flexisalaire : le salaire net destiné à rémunérer une prestation fournie dans le cadre d un flexi-job visé au 1 o ; 3 o travailleur exerçant un flexi-job : un travailleur salarié occupé avec un contrat de travail flexi-job dans les liens d un contrat-cadre visé à l article 6 ou un contrat visé àl article 7; 4 o contrat de travail flexi-job : le contrat de travail, soumis aux règles de la section 3, et qui est conclu entre un employeur et un travailleur salarié qui remplit les conditions fixées à l article 4. Est assimilé au contrat de travail flexi-job, le contrat conclu, dans les mêmes conditions, entre une entreprise de travail intérimaire et un travailleur intérimaire pour autant que l activité de l utilisateur ressort à la commission paritaire de l industrie hôtelière (CP 302); 5 o heure supplémentaire dans le secteur de l horeca : chaque heure supplémentaire visée à l article 26bis, 2bis, alinéa 3, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, chez un employeur qui ressort de la commission paritaire de l industrie hôtelière ou de la commission paritaire du travail intérimaire si l utilisateur ressort de la commission paritaire de l industrie hôtelière et pour autant qu il s agisse d un emploi à temps plein; 6 o le flexipécule de vacances : le pécule de vacances due pour une prestation livrée dans le cadre d un flexi-job visé au 1 o. Section 2. Conditions Art. 4 1 er. Une occupation dans le cadre d un flexi-job est possible lorsque le travailleur salarié concerné a déjà chez un ou plusieurs autre(s) employeur(s) une occupation qui est au minimum égale à 4/5e d un emploi à temps plein d une personne de référence du secteur dans lequel les prestations à 4/5e sont exécutées, durant le trimestre de référence T-3, et pour autant que le travailleur salarié, pendant la même période dans le trimestre T : a) n est pas occupé au même moment sous un autre contrat de travail pour une occupation d au minimum 4/5e d un emploi à temps plein d une personne de référence du secteur chez l employeur où il exerce le flexi-job; b) ne se trouve pas dans une période couverte par une indemnité de rupture ou une indemnité en compensation du licenciement à charge de l employeur auprès duquel il exerce le flexi-job; c) ne se trouve pas dans un délai de préavis. 2. Pour satisfaire à l occupation minimale de 4/5e d un emploi à temps plein d une personne de référence, il est tenu compte, pour le calcul, dans le trimestre T-3 de toutes les périodes payées par l employeur et de toutes les périodes de suspension du contrat de travail qui ne sont pas payées par l employeur, visées aux articles 30, 31, FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [2015/205102] 16 NOVEMBER Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. Nieuw beleid - Horeca Afdeling 1. Toepassingsgebied en definities Art. 2 Dit hoofdstuk is van toepassing op de werknemers en werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf. Art. 3 Voor de toepassing van dit hoofdstuk en zijn uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder: 1 o flexi-job: de tewerkstelling in het kader van een raamovereenkomst als bedoeld in artikel 6 of een overeenkomst als bedoeld in artikel 7; 2 o flexiloon: het nettoloon ter vergoeding van een prestatie geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in de bepaling onder 1 o ; 3 o flexi-jobwerknemer: een werknemer tewerkgesteld met een flexijobarbeidsovereenkomst in het kader van een raamovereenkomst als bedoeld in artikel 6 of een overeenkomst als bedoeld in artikel 7; 4 o flexi-jobarbeidsovereenkomst: de arbeidsovereenkomst, onderworpen aan de regels van afdeling 3, en die wordt gesloten tussen een werkgever en een werknemer die voldoet aan de voorwaarden bepaald bij artikel 4. Wordt gelijkgesteld met een flexi-jobarbeidsovereenkomst, de overeenkomst gesloten, onder dezelfde voorwaarden, tussen een uitzendkantoor en een uitzendkracht, op voorwaarde dat de activiteit van de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf (PC 302); 5 o overuur in de horecasector: ieder overuur als bedoeld in artikel 26bis, 2bis, derde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 gepresteerd bij een werkgever die ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf en voor zover er sprake is van een voltijdse tewerkstelling; 6 o flexivakantiegeld: het vakantiegeld verschuldigd voor een prestatie geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in de bepaling onder 1 o. Afdeling 2. Voorwaarden Art Een tewerkstelling in het kader van een flexi-job is mogelijk wanneer de betrokken werknemer bij één of meerdere andere werkgever(s) al een tewerkstelling heeft die minimaal gelijk is aan 4/5e van een voltijdse job van een referentiepersoon van de sector waarin de 4/5e tewerkstelling wordt gepresteerd, gedurende het referentiekwartaal T-3, en voor zover de werknemer gedurende dezelfde periode in het kwartaal T: a) op hetzelfde moment niet is tewerkgesteld onder een andere arbeidsovereenkomst voor een tewerkstelling van minimaal 4/5e van een voltijdse job van een referentiepersoon van de sector bij de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent; b) zich niet in een periode bevindt gedekt door een verbrekingsvergoeding of ontslagcompensatievergoeding ten laste van de werkgever bij wie hij de flexi-job uitoefent; c) zich niet bevindt in een opzeggingstermijn. 2. Om te voldoen aan de minimale tewerkstelling van 4/5e van een voltijdse job van een referentiepersoon wordt voor de berekening in het kwartaal T-3 rekening gehouden met alle door de werkgever betaalde periodes en alle niet door de werkgever betaalde periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst, als bedoeld in de artikelen 30,

16 70564 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 33, 34, 34bis, 34ter, 39, 40, 45, 47, et 51 à 60 inclus de l arrêté royal du 10 juin 2001 portant définition uniforme de notions relatives au temps de travail à l usage de la sécurité sociale, en application de l article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions. Pour le calcul des prestations de travail prestées dans le trimestre T-3 il n est pas tenu compte des prestations : a) prestées dans le cadre d un flexi-job visé àl article 3, 1 o ; b) en tant qu apprenti, visé àl article 1 er de la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs; c) en tant qu étudiant visé au titre VII de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de travail, pour les 50 jours déclarés d occupation d une année calendrier conformément à l article 7 de l arrêté royal du 5 novembre 2002 instaurant une déclaration immédiate de l emploi, en application de l article 38 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux; d) de travailleurs visés à l article 5bis de l arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs; e) de travailleurs occasionnels dans l agriculture et l horticulture visés à l article 2/1 de la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs; f) en tant que travailleur occasionnel visé àl article 31ter de l arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs. Art. 5 1 er. Le montant du flexisalaire visé àl article 3, 2 o, est déterminé dans le contrat-cadre. 2. Le flexisalaire s élève au minimum à 8,82 euros à l heure. Ce montant minimum du flexisalaire est adapté à l indice des prix à la consommation, conformément aux dispositions de la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à l indice des prix à la consommation, des traitements, salaires, pensions, allocations et subventions à charge du trésor public, de certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité sociale des travailleurs, ainsi que des obligations imposées en matière sociale aux travailleurs indépendants. 3. Le flexipécule de vacances viséàl article 3, 6 o, est égal à 7,67 % du flexisalaire visé àl article 3, 2 o, et doit être payé ensemble avec le flexisalaire au travailleur. Section 3. Modifications en matière du droit du travail Sous-section 1 re. Le contrat-cadre Art. 6 Le travailleur et l employeur concluent, préalablement au début de la première occupation, un contrat-cadre qui contient au moins les mentions suivantes : a) l identité des parties; b) la manière et le délai suivant lequel le contrat de travail flexi-job doit être proposé par l employeur au travailleur; c) une description sommaire de la (des) fonction(s) à exercer; d) le flexisalaire en tenant compte du salaire minimum comme prévu à l article 5; e) le texte de l article 4, 1 er. Adéfaut d un contrat-cadre conforme aux dispositions de l alinéa1 er, le contrat de travail conclu en exécution de celui-ci ne peut pas être considéré comme un contrat de travail flexi-job. Art. 7 Lorsque le travailleur est un intérimaire, le contrat-cadre visé à l article 6 ne doit pas être établi. Dans ce cas, les mentions énumérées à l article 6 sont insérées dans le contrat viséàl article 8, 1 er, alinéa3,de la loi du 24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition d utilisateurs. 31, 33, 34, 34bis,34ter, 39, 40, 45, 47 en 51 tot en met 60 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. Voor de berekening van de geleverde arbeidsprestaties in het kwartaal T-3 wordt geen rekening gehouden met prestaties : a) geleverd in het kader van een flexi-job als bedoeld in artikel 3, 1 o ; b) als leerling als bedoeld in artikel 1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; c) als student als bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, voor de aangegeven 50 dagen van tewerkstelling van een kalenderjaar overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; d) van werknemers als bedoeld in artikel 5bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; e) van gelegenheidswerknemers in land- en tuinbouw als bedoeld in artikel 2/1 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; f) als gelegenheidswerknemer in de horeca als bedoeld bij artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Art Het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, wordt vastgesteld in de raamovereenkomst. 2. Het flexiloon bedraagt minimaal 8,82 euro per uur. Dit minimaal bedrag van het flexiloon wordt aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. 3. Het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, bedraagt 7,67 % van het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, en dient samen met het flexiloon te worden uitbetaald aan de werknemer. Afdeling 3. Wijzigingen inzake het arbeidsrecht Onderafdeling 1. De raamovereenkomst. Art. 6 De werknemer en de werkgever sluiten voorafgaandelijk aan de aanvang van de eerste tewerkstelling een raamovereenkomst die ten minste de volgende vermeldingen bevat : a) de identiteit van de partijen; b) de wijze waarop en de voorafgaande termijn waarbinnen de flexi-jobarbeidsovereenkomst door de werkgever aan de werknemer moet worden voorgesteld; c) een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie(s); d) het flexiloon met inachtneming van het minimum zoals bepaald bij artikel 5; e) de tekst van artikel 4, 1. Bij ontstentenis van een raamovereenkomst die voldoet aan de bepalingen van het eerste lid, kan de arbeidsovereenkomst die in dat kader wordt gesloten niet worden beschouwd als een flexijobarbeidsovereenkomst. Art. 7 Wanneer de werknemer een uitzendkracht is, moet de in artikel 6 bedoelde raamovereenkomst niet worden opgemaakt. In dat geval worden de in artikel 6 opgesomde vermeldingen opgenomen in de overeenkomst als bedoeld in artikel 8, 1, derde lid, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

17 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD A défaut des mentions énumérées à l article 6 dans le contrat concerné, les contrats de travail conclus dans ce cadre ne peuvent pas être considérés comme des contrats de travail flexi-job. Sous-section 2. Le contrat de travail Art. 8 Le contrat de travail flexi-job est conclu pour une durée déterminée ou pour un travail nettement défini. Art. 9 Le contrat de travail flexi-job est régi par les dispositions de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, sauf en ce qui concerne les dispositions spécifiques prévues dans la présente section. Art. 10 Le contrat de travail flexi-job peut être conclu par écrit ou oralement. Art. 11 En cas d horaire variable, l article 159 et la sous-section 2 de la section 2 du chapitre 4 du titre II de la loi-programme du 22 décembre 1989 et l article 38bis de la loi du 16 mars 1971 sur le travail ne sont pas applicables. Sous-section 3. Dispositions communes Art. 12 L employeur conserve le contrat-cadre et le contrat de travail flexi-job sur le lieu de travail du travailleur exerçant un flexi-job. Section 4. Modifications en matière de sécurité sociale Art. 13 Dans la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, il est inséré un article 1ter rédigé comme suit : Art. 1ter. Laprésente loi est également applicable aux travailleurs exerçant un flexi-job et les employeurs qui ressortent de la commission paritaire de l industrie hôtelière ou de la commission paritaire du travail intérimaire si l utilisateur ressort de la commission paritaire de l industrie hôtelière et qui sont liés par un contrat de travail flexi-job.. Art. 14 Dans l article 14 de la même loi, modifié en dernier lieu par la loi du 24 juillet 2008, il est inséré un paragraphe 3bis rédigé comme suit : 3bis. Leflexisalaire visé àl article 9, 2 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale, le flexipécule de vacances visé àl article 3, 6 o,delamême loi et les rémunérations nettes pour les heures supplémentaires dans le secteur de l horeca, telles que définies à l article 3, 5 o,delamême loi, sont exclues de la notion de rémunération. Art. 15 Dans l article 23 de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés, adapté par les lois des 24 juillet 2008, 23 décembre 2009 et 25 avril 2014, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 2 et 3: Le flexisalaire visé àl article 3, 2 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale, le flexipécule de vacances visé àl article 3, 6 o,delamême loi et les rémunérations nettes pour les heures supplémentaires dans le secteur de l horeca, telles que définies à l article 3, 5 o,delamême loi, sont exclues de la notion de rémunération.. Art. 16 Dans l article 38 de la même loi, modifié par la loi du 23 décembre 2013, il est inséré un paragraphe 3sexdecies rédigé comme suit : 3sexdecies. L employeur est redevable d une cotisation spéciale de 25 % sur le flexisalaire viséàl article 3, 2 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale et sur le flexipécule de vacances visé àl article 3, 6 o,delamême loi. La cotisation spéciale visée à l alinéa 1 er est payée par l employeur à l institution chargée de la perception des cotisations de sécurité sociale, dans les mêmes délais et aux mêmes conditions que les cotisations de sécurité sociale des travailleurs salariés. Les dispositions du régime général de la sécurité sociale des travailleurs salariés sont d application, notamment en ce qui concerne les déclarations avec justification des cotisations, les délais de paiement, Bij ontstentenis van de in artikel 6 opgesomde vermeldingen in de betrokken overeenkomst, kunnen de arbeidsovereenkomsten die in dat kader worden gesloten niet worden beschouwd als een flexijobarbeidsovereenkomst. Onderafdeling 2. De arbeidsovereenkomst Art. 8 De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk. Art. 9 De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt geregeld door de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten behalve voor wat de bijzondere bepalingen in deze afdeling betreft. Art. 10 De flexi-jobarbeidsovereenkomst kan schriftelijk of mondeling worden gesloten. Art. 11 In geval van een variabel werkrooster, zijn artikel 159 en onderafdeling 2 van afdeling 2 van hoofdstuk 4 van titel II van de programmawet van 22 december 1989 en artikel 38bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 niet van toepassing. Onderafdeling 3. Gemeenschappelijke bepalingen Art. 12 De werkgever houdt de raamovereenkomst en de flexijobarbeidsovereenkomst bij op de plaats van de tewerkstelling van de flexi-jobwerknemer. Afdeling 4. Wijzigingen inzake de sociale zekerheid Art. 13 In de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wordt een artikel 1ter ingevoegd, luidende : Art. 1ter. Deze wet is eveneens van toepassing op de flexijobwerknemers en de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf en die door een flexi-jobarbeidsovereenkomst verbonden zijn.. Art. 14 In artikel 14 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 juli 2008, wordt een 3bis ingevoegd, luidende : 3bis. Het flexiloon als bedoeld in artikel 9, 2 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, van dezelfde wet en de netto-vergoedingen voor de overuren in de horecasector, zoals omschreven in artikel 3, 5 o, van dezelfde wet, zijn uitgesloten uit het loonbegrip.. Art. 15 In artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de wetten van 24 juli 2008, 23 december 2009 en 25 april 2014, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : Het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, van dezelfde wet en de netto-vergoedingen voor de overuren in de horecasector, zoals omschreven in artikel 3, 5 o, van dezelfde wet, zijn uitgesloten uit het loonbegrip.. Art. 16 In artikel 38 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 december 2013, wordt een paragraaf 3sexdecies ingevoegd, luidende : 3sexdecies. De werkgever is een bijzondere bijdrage van 25 % verschuldigd op het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken en op het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3,6 o, van dezelfde wet. De bijzondere bijdrage als bedoeld in het eerste lid wordt door de werkgever betaald aan de instelling belast met de inning van de socialezekerheidsbijdragen, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de socialezekerheidsbijdragen voor de werknemers. De bepalingen van het algemene stelsel van de sociale zekerheid van werknemers, inzonderheid wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de termijnen inzake betaling, de toepassing van de burgerlijke sancties en van de strafbepalingen, het toezicht, de

18 70566 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD l application des sanctions civiles et des sanctions pénales, la surveillance, la désignation du juge compétent en cas de litige, la prescription en matière d actions en justice, le privilège et la communication du montant de la déclaration de créance de l Office national de sécurité sociale. Le produit des cotisations spéciales visées à l alinéa 1 er est transféré à l ONSS-Gestion globale visée à l article 5, alinéa 1 er,2 o,delaloidu 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.. Art. 17 Al article 2 de l arrêté royal du 10 juin 2001 établissant la notion uniforme de rémunération journalière moyenne en application de l article 39 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et harmonisant certaines dispositions légales, modifié par l arrêté royal du 5 novembre 2002 et la loi du 11 novembre 2013, les modifications suivantes sont apportées : 1 o l alinéa 2 est complété par la phrase suivante : Pour les travailleurs salariés visés à l article 3, 3 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale, est considéré comme rémunération journalière moyenne, le flexisalaire, visé àl article 3, 2 o,delamême loi et le flexipécule de vacances visé à l article 3, 6 o,delamême loi. 2 o l alinéa 3 est complété par la phrase suivante : Une heure supplémentaire dans le secteur de l horeca visé à l article 3, 5 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale est également considérée comme faisant partie des montants et avantages visés à l alinéa 2 pour l application de cet alinéa.. Art. 18 Les prestations de travail effectuées dans le cadre d un flexi-job visé à l article 3, 1 o, sont considérées comme des prestations de travail pour l application de l assurance chômage. Art. 19 L article 1 er de l arrêté royal n o 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés est complété par un alinéa rédigé comme suit : Pour l application de cet arrêté, le travailleur exerçant un flexi-job visé àl article 3, 3 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant dispositions diverses en matière sociale est assimilé àun travailleur.. Art. 20 L article 7 du même arrêté royal est complété par un alinéa rédigé comme suit : La rémunération pour une heure supplémentaire dans le secteur de l horeca visé àl article 3, 5 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant dispositions diverses en matière sociale, le flexisalaire visé àl article 3, 2 o,delamême loi et le flexipécule de vacances visé àl article 3, 6 o,de la même loi sont en ce qui concerne l alinéa 1 er également considérés comme de la rémunération brute en fonction de laquelle la pension de retraite est calculée.. Art. 21 Dans l article 1 er des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, coordonnées le 28 juin 1971, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre l alinéa 1 er et l alinéa 2: Art 2ter. Pour l application de la présente loi le travailleur exerçant un flexi-job visé àl article 3, 3 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverse en matière sociale est considéré comme un travailleur intellectuel. Art. 22 L article 9, 2, des mêmes lois est complété par les mots : et le flexipécule de vacances visé à l article 3, 6 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale est fixé conformément à l article 5, 3, de la même loi. aanwijzing van de rechter bevoegd in geval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijn van toepassing. De opbrengst van de bijzondere bijdragen bedoeld in het eerste lid wordt overgemaakt aan de RSZ-Globaal Beheer als bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2 o, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.. Art. 17 In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 waarin, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, het uniform begrip gemiddeld dagloon wordt vastgesteld en sommige wettelijke bepalingen in overeenstemming worden gebracht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 november 2002 en de wet van 11 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 o het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin : Voor de werknemers als bedoeld in artikel 3, 3 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, wordt als gemiddeld dagloon beschouwd het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, van dezelfde wet en het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, van dezelfde wet. 2 o het derde lid wordt aangevuld met de volgence zin : Ook een overuur in de horecasector als bedoeld bij artikel 3, 5 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken wordt voor de toepassing van dit lid geacht deel uit te maken van de in het tweede lid bedoelde bedragen en voordelen.. Art. 18 De arbeidsprestaties verricht in het kader van een flexi-job als bedoeld in artikel 3, 1 o, worden voor de toepassing van de werkloosheidsverzekering als arbeidsprestaties in aanmerking genomen. Art. 19 Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wordt aangevuld met een lid, luidende : Voor de toepassing van dit besluit worden de flexi-jobwerknemers als bedoeld in artikel 3, 3 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken met werknemers gelijkgesteld.. Art. 20 Artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : Het loon voor een overuur in de horecasector als bedoeld bij artikel 3, 5 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, van dezelfde wet en het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, van dezelfde wet worden wat het eerste lid betreft eveneens beschouwd als een brutoloon in functie waarvan het rustpensioen wordt berekend.. Art. 21 In artikel 1 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : Art 2ter. Voor de toepassing van deze wet wordt de flexijobwerknemer als bedoeld in artikel 3, 3 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken beschouwd als hoofdarbeider. Art. 22 Artikel 9, 2, van dezelfde wetten wordt aangevuld met de woorden : en wordt het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, bepaald overeenkomstig artikel 5, 3, van dezelfde wet.

19 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 23 Dans l arrêté royal du 5 novembre 2002 instaurant une déclaration immédiate de l emploi, en application de l article 38 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, il est inséré un article 7/1 rédigé comme suit : Art. 7/1. L employeur qui occupe des travailleurs exerçant un flexi-job visé àl article 3, 3 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale, communique pour ces travailleurs, par trimestre compris dans la durée du contrat de travail, les données énumérées à l article 4, complétées par la qualité de travailleur exerçant un flexi-job. S il s agit d un contrat de travail de durée déterminée qui est conclu oralement, les données énumérées à l article 4 sont communiquées sur une base journalière, complétées par la qualité de travailleur exerçant un flexi-job et l heure du début et de fin de la prestation.. Art. 24 L employeur qui fait appel à des travailleurs exerçant un flexi-job doit utiliser un système qui enregistre et tient à jour, pour chacun de ces travailleurs, le moment exact du début et de la fin de la prestation de travail. Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, les modalités auxquelles doit satisfaire le système désigné àl alinéa 1 er.le Roi détermine également, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, la durée obligatoire de stockage des données enregistrées. Un enregistrement conforme à l article 28/10, 2, de l arrêté royal du 16 mai 2003 pris en exécution du chapitre 7 du Titre IV de la loi-programme du 24 décembre 2002 (I), visant à harmoniser et à simplifier les régimes de réductions de cotisations de sécurité sociale, remplace l obligation d enregistrement visée à l alinéa 1 er. Art. 25 Lorsqu un travailleur exerçant un flexi-job est présent sur le lieu de travail, alors que le moment exact du début et de la fin d une tâche ou d une prestation de travail n est pas enregistré ni tenu à jour conformément à l article 24, le travailleur exerçant un flexi-job est présumé, sauf s il apporte la preuve du contraire, avoir, durant le trimestre concerné, fourni ses prestations de travail en exécution d un contrat de travail, en qualité de travailleur salarié àtemps plein. Art. 26 Lorsqu un employeur déclare un travailleur conformément à l article 7/1 de l arrêté royal du 5 novembre 2002 instaurant une déclaration immédiate de l emploi, en application de l article 38 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux alors que ce travailleur ne remplit pas les conditions pour l exercice d un flexi-job et déclare celui-ci néanmoins en tant que travailleur exerçant un flexi-job dans la déclaration trimestrielle prévue à l article 21 de la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, l occupation est considérée comme une occupation classique et les cotisations classiques de sécurité sociale dues pour cette occupation calculées sur le flexisalaire sont augmentées avec un pourcentage du flexisalaire àfixer par le Roi, qui n est pas inférieur à 50 % et pas supérieur à 200%duflexisalaire. Art. 27 Dans le livre 2, chapitre 2, du Code pénal social, il est inséré une section 3/1 rédigée comme suit : Section 3/1. Travailleurs exerçant un flexi-job. Art. 28 Dans la section 3/1 du même Code, insérée par l article 27, il est inséré un article 152/1 rédigé comme suit : Art. 152/1. Est puni d une sanction de niveau 3, l employeur, son préposé ou son mandataire qui occupe des travailleurs exerçant un flexi-job sans enregistrer ni tenir à jour le moment exact du début et de la fin de la prestation de travail au moyen d un système tel que défini à l article 24 de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale.. Art. 23 In het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende : Art. 7/1. De werkgever die flexi-jobwerknemers tewerkstelt als bedoeld in artikel 3, 3 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, deelt voor deze werknemers per kwartaal dat vervat is in de duurtijd van de arbeidsovereenkomst, de gegevens mee opgesomd in artikel 4, aangevuld met de hoedanigheid van flexi-jobwerknemer. Gaat het om een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur die mondeling wordt gesloten, dan worden de gegevens opgesomd in artikel 4 meegedeeld per dag, aangevuld met de hoedanigheid van flexi-jobwerknemer en het tijdstip van het begin en einde van de prestatie.. Art. 24 De werkgever die een beroep doet op flexi-job-werknemers moet gebruik maken van een systeem dat voor iedere afzonderlijke flexijobwerknemer het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie registreert en bijhoudt. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nadere voorwaarden waaraan de in het eerste lid genoemde systeem moet voldoen. De Koning bepaalt eveneens, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, hoe lang de geregistreerde gegevens moeten worden opgeslagen. Een registratie overeenkomstig artikel 28/10, 2, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen vervangt de verplichting tot registratie als bedoeld in het eerste lid. Art. 25 Wanneer een flexi-jobwerknemer aangetroffen wordt op de arbeidsplaats, terwijl het juiste tijdstip van begin en einde van een taak of een arbeidsprestatie niet is geregistreerd en bijgehouden overeenkomstig artikel 24, wordt de flexi-jobwerknemer vermoed, behoudens het bewijs van het tegendeel, gedurende het betreffende kwartaal zijn arbeidsprestaties te hebben geleverd in uitvoering van een arbeidsovereenkomst, in de hoedanigheid van voltijds werknemer. Art. 26 Wanneer een werkgever een werknemer aangeeft overeenkomstig artikel 7/1 van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, terwijl die werknemer niet voldoet aan de voorwaarden voor het uitoefenen van een flexi-job en die toch als flexijobwerknemer aangeeft in de trimestriële aangifte bepaald bij artikel 21 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, dan wordt de tewerkstelling als een gewone tewerkstelling beschouwd en worden de gewone verschuldigde socialezekerheidsbijdragen voor deze tewerkstelling berekend op het flexiloon, verhoogd met een door de Koning te bepalen percentage van het flexiloon, dat niet lager ligt dan 50 % en niet hoger ligt dan 200 % van het flexiloon. Art. 27 In boek 2, hoofdstuk 2, van het Sociaal Strafwetboek wordt een afdeling 3/1 ingevoegd, luidende : Afdeling 3/1. Flexijobwerknemers. Art. 28 In afdeling 3/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 27, wordt een artikel 152/1, ingevoegd, luidende : Art. 152/1. Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft, de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber, die flexi-jobwerknemers tewerkstelt zonder het juiste tijdstip van begin en einde van de arbeidsprestatie via een systeem te registreren en bij te houden, zoals bepaald bij artikel 24 van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken..

20 70568 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Section 5. Modifications en matière de fiscalité Art. 29 L article 38, 1 er, alinéa1 er, du Code des impôts sur les revenus 1992, modifié en dernier lieu par la loi-programme du 19 décembre 2014, est complété par les 29 o et 30 o,rédigées comme suit : 29 o le flexisalaire visé àl article 3, 2 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale et le flexipécule de vacances visé àl article 3, 6 o,delamême loi; 30 o les rémunérations relatives à 300 heures supplémentaires visées à l article 3, 5 o, de la loi du 16 novembre 2015 portant des dispositions diverses en matière sociale pour les travailleurs employés par des employeurs qui n utilisent pas la caisse enregistreuse visée à l arrêté royal du 30 décembre 2009 fixant la définition et les conditions auxquelles doit répondre un système de caisse enregistreuse dans le secteur horeca, et 360 heures supplémentaires pour les travailleurs employés par des employeurs qui utilisent dans chaque lieu d exploitation la caisse enregistreuse et qui ont déclaré cette caisse enregistreuse auprès de l administration fiscale conformément à l arrêté susmentionné.. Art. 30 L article 52, 3 o,dumême Code, modifié en dernier lieu par la loi du 21 décembre 2007, est complétée par un e) rédigé comme suit : e) les cotisations spéciales dues en vertu de l article 38, 3sexdecies, alinéa 1 er, de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés.. Section 6. Augmentation heures supplémentaires Art. 31 Les 143 heures visées à l article 26bis, 2bis, alinéa 3,delaloidu 16 mars 1971 sur le travail, qui ne doivent pas, à la demande du travailleur, être récupérées, sont augmentées à 300 heures par année calendrier chez les employeurs ou, en cas de travail intérimaire, chez les utilisateurs dont l activité ressort de la commission paritaire de l industrie hôtelière (PC 302). Elles sont augmentées à 360 heures pour les travailleurs qui sont engagés par des employeurs qui en tout lieu d exploitation font usage de la caisse enregistreuse visée dans l arrêté royal du 30 décembre 2009 fixant la définition et les conditions auxquelles doit répondre un système de caisse enregistreuse dans le secteur horeca et qui ont déclaré cette caisse enregistreuse auprès del administration fiscale conformément à cet arrêté. Art. 32 En cas d application des augmentations prévues à l article 31, 143 heures maximum peuvent, par période de quatre mois, ne pas être récupérées. Art. 33 Al article 154bis du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du 8 mai 2014, les modifications suivantes sont apportées : 1 o l alinéa 3 est remplacé par ce qui suit : Le maximum de 130 heures de travail supplémentaire déterminé à l alinéa 2 est augmenté à180 heures pour les travailleurs employés par des employeurs qui exécutent des travaux immobiliers à condition que ces derniers utilisent un système électronique d enregistrement de présence visé au chapitre V, section 4, de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l exécution de leur travail. Le maximum de 130 heures de travail supplémentaire déterminé à l alinéa 2 est augmenté à360 heures pour les travailleurs employés par des employeurs qui ressortent de la commission paritaire de l industrie hôtelière ou de la commission paritaire du travail intérimaire si l utilisateur ressort de la commission paritaire de l industrie hôtelière. ; 2 o l article est complété par un alinéa rédigé comme suit : La réduction d impôt n est pas applicable au travail supplémentaire qui entre en considération pour l application de l article 38, 1 er, alinéa 1 er,30 o.. Art. 34 À l article du même Code, modifié en dernier lieu par la loi-programme (I) du 26 décembre 2013, les modifications suivantes sont apportées : 1 o l alinéa 7 est remplacé par ce qui suit : Le maximum de 130 heures de travail supplémentaire déterminé à l alinéa 6 est augmenté à180 heures pour les employeurs qui exécutent des travaux immobiliers à condition que ces derniers utilisent un Afdeling 5. Wijzigingen inzake fiscaliteit Art. 29 Artikel 38, 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 19 december 2014, wordt aangevuld met de bepalingen onder 29 o en 30 o, luidende : 29 o het flexiloon als bedoeld in artikel 3, 2 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken en het flexivakantiegeld als bedoeld in artikel 3, 6 o, van dezelfde wet; 30 o de bezoldigingen met betrekking tot 300 overuren als bedoeld in artikel 3, 5 o, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die geen gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, en tot 360 overuren voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die in elke plaats van uitbating wel gebruik maken van een dergelijk kassasysteem en die dit kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de belastingadministratie.. Art. 30 Artikel 52, 3 o, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2007, wordt aangevuld met een bepaling onder e), luidende : e) de bijzondere bijdragen die verschuldigd zijn krachtens artikel 38, 3sexdecies, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.. Afdeling 6. Verhoging overuren Art. 31 De 143 uren als bedoeld in artikel 26bis, 2bis, derde lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971, die op vraag van de werknemer niet moeten worden ingehaald, worden verhoogd tot 300 uren per kalenderjaar bij de werkgevers of, in geval van uitzendarbeid, bij de gebruikers van wie de activiteit ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf (PC 302). Zij worden verhoogd tot 360 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die in elke plaats van uitbating gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, en die dit kassasysteem overeenkomstig dat besluit hebben aangegeven bij de belastingadministratie. Art. 32 In geval van toepassing van de verhogingen bepaald in artikel 31 kunnen maximaal 143 uren per periode van vier maanden niet worden ingehaald. Art. 33 In artikel 154bis van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 o het derde lid wordt vervangen als volgt : Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt opgetrokken tot 180 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op voorwaarde dat zij gebruik maken van een in hoofdstuk V, afdeling 4, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk bedoeld elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem. Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt opgetrokken tot 360 uren voor de werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor het hotelbedrijf of onder het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het paritair comité voor het hotelbedrijf. ; 2 o het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : De belastingvermindering is niet van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 38, 1, eerste lid, 30 o.. Art. 34 In artikel van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet (I) van 26 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 o het zevende lid wordt vervangen als volgt : Het in het zesde lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt opgetrokken tot 180 uren voor de werkgevers die werken in onroerende staat verrichten op voorwaarde dat zij gebruik maken van