Zweefvliegen Project

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zweefvliegen Project"

Transcriptie

1 Handleiding voor het Zweefvliegen Project EIS-Nederland Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie NEV Sectie Diptera 2 e editie, februari e ongewijzigde druk, augustus 2002

2 2 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

3 Handleiding voor het Zweefvliegen Project EIS-Nederland Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie NEV Sectie Diptera 2 e editie, februari e ongewijzigde druk, augustus 2002 Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

4 Het Zweefvliegenproject is een project van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, EIS-Nederland en de sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Het loopt van 1998 tot en met Het zweefvliegenproject wordt financieel mogelijk gemaakt door ondersteuning van: Prins Bernhard Fonds Wereld Natuur Fonds vereniging Natuurmonumenten Uyttenboogaart-Eliasen Stichting Voorpagina: Chrysotoxum cautum, vrouwtje (foto Bastiaan Wakkie) WAAR MOET JE ZIJN VOOR WAT? Algemene vragen over het Zweefvliegenproject: EIS-Nederland Postbus RA Leiden Hier kun je ook terecht voor het aanvragen van atlassen, formulieren en handleidingen en voor opgave als waarnemer. Inleveren formulieren: Stafkaarten: EIS-Nederland Antwoordnummer WB Leiden Topografische dienst Bendienplein SM Emmen Inhoudsopgave Inleiding 5 Waarnemingen verzamelen 7 Zweefvliegen determineren 7 De formulieren 8 De beoordeling van waarnemingen 15 Ecologie van zweefvliegen 21 Biotopencodes 21 Gebruik van stafkaarten 23 Voorbeelden van onderzoek 24 Afkortingen van zweefvliegnamen 29 De organisaties achter het project 37 4 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

5 INLEIDING Na de afsluiting van het succesvolle Libellenproject in 1996 is de NJN vanaf 1997 een nieuwe uitdaging aangegaan, in de vorm van het Zweefvliegenproject. In 1998 sloten EIS-Nederland en de NEV sectie Diptera zich hierbij aan. De belangrijkste doelstellingen van het gezamenlijkezweefvliegenproject zijn: het in kaart brengen van de Nederlandse zweefvliegenfauna en het verkrijgen van meer inzicht in de relaties van zweefvliegen met hun omgeving. Mensen die nog niet met zweefvliegen bezig zijn zullen gestimuleerd worden het veld in te gaan en hun kennis uit te breiden.deze kennis is belangrijk om de leefomgeving voor zweefvliegen in de toekomst te kunnen beschermen. Een atlas In Nederland komen ongeveer 315 soorten zweefvliegen voor met een onderling sterk uiteenlopende levenswijze. Er is nog nooit een overzicht verschenen van de verspreiding van deze soorten over heel Nederland. Dit zal in 2004 verschijnen. Ecologie Hoewel enkele soorten overal talrijk zijn, stellen de meeste zweefvliegen dermate hoge eisen aan hun omgeving dat ze een beperkte verspreiding hebben. Hoe deze verspreiding er precies uit ziet is heel interessant, en dit bepalen is dan ook het eerste doel van het project. Maar het waarom van die verspreiding is misschien nog veel interessanter. Een flink aantal zweefvliegen is bijvoorbeeld beperkt tot de zandgronden. Waarom? De factoren die hierin een rol spelen kunnen erg complex zijn. Het kan gaan om bepaalde bomen in een bepaald stadium van verrotting, zeldzame bladluizen, de opbouw van de struiklaag in een bos, het nectaraanbod, de mate van beschutting, regionaal klimaat of al die factoren tegelijk. Door scherp waarnemen, slimme onderzoekjes en gelukkig toeval is hier inzicht in te verkrijgen. Het is dus een grote uitdaging om in het zweefvliegenproject die gegevens te verzamelen, die nodig zijn om te weten welke zweefvliegen bedreigd zijn en hoe je ze kunt beschermen. Veel waarnemingen In Nederland is al een enorme hoeveelheid waarnemingen van zweefvliegen gedaan. Deze gegevens bevinden zich in excursieboekjes van entomologen, in collecties, in het natuurhistorisch archief van de NJN en in computerbestanden van EIS en enkele entomologen. Al met al zijn de gegevens dus erg verspreid. Deze waarnemingen zullen in één bestand bijeen gebracht worden. Naast deze bekende gegevens zullen voor het zweefvliegenproject vooral veel nieuwe gegevens verzameld worden zowel door oude rotten als door mensen die ten tijde van het project voor het eerst met zweefvliegen in aanraking komen. Over de meest opvallende waarnemingen zullen artikelen verschijnen in de Nieuwsbrief van het zweefvliegenproject, die vier keer per jaar uitkomt. Voorlopige atlas Als start van het project is in mei 1998 de Voorlopige atlas van de Nederlandse zweefvliegen uitgegeven, waarin al bestaande computerbestanden zijn bijeengebracht, aangevuld met gegevens die door de NJN verzameld zijn. Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

6 De voorlopige atlas is bedoeld om gegevensverzameling te stimuleren. Er zal gericht aan de lacunes in deze atlas gewerkt worden, in de hoop dat deze in 2004 opgevuld zullen zijn. In de atlas worden deze weinig bezochte gebieden zichtbaar, en in de tekst worden tips gegeven die het gericht zoeken naar bepaalde soorten mogelijk maken. Ook is per soort een serie ecologische vragen gesteld om verder onderzoek te stimuleren. Deze atlas is voor f 12,50 te verkrijgen bij EIS-Nederland en bij de Jeugdbondsuitgeverij. Waarnemers Duidelijk is dat voor dit project veel waarnemingen nodig zijn en dus veel waarnemers. Ook als je nog niet zoveel weet kan je waarnemer van het project worden; de beste manier om zweefvliegen te leren kennen! Enthousiasme is het belangrijkste. Opgeven als waarnemer voor het project kan bij EIS-Nederland (adres zie voorin). Dasysyrphus venustus vrouwtje (foto Wouter van Steenis) Oproep foto's en dia's Voor lezingen en voor de uiteindelijke atlas is het ZP op zoek naar dia's en foto's van zweefvliegen. Heb je mooie opnamen van zweefvliegen? geef dat dan even door aan EIS- Nederland, het ZP is er erg in geïnteresseerd! 6 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

7 WAARNEMINGEN VERZAMELEN Om tot een verspreidingsatlas van zweefvliegen te komen zal het ZP de komende jaren zoveel mogelijk waarnemingen verzamelen. Aan jou de uitdaging deze waarnemingen zo te verrichten dat het ZP ze kan gebruiken! Hiervoor is het noodzakelijk dat je de zweefvliegen die je vangt allereerst goed op naam brengt en daarna de formulieren voor het ZP goed invult. Vandaar dat daar nu enige tips over volgen. Zweefvliegen determineren Het belangrijkste bij het determineren is zorgvuldig lezen!! Bekijk altijd alle kenmerken die in een determinatiesleutel genoemd worden. Lees altijd eerst één kenmerk bij a, dan het vergelijkende kenmerk bij b en kijk dan naar de vlieg. Dan het tweede kenmerk, enzovoort en maak dan een keuze. Klopt bijvoorbeeld één van de vier kenmerken niet, probeer dan beide mogelijkheden. Dit lijkt allemaal nogal logisch, maar door slordig lezen worden de meeste fouten gemaakt! Determinatiewerken voor Nederland: * Barendregt, A., 1991, Zweefvliegentabel, JBU, Utrecht. Met deze tabel kan je vrijwel alle Nederlande soorten op naam brengen. Als waarnemer van het zweefvliegenproject krijg je een supplement op deze tabel om moeilijke vragen te verduidelijken en enkele fouten uit de tabel te halen. * Goot, V.S. van der, 1989, Zweefvliegen, JBU/KNNV veldgids 1, Utrecht. Geen tabel, maar bevat kleurenfoto's van een groot aantal zweefvliegen; handig voor bij de JBU-tabel! Zeer geschikt voor beginners. * Goot, V.S. van der, 1981, De zweefvliegen van Noordwest-Europa en Europees Rusland, in het bijzonder van de Benelux, KNNV uitgave nr. 32, Utrecht. Tabel met alle Nederlandse soorten, ook de moeilijkere genera die je op genitaal moet determineren. Helaas uitverkocht. * Verlinden, L., 1991, Zweefvliegen (Syrphidae), Fauna van België, KBIN, Brussel. Tabel met alle Nederlandse soorten, ook de moeilijkere genera die je op genitaal moet determineren. De eerste twee tabellen zijn verkrijgbaar bij de JBU. De Verlinden is verkrijgbaar bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Vautierstraat 29, B-1040 te Brussel. Zweefvliegen verzamelen Voor zeldzame of lastige herkenbare wordt bewijsmateriaal verlangd (zie hiervoor het stuk over de controle van waarnemingen op pagina 13). Soms zullen er ondanks een zorgvuldige determinatie ook onder de algemene soorten nog problematische exemplaren overblijven. In deze gevallen is het sterk aan te raden het beest te verzamelen. Hoe je dit kunt aanpakken wordt in de JBU-tabel uitgelegd. Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

8 DE FORMULIEREN Er zijn twee typen waarnemingenformulieren: het gebiedsformulier en het lossewaarnemingenformulier. Op de bladzijden na deze uitleg zijn beide formulieren afgebeeld. Het gebiedsformulier is bedoeld voor bezoeken aan gebieden waar je verschillende waarnemingen doet, zodat je niet voor elke soort de gebiedsgegevens opnieuw hoeft in te vullen. Het losse-waarnemingenformulier kun je gebruiken voor incidentele waarnemingen op plaatsen waar je maar één of enkele soorten hebt waargenomen. De voorkant: Waarnemer: jouw naam + waarnemersnummer (vul ook het nummer in als je dit weet!) Plaatsnaam: de dichtstbijzijnde plaats Gebied: de naam van het gebied waar je waarnemingen hebt gedaan. Kies liefst een naam die op een topografische kaart staat Amersfoortcoördinaat: met de amersfoortcoördinaten wordt een kilometervak aangeduid. Op bladzijde 23 staat vermeld hoe je een km-vak op een stafkaart kunt aflezen. Voor een goed beeld van de biotoop is het van belang de coördinaten op 100 meter nauwkeurig aan te geven! Liever dus meerdere formulieren van 1 kilometervak dan alles op één hoop gegooid! Datum: Biotoop: Soort: Aantal: dag, maand, jaar in cijfers (op het losse-waarnemingenformulier vul je het jaar bovenin het formulier in) Kies uit de 28 mogelijkheden het biotooptype waarin je gevangen hebt. Heb je in verschillende biotopen gevangen, dan is het beter per biotoop apart een formulier in te vullen. Het kan natuurlijk gebeuren dat je echt op de grens van twee biotopen hebt gevangen, bijvoorbeeld een bosrand. In dat geval is er de mogelijkheid om twee biotopen in te vullen. Ook als je twijfelt tussen twee biotopen dan mag je ze allebei invullen. Op het gebiedsformulier staan de (algemene) soorten die gemakkelijk te determineren zijn. Achterin deze handleiding staan de namen van alle soorten. Daar kun je dus de juiste afkorting bij zoeken. Bij sommige soorten wordt een variatie onderscheiden, deze variaties hebben een eigen afkorting, let hier dus altijd goed op! Op het losse-waarnemingenformulier staan alle soorten achterop. Hier staan ook de beoordeelcodes bij die aangeven of er van een soort bewijsmateriaal of een beschrijving nodig is (meer hierover op bladzijde 13). Het aantal dieren dat je werkelijk gezien hebt (dus niet hoeveel je denkt dat er in je totale gebiedje zitten). Vul het minimum aantal in dat je gezien hebt. Dus alleen dat aantal invullen dat je daadwerkelijk gedetermineerd hebt. Vooral voor Syrphus en Eristalis geldt dat je er soms honderden ziet, maar dat je op het formulier alleen de gedetermineerde dieren invult, en niet een schatting van 8 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

9 de verhouding tussen de verschillende soorten. De soorten lijken hiervoor teveel op elkaar, hier kunnen dus grote fouten insluipen. Het totale aantal Syrphussen kan je eventueel op de achterkant invullen met Syrphus spec. Mn: het aantal mannetjes Vr: het aantal vrouwtjes Onb: geslacht onbekend. Als je bijvoorbeeld 20 Helophilus pendulus hebt gezien, waarvan drie mannetjes en vijf vrouwtjes, dan schrijf je op: 3, 5, 12. W (type waarneming): Zicht: Wanneer je een zweefvlieg alleen gezien hebt en niet gevangen vul je een Z in. Deze waarnemingen kunnen dus minder betrouwbaar zijn. Wees erg voorzichtig met dit type waarnemingen. De snelheid van zweefvliegen en de vaardigheid van het menselijk brein om patronen te zien kunnen tot de meest fantastische determinaties leiden. Vangst: Beesten die je echt in je handen gehad hebt geef je aan met een V. Als je enkele van het totale aantal dieren gevangen hebt dan je dit in. Van deze soort heb je minstens één beest echt in je handen gehad. Foto: Foto van het beest gemaakt, dit geef je aan met een F, de waarneming is nu in principe controleerbaar voor anderen, en daarmee meer betrouwbaar! Collectie: Je hebt een individu verzameld en in je collectie opgenomen, dit geef je op het formulier aan met een C. De meest betrouwbare waarneming, die altijd te controleren is! * (opmerkingen): Met een * in deze kolom geef je aan dat je over deze soort meer zegt op de achterkant van het formulier. Bijvoorbeeld een beschrijving van een bijzondere soort of een opmerking over de paring of het eileggen. Lastig of Zeldzaam: laat door middel van het kruisje rechtsonder op het gebiedsformulier weten dat de achterkant van het formulier ook bekeken moet worden. De achterkant De achterkant van het formulier is voor soorten die niet op de voorkant van het gebiedsformulier staan en voor ecologische gegevens. Hier kun je ook je beschrijvingen geven van soorten waarvan de waarnemingen beoordeeld worden. Soorten die niet op de voorkant staan Bijzondere soorten die niet voorgedrukt op het gebiedsformulier staan behoeven een speciale behandeling: van deze soorten kunnen niet alle waarnemingen zonder slag of stoot aangenomen worden. Daarvoor zijn ze te zeldzaam of te moeilijk herkenbaar. Ook de echte specialisten maken bij deze beesten vaak fouten, dus jouw waarneming KAN zonder bewijsmateriaal niet geaccepteerd worden! Je zou kunnen zeggen dat je het beest zonder bewijsmateriaal dus net zo goed niet had kunnen zien. Over de procedure rond het beoordelen van waarnemingen van deze soorten kun je meer lezen op bladzijde 13). Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

10 Ecologie-waarnemingen Verder is de achterkant bestemd voor bijzondere situaties of ecologisch belangrijke waarnemingen. Bijvoorbeeld: Een mannetje zit in zijn territorium. Je herkent dit aan opvallend gedrag zoals het zweven op een vaste plek, vaak onderbroken door een korte rust, meestal ook op een vaste plek. De functie van dit gedrag is wellicht het ontmoeten van vrouwtjes en het is dan ook niet vreemd dat deze ontmoetingsplaatsen bij een aantal soorten overeenkomen met de plekken waar de eieren afgezet worden. Nog leuker is het natuurlijk als je echt ziet waar een vrouwtje haar eieren afzet. Eileg wordt zo zelden waargenomen dat voor veel soorten de informatie is gebaseerd op één of enkele waarnemingen. Elke waarneming van eileg is dus razend interessant! Je vindt een larve. Je kunt deze proberen op naam te brengen. Voor tips kun je contact opnemen met Wouter van Steenis of Bastiaan Wakkie (via EIS-Nederland). Probeer je larve ook op te kweken. Dit is erg leuk om te doen en je kunt hier waardevolle informatie mee verzamelen. Van notitieboekje tot formulier: een voorbeeld Hieronder zie je een voorbeeld van hoe waarnemingen vaak in notitieboekjes staan. Op de volgende bladzijden staan dezelfde waarnemingen ingevuld op een gebiedsformulier en op een losse-waarnemingenformulier (een waarneming hoeft normaalgesproken natuurlijk maar op één van beide formulieren ingediend te worden). 10 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

11 Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

12 12 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

13 Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

14 14 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

15 DE BEOORDELING VAN WAARNEMINGEN Een groot deel van de waarnemingen betreft algemene, makkelijk herkenbare soorten. Als hier enkele foute determinaties tussen zitten, dan hebben deze nauwelijks invloed op het beeld dat de gegevens geven van de verspreiding van een soort. Dit is anders bij zeldzame soorten: enkele foute determinaties kunnen dit beeld sterk vertekenen. Ook bij moeilijk herkenbare soorten bestaat de kans een groot deel van de gevangen exemplaren verkeerd op naam wordt gebracht. Het is natuurlijk onmogelijk om alle waarnemingen te controleren, maar het is ook niet wenselijk om elke waarneming van elke waarnemer zonder enige controle in het databestand op te nemen. Daarom is de Beoordelingscommissie Zweefvliegen Nederland (BZN) opgericht. Deze commissie houdt zich bezig met de beoordeling van waarnemingen van zeldzame en / of moeilijk herkenbare soorten. Beoordeelsoorten In tabel 1 (achterin dit hoofdstuk) zijn alle soorten weergegeven waarvan de waarnemingen beoordeeld moeten worden. Voor de soorten die niet in deze lijst zijn opgenomen geldt dat alle waarnemingen opgenomen worden in het bestand. De beoordeling van waarnemingen gebeurt op basis van documentatie die de waarnemer bij de waarneming levert. Dit kan een beschrijving zijn, maar bij waarnemingen van sommige soorten verlangt de BZN bewijs in de vorm van een verzameld exemplaar of een foto waarop de belangrijke kenmerken te zien zijn. De beoordeelsoorten zijn onderverdeeld in de volgende categorieën (deze zijn in tabel 1 per soort aangegeven): 1. Soorten waarvan een goede beschrijving voldoende is (verderop kun je lezen wat de BZN verstaat onder een goede beschrijving ). 2. Soorten waarvan een goede beschrijving voldoende is binnen het bekende verspreidingsgebied (zie tabel 2), maar waarvan buiten de bekende verspreiding bewijs nodig is in de vorm van een verzameld exemplaar of een foto waarop de essentiële kenmerken te zien zijn. 3. Soorten waarvan bij elke waarneming bewijs nodig is in de vorm van een verzameld exemplaar of een foto waarop alle essentiële kenmerken te zien zijn. Een beschrijving alleen is dus niet voldoende voor categorie 3-soorten en vaak ook niet voor categorie 2-soorten! Voor de soorten uit categorie 2 is in tabel 2 aangegeven wat verstaan wordt onder het bekende verspreidings-gebied. De soorten waarvan de waarnemingen niet door de BZN beoordeeld worden, staan op de voorkant van het waarnemingenformulier voor gebieden. Op de achterkant van het formulier voor losse waarnemingen staat de hele soortenlijst met bijbehorende categorieën. Het maken van een beschrijving Een goede beschrijving moet alle twijfel over andere soorten uitsluiten. Dit betekent dat uit een combinatie van kenmerken duidelijk moet worden welk genus en welke soort het betreft. Het is niet de bedoeling dat een beschrijving bestaat uit een opsomming van de stappen die je maakt in een determinatietabel. Een beschrijving moet weliswaar de essentiële kenmerken bevatten, maar ook aanvullende informatie geven. Geef bijvoorbeeld informatie over de Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

16 lichaamslengte, pootkleuren, glans op borststuk of achterlijf, tekening van het gezicht, vleugels etc. Schrijf alles wat je opvalt op en maak indien nodig tekeningen. Een goede manier om een beschrijving op te bouwen, is in de volgorde kop, borststuk, achterlijf. Begin bij de antennen en eindig bij de top van het achterlijf. Dit is een uitgebreide wijze van beschrijven die bij sommige soorten misschien niet echt nodig is, maar in veel gevallen zal gelden: hoe vollediger de beschrijving, hoe groter de kans dat de BZN de waarneming accepteert en deze in het bestand wordt opgenomen. Het is moeilijk om strakke criteria te geven voor een goede beschrijving. Er zijn verschillende manieren om het goed te doen en nog meer manieren om het fout te doen. Daarom zal de BZN het per geval moeten beoordelen, en hierbij rekening moeten houden met de ervaring van een waarnemer. Als iemand een bepaalde beoordeelsoort al eens eerder in hetzelfde gebied heeft gevangen, en hij of zij heeft daar de eerste keer al een goede beschrijving van geleverd, dan zal de volgende waarneming soepeler beoordeeld worden. Hieronder volgen drie voorbeeldbeschrijvingen van dezelfde soort, in afnemende mate van volledigheid. De eerste maakt een heel goede kans geaccepteerd te worden, bij de tweede zal de ervaring van de waarnemer zwaarder wegen in de beoordeling en de derde beschrijving is in alle gevallen onvoldoende. Soort Epistrophe diaphana (Zetterstedt, 1843) vrouwtje 1. Goede, volledige beschrijving (Bij voorkeur met tekeningen van, in dit geval, achterlijfsbanden) Dier is 12 mm. lang, gemeten van kop tot puntje achterlijf, exclusief antennen. Kop: Antennen, met uitzondering van het eerste antennelid, geheel zwart. Sprietborstel is donker (zwart) en kaal. Gezicht is geheel geel, inclusief de lunula en het voorhoofd. Mondrand geel. Frons met een brede band van bestuiving die bovenaan diep ingekeept is, het voorhoofd is boven de stofvlekken geheel donker van kleur. Het gezicht is geheel afstaand licht behaard, de beharing loopt door tot boven op de kop, boven de stofvlekken (dus waar het voorhoofd zelf ook donker is) is de kleur van de beharing ook donker. Ogen kaal. De oogachterrand is breed en geheel bestoven met een lichte, geel tot bijna witte, beharing. Boststuk: Borststukrug matig glazend, met vooraan twee onduidelijke witte (grijze) bestoven lengte-streepjes die halverwege het borststuk oplossen in de overige bestuiving. Borststukrug aan de zijkant licht, geelgrijzig, gebiesd (bestoven?), zonder scherpe grens. De schouderknobbels zijn kaal, de rest van het borststuk is geheel afstaand geel behaard, haren met een lengte korter dan de lengte van het derde antennelid. De zijkant van het borststuk is geheel wit bestoven, slechts aan de onderkant, tussen heup 1 en 2, zijn twee glimmende plekken met ertussen minder dichte bestuiving. Ook zij- en onderkant van het borststuk zijn lang afstaand geel behaard. Het schildje is geheel geel en ook geheel geel behaard. De halters zijn helder geel. Alle heupen, heupringen, dijen en schenen zijn geel. Van voren lijken het top derde van dij 3 en de scheen 3 donkerder dan de overige poten, dit wordt veroorzaakt door zwarte beharing, die afwezig is op de andere poten. De tarsen 1 en 2 zijn naar de top iets verdonkerd (bruin), tars 3 is geheel donker (bruin-zwart) van kleur. Vleugel is geheel bedekt met microtrichen. De vleugelbasis (de cellen voor cel V en VI, en het begin van cel I tot en met het pterostigma) is geelachtig van kleur. De vleugelvelletjes hebben geen lange afstaande haren. Achterlijf: Het achterlijf is breder dan het borststuk. Rugplaatje 2 is zwart met twee grote, brede gele vlekken, die aan de binnenzijde afgerond zijn en aan de zijnaad duidelijk naar voren toe versmald zijn. De vlekken nemen ongeveer driekwart van de lengte van het rugplaatje in beslag. De rugplaatjes 3 en 4 zijn eveneens zwart en hebben brede gele banden die achteraan, in het midden voor ruim een kwart, ingekeept. De banden zijn aan de zijnaad versmald. De breedte van de banden neemt ongeveer tweederde (op rugplaatje 4 iets meer dan de helft) van de lengte van het rugplaatje in beslag. Rugplaatje 4 heeft bovendien een vrij brede gele achterrand, ongeveer 1/5 van de lengte van het rugplaatje. De rugplaatjes 5-8 zijn geheel geel. De zijnaad van het achterlijf is afwisselend geel zwart behaard. 16 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

17 Rugplaatjes 2 4 zijn vrij kort, min of meer, afstaand behaard, op de gele banden geel en op de zwarte delen zwart, met uitzondering van de gele achterrand van rugplaatje 4, deze is eveneens zwart behaard. De rugplaatjes 5 8 zijn zwart behaard, waarbij rugplaatje 5 nog enkele gele haren heeft aan de zijnaad. De buikplaatjes zijn geheel geel. Buikplaatje 2 is geheel geel behaard. Buikplaatje 3 is aan de achterkant voor ongeveer de helft zwart behaard. Buikplaatje 4 is achteraan voor ongeveer drie kwart zwart behaard. Buikplaatje 5 is achteraan voor de helft zwart behaard. De buikplaatjes 6 8 zijn voornamelijk zwart behaard, met enkele langere gele haren ertussen. Determinatie: De combinatie van de volgende kenmerken geeft aan dat het om een Epistrophe gaat: antennen korter dan de kop, dwarsader a voor het midden van cel 3 geplaatst, het schildje is geel (lichter dan borststuk), vleugelvelletjes zonder lange afstaande haren, ogen kaal, zijnaad rugplaatje 3 gerand, borststuk matig glanzen en achterlijf met brede banden. De volgende kenmerken geven aan dat het de soort E. diaphana betreft: achterlijf met brede banden die aan de achterkant, in het midden, ingekeept zijn en aan de zijnaad sterk versmald zijn. Antennen geheel zwart en alle dijen geheel geel. 2. Minder volledige beschrijving, die van een ervaren waarnemer wel geaccepteerd zou worden 12 mm. Vleugelvelletjes zonder lange haren. Borststuk matig glanzend. Derde antennelid geheel zwart, gezicht geheel geel, inclusief lunula, mondrand en voorhoofd. Achterlijf op rugplaatje 3 en 4 met zeer brede, gele, iets ingekeepte, banden. Rugplaatje 2 met grote, afgeronde vlekken. Poten geheel geel, behalve tars Onvolledige beschrijving Epistrophe met brede gele banden en gele kop met zwarte antennen. Maakt algeheel lichte (gele) indruk. Procedure Na afloop van elk veldseizoen worden alle waarnemingen ingevoerd. Vervolgens worden alle waarnemingen van te beoordelen soorten eruit gelicht, en deze worden gescheiden in waarnemingen met beschrijving of bewijs en waarnemingen zonder. De waarnemers die geen beschrijving of bewijs hebben ingeleverd, worden eenmalig benaderd om dit alsnog te doen. Als je het belangrijk vindt dat je waarnemingen in de toekomstige zweefvliegenatlas verwerkt worden, is het dus van belang dat je beschrijvingen en bewijsmateriaal voorlegt. Hierna worden de beschrijvingen en het bewijsmateriaal verdeeld over de BZN-leden, die deze gebruiken om de waarnemingen te beoordelen. Het uiteindelijke oordeel wordt geadministreerd in het bestand met behulp van codes, waaruit is af te leiden waarom een waarneming goed- of afgekeurd is. Digitale waarnemingenbestandjes Veel waarnemers leveren hun waarnemingen aan als digitaal databestand. Dit juicht de zweefvliegencommissie toe, omdat het de verwerking van de waarnemingen versnelt. Het enige nadeel ervan is dat het niet goed mogelijk is om een beschrijving op te nemen in een databestand. Daarom vragen we iedereen die zijn waarnemingen digitaal aanlevert om bij elke waarneming van een beoordeelsoort apart een beschrijving te geven. Dit kan schriftelijk of per . Geef in je bestand ook aan of er een beschrijving of bewijsmateriaal bij de waarneming hoort! Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

18 Tabel 1 De soorten waarvan de waarnemingen beoordeeld worden door de Beoordelingscommissie Zweefvliegen Nederland. BZN-categorieën: 1. Beschrijving is voldoende 2. Bewijs vereist buiten bekend verspreidingsgebied, binnen bekende verspreiding is beschrijving voldoende 3. Bewijs altijd vereist (verzameld exemplaar of goede foto) Soortcode Soortnaam ANAS CONT Anasimyia contracta 1 ANAS LUNU Anasimyia lunulata 3 ANAS TRAN Anasimyia transfuga 1 ARCT BOMB Arctophila bombiformis 3 ARCT MUSS Arctophila mussitans 3 BACH OBSC Baccha obscuripennis 3 BLER FALL Blera fallax 3 BRAC BICO Brachyopa bicolor 1 BRAC INSE Brachyopa insensilis 1 BRAC PANZ Brachyopa panzeri 3 BRAC PILO Brachyopa pilosa 1 BRAC SCUT Brachyopa scutellaris 1 BRAC TEST Brachyopa testacea 1 BRAC VITT Brachyopa vittata 3 BRPU LAPH Brachypalpus laphriformis 1 BRPU MEGI Brachypalpus meigeni 3 BRPU VALG Brachypalpus valgus 3 CALL AENE Callicera aenea 3 CALL BEOB Callicera bertolonii var. obscura 3 CALL BERT Callicera bertolonii 3 CALL BETY Callicera bertolonii var. bertelonii 3 CALL RUFA Callicera rufa 3 CALP SPEC Caliprobola speciosa 3 CERI CONO Ceriana conopsoides 1 CERI VESP Ceriana vespiformis 3 CHAL CURV Chalcosyrphus curvipes 3 CHAL FEMO Chalcosyrphus femoratus 3 CHAL PIGE Chalcosyrphus piger 3 CHAM CALE Chamaesyrphus caledonicus 3 CHAM LUSI Chamaesyrphus lusitanicus 3 CHAM SCAE Chamaesyrphus scaevoides 3 CHIL ACUT Cheilosia acutilabris 3 CHIL ANTI Cheilosia antiqua 2 CHIL BARB Cheilosia barbata 2 CHIL BERG Cheilosia bergenstammi 1 CHIL CAER Cheilosia caerulescens 3 CHIL CANI Cheilosia canicularis 2 CHIL CARB Cheilosia carbonaria 2 CHIL CHLO Cheilosia chloris 3 CHIL CHRY Cheilosia chrysocoma 2 CHIL CYNO Cheilosia cynocephala 1 CHIL FASC Cheilosia fasciata 2 CHIL FLAV Cheilosia flavipes 3 CHIL FRAT Cheilosia fraterna 1 CHIL HONE Cheilosia honesta 3 CHIL INTO Cheilosia intonsa 1 CHIL LENI Cheilosia lenis 2 CHIL LONG Cheilosia longula 3 CHIL MUTA Cheilosia mutabilis 1 CHIL NASU Cheilosia nasutula 2 CHIL NIGR Cheilosia nigripes 2 CHIL PRAE Cheilosia praecox 3 CHIL PROX Cheilosia proxima 1 CHIL PUBE Cheilosia pubera 3 CHIL ROTU Cheilosia rotundiventris 3 CHIL RUFI Cheilosia ruficollis 3 CHIL SCUT Cheilosia scutellata 1 CHIL SEMI Cheilosia semifasciata 1 CHIL UVIF Cheilosia uviformis 3 CHIL VELU Cheilosia velutina 3 CHIL VERN Cheilosia vernalis 1 CHYG AERO Chrysogaster aerosa 3 CHYG CHAL Chrysogaster chalybeata 2 CHYG ROND Chrysogaster rondanii 3 CHYG VIRE Chrysogaster virescens 3 CHYT FASO Chrysotoxum fasciolatum 3 CHYT OCTO Chrysotoxum octomaculatum 3 CHYT VERR Chrysotoxum verralli 3 CRIO ASIL Criorhina asilica 1 CRIO FLOC Criorhina floccosa 1 CRIO PACH Criorhina pachymera 1 CRIO RANU Criorhina ranunculi 1 DASS FRIU Dasysyrphus friuliensis 3 DASS NIGR Dasysyrphus nigricornis 3 DORO CONO Doros conopseus 1 EPST CRYP Epistrophe cryptica 3 EPST DIAP Epistrophe diaphana 2 EPST FLAV Epistrophe flava 1 EPST MELA Epistrophe melanostoma 1 EPST OCHR Epistrophe ochrostoma 3 EPST SIMI Epistrophe similis 3 ERIL AENE Eristalinus aeneus 2 ERIO SYRP Eriozona syrphoides 2 ERIS ALPI Eristalis alpina 3 ERIS ANTH Eristalis anthophorina 2 ERIS CRYP Eristalis cryptarum 3 ERIS JUGO Eristalis jugorum 3 ERIS PICE Eristalis picea 1 ERIS PRAT Eristalis pratorum 1 ERIS RUPI Eristalis rupium 3 EUME FLAV Eumerus flavitarsis 3 EUME ORNA Eumerus ornatus 2 EUME SABU Eumerus sabulonum 3 EUME SOGD Eumerus sogdianus 3 EUME STRI Eumerus strigatus 1 EUME TARS Eumerus tarsalis 3 EUME TRIC Eumerus tricolor 2 EUME TUBE Eumerus tuberculatus 1 EUPE LALU Eupeodes latilunulatus 3 EUPE LAPP Eupeodes lapponicus 2 EUPE LUND Eupeodes lundbecki 3 EUPE NIEL Eupeodes nielseni 3 EUPE NITE Eupeodes nitens 3 FERD RUFI Ferdinandea ruficornis 3 HELO AFFI Helophilus affinis 3 HERI SENI Heringia senilis 3 LEUC LUCR Leucozona lucorum 1 LEUC NIGR Leucozona nigripila 1 LJOP VITT Lejops vittata 2 MALL CIMB Mallota cimbiciformis 3 MALL FUCI Mallota fuciformis 3 MELG BARB Melangyna barbifrons 2 MELG COMP Melangyna compositarum 3 MELG ERIC Melangyna ericarum 3 MELG LABI Melangyna labiatarum 3 MELG QUAD Melangyna quadrimaculata 2 MELI EUCH Meligramma euchroma 2 MERO AVID Merodon avidus 3 MERO EQNO Merodon equestris var. nobilis 1 MERO EQTR Merodon equestris var. 1 transversalis MERO RUFU Merodon rufus 3 MICR DEVI Microdon devius 2 MICR EGGE Microdon eggeri 1 MICR MUTA Microdon mutabilis 2 MLSC AUTY Meliscaeva auricollis var. auricollis 1 MYOL LUTE Myolepta luteola 3 18 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

19 MYOL VARA Myolepta vara 3 NECN BREV Neocnemodon brevidens 1 NECN LATI Neocnemodon latitarsis 1 NECN VERR Neocnemodon verrucula 3 NEOA ANNE Neoascia annexa 3 NEOA GENI Neoascia geniculata 2 NEOA INTE Neoascia interrupta 1 NEOA OBLI Neoascia obliqua 2 NEOA UNIF Neoascia unifasciata 3 ORTH BREV Orthonevra brevicornis 2 ORTH GENI Orthonevra geniculata 3 ORTH NOBI Orthonevra nobilis 2 ORTH SPLE Orthonevra splendens 2 ORTHI NTE Orthonevra intermedia 1 PAHE CONS Parhelophilus consimilis 1 PAHE FRUT Parhelophilus frutetorum vr. 1 PAHE VERS Parhelophilus versicolor vr. 1 PARG ALBI Paragus albifrons 3 PARG BICO Paragus bicolor 3 PARG FINI Paragus finitimus 3 PARG MAJO Paragus majoranae 3 PARG QUAD Paragus quadrifasciatus 3 PARG TIBI Paragus tibialis 3 PARS MACU Parasyrphus macularis 3 PARS MALI Parasyrphus malinellus 1 PARS NIGR Parasyrphus nigritarsis 3 PARS VITT Parasyrphus vittiger 3 PELE TRIC Pelecocera tricincta 1 PIPL ANNU Pipizella annulata 3 PIPL DIVI Pipizella divicoi 3 PIPL PENN Pipizella pennina 3 PIPL VARI Pipizella varipes 1 PIPL VIRE Pipizella virens 3 PIPL ZENE Pipizella zeneggenensis 3 PIPZ AUST Pipiza austriaca 2 PIPZ BIMA Pipiza bimaculata 3 PIPZ FENE Pipiza fenestrata (indien in NL) 3 PIPZ FEST Pipiza festiva 3 PIPZ LUGU Pipiza lugubris 2 PIPZ LUTE Pipiza luteitarsis 1 PIPZ NOCT Pipiza noctiluca 3 PIPZ NOTA Pipiza notata (indien in NL) 3 PIPZ QUAD Pipiza quadrimaculata 1 PLAT AMBI Platycheirus ambiguus 3 PLAT DISC Platycheirus discimanus 3 PLAT EURO Platycheirus europaeus 3 PLAT IMMA Platycheirus immarginatus 3 PLAT OCCU Platycheirus occultus 1 PLAT PARM Platycheirus parmatus 2 PLAT PERP Platycheirus perpallidus 3 PLAT STIC Platycheirus sticticus 3 PLAT TARS Platycheirus tarsalis 2 POCO PERS Pocota personata 3 PSAR ABDO Psarus abdominalis 3 PSIL ANTH Psilota anthracina 3 RHIN BORE Rhingia borealis 3 RHIN ROST Rhingia rostrata 3 SCAE DIGN Scaeva dignota 3 SERI LAPP Sericomyia lappona 2 SPHA BATA Sphaerophoria batava 3 SPHA CHON Sphaerophoria chongjini 3 SPHA FATA Sphaerophoria fatarum 3 SPHA INTE Sphaerophoria interrupta 3 SPHA LOEW Sphaerophoria loewi 3 SPHA PHIL Sphaerophoria philanthus 3 SPHA POTE Sphaerophoria potentillae 3 SPHA TAEN Sphaerophoria taeniata 3 SPHA VIRG Sphaerophoria virgata 3 SPHG NIGR Sphegina nigra 3 SPHG SIBI Sphegina sibirica 1 SPHG VERE Sphegina verecunda 3 SPHI SUBS Sphiximorpha subsessilis 3 SPIL MANI Spilomyia manicata 3 SPIL SALT Spilomyia saltuum 3 SYRP NITI Syrphus nitidifrons 1 TRGL PRIM Triglyphus primus 1 TRIC FLAV Trichopsomyia flavitarsis 3 TRIC JORA Trichopsomyia joratensis 3 TRIC LUCI Trichopsomyia lucida 3 VOLU BOHA Volucella bombylans var. 1 haemorrhoidalis VOLU INAN Volucella inanis 2 VOLU INFL Volucella inflata 2 XAGR CITR Xanthogramma citrofasciatum 2 XYLO ABIE Xylota abiens 3 XYLO COER Xylota coeruleiventris 3 XYLO FLOR Xylota florum 2 XYLO IGNA Xylota ignava 3 XYLO MEIG Xylota meigeniana 2 XYLO TARD Xylota tarda 1 XYLO XANT Xylota xanthocnema 2 Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

20 Tabel 2 De bekende verspreidingsgebieden van soorten uit BZN-categorie 2. Waarnemingen van de betreffende soort binnen dit gebied moeten minstens ondersteund worden door een beschrijving. Buiten dit gebied is bewijs vereist. Onder Zuid-Limburgs Heuvelland wordt verstaan: de gebieden langs Geul, Gulp en Maas. Het noordoosten van Zuid-Limburg valt hier niet onder. Cheilosia antiqua Zuid-Limburgs Heuvelland C. barbata Zuid Limburg C. canicularis Zuid-Limburgs Heuvelland C. carbonaria rijke bossen in Zuid-Limburg, Twente en Berg&Dal C. chrysocoma bossen in Zuid-Limburg C. fasciata bossen met daslook in Zuid-Limburg C. lenis Zuid-Limburg C. nasutula Zuid-Limburg C. nigripes Zuid-Limburg Chrysogaster chalybeata Zuid-Limburg Epistrophe diaphana zuidrand van Zuid-Limburg (Vijlenerbos, Pietersberg ed) Eristalinus aeneus smalle strook langs kust en Zeeuwse zoute zeearmen Eristalis anthophorinus veengebieden Groningen, Friesland, Drenthe, NW- Overijssel Eumerus ornatus Zuid-Limburgs Heuvelland E. tricolor Vrakelberg Eupeodes lapponicus naaldbossen op pleistocene zandgronden Lejops vittata brakke moerasjes langs kust met brede strook heen (zeebies) Melangyna barbifrons Veluwe M. quadrimaculata Veluwe, Utr. Heuvelrug, Gooi, Meinweg Meligramma euchroma Zuid-Limburg & Twente Microdon devius Vrakelberg M. mutabilis Staverdense Leemputten, Veluwerand tussen Epe en Apeldoorn, Saasveld (Molenven) N. obliqua Zuid-Limburg, Biesbos, Amsterdam Orthonevra brevicornis Zuid- en Midden-Limburg O. nobilis Zuid-Limburg, Duivelsberg O. splendens Zuid-Limburg Pipiza austriaca Zuid-Limburg P. lugubris Zuid- en Midden-Limburg; Twente Platycheirus parmatus Zuid-Limburgs Heuvelland P. tarsalis Zuid-Limburgs Heuvelland Sericomyia lappona Meinweg, overgang van het Gooi naar het laagveen in Utrecht Volucellla inanis Omgeving Maastricht V. inflata Twente, oostrand & zuidrand van Zuid-Limburg Xanthogramma citrofasciatum Zuid-Limburg, Hoorneboegse/Crailoose Heide, Meinweg Xylota florum Zuid-Limburg, Twente X. meigeniana midden van Noord-Brabant X. xanthocnema Limburg, Twente, Achterhoek 20 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

21 ECOLOGIE VAN ZWEEFVLIEGEN Meer dan een stip in de atlas Voor het zweefvliegenproject is er méér dan een stip op de kaart in een zweefvliegenatlas. Dat meer vatten we maar even samen onder het verzamelbegrip: ecologie. Simpel gezegd is de ecologie van een beest de reden waarom een bepaalde soort op een bepaalde plek voorkomt. Bij zweefvliegenproject willen we dus zoveel mogelijk weten waarom ze waar voorkomen. Daar werken we op twee manieren aan: 1. De eenvoudigste ecologische informatie heeft te maken met de vraag: waar, in welke biotopen komt een bepaalde soort voor? Deze informatie past op het formulier en kan structureel verzameld worden. Daarom vragen we je om altijd de biotoopaanduiding in te vullen op de formulieren. Omdat het vaak moeilijk is om voor een biotoop te kiezen, kan je als dat nodig is een tweede biotoopaanduiding aangeven op de formulieren. 2. De antwoorden op de waarom-vraag hebben vaak te maken met de specialistische levenswijze van de larven. Hier kun je nauwelijks structurele waarnemingen aan doen. Wel kom je soms toevallig leuke dingen op het spoor. Hiervoor hebben we de checklist ecologie gemaakt, die helpt je om de goede vragen te stellen en dat enigszins gestructureerd op te schrijven. Deze checklist kun je aanvragen bij EIS- Nederland. Over de biotopenindeling De verschillen tussen biotopen zijn onder andere te vinden in microklimaat, vegetatiestructuur, plantensoorten, hoeveelheid dood hout, hoeveelheid zonneschijn op de bosbodem, kortom, teveel om op te noemen. Daarom zijn er verschillende pogingen ondernomen om de Nederlandse biotopen in een bruikbaar aantal op te delen. Twee bekende zijn de natuurdoeltypen, die nu veel in natuurbeleid worden gebruikt, en de IPI-codes die bij het sprinkhanen project zijn gebruikt. Het gaat hier echter toch nog altijd om een kleine 200 biotopen. Niet echt gebruikersvriendelijk, en deze biotopen kun je in ieder geval niet allemaal afbeelden op de voorkant van het formulier. In het zweefvliegenproject is gestreefd naar overzichtelijkheid en gebruiksgemak. Dit is belangrijk omdat we willen dat iedereen het vakje biotoop invult. Zo kunnen meer gegevens verzameld worden. Gedetailleerde gegevens zijn zeker welkom en kunnen ingevuld worden op de achterkant van het waarnemingenformulier, dan gaan ze niet voor het nageslacht verloren. Biotopencodes (Plantensoorten in deze uitleg worden alleen als voorbeeld genoemd). 1 stuifzand, strand, open zand Niet of nauwelijks vegetatie aanwezig; wel inclusief helmvegetatie bijvoorbeeld in de zeereep. 2 heischraal grasland (droog) Vaak zijn deze biotopen zo arm aan voedingsstoffen dat planten er niet groot worden: typische soorten hier zijn bijvoorbeeld zandblauwtje, hazenpootje, buntgras, muizenoortje e.d. 3 nat, vochtig schraalland Hier vallen de blauwgraslanden onder, maar ook matig voedselrijke graslanden zoals die met orchideeën en grote ratelaar. 4 droog agrarisch grasland Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

22 Dit is wat je meestal een weiland noemt. Er groeien soortern als jacobskruiskruid of herfstleeuwetand. 5 nat agrarisch grasland Ook dit noem je doorgaans een weiland. Het mag best een bloemrijk veld zijn, maar dan wel met soorten als pinksterbloem en kruipende boterbloem. 6 kalkgrasland Dit biotoop komt alleen in Zuid-Limburg voor op hellingen. 7 droge heide Niet alleen monocultures van Struikheide vallen hieronder; vaak groeien er veel grassen. 8 zuur veenmosrietland Een weinig voorkomend biotoop dat vrijwel beperkt is tot laagveengebieden. Tussen het niet al te onstuimig groeiende riet vind je veenmos en bijvoorbeeld moerasviooltje. 9 natte heide Behalve heidesoorten ook soms veenpluis en beenbreek, vaker echter naast dopheide vooral pijpenstrootje. 10 hoogveen Veenmossen zijn hier de dominante planten, samen met bijvoorbeeld éénarig wollegras, veenpluis en de meestal onvermijdelijke pijpenstrootje. 11 natte duinvallei, groen strand (zoet water) Beperkt tot het duingebied. 12 kwelder, brakke ruigte, brak grasland Alle vegetaties van zouttolerante planten vallen hieronder. 13 rietmoeras, natte ruigte, petgat Alle natte vegetaties met hoge kruiden en grassen, maar zonder bomen en struiken. Bijvoorbeeld met veel riet, koninginnekruid en moerasspirea. 14 ven, meer, plas met oeverzone 15 rivier, nevengeul, strang en directe oever 16 beek en directe oever 17 struweel (ook duin-), mantel, zoom In principe is dit de overgang van bos naar een open gebied, maar ook losse struwelen komen veel voor. 18 griend en hakhout (vochtig) Een griend is een wilgenakker, voor produktie van wilgetenen. 19 nat broekbos (els, berk) Hier staan de bomen veelal met hun voeten in het water. In de ondergroei zijn vaak bitterzoet en allerlei zeggen aanwezig. 20 bronbossen 21 kruidenrijk loofbos (voedselrijk) 22 voedselarm droog loofbos 23 naaldbos(akker) zonder ondergroei Voedselarm en droog; hieronder vallen de sparrenakkers en dennewoestijnen. 24 naaldbos met ondergroei 25 gemengd bos Zowel loof- als naaldbomen, voedselarm en droog. 26 akker 27 ruderale terreinen, bebouwd Vaak nog niet lang geleden overhoop gehaald. Soms zijn het wat meer open vegetaties, soms erg ruig met braam. 28 stadspark, tuin, recreatiegebied Alleen intensief beheerde gebieden. In parken waar een natuurvriendelijk beheer wordt gevoerd, kun je beter kiezen uit een van de bovenstaande biotopen. 22 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

23 GEBRUIK VAN STAFKAARTEN De ligging van een geïnventariseerd gebied wordt genoteerd met behulp van Amersfoortcoördinaten. Dit systeem is genoemd naar Amersfoort omdat de Onze- Lieve-Vrouwetoren die daar staat vroeger het nulpunt was van waaruit men begon te tellen. Tegenwoordig is het nulpunt gemakshalve buiten Nederland geplaatst, zodat er geen negatieve coördinaten zijn. De coördinaten horen bij de kilometervakken die je op stafkaarten aantreft. De x-coördinaten vind je langs de boven- en benedenrand. De y-coördinaten staan langs de zijrand. Ze zijn zo gekozen dat de x-coördinaten nooit hoger zijn dan 300 en de y-coördinaten nooit lager dan 300. Verwarring is dus uitgesloten. Bij het aflezen van de coördinaten moet je er op letten dat je altijd de linkeronderhoek afleest van het hok waarin je gebied ligt. Een voorbeeld geeft onderstaande figuur. Het hok waarin de boerderij Ons genoegen bij Hoofddorp in de Haarlemmermeerpolder ligt is De precieze coordinaten zijn : Wanneer je niet over stafkaarten beschikt, dan kan je die als NJNer lenen bij de bond. Dat doe je bij de NH-materiaalbeheerder, zie werkmierenlijst. Kaarten zijn te koop bij de topografische dienst, adres zie voorin. Heel handig zijn ook de topografische atlassen waarin meerdere kaarten gecombineerd zijn, maar die zijn erg duur. Een goed en goedkoop alternatief is de SBB-atlas die de meeste afdelingen hebben. Je kan de SBB-atlas ook zelf bestellen bij Staatsbosbeheer: maak f 30,- over op giro t.n.v. Staatsbosbeheer te Driebergen o.v.v. Inventarisatie-atlas flora en fauna. Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

24 VOORBEELDEN VAN ONDERZOEK Territoriumgedrag Het is erg leuk om te zien of en hoe mannetjes van verschillende zweefvliegssoorten een territorium bezetten. Hoe verdedigen ze het en wat voor beesten jagen ze weg? Jagen ze bijvoorbeeld alleen soortgenoten weg, of jagen ze alle soorten vliegen weg? Hoe groot is het territorium?, hebben grotere mannetjes een groter of beter territorium? wat doet het mannetje als er een vrouwtje langskomt? Liggen de territoria bij geschikte plaatsen voor de larven? etc. Eristalis arbustorum/abusivus Het vermoeden bestaat dat de twee sterk op elkaar lijkende soorten een duidelijk verschillende verspreiding hebben. Eristalis abusivus lijkt alleen in het Westen van het land voor te komen terwijl Eristalis arbustorum in het hele land voorkomt. Dit is dus makkelijk te onderzoeken door overal een flink aantal van deze twee soorten te vangen. Voor de determinatie moet goed met een loup naar de beharing op de antenneborstel gekeken worden. Wat zijn de verschillen in biotoopkeuze? Dagritme Zoek een gemakkelijk bereikbaar terrein uit waar goed gevangen kan worden (een bloemrijke berm of hooilandje dus). Op verschillende tijdstippen ga je hier even vangen. Hierdoor ontstaat een indruk van het dagritme van zweefvliegen. En van het effect van vangsttijdstip op je soortenlijstje. Wil je dit echt in detail weten dan zul je vaak moeten vangen, bijvoorbeeld elk half uur 10 minuten lang vangen. Dan heb je 20 minuten om de vangst op naam te brengen. Dit is eventueel te koppelen aan een onderzoekje over de hoeveelheid nectar van planten. Als je 's ochtends een bloeiende plant afdekt met vitrage dan maakt deze plant de hele dag nectar, maar de insekten kunnen er niet van drinken. Wanneer je de vitrage 's avonds/'s middags weer weghaalt dan verwacht je dus dat er op dat stuk meer beesten afkomen dan op het onbedekte stuk eromheen. Vang niet te vroeg of te laat want dan zit er bijna niks. Minimumtijdsbepalingen Als je gewoon aan het rondkijken bent in een gebied heb je geen idee hoeveel beesten er nou eigenlijk rondvliegen. Ook weet je niet of je na een rondje door het gebied nou zo ongeveer alle aanwezige soorten hebt gezien, of dat je eigenlijk nog meer tijd zou moeten besteden om een representatief beeld te krijgen. Daarom hebben mensen een speciale manier van onderzoek bedacht: De minimumtijdsbepaling. Neem een proefvlak van een bepaalde grootte. Het moet niet zo groot zijn dat het nodig is er doorheen te lopen, om de beesten zo min mogelijk weg te jagen. Eén persoon gaat alles opschrijven, de rest vangt. Iedere keer dat iemand een nieuwe soort vangt, wordt dat doorgegeven aan degene die schrijft, die de soort en de minuut.waarin deze soort gevangen wordt opschrijft. Er wordt gevangen tot er bijvoorbeeld gedurende 10 minuten geen nieuwe soort meer gevangen is. Zet nu het totaal aantal gevangen soorten uit tegen de tijd. Dit levert een grafiek op die steeds vlakker gaat lopen. Trek een lijn door de punten en trek de lijn na het laatste punt door totdat hij vlak loopt. Dit geeft je een schatting van het totaal aantal soorten dat er in het vlak zit. Maar het is ook erg leuk om dit voor één soort te doen. Het resultaat is dan een schatting van de populatiegrootte. Zie voor details: Insektenbasisboek JBU. 24 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

25 Boombewonende zweefvliegen Criorhina's zijn mooie bij-achtige zweefvliegen die je in het voorjaar rond dikke oude bomen ziet vliegen. Uit eerder onderzoek (Renema, 1993) is gebleken dat de verschillende soorten ook verschillende voorkeuren hebben voor de hoogte waarop ze vliegen en de ruwheid van de bast van de boom die ze uitkiezen. Ook schijnen Chriorhina's vooral voor te komen in bossen waar veel klimop groeit. De mannetjes vliegen vaak rond bomen die op de voet door de zon beschenen worden. De vrouwtjes scharrelen een beetje door de vegetatie. Je zou eens kunnen kijken welke soort er waar een territorium op nahoudt. Noteer dan: boomsoort, dikte van de boom, hoogte ten opzichte van de grond, expositie, aanwezigheid klimop, aanwezigheid molmgaten. Bloembestuiving Omdat insecten niet alleen leuk zijn om veel soorten van te scoren, maar ook een ecologische betekenis hebben kun je kijken naar de geschiktheid van insecten als bestuiver. Welk insect zou de beste bestuiver zijn? Dit onderzoekje is dus vanuit de bloem gericht kijken naar het gedrag van insecten. Een goede bestuiver voor bloemen is dan dus het insect die het meeste stuifmeel verplaatst en het meest trouw is aan een bepaalde bloemsoort. Ook de zoeksnelheid is hierbij van belang. Uit eerder onderzoek blijkt dat hommels en zweefvliegen waarschijnlijk de belangrijksten zijn hierbij. Hommels bestuiven vooral de wat steviger bloemen met een diepe kroonbuis omdat ze een lange tong hebben om de nectar uit diepe bloemen te zuigen. Zweefvliegen zitten vooral op ondiepere bloemen omdat zweefvliegen niet zo'n lange tong hebben (Amoeba/Natura '95). vraag: welk insect is een goede bestuiver? Een insect is een goede bestuiver als: - het insect veel stuifmeel vervoert; - het insect veel bloemetjes per plant snel bezoekt; - het insect vaak naar een andere plant gaat (van dezelfde soort) - het insect bloemtrouw is, d.w.z. weinig van plantensoort wisselt. Het eerste punt is wat moeilijk te meten. De rest gaat als volgt: Je bent met twee mensen, één schrijft, de ander volgt een insect. Schrijf de begintijd op (tijden in seconden nauwkeurig opschrijven). Degene die volgt telt steeds hoeveel bloemetjes een insect van een plant bezoekt. Als het beest naar een andere plant gaat geeft hij het aantal bezochte bloemetjes door. De schrijver schrijft dit dan op samen met de tijd. Het beest gaat naar een andere plant. Als dat een plant is van een andere soort dan wordt dit ook doorgegeven. Op deze plant wordt ook weer het aantal afgegane bloemetjes geteld en doorgegeven. Je krijgt dan een reeks die hier op lijkt: 10:34.18 start op Beemdkroon 12 : , verlaat de plant {12 bloemetjes bezocht op eerste plant} :36.56 belandt op andere beemdkroon...: {op 2e plant 17 bloemetjes bezocht} :37.16 Speerdistel,...: {13 bloemetjes bezocht op de Speerdistel } etc Luizen en zweefvliegen Zoals genoegzaam bekend leeft een groot deel van de zweefvliegen als larve van Bladluizen. Bladluizen zijn er veel, zowel qua aantallen maar ook wat betrefd aantal soorten: in Nederland komen zo n 500 soorten voor, met een enorme variatie in Handleiding voor het Zweefvliegenproject, februari

26 gastheerplanten, populatiedynamiek, loopsnelheid, harige uitsteeksels, galvorming.en meer. Allemaal eigenschappen waarvan je kunt verwachten dat luizenetende zweefvliegmaden hieraan zijn aangepast. Veel hierover is nog onbekend, terwijl deze specialisaties van zweefvlieglarven in sterke mate het voorkomen van veel zweefvliegen kunnen bepalen. Wat is dus het idee: Let op bladluizenkolonies. Wees hierbij bedacht op kolonies op de onderkant van bladeren, of zelfs in gallen op bladeren, bijvoorbeeld op Iep. Van deze kolonies noteer de je volgende eigenschappen: gastheerplant, welk onderdeel van de gastheerplant, het aantal luizen, aandeel gevleugelde individuen, aantal mieren (luizenmelkers), aantal concurrenten van zweefvliegen (vooral gaasvlieglarven en lieveheersbeestjes en hun larven) en, natuurlijk het aantal zweefvlieglarven. Liefst weet je het soort bladluis, dit is echter geen makkelijke zaak. Aangezien bladluizen echter veelal slechts een beperkt aantal gastheerplanten hebben kan dit je al een heel eind brengen. Het kan geen kwaad om wat luizen te verzamelen op 70% alcohol. Zorg dat je voldoende volwassen luizen, zo mogelijk ook gevleugelde individuen meeneemt. Zweefvlieglarven hebben vaak een goede schutkleur, en zitten vaak een eindje bij de luizenkolonie uit de buurt te rusten. Deze larven kun je uitkweken, door ze in een bakje met voldoende luizen te doen. Een larve eet gedurende zijn korte actieve bestaan enkele honderden luizen, maar de larven die je vindt zijn vaak in het laatste stadium. Na enkele weken poept de larve, het teken dat de verpopping eraan komt. Na een korte of langere tijd komt er hopelijk een zweefvlieg uit. Vóór deze periode kun je leuke gedragswaarnemingen aan de larve doen, bijvoorbeeld aan de jachttechniek en de prooidierkeuze. Je kunt de larve ook doodmaken in kokend water, waardoor de kenmerken goed zichtbaar blijven, en dan ter determinatie bewaren in 70% alcohol. Voor verdere tips en larvale kenmerken zie het boekje van Rotheray (literatuurlijst) Een paar weken eerder had je bij deze luizenkolonie de zweefvlieg vrouwtjes eieren kunnen zien leggen. Het is ook leuk om hiernaar te kijken. Onderzoek of individuen van sommige soorten na een korte monstering van de luizen doorvliegen, terwijl andere besluiten om met de eiafzet te beginnen. Waterkwaliteit en zweefvliegen Dit is een voorbeeld van hoe je met zweefvliegen en waterkwaliteit bezig kunt! Waar bij je dan soms wel ruimdenkend genoeg moet zijn om ook aan natte mest of de prut in boomholten een waterkwaliteit toe te kennen. Larven Van zo'n vijftig soorten zweefvliegen leven de larven in het water, waar ze met hun monddelen bacteriën uit het water filteren. Sommigen doen dat in vloeibare mest en lijkvocht, andere in hoogveenputjes. Het zijn de bekende Bij-vliegen, Eristalis en verwanten als Helophilus, Anasimyia etc, en de kleinere vliegachtige soorten van de geslachten Neoascia, Chrysogaster, Lejogaster en Orthonevra. Echter ook een bladluisetende larf kan aan water gebonden zijn, bv die van Platycheirus perpallidus die luizen eet op Snavelzegge en daarmee vooral aan voedselarme vennen gebonden is. Het is een grote uitdaging om deze zweefvlieglarven te vangen. Het is echter (dus) ook lastig. Daarom wordt er nu niet verder op de larven ingegaan. 26 Handleiding voor het zweefvliegenproject, februari 2000

Anasimyia lineata 33, 34, 63, 64, 77, 82, 103, 117, 384, 391, 395, 408 Anasimyia lunulata 51, 77, 86, 90, 103, 115, 116, 117, 384,

Anasimyia lineata 33, 34, 63, 64, 77, 82, 103, 117, 384, 391, 395, 408 Anasimyia lunulata 51, 77, 86, 90, 103, 115, 116, 117, 384, INDEX Alle in dit boek opgenomen wetenschappelijke en Nederlandse namen van dieren, planten en paddenstoelen zijn geïndexeerd. Wetenschappelijke zweefvliegnamen kunnen zowel op genus- als op soortnaam

Nadere informatie

ZWEEFVLIEGEN VAN MEIJENDEL (DIPTERA, SYRPHIDAE)

ZWEEFVLIEGEN VAN MEIJENDEL (DIPTERA, SYRPHIDAE) ZWEEFVLIEGEN VAN MEIJENDEL (DIPTERA, SYRPHIDAE) door M. J. DELFOS Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden Mededeling van het Meijendel-comité, Nieuwe Serie, no. 22 Bij het doornemen van de publicaties,

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 3 mei 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, De excursie van dinsdag ging i.v.m. het miezerige weer niet door. Gelukkig was het donderdag wel aangenaam weer en dus fietste

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 23 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 23 mei Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 23 mei 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een heerlijke dag. De zon scheen, maar de sluierbewolking maakte het fotograferen tot een prettige bezigheid. Er

Nadere informatie

ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF

ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF Jaargang 4, nummer 3, december 2000 2 ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF JRG 4 NR 3 Colofon De Zweefvliegennieuwsbrief is het mededelingenblaadje van het project Verspreiding en Ecologie van

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 12 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 12 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 12 juli 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Er stond een vrij stevige bries en de weersverwachting voor in de loop van de middag was niet bijzonder gunstig, maar het

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was donderdag de 20 ste een stuk aangenamer dan de dinsdag ervoor en dus koerste ik al fietsend weer richting De

Nadere informatie

Voor onopgeloste problemen kunnen je je wenden tot de helpdesk Wouter van Steenis: Theo Zeegers:

Voor onopgeloste problemen kunnen je je wenden tot de helpdesk Wouter van Steenis: Theo Zeegers: ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF JRG 3 NR 3 PAGINA 7 Hulpjes bij het determineren-ii Zweefvliegproblemen? Voor het zweefvliegenproject is het van belang dat determinaties zo betrouwbaar mogelijk gebeuren, en dat

Nadere informatie

5 HOOFDSTUK 5 VERSPREIDING

5 HOOFDSTUK 5 VERSPREIDING 5 HOOFDSTUK 5 VERSPREIDING Aat Barendregt, Wouter van Steenis, Willem Renema, Marieke Schouten Niet overal in Nederland komen dezelfde zweefvliegen voor. Zo heeft Zuid-Limburg een andere soortensamenstelling

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 juli 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een dag met veel bewolking, af en toe een regenbui en dan weer een tijdje een aangenaam zonnetje. Een dag waarop

Nadere informatie

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren Monitoring op natuurboerenerven Uitleg over de systematiek van het monitoren Inleiding Boerenzwaluwen op het erf, korenbloemen in de akkers, fladderende citroenvlinders tussen de schuren. Al dat pracht

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 24 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 24 april Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 24 april 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, De weersverwachting was niet best. Het zou koud zijn en er werd 6 mm regen verwacht. Gelukkig viel het mee. Het heeft heel

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een zomerse dag met vrij veel zon en weinig wind. Dat laatste vind ik prettig, maar wat betreft de temperatuur ben

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 8 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 8 juni Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 8 juni 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Op deze druilerige woensdagochtend fietste ik naar Sipkes in de stad (Groningen) met in de fietstas oude fotoapparatuur

Nadere informatie

Dit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint.

Dit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint. De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 9 augustus 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Regelmatig wordt het weer iets anders dan de deskundigen hadden verwacht. Maar dit keer kregen ze toch gelijk. In de

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag. De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg Beste natuurliefhebber/- ster, Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag. Een week geleden zag ik alleen nog maar

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

De Groenzoom Struweelvogels

De Groenzoom Struweelvogels De Groenzoom Struweelvogels 1 Inhoudsopgave Zanglijster Struweelvogels - Zanglijster 3 - Roodborsttapuit 4 - Kneu 5 - Blauwborst 6 - Patrijs 7 - Rietzanger 8 Zanglijster - Lichte borst met pijlpuntige

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 augustus Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 augustus 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Dit keer fietste ik met gemengde gevoelens richting De Wiershoeck. Het was bewolkt, dat was niet erg, maar in de loop

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een heerlijke, zonnige dag met niet teveel wind. Met een beetje sluierbewolking zou het een ideale dag zijn geweest

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei 2016. Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei 2016. Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een heel aangename dag, maar er was minder te zien dan ik had gehoopt/verwacht. Twee dagen eerder waren we in de Hortus

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april Beste natuurliefhebber/- ster, De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 15 april 2014 Beste natuurliefhebber/- ster, Doordat we anderhalve week afwezig waren komt dit verslag later dan gebruikelijk. Intussen ben ik vergeten hoe de omstandigheden

Nadere informatie

John Smit, Willem Renema & Bob van Aartsen

John Smit, Willem Renema & Bob van Aartsen DE ZWEEFVLIEGEN CHRYSOTOXUM INTERMEDIUM EN C. FASCIOLATUM NIEUW VOOR DE NEDERLANDSE FAUNA (DIPTERA: SYRPHIDAE) John Smit, Willem Renema & Bob van Aartsen De zweefvliegen van het genus Chrysotoxum lijken

Nadere informatie

het zweefvliegengenus SPHEGINA in nederland

het zweefvliegengenus SPHEGINA in nederland het zweefvliegengenus SPHEGINA in nederland (diptera: syrphidae) John Smit Zweefvliegen van het genus Sphegina vallen op door het ingesnoerde achterlijf. De grootste kans om één van de vijf Nederlandse

Nadere informatie

Validatieprotocollen. overige insecten spinnen overige ongewervelden

Validatieprotocollen. overige insecten spinnen overige ongewervelden Validatieprotocollen overige insecten spinnen overige ongewervelden Overige insecten Validatie protocol mieren Waarnemingen van mieren worden enkel door experts verzameld, waarbij minder algemene soorten

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 mei Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 mei 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was weer een zomerse voorjaarsdag, daar zal ik niet over klagen. Maar ook dit keer viel het aantal insecten nogal tegen.

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober 2016 Beste natuurliefhebber/-ster Het was een prachtige dag en ik was graag ook na de excursie nog een paar uurtjes op de tuin gebleven, maar dat zat er

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 28 juni Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 28 juni Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 28 juni 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was dit keer weer eens een heel aangename dinsdag. Het was nog wel een uurtje grijs (tijd voor een kop koffie), maar

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE VMBO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK SPOREN Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen hier

Nadere informatie

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT VINK l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE VINK BIJ ELKAAR GEZOCHT.

Nadere informatie

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010

Ongewervelden. Locaties. Methode BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010 Ongewervelden BIODIVERSITEIT 2010 ONGEWERVELDE SOORTEN GEKEND IN 2010 In 2010 werd het onderzoek naar het voorkomen van ongewervelde soorten in de Abeekvallei afgerond. Na 7 jaar onderzoek heeft de Werkgroep

Nadere informatie

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw Boomleeuwerik Leeft in droge, schrale heidevelden met losse boompjes en boomgroepen. Broedt ook in jonge aanplant van naaldbos (spar of den). Gierzwaluw Broedt onder daken van oudere gebouwen in Roermond.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6 BIOTOPEN. Figuur 1 Een kruidenruigte met veel bloeiende berenklauwen trekt zweefvliegen uit de wijde omgeving.

HOOFDSTUK 6 BIOTOPEN. Figuur 1 Een kruidenruigte met veel bloeiende berenklauwen trekt zweefvliegen uit de wijde omgeving. 6 HOOFDSTUK 6 BIOTOPEN Willem Renema, Wouter van Steenis Zweefvliegen voelen zich niet zomaar overal thuis. De ene soort houdt van een droge omgeving met veel zon, terwijl de andere liever de schaduw opzoekt.

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was weer een heel aardige dag en ik heb met plezier bijna een volledige werkdag doorgebracht op de tuinen van De Wiershoeck

Nadere informatie

De Wiershoeck, dinsdag 14 augustus Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck, dinsdag 14 augustus Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck, dinsdag 14 augustus 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het regende s morgens regelmatig, maar gelukkig was het tegen half elf droog. De hoogste tijd om op de fiets te stappen. Maar toen

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 26 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 26 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 26 juli 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was voor de verandering weer eens een mooie dinsdag. Helaas kon ik niet zo lang blijven als gebruikelijk en daarom speurde

Nadere informatie

Hilara-soorten (Empididae) van Nederland.

Hilara-soorten (Empididae) van Nederland. Hilara-soorten (Empididae) van Nederland. door Volkert van der Goot Hilara's zijn dansvliegjes van meest 3-4 mm lengte, doorgaans zwart. Ze onderscheiden zich van de meest verwante geslachten Rhamphomyia

Nadere informatie

Grote vos Nymphalis polychloros

Grote vos Nymphalis polychloros Nymphalis polychloros Jan Goedbloed Soortbeschrijving De is een grote bruinrode vlinder, behorend tot de familie van de schoenlappers Nymphalidae waar ook, Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia en Distelvlinder

Nadere informatie

Camouflage is handig in het dierenrijk. Veel prooidieren vallen door hun kleur niet

Camouflage is handig in het dierenrijk. Veel prooidieren vallen door hun kleur niet William van den Akker camouflage opvallend onopvallend Camouflage is handig in het dierenrijk. Veel prooidieren vallen door hun kleur niet op in hun omgeving en worden daarom minder snel gevangen door

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, vrijdag 11 november Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, vrijdag 11 november Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, vrijdag 11 november 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was met zo n 5 à 6 graden nou niet direct lekker warm, maar er stond weinig wind en de zon scheen heel aangenaam.

Nadere informatie

Een impressie over zweefvliegen in het Waasland. Marc Bogaerts 24 november 2012

Een impressie over zweefvliegen in het Waasland. Marc Bogaerts 24 november 2012 Een impressie over zweefvliegen in het Waasland Marc Bogaerts 24 november 2012 Inhoud Hoe herken je een zweefvlieg Soortenrijkdom Levenscyclus Levenswijze Waar moet je zoeken Wat heeft het Waasland te

Nadere informatie

De kleine beestjesclub

De kleine beestjesclub Thema: mini Biologie Dieren Insecten en spinnen Moeilijkheid: * Tijdsduur: ** Juf Nelly De kleine beestjesclub Doel: Na deze opdracht weet je meer over verschillende insecten Uitleg opdracht Je luistert

Nadere informatie

7-stippelig lieveheersbeestje

7-stippelig lieveheersbeestje 7-stippelig lieveheersbeestje Kenmerken : 5,5-8 mm groot. Dekschilden rood met elk drie zwarte stippen en een schildstip. Halsschild zwart met trapeziumvormige of driehoekige witte voorhoeken. Biotoop:

Nadere informatie

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

KRIEBELENDE KRUIPERTJES KRIEBELENDE KRUIPERTJES Een insectenwandeling over het dreuzelpad door natuurtuin 't Loo voor kinderen van groep 4, 5 en 6. 2 Een tocht over insecten door de natuurtuin 't Loo over het dreuzelpad. Geschikt

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 11 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 11 april Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 11 april 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was afgelopen dinsdag een nogal sombere en koele dag. Af en toe brak de zon even door, maar het was telkens van korte

Nadere informatie

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen

Nadere informatie

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Amsterdam Nieuw

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 4 augustus 2015

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 4 augustus 2015 De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 4 augustus 2015 Beste natuurliefhebber/- ster, Verstandige mensen bleven afgelopen dinsdag thuis, anderen (waaronder ik) hoopten dat het toch nog mee zou vallen met

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag en donderdag Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag en donderdag Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 30-08 en donderdag 01-09 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was afgelopen dinsdag heerlijk nazomerweer, maar ik zag maar weinig interessante insecten. Gelukkig

Nadere informatie

WAARNEMINGEN EN MEDEDELINGEN

WAARNEMINGEN EN MEDEDELINGEN NFM nr. 12 Med. 1 16-01-2007 11:19 Pagina 155 WAARNEMINGEN EN MEDEDELINGEN bijzondere vondsten van zweefvliegen in nederland (diptera: syrphidae) Menno Reemer, Bob van Aartsen, Willem Renema, John Smit

Nadere informatie

De Wespendief. (Veldherkenning)

De Wespendief. (Veldherkenning) (Veldherkenning) R. KASTELIJN De Wespendief IN HET VELD IS VERWARRING MET DE BUIZERD EEN VEEL VOORKOMENDE FOUT. VOOR IEDEREEN DIE IN DE WESPENDIEF IS GEÏNTERESSEERD GELDT EEN ALGEMEEN ADVIES: GA IN HET

Nadere informatie

ZWEEFVLIEGEN EN VERANDERD BOSBEHEER IN NEDERLAND (DIPTERA, SYRPHIDAE) MENNO REEMER

ZWEEFVLIEGEN EN VERANDERD BOSBEHEER IN NEDERLAND (DIPTERA, SYRPHIDAE) MENNO REEMER 2003 ZWEEFVLIEGEN EN VERANDERD BOSBEHEER IN NEDERLAND (DIPTERA, SYRPHIDAE) MENNO REEMER mei 2003 tekst Menno Reemer productie Stichting European Invertebrate Survey Nederland postbus 9517, 2300 RA Leiden

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

Langpootmuggen en aanverwante families van Nederland, België en Luxemburg

Langpootmuggen en aanverwante families van Nederland, België en Luxemburg Langpootmuggen en aanverwante families van Nederland, België en Luxemburg Kris Peeters & Pjotr Oosterbroek Tabel P. Ptychopteridae (Glansmuggen) Inleiding Uit de Benelux kennen we van de Ptychopteridae

Nadere informatie

Zweefvliegen in het staatsnatuurreservaat Rodebos & Laanvallei

Zweefvliegen in het staatsnatuurreservaat Rodebos & Laanvallei 54 Brakona jaarboek 2006-2007 Zweefvliegen in het staatsnatuurreservaat Rodebos & Laanvallei Gedurende vier jaar werden met een handnet zweefvliegen geïnventariseerd in Rodebos & Laanvallei, een natuurreservaat

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 2 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 2 mei Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 2 mei 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een beetje wisselvallige dag. In het begin was het bewolkt, en in het eerste half uur heb ik bijna geen insect gezien.

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16-04-2019 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was ruim een half jaar geleden dat ik op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin was, dus de hoogste tijd om

Nadere informatie

drie soorten zweefvliegen minder op de nederlandse lijst

drie soorten zweefvliegen minder op de nederlandse lijst drie soorten zweefvliegen minder op de nederlandse lijst (diptera: syrphidae) Menno Reemer & Willem Renema In de afgelopen jaren heeft de landelijke zweefvliegenkartering veel nieuwe informatie opgeleverd.

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018 De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een prima dag. In de loop van de dag werd het warmer, een beetje benauwd zelfs en wat mij betreft had er iets

Nadere informatie

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin Natuur dagboek Op ontdekking in je achtertuin Hey daar! Dit is jouw eigenste, hoogst persoonlijkste Dit natuurdagboek is van natuurdagboek. Trek de tuin, het park of het bos in. Gebruik je ogen, oren en

Nadere informatie

Van eitje tot vlinder

Van eitje tot vlinder Werkblad Van eitje tot vlinder Wat is de goede volgorde van de plaatjes? Begin bij plaatje : de vlinder legt eieren. Schrijf de letter a in hokje. Welk plaatje is de volgende? Zet de letter ervan in hokje

Nadere informatie

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen. 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen Dassenwerk WERKBLAD OPDRACHTEN Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2008 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je gaat een onderzoek doen in een klein gebied van Nationaal

Nadere informatie

Hebben tuinslakken persoonlijkheden? En zijn tuinslakken uit de stad brutaler dan hun soortgenoten op het platteland?

Hebben tuinslakken persoonlijkheden? En zijn tuinslakken uit de stad brutaler dan hun soortgenoten op het platteland? Hebben tuinslakken persoonlijkheden? En zijn tuinslakken uit de stad brutaler dan hun soortgenoten op het platteland? Iedereen met een kat, papegaai, hond of paard als huisdier weet dat dieren, net als

Nadere informatie

BERGVENNEN. ROUTE 2,3 km

BERGVENNEN. ROUTE 2,3 km BERGVENNEN ROUTE 2,3 km Tegen de Duitse grens, in Noordoost Twente, ligt natuurgebied de Bergvennen. Een weids, glooiend landschap met zeven vennen, droge en natte heide, schrale hooilanden en bos. De

Nadere informatie

5.1 Zes poten en vier vleugels

5.1 Zes poten en vier vleugels LB 68-70 5. Zes poten en vier vleugels > Kijk naar de afbeeldingen op blz. 68 in je boek. Lees Zes poten en Vleugels en voelsprieten. Trek een lijn van elk woord naar het juiste onderdeel van de wesp.

Nadere informatie

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT DIERGEDRAG IN ARTIS Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT Diergedrag in Artis, oktober 2008 INLEIDING Binnenkort ga je naar dierentuin Artis in Amsterdam. Dieren in de dierentuin zijn

Nadere informatie

Bijen en Landschapsbeheer

Bijen en Landschapsbeheer Bijen en Landschapsbeheer Hoe maken we het landschap bijenvriendelijk Wat betekent dat voor de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap Een selectie van de mogelijkheden Arie Koster -- www.bijenhelpdesk.nl

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder

Nachtvlinders. Glasvleugelpijlstaart. De sint-jansvlinder is een dagactieve nachtvlinder Nachtvlinders Wist je dat er 2 groepen vlinders zijn? De ene groep noemen we dagvlinders, de andere groep noemen we nachtvlinders. Het verschil tussen dag- en nachtvlinders lijkt heel simpel: dagvlinders

Nadere informatie

Dagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta

Dagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta Je hebt vast wel eens een vlinder gezien. Maar heb een vlinder wel eens goed bekeken? Weet je welke planten een rups lekker vindt? En weet je het verschil tussen dagvlinders en nachtvlinders? De vlinders

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 3 en donderdag 5 maart 2015

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 3 en donderdag 5 maart 2015 De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 3 en donderdag 5 maart 2015 Beste natuurliefhebber/- ster, Op dinsdag heb ik maar weinig foto s gemaakt. Ik, of beter gezegd mijn camera, werd tijdelijk ingehuurd

Nadere informatie

WORKSHOP BIJENFOTOGRAFIE

WORKSHOP BIJENFOTOGRAFIE WORKSHOP BIJENFOTOGRAFIE Hoe fotograferen we wilde bijen om ze later als soort te herkennen? Arie Koster www.denederlandsebijen.nl Arie Koster (bijenmakelaar, stadsecoloog, specialist bijenbeheer) www.bijenhelpdesk.nl

Nadere informatie

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Lesduur: ± 45 minuten Werkvorm: Groepjes of alleen Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Doel van de opdracht: Het leren herkennen van een bij,

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 4 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 4 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 4 juli 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Wat mij betreft viel er dit keer op het weer helemaal niets aan te merken. Het was werkelijk een prima dag. Er vlogen en

Nadere informatie

Nationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1

Nationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1 Nationale Bijentelling Onderzoeksactiviteit 1 1 Nationale BIJENTELLING Onderzoeksactiviteit 1 Hoe gaat het met de wilde bijen in Nederland? Vincent Kalkman, onderzoeker bij Naturalis en EIS Kenniscentrum

Nadere informatie

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe Paddestoelen Werkgroep Drenthe Doelstelling en werkwijze Enkele resultaten, o.a. verspreidingspatronen van paddenstoelen en bodemtypen Paddenstoelen, planten

Nadere informatie

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels. Verslaglegging demoproject Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels. Gefinancierd door Productschap Tuinbouw In opdracht van de Nederlandse Fruitteelt Organisatie In het kader van het project

Nadere informatie

Liefhebbers van open zand

Liefhebbers van open zand Liefhebbers van open zand Graafwespen en verwanten op de Meinweg J.Hermans Inhoud presentatie Wat zijn vliesvleugeligen? Algemene kenmerken vliesvleugeligen Liefhebbers van zandgronden Kenmerkende soortgroepen

Nadere informatie

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, maandag 7 juli 2014. Beste natuurliefhebber/- ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, maandag 7 juli 2014. Beste natuurliefhebber/- ster, De Wiershoeck- Kinderwerktuin, maandag 7 juli 2014 Beste natuurliefhebber/- ster, Omdat er voor de dinsdag erg veel regen werd verwacht en er dan misschien weinig of geen leuke foto s zouden kunnen worden

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 5 september 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, In de ochtend ging de zon schuil achter grijze wolken, gelukkig klaarde het later op en scheen de zon regelmatig. Dat

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

WERKBLAD mijn landschap

WERKBLAD mijn landschap WERKBLAD mijn landschap Hoe zie jij het landschap? Wat vind je mooi of belangrijk? Ga alleen of in groepjes aan de slag en maak - een presentatie op papier of digitaal - een gedicht, een verhaal of een

Nadere informatie

INSECTEN. werkboekje

INSECTEN. werkboekje INSECTEN werkboekje 20 maart 2009 Dag lieve kleine vlinder Waar vlieg je toch naartoe? Breng jij misschien de eitjes weg, ben jij nu al moe? Jouw eitjes worden rupsjes. die groeien heel erg vlug. ook krijgen

Nadere informatie

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes Tijdens deze buitenopdracht komen jullie verschillende insecten tegen. Ook vind je andere kleine beestjes, die geen insecten zijn. De route is met een

Nadere informatie

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT DIERGEDRAG IN ARTIS Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT Diergedrag in Artis, 2008/2014 INLEIDING Binnenkort ga je naar dierentuin Artis in Amsterdam. Dieren in de dierentuin zijn grappig

Nadere informatie

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP INTRODUCTIE Biodiversiteit: Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom of een gehele planeet.

Nadere informatie

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen 1 Wilde bijen in Noord-Brabant 283 wilde soorten (81% van NL) 89 soorten dalend (31%); 64 soorten

Nadere informatie

JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Gekleurde vleugels Vrij groot Blauw glanzend Langs stromend water

JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Gekleurde vleugels Vrij groot Blauw glanzend Langs stromend water Beekjuffers -> 2 Lijken vlinders breedscheenjuffer weidebeekjuffer bosbeekjuffer JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Deel vleugel blauw Stromend water groen

Nadere informatie

Langpootmuggen en aanverwante families van Nederland, België en Luxemburg

Langpootmuggen en aanverwante families van Nederland, België en Luxemburg Langpootmuggen en aanverwante families van Nederland, België en Luxemburg Kris Peeters & Pjotr Oosterbroek Tabel B: Ctenophora, Dictenidia, Nephrotoma, Tanyptera 1.a. Vleugel met 2 vlekken: een iets verlengde

Nadere informatie

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1 Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1 Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Lesduur: Werkvorm: Leerstofgebied: ± 45 minuten Groepjes of zelfstandig Wereldoriëntatie Doel van de opdracht: Het leren herkennen van een bij,

Nadere informatie

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie Naam : Wat is de bedoeling? Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Er is een misdaad gepleegd! Een dief heeft de computer

Nadere informatie

Bloemen en hun bezoekers

Bloemen en hun bezoekers INSTRUCTIEBOEKJE Bloemen en hun bezoekers Scala College Rietvelden 2013 BLOEMEN EN HUN BEZOEKERS a. BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT In deze veldles ga je kijken naar bloemen en de insecten die op bloemen

Nadere informatie

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be

Nadere informatie

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag

Nadere informatie

Enkele nieuwe en merkwaardige zweefvliegen voor de Belgische fauna (Diptera: Syrphidae)

Enkele nieuwe en merkwaardige zweefvliegen voor de Belgische fauna (Diptera: Syrphidae) Enkele nieuwe en merkwaardige zweefvliegen voor de Belgische fauna (Diptera: Syrphidae) Guy Van de Weyer Abstract. Some new en remarkable hoverflies for the Belgian fauna (Diptera: Syprhidae) Due to descriptions

Nadere informatie

Spreekbeurt de grote Toppereend

Spreekbeurt de grote Toppereend Ra,ra wie ben ik. Spreekbeurt de grote Toppereend Inleiding Ik doe mijn spreekbeurt over de grote toppereend. Omdat ik dit een hele mooie vogel vind. En omdat jullie misschien veel te weinig weten over

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 juli Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 juli Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 juli 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, De dag begon grijs en miezerig, maar toen ik richting Beijum fietste was het droog. Volgens het weerbericht zou het in de

Nadere informatie

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km BOETELERVELD ROUTE 4,3 km 20 17 Weten hoe een groot deel van Salland er tot eind 19e eeuw uitzag? Wandel dan eens door het Boetelerveld bij Raalte. Ervaar rust, ruimte en openheid in dit enig overgebleven

Nadere informatie