7-stippelig lieveheersbeestje

Transcriptie

1 7-stippelig lieveheersbeestje Kenmerken : 5,5-8 mm groot. Dekschilden rood met elk drie zwarte stippen en een schildstip. Halsschild zwart met trapeziumvormige of driehoekige witte voorhoeken. Biotoop: Allerlei biotopen en voorkomen op zowel kruiden als bomen in ruige vegataties met oa brandnetel, boerenwormkruid ea.

2 10-stippelig lieveheersbeestje Kenmerken: 3,5-5 mm. Zeer variabel lieveheersbeestje. Te herkennen aan het kleine formaat (< 5 mm) en de aanwezigheid van deuk dwars over de achterkant van de dekschilden die soms echter afwezig of lastig zichtbaar is. De enige andere soort met een dergelijke deuk is het Aziatisch lieveheersbeestje dat echter 5 mm of groter is. Buikzijde en poten rossig tot bruin i.t.t. Tweestippelig lieveheersbeestje. Er worden meer dan 25 variëteiten onderscheiden, gaande van dieren met volledig oranje dekschilden tot dieren met volledig zwartgekleurde dekschilden. De algemeenste vorm heeft rode dekschilden met een sterk variërende hoeveelheid zwarte stippen (variërend van een tot acht per dekschild) en een wit halsschild met meestal vijf zwarte vlekken. De tienstippelige vorm heeft zwarte dekschilden met op elk dekschild vijf grote oranje, rode of lichte vaak deels versmolten vlekken waarvan er drie langs de naad staan. Biotoop Bossen en bosranden, maar ook parken en tuinen, hagen en struwelen, ruigtes enz. Leeft voornamelijk op loofbomen.

3 Ruigtelieveheersbeestje Kenmerken: 3-5mm Vrij klein en langwerpig lieveheersbeestje dat makkelijk te herkennen is aan de karakteristieke witte tekening op het zwarte halsschild: zowel de zijranden als de voorrand zijn wit met een witte middenstreep die tot halverwege loopt. Aan weerszijden van deze middenstreep staat in de zwarte vlek een witte vlek die soms ook verbonden is met de voorrand. Op de achterste helft van elk dekschild staan drie grote stippen en op de voorste helft staan naast de schildstip nog één tot drie kleine stippen. Biotoop: Droge pioniermilieus : pioniervegetaties, droge graslanden zoals spoorwegterreinen, braakliggende terreinen, akkers. Allerlei kruidachtige planten van droge pioniermilieus o.a. duizendblad, jacobskruiskruid, sintjanskruid, melkdistel, melganzevoet

4 roomvleklieveheersbeestje Kenmerken Imagines 5-6,5 mm groot. Dekschilden met 7 vlekken, waarvan er 4 parallel aan de naad liggen. Verschilt van Tienvleklieveheersbeestje door de karakteristieke dwarsrij met 3 vlekken op de dekschilden en de 4 vlekken parallel aan de naad. Biotoop Allerlei biotopen. Voornamelijk waargenomen in parken en tuinen, bosranden, bossen, hagen en struwelen, ook in heidegebieden, ruigtes enz. Voorkomend op inheemse loofbomen en struiken, meest Meidoorn en Linde.

5 10-vleklieveheersbeestje Kenmerken Imagines 5-6,5 mm groot. Lichaam bolvormig, breder wordend naar het uiteinde toe. Dekschilden over het algemeen met 5 grote vlekken, waarvan er 3 parallel aan de naad liggen, soms komen dieren met egaal bruinrode dekschilden voor. Verwarring met Roomvleklieveheersbeestje Calvia quatuordecimguttata is eventueel mogelijk. Biotoop Voornamelijk waargenomen in parken en tuinen, bossen en bosranden, maar ook in hagen en struwelen, ruigtes, kapvlaktes Voornamelijk waargenomen op loofbomen

6 meeldauwlieveheersbeestje Kenmerken: 5-8 mm. Halsschild en dekschild grotendeels (bleek)oranje met op elk dekschild acht ronde of ovale lichte vlekken. Kan verward worden met tienvleklieveheersbeestje en roomvleklieveheersbeestje maar heeft vijf witte vlekken die in een rij aan weerszijden van de naad staan (drie of vier bij de andere soorten). Heeft een brede doorzichtige rand aan het halsschild, waar doorheen de ogen zichtbaar zijn. De dekschilden lopen aan de zijkanten breed uit en zijn aan de randen doorzichtig. Biotoop: Een soort van loofbomen, onder andere veel op esdoorn en es, en te vinden in bossen, parken en tuinen.

7 14-stippelig lieveheersbeestje Kenmerken: 3,5-5 mm. In principe gemakkelijk te herkennen aan de hoekige vlekkentekening. De dekschilden zijn geelbruin of beige met zwarte vlekken maar vaak zijn de vlekken zo groot dat de dekschilden overwegend zwart zijn. Biotoop: Meestal in lage vegetatie langs bosranden, in ruderaal gebied en parken en tuinen. Wordt onder meer veel gevonden op brandnetels.

8 22-stippelig lieveheersbeestje 2,5-3,5 mm. Klein lieveheersbeestje dat direct te herkennen is aan de citroengele kleur en de zwarte stippen. Er zijn enkele andere soorten met gele dekschilden maar daarbij is de kleur bleker. Van deze soorten is ze te onderscheiden door de ronde vorm van de zwarte vlekken (niet hoekig) en de positie van de in totaal 22 vlekken. Ze wordt vooral gevonden op kruiden zoals schermbloemen maar komt ook veel voor op struiken en bomen zoals bijvoorbeeld eik.

9 heidelieveheersbeestje Kenmerken Imagines 2-4 mm groot. Kleine, ronde soort met donkerbruin tot zwart lichaam. Dekschilden met een smalle, rode dwarsband, meestal onderbroken in twee vlekjes. Onderscheidt zich van Wilgenlieveheersbeestje Chilocorus renipustulatus doordat ze kleiner is, door de langwerpige vorm van de vlek op de dekschilden en de eerder bruine dan zwarte lichaamskleur (loupekenmerk). Biotoop Parken in stedelijke omgeving met dennen maar ook bij berk en op struikheide

10 wilgenlieveheersbeestje Kenmerken Imagines 4-5 mm groot. Dekschilden centraal met één rode, ovale of ronde vlek. Onderscheidt zich van Heidelieveheersbeestje Chilocorus bipustulatus door de grootte, de vorm van de centrale vlek op de dekschilden en de zwarte lichaamskleur. Biotoop Voornamelijk aan bosranden en in parken en tuinen. Ook in ruigtes en struwelen. Voornamelijk op wilg Salix sp. Maar ook op andere bomen en struiken

11 4-vleklieveheersbeestje Kenmerken: 3-5 mm. Samen met heidelieveheersbeestje is dit een klein bolvormig dier met een geheel zwart halsschild en zwarte dekschilden met rode vlekken. Is van Heidelieveheersbeestje te onderscheiden door de aanwezigheid van twee vlekken op elk dekschild waarvan de voorste kommavormig is. Kan verward worden met de donkere vorm van het tweestippelig lieveheersbeestje of het tienstippelig lieveheersbeestje maar deze hebben een ovale vorm en missen de verbrede zijranden van het dekschild. Biotoop: Te vinden in allerlei biotopen met naald- of loofbomen zoals bossen, parken, tuinen en ruderale terreinen.

12 2-stippelig lieveheersbeestje (boven zwarte vorm, onder rode vorm) Kenmerken: Imagines 3,5-5 mm groot. Kleur van dek- en halsschild zeer variabel. De vorm typica is oranje met 2 zwarte vlekken, de vorm quadrimaculata is zwart met 4 rode vlekken, de melanistische vorm is bijna volledig zwart. Buikzijde en poten zwart of donkerbruin. De poten van het soms sterk gelijkende Tienstippelig lieveheersbeestje Adalia decempunctata zijn over het algemeen rossig tot bruin en de uiteinden van de dekschilden hebben bij deze soort een dwarsrichel (het zgn. deukje ). Biotopen: Allerlei biotopen. Zeer veel in parken en tuinen, maar ook langs bosranden,hagen en struwelen, graslanden, oevers van vijvers en rivieren enz.

13 veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje Kenmerken: 5-9 mm. Zeer variabel lieveheersbeestje. Is te herkennen door zijn grootte, aan de tweekleurige onderkant zwart centrum met een lichtere licht oranje rand (komt ook voor bij tienstippelig lieveheersbeestje dat kleiner is). Heeft ook, heeft een deukje aan het uiteinde van de schilden (zoals ook bij het tweestippelig lieveheersbeestje maar dat is kleiner) en het halsschild dat wit kan zijn met zwarte vlekken of een zwarte M-vorm of zwart halsschild met brede witte randen. Verder te onderscheiden van viervleklieveheersbeestje dat kleiner is en verbrede zijranden van dekschilden heeft. Biotoop: Overal, is de meest voorkomende soort die s winters in huis komt.

14 Dertienstippelig lieveheersbeestje Kenmerken: 5,5-7 mm. Lichaam langwerpig, roodachtig, oranje of geel. Dekschilden met 6-7 zwarte vlekken waarvan één geïsoleerde schildvlek. Halsschild een weinig breder dan lang met centraal een zwarte tekening en een brede witte rand met een zwart vlekje dat soms samengesmolten is met de centrale vlek. Poten tweekleurig, dijen zwart en schenen bruinrood. Lijkt op Zevenvleklieveheersbeestje Hippodamia septemmaculata maar die heeft een breder halsschild met meer zwart en zonder zwarte vlekjes. Biotoop: Natte milieus: hooilanden, moerassen met biezen en zegges, natte ruigtes met zegges, natte weilanden, oevers van vijvers.

15 Negentienpunt lieveheersbeestje Kenmerken: 3,5-5 mm. Langwerpig lieveheersbeestje met lichte poten en beige (winterhalfjaar) tot oranjerode (zomerhalfjaar) dekschilden en halsschild. Halsschild met zes zwarte vlekken en elk dekschild met negen zwarte stippen en een schildstip. Net zoals dertienstippelig een langwerpig lieveheersbeestje Biotoop: Natte milieus, Oevers van allerlei wateren op onder andere riet en lisdodde, ook in stadsparken, hooilanden, moerassen met biezen en zegges. Miner gezien in Gent maar te zoeken in de meersen.

16 Behaard lieveheersbeestje Kenmerken: 2,5-3,5 mm. Makkelijk herkenbaar, volledig behaard klein lieveheersbeestje met zwarte dekschilden met op elk dekschild twee ronde roodbruine stippen, een zwart halsschild met beige voorhoeken en een beige (man) of zwarte (vrouw) kop. Biotoop: Open, droge en warme habitats zoals taluds en wegbermen, heide, droog schraal grasland, spoorwegterreinen. In Gent al gezien spoorwegterreinen aan Sifferdok en Skiheuvel in Blaarmeersen, te zoeken, is zeldzame soort.